No. 20053.
LEIDSCH DAGBLAD. Maandag 27 Juli
Tweede Blad. Anno 1925.
BINNENLAND.
Verbrande Huid
FEUILLETON.
De Hand met het Litteeken,
De Kabinetscrisis.
Het feit, dat de R.K. Kamerfractie met
volkomen eenstemmigheid het werkprogram
van den heer Colijn heeft aanvaard, heeft
Zegt „De Tel." nogal opzien gebaard, omdat
men verwachtte, dat de democratische vleu
gel der fractie bedenkingen zou opperen.
Naar wij, zegt bet Blad verder, uit be
trouwbare bron vernemen, is deze eenstem
migheid le danken aan het zeer vooruitstre
vende Regeeringsprogram. waarmede de
heer Colijn in zee wil gaan. Hierdoor had -
(Jen zelfs de vooruitslrevendslen onder de
R.-K. fractie geen enkel bezwaar hun steun
te vcrleenen. Men had op een dergelijk pro
gram van den heer Colijn niet gerekend, en
iet is gebleken, dat de nieuwe kabinetsfor
mateur, nu hij de financieele débacle te bo
ven heeft weten te komen, een andere poli-
1 tlek wil gaan volgen.
Hoewel de R.-K. fractie haar steun heeft
[toegezegd, beleekent dit geen contracluee-
Jen steun. Want veel zal afhangen van de
wijze, waarop het Regeeringsprogram zal
worden uitgewerkt, in welk tempo en door
wie. Daarop zal stellig door de R.-K. fractie
nauwlettend acht geslagen worden.
De opheffing van het Departement van
Onderwijs.
Het hoofdbestuur van den Bond van ge
meenten, vereenigingen en stichtingen, die
inrichtingen tot het geven van handelson
derwijs in stand houden, heeft in een adres
aan H.M.* de Koningin meegedeeld, dat in
fijn te 's-Gravenhage gehouden vergade
ring de courantenberichten besproken rijn,
houdende, dat het Departement van Onder-
Wijs, Kunsten en Wetenschappen zou wor
den opgeheven als zelfstandig Departement
ên de belangen, aan dat Departement toe
vertrouwd. zouden worden behartigd door
ëen afdeeling van een der andere Departe
menten
Het hoofdbestuur heeft met groots zorg
van die berichten kennis genomen en meent,
aat een definitief besluit als vorenbedoeld
ill zeer bijzondere mate zou worden be
treurd. Het gelooft dat de geldelijke voor-
deelen, verbonden aan een opheffing van
het Departement van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen, in beteekenifc verre ten
Bchter zullen staan bij de nadeelen op
geestelijk gebied, welke 'daaruit zullen
Voortvloeien.
liet volgende telegram is gezonden aan
ttiinisler Colijn:
De Onderwijs Centrale (federatie van Ned.
Onderw. Genootschap, de Ver. van Hoofden
Van Scholen, Unie Ohr. Onderwijzers, Ver.
Voor M. U. L. O., Bond Onderwijzeressen
Fröbelonderwijs en Bond Leeraren Nijver
heidsonderwijs) dringen ernstig aan in ver
band mei persberichten op handhaving af-
"pnderlijk Departement Onderwijs. Bon,
voorzitter, en Fieggen, secretaris.
Algemeene Synode der Ned.-Herv. Kerk.
Prof. Slotemaker de Bruine rapporteert
in de tiende zitting over een voorstel van de
classic ale vergadering van Nijmegen tot
.wijziging van art. 38 ALg. Regl., opdat ook
'diakenen naar de classic&le vergaderingen
kunnen worden afgevaardigd. Diakenen
Zijn, volgens haar, aangewezen om -zich te
'doen hooren over maatregelen betreffende
de diaconieën.
De rapporteerende commissie is verdeeld.
