Humor uit het Buitenlands RECHTZAKEN. De Jansens gaan verhuizen. Verhuizen? En de menschen hier begonnen hen Jow Pc leer en kennen? V. Daarom gaan ze ook weg, (London Mail), Eerste visscher: Waarom zoek je een ander plakkie hees?, Tweede visscher: Nou, ik kan het daar bij Piet niet a uithouden; hij maakt me zenuwachtig. De kerel heit de biltr en dat laat z'n dobber heen en weer gaan of hij telkens vree? beet helt. (London Opinion); Oude Qeer, dje met een krak ergens op is gaan zitten: Goede hemel, ik geloof dat ik^~ Medereizigster, tot haar zoontje: Nouw, WuIIem, hè'fc jé nou niet gezcid dat-je niet met die eiere mos speule? (London Opinion) Dc doorzagcr: Heb je geboord, dat een vriend van me v de vorige weck z'n kaak ontwrichte met gapen? De doorgezaagde: Waar praatten jullie toen óver? (Humorist) Tante: En hoe vindt je het boek dat ik je mei je verjaafe dag gaf7 i Neef: Weet niet, heb het nog niet bekeken. Tante: Wat! Waarom niet? Neef: Omdat moeder zei dat ik er niet aan mocht komen -Tooi ik m'n handen gewasschen bad. (Punch) Tactloos gastvrouw, tot vriendin, die hoofdzakelijk om' haar nieuwe bont te laten bewonderen, kwam theedrinken: Is Pnkkie niet dwaas? Sinds we met hem naar buitea' zijn geweest, maakt de gedachte aan ccn konijn hem al dol. rPpccin«r Show) ingezet. De 6de jaarvergadering van de S. D. N., de aanwezigheid van tal van hooge gasten was de aanleiding eens bijzonder goed yoor den dag te komen. Het is begonnen met de tentoonstelling van Roemeensche religieuse en populaire kunst. Na eerst in Parijs vertoond te zijn, is deze kunstverzameling, dank zij de Roe meensche gezant te Bern, tevens gedelegeer de bij den Volkerenbond, nu voor eenigen tijd gehuisvest in bet museum Rath. Dit is het voormalig stedelijk museum, thans in gericht en uitsluitend gebruikt voor kunst tentoonstellingen. Groot is die Roemeensche expositie niet, slechts een vijf- of zestal zaaltjes neemt ze in beslag. Maar de quali- teit vergoedt in allen dcele de quantiteit. Het voornaamste gedeelte wordt gevormd dcor de afdeeling kerkelijke kunst, met name de reliquiéen uit meerdere kloosters. Prachtige ikons uit dc 14de lot de 18de eeuw, beelte nissen van heiligen, zwaar verguld met ty pische enhaut-relief opgelegde versierselen, vervaardigd uit diverse metalen. Als het pronkstuk der verzameling wordt algemeen bewonderd een iconostase, een groot drie- dcelig scherm van hout, rijk gebeeldhouwd en beschilderd. Dan verder missels, mis boeken, bekers, crucifixen en niet te ver gelen schitterend geborduurde dekkleeden, alkomstig van de graftombes der vroegere heerschers. Ook de goudsmeedkunst speelt blijkbaar in het Roemeensche leven eenl voorname rol, getuige de aanwezigheid van*1 tal van edele metalen en gesteenten ver vaardigde preciosa. Heel mooi en voor naam zijn ook de tapijten, door tcckening en kleur iets zeer aparts. En dan de inte ressante collectie van nationale kleeder- drachlen, de een al mooier gestikt dan de andere, geduldswerk van artistieke vrou wen. Byzanlynsche zoowel als Russische invloed is niet te ontkennen, maar veel in deze kunstproducten van een volk, a'fstam- mende van de Romeinen, spreekt van Italië, herinnert aan de Florenlijnsche pri mitieven. De ceramiek, de antieke zoowel als de moderne, verraadt in vorm maar bovenal in teekening verwantschap met de kunst der oude Grieken. In zekeren zin kan men analogie consta- tecren tusschen de kunstuiting van dit volk en do geographische ligging van het land. Opmerkelijk zeker, dat daarentegen be ïnvloeding door Aziatische kunst niet te bespeuren valt. Juist het stemmige, het weinig bonte van deze tapijten en handwer ken is karakteristiek. Maar weinige en slechts gedempte kleuren; het groen in di verse tinten speelt een hoofdrol. Groote eenvoud in motieven, strenge styleering, neigens overlading. Eenvoudig