No. 20122. LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 16 October Derde Blad. Anno 1925. BINNENLAND. FEUILLETON. De Reisgeiioofe Voorioopig Veislag Bnitenlandsche Zaken. Verscheidene leden gaven als hun mee ning te kennen, dat de llegeering ten aan zien van liet buitenlandsch beleid nog steeds niet die mededeelzaamheid betracht, welke zonder schade yoor 's lands belang mogeiijk zou zijn. Vele ledan hadden met genoegen gecon- itateerd, dat op de laatstgehouden Volken- iondsvergadering de Nederlandsche dele gatie van een gezond initiatief heeft blijk gegeven. In het bijzonder hadden zij hier bij op het oog het optreden van den gede legeerde Loudon en het door hem gedane voorstel inzake het ontwapeningsvraagstuk. Gevraagd wetd of het niet gewenscht zou zijn, dat de Nederlandsche llegeering meer dan tbt dusver contact zoekt met de Regee ringen van andere kleine landen, ten einde gezamenlijk en aan de hand van een be paald plan het hare bij te dragen lot de bevestiging van den aigemeenen wereld vrede en daarbij tevens het oog gevestigd te doen houden op de bijzondere positie, die de kleine Staten innemen, en de bijzondere belangen, die daaruit voor hen voortvloeien Het gevaar bestaat, dat de invloed van de kleine mogendheden in den Volkenbond daalt En het is juist van groot belang, dat die invloed stijgt. Aangedrongen werd door vele leden op de voortzetting van 't sluiten van arbitrageveiöragen. Meer dan één lid verklaarde te betreuren, dat bij de samenstelling van de Nederland sche delegatie nimmer is gegaan buiten de kringen van diplomalen en geleerden. Sommige leden brachten opnieuw de vraag ter sprake of het niet gewenscht zou 2ijn Ned.-Indiö bij den Volkenbond te doen vertegenwoordigen, doch andere leden ver klaarden nog steeds afwijzend tegenover dit denkbeeld te staan. Gevraagd werd, of de Minister kon me- dedeelen, hoe het in België staat met de be handeling van het verdrag tusschen dat land en Nederland. De wensch werd uitgesproken, dat de me morie van antwoord niet zal verschijnen, vóórdat de Belgische regeering haar ont werp zal hebben ingediend. Het voeren van nadere onderhandelingen naar aanleiding van hier le lande en in Bèlgië geopperde bezwaren werd, zoo dit nog niet is geschied den minister dringend aanbevolen. Verscheidene leden gaven uiting aan hun gevoel van ongerustheid over de protectio nistische politiek van andere landen. Benige loden achten zich, hoe groote waardeering zij in liet algemeen ook had den voor den arbeid van den Minister, ver plicht te conslateeren, dat deze naar hun meening,' waar het onze economische rela ties met Duitschland betreft, niet zoodanig is opgetreden als men na de ten vorigen jare door hom gedane toezegging had mogen verwachten. Gevraagd werd, of en zoo ja, welke stap pen de Regeering gedaan heeft, om zoo mo gelijk een einde te maken aan de bevoor rechting door de Duitsche spoorwegen van de Dyitsche zeehavens ten nadeele van de Nederlandsche, door toepassing van spe ciale, lagere tarieven voor goederen, naar en van de eerstgenoemde havens te ver- yoeren. Sommige leden stelden de vraag, of het in 's Ministers bedoeling ligt, thans de lot- stand-koming van een handelsverdrag met Rusland te bevorderen. Andere leden ver klaarden nu reed9 hun slem aan een der gelijk ontwerp niet te zullen kunnen geven. Gevraagd werd, welke naar 's Ministers oordeel de grens tusschen Suriname en Britsch-Guyana is en op welke gronden die opvatting sleunt. Algemeen werd de wensch te kennen ge geven, dat zoo spoedig mogelijk zal worden overgegaan tot afschaffing van het pas visum, dat door Nederland en Duitschland nog van wederzijdsehe ondeidanen wordt gevorderd. Ter sprake werd gebracht de intrekking van een pasvisum, verleend aan den Rus Rossolapov, op instructie van den Gouv.