Moderne Zomerstoffen De Hand met het Litteeken. No. 20019. LEIDSCH DAGBLAD. Woensdag 17 Juni Tweede Blad. Anno 1925. BINNENLAND. Geheel nieuwe collectie FEUILLETON. Nederland en België. De correspondent ran de „N. R. Ct." je Brussel meldt: De Assemblée Wallonne heelt aan het parlement een adres gezonden, waarin het verdrag tusschen Nederland en België ter sprake komt en waarin de Vereeniging be treurt, dat in het ontwerp niat3 voorkomt over de kwestie van de bres van Limburg, hoewel de groote mogendheden in 1919 eenstemmig verklaard hadden, dat de vei ligheid van België naar dec kant van de Maas niet verzekerd kon worden, tenzg door een overeenkomst, tusschen de generale Staven van Nederland en België. De vooruitzichten bij de registratie en domeinen. Op vragen van het Tweede-Kamer-lid Staalman I. Is het den Minister bekend, dat de po sitie vin de geagreëerde klerken bij het dienstvak der registratie en domeinen, de hypotheken en het kadaster zoodanig is, dat vele van deze klerken iol hun 35-jari- gen en nog hoogeren leeftijd geen betere be zoldiging kunnen bekomen dan van f 75 per maand, zoodat onder andere elk uit zicht op het vestigen van een gezin voor deze persov-en is uilgesloten, terwijl vroeger een regeling bestond, ingevolge welke, wan neer deze personen drie jaar in hun func tie hadden voldaan, zij tot rijksklerk wer den aangesteld en op hen het Rijkssalaris- besluil van toepassing werd, terwijl dit thans niet vroeger mogelijk 13 dan na eep tlenjarigcn dienstiijd onder bovengenoemde minieme salarisregeling? Zoo ja, is de Minister dan bereid, hierin zoo spoedig mogelijk een gunslige wijziging ie torengen? II. Zou de "Minister bereid zijn het verge lijkend examen, dat volgens dagbladberich- ten op 21 Juli a. 3. zal worden afgenomen ter aanwijzing van vijf en twintig candida- ten voor 't ambt van surmuwerair der dir- Balastingen. invoerrechten en accijnzen ie doen vervallen en, indien het aanstellen van zulke ambtenaren noodig is, ie trach ten Ideze te vinden onder de ambtenaren in aiidere vakken van t.enst, die voor af vloeiing zijn aangewezen, zooals bijv. onder de hoogere ambtenaren bij het slaalsbedrijt der posterijen, telegrafie en telefonie? heeft de Minister van Financiën geant woord: Vraag 1. Volgens daarvan aangehouden lijsten zijn er bij hel dienstvak der registra tie en domeinen, waaronder de hypotheken en het kadaster begrepen zijn, 185 geagre- eerde klerken, die voldoen aan de vereiscih- ton, om tot Rijkskderir bij dat dienstvak te kunnen-worden benoemd .Daarvan zijn er 8 ouder dan 35 jaren en 27 ouder dan 25 jaren; hun maximum bezoldiging, welke wordt bereikt op 21-jarigen leeftijd, bedraagt inderdaad f 75 per maand in een gemeenle aer eerste klasse. Gedurende het jaar 1925 genieten echter de gehuwden en de kost winners een toelage ten bedrage van het Verschil tusschen 90 pet. der belooning vol gens de vóór 1 Mei 192-1 geldende regering én 'de belooning, die zij van 1 Januari 1925 kf genieten. Voor de overige klerken is een overeenkomstige toelage bepaald, met dit onderscheid, dat het percentage niet 90, doch 80 befdraagL Het maximum salaris be droeg op 1 Mei 1921 op 20-jarigen leeftijd, in een gemeente der eerste klasse f 1100. Vroeger werden die klerken in den regel na 3-jarigen diensttijd als zoodanig en in dien zij 21 jaren oud waren, tot Rijksklerk benoemd. Sedert de aanneming door de tweede Kamer van de motie-Oud-Dressel- h'uys wordt het aantal Rijksambtenaren van deze categorie niet meer uitgebreid en Worden de geagreëerde klerken dln slechts tót Rijksklerk benoemd, als er een vacature als zoodanig is, dat is, tot heden althans, na ongeveer 9 jaren dienst als geagreëerd klerk. Het eerste gedeelte van vraag I beant woord ik, met an-acht-neming van het bo venstaande, bevestigend, en op heit tweede gedeelte van die vraag antwoord ik, dat er .Voorhands geen aanleiding is, om van den wensch der Kamer te dezer zake af le wij ken. Vraag U. De vraag, of het mogelijk zal zijn, om het hoogere personeel van andere lakken van dienst bij op-wachtgeld-stelling te doen overgaan naar den belastingdienst, heeft reeds eon paar malen een punt van bespreking uitgemaakt mot het Hoofdhe- sluur der Poslerijen en Telegrafie. Het groo te bezwaar er legen is de studie, noodig om naar behooren een plaats in te nemen onder het hoogere belastingpersoneol. fn hel bij zonder kan niet verwacht worden, dat deze studie goede vruchten zal kunnen dragen ten aanzien van afvloeiend hooger perso neel, aangezion de voor het ambt van be lastinginspecteur vereisohte veel omvatten de studie op gevorderden leeftijd bezwaren medebrengt. Do verwachLing is daarom niet hoog ge spannen, dat de vacatures in de hoogere rangen bij den belastingdienst aangevuld zouden kunen worden uit de afgevloeide ambtenaren van andere lakken van dienst, zooals b.v. uit de hoogere ambtenaren bij het Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Nu bestaat wel de mogelijk heid, dat ook personeel van jongen leeftijd zal afvloeien, doch zoolang daaromtrent geen zekerheid bestaat, zou het niet verant woord zijn, daarop vooruit le loopen door het examen, dat op 21 Juli a.s. zal worden afgenomen ter aanwijzing van candidaten voor het ambt van surnumerair der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen, te doen vervallen, omdat dan geen waarborg bestaat van een aanvulling van het hoogere belastingpersoneel in de toekomst, zooals de dienst dit eischt. Blijkt Mussahen te zijner tijd, dat afgevloeid hooger personeel over genomen kan worden, dan zal daarmede een volgend jaar rekening gehouden wor den, in dier voege dat alsdan geen examen voor den belastingdienst zal worden uiige-' schreven of een examen voor een vermin derd aantal plaatsen. Chr. Nationaal Vakverbond. In de voortgezette vergadering klaagde de secretaris ten aanzien van de samenwerking met de Chr. politieke partijen over het niet beantwoorden van brieven door de A.-It. partijvoorts het feit, dat verschillende da den er op wijzen, dat men geen rekening houdt met hetgeen dezerzijds op de confe renties met de fracties betoogd werd. Spr. wijst bijv. op de houding bij de pensioen wet en hel permanente comité. Spr. citeert een_verslag, waarap te lezen staat, dat de heer Colijn betoogd had, dat de arbeid voor de sociale wetgeving tien jaar zou dienen stopgezet. Spr. kan niet gelooven, dat het geen hier staat, juist is, want dan zou de heer Colijn het Stembusprogram van de A.-R. geheel verloochenen. D. Chr. Vakbe weging moet tegen een dergelijk streven met kracht stelling nemen. De heeren F. Eikerbout en J. Naula wer den beiden bij acclamatie als leden van hel dagelijksoh bestuur herkozen. Discussies werden gevoerd over het vol gende voorstel van hel dagelijksch bestuur: „Met ingang van 1 Januari 1926 worden de centralisatie van de iinancieering der be sturenbonden door het C. N. V. losgelaten; in overeenstemming daarmede besluit de algemeene vergadering met ingang van 1 Januari 1926 tot opheffing van het fonds tot financieering der bestuurebonden." .Een aantal afgevaardigden spraken tegen het voorstel, dat verdedigd werd door den penningmeester, den heer J. S. Ruppert, die zelf tegenstander is, en door den voorzitter. Na heel wat heen en weer praten wordt het voorstel verworpen met 38 tegen 56 stemmen. Vóór slemden de organisaties van Ambtenaren, Belastingambtenaren, Hout bewerkers, Landarbeiders, Mijnwerkers, Opzichiers en Teekena'ars, Postpersoneel, Sigarenmakers, Textielarbeiders en Verze keringsagenten. Voorts werden behandeld voorstellen van den Ohr. Metaalbewerkerebond en van den Ned. Ohr. Bond in de Kleedingindustrie, be doelende om de contributie aan het C. N. V. te verlagen van 80 op 60 cent