Mo. 20136.
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 2 November
Tweede Blad.
Anno 1925.
BINNENLAND.
RECHTZAKEN.
GEMENGD NIEUWS.
nen
Aspirin-
FEUILLETON.
De Reisgenoofe
De Bloembollenbeurs.
Hen schrijft ons:
Do commissie voor een Beurs te Hillegom
heeft een conferentie gehad met het hoofd
bestuur van de Alg. Vereeniging voor Bloem
bollencultuur, natuurlijk over het Hillegom-
Bche plan. Br is officieel tegengesproken^
dat oèn commissie uit den Bond voor
Bloembollenhandelaren zou conferecrea ui er
is beweerd, dat alle voorstellen van de baan
tijn. Dat laatste" is waar, maar het eerste
ia ook waar.
Leeiaiessen bij het huishondonderwijs.
Te Utrecht is de 26ste algemeene ver
gadering van den Bond van Leeraresseo
bij het Huishoudonderw\js gehouden.
De voorzitster, mej. A. M. van Anrooy,
uit Den Haag, opende met een woord van
welkom de vergadering.
Bij het jaarverslag deelde de voorzitster
mede, dat na het verschijnen van het jaar
verslag er weer 15 nieuwe leden zgn bij
gekomen. Verder sprak zij, onder luide in
stemming der aanwezigen, een woord van
hulde en dank voor hetgeen mej. A. Hingst,
na het overlijden van mej. Wolff, voor het
secretariaat en de redactie van Het Nij
verheidsonderwijs voor meisjes in het belang
van den Bond in het afgeloopen tijdperk
heeft gedaan.
yolgens het jaarverslag was. het aantal
leden van den Bond bij den aanvang van
het hondsjaar (1 Sept. 192431 Aug. 1925)
389, to weten 362 gewone en 27 belang
stellende leden; 31 nieuwe gewone leden
traden toe tegenover 18, die den Bond door
overlijden of bedanken ontvielen, alzoo een
toeneming van 13 gewone leden. Aao het
einde van het bonds jaar telde de Bond in
het geheel 402 leden (375 gewone en 27
bolangstellende leden). De toestand van de
bibliotheek blijft onveranderd.
De verschillende verslagen werden voor
kennisgeving aangenomen.
Na vaststelling van de begrooting 1925-
1926 werd het bestuur gemachtigd zich bg
voorkomende gevallen door een rechtskun
digen laadsman te doen voorlichten en bij
staan.
Vervolgens werden aan de orde gesteld
de statuten van het Alyda Wolff-fonds, welk
fonds gesticht is ter dankbare herinnering
aan de nagedachtenis van de kort gelden
overleden ijverige Bonds-secretaresse, mej.
A. Wolff, uit Amsterdam, en waarin als
eerste kapitaal gestort worden de gelden,
bijeenverzameld ter herdenking van het 25-
jarig bestaan van den Bond. Volgens de
(Ontwerp-statuten is de bestemming van het
fonds, een kapitaal te vormen tot onder
steuning van de daan-oor in aanmerking
komende gewone leden van de;i Bond van
leraressen bij het huishoudonderwijs.
Na nog eenige besprekingen werd de
behandeling tot het tweede deel der ver
gadering geschorst
In de plaats van wijlen mej. A. Wolff en
de dames C. A. v. d. Burg en A. F; Suev-
mondt, die periodiek aftraden en niet ter
stond herkiesbaar waren, werden als be
stuursleden gekozen mej. H. G. W. Boom,
leer ar es aan de Amsterdamsche Huishoud
school; mej. D. Cohen Stuart, leerares aan
de Vakschool voor meisjes te Almelo; en
mevr. R. LotgeringHillebrand, leerares aan
de Nieuwe Huishoudschool te Amsterdam.
Dr. J. van Breemen, directeur van het
pbysisch-therapeutisch instituut te Amster
dam, sprak daarna over: De bestrijding van
rheumatiek en de huishoudscholen.
Vervolgens werden de ontwerp-statuten
van het Alyda Wolff-fonds benoemd mej.
F. J. Eldering, mej. A. F. O. Suermondt,
moj. A. Kruizinga, mej. A. Hingst en mevr.
EL VederWolff.
