No. 20121.
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 15 October
Tweede Blad.
Anno 1925.
BINNENLAND.
WEES SLIM
GEBRUIK GLIM
TWEEDE KAMER.
FEUILLETON.
De üeisgenoote
De herstelde Dom te Utrecht.
Gistermiddag om kwart over tweeën be
gon plotseling de machtige groote klok van
den Dom te luiden Prachtig klonk de klank
over de stad, voor het weder in gebruik ne
men voor den eeredienst van dc Domkerk.
Vele Utrechtenaren bleven staan luisteren.
♦Anderen spoedden zich ter kerke.
Al was liet een donkere regendag, toch
was er voldoende licht in deze merkwaardig
doorschijnend gebouwde kathedraal.
Voor het doophek waren de plaatsen ge
preserveerd ,voor dc officieele genoodigden
van tal van kerkelijke lichamen. Daar wa
ren oa. de burgemeester van Utrecht, mr, J.
P Fockema Andreae, de Rijkscommissie voor
Monumentenzorg, in haar geheel, de voorzit
ter en secretaris van dc Alg. Synode van dc
Ned.-Herv. Kerk, ds. G. J. Weyland en ds
L. W. Bakhuizen van den Brink, de voorzit-
Jer van het Prov. kerkbestuur, ds. P. Bon
ders.
Tegen halfric werden binnengeleid de
•Üommissaris der Koningin dr. H. Th. 's Jacob
Je vorige Commissaris, mr. dr. F. A. C, graaf
ran Lynden van Sandcnburg, mr. V. H.
Rutgers, minister van Onderwijs cn zijn
voorganger in dat ambt, dr. J. Th. de Visser
Ten slotte werd de vertegenwoordiger der
Koningin, mr. G. C. D. R. baron van Ilar-
denbroek van Bergambacht, die de gala-
uniform droeg, binnengeleid.
Onderwijl weerklonk van het orgel, be
speeld door den heer Bos, het Toccata in D-
dur van Baeh. Daarna preludieerde de orga
nist op „Wilt heden nu treden". Tijdens deze
klanken betrad dc voorzitter van het College
van kerkvoogden, W. baron Röell, den kan
sel om de aanwezigen welkom te heeten.
Vervolgens betrad de oudste predikant der
gemeente, ds. J. Quasi Hzn. den kansel, die
begon met in het gebed Gods zegen af te
smeeken voor dit gebouw. Daarop las hij
Jesaja 55 vers 1—11, waarna de gemeente
zong Psalm 8£ vers 1.
Ds. Quast verklaarde vervolgens namens
k&rkeraad en gemeente het herstelde gebouw
uit handen van kerkvoogden te aanvaarden
voor den dienst der Ned. Herv. Kerk.
Nadat de aanwezigen gezang 245 vers 2
hadden gezongen, betrad dr. J. Th. de Vis
ser, het spreekgestoelte.
In een indrukwekkende rede zette spr. uit
een de groote beteekenis van het weder in
gebruik nemen voor den dienst van dit oude
kerkgebouw, waar vroeger eeuwen zoovelen
met schendende hand wonden hebben ge
slagen.
Spr. verzocht ten slotte allen op te staan
cn zich te verecnigen in een dankgebed,
waartoe hij het ,,Onze Vader" uitsprak. 1
Nadat de aanwezigen eenige verzen van
Psalm 118 hadden gezongen en dr. De Visser
de zegenbede had uilgesproken, verlieten al
len het kerkgebouw, diep getroffen door de
zeldzame bekoring, die van den spreker uit
ging.
Bij het uitgaan van de kerk werden plot
seling de lampen ontstoken, zoodat de be
zoekers ook nog een indruk konden krijgen
van wat met kunstverlichting in den Dom
werd bcreijri. Vooral buiten in den dalen
den schemer straalde het licht wonderlijk
schoon door de hooge Gothische vensters
naar buiten over het gewoel van de belang
stellenden, die den Dom hadden gevuld.
Spoorwegpersoneel.
