No. 20087. LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 4 September Tweede Blad. Anno 1925. BINNENLAND. I. J. SLOOS, Accountant Prov. Staten v. Zuid-Holland. Gezonde Tanden. FEUILLETON. De üeisgenoote De Arbeidsinspectie. Het Centraal verslag van de Arbeids inspectie over 192-i opent met een inleiding, waaraan het volgende is ontleend: Eén der grootste moeilijkheden, die de Ar beidsinspectie ontmoet bij de vervulling van haar taak, namelijk den vrij algemeen ge- drukten toestand in de meeste nijverheids takken, deed zich in 1924 jn iels mindere mate gevoelen dan in de beide voorafgaan de jaren. Ofschoon lang niet alle oorzaken badden opgehouden te bestaan, was er toch, Vooral na de opheffing der Roerbezelting en de stabilisatie van de Duitsche mark, een geregelder verkeer ontstaan, terwijl, afge scheiden hiervan, menige onderneming er in geslaagd was zich een nieuw afzetgebied te veroveren Ier vervanging van heigeen verloren was gegaan. Van bijzonder groole waarde voor tal van industrieën was ook de gunstige bedrijfs- gang in Nederlandsc'h Oost-Indië. Toch waren de toestanden en verhoudin gen op de internationale markt van in- dusbrieele voortbrengselen- nog geenszins zoodanig, dat de werktijdverlenging boven 48 uur per week kon uitgeschakeld worden tads middel om voor onze industrie produc tie-mogelijkheid te scheppen. De lage pro ductiekosten in landen met gedaalde en nog idalende valuta, de invoerbelemmeringen in •voorheen vaste afzetgebieden, de langere werktijden in concurreerende landen, voor- Bi in Duitschland, vormden nog ecne be lemmering voor Nederland, om de 48-urige arbeidsweek te beschouwen als een onaan- Jastbaren factor in den concurrentiestrijd. Deden de onmiskenbare verbetering in menigen bedrijfstak en de gegronde hoop op verderen vooruitgang de verwachting ont- Btaan, dat de Arbeidsinspectie weldra haar arbeidsveld geleidelijk zou kunnen zien uit breiden, aan deze verwachting werd de bo dem ingeslagen door de noodzakelijk ge worden bezuinigingen in de huishouding yan het Rijk en de gemeenten. Zooals in Hoofdstuk II gedétaiileerd zal worden aan gegeven, vloeiden uit de Arbeidsinspectie onderscheidene zéér moeilijk te missen krachten af, terwijl steeds meer bleek, hoe in vele gemeenten de bezuiniging op de uit gaven voor de politie het toezicht op de na leving der Arbeidswet verzwakte. Een en ander had lot gevolg, dat van yerdere uitbreiding der Arbeidswet op den arbeidsduur builen fabrieken of werkplaat sen geen sprake kon zijn en dat de ver zwakte Arbeidsinspectie de handen „weer meer dan vol had met urgente werkzaam heden, zoodat het stelselmatig fabrieksbe zoek, in het belang van veiligheid en ge zondheid der arbeiders, benaderend bleef. Hier moet aan toegevoegd worden, dat het aantal langdurige ziekteverloven, mede als gevolg van overmatige inspanning, op on rustbarende wijze toenam, zoowel onder xDspecteerend als administratief personeel. Dubbel betreurenswaard is het, dat naast de bezuiniging door inkrimping aan het einde van dit verslagjaar nog eene salaris verlaging is tot sland gekomen, die voor be langrijke groepen ambtenaren eene positie- verlaging medebrengt, waardoor het peil op den duur zoodanig moet zakken, dat eene behoorlijke vervulling der moeilijke en ver antwoordelijke taak, waarvoor bijzondere eischen aan de ambtenaren gesteld moeten kunnen worden niet meer gewaarborgd is. Onthulling van het monument voor Meinöert van den Thynen. Bj) de herdenking in 1922 van de be vrijding van Koevorden op 29 December 1572 van de Munstersche