No. 20S52. LEIDSCH DAGBLAD. Vrijdag 20 November Derde Biad. Anno 1925, UIT DE PERS gjWWCM) AND. FEUILLETON. De Oudjes. Hel slaat nu vast, zoo lezen wij dat het Ministerie-Colijn weinig anders doen zou dan de reactionaire politiek voortzetten. Daarom kan de geheele Nederlandsche arbeidersklasse hartelijk verheugd zijn, nu het Minislorie-Colijn verdwijnt! Ka een verklaring, waarom de soc.-dem. fractie van harte heeft medegewerkt tot den val van het Minister!e-Colijn, wordt in het manifest betoogd, dut de sociaal-de moe ra ten bij het uitbrengen van hun stem niet bewo gen zijn door vijandschap jegens den gods dienst en ook niet door anti-papisme, dat bij de Protestantsche rerht9che partijen zoo'n groote rol speelt. Tegenover de vraag, of er een gezantschap bij den Paus zal zijn stond op zichzelf be schouwd de sociaaldemocratische fractie tot dusrver tamelijk onverschillig. Van zeer groote bcteekenis werd. nu even wel op 11 November de stemming, omdat daarbij ovct het kabmet-Colijn beslist wor den zou. Van zeer groote beteêkenis was die stem ming tevens, omdat daarbij de onwaarach tigheid der coalitieleuzen duidelijk aan den dag zou komen 1 Vervolgens wordt verklaard, dat de coa litie geen Christelijke politiek kan voeren, omdat elk der drie rechtsche partijen onder Christelijke politiek wat anders verstaal. De rechtsche coalitie was slecht een po litiek verbond, dat diende om de geloovigo arbeiders te verhinderen op politiek gebied met hun klassegenooten samen te strijden voor de verheffing der arbeidersklasse. En als nu, door het gebeurde van 11 No vember, de rechtsche coalitie uit elkaar ligt, is dit een blijde uilkomst voor de geheele ar beidersklasse. Er moet nu zoo gaat het manifest voort in het Parlement een nieuwe meerder heid worden gevormd en er moet een nieuwe Regeering komen. Dat mag niet' weer zijn oen rechtsche coa litie-Regeering en evenmin een andere com binatie van burgerlijke partijen, die de po litiek van reactie van Colijn willen voortzet ten. Wij roepen de arbeiders op, om dat met al hu'nkraeht te verhinderen. Nu bestaat de gelegenheid om aan de groote democratische krachten, die zich bij den laalsten verkiezingsstrijd deden gelden, recht te doen wedervaren. Nu moet onderzocht worden, of er een meerderheid en en Regeering zijn te vormen op den grondslag van democratie en herstel. Dit zal niet in de laatste plaats van de Katholioken afhangen Als nu de Katholieken voor de democratie on voor den socialea vooruitgang kloek partij durven kiezen, dan is een democratische Re giering mogelijk. Het is dus nu de vraag of de Katholieke Staatspartij met de S.D.A.P. en de vrijzinnig- d^mocraten op een sterk democratisch pro gram samenwerking wil aangaan. Durft en kan zij dat aan, dan zijn de jaren der reactie voorbijl Heeft zij den moed en de kracht daartoe niet, zijn de reactionaire machten in haar midden daartoe nog te sterk, dan zal het h&&r schuld zijn, nl9 in de plaats van een democratische Regeering een heel of half re actionair bewind verschijnt, dat, lot schade van de geheele arbeidersklasse en tot na deel van het geheele land, de reactie voort zet, de arbeidswetgeving verwaarloost, de rijken bevoordeelt, de armen onder zware lasten zuchten laat, het militairisme onver zwakt laat voortwoekeren. Nu 't land nog 9taat v. de groote beslissing waarvan het lot der arbeidersklasse voor de eerstvolgende jaren afhangt, roepen wij, al dus besluit het manifest, de arbeiders op om bun stem te doen hooren en hun wil te doen gelden. Voor de Zending. Men schrijft ons: Vele ontroerende bewijzen van sympathie bereikten dc leidende personen in het Zen- dmsgwerk in en na de ,,Zendingsweek". Er is groote dankbaarheid voor de vriendelijke