De Hand me! hel Litteeken.
No. 20022.
LEIDSCH DAGBLAD.. Zaterdag 20 Juni
Derde Blad.
Anno 1925.
GEMEENTEZAKEN.
FEUILLETON.
Benoemingen en ontslag.
Ter voorziening in de vacature, ontslaan
Boor het overlijden van mevr. M. H. G
Kruyt geb. Hendriks, in leven lid van liet
bestuur van het College van Vrouwen-
Kraammóeders, worden thans ter benoe
ming voorgedragen: lo. mevr. C. J. W.
WisseVerbrugge; 2o. mevr. M. A. Kok
Van Bladeren.
Aangezien het aantal leerlingen der
school voor Buitengewoon Lager Onderwijs,
tengevolge van de mei Maart j.l. gehouden
toelichting, van 112 is geslegen tot 1-10, is
het noodig, dat het onderwijzend personeel
dier school met een leerkracht wordt uitge
breid. Voor het onderwijs in de lagere klas
sen is een voldoend aanlal onderwijzeres-
vsen aan de sohool verbonden, terwijl in de
hoogere klassen meer beboef.'e bestaal aan
een mannelijke leerkracht.
Op grond van het bovenstaande en in
overeenstemming met hel advies van den
Inspecteur van hel Buitengewoon Lager
Onderwijs bieden B. en W. de volgende
voordracht aan ter benoeming van een on
derwijzer aan de school voor Buitengewoon
Lager Onderwijs: lo. de hoer P. van der
Hoeven, onderwijzer aan de opl. school voor
u. 1. o. aan de Heerenslra.il, alhier; 2o. de
heer J. Berkenbosch, ie Hoogersmilde3o.
de heer A. Ridderbos le Hoogezand.
Door dr. D. Brouwer, lijdelijk leeraar aan
den gemeentelijken hoofdaclecursus alhier
werd in verband met de jongste minislè-
rieele beschikkingen inzake onderwijsbezol-
diging, waaruit hem bleek, dat voortaan
voor hem de bezoldiging aan genoemden
cursus zat zijn naar een school van 150
f 100 per vekelijksch lesuur waarvoor do
Raad indertijd in juistere waardeering 1175
voorstelde, eervol onlhetfing uit den betrek
king gevraagd.
B. en W. geven alsnu in overweging aan
Idit verzoek te voldoen.
Verder geven B. en W. in overweging op
dien3 verzoek aan den hec-r J. Ohrisliaanse
om redenen van gezondheid eervol onlslag
te verleunen uit zijne betrekking als onder
wijzer aan de openbare school 3de klasse
B aan de Haversiraat.
Eindelijk slelien B. en IV, voor aan mevr.
A. C. Monlagnc geb. Van der Lee op haar
verzoet de meest eervolle wijze onlslag te
verleenen als regentes van genoemde instel
ling, onder dankbetuiging voor de vele en
gewichtige diensVn door haar als zoodanig
bewezen.
Geen sctsidie aan den schouwburg.
In vroeger genoemd voorstel geven mevr.
Van Itallie—Van Embden en de heer
Sijtsma in overweging jaarlijks een bedrag
van len hoogste 1 1000 beschikbaar te stel
len uit de gemeentekas, teneinde daarmede
de opvoering van eenige eerste klasse-uit
voeringen in den Leidschen Schouwburg te
bevorderen D; loekenning van deze bijdra
gen, bot een maximum van 11000 per jaar
in totaal, zouden de voorstellers willen doen
geschieden door B. en W., op eenparig ad
vies van cene commissie van 7 leden,
waarvan 4 leien uit en door den Raad te
benoemen en de overigen door hun College
uit de burgerij.
Het komt B. en W. voor, dat aanneming
van het voorslel geen aanbeveling verdient.
In onze gemeente toch valt geenszins te
klagen over gebrek aan toonecluitvoeringen.
