Rtf. 2UT4"/.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 14 November
Vierde Blad. Anno 1925.
RECHTZAKEN.
Bronchitis
Gebruikt
toch
Van Recht en Onrecht.
BUITENLANDSCH GEMENGD
FEUILLETON.
De Reisgenoote
AMSTERDAMSCHE RECHTBANK.
De moord aan den Overtoom in 1915.
(Vervolg van gisteren).
De verdediger, mr. A. Levy, wijst er op
lat de Oiicier heelt gezegd dat Muyhvijk
mbetrouwbare mededeelingen deed betret-
eade de verklaring omtrent het geld. In het
lagboek van hem is een phase, waarin hij
dies eruit gooit wat hij kwijt wil zijn. om
ich te verlichten. Hoe meer hij zijn geheu-
en ging doorzoeken, hoe meer details hem
roor <len geest kwamen. Zoowel wat den
nocM als wat den diefstal betreft is M.'s
lagboek steeds meer vol zelfbeschuldigingen
Pleiter leest verschillende fragmenten uit
iet dagboek en het zakboekje voor. Be
daagde had in woede Buseh beetgegrepen.
Busch viel, werd lijkkleurig, zei nog met
gesmoorde slem: laat me los ellendeling,
waarna Muylwijk door ging met schudden.
Hoofdzaak is of beklaagde opzettelijk dood
slag heeft gepleegd, waarbij de berooving
pas' in de tweede plaats komt. In dien tijd
van 10 jaar stond beklaagde voortdurend
voor den geest, dat hij Busch gewurgd en
her ofd heeft Maar als men hem nu pre
cies naar alles vraagt, is het toch mogelijk,
dat hij het geld wel heeft afgenomen, maar
dat er een periode voor hem is geweest dat
hij het geld voor de kinderen wilde bewaren
Dan kan hij toch een paar maanden later
van dal plan zijn afgeweken, omdat hij geld
noodig had. Immers er zijn uitlatingen in
beklaagde's dagboek die wijzen op de be
sluiteloosheid op den avond van den moord.
De materieele handeling moest worden ver
richt, afgezien van het feit, of beklaagde hot
geld al dan niet voor de kinderen moest be
waren. Er was een moment, waarop hij be
sloot geen aangifte te doen'en begreep dat
het lijk dadelijk in de kist moest worden
geborgen, omdat het anders verstijfd zou
zijn. En iedereen, die een lijk op die manier
verbergt, denkt er vanzelf aan. om te zien
wat er in de kleeren nog zit.
Muylwijk dacht het eerst aan hel accept
•n vond bij hel accept f 6000f 7000, ter
wijl hij zeli in benarde omstandigheden ver
teerde De tegenpartij zegt dat hij een ge
neesheer had moeten roepen. Dat zou alleen
het geval geweest zijn als hem ten laste
was gelegd, dat hij een lijk in huis had be
graven in plaats van op oen kerkhof, een
misdaad die nu reeds lang verjaard zou zijn.
Muylwijk heeft een paar maanden later
toen bij het geld gebruikte, ook geschreven
dat de kans op ontdekking minder was ge
worden. Dit laatste wijst toch niet er op dat
hij zijn schuld verkleinen wilde. Ilij weet
heel goed, dat. als hij. die pas failliet was
geweest, dadelijk na de verdwijning van
Busch groote uitgaven had gedaan, dit ver
denking had kunnen wekken.
19 Maart 1925 schrijft beklaagde ook in
zijn brief aan den rechter-commisr iris dat
hij dadelijk alles heeft afgenomen van het
lijk en slechts enkele dingen er op liet, uit
vrees voor ontdekking en dat hij pas twee
maanden later dit geld besloot te gebruiken,
leen er geen kans meer was op ontdekking.
Dan zou hel geen diefstal maar verduiste-
RECLAME.