I hulp, welke door velen verleend werd, I maar... er is ditmaal véél noodig en... er zijn J nog zoovelen, die niet hielpen. Aan dezen is in de eerste plaats bij het hiernavolgen de gedacht. Voor de meer ingewijde is het probleem van de financiering der Zending niet zoo onrustbarend als wel eens gedacht wordt. Om een verkeerden indruk geen plaats te geven wordt hierbij evenwel onmiddellijk opgemerkt, dat de stand der zaken nu wel verontrustend is. Dat vindt zijn oorzaak in :een drukkend tekort over 1924 van circa f 100.000, en in een vermoedelijk tekort over jdit jaar. Juist het geworstel met de achter stand maakt het zoo moeilijk, verlamt de energie, breekt de spankracht in actie en leiding. - Als 192G <eeus aangevangen kon worden met schoone lei, met geen oï/geen noemens waard tekort, zoudeD de kansen om een meer reëele basis voor den arbeid te ver krijgen oneindig veel gunstiger staan, 't is bekend dat gestreefd wordt om aan de on derdeden van hetgeen totaal inkomt nog meer zorg te besteden. Een bedrag van f 850.000 per jaar voor „Oegstgeest" acht men niet te hoog, is be reikbaar, mits, cn déAr korat het op aan, geregeld gedaan wordt wat mogelijk is. Een Pinkstercollecte bijv. van laat ons zeggen 600 700 Gemeenten met een totaai opbrengst van f 35.000 is, zoo niet „ver bijsterend weinig" dan toch „bedroevend". Als men eens gaat becijferen hoeveel dat per kerkganger op den Pinksterdag is Maar ter zakede kansen voor de Zen ding staan gunstig als dit jaar eens ^zonder tekort gesloten kon worden. 't Is de eer en de plicht van Neerlands Christenen zich daartoe in te spannen. Het doel is bereikbaar lo. Omdat bet na de Zendingsweek be- noodigde bedrag niet zoo buitengewoon hoog meer zal zijn. 2o. Omdat er nog eenige honderden Ge meenten in ons Vaderland zijn, die niet medededeir aan de Zendingsweek. 3o. Omdat er stellig vele vrienden dei Zending zijn, die, alhoewel zij hun deel gaven, nog wel een stootje geven willen, a.a daarmede het geheel gediend wordt. Het Zendingsbureau te Oegstgeest heeft een nieuw plan om het bijeenbrengen van het voor dit jaar nog benoodigde in te zamelen. Vervaardigd werden „Couponbladen" 't Zijn bijna „echte" coupons, die er aan zil- ten. Natuurlijk is er eenig verschil. Op gewone coupons lees men: „Dc X-Bank be taalt aan toonder f etc." Op deze Zen dingscoupons staat het iets anders en wel zoo. „Houder(sler) van dezen coupon heeft tot delging van het vermoedelijk tekort over 1925 van de Samenwerkende Zendingscor poraties (Zendingsbureau te Oegstgeest) bijgedragen de som van f...... De Hoofdbe sturen zijn voor dezen steun zeer dankbaar en brengen in herinnering 2 Cor. 9 G". In gewone gevallen ontvangt men voor coupons geld, hier ontvangt men voor geld een coupon. Elk couponblad, waaraan een soort vge- waarmerkte) talon, heeft een waarde van f 30 en bevat 12 coupons (van f 3, f5, f 10 etc.) Voor „elk wat wils" is dus gezorgd. Die couponbladen liggen in Oegstgeest te wachten totdat zij door predikanten, godsdienstonderwijzers en hoofden van scho len, enz. aangevraagd worden. De dringende, vraag is dus nu: Helpt de Zending nog een weinig vertier door het „knippen van coupons"Met een paar duizend aanvragen om een aantal coupon bladen is de Zending, „onze" Zending ge holpen. Laat deze nieuwe poging om den gang van het Zendingswerk te bevorderen, om bet ontbrekende bijeen te brengen dooi eendrachtige samenwerking nu eens volko men slagen 1 't Zou voor de Ned. Christenen toch zoo'n voldoening zijn, als zij aan het einde van dit jaar konden zeggen: Ziet, wat wij ge daan hebben, wat God ons heeft vergund te doen. 