I St.-Nicola as-Geschenk i
No. 20135.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 31 October Derde Blad. Anno 1925.
NAAR R0B1S0N
5 Een waardevol en blijvend;
is een Portret of Portret-Vergroeiing
SLEGTENHORST'S Fotowerken - Fa. m. bongenaar - Nieuwe Rijn 46B,
Krabbels uit Zwitserland^
FEUILLETON.
De ISeisgenoote
P BUITËNL, WEEKOVERZICHT.
De DaiUch-nationale minis
ters nit de Duitsche regeering
Crisis in Frankrijk
Caillaux af Het Balkan
conflict afgewend.
Een week van verrassingen ligt achter
ons, waaruit nieuwe verrassingen geboren
kunnen worden. In strijd niet aller verwach
tingen hebben in Ehiitschland toch de
Duitsch-nationalen definitief stelling geno
men tegen het verdrag van Locarno en hun
drie ministers, die in do regeering hun fiat
hadden gegeven, moesten daarop wel uit
de regeering treden, 't Is wel zeer brutaal
spel, dat de Duitsche nationalisten spelen,
maar blijkbaar vertrouwen zij er op, dat
de meerderheid voor Locarno niettemin
verzekerd is. Zou er volledig gestetod wor
den naar de opinie over het te Locarno
bereikte resultaat, dan zou dat ook zeker
het geval zijn, maar zoo heelemaal secuur,
dat aldus gestemd worden zal, is het
niet Wat is toch de kwestie. Na het
uittreden der drie Duitsch-nationale mi
nisters heeft Luther zijn ministerie niet
aangevuld, maar regeert hij kalm verder
met zijn romp-kabinet. Als van zelf welt de
gedachte op, speciaal als men bedenkt, hoe
de Duitsch-nationalen destijds weer deel
aan de regeering kregen: houdt Luther die
drie zetels open voor de uitgetredenen tot
na het afdoen van de Locarno-affaire 'I
Wanneer dat werkelijk de bedoeling zou
zijn, zal die vlieger vermoedelijk niet op
gaan. Wanneer de socialisten, zonder wier
stemmen het Locarno-verdrag er in den
Rijksdag niet komen kan, immers niet te
voren absolute zekerheid hebben, dat de
Duitsch-nationalen niet weer in genade zul
len worden aangenomen, zullen zij niet voor
uit verdrag stemmen. Zij hebben er genoeg
van het vuile werk op te knappen voor een
ander en hebben zij daarin ongelijk 1 in
welken vorm Luther die zekerheid echter
zal willen en kunnen geven't Is alle
maal nog hoogst onzeker en dit te meer,
waar de korte spanne tijds, die er over is
1 Dec. moet te Londen het verdrag tocu
Worden geratificeerd ongebruikt blijk
baar voorbij gaat.
't Zou overigens een malle vcrtoonlng
worden te zien afstemmen iets, dat vrij al
gemeen de uitkomst voor Europa wordt ge-
heeten cn dat ongetwijfeld bij alle betrok
kenen een groote meerderheid heeft, 't Wil
er daarom bij ons nog niet in, al zijn on
aangename verrassingen, helaas, niet gansch
en al uitgesloten. Hopen we op de waar
heid van het spreekwoord: komt tijd, komt
raad.
Op het in vervulling gaan van dit spreek
woord hoopt men evenzeer in Frankrijk.
De financieele moeilijkheden hebben zich
opgestapeld tot een onoverzienbaren berg.
De franc is gedaald tot even boven een
^iubbeltjer -tot beneden haar Belgische col
lega en verdere inflatie schijnt vooreerst
onafwendbaar. De met zooveel vreugde als
thesaurier begroete Caillaux heeft het niet
kunnen bolwerken, doordat hij niet bracht
da vurig begeerde ontspanning. Ln dit
laatste is in zoo'n geval afdoende, los van
de vraag, of het niet buiten zijn schuld
om is gegaan etc. Alles liep hem tegen.
De reis naar Washington was een misluk
king. de binnenlandsche leening van 't zelf
de laker, een pak en daarop is gevolgd het
partij-congres der radicalen te Nice. Daar /S
Caillaux eigenlijk ten val gebracht Bui
ten het parlement om, dus. Op zichzeii
weer eens een staaltje van politieke ver
wording.
