Rtf. 2UT4"/. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 14 November Vierde Blad. Anno 1925. RECHTZAKEN. Bronchitis Gebruikt toch Van Recht en Onrecht. BUITENLANDSCH GEMENGD FEUILLETON. De Reisgenoote AMSTERDAMSCHE RECHTBANK. De moord aan den Overtoom in 1915. (Vervolg van gisteren). De verdediger, mr. A. Levy, wijst er op lat de Oiicier heelt gezegd dat Muyhvijk mbetrouwbare mededeelingen deed betret- eade de verklaring omtrent het geld. In het lagboek van hem is een phase, waarin hij dies eruit gooit wat hij kwijt wil zijn. om ich te verlichten. Hoe meer hij zijn geheu- en ging doorzoeken, hoe meer details hem roor <len geest kwamen. Zoowel wat den nocM als wat den diefstal betreft is M.'s lagboek steeds meer vol zelfbeschuldigingen Pleiter leest verschillende fragmenten uit iet dagboek en het zakboekje voor. Be daagde had in woede Buseh beetgegrepen. Busch viel, werd lijkkleurig, zei nog met gesmoorde slem: laat me los ellendeling, waarna Muylwijk door ging met schudden. Hoofdzaak is of beklaagde opzettelijk dood slag heeft gepleegd, waarbij de berooving pas' in de tweede plaats komt. In dien tijd van 10 jaar stond beklaagde voortdurend voor den geest, dat hij Busch gewurgd en her ofd heeft Maar als men hem nu pre cies naar alles vraagt, is het toch mogelijk, dat hij het geld wel heeft afgenomen, maar dat er een periode voor hem is geweest dat hij het geld voor de kinderen wilde bewaren Dan kan hij toch een paar maanden later van dal plan zijn afgeweken, omdat hij geld noodig had. Immers er zijn uitlatingen in beklaagde's dagboek die wijzen op de be sluiteloosheid op den avond van den moord. De materieele handeling moest worden ver richt, afgezien van het feit, of beklaagde hot geld al dan niet voor de kinderen moest be waren. Er was een moment, waarop hij be sloot geen aangifte te doen'en begreep dat het lijk dadelijk in de kist moest worden geborgen, omdat het anders verstijfd zou zijn. En iedereen, die een lijk op die manier verbergt, denkt er vanzelf aan. om te zien wat er in de kleeren nog zit. Muylwijk dacht het eerst aan hel accept •n vond bij hel accept f 6000f 7000, ter wijl hij zeli in benarde omstandigheden ver teerde De tegenpartij zegt dat hij een ge neesheer had moeten roepen. Dat zou alleen het geval geweest zijn als hem ten laste was gelegd, dat hij een lijk in huis had be graven in plaats van op oen kerkhof, een misdaad die nu reeds lang verjaard zou zijn. Muylwijk heeft een paar maanden later toen bij het geld gebruikte, ook geschreven dat de kans op ontdekking minder was ge worden. Dit laatste wijst toch niet er op dat hij zijn schuld verkleinen wilde. Ilij weet heel goed, dat. als hij. die pas failliet was geweest, dadelijk na de verdwijning van Busch groote uitgaven had gedaan, dit ver denking had kunnen wekken. 19 Maart 1925 schrijft beklaagde ook in zijn brief aan den rechter-commisr iris dat hij dadelijk alles heeft afgenomen van het lijk en slechts enkele dingen er op liet, uit vrees voor ontdekking en dat hij pas twee maanden later dit geld besloot te gebruiken, leen er geen kans meer was op ontdekking. Dan zou hel geen diefstal maar verduiste- RECLAME. „Wat doe Je voor je hoest?" Niets 7 f Dat Is al erg onverstandig. AU Uw bron chitis chronisch is geworden begint de ellende pas goed. Vanzelf zal die hoest niet overgaan. Waarom no Diet bijtijds een krachtig werkend kruidenmiddel als Akker s Abdijsiroop te baat genomen dat U er in eenige dagen 'van af kan helpen. Abdijsiroop is een beproefd mid del bij bronchitis. Influenza, kinkhoest, cware verkoudheid, keelpijn, asthma. Pa lack vu 230 gna 1.50; SSO gr ca 1179. J 6575^ ring zijn. een misdrijf waarvan zelf juris ten nauwelijks welen