I St.-Nicola as-Geschenk i No. 20135. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 31 October Derde Blad. Anno 1925. NAAR R0B1S0N 5 Een waardevol en blijvend; is een Portret of Portret-Vergroeiing SLEGTENHORST'S Fotowerken - Fa. m. bongenaar - Nieuwe Rijn 46B, Krabbels uit Zwitserland^ FEUILLETON. De ISeisgenoote P BUITËNL, WEEKOVERZICHT. De DaiUch-nationale minis ters nit de Duitsche regeering Crisis in Frankrijk Caillaux af Het Balkan conflict afgewend. Een week van verrassingen ligt achter ons, waaruit nieuwe verrassingen geboren kunnen worden. In strijd niet aller verwach tingen hebben in Ehiitschland toch de Duitsch-nationalen definitief stelling geno men tegen het verdrag van Locarno en hun drie ministers, die in do regeering hun fiat hadden gegeven, moesten daarop wel uit de regeering treden, 't Is wel zeer brutaal spel, dat de Duitsche nationalisten spelen, maar blijkbaar vertrouwen zij er op, dat de meerderheid voor Locarno niettemin verzekerd is. Zou er volledig gestetod wor den naar de opinie over het te Locarno bereikte resultaat, dan zou dat ook zeker het geval zijn, maar zoo heelemaal secuur, dat aldus gestemd worden zal, is het niet Wat is toch de kwestie. Na het uittreden der drie Duitsch-nationale mi nisters heeft Luther zijn ministerie niet aangevuld, maar regeert hij kalm verder met zijn romp-kabinet. Als van zelf welt de gedachte op, speciaal als men bedenkt, hoe de Duitsch-nationalen destijds weer deel aan de regeering kregen: houdt Luther die drie zetels open voor de uitgetredenen tot na het afdoen van de Locarno-affaire 'I Wanneer dat werkelijk de bedoeling zou zijn, zal die vlieger vermoedelijk niet op gaan. Wanneer de socialisten, zonder wier stemmen het Locarno-verdrag er in den Rijksdag niet komen kan, immers niet te voren absolute zekerheid hebben, dat de Duitsch-nationalen niet weer in genade zul len worden aangenomen, zullen zij niet voor uit verdrag stemmen. Zij hebben er genoeg van het vuile werk op te knappen voor een ander en hebben zij daarin ongelijk 1 in welken vorm Luther die zekerheid echter zal willen en kunnen geven't Is alle maal nog hoogst onzeker en dit te meer, waar de korte spanne tijds, die er over is 1 Dec. moet te Londen het verdrag tocu Worden geratificeerd ongebruikt blijk baar voorbij gaat. 't Zou overigens een malle vcrtoonlng worden te zien afstemmen iets, dat vrij al gemeen de uitkomst voor Europa wordt ge- heeten cn dat ongetwijfeld bij alle betrok kenen een groote meerderheid heeft, 't Wil er daarom bij ons nog niet in, al zijn on aangename verrassingen, helaas, niet gansch en al uitgesloten. Hopen we op de waar heid van het spreekwoord: komt tijd, komt raad. Op het in vervulling gaan van dit spreek woord hoopt men evenzeer in Frankrijk. De financieele moeilijkheden hebben zich opgestapeld tot een onoverzienbaren berg. De franc is gedaald tot even boven een ^iubbeltjer -tot beneden haar Belgische col lega en verdere inflatie schijnt vooreerst onafwendbaar. De met zooveel vreugde als thesaurier begroete Caillaux heeft het niet kunnen bolwerken, doordat hij niet bracht da vurig begeerde ontspanning. Ln dit laatste is in zoo'n geval afdoende, los van de vraag, of het niet buiten zijn schuld om is gegaan etc. Alles liep hem tegen. De reis naar Washington was een misluk king. de binnenlandsche leening van 't zelf de laker, een pak en daarop is gevolgd het partij-congres der radicalen te Nice. Daar /S Caillaux eigenlijk ten val gebracht Bui ten het parlement om, dus. Op zichzeii weer eens een staaltje van politieke ver wording. Toen Caillaux met zijn