Wanneer men nagaat, welke looneelsluk-
ken hier ter slede in de laatsle jaren zijn
opgevoerd, dan valt te constateercn, dat na
genoeg alle stukken, die elders worden ge
geven, ook in Leiden vertoond zijn gewor
den. En die enkele stukken, welke ten
gevolge van de le dure monlage hier mis
schien niel kur.nen komen, kon men ten
gevolge van de zoo gunstige ligging van
Leiden, zonder te groole extra-kosten, in het
nabijgelegen 's-Gravenhage gaan zien.
Daarvoor lijkl iiun het voorslel niel noodig.
Het bestuur der Leidsche Schouwburg-
vereeniging. wier gevoelen B. en W. over
(het voorslel inwonnen, voert ook nog ccnigc
praktische bezwaren legen het voorstel aan.
Het bestuur wijst cr op, dat in Leiden niet
een vast gezelschap speelt, en dat do
schouwburg alleen kan worden geëxploi
teerd, wanneer de meeste der bestaande too-
n eel gezelschappen in Leiden blijven komen.
En nu zou, zoo schrijtt het bestuur verder,
liet verleenen van een subsidie aan enkele
gezelschappen voor opvoeringen tegen ver-
rryndenden prijs, bij de overigen wel eens
de toch al niet te grootc lust, om naar Lei
den te komen, geheel kunnen wegnemen,
aangezien het publiek, en van zijn kant te
recht, op de goedkoope door de overheid lot
ware kunst gesanctionneerde voorstellingen
zou wachten. Ook zal zich volgens het be
stuur het verschijnsel voordoen, dat vele
gezelschappen als zij een behoorlijk stuk
willen opvoeren, traehlen een deel der sub
sidie te krijgen, en dreigen anders niet met
dat stuk in Leiden te komen, hetgeen öf tot
de hoogste subsidie aan de meest vragende
iif tot een bijna niet doenlijk onderzoek, of
hel dreigement gemeend is, moei leiden.
Het het oog op de fe berde gebrachte be
zwaren tegen het eerste gedeelte van hel
voorstel meenen B. en W. het instellen van
de voorgestelde commissie hier builen be
spreking le kunnen laten. Ook de vraag, ol
looneel-subsidie in het algemeen al dan niel
aanbeveling verdient, kan thans buiten be
schouwing blijven.
Het voorstel,, zooals het daar ligt, ach
ten zij, onnoodig cn ondoeltreffend en zij
geven den Raad mitsdien in overweging
het niet aan te nemen.
Afrekening met schoolbesturen.
Door de besturen van eenige schoolver-
cenigingen, waaraan krachtens het bepaal
de in de art. 72 e. v. der Lager Onderwijs
wet 1920 van gemeentewege geldeD zijn
verstrekt voor uitbreiding, verandering enz.
van schoolgebouwen voor bijzonder lager
onderwijs, is, Ier voldoening aan art. 81,
lsle lid, dier wet. onder overlegging van
de tinancieele bescheiden, rekening en ver
antwoording gedaan van de voor die werken
gemaakte kosten.
Nu de overgelegde rekeningen cn verant
woordingen door B. en W. zijn goedgekeurd
en dientengevolge de werkelijk voor reke
ning van de gemeente komende kosten
vastslaan, kan lot rerhooging of verminde
ring van de voorloopig reeds voor die wer
ken beschikbaar gestelde bedragen worden
overgegaan.
Voorts zijn door eenige scboolvercenigin-
gen in verband met den bouw of de uit
breiding van schoolgebouwen voor bijzon
der lager onderwijs, ter voldoening aan hel
bepaalde bij art. 79, 1ste lid der Lager On
derwijswet 1920, de bij art. 73 dier wet be
doelde waarborgsommen in de gemeentekas
gestort of zijn waarborgsommen welke
reeds op de begrooüng waren geregeld, aan
gevuld. Ten slotte moesten, ingevolge art. 81
6e lid, aan een schoolvereniging gedeelten
van reeds op de gemeentebegrooting gere
gelde waarborgsommen worden geresti
tueerd, omdat in verband met de voor uit
breiding gemaakte kosten het als waarborg
som in de gemeentekas gestorle bedrag te
hoog bleek te zijn.