't Gaat er om, dat de Zendelingen ginds hun arbeid voortzetten. Taak is zorg te dragen, dat die arbeid niet verstoord of belemmerd wordt door gebrek aan gelden. Daarom: Allen, die' kunnen, met kracht aan den arbeid. Er wordt opnieuw gewacht op menschen van de daad. Spoedige hulp is van de grootste betec- kenis Prof..mr. C. W. de Vries. Mr. C. W. de Vries, die benoemd is tot gewoon hoogleeraar aan de Handelshoogc- school to Rotterdam, werd geboren in 1882 te Amsterdam en studeerde te Leiden on der de fyoogleeraren Oppenhcim en Krabbe. Na zijn vestiging als repetitor te 's-Graven- hagc, kreeg hij dadelijk, door het aanvaar den van maatschappelijke functies, contact met de praktijk. Op wetenschappelijk gebied leverde rar. De Vries verschillende studies en hield hij lezingen op historisch-juridisch en sociaai- economisch terrein. Hij werd lid van het bestuur der Juristenverecniging en redac teur van i.et tijdschrift „Therais", waarvoor hij eenige bijdragen leverde. Dc nieuw benoemde hooglecraar is thans referendaris bij den Raad van State cn chef van het Bureau voor de geschillen van bestuur. Iii'; is voorts onder-voorzitter van de huur- commissio te 's-Gravenliage, lid van be stuur van vereenigingen, werkzaam ten al gemeen© nutte en voorzitter of secretaris van verschillende scheidsgerechten. Van zijn hand verscheen ook een bock over do arm verzorging als een Handboek voor den huis bezoeker. Aan de Rijksuniversiteit te Leiden is nir. De Vries verbonden als privaat-docent in het arbeidsrecht. Hij trad ook meermalen op als leider van Staatsrechterlijke leer gangen aan verschillende volksuniversi teiten. Alg. Synodale Commissie Ned.-Herv. Kerk. Behandeld wordt het verslag van den heer IL Sanders, te Duisburg, over zijn arbeid onder de Hervormde Nederlanders aldaar en in de omgeving in het 3de kwar taal 1925, alsmede van een verslag van dr. O. Norel over een bezoek aan Duisburg. Hek blijkt, dat met vrucht wordt gewerkt in de zich uitbreidende Nederlandsche kolonie al daar. Besloten wordt als afgevaardigde van de Synodale Commissie dr. Callcnbach er heen te zenden, ten einde de belangen van het werk te bevorderen. Na behandeling van een zaak van finqn- cieelen aard, waarbij ook de quaestor-gene raal tegenwoordig is, komt in bespreking een. verzoek om dispensatie van art 52 regie-- ment vacaturen. Daafna komt lor tafel een verzoek van twee predikanten, om vernietiging van een besluit van den raad van beheer tot ver- lecning van dispensatie. Hun zal worden medegedeeld, dat het bezwaar bij den raad van beroep kan worden gebracht, aangezien uit hun mededeclingen blijkt, dat aan de moeilijkheid ten grondslag ligt een bezwaar over dc door de gemeente te betalen bij drage. Conform een voorstel van den archivaris der Synode, dr. Lasonder, wordt een tarief vastgesteld voor afschriften uit kerkelijke archieven. Deze tarieven zullen in het or gaan der Ned.-Herv. Kerk worden opge nomen. Eenige zaken, betrekking hebbende op buitenlandsche kerken, worden deels behan deld, deels uitgesteld, totdat de commissie voor correspondentie met buitenlandsche kerken zal hebben vergaderd. Een verzoek van den kerkeraad te Don gen, betreffende subsidie uit het Fonds tot verbetering der schraalste predikantstrakte menten wordt gesteld in handen van den provincialen correspondent voor N.