Een minderheid wil de wijziging aanbren
gen om het aantal niet^predikanten in de
ciassicale vergaderingen te vergrooten. De
meerderheid is er tegen, omdat het doel niet
wordt bereikt, daar in die vergaderingen de
'diaconale kwesties niet veel ter sprake ko
men en omdat het niet geraden is, op één
enkel punt de organisatie der Kerk te wijzi
gen, in plaats van het geheel in het oog le
yalten.
De Synode vereenigt zich met het gevoe
len der meerderheid.
De heer Te Winkel brengt rapport uit
over een voorstel van de ciassicale vergade
ring van Leiden tot wijziging van art.
LRegL v. d. Kerkeraden, waarvan de bedoe-
ïg'is aan ouderlingen te vergunnen om
bijzondere redenen buiten het ressort der
gemeente te^ wonen, mits de behoorlijke
.Waarneming" van het ambt verzekerd is. Het
foorstel is gegrond op de woningtoestanden.
De meerderheid der rappor teerende com
missie heeft bezwaar, omdat het voorstel
geen rekening houdt met opzicht, tucht, at
testaties, stemrecht en meer dergelijke kwes
ties. Zij ziet het belang der zaak in en wil,
dat bij de behandeling van de kwestie der
buurlgemeenten en de vraagstukken der
groote steden daaraan de aandacht wordt
geschonken.
De meerderheid der Synode is het hier
mede eens en verwerpt hel voorstel.
Daarna komt in behandeling een rapport
van dr. Niemeyer over een voorstel van den
Raad van Beheer, om in art. 28 Regf. voor
de predikanlstraktementen te schrappen de
woorden: „en de toepassing". Het motief
voor dit voorstel is, dat genoemde woorden
aanleiding geven tol misverstand, ais zoude
over alle kwesties betreffende de toepassing
van het reglement hooger beroep op de Sy
nodale Commissie mogelijk zijn en niet
fllechts in formeele verklaring van het re
glement, wat de eigenlijke bedoeling van het
artikel is. Volgens het kunstig advies van de
rapporleerende commissie besluit de Synode
het voorstel aan le nemen.
De heer Van der Veen rapporteert over de
ten vorigen jare voorloopïg aangenomen wij
ziging van art. 27 Reglement op de predi
kanlstraktementen, waarbij in dit artikel het
woord „pondpondsgewijze" werd geschrapt
en werd bepaald, dat de beschikbare gelden
worden verdeeld door den Raad van Beheer
naar regelen, die de goedkeuring der Syno
de vereische-n.
Da consideraties der provinciale kerkbe
sturen en de ciassicale vergaderingen luid
den algemeen gunstig en daarom besluit de
Synode overeenkomstig het advies der com
missie, dat de wijziging definitief moei wor
den vastgesteld en aan de eindstemming der
provinciale kerkbesturen onderworpen.
Ditzelfde wordt besloten met betrekking
tot da wijziging van art. 12 regl. op het
hooger onderwijs, waarbij de beide laatste
alinea's van plaats verwisselen en waar
over eveneens het oordeel der Kerk gunstig
luidde.
De heer Van Beek rapporteert over de
consideraties met betrekking tot de voorloo-
pig aangenomen wijziging van art. 10 regl.
op het fonds tot verbetering der schraalste
predikantstraktementen, volgens welke een
bijdrage uit het fonds wordt bestendigd ge
durende het jaar van gratie. Ook hierover
luidde het oordeel algemeen gunstig, zoodat
de Synode op voorstel van de commissie be
sloot tot vaststelling.
Zij besloot eveneens tot vaststelling van
de voorloopig aangenomen wijziging van
'art. 2 regl. op het hulppredikerschap, waar
bij wordt geëischt dat lidmaten, om hulp
prediker te worden, ook moeten overleggen
het getuigschrift, bedoeld in art. 7b regl. op
het examen, waarover volgens den rappor
teur, den heer Bongers, de Kerk gunstig had
geoordeeld.
