De Hand me! hel Litteeken. No. 20022. LEIDSCH DAGBLAD.. Zaterdag 20 Juni Derde Blad. Anno 1925. GEMEENTEZAKEN. FEUILLETON. Benoemingen en ontslag. Ter voorziening in de vacature, ontslaan Boor het overlijden van mevr. M. H. G Kruyt geb. Hendriks, in leven lid van liet bestuur van het College van Vrouwen- Kraammóeders, worden thans ter benoe ming voorgedragen: lo. mevr. C. J. W. WisseVerbrugge; 2o. mevr. M. A. Kok Van Bladeren. Aangezien het aantal leerlingen der school voor Buitengewoon Lager Onderwijs, tengevolge van de mei Maart j.l. gehouden toelichting, van 112 is geslegen tot 1-10, is het noodig, dat het onderwijzend personeel dier school met een leerkracht wordt uitge breid. Voor het onderwijs in de lagere klas sen is een voldoend aanlal onderwijzeres- vsen aan de sohool verbonden, terwijl in de hoogere klassen meer beboef.'e bestaal aan een mannelijke leerkracht. Op grond van het bovenstaande en in overeenstemming met hel advies van den Inspecteur van hel Buitengewoon Lager Onderwijs bieden B. en W. de volgende voordracht aan ter benoeming van een on derwijzer aan de school voor Buitengewoon Lager Onderwijs: lo. de hoer P. van der Hoeven, onderwijzer aan de opl. school voor u. 1. o. aan de Heerenslra.il, alhier; 2o. de heer J. Berkenbosch, ie Hoogersmilde3o. de heer A. Ridderbos le Hoogezand. Door dr. D. Brouwer, lijdelijk leeraar aan den gemeentelijken hoofdaclecursus alhier werd in verband met de jongste minislè- rieele beschikkingen inzake onderwijsbezol- diging, waaruit hem bleek, dat voortaan voor hem de bezoldiging aan genoemden cursus zat zijn naar een school van 150 f 100 per vekelijksch lesuur waarvoor do Raad indertijd in juistere waardeering 1175 voorstelde, eervol onlhetfing uit den betrek king gevraagd. B. en W. geven alsnu in overweging aan Idit verzoek te voldoen. Verder geven B. en W. in overweging op dien3 verzoek aan den hec-r J. Ohrisliaanse om redenen van gezondheid eervol onlslag te verleunen uit zijne betrekking als onder wijzer aan de openbare school 3de klasse B aan de Haversiraat. Eindelijk slelien B. en IV, voor aan mevr. A. C. Monlagnc geb. Van der Lee op haar verzoet de meest eervolle wijze onlslag te verleenen als regentes van genoemde instel ling, onder dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensVn door haar als zoodanig bewezen. Geen sctsidie aan den schouwburg. In vroeger genoemd voorstel geven mevr. Van Itallie—Van Embden en de heer Sijtsma in overweging jaarlijks een bedrag van len hoogste 1 1000 beschikbaar te stel len uit de gemeentekas, teneinde daarmede de opvoering van eenige eerste klasse-uit voeringen in den Leidschen Schouwburg te bevorderen D; loekenning van deze bijdra gen, bot een maximum van 11000 per jaar in totaal, zouden de voorstellers willen doen geschieden door B. en W., op eenparig ad vies van cene commissie van 7 leden, waarvan 4 leien uit en door den Raad te benoemen en de overigen door hun College uit de burgerij. Het komt B. en W. voor, dat aanneming van het voorslel geen aanbeveling verdient. In onze gemeente toch valt geenszins te klagen over gebrek aan toonecluitvoeringen. Wanneer men nagaat, welke looneelsluk- ken hier ter slede in de laatsle jaren zijn opgevoerd, dan valt te constateercn, dat na genoeg alle stukken, die elders worden ge geven, ook in Leiden vertoond zijn gewor den. En die enkele stukken, welke ten gevolge van de le dure monlage hier mis schien niel kur.nen komen, kon men ten gevolge van de zoo gunstige ligging van Leiden, zonder te groole extra-kosten, in het nabijgelegen 's-Gravenhage gaan zien. Daarvoor lijkl iiun het voorslel niel noodig. Het bestuur der Leidsche Schouwburg- vereeniging. wier gevoelen