Als plaats voor de volgende jaarvergade
ring, welke in verband met de gewijzigde
statuten eerst in het begin van 1927 zal
plaats vinden, werd weder Utrecht aange-
Het Corr. Bureau meldt, dat de be
richten omtrent het ambt van Directeur-
Generaal van den Landbouw allen grond
missen.
Te Haarlem is in den ouderdom van
65 jaar overleden mr. F. Willekes Mac Do-
pald, een bekend advocaat, die in verschil
lende vereenigingen als bestuurslid zitting
had. Een week geleden is zijn vrouw, het
Raadslid Willekes Mac Donald-Reynvaan
overleden.
In de te Amsterdam gehouden jaar-
lgkschc vergadering van den Bond van
Rijwielhandelaren in Nederland is besloten,
een belangenovereenkomst aan te gaan met
de R.A.I. Op voorstel van het hoofdbestuur
werd besloten om het incassobureau van
den Bond op te heffen en als zelfstandige
naamlooze vennootschap te laten voortbe
staan. De begrooting werd vastgesteld met
een eindegfer van f28.000. Tot hoofdbe
stuursleden werden gekken de heeren Baak
man, Assen; Wels, Amsterdam; Everaart,
Akkrum, en Hoffmann, Rotterdam.
De Ned. Zendingsvereeniging heeft van
A. Z. een gift vam duizend gulden ontvangen.
De zendingsvereeniging het Javacomitó
heeft van wijlen mevrouw V., te Amster
dam, een legaat van f 1000 ontvangen.
Bij Kon. besluit is de Staatscommis
sie, ingesteld bij Kon. besluit van 9 Decem
ber 1918, met opdracht, te onderzoeken,
welke bezoldiging worde genoten door de
burgemeesters en de ambtenaren en werk
lieden in dienst der gemeenten, ontbonden
onder dankbetuiging aan den voorzitter, den
secretaris, de overige leden en den adjunct-
secretaris voor de belangrijke diensten, door
hen bewezen.
In de vacature-ds. Langman in de
Ned.-Hcrv. Gem. te Groningen is het vol
gende viertal opgemaakt: ds. G. Tichelaar,
Leiderdorp; ds. J. Voorsteegh, Katwijk-aan-
Zee; ds. J. De Jong, Spijk, en ds. J. J. C.
Ivarres, Ooslhem.
Gisteren herdacht mej. de wed. A99el-
man, te Hengstdijk (Zeeland) haar 103den
verjaardag. De oude vrouw, die verleden jaar
op 6 Augustus te Middelburg nog aan H.M.
de Koningin is voorgesteld, is nog zeer kras.
De gewone audiënties van de Minis
ters van Arbeid, Handel en Nijverheid en
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
zullen a.s. Donderdag niet plaats hebben
Bij den gisteren te Gouda
voor de 3de klasse N.V.B. gespeelden wed
strijd GoudaD.C.L., had de^ D.C.L.-kee-
per, B. Belle, buiten schuld van wien ook,
het ongeluk een trap in zijn nek te krij
gen. Hij werd naar het Van-lterson-Zieken-
huis vervoerd, waar hij voorloopig zal blij
ven. Hij bevindt zich in half-bewustcloo-
zen toestand.
De arbeiders der mandenfar
briek van A. Strijkers, te Tiel, hebben
besloten heden het werk te hervatten.
Verholpen. Mevrouw: „M ij n
dochter klaagt, dat de piamo niet zuiver is."
Piano-stemmer: „Dat is ook zoo, me
vrouw; zij staat een hal ven toon te laag."
Mevrouw: „Zoo, dan zullen we er wat
ondsr moeten leggen."
RECLAME.
VEILIGHEIDS-
SCHEERMES
het EENIGE apparaat, dat zijn eigen mesjes
automatisch slijpt.Vraagt demonstratie bij uw
leverancier. Agent Fa.B.MEINDERSMA, Haag
6518
Stranding. Het Engelsche
stoomschip' „Eleveen" is gisteren drie mijl
Zuid-Westelijk van Scheveningen gestrand
op zijn reis van New-Castle naar' Rotter
dam.Uit Hoek-van-Holland zijn onmiddel
lijk ter assistentie vertrokken de slecpboo-
ten „Achilles", Pernis" en „Rozenburg"
van L. Smit Co., alsmede de „Stentor"
en „Brabant" van de firma Weismuller.