overheersching door luitenant-kolonel Van Eibergen, een onderbevelhebber van generaal Rabenhaupt, p aanwijzing van Meindert van den Thy- Aen, werd het initiatief genomen een ge- denkteeken op te richten voor dezen held fan Koevorden. Voor de uitwerking der dannen werd een commissie gevormd en •>p 6 Juni van het vorige jaar legde de Koningin voor het monument den eersten 'teen. De opdracht voor de vervaardiging van het monument was gegeven aan den beeld houwer August Falize, te Wageningen. Waar iedere afbeelding van Meindert van den Thyneo en diens heldenfeit ontbreekt, heeft de kunstenaar een symbolische voorstelling gegeven van den val der vesting. Op den voorgrond zijn soldaten bazig met het over bruggen van de geulen, die door de ver dedigers gehakt waren in de dichtgevroren gracfit, met biezen bruggetjes, een vinding van Meindert van den Tnynen; de zware vislingmuur vormt den achtergrond. De gedenkplaat, 2.80 M. hoog, is en relief uitgehouwen in de zandsteen, 1ste klaa Euville marbrier. In het voetstuk van grijis Beiersch graniet is ingebeiteld een spreuk van Van den Thynen: Also is deze overwinning ons van den Hemel gegeven Daarvan Godt alleen de Eere moet hebben en zeggende Het is van den Heere also geschied En net.is een wonder in onze oogen. Ter zjjde staat op net voetstuk: De eerste steen gelegd door H. M. Koningin Wilhei- mina 6 Juni 1924; aan de andere zijde: Het dankbare nageslacht aan Coevorden's held 2 September 1925. Gistermiddag heeft de Commissaris der Kcningin in Drente het onthuld en den heel en dag was Koevorden in feeststemming. Do voorzitter der monument-commissie da heer L. J. de Lang-en, Rijks-ontvanger te Koevorden, heette de aanwezigen wel kom. Dr. J. S. Theissen, bibliothecaris der Universiteit te Groningen, hield daarna een rede. Vervolgens sprak de commissaris dei Koningin in Drente, mr. J. T. Linthorst Homan. Vervolgens trok spr. het doek weg, dat tot nu toe het monument omhulde. De voor zitter der monuments commissie droeg daar na het gelenkteeken over aan het gemeente bestuur en de burgemeester, de heer A. Gautier aanvaardde het met eenige uiterst waardeerende woorden. De heer Jac. Bulthuis, voorzitter van de Permanente Oranje-commissie, legde een krans neder. Ds. Ugtenhoudt sprak nog een enkei woord, waarna de voorzitter der mo- numcotcommissie mededeeling deed van een ontvangen schreven van het Eerste-Kamer- hd de heer H. Smeenge, lid van de commissie, die tot zqti spó't verhinderd was en spreekt een slotwoord. Aan H. M. de Koningin werd een telegram van hulde gazonden. Regenbuien hadden aan de geestdrift geen afbreuk gedaan. Na afloop der onthulling werden volksspelen gegeven en 's avonds een vuurwerk. De Nationale Ramp. Gisteren heeft de dienst der Rijkstele graaf te Borculo de werkzaamheden ten be hoeve van het herstel der electriciteitsvoor- ziening in de geteisterde streek geëindigd. De directeur van de Electriciteitsmaat- schappij ,,De Berkelstreek", do heer Hu- genholtz, hield bij deze gelegenheid een toe spraak. Dinsdag zijn de lagere scholen te Bos- culo heropend. Van school 2, die haar leer lingen voornamelijk uit de kom van de ge meente betrekt, was bijna do helft absent. Deze kinderen zijn bij familie elders, we gens het gebrek aan woonruimte, Eén klasse kon in de R.