- Gencraal van Ned -Indië. Den Minister werd verzocht le willen helpen bevorderen dat slechts bij de alleruiterste noodzakelijk heid door weigering of intrekking van een pasvisum de toegang tot Ned.-Tndië wordt ontzegd aan hen, die zich daarheen voor handelsdoeleinden willen begeven. Dat in het onderhavige geval van zoodanige aller uiterste noodzakelijkheid mocht worden ge sproken, meende men te mogen betwijfelen, gezien de houding der Britsche autoriteiten, die wel visum verleenden. Gevraagd werd of de Minister bereid is met zijn ambtgenoot van financiën in over leg te treden over de quaestie der terugbe taling van Duitsche leeningen, die vóór den oorlog in ons land zijn geplaatst Gaarne zou men vernemen, welke het resultaat is geweest van 's Ministers be moeiingen inzake de onjuiste voorstelling in het boekwerk Les armées frangaises dans la grande guerre, als zouden in Augustus 1914 Duitsche legereenheden over Neder- landsch grondgebied zijn gelrokken. Gevraagd werd, of de Regeering steeds haar volle aandacht gevestigd houdt op handel en wandel van den hier te lande wonenden ex-keizer van Duitschland en of zij over voldoende middelen beschikt om te verhoeden, dat deze, zoolang hij hier te lande gastvrijheid geniet, zich inlaat met aangelegenheden van internationale poli tiek. Van verschillende zijden werden klach ten geuit over de werkwijze van de directie van economische zaken, en over de totaal onbevredigende wijze, waarop deze afdee- ling zich kwijl van dat deel van haar taak, dat bestaat in het geven van inlichtingen. Sommige leden zouden gaarne worden in gelicht omtrent de verdere voornemens der regeering in zake het vraagstuk van de ambtswoning van den Minister. Inlichtingen werden gevraagd omtrent de noodzakelijkheid van een diplomatieke ver tegenwoordiging in Egypte. Verscheidene leden verklaardep zich voor de opheffing van het gezantschap bij den Pauselijken Stoel. Onder hen bevonden zich sommigen, die deze opheffing voorstaan op principieele gronden. Deze leden achtten het gezantschap bij het Vaticaan krenkend voor het Proteslantsche volksdeel. Anderen vroegen of het Vaticaan nog kan bogen op den titel van te zijn een diplomatiek milieu bij uitnemendheid, nu de bijeenkomsten te G-enève herhaaldelijk de voornaamste staats lieden en diplomaten in die stad bijeen brengen. Ook waren er leden, die het ge zantschap zouden willen opgeheven zien louter om redenen van bezuiniging. Vele andere leden verklaarden hun stem aan dit onderdeel der begrooting te zullen geven. Opheffing zal alleen kunnen plaats hebben, indien zou kunnen worden aangetoond, dat het belang van het geheele volk het voort- beslaan van het gezantschap niet eischt. Eenige leden vroegen, of de consulaire examens niet zouden kunnen vervallen. Andere leden achtten den eisch van een doctoraal examen te hoog. Wijziging Ziektewet Verscheidene organisaties hebben van den Minister van Arbeid, Handel en Nij verheid het volgend schrijven ter beant woording ontvangen: In verband met de voorbereiding van een wijziging der Ziektewet, zou ik gaarne van u inlichtingen ontvangen over de vol gende aangelegenheden: In tal van collectieve arbeidscontracten komen bepalingen voor met betrekking tot ziekengeluduitkeeringen, verschuldigd in ge val van ziekte, van een onder het contract vallenden werknemer. Gaarne zou ik ver nemen, wat u betreffende deze bepalingen bekend is. In het bijzonder houd ik mij aanbevolen voor beantwoording der volgende vragen: Zijn u klachten omtrent de naleving van bepalingen als hier bedoeld ter oore ge komen? Heeft over het algemeen in geval van ziekte een vlotte uitkeering van ziekengeld plaats of moet door ziek geworden arbei ders dikwijls op uitkeering