Eveneens is bet bergingsvaartuig „Meer
min" naar het gestrande schip uitgevaren.
De „Eleveen" meet 1650 ton.
Zondagmiddag. om kwart
over zes ongeveer, wilde iemand in den
komen ijs winkel van R. F. Eppenburg, Groo-
te Kattenburgerstraat 122, te Amsterdam,
een benzinelamp, die in de étalage stond,
en die men gewoonlijk gebruikt op markt
kramen, bij pompen. Plotseling vloog de
lamp in brand en bijna gelijktijdig vatte de
étalage vlam. De brandweer rukte van ver
schillende kanten aan. Een oogenblik leek
het alsof het vuur zou overslaan naar de
voorzijde van de eerste verdieping, waar
het raam openstond. Een der bewoners was
echter zoo bij de pinken om naar boven te
gaan en het dicht te schuiven. Hierdoor
werd op dat oogenblik uitbreiding voorko
men. Inmiddels waren twee motorspuitcn
en een ladderwagen ter plaatse en met één
straal werd erger voorkomen. De étalage
en een groot gedeelte van den winkel brand
de uit. De winkel is voor f 1500 tegen brand
schade verzekerd. (,,De Crt.")
Het tweejarig dochtertje van
de familie H.B. werd gistermorgen voor
de ouderlijke woning aan den Schiedam-
schen dijk, te Rotterdam, bij het plotse
ling oversteken van den rijweg door een
motorwagen van lijn 7 overreden en onmid
dellijk gedood. Den bestuurder treft voor
dit droevige ongeval geen schuld.
AMSTERDAMSCHE RECHTBANK.
De moord aan den Overtoom.
Bg de Zaterdag door de rechtbank te
Amsterdam voortgezette behandeling van de
strafzaak tegen den 42-jarigen bouwonder
nemer M. Muylwijk, wegens den moord op
den makelaar Busch, is eerst nog als ge
tuige gehoord de heer Scheller, die namens
de Twentsche Bank in 1922 aan getuige
De Kort heeft uitbesteed het metselen van
een kluis. Hij verklaart, dat De K. hierbg
had verwerkt 2 maat 100.000 steenen en
het werk met zijn zoons had uitgevoerd. Er
is hem f6000 voor uitbetaald. Daarna is
Do Kort bg hem in loondienst geweest en
had ongeveer f 55 k f 60 per week. Ge
tuige weet niet hoeveel hg' er van kan
hebben overgehouden, en of dit genoeg was
om er een huisje voor te koopen.
Do verdediger vraagt of het mogelgk
is, dat hg in dien tijd f22.000 kan hebben
overgehouden.
Getuige kan hierop niet antwoorden.
De verdediger Mr. Levy waagt der recht
bank ook nog te willen hoor en de patroons
van de kinderen van De Kort, teneinde te
weten te komen, of zg inderdaad zoo ont
zettend veel geld hebben verdiend, als be
weerd wordt. DeKort kan immers niet
verklaren, hoe hij de levenswijze heeft kun
nen voeren, welke hg /olgens getuige zou
hebben gevoerd.
Voortzetting van het plaidooi
Mr. Alfred Levy zet thans zijn pleidooi
voort. Hij wgst er o& dat de Officier van
Justitie geconcludeerd heeft, dat het ver
haal van beklaagde onwaar is.
Vrgdag heeft pleiter reeds latön uitkomen,
dat geen voorbedachten raad aanwezig kon
zjjn geweest.
Muylwijk heeft z. L onverwachts gezeten
met een lgk in zijn huis.
En nu zouden er volgens den officier
medeplichtigen zgn geweest. Wie waren dan
die medeplichtigen? vraagt pleiter.
Van de groep Claassen-Lichtle kan het
niemand geweest zijn. Want anders zouden
die menschen niet telkens er bg de politie
op aangedrongen hebben, om te pogen licht
in de zaak der verdwijning van Busch te
verkrijgen. Welke personen komen dan in
aanmerking?
Het eerst komt natuurlijk in de gedachte
de metselaar De Kort, van wien pleiter
overtuigd is, dat deze niet medeplichtig is.
