RECLAMEPRIJZEN
De Hand mei tiet Litteeken.
No. 20045.
LEiDSCH DAGBLAD, Vrijdag 17 Juli
Tweede Blad. Anno 1925.
UIT DE PERS.
ZATERDAG en ZONDAG
Fa. M. BONGENAAR
FEUILLETON.
Colijn Kabinetsformateur.
„De- Standaard" zegt, dat het verzoek
flran den heer Colijn, om de opdracht tot vor-
piin-g vaal een nieuw Kabinet in beraad te
mogen houden, ongetwijfeld bete eken t, dat
hij bereid ia te beproeven een nieuw Kabi
net saaim te ötéllen, doch op dit eigen oogen-
büik nog geen zekerheid van slagen in uit
licht kon stoWen.
Daarna gaat liet blad A'oort:
Of hij slagen &ail, moet du? worden afge
wacht. Letten wij op de programma's der
drie rechtsche partijen, dan schijnt ons de
overeenstemming zoo groot, dat wij goeden
moed hebben. Maar bij de besprekingen,
die nu aanvangen, kan natuurlijk nader van
mceningsverschi'l blijken.
Hot beste is nu maar om nog een paar
Weken geduld te oefenen en in dien tus-
echentijd de eenden en eendjes maar rus
tig te laten rondfladderen. Zijn wij wèl in
gelicht, dan ligt het in het voornemen van
den heer Colijn eerst een werkprogram voor
bet nieuwe Kabinet aan het oordeel der
drie rechtsohe fracties te onderwerpen.
Om, als hierop overeenstemming verkregen
wordt eerst daarna personen uit te noodd-
gen tot het bezetten der mkiisterieele pos-
tn.
De opdracht tot de formatie aan den heer
Colijn noemt „Hot Vaderland" uit een con
stitutioneel oogpunt absoluut logisch.
Het zittend ministerie is bij de laatste
stembus niet in het geding geweest, maar
wel de politiek van Colijn. Een politiek,
die toch niet mogelijk geweest ware, alls
hij den steun vam. de bondgenooten niet
had gehad. Dit is zoo onomstootelijk waar,
dat toen de heer Colijn in den stembus
strijd zoover ging, dat hij eindelijk de eer
,van de sluitende begrooting voor zich en
zijne Gideons bende van 16, alias de anti
revolutionaire Kamerfractie, alleen opeisch-
;te, de heer Nolens hem bedaard maar ge
voelig op de vingers tikte, en hem er aan
herinnerde, dat hij zonder hulp van de
bondgenootende RoomschrKatholieken in
de eerste plaats, nooit zijn doel zou hebben
bereikt. En het verwondert ons wei vam de
S. D. A. P., die meer dan eenige andere
partij Colijn tot mikpunt gemaakt heeft van
liane aanvallen en van haren stembusstrijd,
thans te vernemen, dat de Colijnsclie poli
tiek niet zou goedgekeurd zijn door de meer-
denheid der kiezers. Wij betreuren die uit
spraak zeker niet minder dan de S. D. A. P.,
maar ze is er; hel ware struisvogelpolitiek
tc ontkennen.
Naar de overtuigir\£ van het blad zal de
heer Co'lijn spoedig gereed"zijn.
En uit het program waarmede hij als mi?
uister zal optreden, zajl naar wij verwach
ten blijken, daarvoor is hij staatsman, dat
hij met den tegenzin, dien hij hehaaldelijk
zoowel bij de Roomsche als bij de Ghrisle-
iMjk-Historisöhe bonds en ooten 'heeft gewekt,
rekening heeft gehouden.
Het blad spreekt oen wenscli uil, dat hij
bok moge gevoelen, dat het niet aangaat de
minderheid van <16 als quantilé neglige able
te beschouwen, en te begrijpen, dat natio
naal regeeren het beste is.
Bij het eerste voornemen zal hel bericht,
dit de heer Colijn als formateur is aange
wezen, velen hebben bevreemd, meent „De
.Telegraaf'.