Prof. Slotemaker de Bruine rapporteert
over een voorstel van den heer J, Barbae tot,
wijziging van art. 51 Regl. voor de vacatu
ren, waarvan, de bedoeling is, dat van de
bepaling, dat om beroepbaar te zijn in ge
meenten met drie of meer predikanlsplaal-
sen gevorderd wordt een diensttijd van drie
jaren, vrijstelling kan gegeven worden aan
predikanten, die van een ander Kerkge
nootschap naar de Ned.-Hervormde over
gaan of in dienst zijn geweest van de Zen
ding.
Overeenkomstig het advies der commissie
wordt het voorstel verworpen. Men vindl
een wachttijd van drie jaren geen onover
komelijk bezwaar en acht het gevaarlijk,
dat de Synodale commissie bij voorkomen
de gevallen moet oordeelen, welk oordeel
ten slotte zuivere willekeur zal worden,
terwijl men het voorschrift ook niet met be
trekking tot genoemde personen wil ophef
fen.
Art. lfiO, 1ste lid Pensioenwet 1922.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw vestigt de aandacht op het
nieuwe artikel 150, 1st© lid, vaü de Pen
sioenwet, zooals dat laatstelijk is gewijzigd
ten gevolge waarvan de pensioensgrondslag
van een ambtenaar niet daalt beneden het
bedrag van den peneioensgrondslag op 30
Juni 19-22, indien hij vóór 1 Sept. 1925
of, indien de afwijking tueschen pensioens
grondslag en wedde na 1 Juli 1925 intreedt,
binnen drie maanden na dat intreden aan
het orgaan, in welks dienst hij is, schrifte
lijk het verlangen te kennen geeft dien
(hoogeren) grondslag te behouden. Het in
zenden van een dergelijke verklaring kan
te stade komén hem, wiens pensioen, be
rekend naar den hoogeren grondslag vol
gens de normen der thans vervallen
burgerlijke Pensioenwet, hooger is dan het
pensioen, berekend naar de wedde vol
gens de bepalingen der Pensioenwet 1922
(„Staatsblad*1 no. 240).
De Minister merkt voorts op, dat reeds
stappen zijn gedaan om de intrekking van
het Kon. besluit van 4 Juni 1924, houdende
een voorloopige wijziging van het Kon. be
sluit van 28 November 1922, ten spoedigste
te bevorderen, zoodat een ambtenaar, die
den hoogeren pensioensgrondslag wenscht
te behouden, over dien grondslag de peu-
8Ïoenspremie zal moeten storten.
Kwijtschelding van Vorderingen.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
wetsontwerp tol kwijtschelding aan de N,
V. „Machinefabriek Braaf', le Soerabaja,
van twee, den lande aankomende vorderin
gen, te weten een bedrag van f 35,500 aan-
boele wegens te late aflevering van de over
kapping van het nieuwe gebouw der Lands
drukkerij te Weltevreden, en een bedrag
van f 177,000 aan boete, wegens te late af
levering van de overkapping van bet sta
tion der Staatsspoorwegen le Tandjong.-
Priok.
Wat het eerste bedrag betreft wordt in de
M. v. T. o. m. gezegd, dat de overeen
komst, tegen de gewoonte, geen boetebepa
ling inhield voor het geval van te-late-leve-
ring.
In Jan. 1921 zag de vennootschap zich
door financieele moeilijkheden, waarin zij
geraakt was door handelingen van haar
Amerikaansche leveranciers, genoodzaakt
om vervroegde vooruitbetaling van een ge
deelte der materialen te verzoeken.
Daarover werden besprekingen gevoerd,
die tot misverstand aanleiding hebben ge
geven.
In Februari daaraanvolgende werd n.l.
mondeling overeengekomen, dat een bedrag
van f 145,000 zou worden vooruitbetaald,
waartegenover van de gelegenheid zou wor
den gebruik gemaakt om leveringstermijnen
en een boete, alsmede een premiebetaling,
in de overeenkomst op te nemen. Terwijl de
vennootschap de bedoeling had, dat de ge
noemde som terstond op aanvraag zou
worden verstrekt, waarvoor reeds op 7
Maart t. o. een rekening was aangeboden,
had de betaalbaarstelling eerst op 10 Juni
daaraanvolgende plaats.