dat het na 6 jaar ver jaart. Maar dat wist Muylwijk toch niet toen hij den brief aan den rechter-commiasari9 schreef. De olficicr heelt niet geanwoord op het feit. dat Muylwijk van de lijfsdaad een voor stelling heeft gegeven, welke volkomen past in het systeem van hen die zeggen, dat hij een hoogst verantwoordelijke daad had ge pleegd. Een broer van Busch heeft verklaard, dat hij tweemaal Muylwijk om geld voor de weduwe heeft gevraagd, maar Muylwijk, die onder verdenking stond, kon toch onmo gelijk wekelijks per postwissel geld over maken zonder zichzelf in gevaar te brengen, terwijl Jiij bovendien 22 October zoo arm als Job was. Waar moest hij dan dat geld vandaan halen? Het geld was al heel gauw weer op. Muylwijk. onder den druk slaande van de Kort. schrijft, dat hij in voortdurende vrees was. dal deze het misdrijf zou openbaar ma ken. Daarom zon Muylwijk sleeds op mid delen om die f 6000f7000 weer bijeen te verdienen. De argumentatie betreffende de f 1000, die Muylwijk als bouwcrediei kreeg, steunt daarom op losse gronden omdat dat laatste geld van zoo'n bouwcrediet pas'opgeleverd wordt als het gebouw geheel gereed is. De officier heeft niet bewezen, dat be klaagde dadelijk nadat de daad was gepleegd het geld zich had toegeëigend. Muylwijk heeft het geld van Busch niet aan diets weduwe uitbetaald omdat men toch niet aan een ander dan den schuld- eischer kan betalen als men nog verwacht dat deze terugkeeren zal. Tmmors. men zei, dat Busch met een meid naar Amerika wa3 getrokken. Als Muylwijk wel dat geld aan een broer van Busch had ter hand gesteld, had hij tegelijk zijn overtuiging uitgespro ken dal Busch niet meer zou terugkeeren. Mr. Levy laat uitkomen, dat alle deskun digen hel er over eens zijn. dal het dooden van Busch best gebeurd kan zijn. zooals be klaagde het opgeeft en.wijst cr op, dat men een normaal gezond mensch Diet kïtn doo den door hem in den hals te knijpen en hem heen en weer te schudden. De Officier bleef in verzuim de feitelijke lezing van het sterven van Busch te geven. Indien men dan ook de lezing van Muylwijk neemt ,is de zaak volkomen plausibel. Dan is alles opgehelderd. In het systeem van den Officier blijft echter alles in de duisternis liggen. Dan stelt pleiter nog in den breede in het licht, dat volgens hem beklaagde plot seling verlegen zat met een lijk in zijn huié en dat dus van voorbedachte rade geen 9prake is. Pleiter betoogt verder, dat hij er niets van gelooft, dat Busch op den avond van den 22en October 1915 bij Muylwijk is gekomen met een portefeuille, die uitpuilde van de „Toode ruggen" (bankbiljetten van duizend gulden). Andermaal laat hij uitkomen dat de Offi cier zijn geheele betoog heeft opgebouwd op veronderstellingen. Hij heeft in tegenstel ling met deze zijn geloof in de betrouw baarheid van bekl. niet verloren. Ook Muyl- wijk's vrouw heeft er blijk van gegeven, dat zij haar man blijft vertrouwen en dat zij nog altijd gelooft, dat bekL in drift Busch om het leven beeft gebracht. Haar broers hebben haar financieclen sieun onthouden, omdat zij niet wilde scheiden van haar man. Liever wil zij in armoede blijven le ven dan haar man los te laten. Aan het slot van zijn pleidooi staat plei ter sül bij het juridisch gedeelte en wijst hij op het feit, dat de Hooge Raad reeds huisvredebreuk heeft aangenomen, waarbij iemand eon werkplaats niet wilde verlaten. Prof. G. A. van Hamel schrijft dat het Ne- deriandsch recht de bescherming van het huisrecht door noodweer niet uitsluit, en dat het woord „goed" in^artikel 41 W. v. S. in algemeenen zin 19 gebruikt. Ook de ju risprudentie van ons hoogste rechtscollege is in die richting gegaan. Na ook op dit punt Simons en Noyon te hebben