Keende, volgens dezen, de tendenz der
verkiezingsuitslagen zich juist niet tegen
den minister vam Financiën, zoodat diens
positie bleek verzwakt?
Ongetwijfeld.
Evenwel: „Ik ben geslagen, doch niet
verslagen, dus houd ik voll"
deze woorden legden wij den heer Colijn. op
8 dezer,in den mond. En, nu handelt hij er
liaar, daartoe geroepen door de Kroon.
Deze reep der Kroon is zeer wel te ver
slaan.
Slaagt deze opdracht, dan blijkt de rech
terzijde. niet essentieel veranderd.
(Wel kunnen er gracLueele wijzigingen
'aian het lacht komen, doordat het nieuwe
(kabinet-Colijn, dn overeenstemming met den
verkiezingsuitslag,, wat meer vooruitstre
vend of wat gematigder conservatief van
programma en samenstelling is. Maar, hoe
Soepel en coulant de heer Colijn ook zij,
het blijft dam niettemin een kabinet-C o-
1 ij n. De leuze dier democratische R. Katho
lieken, om een dergelijk kabinet onder geen
voorwaarde te aanvaarden, bleek daarmee
verijdeld, de democratische gedachte, bin
nen de coalitie dus zeer zwak.
Slaagt de heer Colijn niet, dam is dit
een bewijs, hoe de nieuwe kahinelsconstiuc-
tie op een staatkundig geheel andere
basis, zij het vermoedelijk nog op het ter
rein der coalitie, moet berusten, dan die
van het demissionnaire ministerie Ruys
Colijn, hoe er dus wel een essenlieele ver
andering ter rechterzijde ingetreden is.
In het eerste gevail Colijn vormt een
kabinet blijkt de staatkundige beteeke-
nis der slemmenverschuiving naar links vrij
onbelangrijk. In het tweede geval Colijn
vormt geen kabinet blijkt deze daar
entegen zeer groot, zelfs de rechterzijde
doordringend.
Het blad herinnert eraan, dat dezer da
gen de meer behouden-R.-K. bladen een
kabinet-Colijn niet, de heer radicale wèl
ongunstig gezind zijn, terwijl hot nog lang
niet zeker is, dat de Christ.-Historischen
den heer Colijn als premier zullen aanvaar
den.
„De Tijd" spreekt de verwachting uit,
dat de Katholieke fractie den door de Ko
ningin aangewezen formateur met vertrou
wen zal tegemoet treden.
De trouw aan een goede traditie vergt
reeds, dat onze partij, die in andere om
standigheden zelfs het naar links georiën
teerde kabinet-Cort van der Linden loyaal
heeft gesteund, thans, nu het een man van
rechts geldt, in loyauteit niet zal tekort
schieten. Wij ontveinzen ons niet, dat er
katholieken zijn, die het optreden van den
heer Colijn als premier niet mei bijzondere
geestdrift zullen begroeten. Al of niet onder
de suggestie van de hatelijke campagne, die
in de afgeloopen maanden meer nog tegen
den persoon van den heer Colijn dan tegen
het beleid van het Kabinet is gevoerd, mee-
nen sommigen, dat de volksverbeelding
nieuwe mannen vraagt. In het politiek leven
spelen inderdaad psychologische factoren
een niet onbelangrijke rol, waarmede zelfs
de nuchtere staatsman dient te rekenen, en
wij begrijpen dan ook volkomen, dat er ter
rechterzijde velen zijn, die naast den heer
Colijn als Minister van Financiën, een pre
mier willen zien optreden, waarvan men
mag verwachten, dat hij zoo noodig een
matigenden invloed zou doen gelden.
Doch deze vraag is thans niet meer aan
de orde. De knoop is doorgehakt, dc heer
Colijn is als kabinetsformateur aangezocht
en men kan nu slechts hopen, dat hij èn bij
de keuze zijner medewerkers èn door de
samenstelling van zijn program hel bewijs
levert, dat de psychologische bezwaren te
gen zijn premierschap allen grond missen.