De hoofdbesturen van de Nederlandsche
Vereeniging van Spoor- en Tramwegperso
neel van den Prot. Christ. Bond
van Spoor- en Tramwegpersoneel en
den R.-K.Bond van Spoor- en Tram
wegpersoneel „St.-Raphael", hebben, in ver
hand met de door de directie der Nederland
sche Spoorwegen in het R. Q, V. 1921 voor
gestelde wijzigingen, een uitvoerig rapport
ter zake samengesteld en aan de directie
gezonden. Zij nemen daarin o.m. stelling te
gen de verlaging der verblijfkosten, vermin
dering van verlofdagen en verslechting van
het vrij vervoer. Zij stellen voorts voor den
Loonraad en de maandelijksche besprekin
gen tc doen vervangen door een personeel-
raad.
Eerkeuring.
De Herkeuringsraad houdt in Novem
ber en December a.s. in verschillende ge
meenten zitting.
Behoudens bijzondere machtiging van
den Minister van Oorlog worden lot hel on
derzoek niet toegelaten: a. die als vrijwil
liger behooren'tot de landmacht de vrij
willige landstorm hieronder begrepen
de zeemacht of de overige weermacht; b.
die in 1925 lijdelijk ongeschikt voor den
dienst werden verklaard.
De aanvragen om herkeuring moeten zoo
spoedig mogelijk niet op gezegeld papier
worden gezonden aan den voorzitter
van den Herkeuringsraad,-gebouw van hel
Departement van Oorlog, 's-Gravenhage.
De accijns op het gedistilleerd.
'Het „Hbld." bereikte u'.t vakkringen de
roededeeling, dat de Regeering zou over
wegen e:n wijziging van de gedistilleerd wet
van 1862 tö bevorderen, waardoor de dus
genaamde eerste-klas-distillateurs zouden ko
men te vervallen, welke den accijns eerst
bebben te voldoen bij aflevering van het
product Dientengevolge zou bet aautal
V.veede-klasse-dist.liateurs toenemen, die reeds
bij het inslaan der grondstoffen den accijns
hebben te voldoen. Een gevolg hiervan zou
zijn, dat de Regeering iloorloopend de be
schikking; kreeg over grootare middelen uit
den gedistilleerd-accijns. Hiervan zou zy
gebruik willen makeu, om over te gaan tot
een verlaging van den gedistilleerd-accijns.
Bij onderzoek ter bevoegder plaatse bleek,
dat al deze medcdeelingen wel heel erg
voorbarig zijn. Op het Departement van
Financiën is de afdeeiing, onder welke dit
onderwerp ressorteert, ternauwernood toe aan
de bestudetring van het rapport, eenigen
lijd*geleden uitgebracht door de z.g. pro
ductiecommissie.
Nu is het niet onmogelijk, dat de af
deeiing ca bestudeering van het rapport,
den Minister een advies -daarover voorlegt,
waarin voorstellen in bovengenoemden geest
vervat zullen zijn. Maar wij me enen zeker
te weten, dat er op het oogenblik nog niet
de minste aanleiding is dergelijke voorstellen
te verwachten. En in ieder geval is het
uitermate voorbarig aan de Regeering zulke
plannen toe te schrijven.
Het heele onderwerp is p3S in een begin
stadium van studie en de uiterst technische
aard er van brengt mede, dat zelfs indien
te eeniger tijd voorstellen als bovenbedoeld
zijn mochten worden overwogen (waarvan
vooralsnog geen sprake is), met de uit
werking nog een zéér geruime tijd zou
zijn gemoeid.
Premies Woningbouw.
De Minister van Arbeid heeft, naar wij in
„Het Vad." lezen, zich tot Gedeputeerde
Slaton der provinciën gewend met verzoek
goedkeuring te onthouden aan Raadsbeslui
ten tot verleenen van bouwpremies voor
woningbouw, nu het Rijk deze bijdrage ook
niet meer verleent. De Minister is van oor
deel, -dat deze gemeentelijke steun een on
gunstige uitwerking moet hebben op vol
doenden woningbouw door particulieren.
De Minister van Waterstaat, ir. Bon-
gaerts, heeft hedenochtend de dezer dagen
door hem ingestelde commissie ter overwe
ging aan de vraag welke taak de Staat ten
aanzian van de radio-omroep (Broadcasting)
heeft te vervullen, geïnstalleerd met seen
rede, waarop de voorzitter der commissie jbr.
mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck, ant
woordde.