Toen Caillaux met zijn uitgewerkte plan
nen voor het kabinet kwam, was het pleit
tevoren al voor hem verloren. Men wilde
h tout prix het kartel handhaven, en daar
voor was noodig een heffing op het kapi
taal in eenigerlei vorm, die Caillaux niet
was toe te vertrouwen, uitgesproken tegen
stander van zoo'n heffing als hij zich steeds
had getoond. Painlevé gaf hem daarom on
omwonden te kennen, dat hij maar moest
gaan, doch voor een aftreden in z'n eentje
bedankte Caillaux! Om hem kwijt te wor
den, trad toen het gansche kabinet af. Aan
Painlevé werd echter opnieuw opdracht ge
geven tot kabinetsformatie en binnen 24
uur zat het nieuwe ministerie in elkaar.
In hoofdzaak is het gelijk aan het vorige,
alleen een paar ministers zijn vervangen
door aanhangers van Rerriot, die zelf ne
ver Kamerpresident bleef, waardoor het
tweede kabinet-Painlevé ietwat meer linas
georiënteerd is dan het eerste. Painleve zeif
heeft Caillaux' weinig benijdenswaardige
erfenis overgenomen aan financiën, aldus
tenminste moed toonend. Zeer slecht uit
komt op dit oogenblik het optreden aer
Fransche troepen in Syric, waar Damascus
gehavend is door een langdurig bombarde
ment. Niet alleen, dat dit in het buiten
land algemeen wordt afgekeurd, dreigt er
in de^binnenl. politiek gevaar voor het pas
herstelde kartel van de zijde der socialis
ten. Vermoedelijk zabmen dit gevaar trach
ten te bezweren door generaal Sarrail, dc
Fransche gouverneur van Syrië, ten offer
te brengen cn Lyautey na te sturen.
Een voornaam punt bij de Fransche cri
sis is tenminste, dat Briand aan buitenf.
zaken blijft én dus de voortzetting der
Fransche Locarno:po!itiek is verzekerd
Niet alleen, wat het officiecle gedeelte be
treft, maar ook wat aanbelangt de aan
Duitschland gedane beloften, die niet zwart
op wit zijn gesteld, cn van welker nakoming
zooveel afhangt. Wanneer Frankrijk met
de vervulling der gedane toezeggingen
haast maakte, zou den Duitsch-nationalen
de wind geheel uit de zeilen worden -re
i.omen.
Gelijk gelukkig dc Volkenbond heeft ge
daan aan Griekenland in het Balkancon
flict. Griekenland heeft zich moeten onder
werpen aan den Volkcnb^ndsraad en na
het aanhooren van oen beleefd standje,
door Briand gegeven wegens eigenmachtig
optreden als lid van de Volkerengemeen
schap, heeft Griekenland bevel moeten ge
ven, Bulgarije te ontruimen cn heeft het
goedgevonden, dat door een commissie zal
worden geoordeeld over het ontstaan var
het conflict, de berechting daarvan etc.
Het is een verheugend verschijnsel, dak
door het Volkenbondsinstituut zoo door
tastend is afgewend hetgeen vrij zeker
vroeger tot een Balkan-oorlog zou hebben
geleid, met alle gevolgen daarvan. Het be
wijst, dat dit instituut levensvatbaarheid
heeft
U herinnert het zich natuurlijk uit uw
jeugd, het prachtige, heerlijke verhaal van
Robinson Crusoe, die met z'n hond op een
verlaten eiland te»ccht kwam, cn daui
moest gaan^ leven zoo goed en zoo kwaad
als het ging, later geholpen door z'n kneent
Vrijdag. In een hoogen boom hadden ze
zich een soort huis gemaakt weet u nog
wel om veilig te zijn tegen den vloed
der zee, en tegen de wilde dieren. O, het
was een héérlijk verhaal, een verhaal om
nachten lang van te droomen, een verhaal
om na te doen op een vacantic-middag!
Robinson Crusoe over de heele wereld
kent men hem, over de heele wereld zijn
zijn avonturen beroemd. En ook voor de
JFransche kindertjes is Robinson Crusoe een
bekende, vertrouwde vriend, en Vrijdag
kennen ze, alsof .het een schoolmakker
waar 1
En zelfs de groote mcnschen hier houden
nog steeds van Robinson Crusoë. En zóó
veel houden ze van hem en van zijn avon
tuurlijke leven, dat ze getracht hebben, en
telkens nog weer trachten voor zichzelf iets
na te leven van al die ongebonden heer
lijkheden.
