CENTS 5 VRAAGT STEEDS DE No. 20114. LEIOSCH DAGBLAD, Woensdag 7 October Tweède Blad. Anno 1925, BINNENLAND. DE ^ZWITSER KWALITEITSreep FEUILLETON. De ü©IssgeBi©©fe Opleiding voor verlofsofficieren en -onderofficieren. (Verschenen is het verslag van de com missie, in zake de regeling der opleiding, ©nz. voor vorlofsofficieren en verlofsonder officieren van alle wapens en dienstvakken. Hoofdstuk I van het rapport houdt zich bezig met de becijfering van het benoodig- de aantal reserve-officieren. Jaarlijks zou den minstens de volgendeaantallen reser ve-officieren moeten worden gevormd: in fanterie 430, wielrijders 17, cavalerie 27, be reden artillerie 72, onbereden artillerie 56, genie 32, motordienst 12, luchtvaart 16, ad ministratie 30, geneeskundige dienst 86 totaal 780. Rekenende op 40 reserve-officie- „ren, overgaand als beroeps-officier, zouden dan jaarlijks 820 reserve-officieren moeten Korden aangesteld. Hoofdstuk II behandelt de vraag, aan welke eischen de reserve-officieren zullen moeten voldoen, en hoe hun aantal ware te verkrijgen. De commissie meent, dat de kaderciwang, dat is de aanwijzing, niet kan worden ge mist, doch zij wil daarnaast de gelegenheid tot vrijwillige aanmelding geopend houden," m. deze zelfs met alle ten dienste staande middelen aanmoedigen. De wetenschappelijke eischen. Wat de wetenschappelijke eischen aan gaat stelt de commissie drie mogelijkheden a. Handhaving van den eisch, dat de hdspirant het einddiploma H.B.S. 5 J. C, bezit. In dit geval is noodig, dat, hetzij de vrij willige aan> elaing (tot een aantal van on geveer 550) bevorderd wordt, dan wel, dat bij onvoldoende vrijwillige aanmelding het nog vereischte aantal officieren verkregen wordt door een loting, met een voor de diplomahouderB verminderde kans op vrij stelling. b. Wetenschappelijke ontwikkeling ge lijkstaande mot het bezit van de bekwaam heid, welke vereischt wordt voor den over gang van de 4de naar do 5de kl. der H.B. S. met 5-jarigen cursus In dit geval kan het vereischte aantal reserve-officieren grootendeels komen uit de gewone dienstplichtigen en zal, wanneer ecnigo voordeelen worden verleend, de rest vrel door vrijwillige aanmelding kunnen wor den verkregen. c. Een terugbrengen van de eischen van wetenschappelijke ontwikkeling tot een zoo- danigen graad, dat het vereischte aantal reserve-officieren met zekerheid uit de jaarklassen gewone dienstplichtigen zal worden verkregen. Vrijwillige aanmelding is dan feitelijk overbodig. De commissie behandelt daarna de ver plichte officiers-opleiding. Uit practische overwegingen acht zij hot niet ongewenscht, om aan het verlangen tot vermindering der persoonlijke lasten tegemoet te komen. Naar haar meening is het gewenscht, dat voor de reserve-officieren een opkomst van drie weken om het andere jaar, als mini mum wordt voorgeschreven. In het jaar, waarin niet wordt opgekomen, zou dan 's winters een theoretische cursus moeten worden meegemaakt. De commissie doet verder uitvoerige voor stellen, ten aanzien van de regeling van de verplichte officiersopleiding. Op financieel gebied stelt zij o m. voor, het tractement van een reserve-officier te berekenen naar den maatstaf geldende voor de beroepsofficieren met eenzelfde aantal dienstjaren. De vrijwillige verbintenis. Vervolgens behandelt de commissie de vrijwillige verbintenis tot reserve-officier. Naar het oordeel der commissie zou de- geen, die zich vrijwillig voor het bekleedeD