Het is uitgesloten, dat De Kort te zamen
met Muylwijk den kooptman Busch gedood
heeft. Do Kort mocht niet eens de eerste
laag steenen op de kist leggen. Dat heeft
Muylwgk zelf gedaan.
Wanneer De Kort medeplichtig was ge
weest, kwam hij er toch voor in aanmer
king, om het muurtje te metselen. Maar
Muylwgk, die in het geheel niet gerouti
neerd was in het metselen, heeft dit ge
daan.
Maar er is meer. Als De Kort de mede
plichtige was geweest, dan hadden die twee
moordenaars samen „doorgepeesd", om in
den stgl van De Kort te blijven om het
graf af te krggen en alle sppren nog den-
zelfden avond te doen verdwgnen. M. zou
gezegd hebben, dat hij dien avond niet
thuis was. Instede daarvan doet Muylwijk
den volgenden morgen, terwijl hg wist, dat
allerlei menschen in de gtrage zouden ko
men, de domste dingen, terwijl iedereen het
zien kon, terwijl werklieden od zooveel ande
ren door de garage af en aan liepen, laat hij
den kuil graven, en eerst Zaterdagmiddag
gaat hg het lijk begraven.
Nauwelijks was Muylwijk hiermede ge
reed of de politie was in het huis om naar
Busch te zoeken. Had zij toen gezocht in de
richting, door beklaagde Lorette en Ligle
aangegeven, dan was heel Muylwijks werk
vergeefs geweest. Hieruit blijkt wel dat
ongunstiger tijdstip dan Muylwijk voor het
graven van de kui'l gekozen heeft niet denk
baar ware geweest. Tot dergelijke domme
gedragingen ware hij niet gekomen als zijn
daad het uitvloeisel ware geweest van kalm
beraad en overleg.
Hij heeft allerlei dingen gedaan, die het
werk buitengewoon moeilijk maakten, om
dat hij den doode zooveel mogelijk nog de
eer wilde bewijzen, die men op een offi
cieel kerkhof aan dooden bewijst. Hij heeft
de kist met een zacht omhulsel van binnen
bekleed, al was het dan ook van stroo, om-
dal dit het eenige was wal voor de hand
lag. Hij heeft de kist dichtgetimmerd en
heeft zelf toen het vreeselijk werk afgeloo
pen was, gemeend nog de woorden te moe
ten spreken: „Arme kerel; het moest ge
beuren; rust zacht I"
De vraag is nu welk motief beklaagde
heeft bewogen lot den nevendaad bestaan
de in het zich toeëigenen van wat Busch
bij zich had. Van belang is het in de eerste
plaats of hij diefstal dan wel verduistering
heeft gepleegd, maar vooral welke zijn be
doelingen zijn geweest op het oogenblik dat
hij de goederen wegnam, omdat hiervan af
hangt of hij inderdaad met voorbedachten
rade gedood heeft. Gegeven de omstandig
heden zou ieder ander het geld van hel lijk
hebben genomen omdat het zonde was om
het in den natten grond te laten vergaan.
Daarbij behoeft op dat oogenblik aller
minst de bedoeling van toeëigening te heb
ben voorgezeten. De wijze, waarop j>ekl. in
zijn zelfbeschuldiging zoover gaat als geen
ander gaan zou, wekt toch niet den indruk
van iemand die tracht zich te excuseeren
dus van iemand, die zich zoo zwaar be
schuldigt als maar mogelijk is; dus de
waarheid spreekt.
En nu het feit van bekl.'s financieelen toe
stand. Dit kan men uitleggen zoowel pro als
contra beklaagde. Men kan den geldnood,
waarin hij verkeerde, gebruiken als een ver
zachtende omstandigheid voor de misdadige
toeëigening; men kan zijn geldnood gebrui
ken al9 een aanwijzing dat hij roofmoord
heeft gepleegd, maar men kan er zooveel an
dere gevolgtrekkingen uilmaken bijv. ook dat
hij arm en dus fatsoenlijk was.
Pleiter komt daarna tot de vraag of Busch
den avond dat hij, teruggekomen uit Rotter
dam, na eerst in de Roode Leeuw te zijn ge
weest, bij bekl. kwam en er zijn dood vond,
veel geld bij zich had.