„Wat doe Je voor je hoest?" Niets 7
f Dat Is al erg onverstandig. AU Uw bron
chitis chronisch is geworden begint de
ellende pas goed. Vanzelf zal die hoest
niet overgaan. Waarom no Diet bijtijds
een krachtig werkend kruidenmiddel als
Akker s Abdijsiroop te baat genomen
dat U er in eenige dagen 'van af kan
helpen. Abdijsiroop is een beproefd mid
del bij bronchitis. Influenza, kinkhoest,
cware verkoudheid, keelpijn, asthma.
Pa lack vu 230 gna 1.50; SSO gr ca 1179.
J
6575^
ring zijn. een misdrijf waarvan zelf juris
ten nauwelijks welen dat het na 6 jaar ver
jaart. Maar dat wist Muylwijk toch niet toen
hij den brief aan den rechter-commiasari9
schreef.
De olficicr heelt niet geanwoord op het
feit. dat Muylwijk van de lijfsdaad een voor
stelling heeft gegeven, welke volkomen past
in het systeem van hen die zeggen, dat hij
een hoogst verantwoordelijke daad had ge
pleegd.
Een broer van Busch heeft verklaard, dat
hij tweemaal Muylwijk om geld voor de
weduwe heeft gevraagd, maar Muylwijk,
die onder verdenking stond, kon toch onmo
gelijk wekelijks per postwissel geld over
maken zonder zichzelf in gevaar te brengen,
terwijl Jiij bovendien 22 October zoo arm
als Job was. Waar moest hij dan dat geld
vandaan halen? Het geld was al heel gauw
weer op.
Muylwijk. onder den druk slaande van de
Kort. schrijft, dat hij in voortdurende vrees
was. dal deze het misdrijf zou openbaar ma
ken. Daarom zon Muylwijk sleeds op mid
delen om die f 6000f7000 weer bijeen te
verdienen.
De argumentatie betreffende de f 1000, die
Muylwijk als bouwcrediei kreeg, steunt
daarom op losse gronden omdat dat laatste
geld van zoo'n bouwcrediet pas'opgeleverd
wordt als het gebouw geheel gereed is.
De officier heeft niet bewezen, dat be
klaagde dadelijk nadat de daad was gepleegd
het geld zich had toegeëigend.
Muylwijk heeft het geld van Busch niet
aan diets weduwe uitbetaald omdat men
toch niet aan een ander dan den schuld-
eischer kan betalen als men nog verwacht
dat deze terugkeeren zal. Tmmors. men zei,
dat Busch met een meid naar Amerika wa3
getrokken. Als Muylwijk wel dat geld aan
een broer van Busch had ter hand gesteld,
had hij tegelijk zijn overtuiging uitgespro
ken dal Busch niet meer zou terugkeeren.
Mr. Levy laat uitkomen, dat alle deskun
digen hel er over eens zijn. dal het dooden
van Busch best gebeurd kan zijn. zooals be
klaagde het opgeeft en.wijst cr op, dat men
een normaal gezond mensch Diet kïtn doo
den door hem in den hals te knijpen en hem
heen en weer te schudden.
De Officier bleef in verzuim de feitelijke
lezing van het sterven van Busch te geven.
Indien men dan ook de lezing van Muylwijk
neemt ,is de zaak volkomen plausibel. Dan
is alles opgehelderd. In het systeem van den
Officier blijft echter alles in de duisternis
liggen.
Dan stelt pleiter nog in den breede in het
licht, dat volgens hem beklaagde plot
seling verlegen zat met een lijk in zijn huié
en dat dus van voorbedachte rade geen
9prake is.
Pleiter betoogt verder, dat hij er niets van
gelooft, dat Busch op den avond van den
22en October 1915 bij Muylwijk is gekomen
met een portefeuille, die uitpuilde van de
„Toode ruggen" (bankbiljetten van duizend
gulden).