Het behoeft geen beloog, dat door den
gang van zaken de bedoeling der vennoot
schap niet tol haar recht was gekomen.
Toen de boetebepaling bovendien leidde lot
het opleggen van een boete van f42,500,
maakte de vennootschap daartegen be
zwaar op grond van het feit, dat de Indi
sche Centrale Aanschaffingsdienst niet
had voldaan aan de bedoeling, dio bij het
aangaan van de verdere overeenkomst had
voorgezeten Ook in het tweede geval was
geen boetebepaling in de overeenkomst op
genomen.
Zoodanige bepaling kwam eerst bij wij
zigingsovereenkomst lot stand. Volgens
die bepaling zou een boete worden geheven
van f 300 per werkdag te late levering,
waartegenover een premie lot gelijk bedrag
per werkdag werd toegezegd in geval van
levering vóór den overeengekomen datum.
Het behalen van de premie moest echter,
gelet op den zeer omvangrijken aard van
het werk en den veel te korten leverings-
tijd, ten eenenmale uitgesloten worden ge
acht. Daarentegen leidde de bepaling, als
gevolg van ondervonden moeilijkheden, tot
het opleggen van een boete van f 177,000,
zijnde meer dan de helft van de aanne
mingssom. Welke redenen tot het achterna
opnemen van een boetebepaling hebben ge
leid is niet meer na le gaan. Het behoeft in-
tusschen geen betoog, dat een dergelijke
loop van zaken in bet nadeel van de aan-
neemster was, daar zij bij de bepaling van
haar prijzen niet, als in andere gevallen
gebruikelijk was, met de mogelijkheid van
boetebepaling rekening heeft kunnen hou
den.
Voorgesteld wordt Yan het eerste be
drag f 35.500 en het tweede geheel kwijt te
schelden.
Gratie aan gevangenen.
In „Stsbl." 321 is opgenomen bet Kon.
Besluit van 7 Juli tot wijziging van den al-
gemeenen maatregel van bestuur, bedoeld
in art. 68, 2de lid der Grondwet.
Art. 1 van bedoelden bestuursmaatregel
luidt:
„Omtrent verzoeken, overeenkomstig de
wettelijke voorschriften aan de Kroon in
gediend, om vermindering, verwisseling
of kwijtschelding van straffen, door von
nissen of arresten van een rechter in het
Rijk in_Europa opgelegd, wordt, alvorens
daarop wordt beschikt, bet advies inge
wonnen van den rechter, die de straf heeft
opgelegd, behalve wanneer op het tijdstip
der indiening van het verzoek reeds meer
dan drie jaren zijn verloopen sedert den
dag, waarop de straf werd opgelegd, in
welk geval omtrent de hier bedoelde ver
zoeken het advies van de kamer voor straf
zaken'van den Hoogen Raad wordt inge
wonnen."
In de thans aangebrachte wijziging, is de
laatste zinsnede van voren vermeld artikel,
eindigende bij „ingewonnen", geschrapt.
Het 2de art. van voormeld besluit luidt
na de aangebrachte wijziging als volgt:
„Omtrent verzoeken om gratie yan straf
fen, door vonnissen of sententiën van een
militairen rechter opgelegd, wordt, alvo
rens daarop wordt beschikt, het advies^ in
gewonnen van den gewonen militairen
rechter in het Rijk in Europa, die de straf
heeft opgelegd, bij gebreke van dien, van
het Hoog Militair Gerechtshof."
Art. 13 van meergemelden bestuurs
maatregel- wordt voorlaan gelezen als
volgt:
„Indien zulks door de Kroon wordt ver
langd, of door den minister van justitie
wenschelijk wordt geacht, wordt, behalve
het advies van den lot hel uitbrengen daar
van bij dit besluit aangewezen rechter, ook
het advies ingewonnen van de Kamer
voor Strafzaken en door den minister aan de
Kroon overgelegd."
