In zijn eer hersteld.
Sieraadje te hebben. Spelletjes, die Bob
anders vervelend vond, waren nu prettig.
En Jansje kende ook heel wat nieuwe.
Aan de thee kwam Anna bij hen zitten.
Zij was bijsonder vriendelijk tegen Jansje
en ?ei
,,Ik ken een kleinen jongen, die lang niet
zulke goede manieren heeft als jij."
of:
,Ik wou, dat het jongetje, dat ik ken,
zijn blouses even schoon hield als jij je jur
ken," enz. enz.
Eerst vond Eob het wel aardig, dat
Jansje een pluimpje kreeg, maar toen hij
merkte dat dit ten koste van hemzelf ging,
begon hij er anders over te denken.
Jansje zelf vond het ook niets prettig.
Zij trokken gezichten tegen elkaar en
Anna zag het van Eob.
Voor straf nam zij hem zijn koekje af.
Eob was heel verontwaardigd hierover,
maar gelukkig had hij een bondgenoot in
Jansje, die hem een stukje van bet hare
meegaf.
Toen zij wegging, bold© Eob haar ach
terna en duwde haar zijn paard-en-wagen
in de handen.
O, wat was Jansje daar gelukkig meel
Haar geüchtje straalde van plezier.
Geen der beide kinderen begreep, waar
om Anna plotseling zoo boos werd. Ze zei,
dat Eob het niet mocht weggeven, maar
de kleine jongen was het daarmee heele-
maal niet eens. Hij had het van Oom Jaap
gekregen en hij wist 2eker, dat hij er mee
doen mocht wat hij wilde.
3rEn ik zeg je dan, dat je het niet mag
Weggeven," zei Anna boos.
„Ik mag het wel weggeven."
rik weet het natuurlijk beter dan jij."
„Dan zal ik het Oom Jaap eens vragen.
Hij zal 't zeker goedvinden, want Jansje
heeft maar één pop. Dat is al haar speel
goed." - -
„Heel best, ga jij het Oom Jaap maar
vragen. Doe het dadelijk maar."
Bob stond Jansje nog na te kijken en
Anna was vreeselijk boos.-Zij dacht niet
anders, of Eob zou achter haar aan in de
kinderkamer kamen, maar hierin had hij
met den mijaston lust.
Anna had hem gezegd, dat hij maar naar
Oom Jaap moest gaan en nu zou hij het
doen ook. Hij dacht, dat Anna gemeend
had, wat zij' zei.
Hij haalde zijn pet hij zou dadelijk
gaan en Oom Jaap sou hem natuurlijk ge
lijk geven.
Own Jaap woonde vrij dicht bij en Eob
wist den weg heel goed. Hij kon er gemak
kelijk heen loopen en zou Oom vragen, of
hij tot overmorgen mocht blijven logeeien,
want dan kwamen Vader en Moeder thuis.
Hij kon het bij Anna niet langer uithou
den, werkelijk, hij kon het niet, nu Mina
ook weg was. Altijd bromde Anna op hem.
Hij had alleen maar iemand een plezier
willen doen en dat had zijn moeder im
mers zelf gezegd I
EEj had geprobeerd het Anna uit te leg
gen, maar 't gaf hem niets.zij wilde niet
eens luisteren
Het begori ai donker te worden, maar
hQ haastte zich niet .Hij was ook heele-
maal niet bang voor Anna. Zij had hem aan
geraden naar Oom Jaap te gaan en dat deed
1*5 nu. Zij .kon immers niet boos zijn, als
1b3 deed, wat zij gezegd had.
Hij lachte in zichzelf en dat was vrij wat
beter dan huilen. Dat had hij in de laatste
dagen maar al te veel gedaan, veel meer
dan wanneer zijn moeder thuis was. Dan
huilde hij bijna nooit.
Hij dacht aan Oom Jaap en daarom lach
te hij in zichzelf. Alleen al het denken aan
Oom Jaap maakte hem vroolijk. Het was
een heel jonge oom, de jongste broer van
Moeder. Oom Jaap was ongetrouwd en
woonde op kamers. -
Stel je voor, dat Oom Jaap boos zou zijn,
omdat hij zijn paard-en-wagen aan Jansje
zou weggeven, aan Jansje, die geen ander
speelgoed had dan haar éëne pop.
Nee, hoor, als je dat dacht, dan kende
je Oom Jaap niet.
Nu moest hij de straat oversteken. Hij
gunde zich den tijd niet om uit te kijken,
zóó verlangde hij na3r Oóm Jaap.
Plotseling klonken er angstige kreteü
voorbijgangers, die gilden, omdat een
koetsier op het punt was een kleinen jon
gen in een wit matrozenpakje te overrij
den
Maar gelukkig 1 Op het allerlaatste nip
pertje had iemand nóg net bet paard op
zij getrokken. Iemand had het ventje, dat
gestruikeld was, bij een dokter binnen ge
dragen.
Het jongetje was Eob, die in rijn ver
langen naar Oom Jaap niet gezien had,
wat er aankwam, toen bij de straat over
stak.
Hij lag doodsbleek en onbewegelijk op
een rustbank De VTOölijke uitdrukking op
zijn gezichtje en de glimlach om zijn lip
pen waren heelemaal verdwenen.
Vóór hij weer opnieuw bewusteloos werd,
klonk zijn stemmetje luid en schril:
,,Oom Jaap' Oom Jaap' "Waar is Oom
Jaap?"
(Slot volgt).
door W B
Dat was een feestdag, Janneman's zesde
verjaardag.
.Raad eens wat bij toen kreeg?"
,JSen fiets!"
...Neen, daar was hij nog te klein voor!"
JEen Vliegenden Hollander?"
„Keen, want dien had hij al."
,Een mooie locomotief voor rijn spoor?"
..Ook al niet. Ik zal het jullie maar ver
tellen, want je raadt het nooit Hij kreeg
een moeien grooten herdershond. Je kunt je
begrijpen, dat onze Jan blij was. Hij had
voor zijn verjaardag, een poesje gevraagd,
eigenlijk zonder hoop het te krijgen. Want
als hij er over begon, had zijn Moeder al-ijd
lachend gezegd, „ik heb poesjes genoeg aan
mijn drie lieve, stoute kindertjes". Maar ^en
hond, daar had hij zelfs niet aan durven
denken. En nu had hij er een. en wat een
mooien grootën. En wat keek hij verstan
dig!
..Zou hij een beetje melk lusten. Moes?"
„Ik denk het wel. vent. Hier. probeer het
maar eens."
En Moeder gaf hem een diepen schotel
vol. dien hij heel voorzichtig naar Pluto
droeg:
..Hier, Pluto, wil je een beetje melk heb
ben?"
Nu dat liet Pluto zioh geen twee keer
zoo vriendelijk aanbieden- Met zijn dunne
lenige tong, slobberde hij in een ommezientje
zijn schotel leeg, school hem toen met zijn
Deus opzij, om te zien of er geen lekkere
druppeltjes over gespat waren, die hij nog
op kon likken, en duwde toen. ten teeken
van dankbaarheid, zijn natten kouden snoet
tegen Janneman's hand die zicch den koning
te rijk voelde met die liefkoozing. en hsm
dadelijk meer melk wou geven, of een boter
ham met veel boter en rookvleesch er op.
Daar hield hij zelf zooveel van. zie je. en
daarom dacht hij. dat Pluto het ook wel
lekker vinden zou. Maar Moeder had wel
wat anders voor Pluto. Ze haalde uit de
kast een grooten witten zak, waarop met
blauwe letters stond .Hondenbrood' Zoodra
Pluto dien zak in de gaten kreeg, kwam hij
kwisjielstaartend naar Moeder toe. ging zit
ten en aaide telken-: met één van zijn
gTOote vcorpooten smeekend langs haar rot.
Nier Jan, geef jij" Pluto deze twee stuk-
kén maar, dat is zijn ontbijt Dat moet je
hem nu voortaan eiken morgen geven, want
jij moet voor hem zorgen, begrijp je."
„0, heerlijk Moes. Hè. ik ben toch zoo
vreeselijk. verschrikkelijk blij. en ik vind
hem zóó lief. Hè Moesje, zou hij me naar
school mogen brengen?"
,Nu, als Betje 't met haar werk niet te
druk heeft, wil die misschien met Pluto wel
een eindje met je meegaan, want alleen mag
Pluto nog niet. Hij mocht den weg terug eens
niet meer weten."
Betje was dadelijk bereid den jarige een
pleziertje te doen, en een kwartiertje later
stapten ze met z'n drieën de deur uit. Jan-
neman en Pluto dolden en draafden, dat
het een lieve lust was, en als Betje er niet
geweest was, 2011 Ja® nog te laat op school
gekomen zijn.