uitgewerkte plan nen voor het kabinet kwam, was het pleit tevoren al voor hem verloren. Men wilde h tout prix het kartel handhaven, en daar voor was noodig een heffing op het kapi taal in eenigerlei vorm, die Caillaux niet was toe te vertrouwen, uitgesproken tegen stander van zoo'n heffing als hij zich steeds had getoond. Painlevé gaf hem daarom on omwonden te kennen, dat hij maar moest gaan, doch voor een aftreden in z'n eentje bedankte Caillaux! Om hem kwijt te wor den, trad toen het gansche kabinet af. Aan Painlevé werd echter opnieuw opdracht ge geven tot kabinetsformatie en binnen 24 uur zat het nieuwe ministerie in elkaar. In hoofdzaak is het gelijk aan het vorige, alleen een paar ministers zijn vervangen door aanhangers van Rerriot, die zelf ne ver Kamerpresident bleef, waardoor het tweede kabinet-Painlevé ietwat meer linas georiënteerd is dan het eerste. Painleve zeif heeft Caillaux' weinig benijdenswaardige erfenis overgenomen aan financiën, aldus tenminste moed toonend. Zeer slecht uit komt op dit oogenblik het optreden aer Fransche troepen in Syric, waar Damascus gehavend is door een langdurig bombarde ment. Niet alleen, dat dit in het buiten land algemeen wordt afgekeurd, dreigt er in de^binnenl. politiek gevaar voor het pas herstelde kartel van de zijde der socialis ten. Vermoedelijk zabmen dit gevaar trach ten te bezweren door generaal Sarrail, dc Fransche gouverneur van Syrië, ten offer te brengen cn Lyautey na te sturen. Een voornaam punt bij de Fransche cri sis is tenminste, dat Briand aan buitenf. zaken blijft én dus de voortzetting der Fransche Locarno:po!itiek is verzekerd Niet alleen, wat het officiecle gedeelte be treft, maar ook wat aanbelangt de aan Duitschland gedane beloften, die niet zwart op wit zijn gesteld, cn van welker nakoming zooveel afhangt. Wanneer Frankrijk met de vervulling der gedane toezeggingen haast maakte, zou den Duitsch-nationalen de wind geheel uit de zeilen worden -re i.omen. Gelijk gelukkig dc Volkenbond heeft ge daan aan Griekenland in het Balkancon flict. Griekenland heeft zich moeten onder werpen aan den Volkcnb^ndsraad en na het aanhooren van oen beleefd standje, door Briand gegeven wegens eigenmachtig optreden als lid van de Volkerengemeen schap, heeft Griekenland bevel moeten ge ven, Bulgarije te ontruimen cn heeft het goedgevonden, dat door een commissie zal worden geoordeeld over het ontstaan var het conflict, de berechting daarvan etc. Het is een verheugend verschijnsel, dak door het Volkenbondsinstituut zoo door tastend is afgewend hetgeen vrij zeker vroeger tot een Balkan-oorlog zou hebben geleid, met alle gevolgen daarvan. Het be wijst, dat dit instituut levensvatbaarheid heeft U herinnert het zich natuurlijk uit uw jeugd, het prachtige, heerlijke verhaal van Robinson Crusoe, die met z'n hond op een verlaten eiland te»ccht kwam, cn daui moest gaan^ leven zoo goed en zoo kwaad als het ging, later geholpen door z'n kneent Vrijdag. In een hoogen boom hadden ze zich een soort huis gemaakt weet u nog wel om veilig te zijn tegen den vloed der zee, en tegen de wilde dieren. O, het was een héérlijk verhaal, een verhaal om nachten lang van te droomen, een verhaal om na te doen op een vacantic-middag! Robinson Crusoe over de heele wereld kent men hem, over de heele wereld zijn zijn avonturen beroemd. En ook voor de JFransche kindertjes is Robinson Crusoe een bekende, vertrouwde vriend, en Vrijdag kennen ze, alsof .het een schoolmakker waar 1 En zelfs de groote mcnschen hier houden nog steeds van Robinson Crusoë. En zóó veel houden ze van hem en van zijn avon