De Verrassing Uitvindingen. Het Horloge als middel om de Hemelstreek te bepalen. De Taart. er niet uit. 't Is maar goed, dat we niet met :ns drieën bij elkaar in één hok zitten, u ant kan ik het met mijn mededromedaris Izoed vinden ik zou eT bang voor zijn, dat |i met hèm op den duur ruzie kreeg. Of wij elkaar zouden kunnen bezeeren Alsjeblief I En niet weinigWe hebben wel ;een klauwen of slagtanden, maar we kun- ien leelijk van ons bijten en,vergeet onze rier trappertjes niet! Gisteren had buur- nan een goede bui. Toen praatte hij heel rertrouwelijk met ons en doordat hij ouder is, kunnen we ook nog heel wat van hem leeren. ..Zeg, jongens!" fluisterde hij, '„weet je fl-el, dat wij hier heel oud kunnen worden Waarom denk je dat Wel, de inboorlingen in je geboorteland (en zoo is het bii mij ook), zijn liefhebbers van je vlee6ch en je vet en je melk. Van je huid maken ze leer en van je haar fabricee- ren ze kemelsharen mantels Je bent je le ren niet zeker in een land, waar je zoo nut tig kunt zijn. Hier in Holland is dat anders. De dames houden hier 's winters wel van handschoenen, die met kemelshaar gevoerd :ijn, maar verder willen ze niets van ons weten. Ik weet zeker, dat je aan niemand m Amsterdam een kameelenbiefstuk kunt slijt en. Dat is een groot geluk voor ons!" We eten en drinken er hier dus vroolijk op los. We laten ons bekijken, we pakken allerlei versnaperingen aan en we hebben een goed leven. Gisteren zei ik nog tot mijn kameraad: ,Als het zoo blijft, ga ik nooit terug naar pfubië." ,,Ifc ook niet'', zei hij glimlachend, terwijl iij met één oog naar de ijzeren tralies van ons hok keek. door C. E. DE LILLE HOGERWAARD. Moeder was ziek. Dat was heel naar. Want nu moest Moeder in bed blijven. De dokter kwam. Hij zei, dat Moeder wel gauw beter zou worden. Maar Moeder moest toch in bed blijven. Ook gaf hij Moeder een drankje. Dat moest Moeder maar trouw innemen. Wim vond. het erg saai in de huiskamer. Hij was dlar alleen. Vader was naar kantoor. Loesje en Mien, de twee groote zusjes, waren naar school. Rika was in de keuken aan het werk. Zij had het heel druk, nu Moeder ziek was. Och, wat verveelde Wim zich Hij had zijn prentenboek al zoo dikwijls bekeken. Zou hij eens een huisje bouwen Maar als Moeder het niet zien kon", was er niets aan. En hij mocht niet bij Moeder spelen. Dat was te druk. Daar werd gebeld. Rika deed open. En wie denk je dat binnen kwam Tante Coba. Wat was Wim nu op eens blij Tante Coba wist altijd zulke pittige spel letjes. En zij kon zoo mooi vertellen. ,,Zoo, Wim", zei Tante Coba, „ik kom jé halen." Heerlijk!" riep Wim uit ..Wij gaan samen wandelen." Hoera!" juichte Wim. ,,Maar nu ga ik eerst even bij Moeder kijken," zei Tante Coba weer. En zij ging naar boven. Wim vond, dat het lang duurde, vóór Tante weer beneden kwam. Maar het waren nog geen vijf minutjes. Toen Tante weer beneden kwam, kleedde zij Wim aan. Samen gingen zij nu op stap. Dat werd een prettige wandeling. Zij plukten bloemen voor Moeder. Boterbloemen en madeliefjes. Wat zou Moeder daar blij mee zijn. Moeder hield zooveel van bloemen. Het zou een echte verrassing zijn. O, wat hadden zij al een grooten bo6 Wim wilde de bloemen graag zelf dragen. Hij had er zijn beide handen voor noo dig. Toen zij thuis kwamen, nam Tante Coba een groote vaas uit de kast. Zij vulde die met water. Daarna zette zij de bloemen er in. Wat was dat mooi! Tante Coba en Wim gingen nu samen naar boven. Tante droeg de vaas. Vóór de deur van Moeders kamer gaf Tante de vaas aan Wim. Op de teenen gingen zij naar binnen. Voorzichtig zette Wim de groote vaas op het tafeltje vóór Moeders bed Wat was Moeder toen blij I ,,Dat is een echte verrassing!" riep Moe der uit. „Hebben Tante Coba en jij die allemaal gepthkt, Wim1?" „Ja, Moeder!" antwoordde Wim. Zijn gezicht straalde van plezier. ,,Dank je wel, ventl" zei Moeder. En zij gaf hem een zoen' Toen gingen Tante Coba en Wim weer naar beneden Tante moest nu naar huis. Maar vóór zij weg ging, beloofde zij Wim hem den volgenden dag weer te komen halen. Zij zouden dan weer samen gaan wande len en bloemen plukken voor Moeder. Was dat geen prettige afspraak De meeste uitvindingen hebben wij aan toevallige omstandigheden te danken, hoe