van de officiersfunctie aanmeldt, wel dienst plichtig moeten blijven tot denzelfden leef- tijd nl. tot het 45ste levensjaar als de aangewezene, doch na het 37ste levensjaar van hft deelnemen aan herhalingsoefenin gen moeten worden vrijgesteld. Deze vrij- I willigers zouden dus niet 24. doch 16 jaar oefenplichtig blijven. Tot het 37ste levensjaar zouden op üe vrijwilligers dezelfde verplichtingen moeten ruston als op de aangewezenen. Een verdere tegemoetkoming zou daarin kunnen bestaan, dat aan de vrijwilligers vergund werd, hun eerste opleiding zooda nig te splitsen, dat deze beter met hun stu- diebelangen overeenkomt. Behalve bij de school voor verlofsofficie- ren zou een opleiding bij den kaderland- 6torm voor sommige categorieën van dienst, plichtigen kunnen worden mogelijk go- maakt. Hoofdstuk III behandelt de eerst© op leiding. Er zal een intermitteerende en een onafgebroken opleiding zijn. Het is wen- schelijk, dat het aantal leerlingen, hetwelk aan de intermitteerende opleiding deel neemt, niet meer bedraagt, dan een vijfde van het totaal bij ieder wapen of dienst vak. Bij de cavalerie, de wielrijders, den motordienst, den luchtvaartdienst en de administratie moet echter de voorkeur ge geven worden aan de onafgebroken oplei ding, zoodat de commissie voor deze wa pens uitsluitend een onafgebroken oplei ding voorstelt. Daarentegen geeft men bij de genie de uoorkeur aan de intermitteerende opleiding. Hoofdstuk IY behandelt de voortgezette opleiding. Van de 24 dienstjaren, als offi cier zullen er vier in den rang van tweede, tien a twaalf in dien van eersten luite nant en acht a tién in den kapiteinsrang moeten worden doorgebracht. Reserve-kapiteins, in aanmerking komen de voor den majoors-rang, zullen een vrij willige verbintenis voor zes jaar moeten sluiten, en niet eenmaal in de twee, doch 6lechts eenmaal in de drie jaren voor prac- tischen troependienst moeten opkomen. De commissie acht het gewenscht, dat wordt voorgesteld, dat ieder beroeps-luitenant, mit« de geschiktheid bezittende, na 15 jaar dienst als officier tot kapitein zal worden bevorderd. In dat geval bestaat er alleszins reden toe, om deze bepaling ook voor de reserve-officieren te doen gelden. De onderofficiers-encadreering. Het verslag komt daarna tot de onderof ficiers-encadreering. De laatste jaren is, naar wordt opgemerkt, meer en meer geble ken, dat het wetenschappelijk peil van den onderofficier dringend verbetering behoeft. Het is gebiedend noodzakelijk, dat bij den aanvang der opleiding een vrij hooge graad van algemeene ontwikkeling aanwezig blijkt. Hiervoor zou kunnen galden het eind examen H.B.S. driejarige cursus of M.U. L.O., dan wel een daarmede gelijkgesteld diploma. Meer dan thans het geval is, moet de op leiding van a.s. onderofficieren in handen gelegd worden van officieren. Wat da voort gezette opleiding betreft, acht dc commis sie het noodig, dat de onderofficieren niet twee, doch vier herhalingsoefeningen me demaken, welke tot vier weken zouden kun nen worden uitgebreid. Ia een bijlage tot het verslag, wordt de financieele zijde van het stelsel behandeld. De commissie berekent het totaal der trao- tementen, toelagen enz. op f 3.063.775. Ten slotte wijdt dc commissie eenige be schouwingen aan de z.g. W e c r b e 1 a s- t i n g, zooals deze o.m. in Zwitserland, reeds sinds 1878 bestaat, Zou men eenzelf de soort Weerbelasting ook invoeren in Ne derland, een land, dat zooveel rijker