No. 20121. LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 15 October Tweede Blad. Anno 1925. BINNENLAND. WEES SLIM GEBRUIK GLIM TWEEDE KAMER. FEUILLETON. De üeisgenoote De herstelde Dom te Utrecht. Gistermiddag om kwart over tweeën be gon plotseling de machtige groote klok van den Dom te luiden Prachtig klonk de klank over de stad, voor het weder in gebruik ne men voor den eeredienst van dc Domkerk. Vele Utrechtenaren bleven staan luisteren. ♦Anderen spoedden zich ter kerke. Al was liet een donkere regendag, toch was er voldoende licht in deze merkwaardig doorschijnend gebouwde kathedraal. Voor het doophek waren de plaatsen ge preserveerd ,voor dc officieele genoodigden van tal van kerkelijke lichamen. Daar wa ren oa. de burgemeester van Utrecht, mr, J. P Fockema Andreae, de Rijkscommissie voor Monumentenzorg, in haar geheel, de voorzit ter en secretaris van dc Alg. Synode van dc Ned.-Herv. Kerk, ds. G. J. Weyland en ds L. W. Bakhuizen van den Brink, de voorzit- Jer van het Prov. kerkbestuur, ds. P. Bon ders. Tegen halfric werden binnengeleid de •Üommissaris der Koningin dr. H. Th. 's Jacob Je vorige Commissaris, mr. dr. F. A. C, graaf ran Lynden van Sandcnburg, mr. V. H. Rutgers, minister van Onderwijs cn zijn voorganger in dat ambt, dr. J. Th. de Visser Ten slotte werd de vertegenwoordiger der Koningin, mr. G. C. D. R. baron van Ilar- denbroek van Bergambacht, die de gala- uniform droeg, binnengeleid. Onderwijl weerklonk van het orgel, be speeld door den heer Bos, het Toccata in D- dur van Baeh. Daarna preludieerde de orga nist op „Wilt heden nu treden". Tijdens deze klanken betrad dc voorzitter van het College van kerkvoogden, W. baron Röell, den kan sel om de aanwezigen welkom te heeten. Vervolgens betrad de oudste predikant der gemeente, ds. J. Quasi Hzn. den kansel, die begon met in het gebed Gods zegen af te smeeken voor dit gebouw. Daarop las hij Jesaja 55 vers 1—11, waarna de gemeente zong Psalm 8£ vers 1. Ds. Quast verklaarde vervolgens namens k&rkeraad en gemeente het herstelde gebouw uit handen van kerkvoogden te aanvaarden voor den dienst der Ned. Herv. Kerk. Nadat de aanwezigen gezang 245 vers 2 hadden gezongen, betrad dr. J. Th. de Vis ser, het spreekgestoelte. In een indrukwekkende rede zette spr. uit een de groote beteekenis van het weder in gebruik nemen voor den dienst van dit oude kerkgebouw, waar vroeger eeuwen zoovelen met schendende hand wonden hebben ge slagen. Spr. verzocht ten slotte allen op te staan cn zich te verecnigen in een dankgebed, waartoe hij het ,,Onze Vader" uitsprak. 1 Nadat de aanwezigen eenige verzen van Psalm 118 hadden gezongen en dr. De Visser de zegenbede had uilgesproken, verlieten al len het kerkgebouw, diep getroffen door de zeldzame bekoring, die van den spreker uit ging. Bij het uitgaan van de kerk werden plot seling de lampen ontstoken, zoodat de be zoekers ook nog een indruk konden krijgen van wat met kunstverlichting in den Dom werd bcreijri. Vooral buiten in den dalen den schemer straalde het licht wonderlijk schoon door de hooge Gothische vensters naar buiten over het gewoel van de belang stellenden, die den Dom hadden gevuld. Spoorwegpersoneel. De hoofdbesturen van de Nederlandsche Vereeniging van Spoor- en Tramwegperso neel van den Prot. Christ. Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel en den R.-K.Bond van Spoor- en Tram wegpersoneel „St.