Evenals bij vorige waarborgsommen is
geschied, komt het B. en W. gewensebt
voor ook de thans ontvangen waarborg
sommen in mindering te doen komen van
do voor uitbreiding enz. ten laste van den
post „Geldleening" toegestane gelden, ter
wijl uit den aard der zaak voor de geres
titueerde gedeelten van waarborgsommen
tot verhooging van dien post moet worden
overgegaan.
De totale verhooging van uilgaven van
hoofdstuk VTII der* begrooting bedraagt
f 10741.34, waar tegenover sISat een ver
hooging der ontvangposten, lot een bedrag
van f 8595.GO. Het verschil ad f 2115.64
moet uit een geldleening worden gevonden.
Begioolingswijzigingen.
Ingevolge de nieuwe begroolingsvoor-
sch riften worden de pensioenen cn wacht
gelden, (Je lcoslen van de ongevallen- en
invaliditeitsverzekering, die van het toe
zicht op den gezondheidstoestand der amb
tenaren, beambten en werklieden, alsook
de kindertoeslagen aan ambtenaren cn
werklieden, nadat zij op de daarvoor be
stemde verzamelposten zijn geraamd, over
de verschillende hoofdstukken en paragra
fen der begrooting verdeeld.
Hoewel do ter zake over 1924 gedane
uilgaven, welke in lolaal op f 606.859 wa
ren geraamd, slechts f 599 639.22'/'. dus
f 7.219.77V» muider hebben bedragen, moo-
len loch in verband met die verdeeling ver
schillende wijzigingen in de begrooting voor
1921 worden aangebracht.
B. en W. geven een overzicht aan van de
voor elk der bovengenoemde onderwerpen
in lolaal geraamde en uitgegeven bedragen,
met vermelding of de uitgaven meer of
minder hebben bedragen.
Aan het slot van den overgelegden be-
grootingsslaat, zijn voorts opgenomen de bij
de verschillende verzamelposlen behoo-
rende verdeelingsstaten, waarin de op de
diverse hoofdstukke» en paragrafen der ge
meentebegrooting tof zake gedane uilgaven
zijn aangegeven.
Ilct voordeclig verschil tusschen de la
gere en de hoogere uilgaven, dat f 7219.77'/'
(f 22052.77'/=—114833) bedraagt, zouden B.
en \V. willen aanwenden tot verlaging van
volgn. 438 der ontvryigsten
Uilkeering van bel bedrijf wegens:
f. kosten ter zake van verzekering, pen-
sionneering enz. vai) ambtenaren en be
ambten.
Op dezen post toch is minder ontvangen,
aangezien door do Gasfabriek ter zake min
der verschuldigd 13, dan geraamd.
Ter voldoening aan den wensch van Ged.
Slaton behooran nog eenige wijzigingen van
administration aard in de bcgrooting voor
1924 te worden aangebracht.
Bij raadsbesluit van 25 Augustus 1924
zijn namelijk, tegelijk met verschillende
achterstallige inkomsten en uitgaven van
vorige dienslen. eenige onvorbruikt geble
ven gedeelten van in 1922 en 1923 toege
stane credieleii en de daarmede verband
houdende ontvangsten overgebracht op de
posten ..Achterstallige uitgaven" en „Ach
terstallige ontvangsten" van de begrooling
voor 1924, terwijl Gedeputeerde Staten de
desbetreffende bedragen gaarne uilgetrok
ken zagen op de belrekkeliike poslen der
begrooüng voor 1924
Overneming door de gemeente.