B. en W. over (het voorslel inwonnen, voert ook nog ccnigc praktische bezwaren legen het voorstel aan. Het bestuur wijst cr op, dat in Leiden niet een vast gezelschap speelt, en dat do schouwburg alleen kan worden geëxploi teerd, wanneer de meeste der bestaande too- n eel gezelschappen in Leiden blijven komen. En nu zou, zoo schrijtt het bestuur verder, liet verleenen van een subsidie aan enkele gezelschappen voor opvoeringen tegen ver- rryndenden prijs, bij de overigen wel eens de toch al niet te grootc lust, om naar Lei den te komen, geheel kunnen wegnemen, aangezien het publiek, en van zijn kant te recht, op de goedkoope door de overheid lot ware kunst gesanctionneerde voorstellingen zou wachten. Ook zal zich volgens het be stuur het verschijnsel voordoen, dat vele gezelschappen als zij een behoorlijk stuk willen opvoeren, traehlen een deel der sub sidie te krijgen, en dreigen anders niet met dat stuk in Leiden te komen, hetgeen öf tot de hoogste subsidie aan de meest vragende iif tot een bijna niet doenlijk onderzoek, of hel dreigement gemeend is, moei leiden. Het het oog op de fe berde gebrachte be zwaren tegen het eerste gedeelte van hel voorstel meenen B. en W. het instellen van de voorgestelde commissie hier builen be spreking le kunnen laten. Ook de vraag, ol looneel-subsidie in het algemeen al dan niel aanbeveling verdient, kan thans buiten be schouwing blijven. Het voorstel,, zooals het daar ligt, ach ten zij, onnoodig cn ondoeltreffend en zij geven den Raad mitsdien in overweging het niet aan te nemen. Afrekening met schoolbesturen. Door de besturen van eenige schoolver- cenigingen, waaraan krachtens het bepaal de in de art. 72 e. v. der Lager Onderwijs wet 1920 van gemeentewege geldeD zijn verstrekt voor uitbreiding, verandering enz. van schoolgebouwen voor bijzonder lager onderwijs, is, Ier voldoening aan art. 81, lsle lid, dier wet. onder overlegging van de tinancieele bescheiden, rekening en ver antwoording gedaan van de voor die werken gemaakte kosten. Nu de overgelegde rekeningen cn verant woordingen door B. en W. zijn goedgekeurd en dientengevolge de werkelijk voor reke ning van de gemeente komende kosten vastslaan, kan lot rerhooging of verminde ring van de voorloopig reeds voor die wer ken beschikbaar gestelde bedragen worden overgegaan. Voorts zijn door eenige scboolvercenigin- gen in verband met den bouw of de uit breiding van schoolgebouwen voor bijzon der lager onderwijs, ter voldoening aan hel bepaalde bij art. 79, 1ste lid der Lager On derwijswet 1920, de bij art. 73 dier wet be doelde waarborgsommen in de gemeentekas gestort of zijn waarborgsommen welke reeds op de begrooüng waren geregeld, aan gevuld. Ten slotte moesten, ingevolge art. 81 6e lid, aan een schoolvereniging gedeelten van reeds op de gemeentebegrooting gere gelde waarborgsommen worden geresti tueerd, omdat in verband met de voor uit breiding gemaakte kosten het als waarborg som in de gemeentekas gestorle bedrag te hoog bleek te zijn. Evenals bij vorige waarborgsommen is geschied, komt het B. en W. gewensebt voor ook de thans ontvangen waarborg sommen in mindering te doen komen van do voor uitbreiding enz. ten laste van den post „Geldleening" toegestane gelden, ter wijl uit den aard der zaak voor de geres titueerde gedeelten van waarborgsommen tot verhooging van dien post moet worden overgegaan. De totale verhooging van uilgaven van hoofdstuk VTII der* begrooting bedraagt f 10741.34, waar tegenover sISat een ver hooging der ontvangposten, lot een bedrag van f 8595.GO. Het verschil ad f 2115.64 moet uit een geldleening worden gevonden. Begioolingswijzigingen. Ingevolge de nieuwe begroolingsvoor- sch riften worden