tuurlijke leven, dat ze getracht hebben, en telkens nog weer trachten voor zichzelf iets na te leven van al die ongebonden heer lijkheden. Een halfuurtje sporens buiten Parijs ligt een dorpje aan den rand van een groot bosch. In dat dorpje staan eenige zeer hooge, zeer dikke en zeer oude kastanje- boomen. ,,Een boora*om in te wonen!" zei iemand. ,,Ecn boom voor Robinson Cru soë!" zei een tweede. En het idee was geboren, om van dat dorpje een Robinson Crusoë-oord te maken. De naam wel, niets eenvoudigers toch: Robinson! Robinson zonder meer, dat zei op zichzelf al genoeg! Het idee werd uitgevoerd. Het terrein werd geëxploiteerd. De hooge boomen wer den ingericht tot woonplaatsen midden in de takken werden prieeltjes gebouwd; al naar de grootte, de sterkte en de dikto van den boom één, twee, drie prieeltjes op verschillende hoogten. Hoe je die prieeltjes bereiken moest t O, niet als Robinson Crusoë, door met ar men cn becnen den stam te omklemmen en al klauterend je zoo hooger en hooger te hijschen! Robinson Crusoë deed dat, omdat hij niet anders kón. Maar wij, wij men- schen uit een tijd van techniek cn weten schap wij klauteren geen boomen meer in om een prieeltje te bereiken, wij wan delen heel gemakkelijk een trapje op naar boven, en houden halt bij het prieeltje van de eerste, tweede of derde verdieping al naar het ons belieft. 't Is niet zoo eigenaardig als klauteren 1 Neen, dat ben ik met u eens. Maar dat Robinson-oord is bestemd voor Parijze- naars, voor Parijzenaars op hun Zondags, voor jongens en* meisjes, die samen eön dagje uit zijn, en daarvoor hun beste spuF' let jes hebben aangetrokkenvan d i c kun jc toch niet verwachten, dat ze met armen, handen en beenen zich naar boven werken langs een boomstam! Alle dingen hooren zich aan tc passen naar tijd en omstandig heden, nietwaar 1 Ja, en daarom spreekt het ook vanzelf, dat er bij die boomen met prieeltjes er in, restaurants en café's zijn (waaraan sommi ge een levensgroot beeld van Robinson Crusoë als uithangbord hebben opgespy- kerd). En dat er in die restaurants en café's strijkjes zijn, jazz bands al of niet met negers, maar jazzbands. Want Zon- dags-uitgaande jonge Parijzenaars willen plezier hebben, cn dus willen ze dansen kunnenKunt u zich misschien een moderne plezier-gelegcnheid indenken zonder jazz- baud 1Hoeveel tc minder dan een Parij- j zenaar! O zeker, Robinson is een Zondagsche ple- zier-gelegenheid voor stads-menschen, dat zie je dadelijk al. als je het station uit stapt, en de dorpsstraat doorloopt, die naar de restaurants met bewoonbare kastanje- boumen leidt. Aan weerszijden van oic dorpsstraat allemaal krampjes, stalletjes, open winkels met prentbriefkaarten, souve nirs, feest artikelen; banketbakkers-zaken, die hun lekkers uitstallen; grootere en kleinere cetgelegenheden waar mossels tc krijgen zijn, en waar de pommes frites zoo voor uw oogen op straat gebakken worden op een fornuisje, en op een papieren bordje aan de liefhebbers overgereikt worCcn. Café's natuurlijk om de vier huizen écn, en in de meeste gramofoons, die uitlokkend- sentimentcel of wel oorverdoovend schel u naar -binnen roepen. Zoo'n aankomst van een Parijschen trein in Robinson is werkelijk een plezier op zich zelf. Ga in eeD van de vele cafétjcs zitten, buiten natuurlijk, op het terras, en zie dan de Parijsche jeugd langs u heen trekken, die zich vermaken komt. Jongelui zoo van tusschen de 16 cn de 25, bij paartjes de nicesten, bij groepjes ook, troepjes jongene alleen, troepjes meisjes alleen, even goed. Eerst naar de bosschcn natuurlijk! Te voet Of per ezel 1 Of per