is dan Zwitserland, dan zouden daardoor ruim f 11.000.000 in de schatkist vloeien. Er wor den n.mr jaarlijks in Nederland ingeschre ven plus minus 71.000 man daarvan wor den ongeveer 21.000 ingelijfd, zoodat rond 50.000 man Weerbelastingplichtig zouden rijn. De herziening van het Bezoldigingsbesluit 1925. In het schreven aan de Centrale Com missie voor Georganiseerd Overleg, waarin wordt meegedeeld, dat de Regeering niet kan overgaan tot het geven van een bgslag van een week salaris, zegt de Minister van Financiën, naar „De Tel." meldt, het vol gende: De Regeringsdelegatie heeft mij kennis gegeven van de inaichten uwer commissie met betrekking tot de vraag hoe hot best ware te gemoet te komen aan de bezwaren, die ook voor het jaar 1925 gevoeld werden tegen de bestaande 6alarisregelingen. Het denkbeeld, om die bezwaren opj te heffen door het geven van een bijslag, <lie ongeveer overeen zal komen met eaa week salaris, kan de Regcer.'ng, na ampele over weging, tot haar leedwezen niet aanvaarden. Zft wenscht verbeterd te zien datgene, wat het bezoldigingsbesluit 1925 te wenschen overlaat, en dit doel zal allerminst zelfs maar benaderd worden door een zoo ruwe verdeeling als oen bjjfclag van een week salaris. Daarom geeft de Regeering er de voorkeur aan, dat uw Commissie met den meeslen spoed ter hand neme een herziening van het besluip bij welke is oa te gaan 1 of er in de algemeen© bepalingen en nor men onjuistheden voorkomen, en zoo ja, i hoe deze hersteld kunnen worden. Met ter- j zijdeslelling van de ambtenaren, behoorde tot het Staatsbedrjji der Posterijen en To- legrafie, en van degenen, wier bezoldiging meer dan f6000 bedraagt, kan tot dit doel over een bedrag van omstreeks drie millioen worden beschikt, terwijl de Regeering alsdan bereid is de verbeterde regeling practisch ook voor 1925 t9 doen werken. Dit laatste zou in den volgenden vorm kunnen geschieden. Zij', wier salarissen met ingang van 1 Januari 1926 krachtens de van onjuistheden gezuiverde regeling hooger zouden zijn dan in 1925 onder de bestaande regeling ge noten is, zullen over 1925 een toelage ontvangen, overeenkomende met het gecon stateerde verschil. Die uitkeering zal echter beperkt moeien worden tot hen, die op 1 October 1925 nog in dienst waren, terwijl mede uitge sloten behooren te worden zij, die tusscheo 1 Januari 1925 en 1 October 1925 in dienst zijn genomen. Ik vertrouw, aldus do Minister van Fi nanciën, dat uw Commissie bereid zal wor den gevonden tot ©en snelle oplossing van het moeilijke vraagstuk in de-zao geest mede te werken. Het Comité van Neutraal Overheidsper soneel meldt, dat het alle Centrales, ver- j tegenwoordigd in de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken, i tot een bespreking heeft uitgenoodigd op j Vrydag 9 dezer in Den Haag, om te oveo- I wegen, welke stappen door de gezamenlijke I Centrales zouden kunnen worden gedaan in zak© de door de Regeering toegezegde uit keering ineens over 1925. Het C.N.O.P. acht deze vergadering nood zakelijk in verband met de tegenstelling, die bestaat tusschen het standpunt door de Regeering nu ingenomen in 'haar schrijven van 5 October j.l. aan genoemde Commissie gedaan. Reeds nu kan werden vastgesteld, dat dc houding der Regéering onder het Rijks personeel bittere teleursteH'ng zal opwekken. „Bloembollencultuur". Uit bet kort verslag van de vergadering van 'het hoofdbestuur van de Alg. Ycr. voor Bloembollencultuur, gehouden op 