-Raphael", hebben, in ver hand met de door de directie der Nederland sche Spoorwegen in het R. Q, V. 1921 voor gestelde wijzigingen, een uitvoerig rapport ter zake samengesteld en aan de directie gezonden. Zij nemen daarin o.m. stelling te gen de verlaging der verblijfkosten, vermin dering van verlofdagen en verslechting van het vrij vervoer. Zij stellen voorts voor den Loonraad en de maandelijksche besprekin gen tc doen vervangen door een personeel- raad. Eerkeuring. De Herkeuringsraad houdt in Novem ber en December a.s. in verschillende ge meenten zitting. Behoudens bijzondere machtiging van den Minister van Oorlog worden lot hel on derzoek niet toegelaten: a. die als vrijwil liger behooren'tot de landmacht de vrij willige landstorm hieronder begrepen de zeemacht of de overige weermacht; b. die in 1925 lijdelijk ongeschikt voor den dienst werden verklaard. De aanvragen om herkeuring moeten zoo spoedig mogelijk niet op gezegeld papier worden gezonden aan den voorzitter van den Herkeuringsraad,-gebouw van hel Departement van Oorlog, 's-Gravenhage. De accijns op het gedistilleerd. 'Het „Hbld." bereikte u'.t vakkringen de roededeeling, dat de Regeering zou over wegen e:n wijziging van de gedistilleerd wet van 1862 tö bevorderen, waardoor de dus genaamde eerste-klas-distillateurs zouden ko men te vervallen, welke den accijns eerst bebben te voldoen bij aflevering van het product Dientengevolge zou bet aautal V.veede-klasse-dist.liateurs toenemen, die reeds bij het inslaan der grondstoffen den accijns hebben te voldoen. Een gevolg hiervan zou zijn, dat de Regeering iloorloopend de be schikking; kreeg over grootare middelen uit den gedistilleerd-accijns. Hiervan zou zy gebruik willen makeu, om over te gaan tot een verlaging van den gedistilleerd-accijns. Bij onderzoek ter bevoegder plaatse bleek, dat al deze medcdeelingen wel heel erg voorbarig zijn. Op het Departement van Financiën is de afdeeiing, onder welke dit onderwerp ressorteert, ternauwernood toe aan de bestudetring van het rapport, eenigen lijd*geleden uitgebracht door de z.g. pro ductiecommissie. Nu is het niet onmogelijk, dat de af deeiing ca bestudeering van het rapport, den Minister een advies -daarover voorlegt, waarin voorstellen in bovengenoemden geest vervat zullen zijn. Maar wij me enen zeker te weten, dat er op het oogenblik nog niet de minste aanleiding is dergelijke voorstellen te verwachten. En in ieder geval is het uitermate voorbarig aan de Regeering zulke plannen toe te schrijven. Het heele onderwerp is p3S in een begin stadium van studie en de uiterst technische aard er van brengt mede, dat zelfs indien te eeniger tijd voorstellen als bovenbedoeld zijn mochten worden overwogen (waarvan vooralsnog geen sprake is), met de uit werking nog een zéér geruime tijd zou zijn gemoeid. Premies Woningbouw. De Minister van Arbeid heeft, naar wij in „Het Vad." lezen, zich tot Gedeputeerde Slaton der provinciën gewend met verzoek goedkeuring te onthouden aan Raadsbeslui ten tot verleenen van bouwpremies voor woningbouw, nu het Rijk deze bijdrage ook niet meer verleent. De Minister is van oor deel, -dat deze gemeentelijke steun een on gunstige uitwerking moet hebben op vol doenden woningbouw door particulieren. De Minister van Waterstaat, ir. Bon- gaerts, heeft hedenochtend de dezer dagen door hem ingestelde commissie ter overwe ging aan de vraag welke taak de Staat ten aanzian van de radio-omroep (Broadcasting) heeft te vervullen, geïnstalleerd met seen rede, waarop de voorzitter der commissie jbr. mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck, ant woordde. Bij Kon .besluit is benoemd lot officier in de orde van Oranje-Nassau G. André de la