Overigens acht het Katholieke blad voor
het optreden van den heer Colijn wel iets
meer te zeggen dan een paar Katholieke
bladen willen doen gelooven.
Men verliest o. i. te veel uit het oog, dat
de heer Colijn als Minister van Financiën
in zeer ongunstige omstandigheden is op-
gelreden. Tn een korte periode heeft hij veel
onaangenaam werk opgeknapt en de billijk
heid eischt nu, dat hem ook de gelegenheid
gegeven worde, dat werk te voltooien niet
alleen, maar ook de opbouwende taak,
waarvoor de grondslag door gezonde finan
ciën is gelegd, aan te vatten. Van den heer
Colijn verwachten wij de verwezenlijking
van het R.-K. Verkiezingsprogram. Voort
gezet herstel van het financieel evenwicht,
het sluitend maken van de begrooting op
een lager peil, verlaging van de belastingen,
die op groote gezinnen drukken of de kapi
taalvorming verhinderen; handhaving en
doorvoering van de financieele gelijkstel
ling op schoolgebied en van de christelijke
beginselen in de huwelijkswetgeving; be
vordering van de vredesgedachte, ziedaar
enkele billijke wenschen, waaraan een
rechtsch Kabinet kan en moet tegemoet
komen.
Dat onder het bewind van den heer Co
lijn de reactie hoogtij zou vieren, daar
van gelooft „De Tijd" niets.
Integendeel. Wij zien in hem den man,
dié als oud-Minister van Oorlog met kennis
van zaken de militaire departementen lot
bezuiniging kan dwingen, zonder dat de
weerkracht daardoor wordt geschaad. Ons
legercontinent is niet te groot, de diensttijd
is niet te lang. maar als men de uitgaven
voor dit kleine legertje vergelijkt met wat
de weermachten den tijd, toen meer dienst
plichtigen voor langeren tijd werden opge
roepen. heeft gekost, ontkomt men niet aan
den indruk, dat, alle prijsstijging in aan
merking genomen, er nog heel wat te be
zuinigen valt, zonder verzwakking van het
leger.
Was, vraagt „Do Residentiebode", de Ka
tholieke Kamerfractie unaniem overtuigd,
dat ondanks gemeen overleg bij de partijen
van rechts een kabinet-Colijn als het meest
gewenscht moest worden erkend?
Maar het onmogelijke wil niemand.
Maar wij weten, dat zelfs de meening
van de Katholieke fractie niet eens is ge
hoord. Men krijgt heel sterk den indruk,
dat de leider der anti-revolutionaire partij
aan de beide andere rechtsche fracties een
voudig het mes op de keel heeft gezet en de
medewerking van de anti-revolutionaire
Kamerfractie absoluut heeft gebonden aan
een kabinet-Colijn. Daar viel niet meer over
te spreken, daar waren geen fractieverga
deringen voor noodig, wilde men een
rechtsch kabinet, dan was de eenige moge
lijkheid. dat men een kabinet-Colijn accep
teerde.
Dit zou dan een da capo zijn van de
anti-revolutionaire politiek van October
1923, toen men op die wijze een kabinet-
Kooien onmogelijk maakte.
En als zoo de situatie is, dan hebben we
hier geen Regeering te verwachten als het
resultaat van gemeen overleg tusschen de
drie rechtsche partijen en kan van een ver
trouwelijke sa mtfl werking tusschen deze
regeering en de 54 leden van de rechtsche
fractie moeilijk sprake zijn.
Intusschen wacht „De Rsb." nu de beoor
deeling af van liet werkprogram van den
heer Colijn door de Katholieke Kamer
fractie.
Gaat de Katholieke fractie met dit pro
gram mee, dan zullen wij de laatsle zijn
om ons te blijven verzetten, ai blijven we
wat nu gebeurd is betreuren, vooral om
psychologische redenen, die wellicht a.s.
Zaterdag hun invloed reeds zullen doen
gelden.