sober, *r- tislick zijn ook de gebruiksvoorwerpen vor- vaardigd door de landelijke bevolking. Een beschouwing overwaard is de nationale dracht der vrouwen. Hier domineert het wit. Eigenaardig, waar de Zigeuners, mu sici bij de gratie Gods, een niet onbelang rijk percentage der bevolking uitmaken, dat op deze tentoonstelling van volkskunst producten op muzikaal terrein vrijwel ge heel ontbreken. Enkele panfluiten is alles, wat het rijk van Euterpe vertegenwoordigt. Een aantal tcekeningen en photo's ver télt ons het een en ander van hun oude kerken en kloosters. Hier spreekt de nabij heid van het Byzantium. Veel versiering met fresco's, tot zelfs op de buitenmuren. Ook het Grand, Théatre heeft bij de ope ning van het seizoen 't beste beentje voor gezet met een tiental voorstellingen van de Italiaansche Opera, de troep, het orkest en koor van het Scala uit Milaan. De Barbier dc Séville, Don Pasquale, Rodora, le Secret de Susanne, Rigolello en le Mariage Secret werden op voortreffelijke wijze, in de puntjes verzorgd, ten gehoorc gebracht. Dank zij de medewerking van het hoofdbestuur van den franschcn Post- en Telegraafdienst, waaron der ressorteert de telegraphie en telephonie zonder draad, konden deze opvoeringen door de sansfilisten van nagenoeg geheel West- Europa beluisterd woTden. De transmissie geschiedde door drie op het tooneel geplaat ste microphones, in directe verbinding met Cointrin ('t radio-station bij Gcnève) en Pa rijs (Ecole Supérieure P. T. T.) en van daar uit verd^- naar den Eiffeltoren, naar Lyon, Toulouse, Marseille en Grenoble, afstanden van 1350 tot 1500 K.M. In een kring van 2000 K.M. rondom Parijs en 1000 K.M. om de andere genoemde zendstations, van Noor wegen tot in Spanje, kon aldus van de opera te Genève geprofiteerd worden. Bij het ar- rangeeren van deze voorstellingen heeft geen winstbejag voorgezeten. De Assoc. des Inté réts de Genève, als iinpressario fungeerend, wilde den afgevaardigden ter S. D. N. en hel bij deze gelegenheid alhier samenge stroomde publiek op muzikaal gebied eens iets zeer bijzonders offreeren en had niet ge schroomd, groot financieel risico tc Joopen, waar zij 330.000 fr. Fr., ongeveer 80.000 fr. Zw., in dit zaakje gestoken had. Maar de op komst van degenen, voor wie in de eerste plaats de voorstellingen gegeven werden, was eenigszins teleurstellend, zoodat per saldo voor de Assoc. d. I. d. Gen. het op een Ideinen strop uitgcloopen is. Misschien ook dat waar dc bioscoop 't tooneel dood drukt, vcor de opera bouffe geen raison d'etre meer bestaat. Bovenvermelde hulp van de Fransche P. T. T. kon des tc gemakkelijker verleend wor den, wijl met de Assemblée van de S. D. N. samenviel de Exposition Internationale du T. S. F., Cincmatographie et Machines Parlan- tes. Gedurende een tiental dagen was de Plape Ncuve onveilig door het lawaai van de luidsprekers op het Palais Electoral, bin nen welks muren door binnen- en buitenland bijeengebracht was alles, wat van eenige be- teekenis is op het gebied van T. S. F., Cinema en Gramophoon. Zeer belangrijk waren de inzendingen van de Fransche, Italiaansche en Zwitsersche regeeringen. Voor het groote publiek, met voldoende technisch onderlegd om de wonderen der „draadlooze" te kunnen apreciceren, maakten cinema en gramo phoon de attractie uit, waar nieuwe films uit de eerste studio's, lezingen en concerten op een genocgelijke wijze de menschen bezig hielden. Op het terrein van die Machines Parlantcs heeft de Zwitsersche industrie een bijzonder goed figuur geslagen, hetgeen wel te verklaren is. Tot in het laatst van de vo rige eeuw was in Genève en de aangrenzen de gedeelten van de Jura de vervaardiging van allerlei uurwerken, speeldoozen en me chanisch speelgoed een voorname bron van inkomsten. Toen brak er een crisis uit in de industries zoodat in de Jura, met name in St. Croix