Bij Kon .besluit is benoemd lot officier
in de orde van Oranje-Nassau G. André de
la Porte A.Ezn., oudste directeur der Onder
linge Brandwaarborg-Maatschappij, te Arn
hem, tevens directeur van de Arnhemsche
Verzekering-Maatschappij legen brandschade
aldaar; is toegekend de aan de orde van
Oranje-Nassau verbonden cere-medaille, in
zilver, aan: T. de Kruyk, vernisstoker en
chef der afdeeiing pakkerij in de fabriek der
firma Van Wijk en Co., te Amsterdam; II.
Heyne, huismeester bij het Amstel Hotel, te
Amsterdam; is aan A. J. Reumer, op zijn
verzoek, met ingang van den dag, waarop
zijn opvolger als notaris zal zijn beëedigd,
eervol ontslag verleend uit zijn betrekking
van notaris te Gorkum; is, te rekenen van
1 October 1925, aan den ingenieur der tele
grafie ir. G. H. de Vos de titel toegekend van
hoofdingenieur der telegrafie; is benoemd tot
lid van de Algemeene Rekenkamer in Ned.-
Indië de heer W. Verbeek, thans lijdelijk lid
van genoemd college.
De zes Samenwerkende Zendingscor-
p*oralies te Oegslgeest ontvingen over de
eerste acht maanden van dit jaar f 353 522.66
terwijl voor 1925 noodig is aan vermoedelijk."?
tekorten over 1924 f 80.000 en aan ramin
gen voor dit jaar f 846.000.
De Huurcommissie te Voorburg zal met
ingang van 1 November a s. worden opge
heven.
Verschenen is het rapport van de com
missie tot onderzoek van dc mogelijkheid,
meer eenheid te brengen in het ziekenfonds-
wezen in ons land, welke commissie inder
tijd is samengesteld uit de organisaties: Ned.
Maatschappij tot bevordering der Genees -
kunst, Maatschappij ter bevordering der
Pharmacie, Ned. Mij. tot bevordering der
Tandheelkunde, Landelijke Federatie ter
behartiging van het Ziekenfondswezen, Ne-
derlandsch Verbond van Vakvereenigingen,
R.-K. Werkliedenverbond, Christelijk Na
tionaal Vakverbond en Algemeen Neder-
landsch Vakverbond.
De commissie is van moening, dat het
wenschclijk is, dal in iedere plaats van be
teekenis als reger slechts één ziekenfonds
beslaat. In kleinere gemeenten en op het
platteland zullen dc ziekenfondsen zich over
meer plaatsen dienen uit te strekken.
Het Hoofdbestuur van „Ons Belaag"
Vereeniging van onderofficieren, enz., heeft
een uitvoerig adres gezonden aan den Mi
nister van 'Oorlog, waarin het den Minister
nogmaals met grootcn nadruk verzo:kt wel
te willen bevorderen, dat den onderoff c'e-
ren thans ah nooduitkeering over 1925
wordt toegekend als een bedrag, overeen
komende met een maand salaris tot een
i minimum van f100.
De Commissie van Toeacht op het
Nijverheidsonderwijs te Beverwijk heeft eo
1 bloc ontslag gevraagd, waarschijnlijk wegens
de benoeming van een nieuwen directeur voor
de Nijverheidsavondschool. Tosn de nieuwe
J Nijverheidsschool in gebruik werd genomen
I en door den burgemeestrr geopand werd,
schitterden alle drie leden van do com
missie door afwezigheid.
Bij-de „Stscrt." van heden is gevoegd
een opgave van het aantal aangegeven ge
vallen van besmettelijke ziekten over de
weck van 4 tot en met 10 dezer.
Totaal aan het Rijk werden aangegeven:
34 gevallen van buiktyphus (waarvan 3 te
Amsterdam); 359 roodvonk (60 le Amster
dam, 110 te Rotterdam, 21 te 's-Graren-
hage), 65 van diphlheritis (16 te Amster
dam); 6 van dysenterie (1 le Amsterdam);
3 van meningitis (Haaksbergen, Rotterdam
en Laren (Gld.).
De audiëntie van den Minister van
Waterstaat zal Maandag 19 October a.s. niet
plaats hebben.
RECLAME.
7269
De salaiispolitiek.
De heer J. TER LAAN (S.-D.) vraagt
verlof de Regeering vragen te stellen over
baar salarispolitiek. Hierover zal morgen
nader wordcti beslist
(Zitting van gisteren).
Salaris Rijksambtenaren.
