PUROL BINNENLAND. Scheren Burgerlijke Stand v. Leiden. RECHTZAKEN. LONDENSCHE BRIEVEN. b. het inrichten van waschhuizen, waar voor de arbeidersvrouwen gelegenheid be staat haar wasch zelf te behandelen. Tegen beide systemen geldt, principieele bedenkingen daargelaten, als voornaamste bezwaar de zeer aanzienlijke uilgaven, welke de op- en inrichting zouden mee brengen en het groote risico, dat zou worden geloopen, zonder de zekerheid, dat een der gelijke proef zou slagen. Een besluit tot op- en inrichting van een gemeentelijke waschinrichting of van waschhuizem zouden B. en W., alleen al met het oog op de gemeentelijke financiën, in strijd achten met het belang van de ge meente. Op grond van een en ander is hun Col lege van oordeel, dat bestendiging van het waschbureau in zijn tegenwoordigen vorm gewenscht is, d. w. z. dat het waschbureau als „tijdelijke" instelling blijft behouden, zoodat, mocht te eenigen tijd blijken, dat het waschbureau niet meer in die mate in dc behoefte van de burgerij voorziet of voor de gemeente financieele nadoelen mocht medebrengen, een nadere beslissing zal kun nen worden genomen. Wordt dienpveTeenkomstig besloten, dan moei worden overgegaan tot vaststelling van een verordening, waardoor een administra tieve en financieele regeling wordt verkre gen, welke meer in overeenstemming is met de voorschriften van Gedeputeerde Staten en de bepalingen der Gemeentewet. Demping van een sloot aan den Morschweg, aanleg van een Plantsoentje, enz. Geruimen tijd werden reeds onderhande lingen gevoerd met den Minister van Oorlog om te kunnen bevorderen dat aan onze ge meente de aan het Rijk tocbehoorende noordelijke helft van de sloot langs het Mili tair Ijospitaal werd afgestaan, teneinde tot een behoorlijke verbetering van het gedeelte van den Morschweg daar ter plaatse te ge raken. Nog voordat B. en W. van den Minister van Oorlog eenig antwoord mochten ont vangen, bereikte hen een schrijven van den heer T. Groeneveld, als secretaris van de Sociaal-Democratische Raadsfractie, waarin de wenschelijkheid werd uilgesproken om bij demping van de sloot langs het terrein van het Militair Hospitaal den voortuin van dat 'Hospitaal in 'te richten tot wandelpark. Aangezien B. en W. voor dat denkbeeld wel iets gevoelden en de gemeente, indien zij de beschikking over den voortuin voor het beoogde doel kon verkrijgen, bovendien ont slagen zou zijn van de plaatsing van een kostbaar ijzeren hek op sleenen voet, ter afscheiding van het terrein van den open baren weg, wendden zij zich tot den Rijks gebouwendienst, met verzoek te willen be vorderen, dat de voortuin van het Militair Hospitaal lot wederopzeggens aan de ge meente in gebruik werd gegeven, ten einde tot wandelpark te worden ingericht. De zaak is tot een goed eind gebracht. Het Rijk verklaart zich thans bereid de hem toebehoorende helft der sloot vóór het Militair Hospitaal aan de gemeente in eigen dom af te staan tegen betaling van een som van f 10 en onder cenigc voorwaarden, waar tegen dezerzijds geen bezwaar bestaat. EvcneeDS is het Rijk genegen den voortuin van het Militair Hospitaal aan onze ge meente tot wederopzeggens in gebruik te ge ven, ten einde tot wandelpark te worden in gericht, zulks legen betaling van eene jaar- lijksche recognitie ad f 100 en onder voor waarde, dat rond de in den voortuin slaan de portierswoning met bijbehoorend tuintje een eenvoudig hek wordt geplaatst, terwijl ter weerszijden van het Hoofdgebouw ter afscheiding van het achterterrein een twee tal eenvoudige hekken dient te worden ge maakt. Het onderhoud van hel wandelpark komt uit den aard der zaak voor rekening van de gemeente. Indien de Raad met ons van oordeel is, dat de voorwaarden