Andermaal laat hij uitkomen dat de Offi
cier zijn geheele betoog heeft opgebouwd op
veronderstellingen. Hij heeft in tegenstel
ling met deze zijn geloof in de betrouw
baarheid van bekl. niet verloren. Ook Muyl-
wijk's vrouw heeft er blijk van gegeven, dat
zij haar man blijft vertrouwen en dat zij
nog altijd gelooft, dat bekL in drift Busch
om het leven beeft gebracht. Haar broers
hebben haar financieclen sieun onthouden,
omdat zij niet wilde scheiden van haar
man. Liever wil zij in armoede blijven le
ven dan haar man los te laten.
Aan het slot van zijn pleidooi staat plei
ter sül bij het juridisch gedeelte en wijst
hij op het feit, dat de Hooge Raad reeds
huisvredebreuk heeft aangenomen, waarbij
iemand eon werkplaats niet wilde verlaten.
Prof. G. A. van Hamel schrijft dat het Ne-
deriandsch recht de bescherming van het
huisrecht door noodweer niet uitsluit, en
dat het woord „goed" in^artikel 41 W. v. S.
in algemeenen zin 19 gebruikt. Ook de ju
risprudentie van ons hoogste rechtscollege
is in die richting gegaan.
Na ook op dit punt Simons en Noyon te
hebben aangehaald, stelt pleiter in het licht,
dat we hier te doen hebben met een ver
weer van bekl. tegen een aanval, door Busch
rechtstreeks op zijn lijf en tegelijk op zijn
woonrecht ondernomen. Hij citeert verschil
lende arresten van den Hoogcn Raad en
tracht verder op grond van deze aan te too-
nen, dat. als noodweer (arf 41) niet aan
wezig mocht zijn geweest, er in elk geval
sprake is van overmacht (art. -10). En ook
in dat geval is bekl. niet strafbaar. Gemoti
veerd moet aangetoond worden, dat Muyl-
wijks lezing onjuist is. Anders kan men zijn
juridisch beloog niet verwerpen. Beklaagde
i zelf wil dat hij moreel zoowel als rechtens
gestraft wordt.
De jurist, die voor hem opkomt, heeft
echter beklaagde's zelfbeschuldiging ont
daan van de onbewezen feiten en men ziet
dus, dat er niets anders overblijft dan een
driftbui met doodelijk gevolg en een vermo-
j gensmisdrijf dat verjaard is.
De verdediger onderbreekt thans zijn du
pliek. waarna de zitting geschorst wordt tot
j heden.
RECLAME.
tegen Fijnen
Lijdt niet laogcr
0 n n o o d i gDe
Togal-tablettcn ver
drijven de hevigste
pijnen cn genezen
U gegarandeerd
van
Rheumatiek
1 nll uenza
i Verkoudheid
Jicht, Griep
en Zenuwpijn
1500 Doktoren bevestigen de pijnstillende
en genezende werking derTogal-tabletten.
Bii slLc spoilt, en drog.
i/iJ.Wcji JX gr- f Z-
6457
(Nadruk verboden).
III.
Een der rubrieken, die zich in alle heden-
daagsche bladen burgerrecht hebben ver
worven, is wel die der „Ingezonden stuk-
ken,; en menig lezer zal deze tot zijn in
teressante lectuur rekenen om de persoon
lijke noot, die er zich veelal uit doet
hooren.
Echter ook van juridisch standpunt be
keken zijn deze artikelen niet zelden be
langwekkender dan de overige inhoud e>n
wel juist ora een reden,, die verband houdt
met dab persoonlijk karakter. Sommige in
zenders toch bedienen zich van deze pu
blieke spreekt rib unc door de bladen te hun
ner beschikking gesteld, om grieven, die zij
koesteren jegens overheidsorganen of an
dere lichamen of personen, tot uiting te
brengen on daarbij wordt dan wel eens de
maat overschreden. Degeen tegen wieh het
stuk gericht is, gevoelt zich gekwetst en
het groote woord „beleediging" wordt ge
noemd.