de pensioenen cn wacht gelden, (Je lcoslen van de ongevallen- en invaliditeitsverzekering, die van het toe zicht op den gezondheidstoestand der amb tenaren, beambten en werklieden, alsook de kindertoeslagen aan ambtenaren cn werklieden, nadat zij op de daarvoor be stemde verzamelposten zijn geraamd, over de verschillende hoofdstukken en paragra fen der begrooting verdeeld. Hoewel do ter zake over 1924 gedane uilgaven, welke in lolaal op f 606.859 wa ren geraamd, slechts f 599 639.22'/'. dus f 7.219.77V» muider hebben bedragen, moo- len loch in verband met die verdeeling ver schillende wijzigingen in de begrooting voor 1921 worden aangebracht. B. en W. geven een overzicht aan van de voor elk der bovengenoemde onderwerpen in lolaal geraamde en uitgegeven bedragen, met vermelding of de uitgaven meer of minder hebben bedragen. Aan het slot van den overgelegden be- grootingsslaat, zijn voorts opgenomen de bij de verschillende verzamelposlen behoo- rende verdeelingsstaten, waarin de op de diverse hoofdstukke» en paragrafen der ge meentebegrooting tof zake gedane uilgaven zijn aangegeven. Ilct voordeclig verschil tusschen de la gere en de hoogere uilgaven, dat f 7219.77'/' (f 22052.77'/=—114833) bedraagt, zouden B. en \V. willen aanwenden tot verlaging van volgn. 438 der ontvryigsten Uilkeering van bel bedrijf wegens: f. kosten ter zake van verzekering, pen- sionneering enz. vai) ambtenaren en be ambten. Op dezen post toch is minder ontvangen, aangezien door do Gasfabriek ter zake min der verschuldigd 13, dan geraamd. Ter voldoening aan den wensch van Ged. Slaton behooran nog eenige wijzigingen van administration aard in de bcgrooting voor 1924 te worden aangebracht. Bij raadsbesluit van 25 Augustus 1924 zijn namelijk, tegelijk met verschillende achterstallige inkomsten en uitgaven van vorige dienslen. eenige onvorbruikt geble ven gedeelten van in 1922 en 1923 toege stane credieleii en de daarmede verband houdende ontvangsten overgebracht op de posten ..Achterstallige uitgaven" en „Ach terstallige ontvangsten" van de begrooling voor 1924, terwijl Gedeputeerde Staten de desbetreffende bedragen gaarne uilgetrok ken zagen op de belrekkeliike poslen der begrooüng voor 1924 Overneming door de gemeente. Overeenkomstig het advies van de Com missie van Fabricage geven B. en W. den Raad in overweging om in verband met de verdere bebouwing van de Oldcbarneveld- slraat met een achttal woonhuizen een stukje voor straat bestemden grond ter grootte van 323 c.A. zonder eenige kosten voor de gemeente in eigendom en onder houd bij de gemeente over te nemen. Ook stellen zij voor te besluiten tot over name in eigendom en onderhoud bij de ge- meenle van een perceel kadastraal bekend Leiden sectie D. groot 35 c.A. voor een som van f 1003 50. Geen verbreeding van den Rijnsbnrgerweg. In de vergadering van 19 November 1924 werd de navolgende motie voorgesteld door de heeren Huurman, Zuidema en Spendel: „Ondcrgcteekcnden hebben do eer den Raad voor te stellen B. en W. le verzoeken plan en kostenberekening te willen doen opmaken voor verbrceding van de Rijnsbur- gerwee. vanaf de Poelbrug (ol aan hel Sla- lion. cn levens mede le deetcn op welke bij dragen van de Tramweg-Mij. en van an doren zou kunnen worden gerekend", in iianden van B. en W. gesteld om prae- advios. Dit praeadvies, dat juist twee ko lommen van de Ingekomen Stukken be- slaat, is Ihans verschenen. Daaruit blijkt, dat door de voorgestelde verandering de weg zou worden verbreed tot 2.5 11. De kosten daarvan worden ge raamd op f53000, ongeacht de kosten van de verandering der straatverlichting; be groot op f 4200. B. en W. hebben zich emst'g afgevraagd of oen dergelijke grootd