aan dezen koop en deze ingebruikgeving verbonden, aannemelijk zijn kan tot de voorgenomen verbetering van het gedeelte van den Morschweg gelegen tus- schen de Paul Kmgerslraat en de Morsch- poortbrug, alsmede tot de inrichting van het wandelpark worden overgegaan. De kosten, verbonden aan de demping van de. sloot langs den Morschweg en van een gedeelte van de sloot langs den Morschsin- gel, die van straatvcrbrceding, van inrich ting van het wandelpark, van het plaatsen der hekken enz., worden door den Directeur der Gemeentewerken geraamd op f 14550, terwijl de jaarlijksche kosten van onderhoud van het park naar de meening van de Com missie van Fabricage kunnen worden be paald op f 400, verhoogd met het bedrag der jaarlijksche recognitie ad f 100. RECLAME. PfKTPR'c 7alf verdrijft onuitstaanbare ruóicnd LClll kwellingen van Aambeien en gaat ontsteking tegen. Inderdaad een pro baat geneesmiddel p doos f 1.75, p.tubc f 1. 5335 Onderscheidingen. Benoemd zijn tot commandeur in de Oranje-Nassau-orde mr. E. O. J. M. baron van Hövell tot Westerflier, Commissaris der Koningin in de provincie Limburg; tot rid der in den Nederlandschen Leeuw M. J. H. If Paulusscn, lid der Gedcp. Staten van Limburg te Maastricht; tot ridder der Oranje Nassau-orde G. J. Beckers, wethouder te Roermond; mr. dr. K II. M. van Oppen, ad vocaat-procureur te Maastricht; J. N. E. Deckers, mededirecteur van het agentschap der Geldersche Credietvereeniging te Maas tricht; mevr. OldeweltOtten, kasteel „Heyen", gemeente Bergen (L.); J. N. Snac- kers, voorzitter der Kon. Zangvereeniging Roermondsch Mannenkoor te Roermond; tot officier in de Oranje-Nassau-orde Raden Adipali Arioc Dhipokocsoema, regent van Poerbalingga; is toegekend de ©eremedaille, verbonden aan de orde van Oranje-Nassau: in goud aan A. Basting, commandant bri gade maréchaussee te Maastricht; J. H. Stohr, idem te Roermond; J. J. E. Banser, opzichter 1ste kl. gemeentewerken te Maas tricht; in zilver aen J. C. Dirks, fitter gem.- gasfabriek en W. Keizer, bode prov. griffie van Limburg, beiden Maastricht. Samenwerkende Zendingscoip oraties. De hoofdbesturen der samenwerkende Zendingscorporaties hebben besloten om in het vervolg een gemeenschappelijk jaar verslag uit te geven. De onmiddellijke aan leiding tot dit besluit is de drang, om zoo veel mogelijk te bezuinigen. Een gemeen schappelijk jaarverslag kan beknopter zijn dan de som der afzonderlijke jaarversla gen, ook al worden, zooals het behoort, de Zendingsvelden elk afzonderlijk behan deld. Het gemeenschappelijk overzicht, loopen- de van 1 Juli 1924 tot 30 Juni 1925, is thans verschenen en vormt een vrij lijvige bro chure. Achtereenvolgens worden de werk zaamheden er in behandeld van het Zen dingsconsulaat, dat zich een bijzondere plaats in heb zendingswerk heeft veroverd; van het Ncd. Zendeling-Genootschap, op Oost-Java, de Minahassa, Bolaa,ng-Mongon- dou, Posso en Deli; van de Ned. Zcndings- vereeniging, arbeidende in West-Java en Zuid-Oost Celebes; van de Utrechtsche Zendingsverecniging met haar gebieden op Nieuw-Guinea, Halmahera en Boeroe; de prediking op de SaDgi- en Talaud-eilan- den, alsmede van de Rijnsche Zending eD het Zeist er Zendingsgenootschap. Uit het verslag blijkt tevens, dat ook van het binnenland in 1924/25 een groote actie is uitgegaan. Een verslag van den laatsten cursus van de Nederlandschc Zendingsschool besluit het overzicht. Uit de financiën blijkt het volgende: Het Ncd. Zend.-Gen. opende met een na- deelig saldo van f 2190.55, had aan uitgaven f296.066.55, aan inkomsten f241.747.77, zoodat het sluit met een nadeelig saldo van f 55.449.33. De Ned. Zend.