Staalman—genri Ter Hall.
Het Hoofdbestuur van den Vrijheidsbond
heeft onder meer in zijn vergadering van
Zaterdag een beslissing genomen naar aan-
loiding van een verzoek van een comité ter
bevordering van de verkiezing van den heer
Henri ter Hall, om uitspraak te doen in
zake de billijkheid van het zittingnemen
van den heer Abr. Staalman in de Tweede
Kamer.
Naar aanleiding daarvan heeft het hoofd
bestuur in het midden latende hoever
zijn bevoegdheid tot het geven van de ge
vraagde beslissing zou kunnen gaan
overwogen, dat de verkiezing van den lieer
Abr. Staalman geheel overeenkomstig de
regelen der Kieswet heeft plaats gehad en
dat van diens zijde geenerlei unfaire han
deling is geschied; voorts, dat de candi-
daten op de lijsten StaalmanTer Hall en
Ter HallStaalman uitdrukkelijk, na lang
durig onderling beraad hebben goedgevon
den, dat het stelsel der wet zonder cenige
beperking te dezen aanzien zou worden
toegepast en zij derhalve bepaaldelijk niet
een systeem' hebben gewild, waarbij de
vraag, op wien hunner de meeste stemmen
op alle verschillende lijsten gezamenlijk
zouden worden uitgebraoht, ten deze van
invloed zou moeten zijn.
Het hoofdbestuur kwam mitsdien Lot de
slotsom, dat er zijnerzijds geenerlei aan
leiding kan bestaan tot eenig ingrijpen
tegen den vastgestelden" uitslag der ver
kiezing, al betreurt het, dat alleen ten
gevolge van de jongste wijziging der Kies
wet niet naast den heer Staajman ook de
heer Ter Hall weder een plaats in de Ka
mer zal innemen.
De Panl-Krnger-herdenking.
Eenige maanden geleden ia bericht, dat
zich te Utrecht een comité gevormd had op
uitnoadiging van de afdeeling Utrecht van
het Alg. Ned. Verhond, om den honderdsten
geboortedag van Paul ICruger op 1G October
a.s. op feestelijke wijze te herdenken.
Bedoeld Comité van Uilvoering heeft hel
plan opgeval, om naast een plaatselijke her
denking te Utrecht, waar de President heeft
gewoond, ook over het geheele land te trach
ten belangstelling te wekken voor zijn plan
om te dier slede een standbeeld van Paul
Kruger te doen oprichten.
Voor de verwezenlijking van dit plan
heeft het zich den zedelijken steun verwor
ven van een groot aantal vooraanstaande
Nederlanders, welke toegetreden zijn tot een
Eere-Comité Reeds aanstonds werd van
H. M. de Koningin een belangrijke gift ont
vangen.
Het Comité van Uitvoering heeft voorts
aan de verschillende afdeelingen van het
Alg. Ned. Verbond en van de Ned. Zuld-
Afrikaansche Vereeniging, alsmede aan ver
schillende personen, wier sympathie voor
Zuid-Afrika hem bekend was, verzocht, om
Comité's in verschillende plaatsen des lands
op te richten voor de inzameling van gelden
voor dit doel.
Het adres van de secretaresse van het
Comité van uitvoering voor de Krugerhcr-
denking is Weerdsingel O.Z. 83, Utrecht.
Penningmeester is de lieer H. G. Uam-
maoher, directeur Ulrechlsche Provincie-
bank. Janskerkhof 32, Utrecht, Postgiro
9099
Motie verplegend personeel inzake de
48-urige werkweek.