-Brabant met Limburg. Aail een predikant, wien over 1925 geen toelage uit het genoemde fonds was uitge keerd, zal alsnog een vergoeding worden gegeven. Aan de gemeente Schermerhorn was in 1925 een subsidie toegekend voor herstel ling van het kerkgebouw. Dit subsidie wordt, nadat eenige veranderingen in hét bestek" waren aangebracht, gehandhaafd. RECLAME. Voor Nederland eu Koloniën6778 C. F. VAN DIJL ZOON Dordrecht De burgemeester van Rotterdam over het Verdrag met België. Betreffende het Verdrag met België heeft de burgemeester in den Raad de volgende verklaring afgelegd. Al mag het zeker een nationaal belang van groote betcekenis worden geacht, dat de betrekkingen tusschen Nederland en Bel gië zijn van den meest vricndschappelijken aard, al kan wellicht ter bevordering van de goede verstandhouding het gewcnscht zijn, dat offers worden gebracht, men zal toch nimmer zoover mogen gaan, dat offers wor den gebracht, die belangrijke schade toe brengen aan onze nationale welvaart. B. cn W. van Rotterdam zijn ten aanzien van het tractaat NederlandBelgië, van de openbaarmaking af, van oordeel geweest, dat door uitvoering van de in bedoeld trac taat opgenomen bepaling betreffende de» aanleg van kanalen aan dc nationale wel* vaart groote schade zou worden toegebracht Zij zijn tot dat oordcel gekomen niet door overweging van het engere plaatselijke be lang, maar veeleer van het landsbelang dat betrokken is bij dc grootst mogelijke ont wikkeling van Nederlands eerste zeehaven. Het College heeft daaraan uiting gegeven in den lijd, toen de tekst van het gesloten verdrag nog maar even bekend was. Toen de aangelegenheid nog niet die publieke be langstelling genoot waarop zij tegenwoordig kan bogen, hebben B. en W. in een kabi* nctschrijven aan den Minister van Buiten landsche Zaken uiting gegeven aan de groote teleurstelling cn de ernstige bezorgd* hcid, die zij voor de toekomst van Rotter dams haven hebben gevoeld. Bij kennisne-. ming van de art 6 en 7 van het verdrag. Spr. heelt persoonlijk op 13 Mei van dif jaar bedoeld schrijven aan den minister overhandigd en toegelicht. Wanneer het kanaal AntwerpenMoer» dijk, zoo wordt o.a. in dat schrijven gezegd nadat te voren op de nadeelen van dé „surtaxes d'entrepót et d'origine" voor Rot* lerdam is gewezen zal zijn tot stand ge komen en de Rijnschcepvaart naar Antwer-. pen geen gebruik meer zal behoeven te ma* ken van de Zecuwsche stroomen en van hef speciaal voor die vaart gegraven Zuid-Beve- landsche Kanaal, zal een grooter gedeelte der Rijnscheepvaart voor de natuurlijke Rijnhaven Rotterdam verloren gaan te meef daar het verdrag wel stipuleert dat de vaart op Antwerpen door genoemd kanaal niet mag worden onderworpen aan belemmeren de bepalingen, maar nalaat een stelsel van eenzijdige bevoordceling, als door een gra tis sleepdienst in hel leven wordt geroepen, uit te sluiten. Sedert heeft liet College en hebben zijn leden niet stil gezeten; waar en wanneer de gelegenheid zich daarvoor aanbood is niet nagelaten te wijzen op de ernstige gevolgen, die hel tractaat, indien het ongewijzigd wordt goedgekeurd, zou hebben. Spr. kan wel de verzekering geven dat op dien weg zal worden voortgegaan en dat IJ. en W., zoowel als college als individueel, Het Gezantschap bij den Paus. Men vergisse zich niet: hel Nederlandsch Gezantschap bij den H. Stoel is nog niet opgeheven. Het „Centrum" wijst hierop in het vol gende betoog: Daartoe is de Tweede Kaïmer niet be- yoegd. Alleen de Koningin stelt gezantschappen in en heft deze op. Daarom protesteerde in 1915 de Christe lijk-Historische Heer Van Idsinga er met kracht tegen, dat dc Regeering met een supplcloire begrooling bij de Kamer kwam, vóórdat de Kroon het Gezantschap had in gesteld. Volgens art. 57 der Grondwet, zoo zeide hij, behoort het Opperbestuur der bui tenlandsche betrekkingen bij de Kroon. „Het is dus aan de Koningin en aan de Koningin alleen, om te beslissen of de bier bedoelde missie naar het Vaticaan zal worden ge zonden of niet". Onjuist vónd hij hot daar om, dat de Regeering vooraf de goed keuring der Staten-Generaal vroeg. Zij bracht daardoor, in strijd met de Grondwet, ,de beslissing over van dc Kroon naar de 'Kamer. „Dat