2 October, in het „Wkbld. voor Bloembollencultuur" blijkt het volgende: Afwezig zijn de leden Schoneveld en Van der Deure. Een bespreking had plaats met de verte genwoordigers der verschillende onderlinge ongevallen-verzokeringsorganen, die in de bloembollenstreek werkzaam zijn. Aanlei ding lot deze bespreking was een voorstel der Ongevallen-Verzekeringsmaatschappij „Fatum", om, op Initiatief der Vereeniging, pogingen te doen om in het leven te roepen een afzonderlijke bedrijfsvereniging voor bloombollenkweekers en handelaren. Aan de bespreking met het Hoofdbestuur namen deel vertegenwoordigers dezer Maatschappij en van de Boeren- en Tuin- dersonderlinge, den Centralen Bond „Hel Platteland" en de Tuinbouw-Onderlinge. Naar aanleiding van deze besprekingen werd door het Hoofdbestuur in voortgezette vergadering besloten, dat aan de Maatschap pij „Fatum" zal worden bericht, dat er geen aanleiding beslaat om het initiatief te ne men tot hel vormen van een afzonderlijke bedrijfsvereniging voor ongevallenverzeke ring. Aan de leden zal geen advies worden ge geven over de aansluiting; een ieder wordt RECLAME. 4549 P-F* N.V.hallanW CHOCOLADE- FA£ aangeraden zelf te beoordeelen wat hem in deze het verstandigste toeschijnt. In verband met de gevallen beslissing ten opziohte van het Eigen-Gebouw, wordt het besluit genomen alle materialen die voor hel hoofdgebouw der tentoonstelling hebben gediend, van de hand te doen. De voorzitter wordt aangewezen, om na mens de Vereeniging, die als Groep Bloem bollenteelt bij den Ned, Tuinbouwraad is aangesloten, met den door den Minister van Buitenlandschs Zaken benoemden vertegen woordiger van den Tuinbouw in de com missie voor de herziening van handelsver dragen, overleg ter zake le plegen. In verband met de door de 151sle Alg. Vergadering met algemeene stemmen aan genomen motie ter zake van de normen voor opplanl van Hyacinten te velde, wordt benoemd een commissie van voorbereiding van een eventueel© aanvulling van het Ilandolsreglement met bepalingen omtrent den ondferhandschen verkoop van le veld slaande bloembollen, om met drie leden, aangewezen door den Bond van Blocmbol- lenhandelaren uit de Commissie, die terzake zich heeft gevormd, in overleg te treden. Door het Hoofdbestuur worden hiervoor •aangewezen de heeren J M. van TH, H. M. Ruyscnaars Hz. cn Th Jonkheer. In den loop der vergadering spreekt het Hoofdbestuur zijn groole voldoening uil over de benoeming van prof.. Van Sloglercn lol buitengewoon hoogleeraar en wordt met blijdschap geconstateerd dat hierdoor de zekerheid is ontstaan, dat prof. Van Slog- teren voor de streek is behouden. Nog worden verschillende aangelegenhe den, grootendeels van meer huishoudeliiken aard, besproken. Uit de Metaalindustrie. Hol hoofdbestuur van den Melaalbewer- kersbond ontving, naar „Het Volk" mede deelt, d.d. 1 October van den heer Zaalberg, den directeur-generaal van den arbeid, het hieronder volgende schrijven als antwoord op zijn brief van 30 September inzake de overwerkvergunningen „U nevenvermelde brief vindt voor een deel reeds beantwoording in mijn schrijven aan de redactie van uw Bondsorgaan. Voor het geval u hiervan nog geen kennis heeft genomen, deel ik u mede, dat mijn besluit op geen enkele wijze is beïnvloed door den Minister, noch direct noch indirect. De on gekende slapte, welke door mij als motief is aangevoerd, betrof niet den toestand op dit oogenblik in den scheepsbouw, die mij