De lieer J. TER LAAN (S.D.) vraagt de
Kamer verlof om vragen le mogen richten
lot de Ttegeering omtrent haar voornemens
ten aanzien van herziening der salarisrege
ling der ambtenaren, o.a. in verband met het
al of niet toekennen van ccn toeslag over
1925.
Over deze aanvrage wordt morgen beslist.
Commissies.
De VOORZITTER stelt voor om artikel 54
van het reglement van orde toepassing le
doen vinden en voor den duur dor zitting
19251926 drie vaste Commission in te stel
len en wel: een Commissie voor Privaat- cn
Strafrecht; een Commissie voor Belastingen
cn ccn Commissie voor Openbare Werken,
vcrkcers- cn valerslaalsaangclegenhcdcn.
Conform besloten.
Tot leden dezer commissies worden be
noemd:
Voor die voor Privaat- en Strafrecht de
leden Heemskerk, Marchant, v. Sasse van
IJsselt, Sannes, v. Sehaick, Kals en Knotten
belt;
voor die der belastingen de leden v. Vuu-
ren, Snoeck IIcnckemans, J. ter Laan, Oud,
J. v. Dijk. de Wilde cn van Gijn;
voor die voor Openbare Werken enz. de
leden v. Rijckcvorsel, Bomans, v. d. Woer
den, J. J. C. v. Dijk, Krijger, Ebels en Droog-
leever Forluyn.
Verder doet de VOORZITTER mededeeling
van het besluit der Centrale Afdeeiing om
de welsonlvgcrpen houdende nadere voor
schriften ten aanzien van de uitoefening
der geneeskunst en houdende bepalingen
omtrent het met openlijke aanprijzing in liet
verkeer brengen van middelen tegen ziekten
te verzenden naar een bijzondere commissie?
Aldus wordt besloten.
Tot leden worden benoemd de leden van
Wijnberg, Scheurer, v. Rappard, dc Vries
Bruins en Rutgers van Rozenburg.
De Bioscoopwet.
Voortgegaan wordt met de behandeling van
het wetsontwerp bestrijding van de zedelijke
cn maatschappelijke gevaren van den bio
scoop.
Bij de algemeene beraadslaging is levens
nan de orde de motie van orde van den heer
Kersten, betreffende verbod van openbare
bioscoopvoorstellingen, luidende aldus:
De Kamer,
van oordeel, dat het kwaad der openbare
bioscoopvoorstellingen niet is weg le nemen
ücor keuring van de films en dies de open
bare bioscoopvoorstellingen een gevaar zul
len blijven voor het zedelijke welzijn van
het volk,
noodigt de regeering uit voorstellen le
doen, die leiden tot verbod van openbare
bioscoopvoorslel 1 ingen,
en gaat over tot de orde van den dag.
De Minister van Binnenlandsche Zaken,
de heer DE GEER, begint met een misver
stand weg le nemen. De keuring voor kinde
ren noemen sommigen toelaatbaar, maar die
voor volwassenen zou een dompers-daad
zijn. Een dergelijke keuring voor volwasse
nen is geen novum. Spr. wijst allereerst op
het rapport der betrokken staatscommissie,
waarin eenstemmig voor die keuring is be
slist. Voorts beroept spr. zich op den lieer
Van Gijn, die een censuur voor bioscopen,
die verder gaat dan die voor looneel, niet af
wees; op den heer Gerhard, die evenmin te
gen een keuring voor volwassenen bezwaar
had en alleen legen de vorige wet heeft ge
stemd, omdat de gemeenteraden te veel
macht kregen.
Het blijkt dus dat vele vrijzinnigen geen
bezwaar hadden legen die keuring. Bij de
vorige wet zijn alle amendementen verwor
pen cn niettemin bleef de eindstemming een
partijstemming, hetgeen spr. altijd ten zeer
ste heeft verbaasd. De positieve inhoud van
het ontwerp had geen verzet uitgelokt. Het
is voor den Minister raadselachtig, waarom
de linkerzijde de vorige maal tegen de wet
stemde. Zij deed het n i e t op grond van de
keuring voor de volwassenen.