In een op 21 Juli 1.1. gehouden vergade
ring door den Centr. Ned. Ambtenaarsbond
met het verplegend personeel der Noord-
Hollandsche Provinciale Ziekenhuizen ie do
.volgende motie met algemeene stemmen
aangenomen en opgezonden aan de Regeo-
ring:
,,Het personeel der Noord-Hollandsehe
Provinciale Ziekenhuizen, op 21 Juli te
Haarlem in vergadering bijeen, onder lei
ding van den Centralen Nederlandsclien
Ambtenaarsbond
kennis genomen hebbende van het besluit
in Prov. Staten van Noord-Holland, waar
bij de voordracht tot invoering der 51-urige
werkweek der verplegenden verworpen is
met 49 tegen 22 sberaknen;
spreekt over dit besluit groote voldoening
uit, constateerende dat het besluit tol
handhaving van de 48-urige werkweek in
Noord-Holland voor den arbeidstijd in allo
verpiegingsinrichtingen in den lande van de
allergrootste beteekenis is;
dringt er bij de Regeering op aan, thans
onverwijld te willen overgaan tot het in
voeren van den algemeenen maatregel van
bestuur, waarbij de arbeidstijd in vcrple-
plegingsinrichtlngen eindelijk wettelijk ge
regcld wordt".
Te Oe^stgeest is in den ouderdom
van 77 jaar overleden de heer C. B. Oort-
huys, emeritus-predikant, vroeger predikant
te Katwijk, Den ITaag en Rotterdam.
Do vakgroep Commiezen-titulair to
Amsterdam van den Centralen Bond van
Noderlandseh Posb, Telegraaf- en Tele
foon-personeel (C.B.P.T.T.) heoft in oen
motie een beroep gedaan op den Dirc-cteur-
Generaal, met verzoek om het rapport-
Nolring, als strijdig met eenmaal vorkre
gen rechten en schadelijk voor den dienst
en het personeel beneden den rang van
commies, niet te doen uitvoeren en een
werkelijke bezuiniging van 3\ct topzware
Staatsbedrijf to bevorderen door een re
organisatie in den geest van de brochure
,,De Scheidingslijn".
De te Groningen gehouden Generale
Synode der Chr. Gerof. Kerk heeft beslo
t-en, dat geen kroegfliouder lid dier Kerk
kan zijn
,Do Minister van Binnenlandsche Za
ken cn Landbouw heeft, naar het „Bat.
Nwsbl." verneemt, aan het hcofd van den
Landbouwvoorlichtingsdicnst van het Dep.
van Landbouw N. cn H. in Ned.-Indiö, den
heer J. E. van der Stok, te Buitenzorg, te
legrafisch een benoeming aLi hoogleeraar
voor den tropischcn landbouw aaö de Land-
bouwhoogcschool te Wagerrngco aangebo
den.
De gewone audiënties van de Minis
tere van Arbeid, Handel en Nijverheid, van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en
van Oorlog zullen a.s. Donderdag niet
plaats hebben.
RECLAME.
door de Zon, Smetten en Slukloopen van
de Huid. Gebruik Purol. Doos 30 cents.
1385
ITit het Engelsch van Baronesse ORGZY.
(Geautoriseerde vertaling van A. T.
59)
Iedereen wist voor wien die galg werd op
gericht. Het gerucht was al reeds bekend ge
worden, dat een Fiennes, de oudste zoon
yan Mylord Saye and Sele, beschuldigd van
spionnage, als een gewone dief zou worden
Opgehangen, men zeide op bevel van den
Koning; maar dit geloofde niemand. Zou de
Koning gelasten, dat de zoon van zulk een
aanzienlijken Lord opgehangen werd? Neen!
Het was, omdat die Koningsgezinden het
kasteel Broughton hadden veroverd en het
niet weer wilden opgevenNooit weer
<ön daarom brachtea zij Jonker Jim nu ter
dood, en zij waren van plan dan Jonker
Nathaniel en Jonker John te laten volgen,
totdat er geen enkel lid der familie Fienne3
overbleef, om de aanspraken der Konjpgs-
gezinden op het kasteel te betwisten. Dit wa3
het praatje, dat rondging en waarover ge
sproken werd, terwijl de hamerslagen der
timmerlieden tegen de kasteelmuren weer
kaatsten, en het verwijderde rollen van den
donder hun werk begeleidde.