-Vcreen. opende met een voordeelig saldo van 133.928.18 en sloot met een nadeelig saldo van f24.671.58. De Utrechtsche Zendingsver. opende met een voordeelig saldo van f 20.529.605, uitga ven 1235.273,38, inkomsten 1191.882.80®, nadeelig saldo f 22 860.97. Het Sangi- en Talaud-Comilé opende met een nadeelig saldo van f 28.070.06®, uitgaven f86.416.61®, inkomsten f 116.314.04®. voor deelig saldo f 1827,36®. De Rijnsche Zending. Doel 1 60.000; te weinig over 1923 f 2400, wordt voor 1924 f G3.400, ontvangen f 57.266,69®, mindér f 6133,30®. Zeister Zend Gen. Doel f 25.000, te wei nig over 1923 f 8500, wordt voor 1924 133.500, on tv. f36.490,10®, meer f2990,10®. Sterke drank in het klein voor logeergasten. Bij Kon. Besl. is bepaald, dat, om voor een vergunning voor den verkoop van ster ken drank in het klein ,in een logement alleen aan logeergasten, in aanmerking te komen, een logement o.m. aan de volgende eischen moet voldoen Het logement moet ten minste bevatten: in gemeenten met meer dan 1CO.OOO zielen, acht; in gemeenten met meer dan 50.000 en ten hoogste 100.000 zielen zes; in ge meenten met meer dan 20.000 en ten hoog ste 50.000 zielen, vijf; in de overige ge meenten, vier uitsluitend voor logeergasten gestemde slaapvertrekken; een en ander met dien verstande, dat toeneming der be volking ten aanzien van logementen, waar voor ©en vergunning voor den verkoop van sterken drank alleen aan logeergasten geldt, geen verhooging van minimum mee brengt. Slaapkamers, welke niet onafhankelijk van andere slaapvertrekken bereikt kunnen worden, blijven ten aanzien van de toepas sing van het bepaalde bij het eerste lid buiten aanmerking. Eveneens blijven daar bij buiten aanmerking slaapvertrekken in kelders, sousterrains of cp zolders, waar van het dak niet. behoorlijk is beschoten ol op andere wijze voldoende beschutting biedt tegen hitte, koude en vochtigheid. Id het logement moet bovendien, kenne lijk uitsluitend of in hoofdzaak ten behoe ve der logeergasten, aanwezig zijn, een lokaliteit, waarin desverlangd avondbrood cn ontbijt kan worden gebruikt. De slaapvertrekken moeten door metsel- of pleisterwerk of geploegde planken van elkander zijn gescheiden en op dezelfde wijze door een plafond zijn afgedekt; zij moeten aan de binnenzijde op voldoende wijze kunnen worden afgesloten. Indien twee slaapvertrekken met elkander in di recte gemeenschap staan, moet de verbin dingsdeur in beide vertrekken op voldoende wijze kunnen worden afgesloten. De slaapvertrekken mceton door venti latieopeningen of beweegbare ramen of deuren rechtstreeks in verbinding staan met de buitenlucht, met dien verstande, dat de gezamenlijke doorlaatruimte niet minder bedragen mag dan een twintigste deel van de vloeroppervlakte dier vertrek ken. In elk slaapvertrek moet ten minste aan wezig zijn een voor onmiddellijk gebruik gereed zijnd bed met toebehooren, een waschgelegenheid, benevens dc in een slaap vertrek onmisbaar te achten meubelen. De slaapplaatsen in eenzelfde vertrek mogen niet boven elkander zijn aangebracht. Van iedere der bepalingen van dit be sluit kan, op schriftelijk verzoek, afwijking worden toegestaan door den inspecteur van de Volksgezondheid, belast met den dienst der drankbestrijding. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 Nov. a.s. Uit de Communistische Partij. Het presidium van de C. P. H. had het ncodig geoordeeld, aldus „De Tribune", par tijgenoot Wijnkoop uit te noodigen tot een conferentie. Nadat de conferentie verschil lende malen op de vastgestelde data, door verhindering van Wijnkoop, niet kon door gaan, verscheen Wijnkoop eindelijk in de presidiumvergadering van Maandag 19 Oc-. tober, vergezeld van zijn partijgenoot J. Mulder. Op de mededeeling van hel Presidium, dat J. Mulder niet was uitgenoodigd, zeide Wijnkoop, dat hij J. Mulder had medegeno men, om voor hem aanteekeningen te ma ken van hetgeen hij zcide. Tegen een dergelijk optreden meende het Presidium bezwaar te moeten maken. Na kort beraad besloot het Presidium, dat het gesprokene in dc conferentie met Wijnkoop door een lid van het Presidium (Wins) ge- protocoleerd zou worden en dat dit protocol Wijnkoop, voordat hij de conferentie zou verlaten, ter lezing ter eventucele correctie zou woeden gegeven. Wijnkoop wenschte met deze regeling geen genoegen te nemen, doch volhardde bij zijn eisch, dat J, Mulder de Presidium ver gade. ring zou bijwonen. Het Presidium kon op dezen eisch niet in gaan. Wijnkoop, in dit geval niet bereid tot een bespreking met het Presidium, verliet de vergadering, waardoor de door het Pre sidium bedoelde conferentie niet kon plaats vinden. Waar het in de bedoeling van het Presi dium heeft gelegen, om, in opdracht van het partijbestuur, met Wijnkoop, diens stelling neming ten opzichte van de partij-politiek te bespreken en dit door het ondisciplinaire en onpartrjgenoolschappelijke optreden van Wijnkoop onmogelijk is geworden, was het Presidium genoodzaakt Wijnkoop het vol gende schrijven d. 20 dezer te doen toe komen; Ingevolge uw weigering om met het Pre sidium, onder uilsluiting van derden, een bespreking te houden, zien wij ons genood zaakt u te verbieden in het openbaar voor de partij en de partij-instanties zoowel als in de partij-afdeclingen op te treden, zoo lang bedoeld onderhoud niet heeft plaats gevonden. „De Tribune" bevat nog de volgende me dedeeling: Het Presidium van de C. P. H. heeft het noodig geoordeeld, het bestuur van de afd. Rotterdam der C. P. H. uit zijn functie te ontheffen en de leden van dit bestuur als lid der C. P. H. te schorsen, op grond van handelingen in strijd met de belangen van onze partij. De aanleiding lot dezen maatregel schijnt, volgens het verslag in „Voorwaarts", te zijn geweest een vergadering, op 11 dezer te Rotterdam gehouden, van eenige partij bestuurders en de bestuurders van het ge west Zuid-Holland. Toen de voorstellen van het partijbestuur verworpen werden, moet de heer Wins den heer Van Burink een slag in het gelaat gegeven hebben, wat weer lot gevolg heeft gehad, dat de heer Wins zich eenigen tijd later aan hel ziekenhuis aan den Coolsingel kon aanmelden, om een, blijkens onze inlichtingen, onbeduidende hoofdwond te'laten verbinden, die „wel met een hamer kon zijn aangebracht"! ..Hel Volk" is eens met den heer Wins gaan praten, die in strijd met het boven staande. vertelde, dal die vergadering inder daad had plaats gehad, dat het Parlijbe- stuursvoorslel met algemeene stemmen was aangenomen en dat de vechtpartij niets met de vergadering uitslaande had. Hij gaf toe, naar het ziekenhuis aan den Coolsingel tc zijn geweest. Maar niet alléén. Verdere inlichtingen wilde hij niet ge ven; als publicatie noodig was, zou dat wel in „De Tribune" geschieden. Het bestuur bestond uit de heeren dr. Van Ravesteyn, Van Burink, Den Ouden en Hoogcarspel. H. M. de Koningin heeft met ingang van 15 Oct. mej. A. Schoch benoemd tot directrice van Harer Majesteits particuliere zaken voor Het Loo en omstreken. Dr. Heynsius, wonende op de Laan van Meerdervoort in Den Ilaag, is gisteren aan het Ververschingskanaal zoodanig met zijn fiets gevallen, dat hij een hersenschud ding bekwam en in bewusteloozen toestand naar het ziekenhuis moest worden gebracht. Zonder nog tot bewustzijn te zijn gekomen, is hij daar in den ouderdom van 64 jaar overleden. Dr. C. E. Heynsius heeft gestudeerd aan de Leidsche Universiteit, waar zijn vader, de bekende prof. II. Heynsius werkzaam was als hoogleeraar in physiologie. Na eerst assistent