Wat dit puni zelf betreft, meent spr. dal
het in de neutrale zóne ligt. Tusschen loo
neel en bioscoop is in dit" opzicht een diep
gaand verschil, omdat de laatste veel bree
der kringen van publiek lot zich brengt en
veel meer op de fantasie werkt. Ook in dit
opzicht was de Staatscommissie unaniem
in haar oordeel. Voor looneel bestaat reeds
de censuur en zij is dus voor den bioscoop
geen novum. Trouwens zij bestaat eveneens
voor den bioscoop en zij werkt stellig pre
ventief. Spr. herinnert aan een missive van
burgemeester Zimmerman vuor de biosco
pen, waarin hij opsomde welke onderwer
pen daar niet meer vertoond mochten wor
den en waarin werd meegedeeld, dat men
keuring kan aanvragen van films. In Den
De gerestaureerde Domkerk te Utrecht ia
ollicieel geopend. Een foto van hei esterieni
van de Domkerk.
Haag is indertijd besloten een officieelc keu
ringscommissie in te stellen. In Kunst en
Amusement wordt deze wet geprezen, om
dat zij den burgemeester een belangrijke
macht zal ontnemen, die hij thans aan ar
tikel 188 der-Gemeentewet ontleent.
De verschillen tusschen dc partijen lij
ken grooter dan zij in werkelijkheid zijn.
In de keuringscommissie groeide men al
keurende nader tot elkaar. Hel gaat niet
aan individueelc opvattingen legen elkaar
uit te spelen zelfs al komt die van een Mi
nister, een geestverwant van spr. De heer
Schaper heeft in „Het VoUk" geschreven dat
alleen onbenulligen naar den bioscoop of de
kroeg gaan. Dal is ook overdreven. Het
sno,bbisme dat buiten dc Kamer vaak aan
den dag komt, legen de zedelijkheidsapos
telen, de fijne beschuiten cn de blikken do-
miné's, is toch uil den lijd. (Gelach).
Liboralil&t is Anter kennung, spr. hoopt
dat de vrijzinnigen deze leuze zullen hoog
houden en de politiek builen deze wet zul
len houden. Spr. acht het gewenscht, dat
de stemming over deze wet geen partijstem
ming zij en dat de wet een nationale wet
zij met gemeenschappelijk overleg tot 9tand
gebracht.
Thans beantwoordt spr. ecigc detailpun
ten. Art. 19, dajt de bevoegdheid van den
burgemeester nog nader regelt, is noodig,
omdat een goedgekeurde films looh toeval
lig in een bepaalde gemeente gevaar voor
ordeverstoring opflovert. Daarom houdt de
burgemeester voor bijzondere gevaüen be
voegdheid tot verbieden. Verder gaat döc
bevoogdheid niol en zij is geen verkapte
tweede keuring.
Op de motie-Kersten gaat spr. niet in*
Hij wil de gevaren van den bioscoop be
strijden, maar daarvoor is niet noodig den
bioscoop uit te roeien.
Wat de different ieering van de keuring
voor kinderen betreft is terecht opgemerkt,
dat het een technische kwestie is. Het thans
voorgestelde is gelijk aan hetgeen de Ka
mer bij de vorige wet heeft goedgekeurd. Do
grens van 14 jaar is zeer willekeurig en
het was beter deze grensbepaling te late»
vallen. Spr. acht deze bepaling echter een
zuiver technische en gaarne pleegt hij na
der overleg.
Ten 9lolle artikel 4.
Het i3 onjuist dat dit uitstel het product
is van allerlei ingewikkeld en diplomatiek
overleg. Misschien is het eer het product
van een geestelijk overleg met den heer
Kleerekoper. (Gelach). Het artikel is onge
veer het amendement-Rulgers-Tilaiius bij
de vorige wet. Alleen is het nu gewijzigd in
den geest van de rede die toen de heef
Kleerekoper daarover heeft gehouden. (Hi
lariteit).
(Uit 't Fransch van GUY CHANTEPLEURE).
Geautoriseerde vertaling van W. H. C,
GO)
„Vandaag, in het volle bezit van mijn
krachten en van mijn Chrislelijken wil, in
tegenwoordigheid van den notaris Baudin
en de vier vereischte getuigen en tegenover
God, Die mij aanhoort en Die boven de wet
der menschen staat, heb ik plechtig de
slechte instincten van mijn tiart versloolen,
door u lot mijn universeel erfgename te be
noemen.