Een halfuurtje sporens buiten Parijs ligt
een dorpje aan den rand van een groot
bosch. In dat dorpje staan eenige zeer
hooge, zeer dikke en zeer oude kastanje-
boomen. ,,Een boora*om in te wonen!" zei
iemand. ,,Ecn boom voor Robinson Cru
soë!" zei een tweede. En het idee was
geboren, om van dat dorpje een Robinson
Crusoë-oord te maken. De naam wel, niets
eenvoudigers toch: Robinson! Robinson
zonder meer, dat zei op zichzelf al genoeg!
Het idee werd uitgevoerd. Het terrein
werd geëxploiteerd. De hooge boomen wer
den ingericht tot woonplaatsen midden
in de takken werden prieeltjes gebouwd;
al naar de grootte, de sterkte en de dikto
van den boom één, twee, drie prieeltjes op
verschillende hoogten.
Hoe je die prieeltjes bereiken moest t
O, niet als Robinson Crusoë, door met ar
men cn becnen den stam te omklemmen en
al klauterend je zoo hooger en hooger te
hijschen! Robinson Crusoë deed dat, omdat
hij niet anders kón. Maar wij, wij men-
schen uit een tijd van techniek cn weten
schap wij klauteren geen boomen meer
in om een prieeltje te bereiken, wij wan
delen heel gemakkelijk een trapje op naar
boven, en houden halt bij het prieeltje van
de eerste, tweede of derde verdieping al
naar het ons belieft.
't Is niet zoo eigenaardig als klauteren 1
Neen, dat ben ik met u eens. Maar
dat Robinson-oord is bestemd voor Parijze-
naars, voor Parijzenaars op hun Zondags,
voor jongens en* meisjes, die samen eön
dagje uit zijn, en daarvoor hun beste spuF'
let jes hebben aangetrokkenvan d i c kun
jc toch niet verwachten, dat ze met armen,
handen en beenen zich naar boven werken
langs een boomstam! Alle dingen hooren
zich aan tc passen naar tijd en omstandig
heden, nietwaar 1
Ja, en daarom spreekt het ook vanzelf,
dat er bij die boomen met prieeltjes er in,
restaurants en café's zijn (waaraan sommi
ge een levensgroot beeld van Robinson
Crusoë als uithangbord hebben opgespy-
kerd). En dat er in die restaurants en
café's strijkjes zijn, jazz bands al of niet
met negers, maar jazzbands. Want Zon-
dags-uitgaande jonge Parijzenaars willen
plezier hebben, cn dus willen ze dansen
kunnenKunt u zich misschien een moderne
plezier-gelegcnheid indenken zonder jazz-
baud 1Hoeveel tc minder dan een Parij- j
zenaar!
O zeker, Robinson is een Zondagsche ple-
zier-gelegenheid voor stads-menschen, dat
zie je dadelijk al. als je het station uit
stapt, en de dorpsstraat doorloopt, die naar
de restaurants met bewoonbare kastanje-
boumen leidt. Aan weerszijden van oic
dorpsstraat allemaal krampjes, stalletjes,
open winkels met prentbriefkaarten, souve
nirs, feest artikelen; banketbakkers-zaken,
die hun lekkers uitstallen; grootere en
kleinere cetgelegenheden waar mossels tc
krijgen zijn, en waar de pommes frites zoo
voor uw oogen op straat gebakken worden
op een fornuisje, en op een papieren bordje
aan de liefhebbers overgereikt worCcn.
Café's natuurlijk om de vier huizen écn, en
in de meeste gramofoons, die uitlokkend-
sentimentcel of wel oorverdoovend schel u
naar -binnen roepen.
Zoo'n aankomst van een Parijschen trein
in Robinson is werkelijk een plezier op zich
zelf. Ga in eeD van de vele cafétjcs zitten,
buiten natuurlijk, op het terras, en zie dan
de Parijsche jeugd langs u heen trekken,
die zich vermaken komt. Jongelui zoo van
tusschen de 16 cn de 25, bij paartjes de
nicesten, bij groepjes ook, troepjes jongene
alleen, troepjes meisjes alleen, even goed.
Eerst naar de bosschcn natuurlijk!