-K. school ondergebracht worden; voor de andere klassen zal men trachten zich te behelpen met de militaire barakken. De collecte voor Borculo heeft te Amster dam opgebracht f 63.705.37. Spoorwegpersoneel. Aan de spoorwegpersoneelorganisatie heeft de directie der Nederlandsche Spoorwegen de door haar in het algemeen reglement dienstvoorwaarden noodig geoordeelde wij zigingen met toelichting gezonden. Art. 28 inzake vergunning voor het be- kleeden van betrekkingen, ambten en bedie ningen, wordt in dit voorstel zoodanig aan gevuld. dal voor een waarneming zonder vergoeding geen vergunning meer wordt vereischt. Inzake het verlof wordt voorgesteld, het aantal verlofdagen te brengen van 28 op 24, van 21 op 18,-van 18 op 15 en van 14 op 12 dagen. De vergoedingen wegens verblijfkosten worden thans opnieuw verminderd en wel met 50 respectievelijk 40 ets. van de dag vergoeding en met 2 en 1 ci wat de uren- vergoeding betreft. Het z.g. urengeld voor treinpersoneel en dergelijke van 7 op 5 ets. Protesteerende leeraren te Enschede. Aangezien de tegenwoordige salarisrege ling na de verschillende kortingen volkomen onbevredigend wordt geacht en de Minister van Onderwijs verbetering heeft geweigerd hebben de leeraren aan de Textielavond- school .te Enschede voor zoover zij in vast© betrekking zijn, ontslag aangevraagd, ter wijl de tijdelijke leeraren te kennen hebben gegeven, dat zij geen benoeming wenschen. De nieuwe cursus voor deze avondschool, waarvoor zich 220 leerlingen hebben aange meld, zou 1 October aanvangen. Bij Kon. besluit zijn benoemd tot a. ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij de kantongerechten: 1. 's-Gravenhage, Delft Alphen en Woerden, ter standplaats 's-Gra venhage, mr. J. S. toke, thans in gelijke functie bij de kantongerechten Groningen, Appingedam en Onderdendam, ter stand plaats Groningen; 2. in het arrondissement Middelburg, met uitzondering van Zierikzee, ter standplaats Middelburg, mr. G. J. B. van der Dussen, advocaat en procureur te Arn hem, tevens waarnemend ambtenaar van het openbaar ministerie bij de kantonge rechten in het arrondissement Arnhem; b. substituut-griffier bij de arrondissements rechtbank te Amsterdam, mr. J. Sprey, wo nende te Hilversum, waarnemend griffier bij de genoemde rechtbank; c. griffier bij het kantongerecht te Zaandam mr. C. II. v. Dam, thans in» gelijke betrekking te Goor. Te Alkmaar is, met de andere gemeen ten, waar wijlen ds. EL P. de Pree heeft goarbeid, n.l. Heilo, Koog-Zaandijk, Den Helder, Hoorn, enz. te zamen f 16,000 saam- gebracht voor het ds. de Pree-fonds. In de te Amersfoort gehouden 28ste algemeene vergadering van den Alg. Ned. Drogisten-Bond werd in het jaarverslag ver meld, dat het ledental stijgt. De vergadering hechtte haar goedkeuring aan een voorstel - Amsterdam, om verschillende artikelen on der Bondsetiket te doen fabriceeren en ver- koopen. Vastgesteld werd een lijst van mid delen, die niet door Bondsleden verkocht mogen worden. Op 12 verschillende plaat sen in ons land zullen begin October weder om vakcursussen geopend worden. Aangenomen is het beroep naar de Ned.-Herv. Gem. te Vaassen door ds. A. F. P. Pop, te Nijkerk. Voor de betrekking van onderwijzer(es) aan de centrale school te Bergen-op-Zoom hebben zich 114 sollicitanten aangemeld. Voor de vacante betrekking van onderwijze res aan de openbare lagere school te Balinge (Westerbork, Dr.) zijn 56 sollicitanten. Voor de betrekking van onderwijzer aan de school voor Gereformeerd Onderwijs te Drongrijp hebben zich 70 sollicitanten aangemeld. Men kan, volgens een telegram uit Ge- nève aan het ,,Hbld.", verwachten, dat deze maand de beslissing zal vallen inzake de opheffing van mr. Zimmermans commissa riaat over Oostenrijk. Er beslaat echter nog veel meeningsverschil, zoo over de vraag of de opheffing voorwaardelijk zal zijn, en over den datum, Januari of Juli. De Minister van Financiën maakt be kend, dat hij zijn eerstvolgende gewone audiëntie zal houden op Maandag 7 dezer, te halfdrie, en dat deze, behoudens tegen bericht in de „Staatscourant",, weder zal plaats hebben eiken Maandag op gemeld uur RECLAME. Lid der Ned. Org. van Accountants NIEUWSTEEG 3 Tel 2102 - LEIDEN 2531 Verkiezing leden Gedeputeerde Staten. Critiek der soc.