Overeenkomstig het advies van de Com
missie van Fabricage geven B. en W. den
Raad in overweging om in verband met de
verdere bebouwing van de Oldcbarneveld-
slraat met een achttal woonhuizen een
stukje voor straat bestemden grond ter
grootte van 323 c.A. zonder eenige kosten
voor de gemeente in eigendom en onder
houd bij de gemeente over te nemen.
Ook stellen zij voor te besluiten tot over
name in eigendom en onderhoud bij de ge-
meenle van een perceel kadastraal bekend
Leiden sectie D. groot 35 c.A. voor een
som van f 1003 50.
Geen verbreeding van den Rijnsbnrgerweg.
In de vergadering van 19 November 1924
werd de navolgende motie voorgesteld door
de heeren Huurman, Zuidema en Spendel:
„Ondcrgcteekcnden hebben do eer den
Raad voor te stellen B. en W. le verzoeken
plan en kostenberekening te willen doen
opmaken voor verbrceding van de Rijnsbur-
gerwee. vanaf de Poelbrug (ol aan hel Sla-
lion. cn levens mede le deetcn op welke bij
dragen van de Tramweg-Mij. en van an
doren zou kunnen worden gerekend", in
iianden van B. en W. gesteld om prae-
advios. Dit praeadvies, dat juist twee ko
lommen van de Ingekomen Stukken be-
slaat, is Ihans verschenen.
Daaruit blijkt, dat door de voorgestelde
verandering de weg zou worden verbreed
tot 2.5 11. De kosten daarvan worden ge
raamd op f53000, ongeacht de kosten van
de verandering der straatverlichting; be
groot op f 4200.
B. en W. hebben zich emst'g afgevraagd
of oen dergelijke grootd uitgave wef ge
wettigd is en beantwoordt o deze vraag
unaniem in ontkennenden zin.
Ook de Commissie van Fabricage, hoewel
in beginsel voorstander van de verbreeding,
ontkent niet, dat „de voor dit werk ge
raamde kosten ad f53000, (ongerekend de
kosten ran de straatverlichtings- en tram-
wegwerken) inderdaad zeer hoog zijn en een
gewichtig bezwaar tegen de uitvoering
kunnen vormen." De Commissie heeft der
halve nagegaan op welke wijze de kosten
verminderd zoudc-n kunnen worden zonder
in het plan wijzigingen van beteekenis te
(brengen. Zij acht dit mogelijk door het
aanwezige bestratingsmateriaal, voor zoover
nog bruikbaar, te laten liggen en voor de
verharding van de te dempen sloot te ge
bruiken de steencn, afkomstig van het
verderop gelegen, vernieuwd wordende, ge
deelte van den Rijnsbnrgerweg. Mocht, wat
niet onmogelijk is, het bezigen van de stee-
ner van het gedeelte benoorden de Poelbrug
ten behoeve van de te dempen sloot ten
Zuiden van die brug niet raadzaam zijn,
dan zouden, zoo meent de Commissie van
Fabricage, uitsluitend voor de verharding
van deze gedempte sloot nieuwe klinkers
gebruikt kunnen worden. In plaats van
153000 zullen d6 totale kosten dan. naar
raming der Commissie, phra. f43000 be
dragen.
Een dergelijke bezuiniging is, in ver
houding tot liet geheele kostencijfer, in
derdaad niet onbelangrijk, af zij er op
gewezen, dat vernieuwing van de bestrating
ran het onderwerpelgke weggedeelte dan
uit den aard der zaak eerder aan de orde
komt. dan wanneer thans geheel nieuw
materiaal wordt gelegd.
Intusschen blijft het bezwaar,, gegrond
op financieeie overwegingen, ten volle be
staan, omdat bet totale bedrag van de kos.eo,
zelfs al behoudt men de bestaande bestrating,
met inbegrip van de kosten van de straat
verlichtings- en van de tramwegwerken
toch meer dan f50000 zal bsfoopen en een
dergelijke uitgave B. en W„ zooafs gezegd,
voor dit doel thans niet gewettigd voorkomt.