Te voet Of per ezel 1 Of per paard 1 Of
per zelf-bestuurd rijtuigje Er is keuze
in overvloed! En het is allemaal even ple
zierig en allemaal even ongewoon, cn alle
maal even „landelijk" ten minste wat
een ZondagBch Parijzcnaar zoo onder „lan
delijk" verstaat!
De jongens en de maunen, die zich in
Parijs al voorgenomen hebben om te gaan
paardrijden in Robinson hebben voor de
gelegenheid een paar keurige rijlaarzen
aangetrokken. En anders dragen ze toch
zeker een paar beenkappen. Er zijn maar
heel enkele slordigen, die zoo maar op
een paard springen, met slobberende
broekspijpen ovw gekleurde sokken en lage
schoenen. Maar allemaal, hoè ze ook ge
kleed of niet gekleed zijn, ze doen kranig,
allemaal zonder onderscheid; zo trekken
een gezicht alsof ze het heel gewoon vin
den, alsof ze hun heele leven nooit anders
zich over den aardbodem voortbewogen
hebben dan op den rug van een paard ge
zeten.
Zelfs de juffrouw, die de paarden ver
huurd, doet mee aan dien indruk van echt
heid, en heeft zich voor de gelegenheid
een écuyère-uiterlijk gemaakt: het haar op
gestoken in een hoogen chignon, hooge rij-
laarzen aan, een zweep in de hand het
RECLAME. -
5811
W
Tijdige komst is Uw belang -^3
J Beste.lingen worden zoogewenscht per St.-Nicoraas- g
avond aan de opgegeven adressen bezorgd.
lijkt heusch wel wat op een echte circus-
juffrouw Als ze nu maar niet zoo'n dood
gewoon flanellen huisjaponnetje erbij aan
had En je moet de jongens zien, die
een karretje met paard gehuurd hebben, om
met hun meisjes uit rijden te gaan! Je
moet ze zien zitten met de leidsels in hun
hand, en een klein air van onachtzaamheid
op hun gelaat een paard besturen Een
klein kunstje 1 Vooral als je gewóón bent
veel uit rijden te gaan, nietwaar
En je moet de meisjes zien in de kar
retjes! Die hebben weer heel andere zor
gen. Die moeten er aan denken, dat ze zóó
gaan zitten, dat zc^iun klceren zóó schik
ken, dat hun beentjes in dc zijden kousjes
en met tie hooggehakte schoentjes e£ aan
op z'n voordeeligst uitkomen want die
beentjes zijn zéér zichtbaar in zoo'n open,
hoog karretje. Dan de lipjes nog eens even
wat rood aangezet, het poederdonsje nog
eens even langs wangen, neus en voorhoofd
geaaid, en klaar zijn ze voor de buiten-
genoegens 1
Er zijn er echter ook, die niets voelen
voor zoo'n keurig rijpartijtje. Die willen
liever te voet de bosschcn in loopen en daar
wat stoeien, krijgertje spelen of boompje-
verwisselen. Of die willen gaan rijden op
een ezeltje
O, die ezeltjes! Ze staan zoo lief en
goauldig op een rijtje te .wachten, vast
gebonden aan een rek op zij van het huis
van hun baas. Het verwondert je niets,
dat er uit alle meisjes-tasschen en uit alle
jongens-zakken stukjes suiker to voorschijn
komen, die de lieve, geduldig-wachtende
ezeltjes ter versnapering worden aingeBo-
den. En het verwondert je aslfs niet, als
je ziet, hoe een meisje een heel klein
ezeltje, het kleinste van allemaal in de rijv
stilletjes gauw een zoen op z'n zachtea
neus duwt. Wee echter, wie straks door
z'n onhandighe'd eens ezeltjes ong uojzgen
opwekken zal! Blijf maar eens zitten, als
zoo'n dier met z'n achterpooten in de hoogte
springen gaat! Maar zoo'n rolparty is
immers op zichzelf toch óók wear oen bui-
t en vermaak! Nu, zeker en gewis voor
de omstanders I
O. en dan kan je schommelen in Ro
binson, en wippen, en je kunt er op gekleurd-
papieren trompetten blazen, en met gekleurd-
papieren geesels zwaaien, en met een ge
kleurd-papieren muts proaken. En dan is
er de bosch-fotograaf, waar je je te peard,
te voet, in een karretje, of wel in een
kartonnen vliegmachine kunt laten kieken.
Twee minuten wachten mair, on 't portret
is meteen klaar!
