1
Humor
uit het Buitenland.
Indrukken uit de Poolsche Republiek.
Pas getrouwd vrouwtje: 't Is hier zoo ellcu-Jig uu^uiig,
alleen aan dezen kant van het veld. Zouden we niet zonder net
kunnen spelen? (Passing Show)
Don laatstcn Keer dat ik je weigerde, zei je dat Je je van
clcn hoogstcn top van de rotsen zou werpen.
Nou, om je de waarheid te zeggen, 't is niet makkelijk
om d'er achter te komen wat de hoogste top is. (Humorist)
Dienstbode (in het huis van een beroemd kunst
schilder, tot venter van goedkoope schilderijen):
Het zal je niet lukken om bier schilderijen te
verkoopen we maken ze zelf. (Ihinch)
f rHebt a niet iemand noodig om op den winkel te passen als
li uitgaat?
Nee, dank Je wel, ik ga niet uit.
L Dat zult u wel. uw vtouw 1s daareven in de graebt gevallen.
f Passing Show)
Moeder (tot den chauffeur bij het vertrek): En'
laat 'm niet met z'n vingers aan het stuur zitten als
ie d'r om vraagt. Hij weet er niks van, hoor?
(Punch)
Op den terugweg.
.;r Ja, we zijn toch op den goeden weg. Daar heb
Je den man dien .we vanochtend overreden.
iLa Life)
bereist Zal de boet nu toch werkelijk
vastloopen? Waar kan een opening zijn1.
En dain juist als de spanning het sterkst
is, hé nu zoo, even een klein vuurtorentje,
nog een, een heel smal water, weer draaien
en daar glanst het water opnieuw in 2,(jn
volle lengte voor ons uit Zoo naderden
we Norheimsund. Dito Zondag' nog even
aan land, oen oogeeblik te zamen met de
eenvoudige natuurlijke inwoners geluisterd
naar wat hun laniare-corps dien middag te
bieden had en dan den volgenden morgen
marschvaardig. Daar stonden de bekende
Stolkjaerrce (stoclkarretjes, een dogcart voor
tVree personen, do voerman op een klein
bankje er achter, de leidsels tu&schen de
personen - door) iéder met een goed isabel-
kleurig „liret" er voor klaar, en werd naar
Tfeso gereden aan de Sammanger-Ijord, waar
do boot ons weer zou opnemen. Grootsche
tocht door do bergen heen, grootsch en
toon bj tijden zoo warm mooi. Dat blijft
het eigenaardige van Noorwegen, dat het
zoo vele contrasten in zich vereenigt
Van Toss© naar Aandalmaes. Weor een-
aoltdo tocht maar nu reeds iets strakker,
de bergen geven niet zoo heel veel plaats.
Maar altijd grootsch en aangrijpend. Aan
boord terug werd koers gezet Daar volle
zee, moest men zich even schrap zetten.
Maai niet lang, want de tocht naar hel
noorden gaat geheel binnendoor. Toch wel
een sombere vaart bij gedeelten, zoo on
afzienbaar somber, rotsen, water, rotsen,
water. Doen ook wel anders. Hoe roerend
liefelijk kunnen hier do zachtewitto kerkjes
liggen, hoe vreedzaam de huizen, boo pret
tig bet groen en geel van gras en koren.
Zoo varen we de Torghattcn voorbij, groots,
eenzame rots, met eeo gat er dwars door
heen' de westfjord door langs do Loloden;
nog eai lange, grillige vaart, on daar ligt
Tromsö. Mooio stad, hei-wit in het zon
licht, forscho gobouweD, blanke, mooie reede.
We bleven daar dien dag en dus werd het
bekende Lampcnkamp bezichtigd. Het is nu
een uurtje loepen door een prachtig dal
te bereiken. Mooi zijn de rendieren, maar
het volkje, ondanks hun eigenaardige kleedij,
toch wel osn beetje angstig-vies; en karak
teristiek hun voortdurende „money". Weer
door het dal terug, nog een oogeublik a.
do stad, en dan met do eigen motorbooten
weer naar boord. Nu zou de eigenlijke tocht
dus aanvangen.
Een paar uur varen nog tusschen de
rotsen door cn eindelijk de Noordelijke IJs
zee in. Hoe zou het er uitzien? Woelig in
elk geval. Dion dag ging het nog, het was
bedtijd, toon W6 goed en wel in zee waren,
maar don volgokren morgen! Het ging toch
wel goed op en neer, en hot werd ook wel
hoei frisch; de centrale verwarming werd
ingeschakeld.