In dit verband z(j opgemerkt, dat, gelijk
uit de ter visie liggende stukken kan bik
ken, van de Provincie geen bijdrage in de
ko6ten verwacht mag worden. Andere licha
men, als de Algemeene Nederkndsche Wiel
rijders Bond en de Koninklijke Nederland-
sche Automobiel Club, zouden B. en W. liever
niet lastig vallen met c-en verzoek om
subsidie, aangezien een bijdrage naar even
redigheid van de voor het wegvak Poel
brugWarmonderweg verleende subsidie,
slechts een luttel bedrag zou vormen. Van
de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg Maat-
schappij ontvingen zjj bereids bericht, dat
de ontworpen wegverbetering voor hare
lijnen slechts van zeer gering belang is
to achten, en dat zij zich derhalve slechts
dan bereid verklaart de vrij aanzienlijke
koslen, welke aan een spoor- en bovenleiding
verplaatsing zijn verbonden, op zich te ne
men, indien de gc-meente daartegenover het
onderhoud van de bestrating tusschen en
lang» de sporen zou overnemen. In dit laatste
geval zou bij de kosten der wegverbreeding
dus het gekapitaliseerde bedrag dezer jaar-
Ijjkscho onderhoudskosten geteld moeten
worden. Zoodoende zou het breeder maken
van het wegvak aan deze zpe van de Poel
brug, zelfs na aanbrenging van de door
de Commissie van Fabricage aangegeven be
zuinigingen, de* gemeente nog te staan ko
men op een bedrag van, globaal geraamd,
f54009, welke uitgave zij herhalen het
in de gegeven financieeie omstandig
heden cn met het oog op den zwaren be
lastingdruk hier ter stede, naar meening
van B. cn W. niet gewettigd is voor de
verbloeding van een weggedeelte, breeder
dan de meeste hoofdverkeerswegen iu deze
gemeente;
De salarieering van de leeraren bij het
Nijverheidsonderwijs.
Dour liet bestuur van de afdecling Leiden
van den Nedert. Bond van Leeraren cn Lce-
raressen bij liet nijverheidsonderwijs werd
een adres gericht aan den ltaad, waarin Tiet
te kennen geeft dat de salarissen van het
personeel der van rijkswege gesubsidieerde
nijverheidsscholen, inet ingang van 1 Januari
1925 in die mate zijn verlaagd, dat zij .than»
ir. geen enkel opzicht meer de vergelijking
mei de bezoldiging bij andere lakken van
onderwijs kunnen doorslaan en het nijver
heidsonderwijs" ongetwijfeld groole schade
zullen doen.
Om die reden verzoekt hel bestuur zoo
danige maatregelen le willen nemen, dat al
thans over de maanden Januari en Februari
1925 een salaris word uilgekcerd in over
eenstemming met de op 1 October 1921 gel
dende regeling.
Ten slotte merkt hel bestuur op, dat de
gemeente Haarlem een zoodanigen maalrc
gel len opzichte van de daar gevestigde ge
meentelijke inrichting van nijverheidsonder
wijs reeds in uitvoering heeft gebracht.
RECLAME.
vanaf 26 ct. pep or.s.
9764
Inderdaad zijn de salarissen van het per
soneel der nijverheidsscholen bij .Koninklijk
Besluit van 31 Januari 1925, S 27, belang
rijk verlaagd en wordt dat personeel, mede
door bet feit, dat aan dat besluit terugwer
kende kracht is verleend lot 1 Januari 1925
wel getroffen, immers gaan vele leeraren
onmiddellijk zeer belangrijk (varieerendo
van plm. 30 tol plm. 40 pCt.) in salaris ach
teruit.