Porte A.Ezn., oudste directeur der Onder linge Brandwaarborg-Maatschappij, te Arn hem, tevens directeur van de Arnhemsche Verzekering-Maatschappij legen brandschade aldaar; is toegekend de aan de orde van Oranje-Nassau verbonden cere-medaille, in zilver, aan: T. de Kruyk, vernisstoker en chef der afdeeiing pakkerij in de fabriek der firma Van Wijk en Co., te Amsterdam; II. Heyne, huismeester bij het Amstel Hotel, te Amsterdam; is aan A. J. Reumer, op zijn verzoek, met ingang van den dag, waarop zijn opvolger als notaris zal zijn beëedigd, eervol ontslag verleend uit zijn betrekking van notaris te Gorkum; is, te rekenen van 1 October 1925, aan den ingenieur der tele grafie ir. G. H. de Vos de titel toegekend van hoofdingenieur der telegrafie; is benoemd tot lid van de Algemeene Rekenkamer in Ned.- Indië de heer W. Verbeek, thans lijdelijk lid van genoemd college. De zes Samenwerkende Zendingscor- p*oralies te Oegslgeest ontvingen over de eerste acht maanden van dit jaar f 353 522.66 terwijl voor 1925 noodig is aan vermoedelijk."? tekorten over 1924 f 80.000 en aan ramin gen voor dit jaar f 846.000. De Huurcommissie te Voorburg zal met ingang van 1 November a s. worden opge heven. Verschenen is het rapport van de com missie tot onderzoek van dc mogelijkheid, meer eenheid te brengen in het ziekenfonds- wezen in ons land, welke commissie inder tijd is samengesteld uit de organisaties: Ned. Maatschappij tot bevordering der Genees - kunst, Maatschappij ter bevordering der Pharmacie, Ned. Mij. tot bevordering der Tandheelkunde, Landelijke Federatie ter behartiging van het Ziekenfondswezen, Ne- derlandsch Verbond van Vakvereenigingen, R.-K. Werkliedenverbond, Christelijk Na tionaal Vakverbond en Algemeen Neder- landsch Vakverbond. De commissie is van moening, dat het wenschclijk is, dal in iedere plaats van be teekenis als reger slechts één ziekenfonds beslaat. In kleinere gemeenten en op het platteland zullen dc ziekenfondsen zich over meer plaatsen dienen uit te strekken. Het Hoofdbestuur van „Ons Belaag" Vereeniging van onderofficieren, enz., heeft een uitvoerig adres gezonden aan den Mi nister van 'Oorlog, waarin het den Minister nogmaals met grootcn nadruk verzo:kt wel te willen bevorderen, dat den onderoff c'e- ren thans ah nooduitkeering over 1925 wordt toegekend als een bedrag, overeen komende met een maand salaris tot een i minimum van f100. De Commissie van Toeacht op het Nijverheidsonderwijs te Beverwijk heeft eo 1 bloc ontslag gevraagd, waarschijnlijk wegens de benoeming van een nieuwen directeur voor de Nijverheidsavondschool. Tosn de nieuwe J Nijverheidsschool in gebruik werd genomen I en door den burgemeestrr geopand werd, schitterden alle drie leden van do com missie door afwezigheid. Bij-de „Stscrt." van heden is gevoegd een opgave van het aantal aangegeven ge vallen van besmettelijke ziekten over de weck van 4 tot en met 10 dezer. Totaal aan het Rijk werden aangegeven: 34 gevallen van buiktyphus (waarvan 3 te Amsterdam); 359 roodvonk (60 le Amster dam, 110 te Rotterdam, 21 te 's-Graren- hage), 65 van diphlheritis (16 te Amster dam); 6 van dysenterie (1 le Amsterdam); 3 van meningitis (Haaksbergen, Rotterdam en Laren (Gld.). De audiëntie van den Minister van Waterstaat zal Maandag 19 October a.s. niet plaats hebben. RECLAME. 7269 De salaiispolitiek. De heer J. TER LAAN (S.