En na veel pret van rijden, stoeien en
dansen, gaan ze even wat russen in zoo'n
hoog prieeltje in een boom. Het aardigst
zijn natuurlijk de prieeltjes voor tweel die
zyn er echter niet veel. Maar daarentegen
heeft ieder buiten-cafétje zyn met dikke
letters aangekondigde „bosquets" kleine,
dichtbegroeide prieeltjes in den tuin, speciaal
zoo bedoeld als veilige omschutting aan
jonge liefdes-idyilen.
En als dusdanig getolereerd, en gerespec
teerd!
Tegen dat de zon ondergaat, tagon dat
het wat kouder gaat worden) in dezen tijd
in den 2omer veel en veel later natuurlijk!
ziet ge langzamerhand de Paryzenaars
weer den kant van het station optrekken,
naar een .van de vele extra-treinen, die hen
huiswaarts zullen voeren. Zo sen er nu
een beetje anders uit dan toen ze kwamen:
moe cn voldaan, mot wat verwarde, ver
fomfaaide kleeren, ontkrulde kapsels en
slente-renden gang.
En dan, waar zyn ze gebleven, al die
troepjes jongens apart, en die troepjes
meisjes apart? het zijn bijna enkel maar meer
paartjes, die naar Parys terug gaan, en
het zyn er zóóveel meer dan er gekomen
rijn! Ook dat, o dat vooral js het
genoegen van oen Zondag ia Robinson!
ik wed, dat hadt u trouwens al wel be
grepen!
Jammer, jammer, dat die buiten pret nu
weldra weer gedaan zal zyn, dat ook hier
woldra do winter komen gaat Dan ligt
Robinson doodsch en verlaten en eenzaam
als ieder ander klein, onbete?k%end dorpje
in do omstreken van Parijs. Dan zijn de
hooge kastanjehoomen leeg, de restaurants
zijn gesloten, de paartjes staan op stal. In
do bosschen is hot nat en guur, de foto
graaf is weg.
Nog oen of twoe mooie Zondagen, en 't
is godaan! Geloof maar, dat daarvan gepro
fiteerd zal worden! Want het is lang wachten
tot de volgende lente!
M. DE ROVANNa
Parys, October '25.
September zegt de kalender. Hel zal dus
wel waar zijn; anders een weer,, een kou,
als in den regel pas in November. Zoo guur
cn onaangenaam, dat zelfs de zomer er van
schrok, geen tijd had kalmpjes afscheid te
nemen, maar overhaast er met den sneltrein
vandoor ging Het groote schouwtooneel bui
ten is dan ook reeds vroegtijdig verlaten.
Acteurs en publick, de duizenden toeristen
ftii alle hoeken der wereld, zijn met be
kwamen spoedig huis toe gereisd. De figuran
ten, bergers en bergères, kaasboeren met
hun attributen, de kudden koeien en geiten,
paarden, muilezels en schapen, hebben voor
het einde der voorstelling ook de biezen ge
pakt. In den regel worden pas half Sep
tember de hooge alpenweiden verlaten, vpor
één maand de najaarskwartieren, een dui
zend meter lager, betrokken, om ten slotte
omstreeks 20 October de warme stallen be
neden op te zoeken. Maar nu is alles reeds
in vollen aftocht. Op de weiden rond ons
huis weder het herfstconcert, het klokken
spel der koeien. Een melodieus geklingel en
gobimbam der zware dof klinkende gewel
dige loupins, groot als kerkklokken, van de
kleine, hoog cn fijn als tafelbellen. Aeolus-
harpen als men ze uit de verte hoort, maar
een jazzband wanneer onder de ramen ze
je 's morgens plots doen ontwaken.
En op het looneel zelve reeds changement
de decors, wordt alles in orde gemaaktrvoor
het winterseizoen. De reuzen op den ach
tergrond weliswaar nog niet omhangen met
de Iraditioncelc lange hermclijnmantels,
maar de allerhoogsten zijn toch al gehuld
in een honlkraagje, de- schouders bedekt
met witte pellerines.
En nu buiten het spel gedaan is, hebben
in de stad de Muscn do kunsttempels ont
sloten. Het winterseizoen is ditmaal flink
(Uit 't Fransch van GUY CHANTEPLEURE).
Geautoriseerde vertaling van W. H. C.