-democraten. Gisteren vergaderden de Prov. Stalen van Zuid-Holland onder voorzitterschap vaan E. C. baron Sweerts de Landas Wyborgh, comm. der Koningin. Nadat de Voorzitter de vergadering in naam der Koningin geopend had, las de griffier de brieven voor, waarin de heeren Rutgers en Schokking, wegens hun benoe ming tot Minister, hun ontslag aanboden als leden van Ged. Staten. In deze brieven danken zij de Staten voor het vertrouwen, in hen gesteld, en voor de aangename samenwerking, terwijl zij te vens dank brengen aan den hoofdingenieur van de Prov. Staten voor zijn adviezen. DE VOORZITTER hield hierna de vol gende rede: Dames en Heëren, Voorzeker spreek ik uit uw aller naam, wanneer ik zeg, dat de tegenwoordigheid in ons midden van de beide heeren, die daar even aan het woord waren, in hooge mate door on3 zal worden gemist. Brengen zij uwen Stalen dank voor de welwillendheid, te hunnen opzichte beloond, gij gevoelt ongetwijfeld met mij behoefte om hen te danken voor den ijver, de toewijding en de bekwaamheid, waarmede zij verscheidene jaren lang het ambt, het zoo gewichtige ambt van lid van Ged. Staten van Zuid- Holland hebben vervuld, hen te danken voor de belangrijke diensten, als 'zoodanig aan dit 9choone gewest bewezen. Thans zijn zij lot andere diensten geroe pen en ik spreek den harlgrondigen wensch uit, dat de zegen van den Aller hoogste op de vervulling van de zware, hun door de Koningin toevertrouwde laak moge rusten. De vergadering werd vervolgens ge schorst tot onderzoek van de geloofsbrieven van de nieuwbenoemde Statenleden, de heeren Muiswinkel, te Zwammerdam, en Van Egmond, te Koudekerk. Aan de orde was daarna de benoeming van twee nieuwe leden van Ged. Staten In de eerste plaats werd gestemd ter ver vulling van de vacature-Rutgers. Uitge bracht werden 40 stemmen op den heer Th. Heukels, 22 op den heer J. II. Scha per, 10 op den heer Crena de Iongh, 3 blanco en 1 van onwaarde. De heer Heukels was dus gekozen en nam de benoeming aan. Vervolgens werd gestemd ter vervul ling van de vacalure-Schokking. Uitgebracht werden 40 stemmen op den heer v. Boeyen, 22 op den heer Schaper, 10 op den heer Crena de Iongh en 4 blanco. De heer v. Boeyen was dus gekozen en nam de benoeming aan. De heer J. TER LAAN (S. D. A. P.) achtte de stemmingen, thans gehouden, ten nadeele van de provincie. In de jongste zit ting der Staten heeft spr. over de bezet ting van het college van Ged. Staten een rede gehouden, waarin hij heeft aangege ven, dat die samenstelling niet was vol gens redht en billikheid, maar overeen komstig de positie van enkele minderheids groepen in het persoonlijk belang van een aantal leden der Staten. Door deze samenstelling wordt een deel van de bevolking uitgesloten van invloed in het college van Ged. Staten. De stemmin gen kunnen niet anders worden opgevat dan als een grenzelooze brutaliteit in de rechtsche groepen. De VOORZITTER hamerde en merkte op, dat hij dergelijke woorden niet kan toe laten. De heer TER LAAN wilde brutaliteit vervangen door vrijmoedigheid, maar de beteekenis dier woorden noemde hij de zelfde. Spr. wees er voorts op, dat de ker kelijke groepen