En verder wachten wij nu de komende
dingen af, vooral aan wie de portefeuilles
van Financiën. Onderwijs en Arbeid worden
toebedeeld,
Ei3ch van het oogenblik is aldus „Het
Centrum" een rechtsch ministerie, waar
in ook de Katholieken voor een belangrijk
deel zitting zullen hebben, wat dan vanzelf
insluit, dat ernstig rekening zal worden ge
houden met de wenschen en programpunten
door de R.-K. Staatspartij vóór de stembus
geformuleerd. m
Onze kiezers hebben daarop rocht.
De overeenstemming tusschen de recht
sche partijen op voorname punten van
Staatsbestuur en inzake de principieel te
volgen lijn lijkt ons groot genoeg om spoe
dig een oplossing der crisis te doen ver
wachten. beantwoordend aan de overigens
niet geringe eischen, welke ook voor de
eerstkomende jaren aan het politiek beleid
worden gesteld.
„Het Huisgezin" betoogt, dat de heer Co
lijn door velen, ongetwijfeld niet de eerst
aangewezen© i9 geacht.
Men moge ander3 gewenscht en anders
verwacht hebben, met do mogelijkheid van
den heer Colijn als kabinetsformateur en
minister-president moest rekening worden
gehoudpn.
Zij behoorde tot hetgeen gebeuren kon,
gegeven dat men een rechtsche coalitie
heeft en de katholieken, welde sterkste,
doch slechts één der partijen van de rech
terzijde, geen recht kunnen laten gelden,
voor de derde maal den minister-president
te leveren.
Over het feit van een niet-katholiek ka
binetsformateur i9 heen te komen.
Het is trouwens de hoofdzaak niet.
Als hoofdzaak noemt het katholieke
orgaan:
Wie zullen, aangenomen dal de heer Co
lijn slaagt (slaagde hij niet, dan ware dit
een niet onbedenkelijk teeken voor de een
dracht en de goede verstandhouding aan de
rechterzijde), zijn medewerkers zijn en,
vooral, wat zal het regeeringsprogram in
houden
Ten opzichte van de medewerkers denkt
het blad niet het eeret aan het aantal por
tefeuilles, dat aan katholieken zal wonden
toegekend, maar aan den geest die hen zal
bezielen; aan het hout waaruit ze zijn ge
sneden.
..De Volkskrant" stelt de vraag, waarom
zij niet begint met de hoop op te geven, dat
het kabinet-Colijn een Christelijk èn voor
uitstrevend ministerie zal zijn. Haar ant
woord luidt:
Vooreerst omdat de heer Colijn een ver
standig, ervaren en gewiekst man is, die
geen heil kan verwachten van een onwil
lige, elk oogenblik op springen staande
rechterzijde, die ongetwijfeld zijn voor
deel zal doen met de lessen van het naaste
verleden, welke als een open boek voor ons
liggen.
Op de tweede plaats omdat Nolens de
Zwijger met de opdracht aan den lieer Co
lijn tot kabinetsformatie geen instemming
zou hebben betuigd en zonder dien in
stemming i9 zulk een opdracht nauwelijks
denkbaar indien hij geen zekerheid had,
dat het program, waarvoor de katholieke
Staatspartij in het vuur is geweest, in de
komende wetgevende periode niet alleen
niet als een vodje papier zou worden beje
gend, maar richtsnoer zou zijn.
Dit moge, bij alle teleurstelling, zelfs
wrevel, die opkomt, tot gerustheid strekken.
Ging thans een conservatief-liberale po
litiek worden gevoerd, dan zou het verlies,
straks, niet enkel aan stemmen, te lijden,
zoo groot zijn, dat de S. D. A. P. reden zou
hebben, in plaats van te brieschen, een luid
gejuich aan te heffen: dan eerst zou zij, in
werkelijkheid nu. de oyerwinning hebben
bevochten, dank zij de kortzichtigheid van
den tegenstander.
