No. 20062. LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 6 Augustus Tweede Blad. Anno 1925. UIT DE PERS, BINNENLAND. W LES SLIM GEBRUIK GLIM FEUILLETON. De Reisgenoote Minister Schokking. In het „Weekblad van het Reoht" lezen wij over den nieuwen minister van Justitie het volgende: „Geheel onverwachts want de naam van den nieuwen bewindsman was niet ver meld bij de verschillende mededeelingen omtrent de vermoedelijke samenstelling van het nieuwe Kabinet komt het bericht, dat de leiding van het ministerie van Justitie zal worden toevertrouwd aan mr. J. Schok king, lid van de Tweede Kamer der Staten- GeneraaJ. Wij willen den nieuwen minister gaarne met een enkel woord welkom heeten. Wat wij van hem zullen mogen verwachten, weten wij niet. Een ernstig, bekwaam en be zadigd man is hij zeker, wiene karakter en rechtschapenheid vertrouwen inboezemen.Of en in hoeverre van hem eenige krachtige lei ding bij de hervorming onzer rechtspleging zal uitgaan en in welke richting die zich zal bewegen, weten wij niet"' Het blad wil slechts den ernsligen wensch -uitspreken, dat hij krachtiger dan zijn voor ganger op de bres zal staan voor de belan gen, die hem zijn toevertrouwd, en niet in alles aan de bezuiniging, als hoogeten eisch, het-eerste en het laat3te woord zal laten „In verschillende behoeften moet drin gend worden voorzien. De nieuwe bewinds man is met het sociale gedeelte onzer rechts pleging niet onbekend. Dit wekt de verwach ting, dat althans in die richting steun van hem zal kunnen worden verkregen. Moge zijn arbeid aan hethooM van het hem toe vertrouwde departement strekken tot bevor dering van recht en rechtvaardigheid, tot handhaving en versterking van de kooge belangen, bij pene goede rechtspleging zoo ten nauwste betrokken." Het verdrag met België. De Delflsche hoogleeraar prof. ir. W. K. Behrens geeft in de Econ.-Slat. 'Berichten de kritische beschouwingen weer van'den oud inspecteur-generaal van den rijkswaterstaat J. C. Ramaer in diens geschrift, waarin het verdrag met België een ramp voor fret va derland wordt genoemd. Prbf. Berhens voegt daar de volgende regelen aan toe: Met het bovenstaande heeft de onderge- feekcnde. een geheel objectief overzicht ge geven van den inhoud van het geschrift. Hij stelt er echter prijs op, te verklaren, dat hij zonder in alle bijzonderheden de inrichten van den schrijver le deelen met diens betoog omtrent de uiterst schadelijke gevolgen, welke van het verdrag voor Ne derland te wachten staan, geheel instemt. Hij riet in het optreden van den heer Ramaer in deze een vaderlandsohe daad, waarvoor hij hem gaarne hulde brengt. Nederlandsch Onderwijzers Genootschap. Gistermorgen is de algemeene vergadering van het Nederlandsch Onderwijzersgenoot schap yoortgezet met de afhandeling van de verdere punten der agenda. De voorzitter deed daarna verschillende mededeelingen, o.m. dat de -Belgische ver tegenwoordiger, de heer A. Verschueren, een brief van verhindering geschreven had. Een voorstel van de afd. Geldermalsen en 0. dat wordt overgegaan tot wijziging van art. 33 al. 3 der wet en te lezen: Voor stellen tot wijziging der wet behoeven een meerderheid van drie vijfden der geldig uit gebrachte stemmen, was niet voldoende on dersteund en werd van de agenda afgevoerd Aangenomen werd het voorstel van het hoofdbestuur met het amendement der afd. Öeldermalsen, dat luidt om art 65 der wet van het Genootschap als volgt te lezen: Een voorstel tot wetsherziening komt slechts dan in behandeling, wanneer het gedaan is door het hoofdbestuur of door een afdeeling, mits in het laatste geval vóór 1 Juni adhae- siebetuiging van ten minste 10 andere af- öeelingen is ingekomen; terwijl het amen dement van Geldermalsen