Wij weten, dat hij op de Leidsohegracht
nog even bij zijn kennis Sagers aan geweest
is en legen dezen gezegd heeft: lk ben je
f 1000 schuldig, ik kan je wel betalen, maar
ik heb nu geen tijd. Maar we hebben genoeg
gehoord om te weten dat Busch graag blufte.
Als hij f 60.000 bij zich had, zou hij vast en
zeker betaald hebben. Uit dat blufferige
kletspraatje tot Sagers, dat deze zelf niet ge
loofde, blijkt duidelijk dat Busch geen geld
of zeker slechts weinig geld bij zich had-
Maar zelfs als verschillende menschen den
oorlogshandelaar dien dag te Rotterdam met
veel geld bij zich hebben gezien, mag men
dan daaruit afleiden, dat hij het den avond
nog had?
De personen, die nu spraken van onge
veer f 60.000, spraken mij bij hun eerste ver-
hooren in 1915 van ongeveer f 12.000, het
zal wel zoo geweest zijn, dat ze 't in 1915 in
hun onderlinge gesprekken over f 12.000
eens zijn geworden. Dat zullen ze zich 10
RECLAME.
ben ik niet meer! Ja, vroeger
had ik vaak genoeg te lijden
van die lichte kwalen als
hoofdpijn, kiespijn, zenuw
pijn, rheumatiek en derge
lijke. Tegenwoordig echter is
dat geheel uit; ik heb daar
voor een talisman, die ik
steeds zal blijven waardeeren;
tabletten
Let op de oranje band.
58G8
jaar later niet herinnerd hebben en met de
heele zaak zullen die bedragen ook wel tot
f 60.000 en f 80.000 zijn opgezwollen. Staat
het instituut van verjaring van misdrijven
niet in de wet omdat op den langen duur ge-,
tuigen onbetrouwbaar worden? Minder lo
gisch is het alleen, dal de verjaringstermijn
voor de eene categorie van misdrijven langer
j is dan de andere, en hieraan danken wij het,
dat deze zaak nog inbe ginsel vervolgbaar
was.
Van getuige Sagers hebben wij gehoord,
dat hij, toen Busch dien avond in een taxie
voor zijn deur kwam, niet in diens porte
feuille heeft gekeken, maar slechts de porte
feuille van buiten gezien heeft.
Is het zoo onmogelijk dat Busch, alvorens
naar Muylwijk te gaan, even naar de vrouw
met wie hij leefde, gegaan is om daar zijn
portefeuille te brengen? Hc*t lag toch voor
de hand dat hij voor Muylwijk niet wilde
weten dat hij geld had, omdat hij dan nog
meer moeite zou hebben om los te krijgen
wat' Muylwijk hem schuldig was. Wij weten
toch dat Jetje 28.000 gulden heeft gehad, en
dat zij dit slechts schoorvoetend bij de poli
tie erkegd heeft En we welen ook, dat zij
onmiddellijk na de verdwijning van Busch
op tooneelachligen manier tegenover Lichtlo
en Lorette gedaan heeft of zij geen roode
cent in huis had. Busch heeft aan Jetje de
boodschap getefoneerd, dat zij maar naar
Carré moest gaanhij moest nog ergens voor
zaken zijn en zou dan terugkomen om op
het kind te passen.
Hieruit volgt echter geenszins, dat Busch
alvorens bij Muylwijk te komen, niet nog bij
Jetje geweest. Het kistje waarin volgens
haar die f 28.000 zou zijn opgespaard, is
niet gevonden. Het is dus niet onmogelijk, dat
het geld dat Jetje had toen Busch verdwenen
was, haar nog dien avond door Busch gege
ven is.
Wij weten er dus eenvoudig niets van of
Busch nog geld bij zich had toen hij bij M.
kwam. Veel minder mag men aannnemen,
dat Muylwijk wist dat Busch veel geld bij
zich had. Hij kan het hoogstens uit de bluf-
ferijen van Busch vermoed hebben. Pleiter
heeft ook beklaagdes vrouw gevraagd of
Busch haar het leven wel eens lastig heeft
gemaakt om geld.
Zij heeft het toen ontkend, maar haar va
der, heoft haar en zijn schoonzoon tegen
Busch herhaaldelijk gewaarschuwd. Men
moet over het algemeen wat voorzichtig zijn
met de verklaringen van dames. Het gaat
dan ook allerminst aan, om de leugenachtig-,
beid van beklaagde af tc leiden uit het feit,
dat hij heeft voorgegeven dat Busch zijn
vrouw al zooveel verdriet had aangedaan.