per lid en per jaar en voor de Besturenbonden van 52 op 40 cent per lid en per jaar. Het voorstel inzake de contributie van het C. N. V. werd met 7 tegen 13 stemmen verworpen. De andere voorstellen werden ingetrok ken. Met algemeene stemmen werd aaageno- men een voorstel van h^t Dagelijksch Be stuur om wijziging te brengen in het Huis houdelijk Reglement en le bepalen dat de kennisgeving voor beëindiging van liet lid maatschap drie maanden voor 1 Januari van eenig jaar bij het Dagelijksch Bestuur moet zijn ingekomen. Het laatste voorste!, dat in behandeling kwam, was dat van den Ned. Ohr. Textiel- arbeidiersbond „Unitós", luidende: De algemeene vergadering spreekt de wenscheüjkheid uit, dat een centraal weer standsfonds wordt opgericht, waaruit bij eventueele slakingen en uitsluitingen de aangesloten bonden volgens vast te stelten regelen kunnen' worden gesteund; "draagt RECLAME. 9638 bers, te Nijmegen, Ed. Gerzon, mr. E. S. Orobio de Castro en J. Stroeve J.E.zn., allen te Amsterdam, hebben het lidmaatschap van den raad van advies aanvaard. De Parijsche correspondent van ,.De Dagelijksch Bestuur van het C. N. V. I Tijd" verneemt, dat próf. J. A. Hamel niet m spoedig mogelijk een onderzoek in te 1 langer zijn post als directeur van de Juri dische afdeeling bij den Volkenbond zal ver vullen. Zijn lijd is om en kan volgens de statuten niet worden verlengd. Hij keert de zer dagen naar Nederland terug. het op, zoo spoedig mogelijk een stellen naar de mogelijkheid der oprichting van een dergelijk fonds, na welks onder zoek een beslissing over het al of niet op- j richten van een weerstandsfonds a2n het algemeen bestuur Van liet C. N. V. wordt voorgelegd. Hel Algemeen Bestuur adviseerde zich in principe vóór dit voorstel te verklaren. Het werd echter, na ampele discussie, verwor pen met 57 tegen 37 stemmen. De heer J. Hofman hield daarna een in leiding over het onderwerp: „Hoe vermeer deren wij den invloed onzer vakbeweging naar buiten en hoe versterken wij onze vakbeweging organisatorisch en finan cieel?" Schoolblijven als straf. Op de vragen van den heer Ter Hall be treffende afsohaffing van de straf van het schoolblijven van kinderen, heeft minister De Visser geantwoord, dat de wet hem geen bevoegdheid geeft om maatregelen te nemen, waardoor gelijk wordt gevraagd een radicaal einde gemaakt zou worden aan toestanden, zooals in October 1921 te Delft en in begin Mei 1925 te Dordrecht voorkwamen, waarhij schoolgaande kinde ren, die voor straf moesten nablijven in de school, door vergeetachtigheid van liet on derwijzend personeel in het verlaten school gebouw achterbleven. De straf van het schoolblijven behoort tot het tuohtrecht v^n het hoofd der school, en onder zijn verantwoordelijkheid kan zij mede worden opgelegd door de(n) klasse- onderwijzer(es). Hel nablijven van leerlin gen kan op zichzelf natuurlijk niet als een gevaiajlijke straf warden aangemerkt, en zetker niet, indien deze, gelijk het behoort, onder toezicht wordt toegepast. Tot bet doen afschaffen dier straf ontbreekt den Minister de bevoegdheid, maar hij kan er de noodzakelijkheid ook niet van inzien. Zelfs een wenk, dat de nat)lijvers steeds onder toezicht moeten zijn, aah', hij overbodig, eenerzijds omdat deze beide betreurens waardige gevallen een zóó zeldzame uitzon dering op het getlieale aantal openbare en bijzondere lagere scholen zijn, en ander zijds, omldat juist die gebeurtenissen zelf de beste waarschuwing zullen zijn, om het noodige toezicht in het vervolg ook in an dere scholen niet te doer ontbreken. Prins Hendrik was voornemens gis teren van Chamonix een uilstapje via Erian naar Montreux te maken en daar in het Montreux-Palacc-Hotel te overnachten. De Koninklijke familie zal binnen enkele dagen haar verblijf te Chamonix beëindigen en naar Zwitserland terugkeeren. Tot hoogleeraar in de economie, in