Aan de lunch ging het nog, maar het diner
lieten velen in den steek. Doch geen nood,
nog een nacht varen, en Spitsbergen zou
in bet gezicht zijn.
Spitsbergen bohcort van nature geheel bij
Noorwegen, hot is ook e:o rotsig fjorden-
land, door een onderzoeschen bergketen met
Noorwegen verbonden, waardoor de warme
golfstroom geheel langs do westkust wordt
geleid Het bestaat uit een vijftal eilanden,
oven groot als Nederland en België tezamen.
West-Spitsbergen is wel het voornaamste
cilana. Het laad werd ontdekt in 1593 door
Jacob van Heemskerck, Willem Barend tes
en Jan Cornelisz.' de Rrjp, die tezamen een
kortoren weg naar Indië zochten. Het werd
ai spoedig daarna veel beaooht vanwegG de
walviachvangst, waarvoor op Smeoreiiburg
in het N.W. een traankokerrj werd opgericht,
waarnaast spoedig vele huizen, winkels,
bakkerrjen cel herbergen werden gebouwd,
benevens oen fort Er zrji wel zomers ge
weest, (lat er zich een 20.000 man bevon
den. Tegenwoordig is do walviachvangst
wegjns gebrek aan exemplaren geheel ver
vaten. Da laatsto Hollandsche waivlsch-
vaarder voer er in 1865. Maar in 1671 was
Smeeirenburg reeds een ruïne, en in 1750
was er niets meer over dan de steenen
fundeeringen; alleen de kerkhoven met hun
honderden door vossen en beren geschon
den graven met hun verstrooide beenderen
en schedels vormden het eenige monument.
In 1878 zond de Begeering de Willem
Barendtsz." om een gedenkplaat op te rich
ten met het opschrift: „In memoriam. Spits
bergen of Nieuwland ontdekt op 79 min.
30 sec. Noorderbreedte door de Hollanders.
Hier overwinterden 16331634 Jacob See-
gers en 6 anderen. Hier overwinterden
en stierven 16341635 Andries Jansz. van
Middelburg' en 6 anderen." In 1906 zond
onze Regeering don kruiser „Friesland" om
do graven op de Denen-, Doodemans- en
Amsterdam-eilanden, benevens een 400-tal
op bet vasteland, dateerend uit de 18de eeuw,
te herstellen. De verstrooide beenderen wer
den in oen groot graf verzameld, waarop
een steenhoop werd opgericht, waarop de
zoo juist genoemde gedenkplaat en een
ar.(k-re ter herinnering aan de gebeurtenis.
Het zou 1920 worden, voor opnieuw de
Hollandsche vlag op Spitsbergen zou wap
peren, nu voor een gansch ander doel, om
een onderzoek in te stellen naar exploi
tatie-mogelijkheid van stecnkolenvelden.
Deze steenkolen zijn z.g. tertiale kolen, cn
wegens de snelheid van het verkolingspro-
ces, dioht, blank van hooge calorische waar-
do en bijzonder laag Asch- en watergehalte.
Zij zijn ontstaan uit de diebto wouden van
populieren, platanen, berken, etc., die daar
gToeiden, toen Spitsbergen nog een klimaat
had, overeenkomende met dat aan de oevers
van het meer van Geneva ten huidigen dage.
Zoo bevindeD rich nu op Spitsbergen vier
maatschappijen, een Noorsche, Zweedache,
Russische en Hollandsche, de laatste aan
do Green Harbour, onder leiding van inge
nieur Dresselhuys, die met ons de reis van
Rotterdam meemaakte.
Het was midden op den dag, te twaalf
ure, dat wij te Green Harbour arriveerden.
A: dadelijk viel een half-afgewerkt, hoog
bouwsel op, een nieuw iaadtoestel. En verder
op, tegen de helling van den berg, vele
en velerlei gebouwen, schilderachtig gele
gen, waaronder de juist afgebrande keuken.
Op de hoogst gelegen woning, die van den
ingenieur, tevens sociëteit voor de hoogere
ambtenaren, wapperde fier de Hollandsche
viag. Het postkantoor werd bediend door
een Noorsch beambte. Wij werden in de
gelegenheid gesteld een der mijnen te be
zichtigen. Do temperatuur was even onder
nul, de rnjjii dus droog en goed om te
loopen. Ben 800 Meter ver gingen wij er
in, steeda geirjkvloeracb, daar de mijn in
den borg is uitgebouwd. De mijnwerkers,
die wij spraken, werkten wegens de tem
peratuur hier liever dan in Westphalen. Hel
was een zeer interessante tocht, en buiten
gekomen viel de warmte op. De thee werd
daarna gebruikt in het sociëteitsgebouw,
dank rij de vriendelijkheid van mevr. Dres
selhuys, en het viel wel zeer op zoo hoog
in het Noordon in zoo gezellige omgeving
te zijn. Niet allen keerden naar boord terug.