elders zetels aannemen uit handen van andere groepen, terwijl zij hier een groote minderheid van de zetels in Ged. Staten uitsluiten. Nu bij herhaling deze dingen geschieden, dient te worden overwogen of de reget- matige handelwijze van de groote soc -dem. fractie verandering zal moeten ondergaan RECLAME. Spoel i. deren morgen en avond zorgvuldig Uwen mond met het echte Odel-mondwater, poetst Uwe tanden; de mond zal dan steeds een aangenamen geur uitademen en vrij zijn van iedere verrottings- kiem. Deze spoeling geregeld ver richtende, vervult gü de essen- tieele voorwaarde omUwetar den mooi en gezond te behouden. 2842 en of er niet met meer pootigheid moet worden opgetreden (Bijval bij de soc.-dem.). De VOORZITTER was er van overtuigd, dat de nadere overweging der soc.-dem. zal leiden tot handhaving van hun houding en eerbiediging van een stemming, gegrond op het alg. kiesrecht. De heer SCHAPER (S. D. A P.) wilde over deze kwestie thans spreken, hoewel er voor hem eenigszins een persoonlijke kant aan zit. Hij schatte het compliment, gele gen in de woorden van den Voorzitter hoog, maar toch zal het moeilijk zijn rnet de rechtsche groepen, troepen ware l ier een beter woord, voortaan op regelmatige wijze hel werk te doen in de Staten. De houding dier troepen is schandelijk en laf. De VOORZITTEER hamert. De heer SCHAPER geloofde, dat de voor zitter niet kon toelaten, do waarheid ervan zal voelen. Het ging om een baantje voor den heer Heukels. De VOORZITTER hamerde opnieuw en dreigde den heer Schaper het woord te zul len ontnemen De heer SCHAPER merkte op. dat eens de heer Limburg gekozen is door de rech terzijde, maar dat was niet uit edelmoedig heid jegens de minderheid; het wad omdat zij zelf niet beschikten over een goed jurist, want edelmoedigheid kennen deze lieden niet. Zij hebben van spr. geëischt een verkla ring, dat de soc.-dem. van revolutie zouden afzien. Die verklaring heeft spr nooit wil len afleggen en hij zal er nooit een afleg gen. Evenwel waren zijn woorden hierover in de Tweede Kamer op 11 December 1918 gesproken, duidelijk genoeg, en de eisch van een verklaring is dan ook een praatje. Het gaat om het baantje, zooals vroeger bij de liberalen. De VOORZITTER: Meneer Schaper, nu is het heusch genoeg. Als de heer Schaper, voortgaande, dea heer Hoffman een fraseur noemde, onder^ brak de VOORZITTER hem opnieuw, met de woorden, dat men zich moest gedragen als fatsoenlijke menschen. Geroep bij de soc.-dem.: Juist, juist! De heer SCHAPER: Juist, mijnheer del voorz., fatsoenlijke menschen, inderdaadl De heer HOFFMAN (R.-K.) herinnerde er aan, dat eenige weken geleden, dit onder werp behandeld is en dat toen de argumen-i ten der soc.-dem weerlegd zijn. Spr. herin-i nerde aan die bestrijding der soc.-dem. ar gumenten. Daaraan had spr. geen woord toe te voegen. Spr.'s geweten verbood hem onder deze omstandigheden mannen als de heeren ter. (Uit 't Fransch van GUY CHANTEPLEURE). Geautoriseerde vertaling van W. II. G. 20) Parijs, 18 October. „Beste Kerjean. „De dagen volgen elkaar op, en al lijken zij niet volkomen op elkaar, toch moet ik bekennen, dat zij onderling wel een familie trek gemeen hebben. Maar een beetje phi losophic en van tijd lot tijd de tooverslaf van die goede fee, die, ik weet niet hoe, soms voor mij het uiterlijk der dingen zoo kan wijzigen, helpen mij aan de dagen een vriendelijk uiterlijk te verleenen. „Zondag zijn Marcelle, Edmée en ik op bezoek geweest. Wij waren uilgenoodigd den namiddag „zoo maar, heel gewoon" wegéns den rouw le komen doorbrengen bij mevrouw