is een rogeeringsbelei-d, waar mede ik mij niet kan vereenigen", zoo ver klaarde deze christelijk-historische afge vaardigde op 9 Juni 1915. Hoe geheel anders handelden zijn geest verwanten thans I De Kroon handhaaft het .Gezantschap; de verantwoordelijke Minister verdedigt het; maar zij schrappen de gelden .ervoor bcnoodigd, op-de begrooling! Wat zou Van Idsinga hiérvan gezegd hebben V Doch hoe dit zij, door dit votum der Tweede Kamer Is het Gezantschap niet op geheven. Door de aanneming immers van het amendement-Kersten sprak de Tweede Kamer alleen uit, dat zij aan de Koningin de gelden weigerde toe te staan, om de kos ten van dit door Haar nog niet ingetrokken Gezantschap te bestrijden. Maar nog is over het artikel, waarop dit Amendement werd aangenomen, niet ge stemd. Daarna moet nog over de begrooting an haai* geheel gestemd worden, niet slechts in de Tweede, maar ook in de Eerste ..Kamer. Ongetwijfeld is niet uitgesloten de moge lijkheid. dat de Eerste Kamer deze begroo ling verwerpt, omdat zij aan de Kroon de gelden onthoudt, om een door Haar niet ingetrokken Gezantschap te bekostigen. Er zijn trouwens tal van moeilijkheden. Stel, dat ook de Eerste Kamer deze be grooting aanneemt. Dan wordt het toch April, eer 'dit geschiedt. Eerst ver in het jaar 1926 zou dus een eventueele opheffing van dit Gezantschap kunnen volgen. Er is 'toch ook eemgen tijd noodig voor de afwik keling der zaken. In elk geval had Dominé Kersten hiermee bij het voorstellen van zijn amendement rekening moeten houden, zooal niet uit deferentie voer Z. II. den Paus, dan toch uit eerbied voor de Koningin. Om dit goed te maken, zal hij met een initiatief-voorstel moeten komen, waarbij hij voorstelt gelden te voleeren ter bekosti ging van het Gezantschap bij den Paus, voor zoolang als de Koningin het niet heeft op geheven 1 De Kabinetscrisis. Manifest van de S.DJL.P. ,;Het Volk" van gisteravond bevat een manifest van het Partijbestuur der S.D.AP. aan het Nederlandsche volk. Na een herin nering aan. de jongste politieke gebeurte nissen, waardoor, gelijk de aanhef het uit drukt, „de wagen der Christelijke coalitie partijen uit het spoor is gebracht en op- niev v gebroken aan den kant van den weg ligt'wordt in dit stuk opgemerkt, dat het •jplrfdcn van het Ministerie-Colijn van bet begin af een brutaal waagstuk was en dat van de beloften betreffende een-vooruitstre vende politiek na de eerste drie maanden al zoo good als niets meer is overgebleven. Zij hadden hun dutje gedaan, ieder een groot halfuur, hij eD zij; toen had zij wait gegaapt, zich wat uitgerekt en was zuch tend, ietwat sdotfm, opgestaan cn dat was ook voor haar het teeken, dat het rusluurije voorbij was. Zij had zijn fluweelen kaiotje gehaald, dat hij op zijn hoofd zette, zij had loen haar zwart-kanten schoudermanteltje omgedaan; nu zaten zij in den tuin op de hank onder de linde. Vóór hen lag het warmgfoenc grasveldje met langs den rand in een half-cirkel de rozeboompjesin den achtergrond klaterde met zilveren straal de fontein; een merci zong boven in den appelboom en ginds stond ,mooi en voor naam om zijn afmetingen, hun huis; men kon den -witten voorgevel tusschen het groen der platanen zien schemeren. Hij rookte zijn pijp. pafte, in diep zwij gen verzonken, geweldige rookwolken vóór zich int en bepeinsde van allerlei, doch niet direct zonnig-gelukkig. De forellen hadden hem 's middags niet extra gesmaakt er had iets aan de toebereiding ontbroken, de iaatelè zorg, de laatste liefde. En ook lcd slaapje daarna was bijgevolg niet zoo lekker als andere dagen; en hij klaagde met mnerlijken wrok zijn vrouw aan, die er maar naast hem bij zat, alsof niets onbe hoorlijk: was gebeurd, terwijl zij toch