paard 1 Of per zelf-bestuurd rijtuigje Er is keuze in overvloed! En het is allemaal even ple zierig en allemaal even ongewoon, cn alle maal even „landelijk" ten minste wat een ZondagBch Parijzcnaar zoo onder „lan delijk" verstaat! De jongens en de maunen, die zich in Parijs al voorgenomen hebben om te gaan paardrijden in Robinson hebben voor de gelegenheid een paar keurige rijlaarzen aangetrokken. En anders dragen ze toch zeker een paar beenkappen. Er zijn maar heel enkele slordigen, die zoo maar op een paard springen, met slobberende broekspijpen ovw gekleurde sokken en lage schoenen. Maar allemaal, hoè ze ook ge kleed of niet gekleed zijn, ze doen kranig, allemaal zonder onderscheid; zo trekken een gezicht alsof ze het heel gewoon vin den, alsof ze hun heele leven nooit anders zich over den aardbodem voortbewogen hebben dan op den rug van een paard ge zeten. Zelfs de juffrouw, die de paarden ver huurd, doet mee aan dien indruk van echt heid, en heeft zich voor de gelegenheid een écuyère-uiterlijk gemaakt: het haar op gestoken in een hoogen chignon, hooge rij- laarzen aan, een zweep in de hand het RECLAME. - 5811 W Tijdige komst is Uw belang -^3 J Beste.lingen worden zoogewenscht per St.-Nicoraas- g avond aan de opgegeven adressen bezorgd. lijkt heusch wel wat op een echte circus- juffrouw Als ze nu maar niet zoo'n dood gewoon flanellen huisjaponnetje erbij aan had En je moet de jongens zien, die een karretje met paard gehuurd hebben, om met hun meisjes uit rijden te gaan! Je moet ze zien zitten met de leidsels in hun hand, en een klein air van onachtzaamheid op hun gelaat een paard besturen Een klein kunstje 1 Vooral als je gewóón bent veel uit rijden te gaan, nietwaar En je moet de meisjes zien in de kar retjes! Die hebben weer heel andere zor gen. Die moeten er aan denken, dat ze zóó gaan zitten, dat zc^iun klceren zóó schik ken, dat hun beentjes in dc zijden kousjes en met tie hooggehakte schoentjes e£ aan op z'n voordeeligst uitkomen want die beentjes zijn zéér zichtbaar in zoo'n open, hoog karretje. Dan de lipjes nog eens even wat rood aangezet, het poederdonsje nog eens even langs wangen, neus en voorhoofd geaaid, en klaar zijn ze voor de buiten- genoegens 1 Er zijn er echter ook, die niets voelen voor zoo'n keurig rijpartijtje. Die willen liever te voet de bosschcn in loopen en daar wat stoeien, krijgertje spelen of boompje- verwisselen. Of die willen gaan rijden op een ezeltje O, die ezeltjes! Ze staan zoo lief en goauldig op een rijtje te .wachten, vast gebonden aan een rek op zij van het huis van hun baas. Het verwondert je niets, dat er uit alle meisjes-tasschen en uit alle jongens-zakken stukjes suiker to voorschijn komen, die de lieve, geduldig-wachtende ezeltjes ter versnapering worden aingeBo- den. En het verwondert je aslfs niet, als je ziet, hoe een meisje een heel klein ezeltje, het kleinste van allemaal in de rijv stilletjes gauw een zoen op z'n zachtea neus duwt. Wee echter, wie straks door z'n onhandighe'd eens ezeltjes ong uojzgen opwekken zal! Blijf maar eens zitten, als zoo'n dier met z'n achterpooten in de hoogte springen gaat! Maar zoo'n rolparty is immers op zichzelf toch óók wear oen bui- t en vermaak! Nu, zeker en gewis voor de omstanders I O. en dan kan je schommelen in Ro binson, en wippen, en je kunt er op gekleurd- papieren trompetten blazen, en met gekleurd- papieren geesels zwaaien, en met een ge kleurd-papieren muts proaken. En dan is er de bosch-fotograaf, waar je je te peard, te voet, in een karretje, of wel in een kartonnen vliegmachine kunt laten kieken. Twee minuten