De Hand met het Litteeken. No. 20038. LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 9 Juli Tweede Blad. Anno 1925. GEMEENTEZAKEN. FEUILLETON. i i Benoemingen en ontslag. Ter benoeming van een commissaris der Stedelijke Bank van Leening. ter vervulling Tan de vacature, ontstaan door de perio- dieke aftreding van rar. P. M. Trapman .Wordt na raadpleging van Commissarissen j r volgend dubbeltal den Raad door B. en aangeboden: lo. mr. P. M. Trapman; So. mr. A. W. J. van Vrijberghe de Coningh. Voor de benoeming van een Stadsgenees heer voor het tijdvak van 1 Juli 1925 j Juli 1926 wordt door B. en W. aanbevo len dr. J. C. M. Timmermans. Voort3 wordt door B. en W. voorgesteld om aan den heer P. A. R. J. Bom op diens Verzoek met ingang van 1 Sept. a.s. eervol óntslag te verleenen uit zijn betrekking van •onderwijzer aan de opleidingsschool voor j. 1. o. aan den Maresingel B. Overname van grond. 1 In verband met de verdere bebouwing aan de Verlengde Groenoordslraat. is het noodig dat het gedeelte van die straat vóór oc te bouwen woningen, kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie K, No. 3756, in eigendom aan de gemeente overgaat. Hetzelfde geldt voor een 9tukje grond, ka dastraal bekend gemeente Leiden, Sectie O, No. 1176" (gedeeltelijk"), ten aanzien van de bebouwing aan de Nicolaas Beetsstraat. B en W. stellen nu voor deze strooken grond ter grootte van pl.m. 26 c.A. zonder eenige kosten op de gebruikelijke wijze in eigendom en onderhoud voor de gemeente te doen overnemen. Verder wordt door B. en W. voorgesteld om in verband met de naderende voltooiing van de bebouwing benoorden den Lagen Rijndijk te besluiten tot overneming zonder betaling van koopsom strooken grond en water deel uitmakende van de perceelen Sectie K nis 568 tot en met 581 en voorts pm ten behoeve van de verbreeding van het zuidelijk gedeelte der Driftlaan, met de jaarbij behoorende slooldemping en riolee- ïing een bedrag van f 8500 ter beschikking Van T3. en W Ie stellen. Verkoop van grond. B. en W. geven den Raad in overweginr te besluiten tot verkoop aan prof. dr. F ttuller Jzn. van een gedeelte grond op het Raamland grenzende aan de Westzijde en Zuidzijde van den bij raadsbesluit van 9 Maart 1925 aan hem verkochten grond, jtoor zoodanig bedrag, dal voor het vroeger Verkochte perceel Sectie M. 4226 en den te yerkoopen grond een gemiddelde prijs van i 9.50 wordt onlvangn en verder onder de voorwaarden, welke verbonden zijn aan den verkoop van het evengenoemd perceel Sectie M. 4226. Praeadvies inzake de verhuring van rietland. In handen van B. en W. was gesteld een verzoek van H. Geugjes», te Oegstgeest, om van de gemeente te mogen "huren eei perceel rietland, gropt -100 vierk. M., nabr het Poelmeer, en een gedeelte wateropper vlakte van het Poelmeer, groot 112 vierk M voor een som van f 50 per jaar. B. en ,W. lK-bben adressant bericht, dat zij bereid waren te bevorderen, dat bedoeld rietland hem verhuurd werd voor f 100, teiwijl hel innemen van evengenoerad wateroppervlak ten behoeve van een woonschuit zou moeten worden vergoed met f 50. Nn de heer Geug jee daarop niet wil ingaan, stellen B. er W den Raad voor afwijzend op boven ver meld verzoek te beschikken en de afdoe ning verder aan hun College over te laten Opnieuw vaststelling der verordening tot heffing van schoolgeld. De verordening lol heffing van schoolgeld j yoor het lager onderwijl is door de Kroon aledils tot 1 Septemder as. goedgekeura %zocdat het derhalve noodig is tijdig een nieuwe schoolgeldregeling vast to stellen en ter goedkeuring in te zenden. Aangezien de tegenwoordige verordening op 11 Aug 1921 is vastgesteld, bestaat er volgen* B. en B geen voldoende aanleiding thans reeds ècn verandering van het schoolgeldtarief in .