te zijn geweest bij prof. Hector Treub, vestigde dr. Heynsius zich aanvan kelijk te Schoonhoven en daarna in Den Haag, waar hij thans ruim dertig jaren een drukke practijk heeft gehad, welke zich voor een zeer belangrijk deel op het gebied der verloskunde bewoog. Met dr. Heynsius 19 voor vele Hagenaars een beminde en zeer gewaardeerde huisdokter heengegaan. De Amsterdamsche Raad besloot tot uitvoering van Ziekenhuisbouw en tot sloo ping Yan het Pesthuis. Daar voor de betrekking van onder wijzer met verplichte hoofdakte aan de Chr. Ilerv. School te Lage-Zwaluwe geen enkele sollicitant is geweest, is het bestuur over gegaan tot benoeming van een tijdelijk on derwijzer. Voor iijdelijken dienst (3 of 5 jaar) worden als Gouvernemer^sarts bij den dienst der Volksgezondheid (voorheen Burgert. Ge- neesk. Dienst) in Ned.-Indië 15 Nederland-' sche manlijke artsen gevraagd, w. o. 2 bac teriologen. RECLAME. Door de hui-dverzaohtendie en buad- versterkendo eigenschappen van Purol kan me® het stukgaan en naschrijnen voorkomen als men vóór (hot inzeopen zich telkens inwrijft met een weinig 30—60—90 et, 6W3 GEBORENPieter Z. v. E. Smifc on H. Polman. Daniel, Z. v. T. Zitman en'J. de Graaf. Abraham Engelbertus, Z. v. H. Habraken en Offerman. Jacobus, Z. v. D. v. d. Bos en G. Nievaart. En gelbertus Theods. Corns., Z. v. E. T. C. v. Welbergen en A. H. v. d. Reijden. Mar- tinus, Z. v. M. Levorht en A. Molenaar. Catbarina Hendrika, D. v. C. v. Haasteren en M. C. J. de Vrind. Hendrika Beren- dina, D. v. K .J. Boeijinga en A. G. K. Bouwes. Jacobus, Z. v. W. v. d. Brink en J. Sonneveld. Cornelia Maria, D. v. P J. v. Dissel en C. G. Cornelisse. Wil- lemke, D. v. L. Klinkhamer en J. Gemser. Willem Andries Carel, Z. v. W. C. Ligt- voet en C. Kahre. Jacqueline Henrictte, D. v. I. Zandvoort en M. Blankenaar. Cornelis, Z. v. C. de Mey en H. C. Ver mond. Jan, Z. v. G. Zitman cn C. Stou ten. Gecrtruida Hendrika, D. v. W. Bink en G. v. d. Doorn. Alida, D. v. S. G. Krassenburg en M. S. La Lau. Cato D. as. G. J. Uiterdijk cn G. Boontjes. Theodorus Petrus Coenraad, Z. v. (J. Na gel en H. H. J. Kessels. Clasina,.D. v. P. Chaudron en A. Hannaart. Catharina, D. v. C. v. d. Zeeuw en J. G. Koene. Petrus Johannes, Z. v. A. v. d. Broek en L. de Jong. Hendrica Catharina, D. v. G. Wagemaker, en E. Steenbergen. Ja cobus Corns. Willem, Z. v. W. C. J. v. Haasteren en P. v. d. Wiel. Jacobus, Z. v. J. J. den Os en M. E. Groeneveld. Johanna Theresia Maria, D. v. P. Meiman en C. M. v. Houten. Willem Hendrik Andreas, Z. v. J.. W. Hartman en J. J. Bakker. GEHUWD: J. Vleerbos jm. cn M. Korb jd. M. Daniels jm. en J. Snik jd. J. G. v. Heuzen jm. en A. Bij jd. W. A. Klein jm. en T. G. Schmidt jd. D. Schouten jm. eh C. L. Blom jd. J. Ra- mak jm. en S. J. Behrens jd. B. P. Kra mer jm. en J. Erades jd. C. Ginjaar jm. en M. C. Doornik jd. A. J. Ruitenbeek jm. en C. M. Segaar jd. S. J. Florisson jm. en B. v .d. Reyden jd. P. Ciere jm. en M. v. Westbroek jd. M. Bol jm. en M. VeermaD jd. C. Segaar jm. cn 1. D. Stapersma jd. OVERLEDEN: C. D. M. de Wilde, z. 23 j. M. C. J. Hartkamp, d. 61 j. N. Garrer, z. 76 j. J. DuyvermanSloos, vr. 77 j. D. Kost, m. 64 j. N. Maasdijk v. d. Wiel, vr. 21 j. J. Ooienbrander Syborets, wede. 35 j. KANTONGERECHT TE LEIDEN. Voor de strafzitting van Woensdag ston den 30 zaken op de rol, waarvan 26 be stemd voor openbare behandeling en 5 kin derzaken. G. V. stond terecht, terzake dat hij niet voldaan zou hebben aan de verplichtingen hem krachtens de invaliditeitswet opgelegd n.l. het plakken van 13 rentezegels voor den bij hem in dienstbetrekking zijnden C. van Leeuwen. Bekl. ontkende, dat hij 13 rentezegels had moeten plakken; Van Leeuwen was slechts gedurende 7 