No. 20087.
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 4 September
Tweede Blad. Anno 1925.
BINNENLAND.
I. J. SLOOS, Accountant
Prov. Staten v. Zuid-Holland.
Gezonde Tanden.
FEUILLETON.
De üeisgenoote
De Arbeidsinspectie.
Het Centraal verslag van de Arbeids
inspectie over 192-i opent met een inleiding,
waaraan het volgende is ontleend:
Eén der grootste moeilijkheden, die de Ar
beidsinspectie ontmoet bij de vervulling van
haar taak, namelijk den vrij algemeen ge-
drukten toestand in de meeste nijverheids
takken, deed zich in 1924 jn iels mindere
mate gevoelen dan in de beide voorafgaan
de jaren. Ofschoon lang niet alle oorzaken
badden opgehouden te bestaan, was er toch,
Vooral na de opheffing der Roerbezelting en
de stabilisatie van de Duitsche mark, een
geregelder verkeer ontstaan, terwijl, afge
scheiden hiervan, menige onderneming er
in geslaagd was zich een nieuw afzetgebied
te veroveren Ier vervanging van heigeen
verloren was gegaan.
Van bijzonder groole waarde voor tal van
industrieën was ook de gunstige bedrijfs-
gang in Nederlandsc'h Oost-Indië.
Toch waren de toestanden en verhoudin
gen op de internationale markt van in-
dusbrieele voortbrengselen- nog geenszins
zoodanig, dat de werktijdverlenging boven
48 uur per week kon uitgeschakeld worden
tads middel om voor onze industrie produc
tie-mogelijkheid te scheppen. De lage pro
ductiekosten in landen met gedaalde en nog
idalende valuta, de invoerbelemmeringen in
•voorheen vaste afzetgebieden, de langere
werktijden in concurreerende landen, voor-
Bi in Duitschland, vormden nog ecne be
lemmering voor Nederland, om de 48-urige
arbeidsweek te beschouwen als een onaan-
Jastbaren factor in den concurrentiestrijd.
Deden de onmiskenbare verbetering in
menigen bedrijfstak en de gegronde hoop op
verderen vooruitgang de verwachting ont-
Btaan, dat de Arbeidsinspectie weldra haar
arbeidsveld geleidelijk zou kunnen zien uit
breiden, aan deze verwachting werd de bo
dem ingeslagen door de noodzakelijk ge
worden bezuinigingen in de huishouding
yan het Rijk en de gemeenten. Zooals in
Hoofdstuk II gedétaiileerd zal worden aan
gegeven, vloeiden uit de Arbeidsinspectie
onderscheidene zéér moeilijk te missen
krachten af, terwijl steeds meer bleek, hoe
in vele gemeenten de bezuiniging op de uit
gaven voor de politie het toezicht op de na
leving der Arbeidswet verzwakte.
Een en ander had lot gevolg, dat van
yerdere uitbreiding der Arbeidswet op den
arbeidsduur builen fabrieken of werkplaat
sen geen sprake kon zijn en dat de ver
zwakte Arbeidsinspectie de handen „weer
meer dan vol had met urgente werkzaam
heden, zoodat het stelselmatig fabrieksbe
zoek, in het belang van veiligheid en ge
zondheid der arbeiders, benaderend bleef.
Hier moet aan toegevoegd worden, dat het
aantal langdurige ziekteverloven, mede als
gevolg van overmatige inspanning, op on
rustbarende wijze toenam, zoowel onder
xDspecteerend als administratief personeel.
Dubbel betreurenswaard is het, dat naast
de bezuiniging door inkrimping aan het
einde van dit verslagjaar nog eene salaris
verlaging is tot sland gekomen, die voor be
langrijke groepen ambtenaren eene positie-
verlaging medebrengt, waardoor het peil op
den duur zoodanig moet zakken, dat eene
behoorlijke vervulling der moeilijke en ver
antwoordelijke taak, waarvoor bijzondere
eischen aan de ambtenaren gesteld moeten
kunnen worden niet meer gewaarborgd is.
Onthulling van het monument voor
Meinöert van den Thynen.
Bj) de herdenking in 1922 van de be
vrijding van Koevorden op 29 December
1572 van de Munstersche overheersching
door luitenant-kolonel Van Eibergen, een
onderbevelhebber van generaal Rabenhaupt,
p aanwijzing van Meindert van den Thy-
Aen, werd het initiatief genomen een ge-
denkteeken op te richten voor dezen held
fan Koevorden. Voor de uitwerking der
dannen werd een commissie gevormd en
•>p 6 Juni van het vorige jaar legde de
Koningin voor het monument den eersten
'teen.