aangehaald, stelt pleiter in het licht, dat we hier te doen hebben met een ver weer van bekl. tegen een aanval, door Busch rechtstreeks op zijn lijf en tegelijk op zijn woonrecht ondernomen. Hij citeert verschil lende arresten van den Hoogcn Raad en tracht verder op grond van deze aan te too- nen, dat. als noodweer (arf 41) niet aan wezig mocht zijn geweest, er in elk geval sprake is van overmacht (art. -10). En ook in dat geval is bekl. niet strafbaar. Gemoti veerd moet aangetoond worden, dat Muyl- wijks lezing onjuist is. Anders kan men zijn juridisch beloog niet verwerpen. Beklaagde i zelf wil dat hij moreel zoowel als rechtens gestraft wordt. De jurist, die voor hem opkomt, heeft echter beklaagde's zelfbeschuldiging ont daan van de onbewezen feiten en men ziet dus, dat er niets anders overblijft dan een driftbui met doodelijk gevolg en een vermo- j gensmisdrijf dat verjaard is. De verdediger onderbreekt thans zijn du pliek. waarna de zitting geschorst wordt tot j heden. RECLAME. tegen Fijnen Lijdt niet laogcr 0 n n o o d i gDe Togal-tablettcn ver drijven de hevigste pijnen cn genezen U gegarandeerd van Rheumatiek 1 nll uenza i Verkoudheid Jicht, Griep en Zenuwpijn 1500 Doktoren bevestigen de pijnstillende en genezende werking derTogal-tabletten. Bii slLc spoilt, en drog. i/iJ.Wcji JX gr- f Z- 6457 (Nadruk verboden). III. Een der rubrieken, die zich in alle heden- daagsche bladen burgerrecht hebben ver worven, is wel die der „Ingezonden stuk- ken,; en menig lezer zal deze tot zijn in teressante lectuur rekenen om de persoon lijke noot, die er zich veelal uit doet hooren. Echter ook van juridisch standpunt be keken zijn deze artikelen niet zelden be langwekkender dan de overige inhoud e>n wel juist ora een reden,, die verband houdt met dab persoonlijk karakter. Sommige in zenders toch bedienen zich van deze pu blieke spreekt rib unc door de bladen te hun ner beschikking gesteld, om grieven, die zij koesteren jegens overheidsorganen of an dere lichamen of personen, tot uiting te brengen on daarbij wordt dan wel eens de maat overschreden. Degeen tegen wieh het stuk gericht is, gevoelt zich gekwetst en het groote woord „beleediging" wordt ge noemd. Tweeërlei wegen staan de bcleedigde par ty, die behoefte gevoelt om tegen den aan val te reageeren, ten dienste. In de eerste plaats bevat het Wetboek van Strafrecht een aantal artikelen, die de verschillende vormen, waarin beleediging zich voor kan doen, met straf bedreigen. Als van ernstiger aard worden daarbij be schouwd de beleediging van vorstelijke per sonen en die van ambtenaren in de recht matige uitoefening hunner bediening. Met uitzondering van deze twee bijzondere soor ten vertoont dit misdrijf de eigenaardig heid, dat het Openbaar Ministerie slechts vervolgend optreedt wanneer door de bc leedigde partij een klacht is ingediend. Dit is ecnN afwijking van den gewonen regel, volgens welken het initiatief tot de vervol ging berust bij den „openbaren aanklager", al zal deze ook vaak van. een misdrijf eerst kennis krijgen uit de aangifte door hem, tegen wien het gepleegd ie. Indien aan de klacht gevolg wordt gege ven en indien dan de ingestelde vervolging leidt tot een veroordeeling, verschaft dit aan d; belecdigde partij geen ander voor deel dan het leedvermaak, of, 200 men wil, de bevrediging van zijn rechtsgevoel, zyn belager op zijn beurt getroffen te zien. Wat den financieelen kant van de zaak betreft: een veroordeeling tot gevangenisstraf,'kost den Staat, geld, teiwy! een opgelegde boete ten bate van den Staat komt. Op schade vergoeding heeft de beleedigde in dit geval geen aanspraak. Dit is anders wanneer hij den anderen hiervoor bedoelden weg kiest en