uitgave wef ge wettigd is en beantwoordt o deze vraag unaniem in ontkennenden zin. Ook de Commissie van Fabricage, hoewel in beginsel voorstander van de verbreeding, ontkent niet, dat „de voor dit werk ge raamde kosten ad f53000, (ongerekend de kosten ran de straatverlichtings- en tram- wegwerken) inderdaad zeer hoog zijn en een gewichtig bezwaar tegen de uitvoering kunnen vormen." De Commissie heeft der halve nagegaan op welke wijze de kosten verminderd zoudc-n kunnen worden zonder in het plan wijzigingen van beteekenis te (brengen. Zij acht dit mogelijk door het aanwezige bestratingsmateriaal, voor zoover nog bruikbaar, te laten liggen en voor de verharding van de te dempen sloot te ge bruiken de steencn, afkomstig van het verderop gelegen, vernieuwd wordende, ge deelte van den Rijnsbnrgerweg. Mocht, wat niet onmogelijk is, het bezigen van de stee- ner van het gedeelte benoorden de Poelbrug ten behoeve van de te dempen sloot ten Zuiden van die brug niet raadzaam zijn, dan zouden, zoo meent de Commissie van Fabricage, uitsluitend voor de verharding van deze gedempte sloot nieuwe klinkers gebruikt kunnen worden. In plaats van 153000 zullen d6 totale kosten dan. naar raming der Commissie, phra. f43000 be dragen. Een dergelijke bezuiniging is, in ver houding tot liet geheele kostencijfer, in derdaad niet onbelangrijk, af zij er op gewezen, dat vernieuwing van de bestrating ran het onderwerpelgke weggedeelte dan uit den aard der zaak eerder aan de orde komt. dan wanneer thans geheel nieuw materiaal wordt gelegd. Intusschen blijft het bezwaar,, gegrond op financieeie overwegingen, ten volle be staan, omdat bet totale bedrag van de kos.eo, zelfs al behoudt men de bestaande bestrating, met inbegrip van de kosten van de straat verlichtings- en van de tramwegwerken toch meer dan f50000 zal bsfoopen en een dergelijke uitgave B. en W„ zooafs gezegd, voor dit doel thans niet gewettigd voorkomt. In dit verband z(j opgemerkt, dat, gelijk uit de ter visie liggende stukken kan bik ken, van de Provincie geen bijdrage in de ko6ten verwacht mag worden. Andere licha men, als de Algemeene Nederkndsche Wiel rijders Bond en de Koninklijke Nederland- sche Automobiel Club, zouden B. en W. liever niet lastig vallen met c-en verzoek om subsidie, aangezien een bijdrage naar even redigheid van de voor het wegvak Poel brugWarmonderweg verleende subsidie, slechts een luttel bedrag zou vormen. Van de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg Maat- schappij ontvingen zjj bereids bericht, dat de ontworpen wegverbetering voor hare lijnen slechts van zeer gering belang is to achten, en dat zij zich derhalve slechts dan bereid verklaart de vrij aanzienlijke koslen, welke aan een spoor- en bovenleiding verplaatsing zijn verbonden, op zich te ne men, indien de gc-meente daartegenover het onderhoud van de bestrating tusschen en lang» de sporen zou overnemen. In dit laatste geval zou bij de kosten der wegverbreeding dus het gekapitaliseerde bedrag dezer jaar- Ijjkscho onderhoudskosten geteld moeten worden. Zoodoende zou het breeder maken van het wegvak aan deze zpe van de Poel brug, zelfs na aanbrenging van de door de Commissie van Fabricage aangegeven be zuinigingen, de* gemeente nog te staan ko men op een bedrag van, globaal geraamd, f54009, welke uitgave zij herhalen het in de gegeven financieeie omstandig heden cn met het oog op den zwaren be lastingdruk hier ter stede, naar meening van B. cn W. niet gewettigd is voor de verbloeding van een weggedeelte, breeder dan de meeste hoofdverkeerswegen iu deze gemeente; De salarieering van de leeraren bij het Nijverheidsonderwijs. Dour liet bestuur van de afdecling Leiden van den