Niettemin ligt hel naar de meening van
B. en W. niet op den weg van onze gemeen
te, de door de leeraren geleden schade te
vergoeden. De Nijverheidsonderwijswet kenl
aan de gemeente geenerlei medezeggings-
schap toe, noch bij de goedkeuring van de
begrooling en rekening dor scholen, noch bij
de salarieering der leerkrachten. Het betrelt
hier dan ook zuiver een Rijkszaak en zij zien
niet in om welke reden do gemeente, die,
toen het destijds verhooging van de salaris
sen dier leerkrachten belrof, daarin zelfs
niel is gekend, zich, nu het verlaging der
bezoldiging beirefl, in deze aangelegenheid
zoude mengen.
Naar hun mcening kan van de gemeento
niet worden gevergd, om boven en behalve
hel wettelijk verplicht subsidie aan de nij
verheidsscholen nog een cxlra bijdrage te
geven in den vorm van een bijslag op de
salarissen van de leerkraehlen aan die scho
len. Bovendien zoude dit neerkomen op wij
ziging van hel wellelijk subsidiestelsel, het
geen h.i. zonder wetswijziging niel moge
lijk is.
Tol juist begrip van hclgecn ten deze door
den Gemeenteraad van Haarlem is besloten,
vermelden B. en W. nog, dal hel besluit van
den Raad dier gemeente hiertoe slrekt, om
den Minister van Onderwijs, Kunsten en
Weienschappen te verzoeken de nieuwe sa
larisregeling op te schorten tot den aanvang
van den cursus 19251926 cn ingeval le
gen de inwilliging van dat verzoek overwe
gende bezwaren mochten bestaan, alsdaD
aan den Minister le verzoeken goed te keu
ren. dat de bezoldiging gedurende den loo
penden cursus geschiedt naar het ongewij
zigde taricl. met dien verstande, dat het
meerdere bedrag voor rekening van de ge
meente wordt genomen. Uitdrukkelijk veslf-
gen B. en W. or de aandacht op, dat dit
besluit van den Baad van Haarlem uitslui
tend betrelt het personeel der eenige ge
meentelijke nijverheidsschool en derhalve
geen heirekking heeft op het personeel ver
bonden aan niel-gemecntelijkc scholen.
Op grond van hot bovenstaande geven zij
miledien den Raad in overweging afwijzend
le beschikken op hel verzoek van het boven
genoemde bestuur.
Uit het Engelsch van Baronesse ORCZY.
(Geautoriseerde vertaling van A. T.
28)
2.
Vroeg in den morgen viel Barbara einde
lijk in een onrustigen slaap, maar zoodra
d^ ochtendzon door de gordijnen kwam
gluren .ontwaakte zij weer. Thans met een
doel. Het gebeurde van den nacht had voor
een oogenblik de vrecselijke gedachte ver
jaagd van Tubals verraad en Jims wanho-
pigen toestand, maar het morgenlicht ver
bande liet voorval -van den nacht naar den
achtergrond: Tubal, de spion, verdween
achter Tubal den verklikker. Terwijl zij
or.Lbeet in gezelschap van den Squire, ver-
t-'lde zij hom, wal zij in den nacht g:zien
had, en l ij beloofde, dat er voortaan ook
een schildwacht zou slaan onder haar
raam. Later reed Squire Brenl weg voor
zijn zaken, en Barbara, met een langen tijd
voor zich, ging naar de stallen en vroeg,
dat een paard voor haar gezadeld zou wor
den.
Toen reed zij weg, begeleid door Matthew.
Zij ging "naar Shulford, om met Tubal te
sprekpn. "Wat zij be n zou zeggen, als zij
hem zag, wist zij met; maar het zou zeker
iets zijn, om zijn hand van broedermoord
Jtogen te houden. Zij voelde, dal zij, het
mocht kosten, wat liet wilde, voorkomen
moest, dat die afschuwelijke daad gedaan
Werd: Tubal, die Jim verkocht aan men-
sclien, die hem wilden dooden. Geen zaak
kon door zulk een monsterachtige daad ge
diend zijn, en met le trachten om die te
voorkomen, verried zij haar Koning niet.