luidt: vóór 1 Juni te vervangen door 2 maanden na het ver schijnen van den beschrijvingsbrief. Een voorstel van de afdeeling Rotterdam beoogde in het reglement Ondersteunings fonds, in art. 1, 19 en 20 te schrappen de woorden: „voor wie ze tijdens hun leven moesten zorgen". In de toelichting wordt gezegd: De sub-commissie Rotterdam on dervond het groote bezwaar van die zin snee. Een gescheiden vrouw van een over leden onderwijzer mocht, omdat het regle ment het niet toeliet, niet gesteund worden. Het hoofdbestuur moest de aanneming van dit voorstel ten- stelligste ontraden. Na eenige discussie wordt het voorstel inge trokken. De conclusies inzake een t.b.c.-sanato rium werden daarna in behandeling ge nomen. De heer De Groot, rapporteur der desbe treffende commissie, lichtte deze conclusie nader toe, er daarbij aan de hand van ver schillende ingewonnen inlichtingen op wij zende, dat bij den tegenwoordigen achter- uilgang van de onderwijzerswereld onmoge lijk het kapitaal bijeengebracht zal kunnen worden. Nadat eenige afgevaardigden over deze zaak het woord hadden gevoerd, wer den de conclusies aanvaard. In behandeling kwamen thans de conclu sies inzake de bevordering der vredesge- dachte. Het Nederlandsch Onderwijzersge nootschap kan bij alle onderwijzers aan dringen op bevordering der Vredesgedachte in en buiten de schooL Verder wordt in deze conclusie gezegd, zich tot de regeering te wenden met het verzoek bij de examens der onderwijzers te eischen bekendheid met de voornaamste stadia uit de vredesbeweging en een voldoend aantal gevallen van arbi trage, waardoor oorlogen voorkomen wor den en voorts de regeering te verzoeken, in Nederlandsche onderwijswetten een clau sule op 4e nemen, overeenkomende met die in art. 148 der Duitsche Grondwet. Nadat de heer Schock de conclusies had toegelicht, werden deze aangenomen. Aan de orde komt nu het voorstel der af deeling 's-Gravenhage dat luidt: Punt 2a van het program wordt aldus gewijzigd. Opneming van het grondsalaris in het Bezoldigingsbesluit voor burgerlijke rijks ambtenaren; de gemeentebesturen hebben het reoht boven de daarin gestelde normen een bijslag te verleenen. In het prae-advie9 van het hoofdbestuur werd gezegd: inwilliging van wat 's-Gra venhage wenscht zou tengevolge hebben, dat de salarieering in verschillende ge meenten weer ongelijk zou worden en we in plaat3 van afschaffing der klassificatie een verscherping der klassificatie zouden krijgen met als gevolg, dat de mutatie van onderwijzend personeel in de gemeenten, die een toeslag niet willen of niet kunnen geven, wederom zeer groot zou worden. En dit is een groot nadeel voor het onderwijs van de jeugd in die gemeenten. Het hoofd bestuur moet aanneming van dit voorstel ten sterkste ontraden. De afdeeling Amsterdam stelde bij amen dement voor aan het voorstel-Den Haag toe te voegen: ten einde de salarissen in over eenstemming te brengen met die van gelijk te stellen ambtenaren in dezelfde gemeente, Bij dit punt werd eveneens behandeld het voorstel der afdeeling Eindhoven, dat luidt: De algemeene vergadering draagt het H.B. op stappen te doen bij de regeering teneinde te verkrijgen: le. dat de wedden van het personeel bij het 1. o. zooals die zijn vastgesteld in het Bezoldigingsbesluit 1920, zullen worden be schouwd als minimum salarissen. 