Tweeërlei wegen staan de bcleedigde par
ty, die behoefte gevoelt om tegen den aan
val te reageeren, ten dienste.
In de eerste plaats bevat het Wetboek
van Strafrecht een aantal artikelen, die de
verschillende vormen, waarin beleediging
zich voor kan doen, met straf bedreigen.
Als van ernstiger aard worden daarbij be
schouwd de beleediging van vorstelijke per
sonen en die van ambtenaren in de recht
matige uitoefening hunner bediening. Met
uitzondering van deze twee bijzondere soor
ten vertoont dit misdrijf de eigenaardig
heid, dat het Openbaar Ministerie slechts
vervolgend optreedt wanneer door de bc
leedigde partij een klacht is ingediend. Dit
is ecnN afwijking van den gewonen regel,
volgens welken het initiatief tot de vervol
ging berust bij den „openbaren aanklager",
al zal deze ook vaak van. een misdrijf eerst
kennis krijgen uit de aangifte door hem,
tegen wien het gepleegd ie.
Indien aan de klacht gevolg wordt gege
ven en indien dan de ingestelde vervolging
leidt tot een veroordeeling, verschaft dit
aan d; belecdigde partij geen ander voor
deel dan het leedvermaak, of, 200 men wil,
de bevrediging van zijn rechtsgevoel, zyn
belager op zijn beurt getroffen te zien. Wat
den financieelen kant van de zaak betreft:
een veroordeeling tot gevangenisstraf,'kost
den Staat, geld, teiwy! een opgelegde boete
ten bate van den Staat komt. Op schade
vergoeding heeft de beleedigde in dit geval
geen aanspraak.
Dit is anders wanneer hij den anderen
hiervoor bedoelden weg kiest en van de
bepalingen van het Burgerlijk Wetboek ge
bruik maakt. Volledigheidshalve zij opge
merkt-, dat ook combinatie van beide me
thoden mogelijk is, doordat de wet den bc
leedigde toestaat zich op de strafzitting
zoogenaamd civiele partij te stellen, d.w.z.
schadevergoeding te eischen, mits het ge-
voi Jerde bedrag niet hooger is dan f 150.
De regeling in het Burgerlijk Wetboek
kent in het algemeen aan hem, wien door
de onrechtmatige daad van een ander
schade is toegebracht, een recht op ver
goeding daarvan toe. Als voorbeeld moge
dienen de aanrijding door een automobilist
van een toch voorzichtigen voetganger,
waardoor deze letsel bekomt en dus schade
lijdt in den vorm van een hooge dokters
rekening en wat daarbij komt en arbeids
loon uit te betalen aan een tijdelijk in
dienst genomen plaatsvervanger.
Als nadere uitwerking van dit algemeen
beginsel wordt nu ook toegelaten de vor
dering ter zake van beleediging. Met be
leediging bedoelt de wet hier dc zelfde han
delingen als in dc besproken bepalingen
van het Wetboek van Strafrecht zijn straf
baar gesteld; alleen moet hier do opzette
lijke bedoeling om te beleedigen bestaan.
Deze wordt niet aanwezig geacht wanneer
de dader klaarblijkelijk heeft gehandeld tot
noodzakelijke verdediging of in het alge
meen belang. Op-dit laatste zal de auteur
van een ingezonden stuk wel spoedig ge
neigd zijn een beroep te doen, wanneer hij
om schadevergoeding wordt aangesproken.
Maar men neemt aan, dat 't niet voldoende
is, dat hij meende, aldus te handelenaan
den rechter moet blijken, dat het optreden
werkelijk in het algemeen belang was.