Vele Rotterdamsche aandeelhouders bleven
eenige dagen logeeren, om hunne zaken
eens goed aan te zien: immers het bedrijf
lag stil wegens den lagen kolenprijls. Toch
rit er toekomst in doze onderneming, als
de noordelijke landen maar «afnemers worden.
En het deed toch goed te zien, hoe wij,
Hollanders, hier op Spitebafgen mee in het
voorste gelid stonden.
(Wordt vervolgd).
-EI-
RECLAME.
VOOR UW TIJD OUD?
Ontwaakt gij 's morgens met pijn in den
rug? Zijt gij vermoeid, zwak en ellendig na
de minste inspanning? Voelt gij u jaren
ouder dan gij zijt? Zóó kunt' gij pie't voort
gaan I Zoek de oorzaak op. Rugpijn wordt
vaak veroorzaakt door nierzwakle.
Als de nieren door een kou of bijzondere
inspanning verzwakt zijn, filtreeren zij de
vergiften en onzuiverheden niet uit uw
bloed. De spieren in uw rug en ledematen,
de gewrichten en zenuwweefsels, uw aderen
en slagaderen worden alle aangetast door
het met vergiften beladen bloed. Rhcuma-
lischc aandoeningen, waterzuchtige zwel
lingen, aanvallen van duizeligheid, hoofd
pijn on hinderlijke blaasstoornissen zijn
enkele van de te verwachten gevolgen.
Gij moogt deze waarschuwingen niet ver-
waarloozen. Als gij weder gezond wilt wor
den, moet gij uw nieren te hulp komen.
Waarom dan niet Foster's Rugpijn Nieren
Pillen gebruikt! Dit speciale niergeneesmid
del heeft duizenden nieuw leven verschaft
en moet toch ook u helpen. 2923
Let op de verpakking in glazen flacons
met geel etiket (alom verkrijgbaar), waar
door gij zeker zijt geen verlegen builen-
landsch goed te ontvangen. Prijs 1,75
per flacon.
V.
Galicië vormt het vroeg Oostenrijkse^
gedeelte van Polen. Wij hebben het reeds
meermalen gezegd, dat de Oostenrijkers in
de Poolsche deelingen van de achttiende
eeuw het beste deel der slechte rol hebben
gespeeld. Maar het ia bovendien bekend,
dat Oostenrijk-Hongarije, zijnde Staat, op
gebouwd uit tal van nationaliteiten, aan
Galicië heel wat meer vrijheid en voorrech
ten heeft moeten, en misschien ook willen
laten, dan Pruisen of Rusland met hun po
litiek vereenigbaar achtten. Het is in Gali
cië men ziet het bij den eersten oogop
slag merkbaar. Hier is het Poolsch ka
rakter niet noodeloos onderdrukt; hier is
aan de Poolsche gedachte vrijheid gelaten
om zich te ontwikkelenin Galicië is den
Polen vergund om, onderdanen van Oos
tenrijk gelijk zij nu eenmaal waren, aan
het politiek en openbaar leven van dat land
deel te nemen. Galicië is zeker niet het
armste deel van den nieuwen Poolsehen
Staat. Integendeel, de bodem van Galicië
bergt kostbare schatten in den vorm van
petroleum in zich. Boryslaw, Tustanowice,
om slechts een paar plaatsen te noemeD,
zijn centra van petroleumbedrijvigheid. "Wie
ii Lwow enkele dagen doorbrengt, ja wie
er slechts een enkelen dag is, vorzuime niet
het petroleumgebied van G-alicic te bezoe
ken. Misschien behoort het tot de oudste
streken van de wereld waar eigenlijk
reeds sedert 1817 petroleum is ontdekt,
rij het ook niet altijd geëxploiteerd. De
wegen in Galicië, door Oostenrijk vrij goed
onderhouden, gelijk ook meer dan eens in
Dalmatië onder Oostenrijksche heerschap
pij kon worden geconstateerd, laten menig
uitstapje in het petroleumgebied toe, ter
wijl de treinverbindingen waarlijk niet
slecht zijn. Het is allerminst de bedoeling
van deze korte aanteekeningen om over de
techniek en de beteekenis van het petro
leumbedrijf ook maar iets to zeggen. Alleen
mag wel worden opgemerkt, dat verschil
lende landen bij de exploitatie van Gali
cië rijn betrokken. In 1900 bedroeg deze
2 millioen tonnen, terwijl zij reeds voor
den oorlog tot ruim 1 millioen was terug-
geloopen en ook nu, ondanks alle pogin
gen om haar te verbeteren, tot een groote
700.000 ton beperkt blijft. Maar de industrie
staat er op boogen trap inrichting en ad
ministratie van het mijnwezen zijn hier de
moeite van het aanschouwen waard, en wie
rich mag verheugen in het bezit van goed
geleide, zal zeker heel veel kunnen zien.