2e. dat gemeente en schoolbesturen de bevoegdheid krijgen ,deze minimum wedden met een toelage te verhoogen. De afgevaardigde van den Haag lichtte het voorstel nog nader toe er daarbij met klem op aandringende de actie onvermoeid voort te zetten, omdat thans door hetgeen op dit terrein ten opzichte der onderwijzers is geschied, de onderwijzersstand een schan delijke beleediging is aangedaan. De afgevaardigde van Amsterdam lichtte daarna het amendement Amsterdam toe zich 'daarbij beroepende op uitspraken van de heeren Ketelaar, Ossendorp en Otto. Spr. zette uitvoerig uiteen, dat het onderwijzers corps door de regeling de Visser ernstig is bvervallen en benadeeld en het voorstel den Haag-Amsterdam moet worden aan vaard, waarmee het lager onderwijs in het algemeen zal zijn gediend. De afgevaardigde van Eindhoven lichtte eveneens zijn amendement toe. Daarna was het woord aan den heer Holle (H. B.) om het standpunt van het hoofdbestuur uiteen te zetten. Spr. zeide, dat het program van het N. 0. G. strijdt voor gelijkstelling van salaris. Spr.bestrijdt de vergelijking als door den Haag gedaan tusschen de salarissen der onderwijzers en een commies P. T. T. Inwilliging van wrt den Haag wil, zou tengevolge hebben dat de salarieering in verschillende gemeenten weer ongelijk zou worden en in plaats van afschaffing der classificatie zou een ver scherping der classificatie worden verkre gen. Ten zeerste ontried spr. het voorstel. Een tweeledig salarissysteem zal onvoor waardelijk weer naar de laagte voeren, wat „spr. met de uitlating van minister Colijn onderstreepte. De heer Kolkman (Enschede) wees erop, dat het N. O. G. in het ledental steeds daalt, tengevolge van het feit dat het Genootschap de onderwijzers benadeelt. De voorzitter'protesteerde hiertegen; deze indruk mag niet worden gewekt. De heer de Vries (Blesdijke) achtte het een raar sóórt van democratie om alleen voor de grootere plaatsen een betere rege ling der salarissen te eischen. Nadat nog verschillende sprekers over deze zaak het woord hadden gevoerd, werd de vergadering zeer rumoerig. Het voorstel den Haag met het amende ment Amsterdam werd met groote meerder heid verworpen. Het voorstel der afdeeling Eindhoven werd eveneens met groote meerderheid van stemmen verworpen. Algemeene Synode der Ned.-Herv. Kerk. H. M. de Konmgin:Moeder heeft gisteren aan de Synode een dankbetuiging gezonden voor den gelukwensch. Het rapport over het voorstel van dr. Niemeyer betreffende de goedkeuring van een artikel (door de Algemeene Synodale Commissie) in het huishoudelijk Reglement van den Raad van beheer leidt tot het be sluit aan dien Raad te verzoeken in art. 8 te schrappen de woorden ,,en in de jaren voorafgaande aan dat, waarover de bijdra^ ge wordt geheven, aan de eischen van net Reglement op de predikantstraktementen heeft voldaan," Vervolgens rapporteert de heer Eilerts de Haan over een voorstel van de h.h, de Vrijer, Klein Wassink en Boer, om aan art. 67 van het Reglement op de vacaturen een derde bepaling toe te voegen aldus: ,,dat de verschenen bijdrage voor de kas voor de predikantstraktementen is betaald." De voorstellers willen, behalve het middel, ge geven in art. 41 Règl. vacat. bij de aan vraag om handopening, nog een tweede middel, om de betaling der bijdrage aan de kas der predikantstraktementen te verze keren, n.l. by de kerkelijke goedkeuring van de beroeping. Vier leden der commis sie van rapport adviseeren het voorstel niet aan te nemen, voornamelijk omdat de toepassing van zulk een tweeden maatre gel niet tactvol zou zijn bij den tegenwoor digen stand van zaken. De beide andere leden adviseeren tot aanneming van het voorstel, dat ook oorspronkelijk in de be doeling heeft gelegen van hen, die het Reg lement hebben ontworpen. De Synode ver werpt echter hun gevoelen en vereenigt zich met de meerderheid der rapporteerende commissie. Het Comité voor de erkenning van den Goeden Vrijdag als christelijken gedenkdag heeft zich opnieuw tot de Synode gewend met het verzoek zijn poging bij de Regee ring te steunen. Hiertegen heeft echter de Synode, vooral op de gronden