Te Sulihford ontving juffrouw Longslian-
kes haar, toen zij afsteeg. Juffrouw Longs-
hankes vriendelijk, bijna onderdanig, die
haar in de kamer liet cn vroeg naar de ge
zondheid van Squire Brent en die van Me
vrouw Barbara op dezelfde zachte manier,
die zij in het ver verleden had, voordat de
oorlog haar rijk en Barbara arm gemaakt
had. Zij zette een stoel, voor Barbara bij 'hel
raam en in antwoord op een vraag naar
Tubal, grng zij haar zoon halen. Behailve
dien vagen, spookachtigen omtrek van hem
in Daventry en later weer in Tarnden
Fields had Barbara Tubal in meer dan vijf
jaar niet g:zien. Zij dacht zich hem veel
veranderd, grover van trekken en lomper
van manieren geworden. Maar zij was nog
slechts een kind geweest in de dageh, dat
Tubal haar vurig 'liet hof gemaakt had, en
de liefde, die hij toen voor haar beweerde
te gevoelen, had hem zeker in haar oogen
geïdealiseerd.
Hij kwam nu binnen, met zijn handen
in zijn broekzakken; zijn ihaar hing wan
ordelijk om zijn hoofd, en zijn geheole ver
schijning maak'.e den indruk, dat hij niet
veel gaf om zindelijkheid. Aan den ande
ren kant was er van zijn zijde een duide
lijk merkbare poging bij liet binnenkomen,
om op zijn gemak le schijnen, zelfs le snoe
ven in tegenwoordigheid der dame, aan wie
hij vroeger de tecdere nederigheid van een
minnaar beloond had.
„"Wel, Babs," zei hij vroolijk, toen hij
voor haar stond, met zijn becncn wijd uil
elkaar en zonder zijn handen uit de zakken
le doen; „het is heel vriendelijk van u, ons
te komen opzoeken. Wij hebben ons al af
gevraagd, of ge te troloc'h waart geworden,
om oude vrienden weer te kennen."
„Het is niet aan mij, Tubal," antwoordde
Barbara koel, „om mijn vrienden den rug
toe te keeren. Ge moet eer bij uzolf de re
den lol vervreemding tusschen ons zoe
ken."
Zij was zich bewust van een gevoel, dat
op afkeer geleek. Toen zij dien morgen ver
trok, bad zij niet gedacht, dal het onder
houd zoo moeilijk zou zijn; zij had impul
sief gehandeld. Tot dit oogenblik waren er
in haar gedachten twee Tubals geweest,
de minnaar van haar kinderlijd en de spion
van Daventry en Famdoii Fields; tot nu
toe hadden die twee persoonlijkheden ziöh
in haar geest nooit tot één vermengd. Maar
hier, van aangezicht tot aangezicht met
hem, zag zij Tubal, zooals hij werkelijk was,
ruw, wTeed, een verklikker, iets, dat zij zoo
innig verachtte, dat zij ternauwernood hem
kon aanzien. Zij zag hem niet alleen als de
schurk met het masker voor zijn gezicht,
trachtend de geheimen van des Konings
Raad te stelen, maar zij kon niet laten hem
zich voor te stellen onder de geeseling van
de soldalen van den Squire, geslagen als
een hond. Hij, Tubal, die haar eens hetihof
gemaakt hadl En het was lot hem, dat zij
gekomen was met een verzoek op haar lip
pen I De omvang van de taak, die zij op zich
genomen had, verlamde haar een oogen
blik, en zij had ai haar moed noodig om
kalm te spreken.