wachten mair, on 't portret is meteen klaar! En na veel pret van rijden, stoeien en dansen, gaan ze even wat russen in zoo'n hoog prieeltje in een boom. Het aardigst zijn natuurlijk de prieeltjes voor tweel die zyn er echter niet veel. Maar daarentegen heeft ieder buiten-cafétje zyn met dikke letters aangekondigde „bosquets" kleine, dichtbegroeide prieeltjes in den tuin, speciaal zoo bedoeld als veilige omschutting aan jonge liefdes-idyilen. En als dusdanig getolereerd, en gerespec teerd! Tegen dat de zon ondergaat, tagon dat het wat kouder gaat worden) in dezen tijd in den 2omer veel en veel later natuurlijk! ziet ge langzamerhand de Paryzenaars weer den kant van het station optrekken, naar een .van de vele extra-treinen, die hen huiswaarts zullen voeren. Zo sen er nu een beetje anders uit dan toen ze kwamen: moe cn voldaan, mot wat verwarde, ver fomfaaide kleeren, ontkrulde kapsels en slente-renden gang. En dan, waar zyn ze gebleven, al die troepjes jongens apart, en die troepjes meisjes apart? het zijn bijna enkel maar meer paartjes, die naar Parys terug gaan, en het zyn er zóóveel meer dan er gekomen rijn! Ook dat, o dat vooral js het genoegen van oen Zondag ia Robinson! ik wed, dat hadt u trouwens al wel be grepen! Jammer, jammer, dat die buiten pret nu weldra weer gedaan zal zyn, dat ook hier woldra do winter komen gaat Dan ligt Robinson doodsch en verlaten en eenzaam als ieder ander klein, onbete?k%end dorpje in do omstreken van Parijs. Dan zijn de hooge kastanjehoomen leeg, de restaurants zijn gesloten, de paartjes staan op stal. In do bosschen is hot nat en guur, de foto graaf is weg. Nog oen of twoe mooie Zondagen, en 't is godaan! Geloof maar, dat daarvan gepro fiteerd zal worden! Want het is lang wachten tot de volgende lente! M. DE ROVANNa Parys, October '25. September zegt de kalender. Hel zal dus wel waar zijn; anders een weer,, een kou, als in den regel pas in November. Zoo guur cn onaangenaam, dat zelfs de zomer er van schrok, geen tijd had kalmpjes afscheid te nemen, maar overhaast er met den sneltrein vandoor ging Het groote schouwtooneel bui ten is dan ook reeds vroegtijdig verlaten. Acteurs en publick, de duizenden toeristen ftii alle hoeken der wereld, zijn met be kwamen spoedig huis toe gereisd. De figuran ten, bergers en bergères, kaasboeren met hun attributen, de kudden koeien en geiten, paarden, muilezels en schapen, hebben voor het einde der voorstelling ook de biezen ge pakt. In den regel worden pas half Sep tember de hooge alpenweiden verlaten, vpor één maand de najaarskwartieren, een dui zend meter lager, betrokken, om ten slotte omstreeks 20 October de warme stallen be neden op te zoeken. Maar nu is alles reeds in vollen aftocht. Op de weiden rond ons huis weder het herfstconcert, het klokken spel der koeien. Een melodieus geklingel en gobimbam der zware dof klinkende gewel dige loupins, groot als kerkklokken, van de kleine, hoog cn fijn als tafelbellen. Aeolus- harpen als men ze uit de verte hoort, maar een jazzband wanneer onder de ramen ze je 's morgens plots doen ontwaken. En op het looneel zelve reeds changement de decors, wordt alles in orde gemaaktrvoor het winterseizoen. De reuzen op den ach tergrond weliswaar nog niet omhangen met de Iraditioncelc lange hermclijnmantels, maar de allerhoogsten zijn toch al gehuld in een honlkraagje, de- schouders bedekt met witte pellerines. En nu buiten het spel gedaan is, hebben in de stad de Muscn do kunsttempels ont sloten. Het winterseizoen is ditmaal flink (Uit 't Fransch van GUY CHANTEPLEURE). Geautoriseerde vertaling van W. H. C. 