De opdracht voor de vervaardiging van
het monument was gegeven aan den beeld
houwer August Falize, te Wageningen. Waar
iedere afbeelding van Meindert van den
Thyneo en diens heldenfeit ontbreekt, heeft
de kunstenaar een symbolische voorstelling
gegeven van den val der vesting. Op den
voorgrond zijn soldaten bazig met het over
bruggen van de geulen, die door de ver
dedigers gehakt waren in de dichtgevroren
gracfit, met biezen bruggetjes, een vinding
van Meindert van den Tnynen; de zware
vislingmuur vormt den achtergrond.
De gedenkplaat, 2.80 M. hoog, is en relief
uitgehouwen in de zandsteen, 1ste klaa
Euville marbrier. In het voetstuk van grijis
Beiersch graniet is ingebeiteld een spreuk
van Van den Thynen:
Also is deze overwinning ons van den
Hemel gegeven
Daarvan Godt alleen de Eere moet hebben
en zeggende
Het is van den Heere also geschied
En net.is een wonder in onze oogen.
Ter zjjde staat op net voetstuk: De eerste
steen gelegd door H. M. Koningin Wilhei-
mina 6 Juni 1924; aan de andere zijde:
Het dankbare nageslacht aan Coevorden's
held 2 September 1925.
Gistermiddag heeft de Commissaris der
Kcningin in Drente het onthuld en den
heel en dag was Koevorden in feeststemming.
Do voorzitter der monument-commissie
da heer L. J. de Lang-en, Rijks-ontvanger
te Koevorden, heette de aanwezigen wel
kom.
Dr. J. S. Theissen, bibliothecaris der
Universiteit te Groningen, hield daarna een
rede.
Vervolgens sprak de commissaris dei
Koningin in Drente, mr. J. T. Linthorst
Homan.
Vervolgens trok spr. het doek weg, dat
tot nu toe het monument omhulde. De voor
zitter der monuments commissie droeg daar
na het gelenkteeken over aan het gemeente
bestuur en de burgemeester, de heer A.
Gautier aanvaardde het met eenige uiterst
waardeerende woorden.
De heer Jac. Bulthuis, voorzitter van de
Permanente Oranje-commissie, legde een
krans neder. Ds. Ugtenhoudt sprak nog een
enkei woord, waarna de voorzitter der mo-
numcotcommissie mededeeling deed van een
ontvangen schreven van het Eerste-Kamer-
hd de heer H. Smeenge, lid van de commissie,
die tot zqti spó't verhinderd was en spreekt
een slotwoord.
Aan H. M. de Koningin werd een telegram
van hulde gazonden.
Regenbuien hadden aan de geestdrift geen
afbreuk gedaan. Na afloop der onthulling
werden volksspelen gegeven en 's avonds
een vuurwerk.
De Nationale Ramp.
Gisteren heeft de dienst der Rijkstele
graaf te Borculo de werkzaamheden ten be
hoeve van het herstel der electriciteitsvoor-
ziening in de geteisterde streek geëindigd.
De directeur van de Electriciteitsmaat-
schappij ,,De Berkelstreek", do heer Hu-
genholtz, hield bij deze gelegenheid een toe
spraak.
Dinsdag zijn de lagere scholen te Bos-
culo heropend. Van school 2, die haar leer
lingen voornamelijk uit de kom van de ge
meente betrekt, was bijna do helft absent.
Deze kinderen zijn bij familie elders, we
gens het gebrek aan woonruimte, Eén
klasse kon in de R.-K. school ondergebracht
worden; voor de andere klassen zal men
trachten zich te behelpen met de militaire
barakken.
De collecte voor Borculo heeft te Amster
dam opgebracht f 63.705.37.
Spoorwegpersoneel.
Aan de spoorwegpersoneelorganisatie heeft
de directie der Nederlandsche Spoorwegen
de door haar in het algemeen reglement
dienstvoorwaarden noodig geoordeelde wij
zigingen met toelichting gezonden.
Art. 28 inzake vergunning voor het be-
kleeden van betrekkingen, ambten en bedie
ningen, wordt in dit voorstel zoodanig aan
gevuld. dal voor een waarneming zonder
vergoeding geen vergunning meer wordt
vereischt.