En te denken, dat er mannen gevonden
waren, die dit vuile werk wilden doenl
Mannen 1 Mannen uit Oxfordshire, wier va
ders- en grootvaders, en nog meerderen vóór
hen sedert tallooze geslachten in dienst van
So Lords Save and Sele geweest waren. En
zooal geen mannen uit Oxfordshire, dan
mannen uit de naburige graafschappen!
Neen! Geen mannen! Ellendelingen,
lafaards! Dat waren zij! En wie zou Jonker
Jim het touw om den hals doen? Dat zou
den zij wel eens willen weten.
De vrouwen waren luider in haar afkeu-
ring dan de mannen. Jonker Jim! Dien zij al
len als jongen gekend hadden; hij, die nog
geen vlieg kwaad zou doen, en die meer om
een hond of een paard gaf, dan de meeste
mannen om hun vrouwen of kinderen de
den. Wie zou Jonker Jim hel touw om den
hals doen? Dat wilden de vrouwen wel eens
welen.
Zulke woorden klonken door de statige
pleinen van het kasteel Broughton, zooals
nooit te voren doormijn muren gehoord wa
ren; scheldwoorden, die maakten, dat de sol
daten om het schavot hun hellebaarden
toornig vastgrepen en zij met sombere woede
op den grond spuwden. En nu, als het zomer-
weerlicht het looneel aan dezen kant van
het kasteel verlichtte, waar de menigte het
dichtst was, bescheen het meer dan één
vuist, die dreigend opgeheven werd.
Kapitein Lovell, die een ronde Ier inspectie
over het geheele terrein van het kasteel
deed, spoedig nadat de klok van den kerk
toren van Broughton tien had geslagen,
hoorde hij van uit de duisternis zich meer
dan één scheldwoord toeroepen. Hij achtte
het voorzichtig er niet op te letten; maar toen
hij later kolonel Scrape zag, waarschuwde
hij hem ernstig.
„God geve, dat er niets verder van 'komt,"
zeide hij; „maar eerlijk gezegd, bevalt de
zaak mij niet. Gij hebt het recht een spion
op te hangén; maar vervloekt, ge kunt geen
edelman ophangen!"
„Al3 een edelman 6et werk srm pezi
spion gelieft te doen, moet hij de gevolgen
er van dragen," antwoordde de kolonel kop
pig. „Ik zeg, dat Jim Fiennes zal opgehan
gen worden! Opgehangen, zeg dkl Zoo'n ge-
meene misdadiger verdient geen beteren
dood."
„De gevoelens onder de menschen
hier..,."
„De gevoelens van een troep boerenkin
kels zullen mij niet van mijn voornemen
kunnen afbrengen," viel kolonel Scrape
toornig in de rede; „en wie zijt gij, kapi
tein, dat zou ik wel eens willen weten, dat
gij mijn bevelen durft bestrijden? Ik heb
wel lust u in de boeien te laten slaan voor
ongehoorzaamheid
„Ik denk er niet aan, uw bevelen te be
strijden," antwoordde kapitein Lovel'l rus
tig. „Ik deed u alleen maar verslag van. het
geen ik zoo juist op mijn rónde ondervon
den heb, en ik waagde een bescheiden
woord ter waarschuwing te zeggen."
„Waarschuwing, Heer? Waarschuwing
zij vervloekt! En gij ook, Heer, zijt ver
vloekt! Wat Jim Fiennes betreft, ik zal hem
binnen het uur laten ophangen; dus kunt
ge uw waarschuwing voor u houden. En als
gij of iemand anders er zidh weer in durft
mengen,'zal Jim Fiennes niet de eenige zijn,
die aan die galg bengelt. Ik zeg u, Heer, dat
nu God eindelijk recht op deze aarde heeft
gedaan, en Zijne Majesteit de Koning een
groote overwinning heeft behaald, hoop ik,
dat iedere verrader, die de wapenen tegen
hem opgenomen of zich tegen zijn wil ver
zet heeft, denzelfden weg zal opgaan, dien
Jim Fiennes 6traks zal gaan."