-D.) vraagt verlof de Regeering vragen te stellen over baar salarispolitiek. Hierover zal morgen nader wordcti beslist (Zitting van gisteren). Salaris Rijksambtenaren. De lieer J. TER LAAN (S.D.) vraagt de Kamer verlof om vragen le mogen richten lot de Ttegeering omtrent haar voornemens ten aanzien van herziening der salarisrege ling der ambtenaren, o.a. in verband met het al of niet toekennen van ccn toeslag over 1925. Over deze aanvrage wordt morgen beslist. Commissies. De VOORZITTER stelt voor om artikel 54 van het reglement van orde toepassing le doen vinden en voor den duur dor zitting 19251926 drie vaste Commission in te stel len en wel: een Commissie voor Privaat- cn Strafrecht; een Commissie voor Belastingen cn ccn Commissie voor Openbare Werken, vcrkcers- cn valerslaalsaangclegenhcdcn. Conform besloten. Tot leden dezer commissies worden be noemd: Voor die voor Privaat- en Strafrecht de leden Heemskerk, Marchant, v. Sasse van IJsselt, Sannes, v. Sehaick, Kals en Knotten belt; voor die der belastingen de leden v. Vuu- ren, Snoeck IIcnckemans, J. ter Laan, Oud, J. v. Dijk. de Wilde cn van Gijn; voor die voor Openbare Werken enz. de leden v. Rijckcvorsel, Bomans, v. d. Woer den, J. J. C. v. Dijk, Krijger, Ebels en Droog- leever Forluyn. Verder doet de VOORZITTER mededeeling van het besluit der Centrale Afdeeiing om de welsonlvgcrpen houdende nadere voor schriften ten aanzien van de uitoefening der geneeskunst en houdende bepalingen omtrent het met openlijke aanprijzing in liet verkeer brengen van middelen tegen ziekten te verzenden naar een bijzondere commissie? Aldus wordt besloten. Tot leden worden benoemd de leden van Wijnberg, Scheurer, v. Rappard, dc Vries Bruins en Rutgers van Rozenburg. De Bioscoopwet. Voortgegaan wordt met de behandeling van het wetsontwerp bestrijding van de zedelijke cn maatschappelijke gevaren van den bio scoop. Bij de algemeene beraadslaging is levens nan de orde de motie van orde van den heer Kersten, betreffende verbod van openbare bioscoopvoorstellingen, luidende aldus: De Kamer, van oordeel, dat het kwaad der openbare bioscoopvoorstellingen niet is weg le nemen ücor keuring van de films en dies de open bare bioscoopvoorstellingen een gevaar zul len blijven voor het zedelijke welzijn van het volk, noodigt de regeering uit voorstellen le doen, die leiden tot verbod van openbare bioscoopvoorslel 1 ingen, en gaat over tot de orde van den dag. De Minister van Binnenlandsche Zaken, de heer DE GEER, begint met een misver stand weg le nemen. De keuring voor kinde ren noemen sommigen toelaatbaar, maar die voor volwassenen zou een dompers-daad zijn. Een dergelijke keuring voor volwasse nen is geen novum. Spr. wijst allereerst op het rapport der betrokken staatscommissie, waarin eenstemmig voor die keuring is be slist. Voorts beroept spr. zich op den lieer Van Gijn, die een censuur voor bioscopen, die verder gaat dan die voor looneel, niet af wees; op den heer Gerhard, die evenmin te gen een keuring voor volwassenen bezwaar had en alleen legen de vorige wet heeft ge stemd, omdat de gemeenteraden te veel macht kregen. Het blijkt dus dat vele vrijzinnigen geen bezwaar hadden legen die keuring. Bij de vorige wet zijn alle amendementen verwor pen cn niettemin bleef de eindstemming een partijstemming, hetgeen spr. altijd ten zeer ste heeft verbaasd. De positieve inhoud van het ontwerp had geen verzet uitgelokt. Het is voor den Minister raadselachtig, waarom de linkerzijde de vorige maal tegen de wet stemde. Zij deed het n i e t op grond van de keuring voor de volwassenen. Wat dit puni zelf betreft, meent spr. dal het in de neutrale zóne ligt. Tusschen loo neel en bioscoop is in dit" opzicht een diep gaand verschil, omdat de