Inzake het verlof wordt voorgesteld, het
aantal verlofdagen te brengen van 28 op 24,
van 21 op 18,-van 18 op 15 en van 14 op
12 dagen.
De vergoedingen wegens verblijfkosten
worden thans opnieuw verminderd en wel
met 50 respectievelijk 40 ets. van de dag
vergoeding en met 2 en 1 ci wat de uren-
vergoeding betreft. Het z.g. urengeld voor
treinpersoneel en dergelijke van 7 op 5 ets.
Protesteerende leeraren te Enschede.
Aangezien de tegenwoordige salarisrege
ling na de verschillende kortingen volkomen
onbevredigend wordt geacht en de Minister
van Onderwijs verbetering heeft geweigerd
hebben de leeraren aan de Textielavond-
school .te Enschede voor zoover zij in vast©
betrekking zijn, ontslag aangevraagd, ter
wijl de tijdelijke leeraren te kennen hebben
gegeven, dat zij geen benoeming wenschen.
De nieuwe cursus voor deze avondschool,
waarvoor zich 220 leerlingen hebben aange
meld, zou 1 October aanvangen.
Bij Kon. besluit zijn benoemd tot a.
ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij
de kantongerechten: 1. 's-Gravenhage, Delft
Alphen en Woerden, ter standplaats 's-Gra
venhage, mr. J. S. toke, thans in gelijke
functie bij de kantongerechten Groningen,
Appingedam en Onderdendam, ter stand
plaats Groningen; 2. in het arrondissement
Middelburg, met uitzondering van Zierikzee,
ter standplaats Middelburg, mr. G. J. B. van
der Dussen, advocaat en procureur te Arn
hem, tevens waarnemend ambtenaar van
het openbaar ministerie bij de kantonge
rechten in het arrondissement Arnhem; b.
substituut-griffier bij de arrondissements
rechtbank te Amsterdam, mr. J. Sprey, wo
nende te Hilversum, waarnemend griffier
bij de genoemde rechtbank; c. griffier bij
het kantongerecht te Zaandam mr. C. II. v.
Dam, thans in» gelijke betrekking te Goor.
Te Alkmaar is, met de andere gemeen
ten, waar wijlen ds. EL P. de Pree heeft
goarbeid, n.l. Heilo, Koog-Zaandijk, Den
Helder, Hoorn, enz. te zamen f 16,000 saam-
gebracht voor het ds. de Pree-fonds.
In de te Amersfoort gehouden 28ste
algemeene vergadering van den Alg. Ned.
Drogisten-Bond werd in het jaarverslag ver
meld, dat het ledental stijgt. De vergadering
hechtte haar goedkeuring aan een voorstel -
Amsterdam, om verschillende artikelen on
der Bondsetiket te doen fabriceeren en ver-
koopen. Vastgesteld werd een lijst van mid
delen, die niet door Bondsleden verkocht
mogen worden. Op 12 verschillende plaat
sen in ons land zullen begin October weder
om vakcursussen geopend worden.
Aangenomen is het beroep naar de
Ned.-Herv. Gem. te Vaassen door ds. A. F.
P. Pop, te Nijkerk.
Voor de betrekking van onderwijzer(es)
aan de centrale school te Bergen-op-Zoom
hebben zich 114 sollicitanten aangemeld.
Voor de vacante betrekking van onderwijze
res aan de openbare lagere school te Balinge
(Westerbork, Dr.) zijn 56 sollicitanten. Voor
de betrekking van onderwijzer aan de school
voor Gereformeerd Onderwijs te Drongrijp
hebben zich 70 sollicitanten aangemeld.
Men kan, volgens een telegram uit Ge-
nève aan het ,,Hbld.", verwachten, dat deze
maand de beslissing zal vallen inzake de
opheffing van mr. Zimmermans commissa
riaat over Oostenrijk. Er beslaat echter nog
veel meeningsverschil, zoo over de vraag of
de opheffing voorwaardelijk zal zijn, en over
den datum, Januari of Juli.
De Minister van Financiën maakt be
kend, dat hij zijn eerstvolgende gewone
audiëntie zal houden op Maandag 7 dezer,
te halfdrie, en dat deze, behoudens tegen
bericht in de „Staatscourant",, weder zal
plaats hebben eiken Maandag op gemeld uur
RECLAME.