zeer goed bekend is, doch ik kijk iels verder en wel naar de schcepvaartbeweging en die om standigheden die hierop van invloed zijn. Deze nu zijn uiterst ongunstig. Zij zijn on gunstiger dan een half jaar geleden en de gevolgen er van zijn reeds zeer goed le be speuren in het aan de markt komen van nieuwe aanvragen voor scheepsbouw en van de daarbij te bedingen prijzen. Ik ver- waoht van iederen maalTegel, die op dit oogenblik zou leiden lot duurdere productie, een vermindering van de nieuwe le ver- wervon opdrachten. Daarvan wensdh ik dyj verantwoordelijkheid niet te dragen, mode, omdat de gevolgen er van voor de metaal arbeiders ook in de toekomst nadeelig zul len zijn. Wensciien dezen hel advies te vol gen dat u van plan schijnt le geven, dan zullen zij daar, naar ik vrees, de gevolgen van le dragen hebben, doch de verantwoor delijkheid daarvoor zal voor hol grootste deel op u rusten." Practisch werkende studenten. De commissie voor practisch werken op het gebied van werktuigbouwkunde, sohcepe bouwkunde en electrotechniek aan de Tech nische Hoogeschool te Delft schrijft: De commissie, enz., gezien eenige klach ten van de industrie betreffende gedrag en ijver van studenten, die bij haar in de zomervacantie te werk waren gesteld, brengt ter algemeene kennis, in het bijzon der aan hen, die doo tusschenkomst 'van de commissie een plaats in de industrie zul len erlangen, dat de commissie van oordeel is, dat voor zoover de studenten niet dooi een tijdelijk dienstverband wettelijk daar toe verplicht zijn, zij door de commissie verplicht worden geacht dien tijd aan de betreffende bedrijven door tc brengen, waar voor zij hebben aangevraagd, en (of) die hen met hun voorkennis is toegewezen. Aangezien het is voorgekomen, dat een in dustrieel bedrijf zich genoodzaakt ziet, ia den vervolge af tc zien van plaatsing van Btudenten der T. H. op grond van gebrek aan ijver en wangedrag van de te werk ge stelden, herinnert de commissie cr aan, dat indien bij haar gegronde klachten mochten binnenkomen betreffende een door haar tua- 8chenkomst geplaatsten student, aan dezen in de toekomst haar bemiddeling bij het verkrijgen van een plaats zal worden ge weigerd. Postchèqne- en Giro-dienst De directeur vam d!en postchöque- en giro-dienst vestigt cr dc aandacht op, dat door rekeninghouders in den laatsten tijd veelvuldig chèque-adivrezen worden inge zonden, die een dagleekening dragen, ge- ruimen tijd na dien datum van inzending. Bij het groot aantal bodkingen, dat dage lijks is te verrichten, is het niet doenlijk bedoelde adviezen steeds tot den daarop- gestelden datum te bewaren. De dienst wordt daardoor le veel belemmerd, terwijl het voorls, om administratieve redenen, bezwaar ontmoet om de chèque-advieaaen meerdere dagen vóór de daigteekening, waarop de betaling mag geschieden, aan d© kantoren der Posterijen toe te zenden. Er Is daarom bepaald moeten worden, dat advie zen, die meer dan vijf dagen vooruit zijn ge dag teek end, aan de betrokken rekening houders worden teruggezonden. De dienst wordt nog in sterker mate be lemmerd, doordat door rekeninghouders giro-biljetten en chèquc-adwiezen wordeai (Uit 't Fransch van GUY CHANTEPLEURE). Geautoriseerde vertaling van W. H C. 63) Zij had te Fougères, waar zij nu vandaan komt, twee brieven van Wil-lem gevonden, één, waarin hij schreef over mijn ellendi- gen toestand en den anderen, waarin hij haar kennis gaf van ons huwelijk. Toen ik haar vroeg