Het blad neemt voorshands aan, dat noch
de heer Colijn, noch de heer Nolens zoo
kortzichtig zullen zijn.
„Hot Volk" noemt de aanwijzing van
den heer Colijn een -oorlogsverklaring
Ook indien deze opdracht constitutioneel
verdedigbaar is, omdat hij gelijk wij
aannemen mogen steunt op de adviezen
van de leiders der coalitiepartijen, dan zal
dit de heftige verontwaardiging in In cede
lagen van het volk over do daarmee go-
pleegde vervalsching van dc stembus-uit
spraak geen oogenblik verzwakken of te
rugdringen.
Want deze oplossing heeft het volk ge
toond niet te willen.
Vierkant in strijd met een stembus-uit
spraak, die ook naar het getuigenis van de
toonaangevende bladen der rechterzijde* in
demokratische richting wees, oereidt zij een
voortzetting, mogelijk een verscherping
voor van de reaktie, die met den heer Co
lijn eerst recht haar intrede in het kabi-
net-Ruys deed.
Deze opdracht is een oorlogsverklaring
aan de demokratio zij wordt dezerzijds zon
der do minste aarzeling, maar ook zonder
den minsten twijfel aan den uitslag van
den kamp aanvaard Een parlementaire pe
riode van scherpe tegenstellingen cn feilen
strijd gaan wij tegemoetin het parlement
en daarbuiten. Wee hen, die zioh weifelend,
schipperend en plooiend tusschen Colijn cn
ons plaatsen.
Aan Colijn zal de koalitie sterven, wan
neer zij hem niet zeer bijtijds weer uit
werpt.
Waarom Colijn? vraagt het blad:
Wat bewoog tot dezen even plotbeliu^en
en verrassenden als slecht gemol.lveerden
ommekeer? Wij zien slechts cm aanneme
lijke verklaring. Tot een regeermg zonder
Colijn was de anti-revolutionaire partij met.
van zins mee te werkentot een herhaling
van de proef van Ruijs, in zeo gaan met
„den onpopulairsten man in Nederland"
bleek geen der in aanmerking komende
politici der andere koalitiegxoepen bereid:
met zooveel deklast trachten de koalitie-
schuit langs demokratische stroomversnel
lingen en konservatieve zandbanken te voe
ren, leok een al te gewaagde onderneming.
En omdat de koalitie tooh regeeren wil,
bleef er niets anders over dan de leiding
toe te vertrouwen aan den eenigen man,
die een onverzettelijk vertrouwen heeft in
Colijn: (tan Colijn.
Hoe het kabinet verder zal zijn samen
gesteld is bij een premierschap van Colijn
RECLAME.
P. SLliGTEMIOKST 1000
- NIEUWE BIJN 46 -
van vrij ondergeschikt bolang. evenzeer als
de tekst van het program, waarmee het
voor de volksvertegenwoordiging treden
zal. Colijn's naam is con program, waarop
de oud-mimster van financiën in een vorige
parlementaire periode en de 'eider der an
ti-revolutionaire partij gedurende de \er-
kiezingon een toelichting gegeven hebben,
welke althans aan duidelijkheid niets te
wenschen overlaat. Colijn's naam is een
vonnis voor die sociale hervormingen, dat
herstel van onrecht, die maatregelen tor
wederopheffing van wat op kulfureel gebied
in verzakking 19 geraakt. welke na 1 Juli
een meerderheid in de Tweede Kamer vin
den konden.
Daarmee is de aanwijzing van dezen ka
binetsformateur in naam der demokratio
veroordeeld. Daarom zij het optreden dor
regecring, die zijn naam en zijn merk draagt
het sein voor een onvorzoenlijken strijd te
gen de reactie en de machten, die haar
de regeermacht in handen gaven.