worden aange drongen? Op welke wijze worden geschillen om trent ziekengelduitkeering beslist en ko men zoodanige geschillen veel voor? Rijkscommissie Werkverruiming. De Rijkscommissie-Werkverruiming ver gaderde dezer dagen onder voorzitterschap van prof. dr. W. H. Nolens. Besproken werd de Waterstaatsbegrooting voor 1926 voor zoover zij betrekking heeft op de uitvoering van werken, welke voor de werkverruiming van belang zijn, een en ander in verband met de passage in de Millioenennota met betrekking tot de finan ciering van Rijkswerken. Besloten werd in een volgende vergadering hierop terug te komen. Inlichtingen werden verstrekt omtrent de plannen van het Prov. Bestuur van Noord- Holland met betrekking tot de verbetering van het wegennet. De aandacht der Commissie werd er op gevestigd, dat in de toonzalen van gas- en eleclricileitsbedrijven de producten van de Nederlandsche nijverheid niet altijd vol doende zijn vertegenwoordigd. Stappen zul len worden gedaan om hierin verbetering te verkrijgen. Door de commissie werd weder in tal van gevallen bemiddeling verleend, om te bevor deren, dat aan Nederlandsch fabrikaat zoo veel mogelijk de voorkeur werd gegeven. Bij de vermelding dezer gevallenT)leek dat nog telkens bestellingen aan het buitenland ten deel vallen, omdat de opdrachtgevers niet welen wat als binnenlandsch en wat als buitenlandsch fabrikaat moet worden aangemerkt Met de besturen van verschillende ge meenten en groote instellingen, welke groo- tere hoeveelheden kolen en cokes moesten aankoopen, werd overleg gepleegd om te be vorderen, dat aan de producten der Neder landsche nijverheid voldoende aandacht zou worden geschonken. Veel sleur, vooroordeel en onwetendheid kan uit den weg worden geruimd. Aan enkele ondernemingen, welke van Rijkswege belemmeringen ondervonden bij een voorgenomen uitbreiding, werd door de Commissie bemiddeling verleend. Circulaire Staatsloterij. Op de vragen van den heer Staalman be treffende verlenging van den termijn, be doeld in de circulaire van den directeur der Staatsloterij van 18 September 1.1. inzake den verkoop van loten door collecteurs en col- lectrice9 onderling, heeft minister Golijn ge antwoord, dat het hem niet bekend is, dat de circulaire van 18 September 1925, no. 3-1878 door den directeur der Nederlandsche Staats loterij aan de collecteurs en collectriccs dier instelling gericht, velen dezer functionarissen in groote ongelegenheid heeft gebracht. Hij meent trouwens, dat die ongelegenheid niet zoo groot zal zijn, omdat bij die circulaire is bepaald, dat genoemde directeur gemachtigd is om op verzoek van collecteurs en collec- trices toeslemming te verleenen om meer dan het bij die circulaire loegestane getal van twintig loten aan ambtgenootcn te ver- koopen. Reeds aan verschillenden hunner is dien overeenkomstig het verkoopen van een groo- ter aantal loten toegestaan, niet alleen voor de eerstvolgende, maar ook voor verdere lo terijen, zoodat te hunnen aanzien door ge leidelijke vermindering van het aantal aan ambtgenooten te verkoopen loten het met de circulaire beoogde cloel zal worden be reikt. Ofschoon, zooals uit hét antwoord op de eerste vraag blijkt, er voor de collecteurs cn collectriccs gelegenheid beslaat, om door de in dat antwoord omschreven geleidelijke ver-' mindering de door bedoelde circulaire te hunnen aanzien te rijzen moeilijkheden zoo veel mogelijk te voorkomen, is de Minister bereid, om de bij die circulaire gegeven voor schriften eerst toe te passen voor de 441ste loterij, indien dit door een collecteur of col- lectrice wordt verzocht. Den directeur der Nederlandsche Staatsloterij is hiervan mede- deeling gedaan. Optieden dei politie te Schoonoord. Op de vraag van den heer Schaper be treffende