Nedert. Bond van Leeraren cn Lce- raressen bij liet nijverheidsonderwijs werd een adres gericht aan den ltaad, waarin Tiet te kennen geeft dat de salarissen van het personeel der van rijkswege gesubsidieerde nijverheidsscholen, inet ingang van 1 Januari 1925 in die mate zijn verlaagd, dat zij .than» ir. geen enkel opzicht meer de vergelijking mei de bezoldiging bij andere lakken van onderwijs kunnen doorslaan en het nijver heidsonderwijs" ongetwijfeld groole schade zullen doen. Om die reden verzoekt hel bestuur zoo danige maatregelen le willen nemen, dat al thans over de maanden Januari en Februari 1925 een salaris word uilgekcerd in over eenstemming met de op 1 October 1921 gel dende regeling. Ten slotte merkt hel bestuur op, dat de gemeente Haarlem een zoodanigen maalrc gel len opzichte van de daar gevestigde ge meentelijke inrichting van nijverheidsonder wijs reeds in uitvoering heeft gebracht. RECLAME. vanaf 26 ct. pep or.s. 9764 Inderdaad zijn de salarissen van het per soneel der nijverheidsscholen bij .Koninklijk Besluit van 31 Januari 1925, S 27, belang rijk verlaagd en wordt dat personeel, mede door bet feit, dat aan dat besluit terugwer kende kracht is verleend lot 1 Januari 1925 wel getroffen, immers gaan vele leeraren onmiddellijk zeer belangrijk (varieerendo van plm. 30 tol plm. 40 pCt.) in salaris ach teruit. Niettemin ligt hel naar de meening van B. en W. niet op den weg van onze gemeen te, de door de leeraren geleden schade te vergoeden. De Nijverheidsonderwijswet kenl aan de gemeente geenerlei medezeggings- schap toe, noch bij de goedkeuring van de begrooling en rekening dor scholen, noch bij de salarieering der leerkrachten. Het betrelt hier dan ook zuiver een Rijkszaak en zij zien niet in om welke reden do gemeente, die, toen het destijds verhooging van de salaris sen dier leerkrachten belrof, daarin zelfs niel is gekend, zich, nu het verlaging der bezoldiging beirefl, in deze aangelegenheid zoude mengen. Naar hun mcening kan van de gemeento niet worden gevergd, om boven en behalve hel wettelijk verplicht subsidie aan de nij verheidsscholen nog een cxlra bijdrage te geven in den vorm van een bijslag op de salarissen van de leerkraehlen aan die scho len. Bovendien zoude dit neerkomen op wij ziging van hel wellelijk subsidiestelsel, het geen h.i. zonder wetswijziging niel moge lijk is. Tol juist begrip van hclgecn ten deze door den Gemeenteraad van Haarlem is besloten, vermelden B. en W. nog, dal hel besluit van den Raad dier gemeente hiertoe slrekt, om den Minister van Onderwijs, Kunsten en Weienschappen te verzoeken de nieuwe sa larisregeling op te schorten tot den aanvang van den cursus 19251926 cn ingeval le gen de inwilliging van dat verzoek overwe gende bezwaren mochten bestaan, alsdaD aan den Minister le verzoeken goed te keu ren. dat de bezoldiging gedurende den loo penden cursus geschiedt naar het ongewij zigde taricl. met dien verstande, dat het meerdere bedrag voor rekening van de ge meente wordt genomen. Uitdrukkelijk veslf- gen B. en W. or de aandacht op, dat dit besluit van den Baad van Haarlem uitslui tend betrelt het personeel der eenige ge meentelijke nijverheidsschool en derhalve geen heirekking heeft op het personeel ver bonden aan niel-gemecntelijkc scholen. Op grond van hot bovenstaande geven zij miledien den Raad in overweging afwijzend le beschikken op hel verzoek van het boven genoemde bestuur. Uit het Engelsch van Baronesse ORCZY. (Geautoriseerde vertaling van A. T. 28) 2. Vroeg in den morgen viel Barbara einde lijk in een onrustigen slaap, maar zoodra d^ ochtendzon door de gordijnen kwam gluren .ontwaakte zij weer. Thans met een doel. Het gebeurde van den nacht had