Óverweging te nemen, te minder nu ver moedelijk binnen afxienbaren tijd de hef- i Éng van schoolgeld voor het lager onderwijs I toch weer onder de oogen zal moeten wor den gezien. Immers oen ontwerp van wet is ingediend, waarbij wordt voorgesteld art 88 der Wet op de Inkomstenbelasting 1914 in dien zin te wijzigen, dat het belastbaar inkomen wordt verminderd met f 300, latei gewijzigd in f200 voor ieder kind (thang varieert die aftrek van f 100 lot f 200 per kind! en bovendien nog met f 200 voor ge<- huwden. Het behoeft geen betoog, dal deze aftrek sommen invloed zullen uitoefenen op de opbrengst van het schoolgeld en dat, wil men althans dezelfde bate voor de gemeen te-kas behouden, bij tot-sland-koming vaf de bovenbedoelde wetswijziging het school- geldlarief zal moeten worden gewijzigd. Hoe dit ook zij, in elk geval schijnt B. en W. voor wijziging van dat tarief thans de tijd nog niet gekomen. Mitsdien geven zij in overweging de ver ordening tot heffing van schoolgeld voor het Lager Onderwijs in de gemeente Lei den onveranderd opnieuw vast te stellen, evenwel met dien verstande, dat artikel 14 dier verordening woTdt gelezen als volgl: ,,Deze verordening treedt in werking op 1 September 1925, op welke dalum de ver ordening van 11 Augustus 1924 tot heffing van schoolgeld voor het Lager Onderwijs in de gemeente Leiden vervalt." Toekenning van een vergoeding aan het bestuur van hei gesticht „De Voorzienigheid" Blijkens mededeeling van B. en W. ligt het in de bedoeling van bovengenoemd schoolbestuur om de schoolgebouwen aan de Krauwelsteeg, welke geheel onvoldoende zijn, te doen vervangen door één gebouw, waarin op de verdieping twee scholen voor gewoon lager onderwijs zullen worden ge huisvest, en op den beganen grond, behalve een gemeenschappelijk gymnastieklokaal, nog twee afzonderlijke bewaarscholen. Aangezien hel gebouw niet uilsluitend be- slemd zal zijn voor gewoon lager onderwijs, mogen in het onderhavige geval niet op de gewone wijze gelden ter beschikking van het schoolbestuur worden gesteld, maar heft, na voltooiing van den bouw, overeen komstig ar. 84 der Lager Onderwijswet 1920 taxatie plaats van het voor heb geven van lager onderwijs bestemde deel van het ge bouw. Van het getaxeerde bedrag wordt dan de in dat artikel bedoelde jaarlijksche vergoe ding afgeleid. Vermits het schoolbestuur de wettelijke voorschriften in acht heeft genomen geven B. en W. in overweging om te besluiten aan het bestuur van het gesticht ,,De Voor zienigheid", alhier, een vergoeding toe te kennen, zooals deze door art. 84 der L.O.