het instellen van een onderzoek naar het optreden van de politie op 14 Sep. tember te Schoonoord heeft minister Schok king geantwoord, dat hem uit een inge steld onderzoek is gebleken, dat het par ket te Assen reeds doende was een onder zoek in te stellen naar het optreden van de politie (Rijksveldwacht en marechaus see) in den nacht van 14 op 15 September 1.1. na afloop der kermis te Schoonoord, ais in de gestelde vraag bedoeld. In zijn ambtsbericht deelt de officier van justitie te Assen mede, dat het hein gewenscht voorkomt, dat tegen do betrok ken politie-ambtenaren een instructie ge opend worde. Met dit oordeel kan de Mi nister zich na van de resultaten van het tot nu toe ingestelde onderzoek konnis go- nomen te hebben, vercenigen. Het ligt in zijn voornemen, te bevorderen, dat liet rechterlijk vooronderzoek zal loopen over alle feiten, waarover blijkens de ontvangen berichten geklaagd wordt. De resultaten «-au bet rechtorlijk onder zoek zullen derhalve dienen te worden af gewacht. Opsporingsbevoegdheid gouden en zilveren werken. Ingediend is een wetsontwerp tot herrit* ning van de bepalingen nopens opsporings bevoegdheid met betrekking tot den waar borg en de belasting der gouden en zilve ren werken. In dc memorie van toelichting ^urdt er op gewezen, dat art 90, twoede lid, der wet omtrent den waarborg en do belasting van do gouden en zilveren werken van 18 September 1852 voorschrijft, dat het pro ces-verbaal wegens overtredingen van dio wet, behoudens enkele uitzonderingen, door ten minste twee ambtenaren moet zijn op gemaakt en onderteekend. Nu echter ui dezen tijd zuinigheid zoozeer is geboden, meent de Minister van Financiën, dat hierin verandering moet worden gebracht. Door de kleine zaken, waar goud- en zilverwerk slechts bijkomstig wordt verhandeld, door slechts één ambtenaar te doen visiteeren, zal men op de reis- en verblijfkosten be zuinigen en den vrijkomenden ambtenaar voor andere diensten beschikbaar kunnen houden. De uitkeering aan het Overheidspersoneel. Gisteren heeft de reeds aangekondigde bespreking plaats gehad tusschen een com missie uit de R.-K. Kamerfractie en de R.-K. Centrale van Burgerlijk Overheids personeel. Aan de bespreking, die ruim anderhalf uur in beslag nam, werd deelgenomen door de Kamerleden mej Myer cn de heeren Van Sasse van Ysselt, Van Schaik, Kuiper en Suring Voor de R.-K. Centrale waren aanwezig de heeren von Frijtag Drabbo, Guit, Van den Broek cn De Broer. Breedvoerig werd aan de hand van offi cieel© stukken betoogd, dat de Regeering zelf bij het personeel do verwachting heelt gewekt, dat in October van dit jaar een financieele maatregel ten gunste van het Rijkspersoneel zou worden getroffen cn dat bij de bepaling van het bedrag dier voor ziening een factor, van overweging zou uit maken, zoowel het verloop der middelen als het indexcijfer op het oogenblik der uitkeering. De aandacht werd gevestigd op het feit, dat de Regeering bij de herziening vun het Bezoldigingsbesluit de Centrale Com missie voor georganiseerd overleg wcnscht te binden aan het bedrag van drie millioea, waardoor herziening feitelijk onmogelijk -wordt en het overleg niet tot resultaat kan leiden. Resultaat der bespreking was, dat de commissie zioh bereid verklaarde in do fractie een Yegeling te bespreken, waar door zoowel het standpunt der Regcering nis de wensch der organisatie tot hun recht zouden kunnen komen. Uit den aard der zaak kon de commissie geen bindende toezegging doen. Afschaffing Verdedigingsbelasting IL Verschenen is het wetsontwerp tot af schaffing van de verdedigingsbelasting II. Ter toelichting van het ontwerp verwijst de Minister van Financiën naar de nota be treffende den toestand van 's lands finan ciën. Hel stempelen van