of zij niet zeer ver baasd was geweest, toen zij vernam, dat Willem ging trouwen, antwoordde zij, glimlachend: „Neen; de eerste brief, dien ik ook 't eerst las, was voldoende om me op den inhoud van den Iwoeden voor te be reiden." Juffrouw Jacqueline deed ons het genoe gen, den dag na haar aankomst bij ons te komen dejeuneeren. Willem heeft gelijk; zij is zeer intelligent en zeer ontwikkeld. Aan tafel sprak zij met Willem over li-aar reizen. n 'heelt van alles gezien en Willem weet a.les; hij deed haar vragen, die nooit in me zouden zijn opgekomen en waarop hij dade lijk antwoord kreeg. Toen was hel haar beurt, hem vragen te stellen, en ik heb ge constateerd, dat zij veel beter dan ik be greep, wat V illem haar mededeelde van zijn onderzoekingen op vlieggebied en van zijn reeds verkregen resultaten. 't Was prettig hun gesprek te volgen. Toch mengde zich eenig verdriet in mijn genoe gen, want ik begreep duidelijk, terwijl ik naar hen luisterde,'welk een afstand er ge- cgen is tussohen een man als Willem, en een luchthartig, goedlachsch en onbeteeke- nend meisje ais ik. Het dejeuner was goed toebereid en wird goed opgediend. De tafel, hier en daar met een bloem versierd, zag er keurig uit. Juf frouw AMiin maakte mij over allerlei dingen haar compliment. Zij hield niet op, hel sa lon le bewonderen. Zij sloeg een boek open, nam mijn borduurwerk in haar han den, rook aain de viooltjes, en zei: „In dit salon is het prettig om te lezen en tc hand werken. Men leeft erl" Toen kwam zij bij het venster, keek een oogenblik naar den tuin en ging toen weer naar Willem. - Al zou je nel zoo lang en net zoo ver geroisd hebben als ik, Willem, geen plekje ter wereld zou je kunnen vinden, waarvan je, met meer recht zou kunnen zeggen, dat het gemaakt is voor het geluk Nietwaar? Dat kleine meisje heeft hier in huis den heel en boel door elkaar gegooid, mijn meubelen en mijn gewoonten, en thans zou ik me dit „plekje ter wereld", zoo als je hel noemt, Jacqueline, niet meer kun nen voorstellen zonder de fantasie, de graci© en de vroolijkheid, die dat kleine meisje er heeft gebracht Waarom heeft Willem ook niet gezegd: het geluk? Een paar minuten was ik, terwijl er iemand kwam, <Ji« Willem moest spreken, met Jacqueline alleen. Zij keek me weer aan met dien diepen blik, die tot die ziel doordringt, en zei: Heb hem lief, kleine Phyllis.... De liefde van een hart als het zijne is een schat, waarvan je de gansche waarde nog niet ként, omdat je nog zoo jong bent en omdat men zich op jouw leeftijd laat aanbidden, misschien terecht!En je bent zoo lieftallig mooi! Toen ik je zag, daohi ik. ik weet niet waarom, aan een rose lotus.... en toen aan een klein, Ja- pansch danseresje met Engelsch bloed in haar aderen, waaraan men een naam had gegeven, die beteekent: „glimlach van de lente".... Er gaat een zeldzame bekoring van je uit, kleine Phyllis.een bekoring, die op zichzelf reeds genoeg is.... die alles isl Ik zei niet andiers dan: Ik zqu heel blij zijn, als ik zoo mooi was, ais u zegt.maar ik zou het heel akelig vinden, als ik niet meer was dan dat Zij lachte. Zeker zal ik niet zeggen, dat je niet meer bent dan dat.... maar, geloof me, minacht niet hetgeen de goede feeën je heb ben meegegeven. Toen sloot zij mijn beide handen in de hare en zei heel zaoht: Ik hoop, dat je zult leeren van me te houden. Willem heeft me dat al geleerd, ant woordde ik. Later zei ik tot Willem, dat ik nu niet meer verbaasd was over zijn be wondering voor juffrouw Aibdn. Ik houd me overtuigd, zed hij, dat mijn genegenheid voor haar je weldra nog meer rechtmatig zal schijnen dan mijn bewondte- ring. Ik dacht een oogenblik na en zei: Juffrouw AUbin is veel jonger dan ik dacht.... en heel mooien zoo intelli gentIk vroeg me ai hoe het mogelijk is geweest, dat..,. Ik weifelde, alvorens mijn zan te volein digen: je niet me* haar tent getrouwd, Willem. Hij lachte met een verwonderd gezicht. Maar zij is ouder dan ik.