- wet 192o wordt voorgeschreven. Vernieuwing en verplaatsing der Janvossenbrug, enz. In de memorie van antwoord op hel sectieverslag nopens de begrooting voor he jaar 1924 werkten B. en W. reeds op, dat vernieuwing van de Janvossenbrug dringend noodig was en stelden zij de indiening van een daartoe strekkend voorstel mitsdien it uitzicht. Inderdaad vormt de tegenwoordig' Janvossenbrug meer en meer een der groot ste hinderpalen voor het scheepvaartver keer. zij kan immers slechts gepasseerd worden door schepen met ©en maximum- breedte van 5.80 M. en met geen grooleren diepgang van 2.45 -r N.A.P. Dat daarbij ook voor het verkeer te land de Janvossen brug ten eenenmale onvoldoende is, be hoeft hier wel geen nader betoog. Zelfs inoest zij met bet oog op den slechten toe stand, waarin zij verkeert, reeds sedert eenige jaren voor alle rij verkeer met voe. tuigen worden afgesloten. De plannen lot verandering van de Jan vossenbrug zijn inlusschen niet in den laat- sten tijd ontstaan, doch dateeren reeds van 1906, in welk jaar B. en W. zich tegenover het gemeentebestuur van Katwijk bereid verklaarden een verwijding onder meer van de Janvossenbrug te bevorderen ten behoeve van de verbetering van den waterweg IJmuidenKatwijk aan Zee. Na velerlei onderhandelingen besloot de Raad daarop in 1915 tot verwijding o.a. van de Janvossen brug overeenkomstig den wensch van ge meente Katwijk over te gaan; van de daar aan verbonden kosten zou 91 pet. voor rekening van de gemeente Katwijk en de rest voor rekening van Leiden komen. De plannen tot vaartverbelering en ha- venaanleg van de gemeente Katwijk zijn evenwel in verband met de sindsdien ver anderde tijdsomstandigheden niet verwe zenlijkt en zullen waarschijnlijk ook voor- loopig niet tot uitvoering komen. Echter zal de verbetering van de Janvossenbrug'daar- op naar de meeniög van B. en W. niet kunnen wachten. De toestand van deze brug is immers in den loop der jaren zoodanig geworden, dat niet meer in hoofdzaak kan worden volstaan met een vergrooting van de doorvaarlwijdle ten dienste van het scheepvaartverkeer, doch dat algehcele vernieuwing, ook in het belang vain het ver keer te land, noodzakelijk is geworden. Al leen bij vervanging van de bestaande, zeer onsoliede, brug door een nieuwe, is een af doende verbetering te verkrijgen. De constructie en de afmetingen van de nieuwe brug zullen in hoofdzaak overeen kunnen komen met die van de onlangs vol tooide Singelbrug; de brug zal dan worden een electrisch bewogen ijzeren ophaalbrug, met een doorvaarlwijdle van 8 M., <L i. de zelfde wijdte, weljje ook de Pauwbrug thans heelt, en een breedte van 7 M., waarvan 5 M. rijvlak met aan weeTS-zijdien een trottoir ter breedte van 1 M. Hot verdient aanbeveling'de nieuwe Jan vossenbrug niet op dezelfde plaats te bou wen, waar zich thans de oude brug bevindt. De afritten naar den Ouden Singel loch zouden dan even moeilijk en steil blijven als nu het geval is, omdat ter plaatse de ruimte voor het maken van flauwe hellin gen ontbreekt en voor voertuigen geen ge legenheid beslaat om de brug gemakkelijk en zonder gevaar op- cn af te rijden. Ook de Janvossensteeg, die bij de Oude Vest slechls C M. breed is, zoa een zeer gebrekkigen toe gang lot de nieuwe brug vormen. Het komt" B. en W. derhalve, met de Commissie van Fabricage, gewenscht voor, de brug Oost waarts te verleggen tegenover de Gedempte Voldersgracbt en de Volmolengracht. Als dan zal de brug tevens meer in het midden van den afstand Marebrug-Pauwbrug ko men te liggen Met deze bruglegging dient, gelijk ook aan de Commissie van Fabricage bij nader on derzoek gebleken is, demping van de Vol molengracht tol aan de Laugegradht ge paard te gaan. Aan deze demping toch zijn verschillende voordeelen verbonden, waar op hier in hel kort do aandacht moge wor den gevestigd. In de eerste plaats wordt aldus voorko men liet maken van een doodloopende gracht, welke zou