„De Nieuwe Courant" schrijft o.m.:
Een opdracht, als die thans aan den heer
Colijn verstrekt wordt, wordt niet gedaan
dan 11a ernstige voorbesprekingen en zoo
H. M. de Koningin gemeend heeft, aldus
te moeten doen, heeft zijf daarvoor haar zeer
gegronde redenen moeten hebben. Uit het
feit, dat de heer %Coli.yn de opdracht aan
vaardde, mag waarschjjtalftk wel opgemaakt
Worden, dat hij in de lange reeks van dagen,
die sedert den len Juli zijn voorbijgegaan,
de kansen heeft berekend en good geacht om
tot de formatie van een nieuw kabinet te
komen. De coalitie-partijen zullen, zoowel
door het niet sterk overwegend c'^fer, dat
haar bö do stembus de overwinning bracht,
als door do oppositie, die reeds nu bij enkele
onierdeelen barer organisatie tegen een
eventueel Kabinofc-€oli>i tot uiting kwam,
wol begrepen hebben ,dat het te verwachten
program niet hetzelfde kan zijn als dat,
waarop het démissionaire Kabinet zijn po
litick dreef. Vóór oen opdracht aan den
heer Colijn pleit in ieder geval net feit,
dat wij dog steeds in de periode der nood
zakelijke bezuiniging zijn .en aan zijn naam
de gedachte van „bezuiniging" zóózeer is
verbonden, dat menigeen z'.ch moeilijk iemand
anders als leidende figuur kan voorstellen
don juist dezen man „mot de sterke hand".
Trouwens, hij acht zijn taak nog niet
afgedaan. £\jn „bezuiniging" is te zwak,
zijn „belasting" is te sterk geworden. Een
sluitende begrooting te maken op grond
van nieuwe belastingen kan ieder wel, die
een volgzame meerderheid in de Kamers
achter zich heeft. Maar de eenige blijvende
bezuiniging te vinden, de eenige, dio ge
zond is cn de toekomst helderder raaakl.
dèt is wat anders. D&t is: de moeilijkheid
oplossen door reorganisatie^ die eenvoudiger,
minder kostbaar is, zoodat posten op de
begrooting verdwijnen of sterk verminderen.
Aldus reorganisafcorisch werken legt de basis
voor begrootingen, die rekening houden met
de werkelijke draagkracht van ons volk.
En dat heeft de heer Col^n, behoudens
zijn greep in den zak der ambtenaren, niet
gedaan en zelfs deze greep was hier en
daar onbillijk en niet te verdedigen.
Zou uit den heer Colijn-Kabinetsformateur
een minister "Colgb voortkomen, dan heeft
hij nog zijn denkbeelden te vervullen, eer
tijds uitgesproken om niet door verzwaring
der belastingen, doch door bezuiniging te
komen tot oen sluitende begrooting, in over
eenstemming met de financieele kracht der
natie. i
Do Kabinetsformateur Colijin zal geen ge
makkelijke taak hebben, wanneer hjj een
Kabinet wil vormen, dat nu eindelijk zai
doen, waarop wjj "met ongeduld wachten,
een politiek voeren, die minder partij-politiek
Uil hel Engelsch van Baronesse ORGZY.
^Geautoriseerde vertaling van A. T.
61)
(En dus werden de woorden nooit lus-
Schen lit®, uitgesproken, ofschoon zij wist,
Üialt hij ze geraden had, omdat hij haar zeer
dicht aan zijn hart drukte dichter mis
schien, dan hij ooit te voren gedaan 'had
on teedcT fluisterde-
„Mijn lieveling, zelfs een oogenblik ge-
Sodea wist ik neg niet hoe lief ik u had!"
Zij verborg haar gelaat aan zijn borst en
fluisterde onhooibaar:
„Maar.itiot genoeg, Jimdaar.,...
.•daarvoor?"
Bn hij antwoordde hoe\ kalm. „Te veel,
fïiijn Lieveling, daarvoor!"
„Jirnl" smeekte zij, „en als ik je zwoer,
dat ik niet zonder je zou kunnen leven?"
„Dan «ou ak mij in het elof neerwerpen
&n uw mooie voeten kussen-, en mij ver-
fc'azon, waarom mij zu'k een g6luk ge
schonken is."