wel het lang niet aan iedereen bekend is, wat er aanleiding toe heeft gegeven. Van de uitvinding van Het glas lezen wij, dat eenige Phoeniciërs aan het- strand, waar heel fijn zand lag, wilden koken. Zij zetten de ketels op stukken salpeter, maar door het vuur smolt salpeter, 2&nd en asch door elkander en toen het bekoeld was. verkregen zij het eerste glas Over de ontdekking van het purper lezen we het volgende. Een Phoenicisli herder Weidde zijn scha pen aan aen oever der zee. Plotseling komt zijn hónd met een schijnbaar bebloeden kop naar hem toe. Bij nader onderzoek bleek het echter, dat het geen 'bloed was, maar het sap van de purperslak, waarvan de hond de schelp met zijn tanden Verbrijzeld had. Hierdoor werd het purper ontdekt en leerde men het IdeuTend vermogen van dit sap ken nen, waarvan men zich te Tvrus zoo mees terlijk bediende. Ik denk, dat jullie die wandelingen het prettigst vindt, waarbij je niet precies weet. Waar je eigenlijk zult Uitkomen en dat de groot eren onder jullie het heerlijk vinden „op de kaart" te wandelen. Dat is ook wer kelijk een genot, als men een goede kaart heeft, doch het kan •gebeuren, dat men door allerlei zijwegen in te slaan niet goed meer weet, op welk punt je je eigenlijk bevindt en wat nog erger is, dat je Zelfs niet eens weet, in welke richting je moet loopen om je doel te bereiken of weer thuis te komen. Dat is lang geen aangename gewaarwor ding, maaT als je zoo gelukkig bent een kompas bij je te hebben. Weet je gauw ge noeg, in welke richting je gaan moet. Het kan echter heel goed voorkomen, dat je gee kompas bij je hebt en dan sta je raar te kijken. Weet je, wat dan redding kan brengen Een horloge. Ja Zeker, een gewoon horloge, hoewel je daarmee je waarneming niet zóó juist kunt doen als ïfcet een kom pas Je kunt echter met behulp van je hor loge heel gemakkelijk de heifielétreken be palen uit den stand der zon. Je houdt n.l. het horlogë zóó, dat de uur- Wijzer zoo precies mogelijk in de richting van de zon wijst, het-geen je door de scha duw van den wijzer op de wijzerplaat ge makkelijk gedaan kunt krijgen. Dan tel je de minuten tusschen het cijfer XII en den dan bestaand en stand van het uurwijzer. Je neemt de helft van dit aantal minuten en denkt je een rechte lijn. welke dat deelpunt verbindt met het midden van de Wijzerplaat en met de tegenoverliggende Zijde daarvan. Door C. E DE LILLE HOGERWAARD. Zeg Marianne, met je taart, Waar ga jij wel heen? O, wat loopt Marianne hardd Zij is vlug ter been. Breng hem toch niet ai te Ver Weet je, heel vlak bij Wonen Annie zus en ik. Ja, in deze rij. En wij houden veel van taart. Is hij lekker zoet? O, wat prachtig bovenop: Net een witte hoedl Einders, dat treft al heel mooi: *k Moet bij jullie zijn. Deze taart is voor je Moee En voor jullie l Fqciï Roepen Annie en Johan, Jij krijgt ook een stok. Blijf je even wachten, ja? Heb je 't met te druk? Lachend zegt Marianne dan: Hij is van papier I Maar de kleuters, lang niet dom, Schaat'ren van plezier. Zeggen: Nee Marianne, hoort 't Is een echte taart. ?k Denk, dat Moeder vast voor joa Een groot stuk bewaart O, wat ruikt hij lekker, zeg, En de witte hoed Is toch ook niet van papier, Maar van suikergoed Ik weet echter wel goed raad 'k Vraag, of Moes bewaart Voor jou wat niet eetbaar is Van de lekk're taart. Als je dan niet heel veel krijgt, Is 't je eigen schuld, Was de taart wèl echt geweest, Hadt je mee gesmuld 1 Deze lijn wijst dan het Noorden en bet Zuiden aan. Natuurlijk is het hetzelfde, of je de minu ten van den grooteren of den kleineren boog telt. Voor de eenvoudigheid neem je den kleineren. Hierbij valt nog op te mer ken, dat gedurende den dag, d. i. van 6 uur 's morgens tot 6 uur 's avonds het Zuiden steeds in het midden van den kleineren boog tusschen XII en den uurwijzer ligt, het Noorden daarentegen in de richting van het deelpunt van den grooteren boog. Doe j de waarneming vóór 6 uur 's morgens of na 6 uur 's avonds, dan wijst het deelpunt van denkleinereD boog naar het Noorden. Wanneer je de proef met deze methode neemt, zul je haar juistheid en bruikbaar heid leeren waaróeeren en moeten erkennen, dat zij groot gemak kan opleveren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 17