Desroches, een vriendin van mevrouw Chardon-Pluche, die eenige jonge lui, heeren en dames, bij zich had gevraagd. „Ik vond het zeer genoeglijk!Er werd niet gedanst, maar wel gepraat, mu ziek gemaakt, er werden vraag-en-ant- woord-spelleljes gedaan en ik geloof: er werd ook wat geflirtGewoonlijk geef ik maar matig om flirten, dat weet je wel, Kerjean; maar ditmaal, nu ja, vond ik het wel prettig.... De jongelui schenen me aardig te vinden, vooral een knappe cadet uit Saint-Cyr.Ik was blij ën zei tot mijzelve: „Ik ben dus toch een jong meisje, r.et als de anderen't Slaat dus niet op mijn voorhoofd te lezen, dat ik maar oen wandeljuffrouw benMe vrouw Chardon-Pluche» die me steeds de zelfde groole portie zure sympathie toe draagt, heeft me op haar manier haar lof niet onthouden. U beweegt u zeer gemakkelijk in ge zelschap, juffrouw BoissoliEn u weet met heeren om le gaanIn kleine pro vinciesteden zou dat verkeerd worden uitge legd en mijn arme dochters missen uw on dervinding. Maar ik zou gaarne zien, dat zij trouwden en zoodra het gaat om het kiezen van een vrouw, zijn de jongelui meer gesleld op bescheidenheid dan op on gegeneerdheidZelfs tegenwoordig I" „Dat noemt men een koudwaterslraal, hè Kerjean! Maar mijn „ongegeneerdheid" trekt zich daar niets van aan. De onvrien delijke opmerkingen en verdachtmakingen vaij' mevrouw Chardon-Pluche laten me nogal koud. Soms vind ik die zelfs vermake lijk. Hoe zou je je kunnen boos maken, als zij bijv. het volgende zegt: U moet het wel akelig vinden, terwijl u in den rouw bent, zoo'n opvallende ge laatskleur te hebben, juffrouw Boissoli. 't Is zoo prettig om onopgemerict zijns weegs te gaan! of wel, minder direct, en a'ls spreuk ingekleed: Niels is meer betreurenswaardig voor een arm, jong meisje dan mooi te zijn en niet een gezicht overeenkomstig haar positie te hebben." „Je hebt me wel eens iets dergelijks ge zegd, KerjeanlMaar jij betreurde mijn positie en mevrouw Chardon-Pluche mijn gezicht.Wel een tikje verschil, niet waar? „Ik antwoordde, bedaard, terwijl ik me wel wachtte de complimenteuze woorden als aan mij gericht le beschouwen: 't Li^kt me daarentegen toch wel prettig en troostrijk tevens, om, wanneer men lieLongeluk heeft arm te zijn, bij ge brek aan beter nog het geluk le hebben mooi te zijn. ware het slechts als kleine revanche om iels benijdenswaardigs te be zitten, dat niet tegen geld kan worden ge ruild." „Maar het belachelijkste en levens het vermak el ijkste is, ails mevrouw Ohardon- Pluche mij zoo'n beetje verwijt mijl dat ik aan haar groote, bijna overijpe doch ters weinig betamelijke dingen vertel; din gen, waarover men niet met jonge meisjes spreekt I „Je begrijpt wel, Kerjean, dat de „weinig betamelijke dingen" alleen maar in het brein van mevrouw Chardon-Pluche be staan, en nooit in mijn woorden te vinden zijn. In haar brein spookt altijd de afschuw van „zondige oogmerken" rond. „Zoo hadden zij het onlangs over de manier, waarop ik, voordat ik naar bed ga, mijn haar opmaak.'t was ©en heele ge schiedenis! „Thuis komende van een diner, waarop ik niet gevraagd was, kwamen Marcelle en Edmée mijn kamer binnen, om mij te ver tellen hoe de avond was geweest. Ik had, alleen thuis zijnde, mijn tijd doorgebracht met een brief van tien zijdjes aan jou te schrijven; een brief, waarin ik je inder daad te veel sprak over.hem, aan wien ik liever niet veel denkwaarin ik het eigenlijk alleen over „hem" had.... Ik lag nog niet in bed; ik had alleen nog maar mijn haar los gemaakt en het voor den nacht in orde gebracht „Toen kwamen er van Marcelle en Ed mée uitroepen zonder eind, zooals ik die trouwens telkens hoor, als zij in mijn toilet iets nieuws ontdekken. 