'En terwijl hij zijn lippen dicht aan iiaar
§oren drukte, zeidie hij die iiefkoozende
(.woorden, dio hij al die jaren voor haar in
fijn hart opgespaard bad, en zij voelde, dat
goop haar gelaat gesluierd had on dat het
kw grootste en retnsle liefde was, die de
«Staal van Ei et noodlot deed overslaan,
«m was voor haar verloren door zijn groote
Mefde.
Biltere tranen kwamen in haar oogen,
maar zij trachtte ze niet togen te 'houden;
zij kon haar smart den vrijen loop laten
zij werd niet langer door de hoop in
bedwang gehouden. Daarna konden zij
slechts over het verleden spreken; hun
kindertijd, hun spelen, hun twisten; zijn
jalcerscbheid op Tubal, haar boosheid over
zijn onverschilligheidzij spraken over de
gelukkige dagen te Broughton, en over de
bitsere dagen der laatste drie jaren; en van
dien vreesolijken avond te Daventry en den
afsehuwelijkén dag te Farndon Fields. Het
scheen zoo onbegrijpelijk, dat zij ooft vij
anden hadden kunnen zijn; maair hij had
haar altijd liefgehad, en zij zwoer, dat er
in haar hart altijd een slapende liefde voor
hem was geweest. Herinnert ge u? klonk
het nu en dan van haar lippen; en onder-
daad slaagde hij er één oogenblik in, haar
te doen glimlaohen.
Toen de kolonel een halfuur later zond,
om haar te halen, was zij betrekkelijk kalm
en naim zonder gemor en zonder het minste
verlies van waardigheid zijn bevel aan, dat
de gevangene nu alleen gelaten moest wor
den. Het laatste, wat zij van Jim zag, was,
dat hij" midden, in de (kamer stond, met het
flikkerend ldoht der twee kaarsen achter
hom; zijn lange, slanke gestalte rechtop,
de golvende krullen aan zijn slapen ver
licht, zijn gelaat in de schaduw. Maar zelfs
voelde zij meer dan zij zag den gloed van
volmaakte en reine -blijdschap in zijn oogen
en den gelukkigen glimlach om»de gevoelige
lippen, die zulk een onuitsprekelijke'zalig
heid aan de hare gegeven hadden.
De laatste woorden, die hij Luisterde,
voordat zij hem vaarwel ze 1de, .waren een
cneindrg teedcr: „God neme u in Zijn hoede
mijn lieveling!"
3.
Ofschoon kolonel Scarpe een hard man
was, was hij niet geheel zonder- gevoed;
hij had zeker de gevoelens van een man
van eer en deze leidden (hem er toe, Barham
niet te ondervragen, terwijl hij haar naar
beneden geleidde en toen door de lange
gang naar de deur van (haar vertrekken.
De kerkklok sloeg toen juist middernacht.
Voordat hij voor den nacht afscheid van
'haar nam, nam hij haar ijskoude handen
in de zijne en zeide met kalmen ernst:
„Wees gerust, Mevrouw, dat ik niets zal
doen vór de kom9t van Squire Brent, en
die kan op zijn vroegst binnen zes en dertig
uren hier zijn. Er is dus nog tijd, overvloed
van tijd; en met mijn gebeele hairt wensch
ik, dat gij slaagt."
Zij trok hare hand teruj en ging rustig
haar kanier binnen. Ia de aangrenzende
kamer lag juffrouw Lake, moede van het
wachten op liaar meesteres, te bed in di-ep-
sten slaap. Barbara maakte (haar niet wak
ker zij had geen plan om maar bed te gaan.
Zij wilde denken en God bidden. O! bidden
voorat, als God in Zfjn hemel 'haar maar
wilde liooren.
HOOFDSTUK XI.
Generaal Pairfax. -
1.