voor zijn welzijn aansprakelijk was en hem nu dit alles had aangedaan, waardoor de dag Y0pr hem was bedorven. Zij breidde, alweer een bruin kinderrokje. Dat was sedert jaren het geval. Zij breidde kinderen; en al mocht hij wel dadigheid als een goede zaak waardeuren, aanblik van deze stille bezigheid was desondanks voor hom juist voldoendeom zijn gramschap te vergrooten. Niet, dat hij een woord gekikt zou hebben; hij had zich geoefend zijn verschillende ergernissen in zijn pijp naar binnen te werken. In 's he melsnaam, de heele namiddag moest dus maar weer zoo voorbijgaan. Zij zat met rustig, vroom gezichtje en werkte, alsof er dagloon mee verdiend moest worden; hij ondertus3chen rekende half en half op het bezoek van den apotheker, die misschien tot een partijtje schaak te be wegen zou zijnEerst breidde zij aan het »rokje, dan zou zij* aan de armsgaten beginnen, daarop naaide zij dan de deel en aan elkaar; hij kende dit alles meer dan genoog. En dan, na zes uur, zou zij haar handwerk met een gezicht, dat de stralende voldoening over het volbrachte dagwerk weerspiegelde, bij elkaar leggen en opstaan en tot hem zeggen: „Ga je een paar stapjes mee den tuin rond, lieve vriend?" En of hij zich aianslool of achterbleef meestal sukkelde hij maar mee, want wat had hij anders op dit leege en vervelende cndermaansche te doen?), zij tippelde den tuin door, in verrukking van het eene perk naar het andere loopend. Zij was in bewon dering als een kind voor de planten en bloe men, die loch eiken dag hetzelfde waren, kende ze alle bij naam en maakte een bon ten, grooten bouquet om er den avonddisch mee te sieren. Eindelijk, na het souper, en dat was dan de glorieuze beëindiging van den dag, zou zij met hem op het terras gaan zitten, op nieuw met het breiwerk in de handen en weer ijverig, a<!s had zij alle zuigelingen op de wereld van rokjes te voorzien, met de pennen tikken, terwijl hij de courant las on zij zou met instemmenden hoofdknik of afwerend schudden toeluisteren, als hij zijn meening over 's wereld loop en al den weer zin over hel doen en laten van het men- schclijk creatuur lucht gaf. Dikwijls had hij bij zichzelf overpeinsd, dat. het-interessant zou zijn om vast te stellen of zij wel wi9t waarover zij dan eens ja knikte of het hoofd schudde, steeds zijn opinio aanvullend, en of zij inderdaad wel tot een eigen inzicht in slaat zou zijn. Haar gezelschap kwam hem soms ont zettend saai voor, maar hij bekende zich zelf in zijn'onrechtvaardig verzet niet, hoe gruwelijk hem een eigen meening van haar zou geërgerd hebben en omdat het zelden voorkwam, dat zij hem in deze avonduren •niet gezelschap hield, dat zij er altijd was voor hem, had hij ook glad vergeten, hoe alleronbehaoglijkst hij zich zou voelen, als hij op het terras ailleen zou zitten en zijn courant lezen cn' den loop zijner gedachten stom in zichzelf zou hebben te verwerken. Terwijl hij als een somber hypochonder mensch, zelf door zijn manier van kwaad aardige zelfverheffing ziel) op mijlen af- 9lands werkte van zijn lieve, eenvoudige vrouw gebeurde het plotseling, dat hij, van onder haar zijden schortje uit haar rokzak, het eindje van een brief zag piepenen deze ontdekking sloeg hem als oen bliksem straal. Het heele droefgeestige perspectief zijner dagen scheurde en liet een achter grond van louter goud en zonneschijn zien- Maar nu het onheil van dezen brief I Deze brief vernietigde alles. Het kwam hem voor als was hun beider bestaan van den eenen dag op den anderen slechts geluk en tevre denheid geweesttot dit oogenblik. Want deze brief in haar zak was een verraad, dat zij aan hem beging. In hun eenzame leven was de verschij ning van den postbode een zeldzaamheid, een