voor een oogenblik de vrecselijke gedachte ver jaagd van Tubals verraad en Jims wanho- pigen toestand, maar het morgenlicht ver bande liet voorval -van den nacht naar den achtergrond: Tubal, de spion, verdween achter Tubal den verklikker. Terwijl zij or.Lbeet in gezelschap van den Squire, ver- t-'lde zij hom, wal zij in den nacht g:zien had, en l ij beloofde, dat er voortaan ook een schildwacht zou slaan onder haar raam. Later reed Squire Brenl weg voor zijn zaken, en Barbara, met een langen tijd voor zich, ging naar de stallen en vroeg, dat een paard voor haar gezadeld zou wor den. Toen reed zij weg, begeleid door Matthew. Zij ging "naar Shulford, om met Tubal te sprekpn. "Wat zij be n zou zeggen, als zij hem zag, wist zij met; maar het zou zeker iets zijn, om zijn hand van broedermoord Jtogen te houden. Zij voelde, dal zij, het mocht kosten, wat liet wilde, voorkomen moest, dat die afschuwelijke daad gedaan Werd: Tubal, die Jim verkocht aan men- sclien, die hem wilden dooden. Geen zaak kon door zulk een monsterachtige daad ge diend zijn, en met le trachten om die te voorkomen, verried zij haar Koning niet. Te Sulihford ontving juffrouw Longslian- kes haar, toen zij afsteeg. Juffrouw Longs- hankes vriendelijk, bijna onderdanig, die haar in de kamer liet cn vroeg naar de ge zondheid van Squire Brent en die van Me vrouw Barbara op dezelfde zachte manier, die zij in het ver verleden had, voordat de oorlog haar rijk en Barbara arm gemaakt had. Zij zette een stoel, voor Barbara bij 'hel raam en in antwoord op een vraag naar Tubal, grng zij haar zoon halen. Behailve dien vagen, spookachtigen omtrek van hem in Daventry en later weer in Tarnden Fields had Barbara Tubal in meer dan vijf jaar niet g:zien. Zij dacht zich hem veel veranderd, grover van trekken en lomper van manieren geworden. Maar zij was nog slechts een kind geweest in de dageh, dat Tubal haar vurig 'liet hof gemaakt had, en de liefde, die hij toen voor haar beweerde te gevoelen, had hem zeker in haar oogen geïdealiseerd. Hij kwam nu binnen, met zijn handen in zijn broekzakken; zijn ihaar hing wan ordelijk om zijn hoofd, en zijn geheole ver schijning maak'.e den indruk, dat hij niet veel gaf om zindelijkheid. Aan den ande ren kant was er van zijn zijde een duide lijk merkbare poging bij liet binnenkomen, om op zijn gemak le schijnen, zelfs le snoe ven in tegenwoordigheid der dame, aan wie hij vroeger de tecdere nederigheid van een minnaar beloond had. „"Wel, Babs," zei hij vroolijk, toen hij voor haar stond, met zijn becncn wijd uil elkaar en zonder zijn handen uit de zakken le doen; „het is heel vriendelijk van u, ons te komen opzoeken. Wij hebben ons al af gevraagd, of ge te troloc'h waart geworden, om oude vrienden weer te kennen." „Het is niet aan mij, Tubal," antwoordde Barbara koel, „om mijn vrienden den rug toe te keeren. Ge moet eer bij uzolf de re den lol vervreemding tusschen ons zoe ken." Zij was zich bewust van een gevoel, dat op afkeer geleek. Toen zij dien morgen ver trok, bad zij niet gedacht, dal het onder houd zoo moeilijk zou zijn; zij had impul sief gehandeld. Tot dit oogenblik waren er in haar gedachten twee Tubals geweest, de minnaar van haar kinderlijd en de spion van Daventry en Famdoii Fields; tot nu toe hadden die twee persoonlijkheden ziöh in haar geest nooit tot één vermengd. Maar hier, van aangezicht tot aangezicht met hem, zag zij Tubal, zooals hij werkelijk was, ruw, wTeed, een verklikker, iets, dat zij zoo innig verachtte, dat zij ternauwernood hem kon aanzien. Zij zag hem niet alleen als de schurk met het masker voor zijn gezicht, trachtend de geheimen van des Konings Raad te stelen, maar zij kon niet laten hem zich