Mr. Levy breekt hier zijn pleidooi af.
De zitting is verdaagd lot Vrijdag 6 No
vember a.s.
(Uit 't Fransch van GUY CHANTEPLEURE).
Geautoriseerde vertaling van W. H. G.
75)
Maar toch was hij eenigszins pijnlijk ge
troffen, dat Phyllis een ongeval, hetwelk
toch ongunstig voor hem had- kunnen af-
loopen en hem het leven kosten, zoo philo-
sophisch opnam. Toen zij op dezelfde fleg
matieke wijze naar de oorzaak er van vroeg
en de omstandigheden, waaronder het had
plaats gehad, antwoordde hij nauwelijks en
vrij onvriendelijk. Toen zweeg zij. Zij lie
pen nog een eindje door; toen bracht Wil
lem twee stoelen op de plaats, die zij bij
het grasperk hadden uitgekozen, en zij gin
gen zitten, 't Was op dit uur stil in de laan;
er was bijna niemand. Op eenigen afstand
van hen zat een jonge vrouw met haar
naaiwerk, terwijl zij op een kind paste, dat
een rood wagentje met zand vulde. Op een
bank zat een oude man een courant le
lezen.... Bijna niemand kwam voorbij.
Phyllis bleef zwijgen en haar oogen ble
ven gevestigd op de inooie perspectieven in
het park, waar .als op een van zonnestralen
geweven gordijn, alle schakeeringen van
groen donkergroen van hel klimop, hard
groen van het gras. schitterend groen der
sycomoren. grijsgroen der wilgen zich
dooreen men gdende oude, steenen bogen
omlijstten en de omtrekken der standbeel
den verdoezelden.
Kerjean zag iets gegeneerds, iets gedwon
gens in haar uiterlijk. Het leek op een te
rughoudendheid. waarvan hij het raadsêl
niet kon oplossenZóó had hij zich hun
ontmoeting niet gedacht.
Wat is er, Phyllis?.... Wat heb je?
vroeg hij.
Zij kleurde, juist als zooeven.
Er i9 niets.Waarom zou er iets zijn?
Je bent niet als gewoonlijk.
Toch wel.
Neen.
Willem keek haar aan en zocht haar
oogen. Glimlachend wendde zij die af.
Je briefje was een soort sommatie,
Phylleke; waarom wilde je me ontmoeten?
vroeg hij.
Weleenvoudig, omdat ik je
wenschte te zien.Hadt jij dan niet het
minste verlangen mij weer eens te zien?
Wel natuurlijk I Ik verlangde er gewel
dig naar.en mijn verlangen was veel
grooter, veel ongeduldiger dan je wel
denkt.
Grooter en ongeduldiger dan ik wel
denk? O ja, dat zal well
Wees nu niet ondeugend.... 't Is
toch duidelijk, dat het in de gegeven om
standigheden veel correcter is, dat wij elkaar
niet ontmoetenin elk geval niet te dik
wijls.
Zij lachte eenigszins bitter.
Wa9 je bang, dat ik een „verzoe
ning" tusschen ons kwam bewerkstelligen?
Ja, je vriend Grandier heeft me dat
allemaal verteldArtikel 224De
verzoening der echlgenoolen doet den eisch
tot echtscheiding te niet.... Of het een
werkelijke of een schijnbare verzoening is,
doet niets ter zake, als zij maar aannemelijk
en geconstateerd is!Dat is dus een 6e--
kend kunstje, dat dikwijls door een der
echtgenooten, die de scheiding niet aange
vraagd heeft, wordt le baat genomen
Maar wat praat ik tochIk vergeet, dat
ik de echtscheiding juist wel heb aange
vraagd!
Hij scheen niet te luisteren en zei:
Zooeven had ik het niet opgemerkt
Maar je bent magerder geworden.... Ben
je ziek geweest?
Volstrekt niet.... Trouwens, ik ben
niet magerder geworden.
Wel waar.je kleine gezicht is zoo
smal gewordendat vind ik onaange
naam.
Ben ik dan leelijk?