gebeurtenis. Men zag hem reeds van verre aankomen, men ontving hem met kloppend hart. Geen brief kon in huis ko men, dat niet een ieder daarvan wist, tenzij dan dat men, berekenend-geheimzinnig. hem den bode had afgenomen. En hier was dus nu schriftuur, waarover hij niets ver- nomen had, en dat vrouwtje daar, zij aan zij naast hem, met wie hij reeds meer dan veertig jaren verbonden was cn die zioh niet meer bekommerde over het goed-s!agen van zijn forellen-gerecht, had haar lijd doorgebracht om een brief te lezen, dien zij voor hem verbergen moest. Hoe was de gedachte te verdragen, dat ook maar een deeltje van haar wezen hem afvallig zou zijn! En als in jonge dagen kropen jalouzie en dwaas onverstand zijn hart binnen, hitsten hem aan tol de zotste vermoedens; en toen de dienstbode op een keurig blad de koffie bracht, voelde hij zich aJs een zieke man, die de kostelijke lafenis moest afslaan. Hij, in sombere terughou dendheid. zag toe, hoe zij, in allerrustigst welbehagen, haar kopje vulde en van de roode confituren op haar bordje nam, ter wijl zij lachend de meening uitto, dat hij misschien wat al te veel van de goede fo rellen had gegeten, zonder zich ook maar in het geringste over zijn toestand zorgen te maken. Hij zag niet meer, dat haar schedel wit en dun was en deze lieve, goede vrou- wehand, oud en vol rimpelsals zijn eigen oude handen. Jaloezie en wantrouwen kankerden in hem. Hij voelde zich verraden op meest smadelijke wijze ter zijde gescho ven, in zijn edelste gevoelens bedrogen. En er werd hem geen tijd gegund zijn waardigheid te hernemen en allengs een rustiger inzicht te herwinnen. Was het tel kens weer een ander, of was hel steeds het zelfde, maar zijn zoekende oogen, die haar loerend en ijverzuchtig met voortdurende waakzaamheid volgden, ontdekten ook in het vervolg nog verschillende malen het verraderlijke puntje van een enveloppe, waar het als stomme aanklager, van ender het zijden boezelaartie uit haar rokzak stak, aldus zijn vertwijfeling cn nijd opnieuw voedsel gevend. Hel kwam hem voor a!a 1 aapte een booze geest hem na en er ver* liepen dagen er» weken, waarin hij zijn heerlijk huwelijksgeluk het heftigste be treurde en het geloof in de liefde en de overgave zijner vrouw als verloren achtte. Zij echter, de-goede vrouw, had het meest van zijn ongeluk te lijden, van den neer* slag van zijn slecht humeur. Totdat op zekeren dag hij opeens cr toe kwam, om. terwijl zij in het priëel in ge dachten verloren zat, een van deze brieven door te lezen. Hij kwam. de gunstige gele genheid van hel oogenblik benuttend, zacht van achteren aangcloopcn en boog zich' toen lot haar over om met haar mee lo lezen. En toen vielen hem de schellen van de oogen, een centenaars-last viel van zijn hart cn een lach gleed over zijn gezicht. Opeens was zij het weer het onttooverde, oude vrouwtje met dunnen, witten schedel en met trillende, oude hand; want cieze brief was een brief, dien hij haar zelf vóór jaren cn jaren geschreven had, waarin hij in de mooiste en teerste bewoordingen als een verliefd jongeling over nachtegalen ge kweel en rozengeur en avondrood en klok kengelui bazelde en met dit alles zijn hart aan haar voeten legde Maar het was hem toch alspf hij na deze nare dagen dit oude vrouwtje opnieuw ge wonnen had. Een ontroering maakte zich van hem meester, nu zij blijkbaar cr naar verlangd had om haar hart aan deze lang verjaarde bewijzen zijner teederheid lo ver kwikken en hij nam, oude brombeer, zooals hij zich schuldbewust en diep-in bekende te zijn, nu zij met een verlegen schrikje naaf hem opkeek, haar hand cn kuste die voor* ziohtig en tëer als in oude, voorbije dagen.*®

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 9