Na een hartelijk afscheid van Pluto holde
Jan de klas bbmen. net toen de bel luidde.
maar in plaats van netjes op zijn plaats te
gaan zitten, moest hij eerst aan meester
vertellen, dat hij een hond gekregen had.
een echte, levende, en dat hij Pluto heette,
en melk en hondenbrood luste, en dat hij
al zooveel van hem hield, dat hij bijna de
school binnen geloopen was, omdat hij be
ver met hem mee wou dan met Betje. Nu,
meester liet Jan eerst heelemaal uitvertel
len, want Jan was immers jarig, en dat wa?
niet alleen een feest thuis, maar ook op
school. Hij mocht dan ook den heelen da-
de boeken en schriften uitdeelen en opha
len, de spons uitspoelen, 't bord schoonma
ken, en aan 't eind van den dag kreeg h»
twee kaartjes van goed gedrag, één omdat
hij braaf opgepast had en één extra omd?.'
hij jarig was
Toen hij thuis kwam. had Moeder haai
Zondagsche japon aan; 't mooie theeservies
werd gebruikt en er waren koekjes, die hr
.zelf had helpen uitkiezen, en 's middag-
aten ze zijn lievelingskostje en een heerlijke
chocolade-pudding met vanillesaus tce.
's Avonds kwamen er een paar vriendjes
spelen Een pleizier dat ze hadden met
Phito! Ze trachtten op zijn rug te rijden, en
rolden er natuurlijk telkens af. Ze verstop
ten koekjes en stukjes brood onder 't-kleed
die Pluto er dan -onderuit krabde. Ze lieten
hem springen en pootjes geven, en aan het
pleizier kwam geen einde, en Pluto. die een
echte kindervriend was. was al even dol en
uitgelaten al9 zij.
Eindelijk werd Pluto door Vader een
eindje mee uitgenomen, en Moeder verza
melde het opgewonden troepje om zich heen
om hen tot slot van den avond nog een mooi
verhaal te vertellen. Zoo móe hadden ze
zich gespeeld, dat Marietje. Jan's oudste
zusje, een kleuter van vier jaar. onder 't ver
tellen'op Moeder's schoot in slaap viel, en
toen de vriendjes weg waren, was Jan zelf
ook veel te slaperig om nog het liedje van
verlangen te zingen. Al heel gauw lag hij
onder de wol en sliep als een roos en droom
de van niets anders dan van Pluto.
t Waren heerlijke dagen, die nu volgden
Pluto en. Jan waren niet meer van elkaar te
scheiden. Al heel gauw hoefde'Betje niet
meer mee met Pluto om Jan naar school te
brengen Pluto wist alleen den weg wel.
Tegen twaalven, als Moeder voor de boter
hammen ging zorgen, ging Pluto altijd in
den gang liggen, en als er dan iemand belde
en .de deur werd opengedaan, slipte hii gauw
naar. buiten om zijn baasje te gaan halen
Zoo leefden die twee in innige vriend
schap. totdat er iets gebeurde, dat Pluto niet
licht vergeten zal.
Toen Jan acht jaar was, kwam zijn neefje
Leo, een jongen van elf. bij hen inwonen.
Leo's Moeder was al lang gestorven, en zijn
Vadermoest naar Indié. zoodat de arme
jongen, die voor zijn opleiding in Holland
blijven moest, geen thuis meer had. Nu,
Jan's Vader en Moeder hadden nog wel een
plaatsje voor hem in- hun huis en in hun
hart. Ook Jan ontving zijn ouderen neef met
open armen Maar 't bleek al heel gauw.
dat Leo leelijk plagen kon. Jan's zusjes
hadden daar veel van te lijden, en ook Jan
zelf moest het vaak ontgelden. Het ergste
hinderde het Jan. als Leo hem sarde met
wat hij noemde zijn overdreven meisjes
achtige liefde voor Pluto.
En Leo plaagde hem er 200 vaak mee,
dat Jan er zich wezenlijk voor begon te
schamen, en in plaats van zooals vroeger
buiten te 3pelen en te dollen met Pluto,
ging hij telkens mee met Leo om met de
oudere jongens moeilijke roover- en in-
dianenspelletjes te spelen. Zoo raakte Pluto
hoe langer hoe meer op den achtergrond.
Jan's Moeder merkte dat wel, maar ze
sprak er niet over. in de hoop, dat Jan uh
zich zelf zou inzien, dat hij heel onvrien
delijk was tegen zijn trouwen kameraad.
Maar de dagen gingen voorbij, en Jan keek
hoe langer hoe minder naar Pulto om Hij
liet hem maar stil in zijn hoek liggen, en
gaf hem vaak niet eens meer te eten. Toen
zei Moeder op een goeden dag„Jan, ik
wóu graag, dat je vanmiddag met Pluto
uitging in plaats van met Leo."'
..Hè jakkes, nee Moes. Met dien saaien
hond! Hij is veel te suf en te oud om nog
te kunnen spelen."
..Neen nie*- te oud Jan", en Moeders
stem klonk heel ernstig, „en niet te suf.
maar wel te bedroefd en te verdrietig."