ontslaan, indien de Vol- mo'lengracht werd afgesloten en die al spoe dig zou gaan vervuilen. Uit een gezond heidsoogpunt is het van groot belang, dat in hel midden van de stad een dergelijke on- gewenschte toestand niet ontstaat. Vroeg of laat zou die toestand toch verbetering eischen, doch zulks zou dan naar alle waarschijnlijkheid aanmerkelijk meer on kosten vergen, dan nu, indien de demping een onderdeel van het geheele weTk vormt Tevens bespaart men door directe demping de uitgaven voor den walmuur, die anders noodig is voor het afsluiten van hel Zuide lijk uileinde van de Volmolen grach t. De walmuur tot afsluiting van de Langegracht kan daarvoor in de plaats treden. Ook brengt demping van dc Volmo'en- gracht de mogelijkheid mede om behoor lijke opritten naar de nieuwe Janvossen brug te maken, terwijl, ook al zag men at van algeheele demping, toch in ieder geval de Lakcnbrug (Oude SingelYoiniolen- gracht) opgeruimd en het voorste gedeelte der Vol molen gr acht gedempt' zou moeten worden, maar dan ter plaatse niettemin de toestand onbevredigend zou blijven. Ten slotte wordt door demping van de YdlmolengracM de beschikking verkregen over een slraatoppervlakte, die b.r., als marktterrein te zijner tijd goede diensten zou kunnen bewijzen. Aan de ligging van de brug in liet ver lengde van de Gedempte Voldersgracht en de te dempen Vol molen gracht zijn derhalve belangrijke voordeelen verbonden, die naar het oordeel fan B. en W. zeker opwegen le gen de hoogere kosten in vergelijking met het bouwen van de brug tegenover de Jan vossensteeg. De kosten van een nieuwe brug terzelfder plaatse, alls waar zich thans de Janvossen brug bevindt, worden op pl.m. f 60.000 be groot, terwijl mei het leggen van de brug tegenover de Yolmolcngrachl naar raming in totaal f 70.000 k f 75.000 gemoeid zal zijn. De algeheele demping van genoemde gracht vordert een uitgave van globaal ge raamd, f26.000, zoodat uitvoering van liet geheele werk ongeveer f 96.000 k f 101.000 zal kosten. Echter mag met reden worden verwacht, dat het Provinciaal Bestuur wegens de ver grooting van de doorvaarlwijdle der Jan vossenbrug lot 8 M. bereid zal zijn in de kosten daarvan een bijdrage te verleenen, welke, gelet op do in andere gevallen toege kende subsidie's, vermoedelijk ongeveer f 10.000 zal beloopen. Terstond na aanne ming van hun voorstel zullen B. en W. te dezer zake tot de Gedeputeerde Staten der provincie wend-en. De rn 1915 met de gemeente Katwijk ge troffen regeling, volgens welke Katwijk 91 pet. van de brugvernieuwingskoslen zou dragen, zal evenwel, wat de Janvossenbrug betreft, voorshands geen toepassing kunnen vinden. Het gemeentebestuur van Katwijk toch stelt zich op het standpunt, dat sedert tien jaren de omstandigheden aanmerkelijk veranderd zijn, in dien zin, dat eenerzijds de Katwijksche plannen tot op heden slechts gedeeltelijk tot uilvoering zijn kunnen ko men, anderzijds de Janvossenbrug in zooda- nigen toestand verkeert, dat thans Yeeleer het belang van Leiden lol vernieuwing dier brug noopt. Katwijk is derhalve van mee ning, dat ten gevolge van de gewijzigde om standigheden aan de oorspronkelijk gedane toezegging geen kracht meer kan worden toegekend en het is mitsdien niet bereid aan Leiden in het onderhavige geval een bij drage van 91 pel. van het destijds geraamde bedrag, t. w, pl.m. f 32.000, le verleenen. Inlusschen verklaart het gemeentebestuur van Katwijk zich, behoudens goedkeuring van detfi Gemeenteraad, bereid in de kosten van de vernieuwing der Janvossenbrug. cn van verbreeding van de doorvaarlwijdle lol 8 M. bij le dragen 10 pet., lot een maximum van f 7500, evenwel onder voorwaarde, dat Leiden zich verplicht geen nieuwe bruggen over het le veihetercn vaarwater te leggen zonder goedkeuring van Katwijk, terwijl de bedoelde bijdratge evenlueel eerst opeisch- baar zal zijn, wanneer tot de uitvoering van het plan tot aanleg van een berghaven en •lot verbetering van den waterweg Umua- denKatwijk aan Zee zal worden overge gaan. liet komt ook B, cn \Y. voor, dat een bij drage van Katwijk op grond van de rege ling van 1915 voor de Janvossenbrug be zwaarlijk zal kunnen worden verkregen, aangezien aan de feitelijke argumenten, door Katwijk aangevoerd, inderdaad zekere waarde niet kan worden ontzegd. Maar le vens zijn zij van gevoelen, dat het beter is op de laatste bereidverklaring van het ge meentebestuur van Katwijk niet in te gaan. Zooals de omstandigheden thans zijn. be hoort immers Leiden vrij, althans van de gemeente Katwijk niet afhankelijk, le zijn, om binnen zijn grondgebied ten allen tijde die openbare werken te doen uitvoeren, welke het in zijn belang noodig acht. Waar nu aan de" betaling van de laatstelijk toe gezegde bijdrage, die bij de totale kosten vergeleken bovendien tamelijk gering is, oen met gemeld beginsel strijdige en mits dien voor Leiden bezwarende voorwaarde verbonden is en het tijdstip dier betaling daarenboven nog uiterst onzeker mag wor den genoemd, daar meenen B. en W., dal bet raadzaam is, op de door Katwijk nader voorgestelde regeling niet in le gaan en zoo doende „baastin eigen huis" le blijven. Zij merken nog op. dat met de bedoeld- demping zal moeten worden gewacht tot na de vernieuwing van de koelwalerleiding der Centrale, omdat tijdens die vernieuwing, welke ongeveer vier mjyindon zal vorderen, de Centrale lijdelijk het benoodigde koelwa» ter via de Yolmolengrachl uit den Ouden Singel moei betrekkon. Ten slotte zij medegedeeld, dat bij verleg ging van de Janvossenbrug wellicht de vischmarkt op de Voldersgracht verplaatst zal moeten worden. Zoo noodig. zullen B. cn W. le zijner tijd een voorstel aanhangig maken in zake de wijzigingen, welke in verband met de veranderde situatie in de desbetreffende verordening bchooren le worden aangebracht. lm verder de wonsclialijkheid te hebben bopleU om in verband met dit voorstel ook de uitdieping van den Kieuwen Rijn door de stad te bevorderen, geven II en W in overweging: a. Ten behoeve van de vernieuwing van de Janvossenbrug en de verlegging van deze brug tegenover de Gedempte Voldersgracht en de Volmolengracht, zoomede ten behoeve van de demping van de Volmolengracht, een bedrag van. in ronde som, f 100.000 le hunner beschikking (e stellen; b. Een bedrag van f 75800 ter beschik king te stellen, te vinden uit leening en uit de gewone middelen af te lossen in 10 ja ren, telkens voor 1/10 gedeelte, te beginnen met het jaar 1925. ten behoeve van de uit dieping van den Nieuwe Rijn lussclien het RijnSchiekanaal en de Singelbrug cn de daarmede gepaard gaande vernieuwing van de walbeschoeiing, op den post voor „On voorziene Uitgaven", dienst 1925, waarvan f 7580 moet worden afgeschreven, is nog f 239337 beschikbaar; c. te besluiten, dal op de begrootingen voor de eerstvolgende jaren telkens een be drag van pl.m. f 2000 zal worden uitgetrok ken voor het uitvoeren van diepwerken in het vaarwater binnen deze gemeente ter plaatse, waar zulks naar liet oordeel van het College noodig is; d. Het adres van de Kamer van Koop handel en Fabrieken voor Rijnland bier-, mede al9 afgedaan te beschouwen. Verscherping van het rookverbod voor kinderen. De Oudcrcommissic van de school Duiven bodestraat B heeft zich tot don Raad ge wend met het verzoek de verordening tot beteugeling van bet gebruik van tabak door kinderen in dien zin aan te vullen, dat het aan kinderen beneden den leeftijd van 14 jaar verboden wordt, op den openbaren weg of op een voor het publick toeganke lijke plaats tabak, sigaren of sigaretten te rooken. Een tweetal Oudercommissie^ beeft aau dit verzoek adkaesie betuigd. Naar aanleiding van dit adres, door 15. on W. in handen van de Comm. voor de Strafverordeningen gesteld, herinneren zij er aan, dat deze Commissie, wier meerder heid vóór het strafbaar stellen van liet roo ken op straat door kinderen was, in 1922 een voorstel in den geest als thans door de adressante aangegeven, bij den Raad heeft ingediend. Het is bekend, hoe ua krachtige bestrijding in den Raad, dat voorstel inet 14 tegen 13 stemmen verworpen werd en hoe dientengevolge thans wel met - straf wordt bedreigd de verkooper van tabaks artikelen, die in do uitoefening van liet beroep tabak, sigaren of sigaretten aan kinderen beneden dg. veertien jaren ver koopt, zoomede ieder, die op den openba ren weg of op een voor het publiek toegan kelijke plaats aan zulk een kind sigaretten, sigaren of tabak verstrekt, maar het kina zelf wegens het rooken op straat tot dus verre in deze gemeente niet strafbaar is. Evenals in 1922 is de meerderheid van de Commissie ook thans van oordeel, dat, gelet op den omvang dien het rooken door kinderen ondanks de bestaande verbodsbe palingen heeft aangenomen en op de ver keerde gevolgen, door dit rooken veroor zaakt, de vaststelling van een rookverbod voor kinderen wenschelijk is en dat er mits dien alle aanleiding is, om op het verzoek van de Oudercommissic in te gaan. Daartoe kan gebruik gemaakt worden van de bepa lingen, in 1922 voor gelijk doel ontworpen. De minderheid van de Commissie kan -zich met het gevoelen der meerderheid niet vereenigen. Hoewel ook zij het rooken door jeugdige personen afkeurenswaard lacht, meent zij, dat tegen dit euvel niet door de gemeentelijke overheid, doch door de ouders en opvoeders moet worden opgetre den. Dit voorkomt tevens, dat kinderen deswege reeds op jeugdigen leeftijd met den strafrechter in aanraking komen, het geen dc minderheid hoogst ongewenscht vindt. Overeenkomstig hot gevoelen der meer derheid van dc Commissie voor de Straf verordening wordt alsnu het rookverbod voor kinderen aan den Raad ter goedkeu ring onderworpen Uit het .Engelsch" van Baronesse ORCZY. /Geautoriseerde vertaling van A. T. U) Hij ging niet. Hij kon niet gaan; wa-t zij door de reet in de deur gehoord bad, was fflechts een deel van een nachtmerrie, die zijn eerste woord verdrijven zou. Maar hij maakte geen beweging, geen leeken, spra-k óok geen woord, en zij zeidie voor den der den keer. nu met een volkomen vaste stem: 5 >.Ge gaat niet -heen, Jirn"; en zij voegde er vastberaden bij, „niet voordat ge mij ge- ®®8>d hebt, wat dit alles beteekent." jjachtte op zijn antwoord, terwijl een goffe stille in de kamer scheen te hangen. Zij bewoog zich niet, en hij stond een paar •dhreden van haar af, met gebogen hoofd en neerhangende armen. De minuten gingen voorbij- Zij kon zijn gelaat niet zien, omdat htt licht achter liem was- een enkele kaars the even flikkerde in den tocht. Ziende dat hij hardnekkig bleef zwijgen, zei zij »p meer gebiedenden toon: „Zeg het mij, Jim „Er is niets om u le zeggen. Mevrouw," Zeide hij eindelijk, en blijkbaar kostte liet spreken hem moeite, „behalve dal ik heenga" „Waarheen?" vroeg zij. Hij haalde zijn schouders op. geloof, dat ge gehoord hebt, wat ik den pnia zeide. Zij hebben mannen noodig bij lie zeemacht en ik zou graag naar zee gaan." „Is het, omdat ge mij wenscht te verla ten?" „Ik geloof, dat het het beste is, dat ik heenga." „Waarom?" „Wij hebben niets gemeen. Uw volk is niet mijn volk; ccn wereld van verschillen zal ons altijd scheiden." „En ge stelt die verschillen boven eenige zorg voor mij?" Hij haalde weer zijn schouders op. „Ons leven werd lang geleden voor ons geregeld," zei hij koel. „De Squire heeft reeds te uwen behoeve nietig-verklaring van het huwelijk aangevraagd. Het is voor ons beiden het beste, dat wij ons niet legen zijn wil verzetten." „Dus ge hebt besloten, mij niet voor een poos, maar voor altijd te verlaten?" „Altijd is een groot woord. Als de strijd van nu voorbij is, kan ik misschien terug- keeren. Dan zal er veel vergeven en verge ten zijn. Gij zult uw vrijheid terughebben en een man gevonden hebben, die in staat is u gelukkig te maken."' „Is het dan uw wenschte vergeten, en mij gelukkig met een anderen man te zien?" Hij knikte en zijn lippen fluisterden zachtjes een toestemmend antwoord Barbara haalde snel adem en zuchtte zwakjes, nau welijks merkbaar. Maar zij zeide niets meer voor het oógenblik; zij keek alleen stil naar hem, terwijl hij zich naar de tafel keerde, waar zijn hoed lag, en een beweging maakte om dien op le nemen. Toen riep zij zacht: „Jiml" Hij bleef slaan, en weer hing een diepe stilte in de lage kamer van het huisje. Het scheen, aJsof het noodlot was binnengetreden en met meedoogenlooze band de weegschaal op leven en dood voor deze beide menschen ophield, wachtende totdat het gewicht van liefde of plicht de schalen deden dalen in de richting, die zij kozen. Toen zei Barbara een voudig: „Waarom liegt ge legen mij, Jim?" Hij verhief zijn hand in verzet; haar on verwachte vraag had hem blijkbaar over rompeld; iliet wa6 duidelijk, dal 'hij traditie iets te zeggen, maar hij vond zijn woerden nooit he cd gemakkelijk. „G"e liegt tegen me, Jim," hield Barbara vol, „als ge zegt, dat ge wenscht mij te ver laten. Of zoudt (ge liever willen, dat ik dacht, dal ge loogt, toen ge mij in uw armen hieldt en zwoext, dat ge mij Jiefhadt?" „ITet is het een of liet ander, Jim," ging zij vaart, toen zij zag. dal hij oiog hardnek kig bleef zwijgen. „Ik kan u niet tegenhou den, ails ge heen wilt ga>an. Als ge wenscht mij le verlaten, zijt ge vrij; maar kijk, voor dat ge heen gaat, mij recht in de oogen en zeg <da<n let mij: „Alles, wal ik u nu pas ge leden i-n het bosch toefluisterde, was valseh en leugen; toen ik u in mijn armen hield, loog ik legen u. Ik heb u niet lief; ik wi'l heengaan. Zeg «dat, en ik zaJ ter zijde gaan en noch met woord, moch met Mik zal ik trachten u hier te hóuden.". Er klonk nu iets van zegepraal in haar stem; zag zij niet den blik van vurige liefde, waarmede Jim haar aanzag, terwijl zij sprak? Het was dezeldfe blik, die Ij aar in het bosch had doen trillen, toen zij met haar gezicht vlak bij het zijne lag, en zijn oogen die overgave hadden gevraagd, waarnaar haar ziel hongerde. Maar toen zij uitge sproken had, en vast verzekerd wachtte op den kreet van liefde, dien lij zoo bereid was te beantwoorden, zag zij een oogen- blik dien blik veranderen in een van dul- delooze smart een oogenblik maar, cn het volgende scheen liet, alsof een onzicht bare band een masker voor zijn gezicht geschoven had. Alle uitdrukking verdween er uit; al het licht, zelfs de lijnen van het leed verdwenen, en maakten plaats voor een masker van koude onverschilligheid. En toen zij die plotselinge verandering in liem zag, had zij het gevoel, dat er inder daad een vreeselijk spooksel naast Jim stond; een spooksel, dal hem ingefluisterd had, zijn ooren voor de liefde te sluiten, dat het licht der liefde in hem gedoofd en zijn hart bevroren had. Jim zag er nu uit als een man, wien men zijn ziel "ontroofd heeft, en wiens lichaam onder betoovering van een onzichtbare macht was, die hem als een pop bewoog. Een vreeselijke schrik beving baar, voor een oogenblik dacht zij, da-t hij krankzinnig moest zijn. De angst beknelde haar zóó, dat zij naar adem hijgen moest, terwijl een zwarte sluier haar oogen ,scheen te bedekken. „Hebt ge me voorgelogen, Jim?" riep zij. Maar hij mompelde slechls vaag: „Me vrouw om Godswil, heb medelijden „Medelijden?" antwoordde zij, bijna toor nig. „Toont ge nu medelijden jegens mij?*' Toen zonk hij met een doffen snik op een stoel neer en met zijn ellebogen op zijn knieén, begroef hij zijn handen; zij snelde naar hem toe, dacht niet meer aan haar angst, aan haar gekrenkten trots, aan niets meer dan alleen daaraan, dat hij ongeluk kig was. Zij knielde naast hem r.cer. sloeg haar armen om zijn schouders en liefkoosde hem als een moeder haar zieke kindje ol als houtduiven in dea ouden heuke- l hoont „Mijn lieveling, mijn lieveling!" fluister de zij met oneindige leederheid, „waarom kwelt ge uzelf en mij?" Denkt ge, dat ik je kon laten heengaan, nu ik weet, dat go mij liefhebt?" Toen eindelijk slaakte hij een kreet een kreet, die heftig en wild en woest was, als de kreet van den wilde, die zich tegen ondraaglijke marteling verzet. „Om Godswil, mijn lieveling," riep hij ml. „laat mij in vrede van hier gaan! Maar zij schudde liet hoofd. Nu dat zij dat masker van onverschilligheid doorge broken had, voelde zij den rnocd in zich om te strijden, dat geheimzinnige spooksel uit te dagen, dat haar Jim wilde ontrooven. Hij hield een of andere heimelijke gedachte achter; een overgevoelig geweten had hem zeker ingegeven, dat politieke geschillen een ern3ligen scheidsmuur lussclien gelief den vormden Wal een dwaasheid was dit alles! Maar mannen hadden vreemde denk beelden en personen, die harder van aard waren, hadden misschien op zijn gevoelens gewerkt, en de gebeurtenissen d-^r laatste paar weken hadden het overige gedaan. Het scheen Barbara alles van zoo weinig be- teekenis; politieke idealen moesten onder geschikt blijven aan liefde cn g luk. Zij zou niet toelaten, dat Koning of Parlement haar van Jim beroofden. Ilij zou zijn partij kie zen, en zij zou haar gevoelens en idealen voor zichzelve houden; de strijd kon niet veel langer meer duren, en al* het land weer in vrede was, zou alles vergeven en verglen zijn. (Wordt vervolgd;.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5