weken onafgebroken bij hem in dienst geweest. Bovendien was bekl. bij den Raad van Ar beid geweest-, waar men hem antwoordde, dat het wel in orde zou komen. De direc teur van dien Raad, dc heer Goslinga, als getuige gehoord, zegt het evenwel anders. Toen bekl. niet betaalde, had hij hem een waarschuwing doen toekomeD, gevolgd door een dwangbevel, maar bekl. had niets van zich laten hooren. Ook tegen de beta ling van 13 zegels heeft bekl heelemaal niet geprotesteerd. De bewuste werkman C. van Leeuwen weigert den voorgeschreven eed af te leg gen; hij „gelooft niet"! Een desbetreffen de verklaring wordit dan door hem getee- kend. Overigens ontkent hij geenszins de mogelijkheid, dat hij slechts 7 weken on afgebroken heeft gewerkt. De Ambtenaar van het O. M. eischt hierna f 10 boete voor iedere week, waar voor niet geplakt werd en vraagt vrijspraak voor de weken, waarin Van Leeuwen niet in beklaagdes dienst stond. C. J. en H. J. van-1, en A. T., verzeke ringsagenten hier ter stede waren gedag vaard dat zij tezamen in verceniging te Leiden den handelsnaam „Algemeene As surantie Associatie" hebben gevoerd, die in strijd met de waarheid aanduidt, dat dc handelszaak zou toebehooren aan een of meer kooplieden, handelende als een ven nootschap onder firma of aan een naamloo- ze vennootschap of aan een wederkeerige verzekeringmaatschappij. De beklaagden beweren zich meermalen tot den secretaris van de Kamer van Koop handel te hebben gewend met verzoek tot in schrijving van dezen naam in het han delsregister. Deze had blijkbaar niet goed geweten, hoe hij er mee aan moest, men hoorde eenigen tijd niets van de zaak cm toeoi was ineens het proces-verbaal geko men. Dc secretaris der K. v. K., mr. P. G. Knibbe zegt, dat beklaagden in ieder ge val meermalen handel hebben gedreven a!s een soort vennootschap of maatschappij, waarop de ambtenaar f 10 boete, subs. 10 dagen hechtenis tegen iederen beklaagde eischte. De Kantonrechter ried de heeren aan nu maar direct met den heer Knibbe de zaak in orde te brengen. Beklaagden wilden niets liever, zeiden zij. N. de M., student te Leiden had met eenige vrienden te Katwijk-aan-^ee een feestje gevierd en daarbij ook een glaasje gedronken. De drank scheen zijn tong bijzonder los te hebben gemaakt; hij voelde zich al thans gedrongen bij het tramstation een toespraak tot het publiek te houden. Hij deed dit staande op het balcon van een tramwagen; later hadden ze hem naar bin nen geduwd en toen hij vanuit het coupé- RECLAME. ©Tabletten, WüW TLGK\' HOEST V y 5357 raam zijn speech willen voortzetten. Toen bij dit echter naar beneden wilde schni. ven, was dit gebroken, met het gevolg, dat hij zich nu hiervoor verantwoorden moest. De beklaagde zeide in geen geval dron ken te zijn geweest; bovendien had hij het raam niet geopend, doch alleeu wat naar beneden geschoven: het stond al op een kier. Hij geloofde niet de ruit gebroken te hebben, want, van rinkelen had bij niets gehooid. De tramconducteur, W. van Rijn ver klaarde, dat dc ruit gebroken was, doordat beklaagde zich over den rand heenboog en op het glas leundo. Nadat nog als getuige was gehoord een vriend van bekl. J. J. Stienstra, eischte de Ambtenaar een boete van f 3 subs. 3 dagen. C. de K. stond terecht, terzake dat hij met een motorrijtuig gereden zou hebben over een brug, toebehoorende aan den heer A. van Delft te Oegstgeest. Bij die brug staat een bord met „verboden toegang", zooals de heer v. Delft vertelde. Tegen den niet verschenen beklaagd^ werd f 3 subs. 3 dagen geëischt. W. W., winkelier in tweedehands-boeken* was gedagvaard terzake dat hij van den minderjarigen P. C. de Boer een drietal boeken had gekocht, die bij nader onder zoek afkomstig waren