Wat er vergoed moet worden, is de mate-
riëeele in het vermogen ondervonden schade
maar daarnaast kent de wet ook „bete
ring van het nadeel in eex en goeden naam
geleden." Het eerste laat zich aldus den
ken: een handelaar, die in een ingezonden
stuk beticht is van vervalsching zijner
waar, zal mogelijk kunnen aantooncn, dat
daardoor zijn geregelde omzet is gedaald;
het tweede is immateriëele schade, een
krenking van het gevoel. Dat deze, even
als do eerste, door geld goed gemaakt kan
worden, wordt door don Hoogen Raad aan
genomen; men moet dit zoo opvatten, dat
de aangename gevoelens, door het ontvan
gen van de toegekende som g^lds opgewekt,
als het ware compensecren de onaange
name, die het gevolg waren van de belee
diging. Bovendien is volgens de wet moge
lijk een verklaring in het vonnis, dat de
geploegde daad is lasterlijk of beleedigend,
alsmede openbare aanplakking van dat von
nis. Do beleediger kan dit voorkomen door
het afleggen van een openbare verklaring
voj>r den rechber dat hem de gepleegde
daad leed doet, dat hij deswege verschoo
ning vraagt en dat hij den belecdigde houdt
voor een persoon van eer." Aan zijn ver
plichting tot schadevergoeding ontkomt hij
aldus echter niet.
Russische kaplaarzen voor dames.
Er is te Londen thans een groote vraag
naar Russische kaplaarzen voor dames. De
laatste maand heeft één enkele winkel er
1400 paar van verkocht en de vraag is zoo
groot, dat men er niet meer aan kan vol
doen. Het eigenaardige is, dat men verleden
jaar getracht heeft de Russische laarzen als
mode-arlikel in te voeren en dat de vrouwen
er toen niet aan wilden. Het slechts weer cn
de kou, die dit jaar zoo vroeg is ingevallen,
schijnen de dames bekeerd te hebben. De
prijzen van liet nieuwe schoeisel zijn niet
duur. Voor 9 gulden kan men al een paar
koopen en voor 15 gulden heeft men zelfs
een uitstekend paar. Als de laarzen echter
voorzien zijn van bontranden of van kost
baar leder gemaakt zijn men ziet ze o.a.
van slangenvel wordt de prijs natuurlijk
aanzienlijk hooger. liet meest wordt echter
het eenvoudige model gedragen, zonder bij
zondere versierselen.
Een harbaarsche mishandeling.
Een 29-jarig makelaar in zijden stoffen le
Lyon, Louis Seux goheelen, had eenigen lijd
geleden op een avondje bij zijn ouders me-
juffrouw Denise Gilet ontmoet, de t8-jarige
dochter van een schatrijk blauwverver l)e
jonge man werd verliefd op het meisje en
i na haar een paar keer ontmoet te hebben be-
sloot hij haar de hand te vragen. Hij vroeg
I liaar vader om een onderhoud, doch kr^eg
I ten antwoord, dal men niet dingt naar de
hand van een meisje, dat men nog maar een
I paar keeren ontmoet.heeft. Seux beschouwde
dit niet als een definitieve afwijzing. Ilij
zocht het meisje opnieuw te ontmoeten en
klauterde over de muur van den tuin van
haar vaders villa. Twee of drie avonden ach
tereen ontmoette hij Denise, doch de Engel-
sche gouvernante had lont geroken en waar
schuwde mevrouw Gilet. Mevrouw mobili
seerde het mannelijk personeel en Woens
dagavond sliet de ondernemende minnaar op
den overloop van dc eerste verdieping, voor
de deur van de kamer zijner geliefde op een
kamerdienaar. di.e hem stevig vaslgrccp Op
het gerucht van de worsteling, opende me
vrouw Gilet het raam en riep den tuinman
en diens 18-jarjgen zoon binnen, met de
boodschap, dat zij hot geweer en patronen
moesten meebrengen. Mevrouw Gilet' gaf den
tuinman bovendien oen kolfstok in handen
en gelastte hem Seux. want dat was de in
dringer neer te slaan. Dat gesohiedde, waarop
mevrouw den luinmanszoon last gaf te schie
ten. De jongen schoot daarop den ongeluk
kige in het hoofd, maar toen vond zijn vader
hel genoeg en beschermde het slachtoffer
verder. Het gevecht had ongeveer een kwar
tier geduurd. Daarop waarschuwde mevrouw
de politie en verzocht hun den indringer, die
nog leefde, weg te halen. „Ziedaar een inbre
ker, die wij gesnapt hebben, zeide zij. Seux
is ernstig gewond naar liet ziekenhuis ge
bracht, doch is.toch gisteren verhoord kun
nen worden. Zijn verklaring, die met dien v.