7 4d Ze zei dus, dat Willem veel over Phyllis had gesproken, hij had dit gevraagden dat gevraagd.... hij werkte hard.... zijn uitvinding bracht ongedachte resultaten.. Wat kon zij anders „vertellen", aangezien zij niets mocht zeggen noch van den voor genomen tocht, noch van het schrijnende gevoel van spijt van Willem En zijn laatste reis? Heeft hij je niet verteld, wat hij op Corsica is gaan doen, Jacqueline? Weineen Heeft hij je gezegd, dal hij me een beetje mist? O zeker; bij mist je erg. Hoe. heeft hij dit gezegd, Jacqueline? Jacqueline glimlachte.... zij begreep het al! ■Nu..'., zijn woorden herinner ik me j niet goed meer, Phylleke.... Hij zei. dat zonder jou het huis'hem zoo treurig en leeg scheen Wat antwoord je raar, Jacqueline, j fluisterde Phyllis, 't Is net.... of je iels i voor mc wilt verbergen.... Hij is toch niet ziek? De manier, waarop zij die vraag stelde, was even bezorgd als de gedachte, die er aan ten grondslag lag en die in haar geest plotseling alle- andere vragen overhcerschte. En het antwoord kwam spontaan, alsof ciit haar verlegenheid en haar vage ant woorden rechtvaardigde of scjieen ie recht vaardigen; het gaf haar verlichting. Nu is hij weer in orde, maar hij heeft een klein ongeluk gehad. Zij uitte een kreet. Is hij gewond? Weineen, hij is niet gewond, een klein sneetje in zijn voorhoofd.... 't Is bijna niets; ik had je.het niet eens moeten zeggen. De arme Jacqueline had al spijt van haar oprechtheid. Phyllis was doodsbleek en wilde naar Willem gaan, vanavond nog. dadelijk Zachljes nam juffrouw Albir» de hand van haar vriendinnetje. Kindlief.'zei ze, nu moet je eens goed naar me luisteren: ik geef je mijn woord van eer, dat Willem niets anders dan een onbeduidende schram heeft en dat die weer is genezen, dat hij weer uitgaat, als een volkomen gezond mensch.... Als je zoo naar hem toe gaat, om aan een gril toe te geven, zal je. Jacqueline vroeg zich af of het wel waar was, wat zij ging zeggen, en loen dacht zij: ,,Ja, 't is waar; hij zou ontstemd en ver drietig zijn. in weerwil van alles...." En zij voleindigde haar zin: Je zoudt hem ernstig ontstemmen. en liij zou het mij zeer.kwalijk nemen! Phyllis was wat kalmer geworden Goed dan, zei ze, vanavond zal ik niet gaan. Maar daar je me verzekert, dat hij weer genezen is en uitgaatkunnen we elkaar ontmoeten, zonder dat dit bij hem of bij jou behoeft te zijn. Zij ging aan haar bureau zitten en schreef: „Mijn beste vriend. Morgen zal ik om negen uur in het Pare Monccau zijn( hel ronde plantsoen bij la Haumachie)Zorg dat je daar dan ook bent of doe me een ander middel aan de hand je le ontmoe ten. Ik wil je zien.Als dat niet ge beurt, zal ik een dwaasheid begaan. „Je zeer toegenegen PHYLLEKE". IV. Vóór negen uur liep Kerjean op en neer in de rue Velasquez, aangezien hij PhyLlis, die uit Jacquelines huis kwam, bij dezen ingang van het Pare Monceau moest op wachten. En hij wachtte. Zonder zelf opgemerkt te worden, zag hij haar gracieus uit haar auto komen; zij was met Jap bezig en gaf orders aan Laurent. Toen liep zij, vergezeld van het hondje, dat om haar heen sprong en waarvan de bel letjes van zijn halsband rinkelden, naar het hek. Zij droeg een nauwsluitend, eenvoudig coslume-lailleur, waarvan de voortreffelijke snit zelfs aan een oningewijde als Willem, den eerste:rangs-klecrmaker verried Het kostuum was als aan haar lichaam gegoten, zonder echter haar lenige en harmonieuze bewegingen le bemoeilijken. De ruime, gol vende plissés van een jabot kwamen uit het j&cquette te voorschijn; een groote. losse anjer was op het revers gespeld en