en omgeving:, een groote nood, een lang durige werkloosheid ontstond. Die crisis viel samen fiiet de verschoning van de Tjhonograaf. St Croix, beschikkende over een arbeidersbevolk'ng, sinds geslachten ge traind in de fabricage van z.g. articles ue précision* daarenboven over goedkoope wa terkracht, wierp zaoh nu op dco nieuwen concurrent, die dreigde de oude industrie tenslotte geheel ta verpletteren. Onvermoeid werd gestreefd naar verbetering van de toen nog zeer primitieve en onvolkomen toestellen. Eb het succes bekroonde den arbeid, waar thans niet minder dan 60 pet van de wereldproductie der gramophones fen deel valt aan St. Croix, ongeveer 2000 arbeiders er een goed stuk brood mee ver dienen. Een lichtpunt in den zwaren strqd om het bestaan voor de in zoo sterke mate gehandicapte Zwitsersche industrie, waar althans op dit terrein zij zich tegen de sterkste concurrenten wist te handhaven. En nu, in aansluiting van dit praatje over ton toonstellingen, tenslotte nog een mede- deeling. Het volgend jaar zal een vnrige wensch van Genève vervuld worden, waar het kapitaal, benoodigd voor een eig^n per manent tentoonstellingsgebouw, eindelijk vol- I teekend is. Achter het Palais Electoral zal op het plein van Plainpalais dra een statig j gebouw verrijzen, dat, behalve tal van kleine zalen een groote hal van 103 meter bq een breedte van 71 meter zal bevatten, met rondom een galerij ter breedte van 12 meter. iWaiaieer met een paar jaar dan ook het nieuwe Huis der Volkeren voltooid zal zjjn, zal onze mooie stad, bjj de reeds in grooten getal6 aanwezige, twee» nieuwe paleizen be* zitten, waarop ze trotsch mag zyn. Tegen aller verwachting 2a 1 het nieuwe Palais des NatioD9 waarschijnlijk niet naast het ge bouw der B. I. T., maar in de Onmiddellijke nabjjheid van het huidige Secretariaat ge sticht worden. Op het laatste moment schij nen de plannen gewijzigd, 't Oude Hotel National, waarin thans 't Secretariaat is gevestigd, is tot 15 November uit de hand te koop voor de som van 4.5 millioen frs. Indien er geen kooper opdaagt, zal het Se cretariaat slechts verbouwd worden. Want niettegenstaande zqu respectabele afmetingen is er toch nog gebrek aan ruimte, waar, volgens den secretaris-generaal, men meer dan honderd bureaux te kort komti Het nieuwe paleis met de uitbreiding van het Secretariaat zal slechts het bagatel van een twaalf millioen kosten. De gezamenlijke be lastingbetalers van de geheele wereld zijn er goed voor. Genève, September 1925. Dr. KLAUS. amsterdamsche rechtbank. De moord op den Overtoom in 1615. (Vervolg van gisteren). -De Verdediger steil dan nog eenige vra gen aan den deskundige en toont deze een kaart waarop Busch eigenhandig eenige aanleekeningen heeft geschreven, nl. „drui- vensuiker in urine", dan den naam vaneen geneesmiddel bij suikerziekte, en de woor den „commissaris waarschuwen als er iels gebeurt". Prof. Brouwer herinnert zich riiels van verschijnselen van suikerziekte bij Busch. Vervolgens hoort de rechtbank dr. Bak ker, een der arisen, die Busch tijdens zijn verpleging in het Binnengasthuis hebben behandeld. Deze verklaart, dat een passage in de .ziektegeschiedenis over huiduitslag niet betreft iels wat geconstateerd is, maar berust op mededeelingen van den patiënt. Dr. Meursingh, opnieuw gehoord, ver- blaart daarna op een vraag van den verde diger, het niet wel mogelijk te oordeelen, dat een leek een beschrijving zooals be klaagde gegeven heeft van de verschijnse len waaronder Busch slierf, zou kunnen fantaseeren. Mr. Port opnieuw gehoord, verklaart dat de vordering van Busch in het faillisse ment van beklaagde nooit als provisievor dering is ingediend maar als arbeidsloon. Busch wilde nl. tegenover de familie Pot niet welen dat hij provisie kreeg voor de door haar verleende hypotheken. Getuige Stap, timmerman verklaart, in 1915 