laatste veel bree der kringen van publiek lot zich brengt en veel meer op de fantasie werkt. Ook in dit opzicht was de Staatscommissie unaniem in haar oordeel. Voor looneel bestaat reeds de censuur en zij is dus voor den bioscoop geen novum. Trouwens zij bestaat eveneens voor den bioscoop en zij werkt stellig pre ventief. Spr. herinnert aan een missive van burgemeester Zimmerman vuor de biosco pen, waarin hij opsomde welke onderwer pen daar niet meer vertoond mochten wor den en waarin werd meegedeeld, dat men keuring kan aanvragen van films. In Den De gerestaureerde Domkerk te Utrecht ia ollicieel geopend. Een foto van hei esterieni van de Domkerk. Haag is indertijd besloten een officieelc keu ringscommissie in te stellen. In Kunst en Amusement wordt deze wet geprezen, om dat zij den burgemeester een belangrijke macht zal ontnemen, die hij thans aan ar tikel 188 der-Gemeentewet ontleent. De verschillen tusschen dc partijen lij ken grooter dan zij in werkelijkheid zijn. In de keuringscommissie groeide men al keurende nader tot elkaar. Hel gaat niet aan individueelc opvattingen legen elkaar uit te spelen zelfs al komt die van een Mi nister, een geestverwant van spr. De heer Schaper heeft in „Het VoUk" geschreven dat alleen onbenulligen naar den bioscoop of de kroeg gaan. Dal is ook overdreven. Het sno,bbisme dat buiten dc Kamer vaak aan den dag komt, legen de zedelijkheidsapos telen, de fijne beschuiten cn de blikken do- miné's, is toch uil den lijd. (Gelach). Liboralil&t is Anter kennung, spr. hoopt dat de vrijzinnigen deze leuze zullen hoog houden en de politiek builen deze wet zul len houden. Spr. acht het gewenscht, dat de stemming over deze wet geen partijstem ming zij en dat de wet een nationale wet zij met gemeenschappelijk overleg tot 9tand gebracht. Thans beantwoordt spr. ecigc detailpun ten. Art. 19, dajt de bevoegdheid van den burgemeester nog nader regelt, is noodig, omdat een goedgekeurde films looh toeval lig in een bepaalde gemeente gevaar voor ordeverstoring opflovert. Daarom houdt de burgemeester voor bijzondere gevaüen be voegdheid tot verbieden. Verder gaat döc bevoogdheid niol en zij is geen verkapte tweede keuring. Op de motie-Kersten gaat spr. niet in* Hij wil de gevaren van den bioscoop be strijden, maar daarvoor is niet noodig den bioscoop uit te roeien. Wat de different ieering van de keuring voor kinderen betreft is terecht opgemerkt, dat het een technische kwestie is. Het thans voorgestelde is gelijk aan hetgeen de Ka mer bij de vorige wet heeft goedgekeurd. Do grens van 14 jaar is zeer willekeurig en het was beter deze grensbepaling te late» vallen. Spr. acht deze bepaling echter een zuiver technische en gaarne pleegt hij na der overleg. Ten 9lolle artikel 4. Het i3 onjuist dat dit uitstel het product is van allerlei ingewikkeld en diplomatiek overleg. Misschien is het eer het product van een geestelijk overleg met den heer Kleerekoper. (Gelach). Het artikel is onge veer het amendement-Rulgers-Tilaiius bij de vorige wet. Alleen is het nu gewijzigd in den geest van de rede die toen de heef Kleerekoper daarover heeft gehouden. (Hi lariteit). (Uit 't Fransch van GUY CHANTEPLEURE). Geautoriseerde vertaling van W. H. C, GO) „Vandaag, in het volle bezit van mijn krachten en van mijn Chrislelijken wil, in tegenwoordigheid van den notaris Baudin en de vier vereischte getuigen en tegenover God, Die mij aanhoort en Die boven de wet der menschen staat, heb ik plechtig de slechte instincten van mijn tiart versloolen, door u lot mijn universeel erfgename