dit wei- nigje wit verlevendigde de sombere kleur der rouwkleeren. Onder het kleine, zwarte hoedje met kostbare aigrettes, schitterden het zonnige goud van haar zware haar, haar rose teint en het levendige rood van haar frissche lippen. Willem vroeg zich af of Phyllis mooier wa? geworden. Het scheen hem toe haar nooit te voren zoo fijntjes, zoo knap en trots haar rouwkleeren zoo verrukkelijk jong en frisch le hebben gezien, als hij haar thans in '_t licht van dezen Mei-ochtend zag. Met een zekere ironie moest hij consta- tecren ontelbare malen had hij dat al gedaan hoe goed het bezit van een for tuin aan haar was besteed. Hoe ongerijmd het ook was. hij kon niet nalaten tot zichzelf te zeggen: „Een klei nigheid verstoort dat mooie geheel, <he deli cate luxe, die haar in een nieuwe atmosfeer plaatste: 't is Jap, die wel een heel lief en verstandig hondje is, maar geen kostbaar hondje.... Jap, die ze van mij heeftl" Waarschijnlijk zal Jap het wezen, dat hem boven alles op aarde dierbaar is. nooit van deze weinig vleiende opmerking ver denken. Plotseling had het hondje, hevig blaffende, het op een loopen gezet.... het had zijn meesier ontdekt en was dol geluk kig, weer hij hem te zijn. Met een kreet van verrassing zei Phyllis: Ben jij daar?En nu al?..!. Haar bekoorlijk teint verdween onder een hevigeq, diepen blo9. Zij was ontroerd en zij hijgde eenigszins. Ik dacht, zei Willem laconiek, dat je niet anders dan hier langs kon komen. Hij nam haar arm en zij gingen naar het tweede hek, waar, dieper in, het met zon licht overgoten lentegroen van het park zichtbaar werd. Zij gingen rechts af, in de rondom het park loopende laan. De schaduw der boomen mengde zich met het licht, en trilde luchtig cn doorzich tig als bloemen van een kanten sluier op het zand en de grasperken. Een frissche, sterke geur steeg uit eeu groep muur bloemen. Een parkwachter maakte er hen opmerk zaam op. dat Jap riet los mocht loopen. Ik had hot vergelenmaar ik heb een riempje bij me. zei Phyllis. Zij hielden stil en Willem kreeg van Phyllis het dunne, gevlochten riempje. Hij bukte zich ,tot hij bijna op zijn knieën lag, om het riempje aan den halsband van Jap te bevestigen, die zich oneerbiedig verzette legen de voorschriften der politie. Om vrijer in zijn bewegingen te zijn, had Willem zijn hoed naast zich gelogd tegen den rand van het grasperkPhyllis zag de kleine wond die nauwelijks dicht was en die over voor hoofd en wenkbrauw cn even over het oog lid liep.... Zij had die dadelijk gezien, zoodra zij naar hem keekDie wond ontroerde haar en deed haar van angst en loederheid trillen. Zoo gaarne had zij haar lipper er op gedrukt.maar zij deed haar best om haar ontroering en angst te ver bergen. uit vrees, dat hij Jacqueline zou verwijten er te veel drukte over te hebben gemaakt, en dat Jacqueline een volgende maal nog geheimzinniger zou zijn.Maar zij was blij, dat Willem, die zich over Jap boog. niet op haar gezicht kon lezen. Zij wachtte eenige oogcnblikken om haar slem vaster te doen worden en haar blik af te wenden. Toen Willem met het riempje in de hand opstond cn geprikkeld was door het getrek en gespring van. Jap, die voelde, niet •meer vrij te zijn, zei ze op een toon, die zij uit vrees om haar gevoelens hiet te kunnen verbergen, overdreven kalm deed zijn: Dat wondje is dus weer genezen, niet waar? Jacqueline vertelde me, dat je een ongeluk hebt gehad. Ja, dat is weer in orde, bevestigde Willem; het had overigens ook niet veel te beduidencn Jacqueline had je er nietf van moeten zeggen (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 9