van diefstal. De rechercheur W. G. Vrouwenvelder» was door den onderwijzer van den jongen, die hem had zien loopen met een aantal boeken, gewaarschuwd. Deze heeft toen onmiddellijk een onderzoek ingesteld, waar bij bleek, dat de boeken van een stalletje op dc markt gestolen waren. Eisch f 10 of 5 dagen. Voor een zelfde feit werd tegen J. G. G. bij verstek eveneens f 10 of 5 dagen ge- eischt. J. K., koopman te Leiden, had voor zijn' kar een hond gespanneD, die niet voorzien was van een muilband. Beklaagde was vergeten, dat zulks moest, zcide hij. Een flinke boete zal je geheugen wel scherpen, zei de Kantonrechter. Eisch f3 of 3 dagen. Tenslotte werd tegen P. L. wegens het fietsen in een verboden straat n.l. de Pie- terskerkkoorsteeg f 1 boete subs. 1 dag hechtenis gewaagd. Uitspraak in al deze zaken over twee weken. KRIJGSRAAD TE 'S-HERTOGENBGSCH. Het doodelijk ongeluk in het kamp te Laren. Voor den krijgsraad te 's-Hertogenbosch heeft terecht gestaan P. Th. S-, 22 jaar,; vaandrig bij den Vrij willigen Landstom tö Hilversum, beklaagd, dat hij 15 April in de legerplaats bij Laren, bij het geven van onderricht niet een mitrailleur, door zijn schulde den soldaat F. E. M. Lammers door een schot uit dien mitrailleur in het hoofd heeft getroffen en zoodanig verwond,, dat L. na een korten tijd is overleden. Spr. eischte één maand hechtenis voor waardelijk. De verdediger vroeg vrijspraak. Van onzen Londenschen Correspondent* (Naar aanleiding van Lord Grey's Herinneringen). Een zeer belangwekkende aanvulling tot de bekend gowordeo geschiedenis van den grooten oorlog wordt gegeven in de Her inneringen van Lord Grey of Falloden, die een paar dagen geleden in boekvorm zijn verschenen. Ik lees er in: „De oorlogs- commissie heeft met mijn volle instemming besloten er niet op in te gaan". De woor den slaan op de eerste officieel© poging van neutraal Amerika om aan den Euro- peeschen oorlog een einde te maken. De mededeelingen in het boek over dit incident zijn van het hoogste belang voor de wereld van deze dagen; want ze tooDen aan, dat de staatslieden aan beide zijden zonder hoop op ontsnapping in de wreede oorlogsmachine zaten vastgebonden. Toen die machine een maal aan den gang gebracht was, werd het verraad aan den bondgenoot, aan beide zijden, om zelfs het denkbeeld te koesteren ze- stop te zetten; hoewel ze de geallieerde en centrale mogendheden gelijkelijk en ver schrikkelijk kneusde. In het begin van 1916 verscheidene maanden voordat de slachting op groote schaal werkelijk was begonnen deed president Wilson een ernstige poging aan den strijd een einde te maken, aider voorwaarden, die geen der partijen volledig zou hebben vernederd. Zjjn idee voor een grondslag voor onderhande ling was, dat België aan zijn volk zou worden teruggegeven, dat Elzas-Lotharin- ger. naar Frankrijk t. rug zou keeren en dat deze afstand van gebied door Duitschhnd zon worden schadeloos gesteld met de toe wijzing van gebied ergans buiten Europü. Wilson's plan was de geallieerden en Duitsch- land te polseo over hun bereidwilligheid op dezen grondslag een vredesconferentie te beginnen. Iudien de vredesconferentie tot sta na zou komen en Duitschland haar zou laten mislukken door te veel te eischen, bad Wilson beslot:» Amerika tcrstönd aan de zrjdo der geallieerden in den oorlog te brengen. Bad men de dingen toen maar zoo dui delijk kunnen zien als nu. Want nu kunnen wij allen zien, wat Europa bespaard zou rijn gebleven, indien Wilson's poging was geslaagd. .Veel meer dan de helft der doodeof zou nog in leven zijn. De mogendheden zou den zeker elk voor zich met drukkende nationale schulden ritten; maar niet a>o

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 6