te be noemen. „Zeer afgeleefd als ik ben, en mijn einde voelende naderen, vermaak ik u, zonder er iels af te nemen, dit .fortuin, dat mij door mijn geboorterecht toekwam, maar dat eerst door mevrouw Davrangay, mijn tante, de vrouw, die u als pleegdochter had aange nomen door de keuze harer genegenheid, voor u was bestemd. „Maak er een goed gebruik van, zonder de armen, onze broeders, te vergelen, en wees gelukkig' onder Gods zegen. „Uw zuster in onzen Heer en Zaligmaker Jezus Christus „Laura Arguin. Willem had op zijn beurt don brief gele zen. -- Arme vrouw! zei hij zacht. Zoo'n brief is zelfs in zijn. koelheid, zeldzaam in drukwekkend. Weet je wel, dal die heilige vrees van een wezen, dat door enkele woor den „aan haar geweten werd. overgeleverd" iels zeldzaams is; iets, dal aan het verhe- yene grenst' Langzaam vbuwde hij den brief weer dicht envga( hem me terug. Ik had trar.en in mijn oogen en beefde bijna onmerk baar. Het zou me niet mogelijk zijn ge weest, nauwkeurige te zeggen wat ik ge voelde. Ik was onbeschrijflijk bedroefd en uit mijn evenwichten ook gevoelde ik me een beetje beschaamd.Ik kan verze keren, dat die onverwachte erfenis me niet de minste vreugde gaf. Om het mogelijk le maken, dat die aan mij, die altijd zoo wei nig mijn gedachten had gewijd aan geldza ken. werd toegewezen, was het noodig ge weest, dat mijn weldoenster, mijn pleegmoe der, mij werd ontrukt; daarop nam de dood nog die arme, eenzame vróuw weg, die het recht meende te mogen hebben gehad in mij misschien iemand te zien, die zonder het te welen, haar gedwarsboomd had; de vrouw, die met smart opbiechtte, mij te hebben ge haat en van wie ik niet had gehoüden, neen, aan wie ik zelfs niet de zusterlijke liefde „in*onzen Heer Jezus Ohristus" toe droeg, naar welke haar mystiek hairt, toen zij haar einde voelde naderen, zich neigde. O, hoe kan men zich toch ooit verheugen over hetgeen dë dood brengt!'t Was me of ik mijn pleegmoeder voor de tweede ma,al verloor. Die rijkdom, welke men me aankondig de, voelde ik als een zware, zwarte last van een rouwgewaad op mij schouders drukken, O, Willeml riep ik uit, ik wil dadelijk naar het sterfhuis, om aan de doode bloe-. men te brengenIk En optens barstte ik in snikken uit. [Wat Willem dacht, weet ik niet; hij scheen ge prikkeld. Maak je tocE niet zoo van streek. In derdaad moet je onverwijld naar de ruo Offémonl en dan naar notaris Baudin. Ik huilde niet meer en droogde mijn tra nen, maar had het nog wel erg te kwaad. Ga je met ine mee, Willem? Zeker, als je dat wilt, antwoordde hij vriendelijker. Ik zal Patain telefoneeren, dat hij me niet moet wachten. Het door de verlamming vertrokken, misvormde gezicht van mijn pleegmoeder doemde ontzettend fascineerend in mijn herinnering op. De noodzakelijkheid om juf frouw Arguin als doode te zien, kwelde me door een vree9, die ik niet durfde bekennen en die me zelfs nog op den drempel van het huis deed aarzelen. Willem bemerkte liet; hij bracht zijn arm onder den mijne en vatbe mijn hajwl. Moed, kindliefI zei hij heel zachtjes. Ma-ar ik was niet meer bang. In haar laatste rust lag juffrouw Laura daar zoo kalm, zoo onuitsprekelijk kalm, dat zij bijna mooi scheen. Een wonderbaar lijke verionging verfijnde haar regelmatige trekken; spierwit, lang en tenger in haar verstijving, scheen zij een ivoren beeld. Voor de eerste maal kreeg ik den indruk van wat zij eens had kunnen zijn, toen zij nog de heerlijke en bedrieglijke beloften van het leven vóór zich zag.... en mijn hart kromp ineen. De smeltelooze, blanke