voor te stellen onder de geeseling van de soldalen van den Squire, geslagen als een hond. Hij, Tubal, die haar eens hetihof gemaakt hadl En het was lot hem, dat zij gekomen was met een verzoek op haar lip pen I De omvang van de taak, die zij op zich genomen had, verlamde haar een oogen blik, en zij had ai haar moed noodig om kalm te spreken. Zij zat in een stoel met hoogen rug naast het raam, dat uitzag op den kleinen tuin, die er in Juni zoo vroolijk met" de rozen uit zag, maar die nu wat verwaarloosd en on verzorgd leek; de paden onzichlbaar door het onkruid. Tubal was in een stoel tegen over haar gaan zitten op zijn gemak, met zijn lange boenen uitgestrekt. Ifij zag er brommig en ontevreden uit; op een of ande re manier scheen hij haar gedachten te ra den. want opeens zei hij zonder inleiding: „De squire heeft mij onlangs door zijn knechten laten geesclen", begon hij droog weg; „wist ge dal?" Toen zij niet antwoordde, ging hij driftig voort: .En weet ge waarom? Omdat ik mij niel wilde laten berooven van wat ik in het zweel mijns aanscliijns verdiend had; omdat ik billijke betaling cischle voor hetgeen mijn eigendom was, liet hij mij gceselen, geesclen als een hond, totdat liet vlcesch van mijn beenderen gescheurd werd, cn niet in staal de pijn langer te verdragen, gaf ik loc aan zijn hardheid en hebzucht. Kijk, meisje", voegde hij er bij cn met een woeste bewe ging rukte hij aan zijn halskoord en trok zijn wambuis en hemd van zijn schouder: weg: hel vleesch zag bleek en rood met don- kerroode strepen. „Kijk!" riep hij. „Tubal 1" riep zij luid, als in verzet. Hij wachtte een oogenblik zwijgend, toen barstle hij in een schorren lach uit, terwijl hij rustig zijn boord en wambuis weer vast maakte. „Ik wilde u alleen maar doen welen", zei hij langzaam, „dat, als gij hier gekomen zijl om gunsten le vragen of over uw armoe de le klagen, gij aan het verkeerde adres ge komen zijn." „Ge vergist u zeer, Tubal," antwoordde Barbara koel. ,.lk was niet van plan u een gunst le vragen. Wal er tusschen u en Squire Brent gebeurd is, gaat mij niel aan, en ik zou zeker mijn leven lang niet weer bij u gekomen zijn, zooals ge wel denken kunt; na liet voorgevallene te Daventry, toen ik blind noch onnoozel was. En dat ik nu hier ben, is omdat ik besloten ben, zoo noodig, mijn laalslcn ademtocht te gebruiken, orn le voorkomen, dat gij de afschuwclijkc®nis- ..daad begaat, dien gij in den ziq hebt." Een oogenblik keek hij haar aan mei wijd open, starende oogen, alsof hij niel heele- maal begreep, wat zij bedoelde. Toen haalde hij de schouders op. „Kom, kom!" riep hij. „Wal speelt ge de groote dame, cn waarover is dit alles in des duivels naam? De zaak in Daventry was mijn zaak, en ik begrijp niet, wat gij cr mede 13 maken hebt. en ik moge voor eeuwig ter- doemd zijn, als ik begrijp, wat ge bedoelt met „afschuwelijke misdaad cn „den laal slcn ademtocht te gebruiken" van uw lief tallig lichaam. Als gij dit laatste te mijnen behoeve van plan zijt, dan verzoek ik u do moeite te sparen." „Ge begrijpt heel goed, wat ik ineen, Tubal. Met betrekking tot Daventry en.... cn dan Farndon, dat is, zooals ge zegt, een zaak tusschen u en uw- geweien, en alken mijn trouw aan onzen Koning doet mij u halen voor wat ge toen deedt. Ik bid u, laat mij spreken", ging zij sneller voort, toen zij, zag, dat hij een beweging maakte, alsof hij weer wilde protesteeren. „Wat ik kom zeg gen is moeilijk genoeg en ik heb al mijn kracht noodig en al de hulp, die God mij schenken wil, om u de zaak duidelijk te ma ken. Tubal!" zeide zij met plechligen ernst, „ik ben gekomen, om met u over Jim te spreken." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 9