eieren. Dinsdagmiddag is op het Departement van Binnenlandsche Zaken en Landbouw een bij eenkomst gehouden van vertegenwoordigers der Regeering met belanghebbenden bjj den eierenhandel, ter bespreking van wat moet worden gedaan in verband met de plannen der Engelsche regeering in zake het stem pelen van eieren. In totaal waren ongeveer 30 personen aanwezig, vertegenwoordigend o.m. de vol gende organisaties: Beurs voor den Eieren- handel, Aig. Ned. Pluimvee-vereeniging, 10. P. G, to Enschedé, Ohr. Boeren- en Tuindersbond, G. 0. Bond van Bierhande laren, Vor. van Bierhandelaren Bar nevoid 0., Rotterdamsche Grossiersvereeniging, Eiermijn Roermond, Nod. Pluimveefederati^ Tilburg, Kon. Ned. Lnndbouwcomité, Gel- dersche Eicrveiling, R.-K. Boeren- en Tuin dersbond, Ver. ter behartiging van de b> langen van don eierhandel in N.- en Z.- Holland, cn Noord-Ned. Coop, te Leeuwarden. Deze vergadering werd geleid door den Jiecr Kakebeeke. Medec waren aanwezig de Heeren Mcnsholt van de afdeeling Handel en een vertegenwoordiger van den Mnis'.er van Arbeid. Een algemeen debat over het al of met wenseheljjke ven het stempelen, waarbij zoo wel voor- als tegenstander het woord voerden kon de klove tusschen beide richtingen niet ovtrbruggon. De Regeering zal ton slotte moeten overwegen, wat ze, gehoord de cio- batton, zal doen. Voor het geval de Regeering tot do wederindiening van eon stempeltje mocht overgaan, sprak:n enk.de vertogfn- woordigers zch uit voor zoo'n wet, on afhankelijk van wat Engeland in deze zou besluiten. De meerderheid wenscht© het ver band met de Engelsche plannen echter niet te verbreken eo verzocht een bepaling, dat de Nederlandsche wet in werking zou treden tegelijk met de Engelsche bepalingen. De heer W. J. Kudde, te Devonter, ves- tigdo do aandacht der Regeoring daarbij op een bericht, waarbij do verwachting werd uitgesproken, dat do Engelsche wet eerst geruimen tijd na 1 Januari 1926 in wer- zou treden, wolk bericht hem bg informatie te Londen werd bevestigd. Nog word breedvoerig gediscussieerd naar aarleiding van een vera>ek van de Coop. Eierveilingen te Roermond, Leeuwarden en Enschedé, om Regeeringpmaatregclen legen het feit, dat koelhuisoieren voot versche worden verkocht. De eierhandel nam tegen dit verzoek krachtig stelling en gaf te konnen, dat de handel zonder overheidsinmenging tegen deze fraude wel zou kunnen optreden. De heer Jansen, Amsterdam, secretaris van de Ned. Eierbeurs, verwees naar markt berichten en weekoverzichten, waaruit bleek, dat de handel voor gespeculeerde eieren niet denzelfden prijs betaalde als voor ver sche eieren. Het resultaat dor discussie waa, "dat de vertegenwoordigde organisaties gezamelgk zullen streven naar oen bescherming van den naam van het Nederlandsche ei, spe ciaal in het buitenland, op den grondslag als met het Iersche ei geschiedt en zonder inmenging van de overheid. Namens de Re geering werd verklaard, dat ten deze oen afwachtende houding zal worden aangename». Echter werd de moreel© steun der Regeering bij dit stroven toegezegd. Binnen weinige maanden kan een bijeen komst tegemoet worden gezien, waarin regels zullen worden vastgesteld om alle bedrog in den eierenhandel togen te gaan. Bezuiniging op de Bnrgerwachten. Naar ,,De Tel." verneemt, heeft do Mi nister van Binnenl. Zaken en Landbouw aan de burgemeesters medegedeeld, dat de burgerwachten over het vierde kwartaal 1925 aan oefeningsgelden slechts aanspraak kunnen maken op ton hoogste 4/5 gedeelte van het bedrag, dat over hetzelfde kwar taal van 192-4 in rekening is gebracht. De opheffing van de School voor Bouw kunde, Versierende Kunsten en Wetenschap pen te Haarlem, zal dit jaar nog niet ge schieden, maar de Minister heeft den direc teur bericht, dat hij geen nieuwe