Zij zat in een stoel met hoogen rug naast
het raam, dat uitzag op den kleinen tuin,
die er in Juni zoo vroolijk met" de rozen uit
zag, maar die nu wat verwaarloosd en on
verzorgd leek; de paden onzichlbaar door
het onkruid. Tubal was in een stoel tegen
over haar gaan zitten op zijn gemak, met
zijn lange boenen uitgestrekt. Ifij zag er
brommig en ontevreden uit; op een of ande
re manier scheen hij haar gedachten te ra
den. want opeens zei hij zonder inleiding:
„De squire heeft mij onlangs door zijn
knechten laten geesclen", begon hij droog
weg; „wist ge dal?"
Toen zij niet antwoordde, ging hij driftig
voort: .En weet ge waarom? Omdat ik mij
niel wilde laten berooven van wat ik in het
zweel mijns aanscliijns verdiend had; omdat
ik billijke betaling cischle voor hetgeen mijn
eigendom was, liet hij mij gceselen, geesclen
als een hond, totdat liet vlcesch van mijn
beenderen gescheurd werd, cn niet in staal
de pijn langer te verdragen, gaf ik loc aan
zijn hardheid en hebzucht. Kijk, meisje",
voegde hij er bij cn met een woeste bewe
ging rukte hij aan zijn halskoord en trok
zijn wambuis en hemd van zijn schouder:
weg: hel vleesch zag bleek en rood met don-
kerroode strepen. „Kijk!" riep hij.
„Tubal 1" riep zij luid, als in verzet.
Hij wachtte een oogenblik zwijgend, toen
barstle hij in een schorren lach uit, terwijl
hij rustig zijn boord en wambuis weer vast
maakte.
„Ik wilde u alleen maar doen welen", zei
hij langzaam, „dat, als gij hier gekomen
zijl om gunsten le vragen of over uw armoe
de le klagen, gij aan het verkeerde adres ge
komen zijn."
„Ge vergist u zeer, Tubal," antwoordde
Barbara koel. ,.lk was niet van plan u een
gunst le vragen. Wal er tusschen u en Squire
Brent gebeurd is, gaat mij niel aan, en ik
zou zeker mijn leven lang niet weer bij u
gekomen zijn, zooals ge wel denken kunt;
na liet voorgevallene te Daventry, toen ik
blind noch onnoozel was. En dat ik nu hier
ben, is omdat ik besloten ben, zoo noodig,
mijn laalslcn ademtocht te gebruiken, orn
le voorkomen, dat gij de afschuwclijkc®nis-
..daad begaat, dien gij in den ziq hebt."
Een oogenblik keek hij haar aan mei wijd
open, starende oogen, alsof hij niel heele-
maal begreep, wat zij bedoelde. Toen haalde
hij de schouders op.
„Kom, kom!" riep hij. „Wal speelt ge de
groote dame, cn waarover is dit alles in des
duivels naam? De zaak in Daventry was
mijn zaak, en ik begrijp niet, wat gij cr mede
13 maken hebt. en ik moge voor eeuwig ter-
doemd zijn, als ik begrijp, wat ge bedoelt
met „afschuwelijke misdaad cn „den laal
slcn ademtocht te gebruiken" van uw lief
tallig lichaam. Als gij dit laatste te mijnen
behoeve van plan zijt, dan verzoek ik u do
moeite te sparen."
„Ge begrijpt heel goed, wat ik ineen,
Tubal. Met betrekking tot Daventry en....
cn dan Farndon, dat is, zooals ge zegt, een
zaak tusschen u en uw- geweien, en alken
mijn trouw aan onzen Koning doet mij u
halen voor wat ge toen deedt. Ik bid u, laat
mij spreken", ging zij sneller voort, toen zij,
zag, dat hij een beweging maakte, alsof hij
weer wilde protesteeren. „Wat ik kom zeg
gen is moeilijk genoeg en ik heb al mijn
kracht noodig en al de hulp, die God mij
schenken wil, om u de zaak duidelijk te ma
ken. Tubal!" zeide zij met plechligen ernst,
„ik ben gekomen, om met u over Jim te
spreken."
(Wordt vervolgd).