ten vorigen jare ontwikkeld, overwegend bezwaar. Daarom wordt het verzoek voor kennisge ving aangenomen. Aan de commissie voor het tot standbren- gen van nader rapport tusschen kerk en zen ding wordt op haar verzoek, diligentverkla- ring verleend. Daarna wordt kennis genomen van de ver dere verrichtingen van de Alg. Synodale Oommissie, aan welke dank wordt gebracht voor haar arbeid. In plaats van den heer Eilerts de Haan die als secundus van den vice-president heeft bedankt, wordt gekozen de heer F. Tammens. Het beheer van eenige fondsen wordt aan de Alg. Synodale commissie opgedra gen. Na de rondvraag en de resumtie der ac- ten, brengt de President, dr. Weyland dank in 't bijzonder aan de Hoogleeraren-praead- viseurs, dr. van Veldhuizen en dr. Slote- maker de Bruine, aan den secretaris en den vice-president en sluit de 110de vergadering van de Algemeene Synode der Nederland sche Hervormde kerk. Uitvoer van aardappelen naar Dnitschland. Bij beschikking van den Duitschen minis ter van Landbouw van 4 Juli j.l. is be paald, dat met. ingang van 1 Juli j.l. aard appelen bij invoer in het Duitsche Rijk aan het station van invoer op kosten van be langhebbenden onderzocht moeten worden op wratziekte. Van dit onderzoek kunnen worden vrijgesteld die zendiügen, wélke voorzien zijn van een certificaat, afgegeven door een ambtelijk erkenden deskundige in het land van herkomst, waaruit blijkt: a. dat de zending door dien deskundige is on- deraooht en vrij bevonden van wratziekte; b. dat de aardappelen afkomstig zijn van een terreiü, waarop geen wratziekte voor komt, en dat binnen een omtrek van ÖOO meter van dat terrein geen wratziekte is vastgesteld geworden. Hier te landen zijn die ambtelijk erkende deskundigen de daartoe aangewezen amb tenaren van don Plantenziekte-<undigen Dienst. Verklaringen van burgemeesters, Kamera van Koophandel enz., zijn derhalve ilfet meer voldoende. Exporteurs, die een certificaat van den Plantenziektcnkundigen Dienst wensclien, dienen er rekening mede te houden, dat de controleurs van dien Dienst, bij de inla ding tegenwoordig moeten zijn, teneinde het door de Duitsche regeering verlangde onderzoek op de afwezigheid van wratziek- te te kunnen doen, alsmede om te kunnen nagaan van welk terrein de aardappelen afkomstig zijn. De exporteurs moeten dus bij hun aanvrage om een certificaat in hun eigen belang tijdig aan dien Dienst bekend maken, waar, d.w.z. aan welke stations aardappelen voor Duitschland zullen wor den geladen en wanneer, opdat deze Dienst tijdig voor het zenden van een controleur kan zorgdragen. Opgaven worden ingewacht bij den in specteur, hoofd van den Plantenziekten- kundigen Dienst te Wageningen, die ook verdere inlichtingen over de inspecties ver strekt en aanwijst, tot welken ambtenaar men zich verder kan wenden. Het ontwerp-Weeldebelasting. Naar „Inkoop en Verkoop", het vakblad voor den handel in consumptie-artikelen, bericht, heeft de regeering besloten hot arti kel zoetekoek uit het ontwerp-Weeldebelas ting te lichten. Koek was in het ontwerp het eenig belaste boterham-artikel, en hel laten vervallen is, volgens het blad, vooral geschied op grond van de omstandigheid, dat de grondstoffen voor de koekfabricage reeds door verschillende rechten zwaar zijn belast. Avond-nijverheidsscholen. Het hoofdbestuur van den Nederland- echen Bond van Leeraren en Leeraressen bij het Nijverheidsonderwijs heeft aan de besturen van soholen voor avondnijvor- heidsonderwijs in Nederland een sohrijven gezonden, waarin er op gewezen wordt, dat de salarieering door de opeenvolgende her zieningen thans op een zoodanig peil is ge bracht, dat de huidige regeling als een ge vaar moet worden beschouwd voor denver deren bloei van het nijverheidsonderwijs aan avondscholen. In dit schrijven is tevens vervat het ver zoek vamhet H. B. of de resp. besturen ge negen zijn meer actief op te treden tegen dergelijke regelingen. Wanneer deze vraag in bevestigende zin kan worden beant woord, dan verzoekt het H. B. den besturen een adres tot de regeering le willen richten, waarin gevraagd wordt de overgansbepa- lingen ook te mogen toepassen voor de leer krachten der avondscholen voor nijver heidsonderwijs. .RECLAME. 