Lid der Ned. Org. van Accountants
NIEUWSTEEG 3 Tel 2102 - LEIDEN
2531
Verkiezing leden Gedeputeerde Staten.
Critiek der soc.-democraten.
Gisteren vergaderden de Prov. Stalen van
Zuid-Holland onder voorzitterschap vaan E.
C. baron Sweerts de Landas Wyborgh,
comm. der Koningin.
Nadat de Voorzitter de vergadering in
naam der Koningin geopend had, las de
griffier de brieven voor, waarin de heeren
Rutgers en Schokking, wegens hun benoe
ming tot Minister, hun ontslag aanboden
als leden van Ged. Staten.
In deze brieven danken zij de Staten voor
het vertrouwen, in hen gesteld, en voor de
aangename samenwerking, terwijl zij te
vens dank brengen aan den hoofdingenieur
van de Prov. Staten voor zijn adviezen.
DE VOORZITTER hield hierna de vol
gende rede:
Dames en Heëren,
Voorzeker spreek ik uit uw aller naam,
wanneer ik zeg, dat de tegenwoordigheid in
ons midden van de beide heeren, die daar
even aan het woord waren, in hooge mate
door on3 zal worden gemist. Brengen zij
uwen Stalen dank voor de welwillendheid,
te hunnen opzichte beloond, gij gevoelt
ongetwijfeld met mij behoefte om hen te
danken voor den ijver, de toewijding en de
bekwaamheid, waarmede zij verscheidene
jaren lang het ambt, het zoo gewichtige
ambt van lid van Ged. Staten van Zuid-
Holland hebben vervuld, hen te danken voor
de belangrijke diensten, als 'zoodanig aan
dit 9choone gewest bewezen.
Thans zijn zij lot andere diensten geroe
pen en ik spreek den harlgrondigen wensch
uit, dat de zegen van den Aller
hoogste op de vervulling van de zware,
hun door de Koningin toevertrouwde laak
moge rusten.
De vergadering werd vervolgens ge
schorst tot onderzoek van de geloofsbrieven
van de nieuwbenoemde Statenleden, de
heeren Muiswinkel, te Zwammerdam, en
Van Egmond, te Koudekerk.
Aan de orde was daarna de benoeming
van twee nieuwe leden van Ged. Staten
In de eerste plaats werd gestemd ter ver
vulling van de vacature-Rutgers. Uitge
bracht werden 40 stemmen op den heer
Th. Heukels, 22 op den heer J. II. Scha
per, 10 op den heer Crena de Iongh, 3
blanco en 1 van onwaarde.
De heer Heukels was dus gekozen en
nam de benoeming aan.
Vervolgens werd gestemd ter vervul
ling van de vacalure-Schokking.
Uitgebracht werden 40 stemmen op den
heer v. Boeyen, 22 op den heer Schaper, 10
op den heer Crena de Iongh en 4 blanco.
De heer v. Boeyen was dus gekozen en
nam de benoeming aan.
De heer J. TER LAAN (S. D. A. P.)
achtte de stemmingen, thans gehouden, ten
nadeele van de provincie. In de jongste zit
ting der Staten heeft spr. over de bezet
ting van het college van Ged. Staten een
rede gehouden, waarin hij heeft aangege
ven, dat die samenstelling niet was vol
gens redht en billikheid, maar overeen
komstig de positie van enkele minderheids
groepen in het persoonlijk belang van een
aantal leden der Staten.
Door deze samenstelling wordt een deel
van de bevolking uitgesloten van invloed in
het college van Ged. Staten. De stemmin
gen kunnen niet anders worden opgevat
dan als een grenzelooze brutaliteit in de
rechtsche groepen.
De VOORZITTER hamerde en merkte op,
dat hij dergelijke woorden niet kan toe
laten.
De heer TER LAAN wilde brutaliteit
vervangen door vrijmoedigheid, maar de
beteekenis dier woorden noemde hij de
zelfde. Spr. wees er voorts op, dat de ker
kelijke groepen elders zetels aannemen uit
handen van andere groepen, terwijl zij hier
een groote minderheid van de zetels in Ged.
Staten uitsluiten.
Nu bij herhaling deze dingen geschieden,
dient te worden overwogen of de reget-
matige handelwijze van de groote soc -dem.
fractie verandering zal moeten ondergaan
RECLAME.