01 wat ziet u er grappig uit met die twee dikke vlechten aan weerszijden van uw kleine gezichtI En dat gestrikte lint boven uw oor! Wat ziet u er schattig uit, zei Mar celle. Net een mooi, klein meisje. „Ik heb nooit geweten, dat men voer den nacht het haar opmaakt.Waarom gebruikt u geen leeren papilotlcn, zooals wij? „Een kreet van ontzetting ontsnapte me. Leeren papillotten!! Maar dat staat afgrijselijk; trouwens, ik krul mijn haar niet. Wat kan u dat schelen of het afgrij selijk staat? vroeg Edmée op wrangen toon; niemand ziet u toch 's nachts. Doet er niet toe, zei ik, zelfs gedu rende den nacht ben ik er op gesteld er netjes uit te zien en mijn haar netjes op gemaakt te hebben, alsof iemand mij moest zien. „Kerjean ,zou jij aan dezen zin aanstoot hebben genomen? Welnu, den volgenden dag nam mevrouw Chardon-Pluche mij apart en op stijven toon, die haar bij der gelijke mededeelingen eigen is, zei ze: Juffrouw Boissoli, Marcelle en Edmée hebben me verteld van uw „nachtkapsel". (Ik wou, dat ik je de manier kon weerge ven, waarop dit woord werd uitgesproken). ,,'t Is de eerste maal in mijn leven, moet ik u bekennen, dat ik hoor spreken over een jong meisje.... of zelfs over een fat soenlijke vrouw, die zich voor den nacht opsiertMaar dit gaat mij niet aan. ik wil u slechts verzoeken mijn dochters die ik tot kuische echtgenooten wensch te vormen geen ideeën in te prenten die ze niet hebbenU hebt haar ge zegd.... (en zij herhaalde mijn woorden): „Wees, verzoek ik u, een volgende maal zoo vriendelijk dergelijke praatjes te ver mijden, hoewel die arme kinderen, den Hemel zij gedankt! het onbehoorlijke er van nie| hebben begrepen." Maar, mevrouw 1 Ik evenmin, dat zweer ik ul „Ik was verontwaardigd en stond volko men verstomd. „Mevrouw Chardon-Pluche keek me met verbazing aan. Als dat liet geval is, kindlief, zei ze' toen, dan zijn het niet uw bedoelingen ge weest, noch uw gedachten, die slecht zijn, maar uw geheime instinctenDie moet u bestrijdenAls moeder van dochters, voel ik, dat het mijn plicht is u deze waar schuwing te geven.... in uw eigen be lang." „Ditmaal was mijn verbluftheid z56 grenzenloos, dat ik aanvankelijk niet \vl9t wat te antwoorden. Toen ik mijn tegenwoor digheid van geest had herwonnen, was me vrouw Chardon-Pluche de kamer uit. „Ik heb mijn schouders opgehaald en me verder geen zorg over het geval ge maakt. Het oordeel van de bekrompen vrouw, die altijd kwade bedoelingen heeft, kan me niet deren. Ik lach er om.... Ik heb het je immers wel gezegd, men moet altijd een snippertje philosophic bij do hand hebben „Ik ben blij, dal je mijn brieven h-rbt ontvangen en mijn gebabbel genoeglijk vindt, „want door me le lezen hoor je me"... Oude Bizuth, jij bent in dc heele wereld de eenige, die goed is! Wat denk je, zou men het vreemd vin den altijd jouw handschrift te zien? Ik hoop, dat mevrouw Chardon-Pluche niet elke enveloppe bekijkt.... Maar, laat haar naar de pomp loopen Ik wil brieven van je ontvangen „Meld me vooral den dag van je aan komst, dan wip ik den eersten Zondag den besten even uit om bij je te komen Als T nog lang duurt, voordal het Zondag is, dan kom jij dadelijk naar mij. nietwaar? „Ileh je het gelezen, Kerjean? 11 Théaler francais gaat een looneelsluk dichtmaat opvoeren van Fabrice de Mac „De Koningin van Ys." „Ik hoop je weldra te zien't Je PHYLLEKE. {Wordt veivolgd). liet in c:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5