7 4d
Ze zei dus, dat Willem veel over Phyllis
had gesproken, hij had dit gevraagden
dat gevraagd.... hij werkte hard.... zijn
uitvinding bracht ongedachte resultaten..
Wat kon zij anders „vertellen", aangezien
zij niets mocht zeggen noch van den voor
genomen tocht, noch van het schrijnende
gevoel van spijt van Willem
En zijn laatste reis? Heeft hij je niet
verteld, wat hij op Corsica is gaan doen,
Jacqueline?
Weineen
Heeft hij je gezegd, dal hij me een
beetje mist?
O zeker; bij mist je erg.
Hoe. heeft hij dit gezegd, Jacqueline?
Jacqueline glimlachte.... zij begreep
het al!
■Nu..'., zijn woorden herinner ik me j
niet goed meer, Phylleke.... Hij zei. dat
zonder jou het huis'hem zoo treurig en leeg
scheen
Wat antwoord je raar, Jacqueline, j
fluisterde Phyllis, 't Is net.... of je iels i
voor mc wilt verbergen.... Hij is toch
niet ziek?
De manier, waarop zij die vraag stelde,
was even bezorgd als de gedachte, die er
aan ten grondslag lag en die in haar geest
plotseling alle- andere vragen overhcerschte.
En het antwoord kwam spontaan, alsof
ciit haar verlegenheid en haar vage ant
woorden rechtvaardigde of scjieen ie recht
vaardigen; het gaf haar verlichting.
Nu is hij weer in orde, maar hij heeft
een klein ongeluk gehad.
Zij uitte een kreet.
Is hij gewond?
Weineen, hij is niet gewond, een klein
sneetje in zijn voorhoofd.... 't Is bijna
niets; ik had je.het niet eens moeten zeggen.
De arme Jacqueline had al spijt van haar
oprechtheid.
Phyllis was doodsbleek en wilde naar
Willem gaan, vanavond nog. dadelijk
Zachljes nam juffrouw Albir» de hand
van haar vriendinnetje.
Kindlief.'zei ze, nu moet je eens goed
naar me luisteren: ik geef je mijn woord
van eer, dat Willem niets anders dan een
onbeduidende schram heeft en dat die weer
is genezen, dat hij weer uitgaat, als een
volkomen gezond mensch.... Als je zoo
naar hem toe gaat, om aan een gril toe te
geven, zal je.
Jacqueline vroeg zich af of het wel waar
was, wat zij ging zeggen, en loen dacht zij:
,,Ja, 't is waar; hij zou ontstemd en ver
drietig zijn. in weerwil van alles...." En
zij voleindigde haar zin:
Je zoudt hem ernstig ontstemmen.
en liij zou het mij zeer.kwalijk nemen!
Phyllis was wat kalmer geworden
Goed dan, zei ze, vanavond zal ik
niet gaan. Maar daar je me verzekert, dat
hij weer genezen is en uitgaatkunnen
we elkaar ontmoeten, zonder dat dit bij hem
of bij jou behoeft te zijn.
Zij ging aan haar bureau zitten en
schreef:
„Mijn beste vriend. Morgen zal ik om
negen uur in het Pare Monccau zijn( hel
ronde plantsoen bij la Haumachie)Zorg
dat je daar dan ook bent of doe me een
ander middel aan de hand je le ontmoe
ten. Ik wil je zien.Als dat niet ge
beurt, zal ik een dwaasheid begaan.
„Je zeer toegenegen
PHYLLEKE".
IV.
Vóór negen uur liep Kerjean op en neer
in de rue Velasquez, aangezien hij PhyLlis,
die uit Jacquelines huis kwam, bij dezen
ingang van het Pare Monceau moest op
wachten. En hij wachtte.
Zonder zelf opgemerkt te worden, zag hij
haar gracieus uit haar auto komen; zij was
met Jap bezig en gaf orders aan Laurent.
Toen liep zij, vergezeld van het hondje, dat
om haar heen sprong en waarvan de bel
letjes van zijn halsband rinkelden, naar
het hek.
Zij droeg een nauwsluitend, eenvoudig
coslume-lailleur, waarvan de voortreffelijke
snit zelfs aan een oningewijde als Willem,
den eerste:rangs-klecrmaker verried Het
kostuum was als aan haar lichaam gegoten,
zonder echter haar lenige en harmonieuze
bewegingen le bemoeilijken. De ruime, gol
vende plissés van een jabot kwamen uit het
j&cquette te voorschijn; een groote. losse
anjer was op het revers gespeld en dit wei-
nigje wit verlevendigde de sombere kleur
der rouwkleeren. Onder het kleine, zwarte
hoedje met kostbare aigrettes, schitterden
het zonnige goud van haar zware haar,
haar rose teint en het levendige rood van
haar frissche lippen.