bij beklaagde te hebben gewerkt. Op ccn ochtend zag ik in de garage dat er 's nachts of 's avond9 gewerkt moest zijn. Er lag nl. legen den achtermuur een hoop zand, die er den' avond le voren niel gelegen had. Ik heb toen tot Eelljes gezegd: Hier is wat gebeurd wat de politie niet mag weten of het gaat hier om een smokkelhandel. Hierop heeft Eelljes niet veel geantwoord. Wanneer het precies was weet hij niet meer maar het was wel in den tijd dat verteld werd dat Busch naar Amerika was. Den- zelfden dag dat getuige dien hoop zand zag liep beklaagde met twee verbonden vingers. Beklaagde ontkent in den tijd van de ver dwijning van Busch met een verbonden hand te hebben geloopen. De president herinnert hem adn de ver klaring van dr. Voorhoeve, dat deze hem op 21 October 1915 een hand verbonden heeft; op 22 October is volgens zijn eigen verklaring Busch in zijn handen doodgeble ven. Beklaagde: Ja, loen heb ik mijn hand lusschen de schuifdeuren geklemd. Daarna is gepauzeerd. Het requisitoir. Na do pauze was het woord aan den of- iicier van justitie, mr. Reilingh, voor 2ijn requisitoir. Naar mijn gevoelen, zoo begon hij, heeft het volledige licht over deze zaak nog niet geschenen. Dit is (e meer le betreuren, om dat er verschillende personen zijn, die dit wel hadden kunnen doen schijnen, en het is hun gemakkelijk gemaakt, omdat zij de toezegging hadden, dat zij er geen nadee- lige gevolgen van zouden ondervinden. Te meer is het te betreuren, omdat er in ver band met deze zaak namen genoemd zijn van personen, die daardoor misschien ten onrechte in een ongunstig daglicht zijn ge komen. Spr hoopt, dat het geweten van de genen, die kunnen spreken, alsnog, vóór de sluiting van het onderzoek, wakker moge worden. Hij hoeft in den aanvang de kleine mogelijkheid aangenomen, dat beklaagde's verklaringen juist zouden zijn, maar dit heelt hij moeten loslaten op het oogenblik, toen beklaagde de bekentenis van den dief stal van het geld terugnam, zeggende, dat hij het geld van het lijk heelt weggenomen, omdat hij het zonde vond, dat het in het graf zou gaan. Hiertoe kan zijn motief zijn geweest, dat hij hiermede slechts erkende, het geld te hebben verduisterd, een misdrijf, dat.hem niet ten laste is gelegd en dat trou wens verjaard zou zijn. Bij het verhoor van 9 Januari zoide beklaagde voor den rech- ter-commissaris: ,,lk heb hem beroofd van alle geldswaarden; ook heb ik hem van een ketlingring beroofd, maar verder heb ik hem van niets beroofd." Driemaal gebruikte hij dus het woord berooven, een voor hem zelf zeer bezwarend woord. Op 23 Januari verklaarde hij, dat de haat tegen Busch weer bij hem opkwam; dat hij dacht: nu kuri je het accept krijgen, en dat hij besloot, het geld en andere waarden van hem af tc nemen. Later weer zegt hij, dat hij dat ge: daan heeft uit zelfzuchtige motieven, ook omdat Busch hem en zijn vrouw het leven zoo vergald had. Eenige 'dagen later, zoo vervolgde hij, had ik spijl, dat ik dit gedaan had, en vatte ik de gedachte op, hel voor zijn vrouw en kinderen te bewaren. En weer in een ander verhoor: „Tenslotte ben ik gezwicht en heb ik hem alles ontnomen.' Wij hebben hier dus een tijdperk van 4 A 5 maanden, waarin hij telkens na dit eerst spontaan gedaan te hebben, den dief stal erkende. Er kan hier dus allerminst sprake zijn van een vergissing van hemzelf of van een misverstand van den rechter commissaris. Maar bovendien, die nieuwe lezing wordl ontzenuwd door de getuigenverklaring van den broer van Busch, die bij bekL is ge weest om hem te vragen, aan de weduwe te betalen, wat hij Busch schuldig was, n.l. f 1372. Toen heeft hij gezegd, dat niet te kunnen doen, omdat Busch terug kon ko men, wat hij zeer goed wist. dat onmoge lijk was. Op alle mogelijke manieren had hij aan de familie Busch het geld, dat hij schuldig was, kunnen doen toekomen, zonder