Het was duidelijk, dat het zoowel onver
standig als vruchteloos zou zijn, nog iets
meer le zeggen. Kolonel Scrape was een van
die menschen. die etijfhootóigef worden
naarmate men hen tegenspreekt. Misschien
was hij diep inwendig niet heelemaal tevre
den over zichzelf; misschien stak zijn gewe
ten hem'nu en dan; maar dat steken maak
te hem slechts des te koppi geiden te meer
onvatbaar voor rede. Hij achtte zichzelf
sterk genoeg, om de openbare meening te
trotseeren, en koesterde de diep? minachting
van den beroepssoldaat voor den burger.
Zoodra hij van Longshankes de tijding ge
hoord had van de overwinning van den Ko
ning en de overhaaste vlucht van het
Parlemenlsleger had hij in gedachten het
plan gevormd, om aan beide partijen te too-
nen, wat een trouw onderdaan doen. kon,
om de be'.eediging te wreken, die Zijne
Majesteit door den diefstal der compromit-
teerende brieven was aangedaan. Zijn eigen
partij zou ham prijzen en iedere buitenge
wone wreedheid om het dreigende van het
gevaar vergeven. Wat de verraders betreft,
het gezicht, dat zulk een aanzienlijk edel
man als de zoon van Lord Saye and Sele j
als een gewone dief werd opgehangen, zou
een heilzame waarschuwing zijn tegen elk
beraamd verraad.
§2.
Zij, die Jim zagen, toen hij voor de te
rechtstelling naar buiten werd geleid, zwoe
ren, dat hij meer geleek op een schooljon
gen, die met vacanlie gaal, dan op een
man, die op het punt staat ,den dood in het
aangezicht te zien. Zijn oogen hadden dien
gee9tesfolik, die ontetaat, als de beelden van
deze aarde geheel zijn weggevaagd en de
blak naax binnen wordt gekeerd, waarbij
heerlijke beelden van het verleden en schit
terende gezichten der eeuwigheid verrijzen.
Om zijn lippen lag nog een eUmlaoh. alsof
hij nog de kussen van zijn geliefde genoot.
Het leven was goedkoop in die dagen; de
menschen stierven of deden sterven zonder
er een treurspel van le maken. Maar bij Jira
was bet wat rneer dan alleen maar, dat hij
het leven goedkoop achtte. De omstandig
heden waren hem te machtig geweest: hij
had zijn plicht vervuld en zijn gegeven
woord gehouden, maar beide waren het
middel geweest, dat de doodsklok deed lui
den van het geluk, waarvan hij gedroomd
had. Zonder Barbara kon liet leven niets
anders zijn dan de somberste eentonigheid,
een voortdurend verlangen, dat nooit ge
stild kon worden. Was de dood, met Bar
bara's kussen nog warm op zijn lippen,
haar bekoorlijk beeld steeds voor zijn
oogen, friet duizendmaal schooner?
Kolonel Scrape, die het beginnend verzei,
het gemompel en de bedreigingen moed-* was,
had bevel gegeven, dat de spion te midder
nacht op het plein van het kasteel zou wor
den opgehangen. En toen de verwijderde klok
het uur sloeg, kondigde trommel geroffel den
drocvigen stoet aan: een troep hellebaardiers
met een half dozijn musketiers en den ge
vangene in hun midden kwamen uit het
kasteel en gingen voort lot op het midden
van het plein. Rondom heerschle de diepste
duisternis, maar hier, lusschen het poortge
bouw en de kasteelmuren, wierpen de flik
kerende vlammen van de pijnboomfakkels
een bleek, geel licht om zich heen. De met
storm beladen atmosfeer was zwaar en
drukkend, en een geur van zwavel en ge
brande grond hing in de lucht.
(Wordt vervolgd).