Spoel i. deren morgen en avond
zorgvuldig Uwen mond met het
echte Odel-mondwater, poetst Uwe
tanden; de mond zal dan steeds
een aangenamen geur uitademen
en vrij zijn van iedere verrottings-
kiem. Deze spoeling geregeld ver
richtende, vervult gü de essen-
tieele voorwaarde omUwetar den
mooi en gezond te behouden.
2842
en of er niet met meer pootigheid moet
worden opgetreden (Bijval bij de soc.-dem.).
De VOORZITTER was er van overtuigd,
dat de nadere overweging der soc.-dem. zal
leiden tot handhaving van hun houding en
eerbiediging van een stemming, gegrond
op het alg. kiesrecht.
De heer SCHAPER (S. D. A P.) wilde
over deze kwestie thans spreken, hoewel er
voor hem eenigszins een persoonlijke kant
aan zit. Hij schatte het compliment, gele
gen in de woorden van den Voorzitter
hoog, maar toch zal het moeilijk zijn rnet
de rechtsche groepen, troepen ware l ier
een beter woord, voortaan op regelmatige
wijze hel werk te doen in de Staten. De
houding dier troepen is schandelijk en laf.
De VOORZITTEER hamert.
De heer SCHAPER geloofde, dat de voor
zitter niet kon toelaten, do waarheid ervan
zal voelen.
Het ging om een baantje voor den heer
Heukels.
De VOORZITTER hamerde opnieuw en
dreigde den heer Schaper het woord te zul
len ontnemen
De heer SCHAPER merkte op. dat eens
de heer Limburg gekozen is door de rech
terzijde, maar dat was niet uit edelmoedig
heid jegens de minderheid; het wad omdat
zij zelf niet beschikten over een goed jurist,
want edelmoedigheid kennen deze lieden
niet.
Zij hebben van spr. geëischt een verkla
ring, dat de soc.-dem. van revolutie zouden
afzien. Die verklaring heeft spr nooit wil
len afleggen en hij zal er nooit een afleg
gen. Evenwel waren zijn woorden hierover
in de Tweede Kamer op 11 December 1918
gesproken, duidelijk genoeg, en de eisch van
een verklaring is dan ook een praatje. Het
gaat om het baantje, zooals vroeger bij de
liberalen.
De VOORZITTER: Meneer Schaper, nu is
het heusch genoeg.
Als de heer Schaper, voortgaande, dea
heer Hoffman een fraseur noemde, onder^
brak de VOORZITTER hem opnieuw, met
de woorden, dat men zich moest gedragen
als fatsoenlijke menschen.
Geroep bij de soc.-dem.: Juist, juist!
De heer SCHAPER: Juist, mijnheer del
voorz., fatsoenlijke menschen, inderdaadl
De heer HOFFMAN (R.-K.) herinnerde er
aan, dat eenige weken geleden, dit onder
werp behandeld is en dat toen de argumen-i
ten der soc.-dem weerlegd zijn. Spr. herin-i
nerde aan die bestrijding der soc.-dem. ar
gumenten. Daaraan had spr. geen woord toe
te voegen.
Spr.'s geweten verbood hem onder deze
omstandigheden mannen als de heeren ter.
(Uit 't Fransch van GUY CHANTEPLEURE).
Geautoriseerde vertaling van W. II. G.
20)
Parijs, 18 October.
„Beste Kerjean.
„De dagen volgen elkaar op, en al lijken
zij niet volkomen op elkaar, toch moet ik
bekennen, dat zij onderling wel een familie
trek gemeen hebben. Maar een beetje phi
losophic en van tijd lot tijd de tooverslaf
van die goede fee, die, ik weet niet hoe,
soms voor mij het uiterlijk der dingen zoo
kan wijzigen, helpen mij aan de dagen een
vriendelijk uiterlijk te verleenen.
„Zondag zijn Marcelle, Edmée en ik op
bezoek geweest. Wij waren uilgenoodigd
den namiddag „zoo maar, heel gewoon"
wegéns den rouw le komen doorbrengen
bij mevrouw Desroches, een vriendin van
mevrouw Chardon-Pluche, die eenige jonge
lui, heeren en dames, bij zich had gevraagd.