den luinmanszoon overeenkomt, is hierbo
ven weergegeven.
De justitie heeft een onderzoek naar liet
geval ingesteld.
De mishandelde-neemt alle schuld op zich
en zal zicli te verantwoorden hebben we
gens huisvredebreuk. Waarschijnlijk zal hij
één oog moeten missen. Ook tegen den tuin
mansknecht is een vervolging ingesteld.
Een negerwinkelier in snoepgoed.
Te Mays Landing, oen plaatsje in den
staat New-Yersey, beeft oen bejaarde neger
John. W. Underhil] zijn vermogen van on
geveer 100.000 dollar aan dp schoolkinderen
nagelaten. De neger hield een snoepwinkel,
die de klandizie genoot van de schooljeugd,
welke er trouw haar centen kwam brengen
voor wat zoetigheid. Maar dc neger hield de
duitjes bij elkaar, belegde ze voorzichtig en
bracht een fortuintje bijeen. Nu is hij dood
cn hij heeft gewild, jdat de kinderen, die hem
tot kapitaalvorming hadden in staal' gesteld,
van zijn spaarzaamheid zullen profitceren.
Hij liet dus zijn vermogen na aan de school
commissie, met opdracht het fortuintje ton
bate van de kinderen te besteden.
UK 't Fransch van GUY CHANTEPLEURE).
Geautoriseerde vertaling van W. H. C.
>6) (Slot).
Thyllie denkt aan de oude verhaaltjes
Vui den Reuzen-Bizuth en nu verant zij
ér zohre een:
„Er was eens een jurinsesje, dat veel
hield van mooie verhaaltjes en haar best
deed er aan te gelooven. Op een dag werd
zij bezocht door een fee, dde tot haar zei:
„Ik zal je de toekomst voorspellen. Als je
oen groot meisje zult zijn geworden, zaJ de
beste man van de heele wereld je liefheb
henMaar, evenals dit altijd in ver
haaltjes geschiedt, zullen er tussohen jullie
akelige bezwaren rijzen; er komt echter
een dag dat die overwonnen zullen zijn
Om je mogelijk te maken met den man,
die je liefheeft, naar de overzijde van de zee
te gaan, waar, ik weet-niet welk wonderland
ligt, de koning der (peên zal'je een wonder
vogel leenen, die geen vrees kent voor stor
men en op zijn loovervleugels zal hij je
naar het wondereiland brengen, waar voor
hen, die elkaar liefhebben, geen verdriet be
staat Evenals alle kleine meisjes, wist
ie prinses, dat er twee dingen zijn, die wer
kelijk beslaan: het eene scheppen wij voor
onze vreugdeen het andere bestaat n.anr
a! Ie dikwijls slechts voor ons verdriet Dus
toen zei ze tot zichzelve, dat zij had ge
boomd."
7 ..Zij had niet gedroomd, denkt mevrouw
kerjean, terwijl de witte vogel, die geen
rees kent voor stormen, haar draagl Zij had
iel gedroomd.Maar als er wondereilau-
r bestaan, bereikt men die wel ooit?"
Zij siddert en is bang.
- Au wordt de ze* klauwmen ziet
groote, golvende vlakten op en de vogel is
er dichter bij gekomendan stijgt hij
weer, maar daalt opnieuw.... Het schijnt
of er in de lucht ook onzichtbare golven dei
nen, die hem opheffen, echter zonder zijn r:
gelraalige vlucht te kunnen verstoren.