dat iemand zou welen, waar hel vandaan kwam Den diefstal bekennende, heeft hij dus den rechter-commissaris de volle waarheid ge zegd. Den diefstal acht spr. hiermede vol komen bewezen. Wij kunnen dus, aldus spreker, de ver klaringen van dezen bekl. niet zoo maar voetstoots aannemen. Wij hebben hier een bekl., die voorgeef!, boete le doen voor God en voor zijn aardschen rechter de volle waarheid (o willen zeggen. Een dergelijke beklaagde mag in dien zin zijn verklaring gen niot wijzigen. Ook zijn gedenkschriften, waaraan spr. ondanks den gezwollen stijl zeker primitief talent voor schrijven niet kan ontzeggen, bevatten wel degelijk aanwijzingen, dat bekl. Busch opzettelijk heeft gedood. Anders laat het zich toch ook haast met denken, dat bekl. niet onmiddellijk de autoriteiten er bij zou hebben gehaald. Hoevee! bete» zou zijn zaak er dan hebben voorgestaan, als -vast was komen te staan, dat hij den man bij ongeluk had gedood. Hoe is het, als dit het geval is geweest, mogelijk, <J»f men twee uur daarna het lijk neg wei vol ledig berooft, een biertje gaat drinken, den volgenden dag volledige inlichtingen gaat |egoven over het vertrek van den overledene naar Amerika? De berooving wijst cr geheel op, dat bekj, don dood van Busch heeft beraamd om riem daarna te berooven. Het laat zich niet de®* ken, dat men iemand, dien men in dolle drilt doodt, berooft. Wettig en overtuigend bewezen. De officier acht moord overtuigend en wettig bewezen. Dit allee betreft echter nog slechte hei overtuigend bewijs; maar spreker meent, dat ook het wettig bewijs geleverd is. HfJ wil er nog op wijzen, dat Muylwijk zeer korten tijd, nadat hij vernomen heeft, dal er geluigen aan het spreken waren gegaan, zijn houding gewijzigd heelt Beklaagde fa teruggekomen op verschillende verklaringen vroeger afgelegd, waar spreker ook sterke wettige aanwijzingen doet. Daarbij komt de allertreurigste financieele toestand, waarin beklaagde gelijk in rechten vast is komen te slaan, in het najaar van 1915 was komun te verkeeren. Wel had hij van het CrédK Mutuet pas f 4000 gekregen voor den af bouw van hot perceel aan den Overtoom, maar dit was zoozeer een druppel op een gloeiende plaat, dat hij zelfs uitstel van zijn electricileitsrekcning moest vragen. Be klaagde wist, dat Busch, toen deze bij hem kwam, zeer veel geld bij hem had. Hij heeft het voor den rechter-commissaris erkend, al heeft hij er later van gemaakt: Ik wist, dat Busch gewoonlijk veel geld bij ach had. Dit wist hjj ook uit eigen waarneming. Het verbetering brengen in zijn treurigeo financieelen toestand kan dus voor bekl. een motief rijn geweest om Busch van het leven te berooven. Verschillende getuigen, met wie Busch op den dag van zijn ver dwijning in aanraking of gezelschap is ge weest, hebben eenstemmig verklaard t« hebben gezien, dat hij duizenden guldens tqj zich had, wel f30.000 minstens. Het bezit van zulk een bedrag zou eea or.tzettenden omkeer in bekl.'s financieelen toestand moeten brengen. We 2agen echter het tegenovergestelde. Bekl.'s financieele toestand was na den dood van Busch niet noemenswaard veranderd.Daaruit kan dam ook geen andere conclusie worden getrokken, dan dat dit groote bedrag verdeeld moe# zrjn onder.meer personen, die bij dit r* plot betrokken rijn geweest Een complot Spr. meent dan ook, dat het complot en dus voorbedachte rade aanwezig was. Uit de wijze, waarop beklaagde gepoogd heeft do politic om don tuin te leiden tot riet overbrengen vande kist naar den kuil, bljjkt ook, dat hij niet den persoon wil noe men, die bij het complot betrokken wa Het is toch niet aan te nemen, dat ie kist van een omvaDg van 90 bij 60 au EO cM. door één persoon in den kuil w»ï te krjjgen. Hoe was de verhouding tusscheu Ssaak en beklaagde? Hier is in het geheel ral.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 10