„Zeer afgeleefd als ik ben, en mijn einde
voelende naderen, vermaak ik u, zonder er
iels af te nemen, dit .fortuin, dat mij door
mijn geboorterecht toekwam, maar dat eerst
door mevrouw Davrangay, mijn tante, de
vrouw, die u als pleegdochter had aange
nomen door de keuze harer genegenheid,
voor u was bestemd.
„Maak er een goed gebruik van, zonder
de armen, onze broeders, te vergelen, en
wees gelukkig' onder Gods zegen.
„Uw zuster in onzen Heer en Zaligmaker
Jezus Christus
„Laura Arguin.
Willem had op zijn beurt don brief gele
zen.
-- Arme vrouw! zei hij zacht. Zoo'n
brief is zelfs in zijn. koelheid, zeldzaam in
drukwekkend. Weet je wel, dal die heilige
vrees van een wezen, dat door enkele woor
den „aan haar geweten werd. overgeleverd"
iels zeldzaams is; iets, dal aan het verhe-
yene grenst'
Langzaam vbuwde hij den brief weer
dicht envga( hem me terug. Ik had trar.en
in mijn oogen en beefde bijna onmerk
baar. Het zou me niet mogelijk zijn ge
weest, nauwkeurige te zeggen wat ik ge
voelde. Ik was onbeschrijflijk bedroefd en
uit mijn evenwichten ook gevoelde ik
me een beetje beschaamd.Ik kan verze
keren, dat die onverwachte erfenis me niet
de minste vreugde gaf. Om het mogelijk le
maken, dat die aan mij, die altijd zoo wei
nig mijn gedachten had gewijd aan geldza
ken. werd toegewezen, was het noodig ge
weest, dat mijn weldoenster, mijn pleegmoe
der, mij werd ontrukt; daarop nam de dood
nog die arme, eenzame vróuw weg, die het
recht meende te mogen hebben gehad in mij
misschien iemand te zien, die zonder het te
welen, haar gedwarsboomd had; de vrouw,
die met smart opbiechtte, mij te hebben ge
haat en van wie ik niet had gehoüden,
neen, aan wie ik zelfs niet de zusterlijke
liefde „in*onzen Heer Jezus Ohristus" toe
droeg, naar welke haar mystiek hairt, toen
zij haar einde voelde naderen, zich neigde.
O, hoe kan men zich toch ooit verheugen
over hetgeen dë dood brengt!'t Was
me of ik mijn pleegmoeder voor de tweede
ma,al verloor.
Die rijkdom, welke men me aankondig
de, voelde ik als een zware, zwarte last van
een rouwgewaad op mij schouders drukken,
O, Willeml riep ik uit, ik wil dadelijk
naar het sterfhuis, om aan de doode bloe-.
men te brengenIk
En optens barstte ik in snikken uit. [Wat
Willem dacht, weet ik niet; hij scheen ge
prikkeld.
Maak je tocE niet zoo van streek. In
derdaad moet je onverwijld naar de ruo
Offémonl en dan naar notaris Baudin.
Ik huilde niet meer en droogde mijn tra
nen, maar had het nog wel erg te kwaad.
Ga je met ine mee, Willem?
Zeker, als je dat wilt, antwoordde hij
vriendelijker. Ik zal Patain telefoneeren,
dat hij me niet moet wachten.
Het door de verlamming vertrokken,
misvormde gezicht van mijn pleegmoeder
doemde ontzettend fascineerend in mijn
herinnering op. De noodzakelijkheid om juf
frouw Arguin als doode te zien, kwelde me
door een vree9, die ik niet durfde bekennen
en die me zelfs nog op den drempel van
het huis deed aarzelen. Willem bemerkte
liet; hij bracht zijn arm onder den mijne en
vatbe mijn hajwl.
Moed, kindliefI zei hij heel zachtjes.
Ma-ar ik was niet meer bang.
In haar laatste rust lag juffrouw Laura
daar zoo kalm, zoo onuitsprekelijk kalm,
dat zij bijna mooi scheen. Een wonderbaar
lijke verionging verfijnde haar regelmatige
trekken; spierwit, lang en tenger in haar
verstijving, scheen zij een ivoren beeld.
Voor de eerste maal kreeg ik den indruk
van wat zij eens had kunnen zijn, toen zij
nog de heerlijke en bedrieglijke beloften van
het leven vóór zich zag.... en mijn hart
kromp ineen.
De smeltelooze, blanke onschuld van het
doodsbed wa-9 bestrooid met viooltjes....