het bijzonder het munt-, crediet- en óank- wezen, de handels- en verkeerspolitiek aan de Nederlandsche Handelshoogeschool te Rotterdam is benoemd mr. dr. (J. M. Ver- ïfjn Staart. - De heeren mr. P. J. C. Tetrode, te Am sterdam, en Albert Spanjaard, te 's-Graven- hage, zijn benoemd tot leden van het bestuur van het Nederlandsch Economisch-Hislo- risch Archief. De heeren prof. dr. H. T. Co lenbrander, le Leiden, prof. dr. A. O. Iloi- werda, te Rotterdam, prof. dr. IL F. M. Hut. Onlangs is in de bladen medegedeeld, dat de Minister van Financiën aan de hoof den der Departementen van Algemeen Be stuur een rondschrijven had gezonden, waarin hij hun verzocht, onvoldoende rege lingen, uit het nieuwe Bezoldigingsbesluit voortvloeiend, le zijner kennis to willen brengen. In sommige ambtenaarskringen schijnt men dit le willen opvatten als een aanwijzing voor een komende betere alge meene salarisrt^eling. Wij vernemen ech ter, dat een wijziging van het niveau der salarissen, vastgelegd in het nieuwe bezol digingsbesluit, niet in de bedoeling ligt. De Minister van Financiën beoogde met zijn rondschrijven alleen kennis le krijgen van grove onrechtvaardigheden, door de nieuwe regeling veroorzaakt, welke noodzakelijk be hooren te worden weggenomen. Dat is dus, wal de ministers Ruys en Colijn reeds eer der in de Tweede Kamer noemden: „Het gladstrijken van cenige plooien." („Hbld.") Onder voorzitterschap van den. heer W. A. Jacobs, uit Amsterdam, heeft gis teren in den Doele, te Rotterdam; een al gemeene vergadering plaats gehad van den Nederlandschen Blindenbond. Het bestuur dient een motie in, die hel die het aan de Tweede Kamer hoopt aan te bieden. Dezt motie, luidende: De Nederlandsche Blindenbond, besprekende den toestand der Nederlandsche blinden; constateert met diepe' teleurstelling het feit, dat, met uitzondering van enkele vage m'nisterieete toezeggingen in de Tweede Kamer, nog steeds niets door 's Rijks regeering is gedaan ter ver betering van de onmensch waardige blinden- toestanden; besluit zich opnieuw tot de volksvertegenwoordiging te wenden met het dringend verzoek, thans onverwijld net door den Bond op 25 Juni 1924 aangeboden adres in behandeling te nemen en net daarheen to leiden, dat de daarin neergelegde puntin „verplicht onderwijs, vakopleiding, arbeids bemiddeling en steun aan oude of niet meer werkkrachtige blinden", zoo spoedig mogelijk door de Nederlandsche regeering als billijke eischen zullen worden erkend en bij de wet geregeld; besluit voorts deze motie ter openbare kennis ta brengen en gaat over tot de orde ran den dag, werd bij acclamatie aanvaard. Tot lid van de financieete controle-com missie werd benoemd de heer G. Hennus, te 's-Gravenhage. Bjf enkele candidaatstell'ng werd de voor zitter, de heer W. A. Jacobs, herkozen; tot bestuursleden werden herkozen de heeren P. v. d. Wel, Den Haag, en H. D. v. d. Berg, te Oosterbeek. Bij de rondvraag stelde de heer H. Boon, uit 's-Gravenzande de vraag, of het niet op den weg ligt ran den Bond, te gaan ageeren voor een vervroegd ouderdomspensioen voor blinden. De voorzitter wees er op, dat in het adres aan de Tweede Kamer reeds gevraagd is, om een andere wijze van de pensioen regeling voor oude en niet meer werk krachtige blinden. In de namiddagzitling werd oen propa- gandarede gehouden voor organisatie in den Nederlandschen Blindenbond. De m ddag was verder aan ontspanning gewijd. Door de heeren Joh. v. d. Berg em H. v. d. Berg werd gedeclameerd. Te vjjtf uur vereenigden de leden zich aan een gemeenschappelijken maaltijd. In do Koningszaal van „Artis" te Amsterdam wordt de 40ste jaarlijksche al gemeene vergadering gehouden va'11 de Ned. BanketbakkersvereeDiging. De voorzitter van het Hooldbestuur, de heer W. O. van Breda, heeft de vergadering gistermorgen geopend met een rede, waarin hij o.m. een terugblik