Neen, volstrekt niet.Maar als het
je gezondheid betreft, kan het we weinig
schelen of jg leelijk of mooi bent
Je bent wel vriendelijk!
Hij antwoordde niet en opnieuw zweeg zij.
Het kleine kind met het roode wagentje
verbrak de stille door een kreet van pret
Heel langzaam kwam een paartje voorbij
en deed het zand knarsen. Phyllis keek naar
den heen-en-weer wiegelenden gang van
een houtduif, die in het gras voedsel kwam
zoeken. Achter in het zich in de zon ba
dende groen, heel ver weg, zag zij de gloei
ende tint van een purperkleurigen heester
en terwijl haar blik daarop gevestigd bleef,
zei ze fluisterend.
Ik had je zooveel tg zeggen, Willem.
Hij nam haar hand.
Maar waarom zeg je dan niets?
Omdat het te lang heeft geduurd, dat
ik je niet zag.En nu herinner ik het
me niet meer
Hij keek haar steeds aandachtig en wat
treurig aanHij bleef haar gegeneerd
en stijf vinden; anders dan hij haar kende.
Met een zenuwachtig lachje riep zij uit:
Kijk me toch niet voor voortdurend
aan, WillemWaarom zeg je toch niets?
Misschien omdat ik me heigeen ik je
te zeggen had niet meer herinner.
Maar zonder haar hand los te laten, blééf
hij haar aankijken.
Phyllis, drong hij aan, je bent vandaag
niet jezelfWaarom niet?
Zachtjes trachtte zij haar hand terug te
trekken.
Ik weet het niet, WillemIk kan
het je niet uitleggen.... Plaag me nu
niet.... Ik zeg je, dat we elkaar in te
langen tijd niet hebben ontmoetEn nu
is het me, of ik je niet meer zoo goed
kenof ik onder je blik niet meer zoo
goed kan spreken en adem halenDat
maakt me verlegenIk vind, dat je even
min dezelfde bent als vroeger.Ik herken
je niet zoo goed meer.
Hij liet haar hand los.
Willem, zei ze, terwijl zij plotseling
weer haar frissche manier van spreken her
nam, als onze echtscheiding is uitgesproken,
dan zullen wij elkaar weer dagelijks ont
moeten!
Stil en niet heel vroolijk glimlachende,
9chudde hij zijn hoofd.
Ben je bij mijnheer Grandier geweest,
Willem?
Jagisteren.
Wat zei hij?
Dat je allerliefst was.dat je hem
over je „zaak" op sobere wijze en met
tact hebt gesproken.Maar.
Maar?
Maar dat in weerwil van alles, wat
je hem hebt verteld van je vriendschap en
je achting voor je echtgenoot, hij dacht, dat
je in je binnenste toch erg „nijdig" 't was
het woord, dat hij gebruikte op me was.
Zij kreeg een kleur.
Dat is gewoon onzin.... Niets meer
en niets minder!Bovendien heb ik hit
expres gedaan.... Maar, natuurlijk, als ik
net deed of ik erg tevreden was met mijn
loten over joudan
Zeker, natuurlijk.
Ik moet toch een toon aanslaan van
een vrouw, die een echtscheiding wenscht,
Willeml
Beiden dachten aan den stap, die morgen
?ou worden gedaan, aan het ter-hand stellen
van dat verzoekschrift, dat de eerste han
deling in de procedure was. Willem had een
ziekelijk verlangen er over te spreken, maar
de moed ontbrak hem. Zij wachtte slechts
dat hij er over zou beginnen en dan zou zij
zeggen:
„Je weet, Willem, a! is zoo'n papier ook
door een procureur onderteekend, 't is gauw
genoeg verscheurd."
Maar hij zweeg en ze zei heel zachtjes:
Ik ben het niet geweest, die d-ze
comedie heeft gewild.
Neen jij niet. 4
Ilij nam weer haar Land en zooals hij
vroeger wat was dat vroeger, toen zij
nog samen door het leven gingen nog
dichtbijI zoo dikwijls deed, legde hij er
zijn voorhoofd op.
Maar dadelijk trok zij haar hand terug
Willem, de menschen zien ons.
Hij hief treurig zijn gezicht op en zijn
blik was vaag.
Ja, zei hij, men zou denken, dat wc
een verliefd paartje zijn.
(Wordt vervolgd).