Een donkergrijze streep is boven den hori
zon verschenen.. Weer een wolk? Welk
gevaar zou die nu weer verborgen houden?
De wind blaastDe vogel stampt meer
en meer en wordt als een schip op en ne:r
geslingerd. De eene luchtgolf komt na de an
dere ,zeer hinderlijkMaar is het verbeel
ding of een wonder? Die golven voeren g u-
ren met zich mee vreemde, aromatische
geuren en met het toenemen van den *wind,
worden ook die geuren intensiever. De gan-
sche atmosfeer is doortrokken van een ho-
ninglucht
De wolk wordt grooter en blijft onbeweeg
lijk aan den horizonZij wordt donkerder
scherper omlijnd, staat hooger boven de gol
ven: heuvels worden zichtbaaren plot
seling roept Kerjean:
De Aarde!
Het komt Phyllis voor of hij heeft geroe
pen: „Het leven!".... En heel stil, zonder
een kreet, die haar geliefden gids in de war
zou kunnen brengen, en terwijl de welrie
kende luchtstroom der aarde steeds voortgaat
met luchtkolken en rukwinden den grooten
vogel, die. dank zij den trouwen motor, steeds
voortvliegt, te bestoken, begint zij te schreien
omdat zij gelukkig isen omdat misschien
de fee uit het verhaaltje en de droom van de
prinses toch de waariieid veiipndigd heb
ben
IX.
Van heel hoog. waar de zon zijn uitgesla
gen vleugels in goud deed baden, is de trot-
sche vogel met lichte en zekere vlucht neer
gestreken; hij staat daar op bet strand.
De knappe piloot, die, zonder af te wijken
van den voorgAomen weg door de ruimte,
die zijn blik en zijn wil onfeilbaar afbakén
den, hier had gebracht, had, om le landen,
dit verlaten strand uitgekozen, waarvan het
witte zand door de branding van den ruimen
zeeboezem werd bespoeld en waarvan aan
dé landzijde de lage heuvels met welriekend
in 't wild groeiend struikgewas en bloeiende
wilde rozen, zoo ver het oog reikte, bedekt
waren. ^»-
De liefheêPftde armen, die le Mirmar
Phylleke aan de wondervleugels en het trou
we hart van den vogel bedden toevertrouwd,
namen haar thans weer op, om haar aan de
aarde terug te gevenen zij voelde de
kracht en de lieflijkheid van zijn omar
ming.
Haastig vroeg Willem:
Hoe is'het met je?Heelemaal in
orde?Geen onaangenaam gevoel?
En zij antwoordde slechts:
Ik ben zoo gelukkig
Hun oogen lachten elkaar toeDie van
Kerjean straalden of zij uit de groote hoogte,
waaruit zij waren neergedaald, een glans
hadden meegevoerd, die vuriger en mooier
was dan welk schijnsel ook op aarde. Phyl
leke sloot een oogenblik de harezij was
venblind en het duizelde haar. De grond
scheen haar als fucht evenals de weg door
de ijle ruimte was zij is nog in een
droom
Mannen zijn naar hel verlaten strand ge
sneld: zij roepen alleen door elkaar, zij jui
chen vroolijk en enthusiast. Het zijn Kerje-
ans mannen, die in hem den machtigen man
bewonderen, die aan hun arbeid en mis
schien aan hun droombeeld leven wist in te
blazen en bezieling te gevenZij staan
er verbaasd over niet den ingenieur Vignol,
maar dat teere vrouwtje te zien, dat van zoo
ver en zoo hoog hier is gekomen en dat in
haar blijdschap hun haar fijne handen toe-
Meekt
Zij zijn ontroerdEen groote, jonge
man krijgt tranen in de oogen en een oude,
met sneeuwwit haar, kust het kleine hand-
isS
Mevrouw Kerjean, mevrouw KerjeanI
roepen zij en het scheen Phyllis of ze wilden
zeggen: „Een Koninginl"
Zij praten maar door en vragen van
alles.... en Kerjean antwoordt. terwijl
zij den zegepialenden vogel streelen
Eén hunner vraagt:
Heeft zij dan geraden, dat u de vlucht
ging maken, want het mocht haar immers
niet worden verteld?