van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek ge bruik maakt. Volledigheidshalve zij opge merkt-, dat ook combinatie van beide me thoden mogelijk is, doordat de wet den bc leedigde toestaat zich op de strafzitting zoogenaamd civiele partij te stellen, d.w.z. schadevergoeding te eischen, mits het ge- voi Jerde bedrag niet hooger is dan f 150. De regeling in het Burgerlijk Wetboek kent in het algemeen aan hem, wien door de onrechtmatige daad van een ander schade is toegebracht, een recht op ver goeding daarvan toe. Als voorbeeld moge dienen de aanrijding door een automobilist van een toch voorzichtigen voetganger, waardoor deze letsel bekomt en dus schade lijdt in den vorm van een hooge dokters rekening en wat daarbij komt en arbeids loon uit te betalen aan een tijdelijk in dienst genomen plaatsvervanger. Als nadere uitwerking van dit algemeen beginsel wordt nu ook toegelaten de vor dering ter zake van beleediging. Met be leediging bedoelt de wet hier dc zelfde han delingen als in dc besproken bepalingen van het Wetboek van Strafrecht zijn straf baar gesteld; alleen moet hier do opzette lijke bedoeling om te beleedigen bestaan. Deze wordt niet aanwezig geacht wanneer de dader klaarblijkelijk heeft gehandeld tot noodzakelijke verdediging of in het alge meen belang. Op-dit laatste zal de auteur van een ingezonden stuk wel spoedig ge neigd zijn een beroep te doen, wanneer hij om schadevergoeding wordt aangesproken. Maar men neemt aan, dat 't niet voldoende is, dat hij meende, aldus te handelenaan den rechter moet blijken, dat het optreden werkelijk in het algemeen belang was. Wat er vergoed moet worden, is de mate- riëeele in het vermogen ondervonden schade maar daarnaast kent de wet ook „bete ring van het nadeel in eex en goeden naam geleden." Het eerste laat zich aldus den ken: een handelaar, die in een ingezonden stuk beticht is van vervalsching zijner waar, zal mogelijk kunnen aantooncn, dat daardoor zijn geregelde omzet is gedaald; het tweede is immateriëele schade, een krenking van het gevoel. Dat deze, even als do eerste, door geld goed gemaakt kan worden, wordt door don Hoogen Raad aan genomen; men moet dit zoo opvatten, dat de aangename gevoelens, door het ontvan gen van de toegekende som g^lds opgewekt, als het ware compensecren de onaange name, die het gevolg waren van de belee diging. Bovendien is volgens de wet moge lijk een verklaring in het vonnis, dat de geploegde daad is lasterlijk of beleedigend, alsmede openbare aanplakking van dat von nis. Do beleediger kan dit voorkomen door het afleggen van een openbare verklaring voj>r den rechber dat hem de gepleegde daad leed doet, dat hij deswege verschoo ning vraagt en dat hij den belecdigde houdt voor een persoon van eer." Aan zijn ver plichting tot schadevergoeding ontkomt hij aldus echter niet. Russische kaplaarzen voor dames. Er is te Londen thans een groote vraag naar Russische kaplaarzen voor dames. De laatste maand heeft één enkele winkel er 1400 paar van verkocht en de vraag is zoo groot, dat men er niet meer aan kan vol doen. Het eigenaardige is, dat men verleden jaar getracht heeft de Russische laarzen als mode-arlikel in te voeren en dat de vrouwen er toen niet aan wilden. Het slechts weer cn de kou, die dit jaar zoo vroeg is ingevallen, schijnen de dames bekeerd te hebben. De prijzen van liet nieuwe schoeisel zijn niet duur. Voor 9 gulden kan men al een paar koopen en voor 15 gulden heeft men zelfs een uitstekend paar. Als de laarzen echter voorzien zijn van bontranden of van kost baar leder gemaakt zijn men ziet ze o.a. van slangenvel wordt de prijs natuurlijk aanzienlijk hooger. liet meest wordt echter het eenvoudige model gedragen, zonder bij zondere