Eerbiedig en in gedachten verzonken, be
vonden zich iwee in het zwart gekleede
vrouwen ik denk diaconessen in de
kamer. Een harer hielp me voorzichtig de
witte seringen en witte rozen, die ik had
meegebracht, neerleggen. Toen knielde ik
neer en terwijl Willem, rechtop staande,
zijn hoofd boog. héb' ik lang gebeden. Dien
namiddag was ik le vermoeid en te veel ge
schokt, zoodal ik Willem smeekte zonder
mij naar notaris Baudin le gaan Ik wilde
over al dat geld niet hooren spreken.
Jacqueline kwam me gezelschap houden;
zooeven i9 zij heengegaan. Ik houd veel
van haar.
13 Maart.
Willem heeft mijn wensch begrepen, om
ten opzichte van wijlen juffrouw Arguin alle
plichten te vervullen, die op een jongere
zuster of een zeer geliefde nicht zouden
hebben gerust.... Hij heeft die plichten
met me gedeeld en was één en al goedheid.
Den eersten nacht hebben we samen ge
waakt in het aan de sterfkamer grenzende
vertrek en gingen eerst tegen den ochtend
naar huis. Den tweeden nacht hebben we,
aangezien ik op was van vermoeidheid en
in slaap was gevallen, tegen drie uur onze
plaats afgestaan aan de twee getrouwe dia
conessen. En ik kan wel' zeggen, dat Wil
lem nje heeft gedragen, ja, als een kind ge
dragen uit de woning van juffrouw Laura
in het rijtuig en van hel rijtuig in mijn
eigen kamer.
Ook den volgenden dag, gedurende de be
grafenisplechtigheid, heeft zijn zorgzaam
heid me geen oogenblik verlaten. Zelfs als
hij niet naar me keek en zich aan andere
zorgen scheen le wijden, voelde ik, dat hij
met gansch zijn gedachten, gansch zijn hart
bij me was. En weer was het zijn bescher
mende arm, die me moed gaf, me bij den
terugkeer van het berkhof steunde, toen ik
de reactie onderging van de pijnlijke uren
van emotie en vermoeienis en toen ik me
plotseling zóó zwak voelde, dat ik de trap
niet meer op konIk zie nog zijn
glimlach.
Maar, arme Phyl, je kunt niet meer,
je oogen vallen dichtJe hebl vijftien
uur slaap noodig.minstens!
O, wat was hij weer één en al goed
heid.... Maar waarom scheen hij toch af
en toe zoo somber? Waarom keek hij zoo
strak? Ifeeft hem in den brief of in het
testamen-t^van juffrouw Laura, of in mijn
houding, iels mishaagd of gevoelt hij zich
gekwetst?
Hij is goed, vriendelijk en zacht ge
weest.. en toch schijnt het me, dat hij,
tot zelfs in die zachte zorgzaamheid, ndet
lieel'emaa! dezelfde meer is.... of eer
derHoe moet ik het eigenlijk uitdruk
ken. Hel blijkt me inderdaad, dat, zoo
als ik hem tegenwoordig zie, hij reeds eer
en wel van af het tijdstip, dat onze levens
dichter tot elkaar naderden, veranderd was,
zij hel ook nauwelijks merkbaar en in
kleinigheden.
Waarin?"t Zou moeilijk zijn om dat
wat niet le definieeren is, nauwkeurig te
omschrijven.... Hij bleef wel altijd mijn
eenige vriend.... maar hij was niet meer
Kerjeln; hfj was Willem, die .Willem, die
mij in Brugge eenigszins als een vreemde
was verschenen
En nu meen ik Kerjean, den ouden Ker-
jcan, Phyllekes Kerjean, weer le hebben te
ruggevonden t hem, dien^ik met „la Peu-
plière" vergeleek, hem. tot wien ik zei: „Je
bent voor mij als een pleegvader, een
oomMaar toch een minder eenvoudi-
gen, minder gelijkmaligen, een zenuwachti
ger Kerjeandio gauwer boos is. Wat i9
het leven toch ingewikkeld!
Misschien is alles, wat ik zooeven heb
gezegd, ten slotte slechts verbeelding! De
laatste dagen zag ik Willem maar weinig..
Steeds werkt hij, met een koortsachtige ge-
jaagdheid. ?Word, yeryo,Kd)-.