leerlingen meer moet aannemen. Het is het voornemen bij opheffing van de School de leervakken over te brengen bij de Academie voor Beel dende Kunsten te Amsterdam. De Raad van Rotterdam besloot tof hernieuwde vaststelling van de verordenin-f gen op de heffing en de invordering eener belasting onder den naam van „zakelijke belasting op het bedrijf". Bij de opengestelde inschrijving op de de 4l/»-pCt - leening, groot f 8 millioen, ten laste van de gemeente Groningen, is voot een bedrag van f7,525,000 ineschreven. (Uit 't Fransch van GUY CI1AN1EPLEURE). Geautoriseerde vertaling van W. H. C. 61) 16 iMaart. Willem heeft me-een stapel gc-ld gebracht. Ik zei: Wat wil je, dal ik met al dit geld doe? Wel, net wat je er mee wilt doen, Phylleke. Nolans Baudin daclii, dal het je aange naam zou zijn, van af heden die som te hebben.... Trouwens, niets is gemakkclij- :cr dan in het bezit te komen van een bij openbaar testament toegewezen fortuin. Heb je met no'aris Baudin gesproken over dc lijfrente voor mijn arme, oude juf-" frouw Ribes? Ja. dat is In orde Daar ben ik blij om.... Notaris Bau din is heel vriendelijk en jij ook, Willem. Geldzaken zijn voor mij nooit eenvoudig., en mijn liefste wensch is om me cr nooit mee te bemoeienWat een geluk toch om in de macht van een echtgenoot te zijn en alleen maar te behoeven onderteekcr.en zonder ic lezen. 't Is altijd verkeerd om te onderteeke nen zonder te lezenten minste in be ginsel. De bankbiljetten lagen-op tafel, naast me. Ik weet niet waaraan ik zooveel geld zou kunnen besteden.in elk geval nu niet. Ik geloof, dat we on9 leven anders moeten gaan inrichten. Ons leven? zei Willem; maar ik heb niet geërfd. Ik, dat ben jij0, Willem, als dat forluin me in één opzicht een werkelijke voldoening heeft geschonken, dan is het, omdat ik Omdat wat? Omdat ik je niets meer zal kosten. Je bent zoo goed, zoo edelmoedig voor me geweest. Terwijl" ik, zooals altijd, weer onnaden kend sprak, begreep ik, dat wat ik in een zoo natuurlijke opwelling van mijn hart zei. onhandig was geweest. Hij haalde lichtelijk zijn schouders op. keek me koel aan en ging. zonder een woord te spreken, aan zijn bureau zitten. Ik kwam bij hem staan. Willem, heb ik je verdriet gedaan? ■*- Jaheel veel. O. wat spijt me dat wat spijt me dat.. 't Was heusch mijn bedoeling niet. Hij zweeg steeds, thans net doende of hij geen acht meer op me sloeg en in papieren bladorde. ailsof hij iets heel ge wichtigs en onvindbaars zocht. Willem zei ik met beslistheid, ik weet niet en begrijp niet waarom, maar het schijnt, dat je boos bent wegens-heigeen er is gebeurd en dat het je hindert. Mocht je het wenschen, dan zou ik al dat geld, waar aan ik nooit heb gedacht, kunnen weige renIk geef er niW om, rijk le zijn, als je het onaangenaam vindt helzelf te zijn, of wel. dat ik het ben. Willem keerde zich naar mij. toe. Met een plotselinge beweging legde Ijij zijn nu ontroerde gezicht op mijn handen en ik roeide, dat zijn lippen trildtenToen hief hij zijn hoofd weer op en glimlachte: Neen, kindMcf, voor niets ter wereld zou ik willen, dat je afzag van de nalaten schap van juffrouw Arguin.En je weet, dat een vrouw een erfenis noch mag wei geren, noch aanvaarden zonder toestem ming van haar man.... Misschien geef je er thans niet om, rijk te zijn, omdat je zoo vatbaar bent voor indrukken van hot ©ogen blik en omdaMe toewijzing van dial fortuin plaats greep onder omstandigheden, die je gevoeligheid schokten, omdat je wat ont roerd en wat in de war bent en vooral om dat je nog niet goed begrijpt, over welk een macht je door dat fortuin zult kunnen be schikken. Maar weldra zafl je er anders over denken. Men geraakt er gauw aan ge wend „rijk te zijn", zooal9 je "het noemt. En je znlU weer kunnen genieten