versierselen. Een harbaarsche mishandeling. Een 29-jarig makelaar in zijden stoffen le Lyon, Louis Seux goheelen, had eenigen lijd geleden op een avondje bij zijn ouders me- juffrouw Denise Gilet ontmoet, de t8-jarige dochter van een schatrijk blauwverver l)e jonge man werd verliefd op het meisje en i na haar een paar keer ontmoet te hebben be- sloot hij haar de hand te vragen. Hij vroeg I liaar vader om een onderhoud, doch kr^eg I ten antwoord, dal men niet dingt naar de hand van een meisje, dat men nog maar een I paar keeren ontmoet.heeft. Seux beschouwde dit niet als een definitieve afwijzing. Ilij zocht het meisje opnieuw te ontmoeten en klauterde over de muur van den tuin van haar vaders villa. Twee of drie avonden ach tereen ontmoette hij Denise, doch de Engel- sche gouvernante had lont geroken en waar schuwde mevrouw Gilet. Mevrouw mobili seerde het mannelijk personeel en Woens dagavond sliet de ondernemende minnaar op den overloop van dc eerste verdieping, voor de deur van de kamer zijner geliefde op een kamerdienaar. di.e hem stevig vaslgrccp Op het gerucht van de worsteling, opende me vrouw Gilet het raam en riep den tuinman en diens 18-jarjgen zoon binnen, met de boodschap, dat zij hot geweer en patronen moesten meebrengen. Mevrouw Gilet' gaf den tuinman bovendien oen kolfstok in handen en gelastte hem Seux. want dat was de in dringer neer te slaan. Dat gesohiedde, waarop mevrouw den luinmanszoon last gaf te schie ten. De jongen schoot daarop den ongeluk kige in het hoofd, maar toen vond zijn vader hel genoeg en beschermde het slachtoffer verder. Het gevecht had ongeveer een kwar tier geduurd. Daarop waarschuwde mevrouw de politie en verzocht hun den indringer, die nog leefde, weg te halen. „Ziedaar een inbre ker, die wij gesnapt hebben, zeide zij. Seux is ernstig gewond naar liet ziekenhuis ge bracht, doch is.toch gisteren verhoord kun nen worden. Zijn verklaring, die met dien v. den luinmanszoon overeenkomt, is hierbo ven weergegeven. De justitie heeft een onderzoek naar liet geval ingesteld. De mishandelde-neemt alle schuld op zich en zal zicli te verantwoorden hebben we gens huisvredebreuk. Waarschijnlijk zal hij één oog moeten missen. Ook tegen den tuin mansknecht is een vervolging ingesteld. Een negerwinkelier in snoepgoed. Te Mays Landing, oen plaatsje in den staat New-Yersey, beeft oen bejaarde neger John. W. Underhil] zijn vermogen van on geveer 100.000 dollar aan dp schoolkinderen nagelaten. De neger hield een snoepwinkel, die de klandizie genoot van de schooljeugd, welke er trouw haar centen kwam brengen voor wat zoetigheid. Maar dc neger hield de duitjes bij elkaar, belegde ze voorzichtig en bracht een fortuintje bijeen. Nu is hij dood cn hij heeft gewild, jdat de kinderen, die hem tot kapitaalvorming hadden in staal' gesteld, van zijn spaarzaamheid zullen profitceren. Hij liet dus zijn vermogen na aan de school commissie, met opdracht het fortuintje ton bate van de kinderen te besteden. UK 't Fransch van GUY CHANTEPLEURE). Geautoriseerde vertaling van W. H. C. >6) (Slot). Thyllie denkt aan de oude verhaaltjes Vui den Reuzen-Bizuth en nu verant zij ér zohre een: „Er was eens een jurinsesje, dat veel hield van mooie verhaaltjes en haar best deed er aan te gelooven. Op een dag werd zij bezocht door een fee, dde tot haar zei: „Ik zal je de toekomst voorspellen. Als je oen groot meisje zult zijn geworden, zaJ de beste man van de heele wereld je liefheb henMaar, evenals dit altijd in ver haaltjes geschiedt, zullen er tussohen jullie akelige bezwaren rijzen; er komt echter een dag dat die overwonnen zullen zijn Om je mogelijk te maken met den man, die je liefheeft, naar de overzijde van de zee te gaan, waar, ik weet-niet welk wonderland ligt, de koning der (peên zal'je een wonder vogel leenen, die geen vrees kent voor stor men en op zijn loovervleugels zal hij je naar het wondereiland brengen, waar voor hen, die elkaar liefhebben, geen verdriet be staat Evenals alle kleine meisjes, wist ie prinses, dat er twee dingen zijn, die wer kelijk beslaan: het eene scheppen wij voor onze vreugdeen het andere bestaat n.anr a! Ie dikwijls slechts voor ons verdriet Dus toen zei ze tot zichzelve, dat zij had ge boomd." 