onschuld van het doodsbed wa-9 bestrooid met viooltjes.... Eerbiedig en in gedachten verzonken, be vonden zich iwee in het zwart gekleede vrouwen ik denk diaconessen in de kamer. Een harer hielp me voorzichtig de witte seringen en witte rozen, die ik had meegebracht, neerleggen. Toen knielde ik neer en terwijl Willem, rechtop staande, zijn hoofd boog. héb' ik lang gebeden. Dien namiddag was ik le vermoeid en te veel ge schokt, zoodal ik Willem smeekte zonder mij naar notaris Baudin le gaan Ik wilde over al dat geld niet hooren spreken. Jacqueline kwam me gezelschap houden; zooeven i9 zij heengegaan. Ik houd veel van haar. 13 Maart. Willem heeft mijn wensch begrepen, om ten opzichte van wijlen juffrouw Arguin alle plichten te vervullen, die op een jongere zuster of een zeer geliefde nicht zouden hebben gerust.... Hij heeft die plichten met me gedeeld en was één en al goedheid. Den eersten nacht hebben we samen ge waakt in het aan de sterfkamer grenzende vertrek en gingen eerst tegen den ochtend naar huis. Den tweeden nacht hebben we, aangezien ik op was van vermoeidheid en in slaap was gevallen, tegen drie uur onze plaats afgestaan aan de twee getrouwe dia conessen. En ik kan wel' zeggen, dat Wil lem nje heeft gedragen, ja, als een kind ge dragen uit de woning van juffrouw Laura in het rijtuig en van hel rijtuig in mijn eigen kamer. Ook den volgenden dag, gedurende de be grafenisplechtigheid, heeft zijn zorgzaam heid me geen oogenblik verlaten. Zelfs als hij niet naar me keek en zich aan andere zorgen scheen le wijden, voelde ik, dat hij met gansch zijn gedachten, gansch zijn hart bij me was. En weer was het zijn bescher mende arm, die me moed gaf, me bij den terugkeer van het berkhof steunde, toen ik de reactie onderging van de pijnlijke uren van emotie en vermoeienis en toen ik me plotseling zóó zwak voelde, dat ik de trap niet meer op konIk zie nog zijn glimlach. Maar, arme Phyl, je kunt niet meer, je oogen vallen dichtJe hebl vijftien uur slaap noodig.minstens! O, wat was hij weer één en al goed heid.... Maar waarom scheen hij toch af en toe zoo somber? Waarom keek hij zoo strak? Ifeeft hem in den brief of in het testamen-t^van juffrouw Laura, of in mijn houding, iels mishaagd of gevoelt hij zich gekwetst? Hij is goed, vriendelijk en zacht ge weest.. en toch schijnt het me, dat hij, tot zelfs in die zachte zorgzaamheid, ndet lieel'emaa! dezelfde meer is.... of eer derHoe moet ik het eigenlijk uitdruk ken. Hel blijkt me inderdaad, dat, zoo als ik hem tegenwoordig zie, hij reeds eer en wel van af het tijdstip, dat onze levens dichter tot elkaar naderden, veranderd was, zij hel ook nauwelijks merkbaar en in kleinigheden. Waarin?"t Zou moeilijk zijn om dat wat niet le definieeren is, nauwkeurig te omschrijven.... Hij bleef wel altijd mijn eenige vriend.... maar hij was niet meer Kerjeln; hfj was Willem, die .Willem, die mij in Brugge eenigszins als een vreemde was verschenen En nu meen ik Kerjean, den ouden Ker- jcan, Phyllekes Kerjean, weer le hebben te ruggevonden t hem, dien^ik met „la Peu- plière" vergeleek, hem. tot wien ik zei: „Je bent voor mij als een pleegvader, een oomMaar toch een minder eenvoudi- gen, minder gelijkmaligen, een zenuwachti ger Kerjeandio gauwer boos is. Wat i9 het leven toch ingewikkeld! Misschien is alles, wat ik zooeven heb gezegd, ten slotte slechts verbeelding! De laatste dagen zag ik Willem maar weinig.. Steeds werkt hij, met een koortsachtige ge- jaagdheid. ?Word, yeryo,Kd)-.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5