„Ik vond het zeer genoeglijk!Er
werd niet gedanst, maar wel gepraat, mu
ziek gemaakt, er werden vraag-en-ant-
woord-spelleljes gedaan en ik geloof: er
werd ook wat geflirtGewoonlijk geef
ik maar matig om flirten, dat weet je wel,
Kerjean; maar ditmaal, nu ja, vond ik het
wel prettig.... De jongelui schenen me
aardig te vinden, vooral een knappe cadet
uit Saint-Cyr.Ik was blij ën zei tot
mijzelve: „Ik ben dus toch een jong meisje,
r.et als de anderen't Slaat dus niet
op mijn voorhoofd te lezen, dat ik maar
oen wandeljuffrouw benMe
vrouw Chardon-Pluche» die me steeds de
zelfde groole portie zure sympathie toe
draagt, heeft me op haar manier haar lof
niet onthouden.
U beweegt u zeer gemakkelijk in ge
zelschap, juffrouw BoissoliEn u weet
met heeren om le gaanIn kleine pro
vinciesteden zou dat verkeerd worden uitge
legd en mijn arme dochters missen uw on
dervinding. Maar ik zou gaarne zien,
dat zij trouwden en zoodra het gaat om het
kiezen van een vrouw, zijn de jongelui
meer gesleld op bescheidenheid dan op on
gegeneerdheidZelfs tegenwoordig I"
„Dat noemt men een koudwaterslraal,
hè Kerjean! Maar mijn „ongegeneerdheid"
trekt zich daar niets van aan. De onvrien
delijke opmerkingen en verdachtmakingen
vaij' mevrouw Chardon-Pluche laten me
nogal koud. Soms vind ik die zelfs vermake
lijk. Hoe zou je je kunnen boos maken, als
zij bijv. het volgende zegt:
U moet het wel akelig vinden, terwijl
u in den rouw bent, zoo'n opvallende ge
laatskleur te hebben, juffrouw Boissoli. 't
Is zoo prettig om onopgemerict zijns weegs
te gaan! of wel, minder direct, en a'ls
spreuk ingekleed:
Niels is meer betreurenswaardig
voor een arm, jong meisje dan mooi te zijn
en niet een gezicht overeenkomstig haar
positie te hebben."
„Je hebt me wel eens iets dergelijks ge
zegd, KerjeanlMaar jij betreurde mijn
positie en mevrouw Chardon-Pluche mijn
gezicht.Wel een tikje verschil, niet
waar?
„Ik antwoordde, bedaard, terwijl ik me
wel wachtte de complimenteuze woorden
als aan mij gericht le beschouwen:
't Li^kt me daarentegen toch wel
prettig en troostrijk tevens, om, wanneer
men lieLongeluk heeft arm te zijn, bij ge
brek aan beter nog het geluk le hebben
mooi te zijn. ware het slechts als kleine
revanche om iels benijdenswaardigs te be
zitten, dat niet tegen geld kan worden ge
ruild."
„Maar het belachelijkste en levens het
vermak el ijkste is, ails mevrouw Ohardon-
Pluche mij zoo'n beetje verwijt mijl
dat ik aan haar groote, bijna overijpe doch
ters weinig betamelijke dingen vertel; din
gen, waarover men niet met jonge meisjes
spreekt I
„Je begrijpt wel, Kerjean, dat de „weinig
betamelijke dingen" alleen maar in het
brein van mevrouw Chardon-Pluche be
staan, en nooit in mijn woorden te vinden
zijn. In haar brein spookt altijd de afschuw
van „zondige oogmerken" rond.
„Zoo hadden zij het onlangs over de
manier, waarop ik, voordat ik naar bed ga,
mijn haar opmaak.'t was ©en heele ge
schiedenis!
„Thuis komende van een diner, waarop
ik niet gevraagd was, kwamen Marcelle en
Edmée mijn kamer binnen, om mij te ver
tellen hoe de avond was geweest. Ik had,
alleen thuis zijnde, mijn tijd doorgebracht
met een brief van tien zijdjes aan jou te
schrijven; een brief, waarin ik je inder
daad te veel sprak over.hem, aan wien
ik liever niet veel denkwaarin ik het
eigenlijk alleen over „hem" had.... Ik
lag nog niet in bed; ik had alleen nog
maar mijn haar los gemaakt en het voor
den nacht in orde gebracht
„Toen kwamen er van Marcelle en Ed
mée uitroepen zonder eind, zooals ik die
trouwens telkens hoor, als zij in mijn toilet
iets nieuws ontdekken.