269 Het Rapport-Nol ting. Aan het advies der commissie van over* leg P. T. en T.,' aan den Minister van WaV lerslaat uitgebracht in zake het rapport*. Nolling voor den technisohen dienst, wordt o. a. liet volgende ontleent: De commissie is, in tegenstelling met commissie-Nolting, van oordeel, dat de rang van bureelambtenaar moet blijven beslaan, evenzoo acht zij in liet belang vail den dienst hel behoud van den rang van electro technisch hooldamblenaar noodig. De commissie acht het van groote waar-' de, dat aan het hoofd van het districts* bureel iemand staal van de algemeene en vakkennis van den commies. Zoo iemand vormt een zeer noodige schakel lussclvcn den adminislralieven en den leohnischen dienst. De commissie van overleg adviseert om den rang van opzichter bij den technischer) dienst le handhaven. Met betrekking tot de bevordering lol monteur le klasse beveelt zij het voorstel aan der in 1922 ingestelde commissie voor den leohnischen dienst, luidende: „dat moil* teurs, die geen werkkring vervullen, waar aan benoeming lot monteur le klasse ver- bonden is, na ten minste 15 dienstjaren in den rang van monteur te hebben doorge bracht, bij voldoenden ijver, bekwaamheid en geschiktheid benoemd worden tol mon teur le klasse". Ten aanzien van hel sloringsonderzoek 19 de commissie van oordeel, dat het geheels onderzoek in handen moet blijven van ex ploitatie-ambtenaren Verder adviseert de commissie het opheffen van storingen op Zondag tol het allernoodzakelijkste le be-, perken. De commissie is van oordcel, dal ccn aanstelling naar den aard van het vak, ais ondertitel van den algemeencn rang van va-k-werkman, aanbeveling verdient boven den verzamelnaam van .vakwerkman" zon der nadere aanduiding. De commissie spreekt als haar meening uit, dat het instellen van den rang van ma gazijnbediende bij den leohnischen dienst gewenscht is. Verder acht de commissie hel nuttig, dat de exameneisohen voor het lagere techni sche personeel niet verlaagd worden. De commissie spreekt zich uit vóór het behoud van de bestaande regeling betref fende vergoeding voor het gebruik van eigen rijwielen. Een vaste jaarlijksohe ver goeding wordt onjuist geacht. Ook besloot de commissie le adviseeren de bestaande regeling betreffende reds- en verblijfkosten te handhaven en deze niet te vervangen door een vast jaarlijksch bedrag. Verder verzoekt de commissie aan den minister om spoedige invoering van de per soneelsorganisatie van den lechnischen dienst, zoo mogelijk met inachtneming van de door de commissie van overleg te dezer zake uitgebrachte adviezen, wel te willen bevorderen en waartoe de eerste stap be reids werd gezet op 15 Februari 1922. De derde Nederl. Katholiekendag. Gisteren zijn verschillende sectie vergade ringen gehouden. In de eerste sectie sprak prof. dr. A. J. Mulders, van het groot seminarie to Hoe ven, over het beschavingswerk der kloos ters. In de tweede sectie sprak prof. dr. VV. Mulders S. J.; van de R.