[Voorts zijn we samen opgegroeidcn dan ja, ik weet zelf niet. Laat me je zeggen, dat het een gedachte is, die nooit bij ons zou zijn opgekomen, noch bij haar, noch bij mij. Jacqueline is voor mij een vriend.... geen vrouw En ik, Willem, wat ben ik voor je? Een vriend, zooals Jacqueline? Onnadenkend had ik die woorden er uit geflapt en had er al spijt van, maar Wil lem antwoordde: Jij? Jij bent mijn kleine prinsesje. VII. 27 Februari Vanmorgen is er met de eerste post een brief gekomen van mevrouw Mauriceau, om ons uit te nooddgen a.s. Donderdag „heel eenvoudig" te komen dineeren met de De Mauves en nog eenige vrienden. Zij wenscht „de beide jonggetrouwde paren van dezen winter" samen bij haar le zien. Wait een prachtidee!.... Ik voelde, dat ik een kleur kreeg, en gaf den brief aan Willem, terwijl ik, zonder eenige verdere opheldering, zei: Neen, neen, neen.dat niet! Ik zal schrijven, dal ik niet uitga, dat ik in den rouw ben.Maar ik ga niet.voor geen geld ter wereld 1! Willem las rustig den brief en gaf me' dien daarna terug. Op je rouw kan je je niet beroepen om te weigeren; het gaat hier om een intiem diner.... Je höbt de uilnoodiging van de Patains aangenomen; dat was precies het zelfde. Volstrekt niet..,. Bovendien heb" ik ben veel betere redenwant jij ver trekt vanavond naar Douai en dan naar Engeland. Laten we dus schrijven, dat jij uit de stad gaat, J Maar ik hóóp juist Dondeidagmidag weer thuds te zijn en niets zou me dus be letten, 's avonds bij de Mauriceaus te gaan diineeren. Ook zouden de Mauriceaus, als je deze reden van mijn vertrek opgaf, zeer waarschijnlijk een anderen datum voor hun diner bepalen. Goed, hot kan me allemaal niels sche lenIk zal wel een ander voorwendsel vinden.... Naar dal diner ga ik niet.... Ik wil niet 't Is iets, dat ik niet zou kunnen verdragen. Ja, maar er is iets, dat i k niet zou kunnen verdragen.en wel, dat men zou kunnen zeggen, of zelfs denken, dat je bang bent.ja, zeker, bang, om Fabrice de Mauve te ontmoeten. Willem was bleek en zijn trekken waren plotseling hard geworden. Heel zachtjes zei ik: 't Is afschuwelijk slecht van je om dat tc zeggem. 't Is toch zoo gemakkelijk te be grijpen, dat het terugzien van mijnheer De Mauve niet andeTS dan pijnlijk voor mo kan zijn. Ik begrijp hel des le beter, beste Pliyl, omdat hel ook voor mij in de hoogste mate onaangenaam zal zijn om in een 'salon, waar ik verplicht bén de vereischte hoffe lijkheid in acht te nemen, van aangezicht tot aangezicht te slaan tegenover dien co medoant op het gebied van de kunst en vaL de liefde, dien ik altijd geminacht heb. en dien ik thans, erger dan jij je zoudt kun nen voorstellen, verfoei!.... Maar aan je waardigheid en aan de mijne ben ik ver schuldigd, dat ik met je meega naar dat dinerEn jij bent aan mij verschuldigd er heen te gaan, Phyllis.hoe „ondraag lijk" je de ontmoeting ook moge schijnen. (Wordt yervolgdh

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5