01 wat ziet u er grappig uit met die
twee dikke vlechten aan weerszijden van
uw kleine gezichtI En dat gestrikte lint
boven uw oor!
Wat ziet u er schattig uit, zei Mar
celle. Net een mooi, klein meisje. „Ik heb
nooit geweten, dat men voer den nacht het
haar opmaakt.Waarom gebruikt u geen
leeren papilotlcn, zooals wij?
„Een kreet van ontzetting ontsnapte me.
Leeren papillotten!! Maar dat staat
afgrijselijk; trouwens, ik krul mijn haar
niet.
Wat kan u dat schelen of het afgrij
selijk staat? vroeg Edmée op wrangen toon;
niemand ziet u toch 's nachts.
Doet er niet toe, zei ik, zelfs gedu
rende den nacht ben ik er op gesteld er
netjes uit te zien en mijn haar netjes op
gemaakt te hebben, alsof iemand mij moest
zien.
„Kerjean ,zou jij aan dezen zin aanstoot
hebben genomen? Welnu, den volgenden
dag nam mevrouw Chardon-Pluche mij
apart en op stijven toon, die haar bij der
gelijke mededeelingen eigen is, zei ze:
Juffrouw Boissoli, Marcelle en Edmée
hebben me verteld van uw „nachtkapsel".
(Ik wou, dat ik je de manier kon weerge
ven, waarop dit woord werd uitgesproken).
,,'t Is de eerste maal in mijn leven, moet
ik u bekennen, dat ik hoor spreken over
een jong meisje.... of zelfs over een fat
soenlijke vrouw, die zich voor den nacht
opsiertMaar dit gaat mij niet aan.
ik wil u slechts verzoeken mijn dochters
die ik tot kuische echtgenooten wensch te
vormen geen ideeën in te prenten
die ze niet hebbenU hebt haar ge
zegd.... (en zij herhaalde mijn woorden):
„Wees, verzoek ik u, een volgende maal
zoo vriendelijk dergelijke praatjes te ver
mijden, hoewel die arme kinderen, den
Hemel zij gedankt! het onbehoorlijke er van
nie| hebben begrepen."
Maar, mevrouw 1 Ik evenmin, dat
zweer ik ul
„Ik was verontwaardigd en stond volko
men verstomd.
„Mevrouw Chardon-Pluche keek me met
verbazing aan.
Als dat liet geval is, kindlief, zei ze'
toen, dan zijn het niet uw bedoelingen ge
weest, noch uw gedachten, die slecht zijn,
maar uw geheime instinctenDie moet
u bestrijdenAls moeder van dochters,
voel ik, dat het mijn plicht is u deze waar
schuwing te geven.... in uw eigen be
lang."
„Ditmaal was mijn verbluftheid z56
grenzenloos, dat ik aanvankelijk niet \vl9t
wat te antwoorden. Toen ik mijn tegenwoor
digheid van geest had herwonnen, was me
vrouw Chardon-Pluche de kamer uit.
„Ik heb mijn schouders opgehaald en
me verder geen zorg over het geval ge
maakt. Het oordeel van de bekrompen
vrouw, die altijd kwade bedoelingen heeft,
kan me niet deren. Ik lach er om....
Ik heb het je immers wel gezegd, men moet
altijd een snippertje philosophic bij do hand
hebben
„Ik ben blij, dal je mijn brieven h-rbt
ontvangen en mijn gebabbel genoeglijk
vindt, „want door me le lezen hoor je
me"... Oude Bizuth, jij bent in dc heele
wereld de eenige, die goed is!
Wat denk je, zou men het vreemd vin
den altijd jouw handschrift te zien? Ik
hoop, dat mevrouw Chardon-Pluche niet
elke enveloppe bekijkt.... Maar, laat haar
naar de pomp loopen Ik wil brieven
van je ontvangen
„Meld me vooral den dag van je aan
komst, dan wip ik den eersten Zondag den
besten even uit om bij je te komen Als
T nog lang duurt, voordal het Zondag is,
dan kom jij dadelijk naar mij. nietwaar?
„Ileh je het gelezen, Kerjean? 11
Théaler francais gaat een looneelsluk
dichtmaat opvoeren van Fabrice de Mac
„De Koningin van Ys."
„Ik hoop je weldra te zien't
Je PHYLLEKE.
{Wordt veivolgd).
liet
in
c: