De Hand met het Litteeken.
No. 20038.
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 9 Juli
Tweede Blad.
Anno 1925.
GEMEENTEZAKEN.
FEUILLETON.
i i
Benoemingen en ontslag.
Ter benoeming van een commissaris der
Stedelijke Bank van Leening. ter vervulling
Tan de vacature, ontstaan door de perio-
dieke aftreding van rar. P. M. Trapman
.Wordt na raadpleging van Commissarissen j
r volgend dubbeltal den Raad door B. en
aangeboden: lo. mr. P. M. Trapman;
So. mr. A. W. J. van Vrijberghe de Coningh.
Voor de benoeming van een Stadsgenees
heer voor het tijdvak van 1 Juli 1925
j Juli 1926 wordt door B. en W. aanbevo
len dr. J. C. M. Timmermans.
Voort3 wordt door B. en W. voorgesteld
om aan den heer P. A. R. J. Bom op diens
Verzoek met ingang van 1 Sept. a.s. eervol
óntslag te verleenen uit zijn betrekking van
•onderwijzer aan de opleidingsschool voor
j. 1. o. aan den Maresingel B.
Overname van grond.
1 In verband met de verdere bebouwing
aan de Verlengde Groenoordslraat. is het
noodig dat het gedeelte van die straat vóór
oc te bouwen woningen, kadastraal bekend
gemeente Leiden, Sectie K, No. 3756, in
eigendom aan de gemeente overgaat.
Hetzelfde geldt voor een 9tukje grond, ka
dastraal bekend gemeente Leiden, Sectie O,
No. 1176" (gedeeltelijk"), ten aanzien van de
bebouwing aan de Nicolaas Beetsstraat.
B en W. stellen nu voor deze strooken
grond ter grootte van pl.m. 26 c.A. zonder
eenige kosten op de gebruikelijke wijze in
eigendom en onderhoud voor de gemeente
te doen overnemen.
Verder wordt door B. en W. voorgesteld
om in verband met de naderende voltooiing
van de bebouwing benoorden den Lagen
Rijndijk te besluiten tot overneming zonder
betaling van koopsom strooken grond en
water deel uitmakende van de perceelen
Sectie K nis 568 tot en met 581 en voorts
pm ten behoeve van de verbreeding van
het zuidelijk gedeelte der Driftlaan, met de
jaarbij behoorende slooldemping en riolee-
ïing een bedrag van f 8500 ter beschikking
Van T3. en W Ie stellen.
Verkoop van grond.
B. en W. geven den Raad in overweginr
te besluiten tot verkoop aan prof. dr. F
ttuller Jzn. van een gedeelte grond op het
Raamland grenzende aan de Westzijde en
Zuidzijde van den bij raadsbesluit van 9
Maart 1925 aan hem verkochten grond,
jtoor zoodanig bedrag, dal voor het vroeger
Verkochte perceel Sectie M. 4226 en den te
yerkoopen grond een gemiddelde prijs van
i 9.50 wordt onlvangn en verder onder de
voorwaarden, welke verbonden zijn aan
den verkoop van het evengenoemd perceel
Sectie M. 4226.
Praeadvies inzake de verhuring van
rietland.
In handen van B. en W. was gesteld
een verzoek van H. Geugjes», te Oegstgeest,
om van de gemeente te mogen "huren eei
perceel rietland, gropt -100 vierk. M., nabr
het Poelmeer, en een gedeelte wateropper
vlakte van het Poelmeer, groot 112 vierk
M voor een som van f 50 per jaar. B. en
,W. lK-bben adressant bericht, dat zij bereid
waren te bevorderen, dat bedoeld rietland
hem verhuurd werd voor f 100, teiwijl hel
innemen van evengenoerad wateroppervlak
ten behoeve van een woonschuit zou moeten
worden vergoed met f 50. Nn de heer Geug
jee daarop niet wil ingaan, stellen B. er
W den Raad voor afwijzend op boven ver
meld verzoek te beschikken en de afdoe
ning verder aan hun College over te laten
Opnieuw vaststelling der verordening
tot heffing van schoolgeld.
De verordening lol heffing van schoolgeld j
yoor het lager onderwijl is door de Kroon
aledils tot 1 Septemder as. goedgekeura
%zocdat het derhalve noodig is tijdig een
nieuwe schoolgeldregeling vast to stellen
en ter goedkeuring in te zenden. Aangezien
de tegenwoordige verordening op 11 Aug
1921 is vastgesteld, bestaat er volgen* B. en
B geen voldoende aanleiding thans reeds
ècn verandering van het schoolgeldtarief in
.Óverweging te nemen, te minder nu ver
moedelijk binnen afxienbaren tijd de hef- i
Éng van schoolgeld voor het lager onderwijs I
toch weer onder de oogen zal moeten wor
den gezien. Immers oen ontwerp van wet
is ingediend, waarbij wordt voorgesteld art
88 der Wet op de Inkomstenbelasting 1914
in dien zin te wijzigen, dat het belastbaar
inkomen wordt verminderd met f 300, latei
gewijzigd in f200 voor ieder kind (thang
varieert die aftrek van f 100 lot f 200 per
kind! en bovendien nog met f 200 voor ge<-
huwden.
Het behoeft geen betoog, dal deze aftrek
sommen invloed zullen uitoefenen op de
opbrengst van het schoolgeld en dat, wil
men althans dezelfde bate voor de gemeen
te-kas behouden, bij tot-sland-koming vaf
de bovenbedoelde wetswijziging het school-
geldlarief zal moeten worden gewijzigd. Hoe
dit ook zij, in elk geval schijnt B. en W.
voor wijziging van dat tarief thans de tijd
nog niet gekomen.
Mitsdien geven zij in overweging de ver
ordening tot heffing van schoolgeld voor
het Lager Onderwijs in de gemeente Lei
den onveranderd opnieuw vast te stellen,
evenwel met dien verstande, dat artikel 14
dier verordening woTdt gelezen als volgl:
,,Deze verordening treedt in werking op 1
September 1925, op welke dalum de ver
ordening van 11 Augustus 1924 tot heffing
van schoolgeld voor het Lager Onderwijs
in de gemeente Leiden vervalt."
Toekenning van een vergoeding aan het
bestuur van hei gesticht „De Voorzienigheid"
Blijkens mededeeling van B. en W. ligt
het in de bedoeling van bovengenoemd
schoolbestuur om de schoolgebouwen aan
de Krauwelsteeg, welke geheel onvoldoende
zijn, te doen vervangen door één gebouw,
waarin op de verdieping twee scholen voor
gewoon lager onderwijs zullen worden ge
huisvest, en op den beganen grond, behalve
een gemeenschappelijk gymnastieklokaal,
nog twee afzonderlijke bewaarscholen.
Aangezien hel gebouw niet uilsluitend be-
slemd zal zijn voor gewoon lager onderwijs,
mogen in het onderhavige geval niet op de
gewone wijze gelden ter beschikking van
het schoolbestuur worden gesteld, maar
heft, na voltooiing van den bouw, overeen
komstig ar. 84 der Lager Onderwijswet 1920
taxatie plaats van het voor heb geven van
lager onderwijs bestemde deel van het ge
bouw.
Van het getaxeerde bedrag wordt dan de
in dat artikel bedoelde jaarlijksche vergoe
ding afgeleid.
Vermits het schoolbestuur de wettelijke
voorschriften in acht heeft genomen geven
B. en W. in overweging om te besluiten
aan het bestuur van het gesticht ,,De Voor
zienigheid", alhier, een vergoeding toe te
kennen, zooals deze door art. 84 der L.O.-
wet 192o wordt voorgeschreven.
Vernieuwing en verplaatsing der
Janvossenbrug, enz.
In de memorie van antwoord op hel
sectieverslag nopens de begrooting voor he
jaar 1924 werkten B. en W. reeds op, dat
vernieuwing van de Janvossenbrug dringend
noodig was en stelden zij de indiening van
een daartoe strekkend voorstel mitsdien it
uitzicht. Inderdaad vormt de tegenwoordig'
Janvossenbrug meer en meer een der groot
ste hinderpalen voor het scheepvaartver
keer. zij kan immers slechts gepasseerd
worden door schepen met ©en maximum-
breedte van 5.80 M. en met geen grooleren
diepgang van 2.45 -r N.A.P. Dat daarbij
ook voor het verkeer te land de Janvossen
brug ten eenenmale onvoldoende is, be
hoeft hier wel geen nader betoog. Zelfs
inoest zij met bet oog op den slechten toe
stand, waarin zij verkeert, reeds sedert
eenige jaren voor alle rij verkeer met voe.
tuigen worden afgesloten.
De plannen lot verandering van de Jan
vossenbrug zijn inlusschen niet in den laat-
sten tijd ontstaan, doch dateeren reeds van
1906, in welk jaar B. en W. zich tegenover
het gemeentebestuur van Katwijk bereid
verklaarden een verwijding onder meer van
de Janvossenbrug te bevorderen ten behoeve
van de verbetering van den waterweg
IJmuidenKatwijk aan Zee. Na velerlei
onderhandelingen besloot de Raad daarop in
1915 tot verwijding o.a. van de Janvossen
brug overeenkomstig den wensch van ge
meente Katwijk over te gaan; van de daar
aan verbonden kosten zou 91 pet. voor
rekening van de gemeente Katwijk en de
rest voor rekening van Leiden komen.
De plannen tot vaartverbelering en ha-
venaanleg van de gemeente Katwijk zijn
evenwel in verband met de sindsdien ver
anderde tijdsomstandigheden niet verwe
zenlijkt en zullen waarschijnlijk ook voor-
loopig niet tot uitvoering komen. Echter zal
de verbetering van de Janvossenbrug'daar-
op naar de meeniög van B. en W. niet
kunnen wachten. De toestand van deze brug
is immers in den loop der jaren zoodanig
geworden, dat niet meer in hoofdzaak kan
worden volstaan met een vergrooting van
de doorvaarlwijdle ten dienste van het
scheepvaartverkeer, doch dat algehcele
vernieuwing, ook in het belang vain het ver
keer te land, noodzakelijk is geworden. Al
leen bij vervanging van de bestaande, zeer
onsoliede, brug door een nieuwe, is een af
doende verbetering te verkrijgen.
De constructie en de afmetingen van de
nieuwe brug zullen in hoofdzaak overeen
kunnen komen met die van de onlangs vol
tooide Singelbrug; de brug zal dan worden
een electrisch bewogen ijzeren ophaalbrug,
met een doorvaarlwijdle van 8 M., <L i. de
zelfde wijdte, weljje ook de Pauwbrug thans
heelt, en een breedte van 7 M., waarvan 5
M. rijvlak met aan weeTS-zijdien een trottoir
ter breedte van 1 M.
Hot verdient aanbeveling'de nieuwe Jan
vossenbrug niet op dezelfde plaats te bou
wen, waar zich thans de oude brug bevindt.
De afritten naar den Ouden Singel loch
zouden dan even moeilijk en steil blijven
als nu het geval is, omdat ter plaatse de
ruimte voor het maken van flauwe hellin
gen ontbreekt en voor voertuigen geen ge
legenheid beslaat om de brug gemakkelijk
en zonder gevaar op- cn af te rijden. Ook de
Janvossensteeg, die bij de Oude Vest slechls
C M. breed is, zoa een zeer gebrekkigen toe
gang lot de nieuwe brug vormen. Het komt"
B. en W. derhalve, met de Commissie van
Fabricage, gewenscht voor, de brug Oost
waarts te verleggen tegenover de Gedempte
Voldersgracbt en de Volmolengracht. Als
dan zal de brug tevens meer in het midden
van den afstand Marebrug-Pauwbrug ko
men te liggen
Met deze bruglegging dient, gelijk ook aan
de Commissie van Fabricage bij nader on
derzoek gebleken is, demping van de Vol
molengracht tol aan de Laugegradht ge
paard te gaan. Aan deze demping toch zijn
verschillende voordeelen verbonden, waar
op hier in hel kort do aandacht moge wor
den gevestigd.
In de eerste plaats wordt aldus voorko
men liet maken van een doodloopende
gracht, welke zou ontslaan, indien de Vol-
mo'lengracht werd afgesloten en die al spoe
dig zou gaan vervuilen. Uit een gezond
heidsoogpunt is het van groot belang, dat in
hel midden van de stad een dergelijke on-
gewenschte toestand niet ontstaat. Vroeg of
laat zou die toestand toch verbetering
eischen, doch zulks zou dan naar alle
waarschijnlijkheid aanmerkelijk meer on
kosten vergen, dan nu, indien de demping
een onderdeel van het geheele weTk vormt
Tevens bespaart men door directe demping
de uitgaven voor den walmuur, die anders
noodig is voor het afsluiten van hel Zuide
lijk uileinde van de Volmolen grach t. De
walmuur tot afsluiting van de Langegracht
kan daarvoor in de plaats treden.
Ook brengt demping van dc Volmo'en-
gracht de mogelijkheid mede om behoor
lijke opritten naar de nieuwe Janvossen
brug te maken, terwijl, ook al zag men at
van algeheele demping, toch in ieder geval
de Lakcnbrug (Oude SingelYoiniolen-
gracht) opgeruimd en het voorste gedeelte
der Vol molen gr acht gedempt' zou moeten
worden, maar dan ter plaatse niettemin de
toestand onbevredigend zou blijven.
Ten slotte wordt door demping van de
YdlmolengracM de beschikking verkregen
over een slraatoppervlakte, die b.r., als
marktterrein te zijner tijd goede diensten
zou kunnen bewijzen.
Aan de ligging van de brug in liet ver
lengde van de Gedempte Voldersgracht en
de te dempen Vol molen gracht zijn derhalve
belangrijke voordeelen verbonden, die naar
het oordeel fan B. en W. zeker opwegen le
gen de hoogere kosten in vergelijking met
het bouwen van de brug tegenover de Jan
vossensteeg.
De kosten van een nieuwe brug terzelfder
plaatse, alls waar zich thans de Janvossen
brug bevindt, worden op pl.m. f 60.000 be
groot, terwijl mei het leggen van de brug
tegenover de Yolmolcngrachl naar raming
in totaal f 70.000 k f 75.000 gemoeid zal
zijn. De algeheele demping van genoemde
gracht vordert een uitgave van globaal ge
raamd, f26.000, zoodat uitvoering van liet
geheele werk ongeveer f 96.000 k f 101.000
zal kosten.
Echter mag met reden worden verwacht,
dat het Provinciaal Bestuur wegens de ver
grooting van de doorvaarlwijdle der Jan
vossenbrug lot 8 M. bereid zal zijn in de
kosten daarvan een bijdrage te verleenen,
welke, gelet op do in andere gevallen toege
kende subsidie's, vermoedelijk ongeveer
f 10.000 zal beloopen. Terstond na aanne
ming van hun voorstel zullen B. en W. te
dezer zake tot de Gedeputeerde Staten der
provincie wend-en.
De rn 1915 met de gemeente Katwijk ge
troffen regeling, volgens welke Katwijk 91
pet. van de brugvernieuwingskoslen zou
dragen, zal evenwel, wat de Janvossenbrug
betreft, voorshands geen toepassing kunnen
vinden. Het gemeentebestuur van Katwijk
toch stelt zich op het standpunt, dat sedert
tien jaren de omstandigheden aanmerkelijk
veranderd zijn, in dien zin, dat eenerzijds
de Katwijksche plannen tot op heden slechts
gedeeltelijk tot uilvoering zijn kunnen ko
men, anderzijds de Janvossenbrug in zooda-
nigen toestand verkeert, dat thans Yeeleer
het belang van Leiden lol vernieuwing dier
brug noopt. Katwijk is derhalve van mee
ning, dat ten gevolge van de gewijzigde om
standigheden aan de oorspronkelijk gedane
toezegging geen kracht meer kan worden
toegekend en het is mitsdien niet bereid aan
Leiden in het onderhavige geval een bij
drage van 91 pel. van het destijds geraamde
bedrag, t. w, pl.m. f 32.000, le verleenen.
Inlusschen verklaart het gemeentebestuur
van Katwijk zich, behoudens goedkeuring
van detfi Gemeenteraad, bereid in de kosten
van de vernieuwing der Janvossenbrug. cn
van verbreeding van de doorvaarlwijdle lol
8 M. bij le dragen 10 pet., lot een maximum
van f 7500, evenwel onder voorwaarde, dat
Leiden zich verplicht geen nieuwe bruggen
over het le veihetercn vaarwater te leggen
zonder goedkeuring van Katwijk, terwijl de
bedoelde bijdratge evenlueel eerst opeisch-
baar zal zijn, wanneer tot de uitvoering van
het plan tot aanleg van een berghaven en
•lot verbetering van den waterweg Umua-
denKatwijk aan Zee zal worden overge
gaan.
liet komt ook B, cn \Y. voor, dat een bij
drage van Katwijk op grond van de rege
ling van 1915 voor de Janvossenbrug be
zwaarlijk zal kunnen worden verkregen,
aangezien aan de feitelijke argumenten,
door Katwijk aangevoerd, inderdaad zekere
waarde niet kan worden ontzegd. Maar le
vens zijn zij van gevoelen, dat het beter is
op de laatste bereidverklaring van het ge
meentebestuur van Katwijk niet in te gaan.
Zooals de omstandigheden thans zijn. be
hoort immers Leiden vrij, althans van de
gemeente Katwijk niet afhankelijk, le zijn,
om binnen zijn grondgebied ten allen tijde
die openbare werken te doen uitvoeren,
welke het in zijn belang noodig acht. Waar
nu aan de" betaling van de laatstelijk toe
gezegde bijdrage, die bij de totale kosten
vergeleken bovendien tamelijk gering is,
oen met gemeld beginsel strijdige en mits
dien voor Leiden bezwarende voorwaarde
verbonden is en het tijdstip dier betaling
daarenboven nog uiterst onzeker mag wor
den genoemd, daar meenen B. en W., dal
bet raadzaam is, op de door Katwijk nader
voorgestelde regeling niet in le gaan en zoo
doende „baastin eigen huis" le blijven.
Zij merken nog op. dat met de bedoeld-
demping zal moeten worden gewacht tot na
de vernieuwing van de koelwalerleiding der
Centrale, omdat tijdens die vernieuwing,
welke ongeveer vier mjyindon zal vorderen,
de Centrale lijdelijk het benoodigde koelwa»
ter via de Yolmolengrachl uit den Ouden
Singel moei betrekkon.
Ten slotte zij medegedeeld, dat bij verleg
ging van de Janvossenbrug wellicht de
vischmarkt op de Voldersgracht verplaatst
zal moeten worden. Zoo noodig. zullen B.
cn W. le zijner tijd een voorstel aanhangig
maken in zake de wijzigingen, welke in
verband met de veranderde situatie in de
desbetreffende verordening bchooren le
worden aangebracht.
lm verder de wonsclialijkheid te hebben
bopleU om in verband met dit voorstel ook
de uitdieping van den Kieuwen Rijn door
de stad te bevorderen, geven II en W in
overweging:
a. Ten behoeve van de vernieuwing van
de Janvossenbrug en de verlegging van deze
brug tegenover de Gedempte Voldersgracht
en de Volmolengracht, zoomede ten behoeve
van de demping van de Volmolengracht,
een bedrag van. in ronde som, f 100.000 le
hunner beschikking (e stellen;
b. Een bedrag van f 75800 ter beschik
king te stellen, te vinden uit leening en uit
de gewone middelen af te lossen in 10 ja
ren, telkens voor 1/10 gedeelte, te beginnen
met het jaar 1925. ten behoeve van de uit
dieping van den Nieuwe Rijn lussclien het
RijnSchiekanaal en de Singelbrug cn de
daarmede gepaard gaande vernieuwing van
de walbeschoeiing, op den post voor „On
voorziene Uitgaven", dienst 1925, waarvan
f 7580 moet worden afgeschreven, is nog
f 239337 beschikbaar;
c. te besluiten, dal op de begrootingen
voor de eerstvolgende jaren telkens een be
drag van pl.m. f 2000 zal worden uitgetrok
ken voor het uitvoeren van diepwerken in
het vaarwater binnen deze gemeente ter
plaatse, waar zulks naar liet oordeel van
het College noodig is;
d. Het adres van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken voor Rijnland bier-,
mede al9 afgedaan te beschouwen.
Verscherping van het rookverbod voor
kinderen.
De Oudcrcommissic van de school Duiven
bodestraat B heeft zich tot don Raad ge
wend met het verzoek de verordening tot
beteugeling van bet gebruik van tabak door
kinderen in dien zin aan te vullen, dat het
aan kinderen beneden den leeftijd van 14
jaar verboden wordt, op den openbaren
weg of op een voor het publick toeganke
lijke plaats tabak, sigaren of sigaretten te
rooken. Een tweetal Oudercommissie^ beeft
aau dit verzoek adkaesie betuigd.
Naar aanleiding van dit adres, door 15.
on W. in handen van de Comm. voor de
Strafverordeningen gesteld, herinneren zij
er aan, dat deze Commissie, wier meerder
heid vóór het strafbaar stellen van liet roo
ken op straat door kinderen was, in 1922
een voorstel in den geest als thans door de
adressante aangegeven, bij den Raad heeft
ingediend. Het is bekend, hoe ua krachtige
bestrijding in den Raad, dat voorstel inet
14 tegen 13 stemmen verworpen werd en
hoe dientengevolge thans wel met - straf
wordt bedreigd de verkooper van tabaks
artikelen, die in do uitoefening van liet
beroep tabak, sigaren of sigaretten aan
kinderen beneden dg. veertien jaren ver
koopt, zoomede ieder, die op den openba
ren weg of op een voor het publiek toegan
kelijke plaats aan zulk een kind sigaretten,
sigaren of tabak verstrekt, maar het kina
zelf wegens het rooken op straat tot dus
verre in deze gemeente niet strafbaar is.
Evenals in 1922 is de meerderheid van
de Commissie ook thans van oordeel, dat,
gelet op den omvang dien het rooken door
kinderen ondanks de bestaande verbodsbe
palingen heeft aangenomen en op de ver
keerde gevolgen, door dit rooken veroor
zaakt, de vaststelling van een rookverbod
voor kinderen wenschelijk is en dat er mits
dien alle aanleiding is, om op het verzoek
van de Oudercommissic in te gaan. Daartoe
kan gebruik gemaakt worden van de bepa
lingen, in 1922 voor gelijk doel ontworpen.
De minderheid van de Commissie kan
-zich met het gevoelen der meerderheid niet
vereenigen. Hoewel ook zij het rooken door
jeugdige personen afkeurenswaard lacht,
meent zij, dat tegen dit euvel niet door de
gemeentelijke overheid, doch door de
ouders en opvoeders moet worden opgetre
den. Dit voorkomt tevens, dat kinderen
deswege reeds op jeugdigen leeftijd met
den strafrechter in aanraking komen, het
geen dc minderheid hoogst ongewenscht
vindt.
Overeenkomstig hot gevoelen der meer
derheid van dc Commissie voor de Straf
verordening wordt alsnu het rookverbod
voor kinderen aan den Raad ter goedkeu
ring onderworpen
Uit het .Engelsch" van Baronesse ORCZY.
/Geautoriseerde vertaling van A. T.
U)
Hij ging niet. Hij kon niet gaan; wa-t zij
door de reet in de deur gehoord bad, was
fflechts een deel van een nachtmerrie, die
zijn eerste woord verdrijven zou. Maar hij
maakte geen beweging, geen leeken, spra-k
óok geen woord, en zij zeidie voor den der
den keer. nu met een volkomen vaste stem:
5 >.Ge gaat niet -heen, Jirn"; en zij voegde
er vastberaden bij, „niet voordat ge mij ge-
®®8>d hebt, wat dit alles beteekent."
jjachtte op zijn antwoord, terwijl een
goffe stille in de kamer scheen te hangen.
Zij bewoog zich niet, en hij stond een paar
•dhreden van haar af, met gebogen hoofd
en neerhangende armen. De minuten gingen
voorbij- Zij kon zijn gelaat niet zien, omdat
htt licht achter liem was- een enkele kaars
the even flikkerde in den tocht. Ziende dat
hij hardnekkig bleef zwijgen, zei zij »p meer
gebiedenden toon:
„Zeg het mij, Jim
„Er is niets om u le zeggen. Mevrouw,"
Zeide hij eindelijk, en blijkbaar kostte liet
spreken hem moeite, „behalve dal ik
heenga"
„Waarheen?" vroeg zij.
Hij haalde zijn schouders op.
geloof, dat ge gehoord hebt, wat ik den
pnia zeide. Zij hebben mannen noodig bij
lie zeemacht en ik zou graag naar zee gaan."
„Is het, omdat ge mij wenscht te verla
ten?"
„Ik geloof, dat het het beste is, dat ik
heenga."
„Waarom?"
„Wij hebben niets gemeen. Uw volk is niet
mijn volk; ccn wereld van verschillen zal
ons altijd scheiden."
„En ge stelt die verschillen boven eenige
zorg voor mij?"
Hij haalde weer zijn schouders op.
„Ons leven werd lang geleden voor ons
geregeld," zei hij koel. „De Squire heeft
reeds te uwen behoeve nietig-verklaring van
het huwelijk aangevraagd. Het is voor ons
beiden het beste, dat wij ons niet legen zijn
wil verzetten."
„Dus ge hebt besloten, mij niet voor een
poos, maar voor altijd te verlaten?"
„Altijd is een groot woord. Als de strijd
van nu voorbij is, kan ik misschien terug-
keeren. Dan zal er veel vergeven en verge
ten zijn. Gij zult uw vrijheid terughebben en
een man gevonden hebben, die in staat is u
gelukkig te maken."'
„Is het dan uw wenschte vergeten,
en mij gelukkig met een anderen man te
zien?"
Hij knikte en zijn lippen fluisterden
zachtjes een toestemmend antwoord Barbara
haalde snel adem en zuchtte zwakjes, nau
welijks merkbaar. Maar zij zeide niets meer
voor het oógenblik; zij keek alleen stil naar
hem, terwijl hij zich naar de tafel keerde,
waar zijn hoed lag, en een beweging maakte
om dien op le nemen. Toen riep zij zacht:
„Jiml"
Hij bleef slaan, en weer hing een diepe
stilte in de lage kamer van het huisje. Het
scheen, aJsof het noodlot was binnengetreden
en met meedoogenlooze band de weegschaal
op leven en dood voor deze beide menschen
ophield, wachtende totdat het gewicht van
liefde of plicht de schalen deden dalen in de
richting, die zij kozen. Toen zei Barbara een
voudig:
„Waarom liegt ge legen mij, Jim?"
Hij verhief zijn hand in verzet; haar on
verwachte vraag had hem blijkbaar over
rompeld; iliet wa6 duidelijk, dal 'hij traditie
iets te zeggen, maar hij vond zijn woerden
nooit he cd gemakkelijk.
„G"e liegt tegen me, Jim," hield Barbara
vol, „als ge zegt, dat ge wenscht mij te ver
laten. Of zoudt (ge liever willen, dat ik
dacht, dal ge loogt, toen ge mij in uw armen
hieldt en zwoext, dat ge mij Jiefhadt?"
„ITet is het een of liet ander, Jim," ging
zij vaart, toen zij zag. dal hij oiog hardnek
kig bleef zwijgen. „Ik kan u niet tegenhou
den, ails ge heen wilt ga>an. Als ge wenscht
mij le verlaten, zijt ge vrij; maar kijk, voor
dat ge heen gaat, mij recht in de oogen en
zeg <da<n let mij: „Alles, wal ik u nu pas ge
leden i-n het bosch toefluisterde, was valseh
en leugen; toen ik u in mijn armen hield,
loog ik legen u. Ik heb u niet lief; ik wi'l
heengaan. Zeg «dat, en ik zaJ ter zijde gaan
en noch met woord, moch met Mik zal ik
trachten u hier te hóuden.".
Er klonk nu iets van zegepraal in haar
stem; zag zij niet den blik van vurige
liefde, waarmede Jim haar aanzag, terwijl
zij sprak?
Het was dezeldfe blik, die Ij aar in het
bosch had doen trillen, toen zij met haar
gezicht vlak bij het zijne lag, en zijn oogen
die overgave hadden gevraagd, waarnaar
haar ziel hongerde. Maar toen zij uitge
sproken had, en vast verzekerd wachtte
op den kreet van liefde, dien lij zoo bereid
was te beantwoorden, zag zij een oogen-
blik dien blik veranderen in een van dul-
delooze smart een oogenblik maar, cn
het volgende scheen liet, alsof een onzicht
bare band een masker voor zijn gezicht
geschoven had. Alle uitdrukking verdween
er uit; al het licht, zelfs de lijnen van het
leed verdwenen, en maakten plaats voor
een masker van koude onverschilligheid.
En toen zij die plotselinge verandering in
liem zag, had zij het gevoel, dat er inder
daad een vreeselijk spooksel naast Jim
stond; een spooksel, dal hem ingefluisterd
had, zijn ooren voor de liefde te sluiten,
dat het licht der liefde in hem gedoofd en
zijn hart bevroren had. Jim zag er nu uit
als een man, wien men zijn ziel "ontroofd
heeft, en wiens lichaam onder betoovering
van een onzichtbare macht was, die hem
als een pop bewoog.
Een vreeselijke schrik beving baar, voor
een oogenblik dacht zij, da-t hij krankzinnig
moest zijn.
De angst beknelde haar zóó, dat zij naar
adem hijgen moest, terwijl een zwarte sluier
haar oogen ,scheen te bedekken.
„Hebt ge me voorgelogen, Jim?" riep zij.
Maar hij mompelde slechls vaag: „Me
vrouw om Godswil, heb medelijden
„Medelijden?" antwoordde zij, bijna toor
nig. „Toont ge nu medelijden jegens mij?*'
Toen zonk hij met een doffen snik op een
stoel neer en met zijn ellebogen op zijn
knieén, begroef hij zijn handen; zij snelde
naar hem toe, dacht niet meer aan haar
angst, aan haar gekrenkten trots, aan niets
meer dan alleen daaraan, dat hij ongeluk
kig was. Zij knielde naast hem r.cer. sloeg
haar armen om zijn schouders en liefkoosde
hem als een moeder haar zieke kindje ol
als houtduiven in dea ouden heuke- l
hoont
„Mijn lieveling, mijn lieveling!" fluister
de zij met oneindige leederheid, „waarom
kwelt ge uzelf en mij?" Denkt ge, dat ik
je kon laten heengaan, nu ik weet, dat go
mij liefhebt?"
Toen eindelijk slaakte hij een kreet
een kreet, die heftig en wild en woest was,
als de kreet van den wilde, die zich tegen
ondraaglijke marteling verzet.
„Om Godswil, mijn lieveling," riep hij
ml. „laat mij in vrede van hier gaan!
Maar zij schudde liet hoofd. Nu dat zij
dat masker van onverschilligheid doorge
broken had, voelde zij den rnocd in zich om
te strijden, dat geheimzinnige spooksel uit
te dagen, dat haar Jim wilde ontrooven. Hij
hield een of andere heimelijke gedachte
achter; een overgevoelig geweten had hem
zeker ingegeven, dat politieke geschillen
een ern3ligen scheidsmuur lussclien gelief
den vormden Wal een dwaasheid was dit
alles! Maar mannen hadden vreemde denk
beelden en personen, die harder van aard
waren, hadden misschien op zijn gevoelens
gewerkt, en de gebeurtenissen d-^r laatste
paar weken hadden het overige gedaan. Het
scheen Barbara alles van zoo weinig be-
teekenis; politieke idealen moesten onder
geschikt blijven aan liefde cn g luk. Zij zou
niet toelaten, dat Koning of Parlement haar
van Jim beroofden. Ilij zou zijn partij kie
zen, en zij zou haar gevoelens en idealen
voor zichzelve houden; de strijd kon niet
veel langer meer duren, en al* het land
weer in vrede was, zou alles vergeven en
verglen zijn.
(Wordt vervolgd;.