Lwow of Lemberg, desnoods, zoo men wil
Leopol, is de hoofdstad van Galicië. Een
mooie, riante stad. De eigenlijke oude stad
met haar merkwaardig stadhuis en haar
kathedraal, ligt ingesloten tusschen een
tweetal boulevards,' die in den zomeravond
levendig zijn bevolkt. Gelijk trouwens in
Polen, in kleine en groote steden gelijke
lijk, het leven op straat ontwikkeld is.
Tegenover het stadhuis staat de oude
woning van Johan SobjeBky. als bevrijder
van AVeenen, e'en bekend figuur uit de in
ternationale geschiedenis. Het huis, dat hij
bewpond heeft, is in oüdcn stijl gehóuden;
is een der beste nationale musea, die Po-
'len heeft, waar, tal van hermneriugen zgn
terug te vinden, doch waai* op de eerlijk
heid van den bezoeker een wel wat te groo
te wissel wordt getrokken 1 Misschien niet
ten onrechte. Lwow is in het bezit van
mooie kerken met kostbare inrichtingeen
karakteristiek stadhuisfraaie monumen
ten een Universiteit zoowel als een groot
Technicum, welk laatste aan de nabijheid
van GaHcic niet het kleinste deel van zijn
beteekenis ontleent. Lwow is ook in het
bezit van een prachtig opera- en theater
gebouw, evenals die in Warschau en in
Posen geëxploiteerd door de gemeente,
lang niet altijd met voordeel, maar artistiek
goed geëxploiteerd. Wij hebben er een
operette en een opera gezien, en van beiden
kunnen wij verklaren, dat de aankleeding
keurig, de verzorging van het vocaal ge
deelte heel goed wuh Maar Lwow beschikt
ook over een ruim gebouwde nieuwe stad,
waar het plaveisel in het algemeen beter
i3 dan in Warschau. Aan het uiteinde van
de stad ligt het prachtige Kilinsky-park,
aldus genaamd naar den patriot Kilinsky.
wiens standbeeld er prijkt. Het is aardig
gelegen, wordt geëvenaard door den mooien
aanleg van Poznan, en wellicht overtroffen
door het park in Kalisch, overigens een niet
aantrekkelijke fabrieksstad in het Westen
des lands. Lwow maakt op den bezoeker
oen aangenamen indrukhet heeft mooie
winkels, goede restaurants, en waarlijk
geen slechte hotels. Wie er in het hotel
George verblijft, gevoelt er zich evenals in
hotel, Bazar in Posnan of Bristol of l'Euro-
pe in Warschau geheel thuis en vindt ei-
rich omringd van alle gebruikelijk comfort.
Maar, wie wat meer karakteristiek van
Polen wil zien, late het petroleurarijke ge
bied maar eens loopen. Tenslotte is het
heel belangwekkend, maar voor een techni
cus in de eerste plaats, terwijl de leek op
gezag van landkaart en boeken wel zal wil
len aannemen, dat er petroleum gevonden
wordt. Wie iets van de bcrgschoonhcid van
Polen wil genieten, die ga naar de Kar-
pathen, cn die zie tevens het land van de
Houzoulcn. Of het waar is of niet. maar
de sage, door den bekenden schrijver Fran-
zos in beeld gebracht, leert ons dat daar,
nog niet veel meer dan een eeuw geleden
heeft geleefd een rooverhoofdman, Taras
Barabola geheeten. Hij was een eerzaam
boer, die door een buurman geplaagd, er
zeker van was zijn recht te krijgen, zoo
Diet bij den burgemeester of bij den stad
houder, dan toch bij den Keizer in Wec-
nen. En toen bij zich door deze allen zag
teleurgesteld; toen bij van de lange reis
naar Weenen weerkeerde in rijn oog met
geschonden recht, riep hij eenige zijner
mannen samen en zij besloten een roovcr-
bende te stichten van niet alledaagschen
opzet. Een rooverbende toch, ten doel heb
bende een soort eigen recht uit te oefe
nen, een soort vécmgerecht te vormen je
gens allen, die in het land hun plichten
niet zouden nakomen. Dat ging een tijd
goed, en menig starost. die zijn plicht ver
zaakte of van zijn maoht misbruik fnaakte,
moest het met stokslagen of ook wel de
galg bekoopen, dat hij aldus gedaan had.