7 ..Zij had niet gedroomd, denkt mevrouw kerjean, terwijl de witte vogel, die geen rees kent voor stormen, haar draagl Zij had iel gedroomd.Maar als er wondereilau- r bestaan, bereikt men die wel ooit?" Zij siddert en is bang. - Au wordt de ze* klauwmen ziet groote, golvende vlakten op en de vogel is er dichter bij gekomendan stijgt hij weer, maar daalt opnieuw.... Het schijnt of er in de lucht ook onzichtbare golven dei nen, die hem opheffen, echter zonder zijn r: gelraalige vlucht te kunnen verstoren. Een donkergrijze streep is boven den hori zon verschenen.. Weer een wolk? Welk gevaar zou die nu weer verborgen houden? De wind blaastDe vogel stampt meer en meer en wordt als een schip op en ne:r geslingerd. De eene luchtgolf komt na de an dere ,zeer hinderlijkMaar is het verbeel ding of een wonder? Die golven voeren g u- ren met zich mee vreemde, aromatische geuren en met het toenemen van den *wind, worden ook die geuren intensiever. De gan- sche atmosfeer is doortrokken van een ho- ninglucht De wolk wordt grooter en blijft onbeweeg lijk aan den horizonZij wordt donkerder scherper omlijnd, staat hooger boven de gol ven: heuvels worden zichtbaaren plot seling roept Kerjean: De Aarde! Het komt Phyllis voor of hij heeft geroe pen: „Het leven!".... En heel stil, zonder een kreet, die haar geliefden gids in de war zou kunnen brengen, en terwijl de welrie kende luchtstroom der aarde steeds voortgaat met luchtkolken en rukwinden den grooten vogel, die. dank zij den trouwen motor, steeds voortvliegt, te bestoken, begint zij te schreien omdat zij gelukkig isen omdat misschien de fee uit het verhaaltje en de droom van de prinses toch de waariieid veiipndigd heb ben IX. Van heel hoog. waar de zon zijn uitgesla gen vleugels in goud deed baden, is de trot- sche vogel met lichte en zekere vlucht neer gestreken; hij staat daar op bet strand. De knappe piloot, die, zonder af te wijken van den voorgAomen weg door de ruimte, die zijn blik en zijn wil onfeilbaar afbakén den, hier had gebracht, had, om le landen, dit verlaten strand uitgekozen, waarvan het witte zand door de branding van den ruimen zeeboezem werd bespoeld en waarvan aan dé landzijde de lage heuvels met welriekend in 't wild groeiend struikgewas en bloeiende wilde rozen, zoo ver het oog reikte, bedekt waren. ^»- De liefheêPftde armen, die le Mirmar Phylleke aan de wondervleugels en het trou we hart van den vogel bedden toevertrouwd, namen haar thans weer op, om haar aan de aarde terug te gevenen zij voelde de kracht en de lieflijkheid van zijn omar ming. Haastig vroeg Willem: Hoe is'het met je?Heelemaal in orde?Geen onaangenaam gevoel? En zij antwoordde slechts: Ik ben zoo gelukkig Hun oogen lachten elkaar toeDie van Kerjean straalden of zij uit de groote hoogte, waaruit zij waren neergedaald, een glans hadden meegevoerd, die vuriger en mooier was dan welk schijnsel ook op aarde. Phyl leke sloot een oogenblik de harezij was venblind en het duizelde haar. De grond scheen haar als fucht evenals de weg door de ijle ruimte was zij is nog in een droom Mannen zijn naar hel verlaten strand ge sneld: zij roepen alleen door elkaar, zij jui chen vroolijk en enthusiast. Het