van een ieven van weelde, van elegantie, van genoe gens, waarvoor je nu een maai geboren bent! Dan is er nog iets, wat we geen van beiden mogen vergeten, dat is de innige wensch, de uitdrukkelijke wil van je pleeg moeder, zij heeft hot me zelf aoht dagen vóór haar dood gezegd dat dit fortuin voor jou bestemd was. Door het testament van juffrouw Arguin te aanvaarden, voldoe je aan den wensch van je pleegmoeder, Phyllis-.En daar ik, evenals aJle Bre- tagners, wel eens mijn mystieke oogenblik- ken heb, kan ik er niets aan doen wel eens te denken, dat, nu je geen geldzorgen meer heht en je toekomst verzekerd is, zij nog meer in vrede zal rusten. Ik had al geen geldzorgen meer. Zeker, betrekkelijk.... Maar hoe veel ontbrak je toch nogl O, dat weet ik maar al le goed! Vergeet niet, dat ik slechte mijn salaris heb. En als me eens iets overkwam? Ik heb wel voor een JevensveT- zekering gezorgd, maar. Ik moet zeggen, je bont wel vroolijk, riep ik uit. En ik begon le huilen. Maar, meisje, wat ben je toch zenuw achtig! zei Wi'Meon. Maar hij trachtte niet me le troosten, 26 Maart Ik geloof, dait Willem een beetje wroeging heeft over zijn knorrigheid. Phylleke, wat heb je er eigenlijk aan, om een rijke Vrouw le zijn?.... Ik wou zoo graa* eens een wensch van je hooren.. Nu, goed dan, zei ik. Er is iels, dat ik al lang wensch.... Mijn pleegmoeder wil de er niet vain hooren, omdat zij er bang voor wasZou ik een auto kunnen krij gen, oen eigen autoen heel gauw? Wel zeker Daarvoor is het geld ten minste goed, dat je bijna alles er voor kunt krijgen en gauw ook. Natuurlijk wil ik een Palain heb ben. Wil jij een goede voor me uitkie zen, Willem? Ik wil een heel gemakke lijke limousine hebben.... en van veel paardekracht om in den komenden zomer mot jou op reis te gaan. 0, ik.maar, kindlief, ik heb voor reizen geen tijd.ik moet werken. Maar van al morgen zal ik voor je auto zorgen. Hij vroeg welke eoort carrosserie ik hel liefst had.... Ik hoop maar, dat we toch samen op rei9 zullen gaan. 28 Maart. Hij werkt hard, dal is waar, te hard en dat zich overwerken maakt hern zenuw achtig Iïij ziet er vermoeid uit.... bijna of hij ziek is. Gisteren telefoneerde men mij, dat hij niet thuis kwam om te eten en den gan- schen nacht ra de fabriek zou blijven, fle sliep geen twee uren en jk haalde me ver foeilijke dingen in mijn hoofddie ük met eens wil opschrijven. Vanmorgen, toen ik om tien uur in cte eetkamer alleen zat te ontbijten, is hij thuis gekomen, heel bleek, heel vermoeid en met schitterende oogen. Ik snelde met een onwillekeurige hevig heid naar hem toe. O, Willem, doe dat nu niet weer. '1 Is heusch genoeg, als je den ganschen dag werkt.... en dan nog 's nachts niet eens thuis te komenl Zijn vermoeide trékken verhardden zich en werden treuriger. Wat kan het je toch schelen of ik niet thuis ben. terwijl je slaapt? vroeg hij me<t een ironisch gezicht, waaraan ik zoo'n hekel heb. Ate mijn niot-thuis-komen je niet le voren was gemeld, dan zjou je er zeif9 niete van hebben geweiten Als je thuis bent en ik slaap, zei ik zachtjes, dan zie ik je wel niet.maar ik voel, dat je er bent.en ik 9laap ru9tig. Lichtelijk haalde hij zijn echou/devs op en toen veranderde hij van toon, terwijl zijn oogen weer schitterden. Ik kon onmogelijk thuis komen.... O, Phyllis, ditmaal, ditmaal.... werd het kleine schijnsel een zegepralend licht..., ditmaal geloof ik tc hébben gevonden; erin- deflijk, eindelijk! Ik uillte eeri kreet van vreugde. Wat vind ik dat heerlijk!En jij bent rvu zeker ook heel gelukkig, niet waar? Vaag en in weerwil van mezelf dacht ikr „Al9 je heel gelukkig be«t, dan zal je on getwijfeld ook weer heel goed zijn,... Daar zou ik Wij om zijn- (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 9