Maar Barabola, die moest afgaan op inlich
tingen van menschen, kreeg een keer, reeda
drie dagen nadat hij gevonnist had, het
bewijs in handen, dat hij onjuist had ge
handeld. Toen zag hij in, dat niet aan den"
mensch het recht behoort, maar aan God,
cn hij ging zelf naar de stad, gelijk het in
zijn roman heet, om zich aan te gevenj
Daar heeft hij gevangen gezeten; c'aar is
hij gevonnisddaar is hij terechtgesteld.
In het bock. dat over hem handelt staat
het niet, maar het moot het vroolijke, oj>
gewekte Lemberg, de moderne stad meit
haar mooie breede straten zijn geweest,
die hij liet laatst beeft aanschouwd. Waars
of niet, deze sage heeft groote aantrek
kingskracht, en wie in het land der Hou-
zoulen is, vergeët haar niet zoo licht. Hier
doen de Karpathen zich dadelijk wilder
voor, dan in het Tatragebergtehier is de
strijd van mensch tegen natuur krachtiger,
en men ziet het deze Houzoulen met hun'
over t algemeen goed bewaarde national#
kleederdrachten wel aan 1
Een ander beeld, ook van min of meer
zuiver Poolsehen aard, biedt ons Lublin.;
Lublin is zoo niet geheel, <laji toch bijnt
in het midden van Polen gelegen. In de ge.
schiedenis van Polen speelt het een belang
rijke rol door de Unie van 1569, die Polei*
en Lithauen \oorgoed samenbracht. Meer
dan eens heeft het gediend tot zetel vaa
den ouden Poolsehen Rijksdag, dio
gelijk bij andere vroegere Parlementen ge-
bruikelijk was, steeds in dezelfde plaats
werd gehouden. HierN in de Dominikaner
Kerk is door Sigiemund II de Urne vaa
Lublin gesloten, en een gedenkteeken, ia
geen enkel opzicht zoo fraai als de kerk,
waarin dit geschied is, bewaart de herinne
ring er aan. Overigens zou dit onnoodig
zijn, want voor den opmerkzamen toe-»
schouwer is ei in Lublin, al is het ook een
door den vreemdeling niet bij voorkeur be
zochte stad, spreekt het grootsch verleden
van Polen nog uit de huizen. Daar achter
dc kerk, thans niet meer een der meest
gezochte kwartieren, moeten de groote
huizen hebben gestaan, waar de machtige
edelen verbleven wanneer zij naar den
Rijksdag in Lublin of naar zijn vroeger be-1
kende jaarmarkten gingen.
Thans zijn die er niet meer; Lemberg
hoeft ze in zich opgenomen en ze hebben
tot de ontwikkeling van deze stad mede
gewerkt. Lublin is vroeger de scheiding en
tegelijk het vereenigingspunt tusschen Oost
en West geweest; en Lemberg is het ge
worden sedert Casimir de Groote, wienS
gedachtenis men in Lemberg dan ook ver
eert, tot den bloei van deze stad zoo ge
weldig bijdroeg. Wat intussehen niet weg
neemt. dat men gaarne, vooral op den lich
ten laten avond in deze oude gedeelten van'
Lublin dwaalt, liever dan in bet moderne
gedeelte, waar men bioscopen en café's en
strijkjes heeft gelijk overal elders.
De tijd gaat snel; men bemerkt zulks
bijv. ook, wanneer men, een 1.} uur spo-
rens van Lwow, het betrekkelijk kleine
maar toch niet cnbelangerijko stadje
Przemyszl, aan de San gelegen, binnen
treedt. Przemyszl, dat met slechts ecri
kleine wijziging „nijverheid" beteekent en
met weer een kleine wijziging den naam
geeft van een beroemd Koning van Polen,
heeft in den grooten oorlog een niet onbe
langrijke rol gespeeld. Het was en is nog
vesting, die door do Oostenrijkers tegen
de uit het Noord-Oosten optrekkende Rus
sen krachtig is verdedigd. Toen deze ves
ting in de eerste helft van 1915, na held-
haftigen weerstand, eenmaal was genomen,
lag voor de Russen Hongarije open. Dé
verwoestingen, die het langdurig beleg ei