zijn Kerje- ans mannen, die in hem den machtigen man bewonderen, die aan hun arbeid en mis schien aan hun droombeeld leven wist in te blazen en bezieling te gevenZij staan er verbaasd over niet den ingenieur Vignol, maar dat teere vrouwtje te zien, dat van zoo ver en zoo hoog hier is gekomen en dat in haar blijdschap hun haar fijne handen toe- Meekt Zij zijn ontroerdEen groote, jonge man krijgt tranen in de oogen en een oude, met sneeuwwit haar, kust het kleine hand- isS Mevrouw Kerjean, mevrouw KerjeanI roepen zij en het scheen Phyllis of ze wilden zeggen: „Een Koninginl" Zij praten maar door en vragen van alles.... en Kerjean antwoordt. terwijl zij den zegepialenden vogel streelen Eén hunner vraagt: Heeft zij dan geraden, dat u de vlucht ging maken, want het mocht haar immers niet worden verteld? Men heeft in de werkplaats niet weten te zwijgen, antwoordt Kerjean. Op haar beurt zegt thans Phyllis, omdat zij niet wil, dat er kwaad zou worden gespro ken van de menschen, die hun woord ge stand hebben gedaan: Ik ben het niet te Levallois te welen ge komen, WillemJacqueline heeft me den brief gegeven, dien je voor me bestemd hadt.in geval jê zoudt zijn omgeko- med Nauwelijks hoorbaar spreekt zij deze woor den uit. Kerjean zegt niets, maar het is of iets plotselings, iets onbegrijpbaars, een licht flits, iets als een bliksemstraal, die een naak- te rots verlicht, zijn strenge gelaatstrekken in hevige beroering brengt en hun uitdruk king wijzigt Hij schijnt vergelen wal er zooeven werd gezegd; hij schrijft telegrammen, een aan den heer Patain en een aan Jacqueline; hij geeft eenige nauwkeurige ipstructics.Een der mannen zegl: Aohter dat boschje staat de auto. Van daar komt u op don Rijksstraatweg van Ajaccio naar Bastia. Corté ligt halver wege En als in een droom blijft Phylleke toe kijken en ludstcren, terwijl van tijd tot tijd de frissche geur der wilde rozen komt aange waaid on haar heerlijk naar hel hoofd stijgt.... Napoleon zei steeds met ontroe ring, dat hij Oorsiea herkende aan den lentegeur van hel uitsluitend -daar groeien de soort struikgewas; als hij de kust van zijn geboorteland naderde, zweefde die geur reeds op het water Ook Phyllis zal dien inlensen, doordringenden, krachtiger: en lieflijken geur van bloomen en honing niet meer vergelen, dien zij daar boven ic volle viuoht rook en die zich. als om haar welkom op de aarde (e heelen, thans in hei warme licht van den dag als wierook ver spreidt. Voor haar zal hel ailijd de gern van het wonderland zijn. En nu rolt de snelle auto door geurende bosschen met hun lentegeur, langs hellin gen met bloeiende affodillen, naar de ber gen. Wijlom heeft zijn geliefde vrouw logen zijn hart gedruktzij kussen elkaar innig, hartstochtelijk, bedwelmd door hun liefde, door hun jeugd, door hun overwin ning op den dood, door het leven, dal voor beiden daar boven in de oneindigheid op nieuw begonnen is. Toen keken zij elkaar aan als twee we zens, die elkaar nog nooil aanschouw den.... hun zwijgen, hun spreken, alles drukt verrukking uit Phylleke, mijn lieveling, je hadt dus dien brief vaa me gelezen?en loen ben je gekomenHeb je dit gedaan Heb je dit gedaan? Dat moest ik wel doen. want jt wilde maar niet begrijpen! Wat begrijpen, mijn schal? Hij weet het heel goed.... maar liij heeft het haar nooit hooren zeggen. En heel zachtjes, hartstochtelijk, terwijl onder haar half gesloten oogen de extase sluimert van den kus, heeft zij dien gekregen, zegt zij met haar mooie, zuivere stem, terwijl zij reeds glimlacht en terwijl zij haar lipjian weer biedt om gekust te wordt-n. Wel heel eenvoudig, dal ik je liet* hebdal ik je aanbid!. EINDE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 13