Drie uren later, bij het aanbreken van
den dag en toen de afnemenden maan nog
lichtgekleurd en geheimzinnig aan den
doorschijnonden hemel stond, werd Top
coat, de herbergier van de „Four Alls", in
het dorp Long Campion, uit den slaap ge
wekt dooreen luid geklop aan zijn deur. Hij
9^>rong uit bed en stak zijn alorddg hoofd
uit het open raam, en vib reer verbaa«d
door een vrouwenstem luid en gebiedend
■toegang te hóoren vragen. Op dit uur, vraag
ik u. Topcoat was in liet eerst zeer beslist,
vooral toen de nachtelijke bezoekers ver
klaarden, dat zij generaal Fairfax wenschten
te sproken. Hiervan was natuurlijk geen
sprake.
Topcoat, met zijn harige, gespierde armen
op het raamkozijn leunend en zijn rond en
hoogrood gelaat naar voren gebogen, ver
telde den *tand van zaken kort en bondig.
„De generaal," zeide hij, „was tot een
paar uren geleden wakker. Den gehcvlen
dag marclieeren, den hee'en avond leztn.
dan mag -hij toch zeker wel den nacht heb
ben om te slapen."
„De generaal," antwoordde een der be
zoekers, „zal u streng stiaffen, heer waard,
omdat gij mij durft tegenhouden, als ik met
hem verlang 1e spreken. Zeg hem dadelijk,
dat Mevrouw Barbara Fiennes op dit uur
van het kasteel Broughton is gekomen, en
dat haar boodschap er een van leven cn
do.xL is."
De goede waard had nu wel bemerkt, dat
ctaze gebiedende, nachtelijke bezoekster in
derdaad een zeer deftige dame was. Zij
sprak als iemand, die gewend is gehoor
zaamd te worden, en dan, had zij in haar
hand een beurtf, die zij nu en dan onder
het spreken liet rinkelen, en de ooren van
Topcoat waren zóó afgericht op het rinkelen
van geld, dat hij altijd met gesloten oogen
zeggen kon of het goud of zilver was, dat
het aangename geluid maakte. En ditmaal
was het buiten twijfel goud, cn daarom
iets, waarvan men zich niet zoo licht kon
afmaken. En du; na blijkbare aarzeling
verdween het ronde, roode gezicht met den
verwarden haarbos van het venster boven,
en weldra klonk een gerinkel van sleutel
een gekletter van ketting,n en grendels, en
Topcoat stond in het kleine voorportaal van
zijn huis met de deuren wijd open en ver
zocht de dame binnen te komen.
De beurs, dae op zijn minst vier goude>n
souverienen bevatte, wac. zijn belooning. Hij
nam ze aan met smakkende lippen.
„Het is het beste, dat u zelve naar boven
gaat, Mevrouw," zei hij nu, heel beleefd,
„want dan maakt hij mij geen standje. Hij
is dezen heelen nacht niet naar bed ge
weest; er heeft al den tijd licht gebrand,
en zat te lezen of wat anders te doen. U
most maar naar boven gaan, Mevrouw. Hel
is de deur aan uw rechterhand, als u die
trap opgaat.
Voordat zij naar hoven ging. keerde Bar
bara zich om en stak haar hand toe aan
haar metgezel.
„B ste Mudge," zei zij vriendelijk; „ge
ziet, dat wij aangekomen zijn."
Mudge nam de hand eerbiedig en hield
ze tiKSchen zijn ruwe handen, zooals hij
een heilig voorwerp zou gedaan hebben.
„Moge God u de rechte woorden in den
mond leggen, Mevrouw." zei -hij; „de ge-
-heele streek zal uw naam zegenen, zoo ge
iels voor Jonker Jinv kunt doen."
Barbara had hem vroeg in den morgen
uit den slaap gewekt; hij had zijn paard
gezadeld en haar op haar verzoek vergezeld
zonder tegenwerpingen te maken of iéts 1
vragen. Toen zij de ingeving kreeg, om
generaal Fairfax te gaan opzoeken, waren
•haar gedachten dadelijk naar Mudge g?-
gaan..
IWordt vervolgd).