-K, universiteit te Nijmegen, over recht en wet onder invloed der katholieke kerk in de middeleeuwen In de derde sectie sprak pater Bonavcn- tura Kruitwagen O.F.M., uit Woerden, over het volksleven in Nederland tijdens de R- K. georganiseerde middeleeuwen. In de vierde sectie hield dr. J. F. M. Sterck uit Heemstede een rede over „het R. Katholicisme als factor van beteckenis in de Nederlandsche beschaving, ook in den tijd der onderdrukking." {Uit 't Fransch van GUY OHANTÉPLEURE). Geautoriseerde vertaling van W. H. G. 1) EERSTE GEDEELTE. I. Jij in Vichy, mijn waarde vriend? Wol, dat tref ikl Niemand ter wereld had at liever ontmoet dan jou. Als hij snel heeft geloop en, verbaasd is öf yerlegen of wel -veel heeft te vertellen, dan $preelri Roger Lecoulteux de j als een z uit <fti de hoogdravendheid, somtijds eigen aan £ijn v ijze van spreken, doet op een koddige manier dit gebrek in zijn altijd onduidelijke uitspraak uitkomen. Een" beetje te kort en te dik in zijn elegant fcomerpak, zag hij er met zijn te blonde ha ften en te rose huid, in weerwil van zijn op gestreken, zwaren, vlaskleurigen knevel, •Mt als een groot, pa9 gewasschen kind, dat net heeft gegeten. Hij is vóór Kerfean gaan «taan, houdt hem staande en hindert daar door. midden op het geasphalteerde pad, van de bronnenhal naar het Casino $opt en het Vieux Pare van Vichy door lijdt, de voorbijgangers. -—Wat trekt je hierheen, Kerjean? Bron water tuigen suikerziekte of legen galslee- len? Natuurlijk nietik zou willen dat het de vlieg week is. j' rrr11 8°^ hebben geraden. betreft, Ik ben gekomen 'fWzoefc van mijn twoedier, die een kuur Be gon; toen die was gedaan, is zij vertrok ken on op haar raad ben ik gebleven. Een geschiedenis! Heusch? Kerjean glimlachte. Zelden brengt Roger Lecoulteux Roro, zooals zijn goede ken nissen hem noemen het verder dan drie zinnen achter elkaar, zonder de handelin gen van zijn moeder daarbij te betrekken of haar oordeel te vermelden. Kerjean, waarde vriend, ik was giste ren op het vliegveld van AbrestHoe komt het, dat ik je daar niet heb gezien?.. Vreemd! Dit is heel natuurlijkBij derge lijke samenkomsten ziet men slechts de be roemde vliegeniers en constructeurs, onbe kende ingenieurs, zooals ik, blijven onop gemerkt. Och koml Ik weet, dat er in de kringen der aviatiek menschen zijn, die je volstrekt niet als een onbekend ingenieur beschouwen! Ben je nog qjltijd bij Patain? Nog altijd. En tevreden? Zeer tevreden. Des te beter! Verbazend, die Patain- eendekkers met dwerg-motor!Maar daar gaat het nu niet om,"waarde vriend.Ik bèn krankzinnig verliefd op een verrukkelijk meisje. Mijn moeder wil, dat ik trouw Zij vindt, dat een man in den bloeitijd van het leven moet trouwen en dat ik daarvoor nu rijp ben Niet ter zake dienende beschouwingen vol gen nu en Roro Lecoulteux legt beslag op Kerjean, neemt hem bij den arm en loopt met hem in de richting van het Casino. Willem Kerjean i9 lang en slank met die prettige lenigheid van lichaam, dat bijzon dere gemak in zijn bewegingen, die aan stevige mannen, dank zij gezonde lichaams beweging en beoefening van sport, eigen ge worden zijn. Hij draagt kleeding, die gemak kelijk zit, die er Engelsch uitziet esn die zich door geen enkele zichtbare verfijning onder scheidt. De vrouwen, aan wie hij in de wereld wordt voorgesteld, vinden hem Iee- lijk. Intusschen ontkennen zij niet, dat die scherpe trekken, die bruine en warme ma gerheid, dat jonge, levendige notenkrakers gezicht, met geniale lijnep er in, interes sant, sympathiek en bijna mooi kan schij nenEn misschien, onbewust, vinden zij het jammer, dat die oogen van een wisse lend grijs, waarin het warme blauw van hartstocht sluimert, en die te dikwijls schij nen te staren naar een of ander geheim zinnig probleem, waarvan het raadselach tige den blik ais met een mist omfloerst dat die van liefde getuigende oogen van een denker of dichter, het machtige en bon kig sculpturale van zijn gelaat slechts zoo voorhij ga and verlevend