Men heeft in de werkplaats niet weten
te zwijgen, antwoordt Kerjean.
Op haar beurt zegt thans Phyllis, omdat
zij niet wil, dat er kwaad zou worden gespro
ken van de menschen, die hun woord ge
stand hebben gedaan:
Ik ben het niet te Levallois te welen ge
komen, WillemJacqueline heeft me den
brief gegeven, dien je voor me bestemd
hadt.in geval jê zoudt zijn omgeko-
med
Nauwelijks hoorbaar spreekt zij deze woor
den uit.
Kerjean zegt niets, maar het is of iets
plotselings, iets onbegrijpbaars, een licht
flits, iets als een bliksemstraal, die een naak-
te rots verlicht, zijn strenge gelaatstrekken
in hevige beroering brengt en hun uitdruk
king wijzigt
Hij schijnt vergelen wal er zooeven werd
gezegd; hij schrijft telegrammen, een aan den
heer Patain en een aan Jacqueline; hij geeft
eenige nauwkeurige ipstructics.Een der
mannen zegl:
Aohter dat boschje staat de auto. Van
daar komt u op don Rijksstraatweg van
Ajaccio naar Bastia. Corté ligt halver
wege
En als in een droom blijft Phylleke toe
kijken en ludstcren, terwijl van tijd tot tijd de
frissche geur der wilde rozen komt aange
waaid on haar heerlijk naar hel hoofd
stijgt.... Napoleon zei steeds met ontroe
ring, dat hij Oorsiea herkende aan den
lentegeur van hel uitsluitend -daar groeien
de soort struikgewas; als hij de kust van
zijn geboorteland naderde, zweefde die geur
reeds op het water Ook Phyllis zal
dien inlensen, doordringenden, krachtiger:
en lieflijken geur van bloomen en honing
niet meer vergelen, dien zij daar boven ic
volle viuoht rook en die zich. als om haar
welkom op de aarde (e heelen, thans in hei
warme licht van den dag als wierook ver
spreidt. Voor haar zal hel ailijd de gern
van het wonderland zijn.
En nu rolt de snelle auto door geurende
bosschen met hun lentegeur, langs hellin
gen met bloeiende affodillen, naar de ber
gen.
Wijlom heeft zijn geliefde vrouw logen
zijn hart gedruktzij kussen elkaar
innig, hartstochtelijk, bedwelmd door hun
liefde, door hun jeugd, door hun overwin
ning op den dood, door het leven, dal voor
beiden daar boven in de oneindigheid op
nieuw begonnen is.
Toen keken zij elkaar aan als twee we
zens, die elkaar nog nooil aanschouw
den.... hun zwijgen, hun spreken, alles
drukt verrukking uit
Phylleke, mijn lieveling, je hadt dus
dien brief vaa me gelezen?en loen
ben je gekomenHeb je dit gedaan
Heb je dit gedaan?
Dat moest ik wel doen. want jt
wilde maar niet begrijpen!
Wat begrijpen, mijn schal?
Hij weet het heel goed.... maar liij
heeft het haar nooit hooren zeggen. En
heel zachtjes, hartstochtelijk, terwijl onder
haar half gesloten oogen de extase sluimert
van den kus, heeft zij dien gekregen, zegt
zij met haar mooie, zuivere stem, terwijl zij
reeds glimlacht en terwijl zij haar lipjian
weer biedt om gekust te wordt-n.
Wel heel eenvoudig, dal ik je liet*
hebdal ik je aanbid!.
EINDE.