Willem vroeg zich af of Phyllis mooier
wa? geworden. Het scheen hem toe haar
nooit te voren zoo fijntjes, zoo knap en
trots haar rouwkleeren zoo verrukkelijk
jong en frisch le hebben gezien, als hij haar
thans in '_t licht van dezen Mei-ochtend zag.
Met een zekere ironie moest hij consta-
tecren ontelbare malen had hij dat al
gedaan hoe goed het bezit van een for
tuin aan haar was besteed.
Hoe ongerijmd het ook was. hij kon niet
nalaten tot zichzelf te zeggen: „Een klei
nigheid verstoort dat mooie geheel, <he deli
cate luxe, die haar in een nieuwe atmosfeer
plaatste: 't is Jap, die wel een heel lief en
verstandig hondje is, maar geen kostbaar
hondje.... Jap, die ze van mij heeftl"
Waarschijnlijk zal Jap het wezen, dat
hem boven alles op aarde dierbaar is. nooit
van deze weinig vleiende opmerking ver
denken. Plotseling had het hondje, hevig
blaffende, het op een loopen gezet.... het
had zijn meesier ontdekt en was dol geluk
kig, weer hij hem te zijn.
Met een kreet van verrassing zei Phyllis:
Ben jij daar?En nu al?..!.
Haar bekoorlijk teint verdween onder een
hevigeq, diepen blo9. Zij was ontroerd en
zij hijgde eenigszins.
Ik dacht, zei Willem laconiek, dat je
niet anders dan hier langs kon komen.
Hij nam haar arm en zij gingen naar het
tweede hek, waar, dieper in, het met zon
licht overgoten lentegroen van het park
zichtbaar werd.
Zij gingen rechts af, in de rondom het
park loopende laan.
De schaduw der boomen mengde zich
met het licht, en trilde luchtig cn doorzich
tig als bloemen van een kanten sluier op
het zand en de grasperken. Een frissche,
sterke geur steeg uit eeu groep muur
bloemen.
Een parkwachter maakte er hen opmerk
zaam op. dat Jap riet los mocht loopen.
Ik had hot vergelenmaar ik heb
een riempje bij me. zei Phyllis.
Zij hielden stil en Willem kreeg van
Phyllis het dunne, gevlochten riempje. Hij
bukte zich ,tot hij bijna op zijn knieën lag,
om het riempje aan den halsband van Jap
te bevestigen, die zich oneerbiedig verzette
legen de voorschriften der politie. Om vrijer
in zijn bewegingen te zijn, had Willem zijn
hoed naast zich gelogd tegen den rand van
het grasperkPhyllis zag de kleine wond
die nauwelijks dicht was en die over voor
hoofd en wenkbrauw cn even over het oog
lid liep.... Zij had die dadelijk gezien,
zoodra zij naar hem keekDie wond
ontroerde haar en deed haar van angst en
loederheid trillen. Zoo gaarne had zij haar
lipper er op gedrukt.maar zij deed haar
best om haar ontroering en angst te ver
bergen. uit vrees, dat hij Jacqueline zou
verwijten er te veel drukte over te hebben
gemaakt, en dat Jacqueline een volgende
maal nog geheimzinniger zou zijn.Maar
zij was blij, dat Willem, die zich over Jap
boog. niet op haar gezicht kon lezen. Zij
wachtte eenige oogcnblikken om haar slem
vaster te doen worden en haar blik af te
wenden. Toen Willem met het riempje in
de hand opstond cn geprikkeld was door het
getrek en gespring van. Jap, die voelde, niet
•meer vrij te zijn, zei ze op een toon, die zij
uit vrees om haar gevoelens hiet te kunnen
verbergen, overdreven kalm deed zijn:
Dat wondje is dus weer genezen, niet
waar? Jacqueline vertelde me, dat je een
ongeluk hebt gehad.
Ja, dat is weer in orde, bevestigde
Willem; het had overigens ook niet veel te
beduidencn Jacqueline had je er nietf
van moeten zeggen
(Wordt vervolgd).