i gen Naast Lecoulteux schijnt de hooge ge stalte van Kerjean overdreven. Als de twee ongelijke silhouetten toevallig elkaar nade ren, is het groote contrast in het oog sprin gend. Opvallend en een beetje komisoh doet d/it verschil denken aan het legendarische tweetal Don Quichotte en Sancho. Kerjean is met zijn gedachte ver van die vergelijkingen, want hij zou graag aan Ro- geT Lecoulteux willen ontkomen omdat deze hem verveelt. Hij zou ook graag in af wachting van het oogenblik, waarop hij tijd zou hebben een visite ie maken een kaartje aan mevrouw Davrancay in het ho tel „Excelsior" willen brengen, van wie hij niet wist, dat zij in Vichy was en die hij fi9teren toevallig heeft gezien.... Maar hij durft dit voornemen niet kenbaar maken, al te zeker als hij is, dat Lecoulteux zal zeggen: „Ik ga met je mee." Ais Roger Lecoulteux den arm beet heeft van een van de schepsels, die hij „waarde vriend noemt, is zijn greep onverbiddelijk, als van den drenkeling, die zich aan den reddingsboei vastklampt. Onmogelijk om weerstand te bieden 1 Men moet er zich bij nee'leggen om alles aan te hoor en. Kerjean legt er zich dan ook bij neer. Zij zijn beland in het café van hel restaurant, waar zij buiten een cocktail drinken. De dag liep ten einde. Weldra zou in elk 'hotel het eerste luiden voor het diner zich met zilveren of zwaren klank doen hooren. Het Vieux Pare had nog niets verloren van zijn drukte van overdag .Op het terras van het Casino, waar vele stoelen bezet warén, was het als een tuin van met bloemen op gemaakte hoeden. Menschen, die bronwater moesten drinken en zich hadden verlaat, haastten zich naar het brongebouw. Men zag elegant gekleeden rijken misschien en anderen met een voudiger kleedij, die er uitzagen of zij arm waren; vermoeiden, driftigen, jonge en oude lieden; menschen, die er opgewekt uitzagen, droefgeestigenandoren weer met een bloeiend uiterlijk naast menschen met een vernield gestel. Men kocht Parijsche couranten. Broze waaiertjes, vroolijk, nieuw en kleurig, premies van een of ander populair blad, waarvan de verkoopers den naam uit schreeuwden aan alle kanten van het park j gingen op en neer in de gehandsohoende handen van in het licht geldeede dames. Drie spahis, met medailles op hun borst, saluéerden een heer in hurgerkleeding, die, evenals zij, ingevallen wangen en schitte rende oocron had en die die roode rozet ttD het Legioen van Eer in zijn knoopsgat droeg. Een groepje jonge meisjes daalde roet een geruisch van witte zijde, met tulen hoedjes en kanten parasols, van het bordos van het Casino af *en verloor zich in een gefladder van rose sjerpen. Zuid-Amerikanen, in een kring, praatten met groote radheid van long en veel lawaai een bargoensch van Monl- raartre, dal door hun accent verdraaid werd. Kaarsrecht, majestueus, gehuld in de plooien van zijn golvenden mantel, ging een Arabier, met het uiterlijk van con chef, voorbij. Langs de bloemperken van de rniddeJslc laan, onder de plan tanen en linden, rondom leege muziektenten, waar zooeven nog or kesten hadden gespeeld, en langs de aan plakbiljetten, die de gala-comedievoorslel- ling van hedenavond en de sportspelen van morgen aankondigden, liepen de wande laars, di£ zich weldra zouden verspreiden, op en neer. Het was liet bonte eigenaardige en banale publiek van een badplaats: men schen, die de badkuur deden of wel voor hun genoegen op reis waren, lieden van allerlei slag en uiloenloopende fortuinen, van alle standen, landen en rassen, waar onder- hier en daar vreemd en ontroe rend opdoemend een van die gezichten verscheen van een leverzteko, zoo eigen aardig geel, dat het scheen te zijn als van onbekend ras. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5