wierp op de laatste 15 jaar. Hierna werd de heer G. W. Van Steen gehuldigd, die thans 25 jaar penningmeester der Vereeniging is. Onder hartelijke toe spraken had de jubilaris een bloemstuk in ontvangst te nemen. Als leden van het hoofdbestuur werden dan bij acclamatie herkozen de heeren W. O. van Breda en W. Berkhoff; de heer Van Breda werd tot voorzitter herbenoemd. Vervolgens werd het reglement voor de vakschool der Vereeniging vastgesteld. I In behandeling kwam. a voorstellen van de afdeelingen Haarlem, Rotterdam en Utrecht tot aansluiting van de Vereeniging bij den Neutralen Middenstandsbond, voorat met het oog op de actie tegen de weelde belasting. Na breedvoerige discussie werden de voorstellen verworpen met 39 tegen 19 stemmen. Gistermiddag heeft het bestuur der ju- bileerende Vereeniging een .drukbezochte receptie gehouden in de Koningszaal van „Artis", welke vof bloemen stond. De heer Figi, te Zeist, hooi mede namens da heeren Beukers, te Rotterdam, Rennes en Blankert, beiden te Utrecht. Revs, te Rot- 'terdam, en Scheurkogel, te 's-Gravenhage, alien oud-bestuursleden, een oorkonde aan. De heer Boerhout, sprekende namens een comité uit alle afdeelingen, huldigde den zilveren penningmeester, onder aanbieding van een club-fauteuil. Namens vete afdee lingen werd het woord gevoerd. Voorts spraken de heeren Stable namens den Ned. Bakkersbond en de heer De Groot, namens den Ned. Middenstandsbond. Dea avonds vereenigden bestuursleden en de gasten der Vereeniging zich aan een feestmaaltijd. i Te Utrecht is gehouden de algemeene vergadering van de Broederschap van can- didaat-notarissen, onder leiding van den heer Waldorp. Deze deelde mede, dat, met het oog op liet jubileum in 1926, een feestcommissie is gevormd, waarin zitting hebbrn genomen als cere-voorzitter prof. "Treub, als leden de heeren mr. Van den Dries, proL Mejjers, notarissen Smit en Brouwer, 'en candidaat- nolarissen Waldorp, mr. Eggens, Hoenen, Lodder en Gerretsen. Daarna kwam aan de orde het rapport van de commissie tot overplaatsingen, dat dit jaar in plaats van een praeadvies be handeld wordt De commissie is in haar rapport tot de volgende conclusies gekomen: 1. De toe stand, die de laatste jaren bestaat, 13 niet gewenscht; 2. het beginsel van overplaatsin gen is gewenscht; 3. om bij toepassing- van dit beginsel in de practijk te voorkomen, dat het algemeen belang, dat van het no tariaat in het algemeen en da belangen van de tegenwoordige candidaat-notarissen worden benadeeld, moeten de navolgende regelingen worden in acht genomen: a. vóór men in aanmerking kan komen om overgeplaatst te worden, moet men tien jaar op een bepaalde standplaats zijn werk zaam geweest; b. een notaris, die den leef- Kt het Engelsch van Baronesse ORCZY. (Geautoriseerde veitaling van A. T, 25) Boek III. Het kasteel Broughton. HOODFSTUK I. De betoovering van Bronghton. Een garnizoen van vijf cn twintig offi cieren en mannen van des Konings leger was in het kasteel Broughton ingekwar- Iticrd. De soldaten waren ondergebracht1 in de groote ruimte onder het dak, waar de ruiterij van Cromwell geslapen had den nacht voor Edge Hill. Het was een tamelijk .druk troepje, dat veel van zingen en goed 'eten hield, dat van Naseby als van een overwinning der Koningsgezinden sprak en zegepralend praatte over de spoedig op han den zijnde vernietiging van dien troep ke- fela, die het eene-eind van het geweer niet ,Yan het andere kenden en meer dachten kan het zingen van Psalmen dan aan hel belenen van hun reenter,. Barbara en de Squire bewoonden de ka niers die uitkwamen op de groote galerij fan den noordkant van hel kasteel; hier werden zij bediend door eenigen van de &gen bedienden van Squire Brenf, die bij ge nadering van het Parleraentsleger van ptoke Lark weggevlucht en naar Oxford ge- f*®n waren, waar Squire Brent hen naar Broughton gezonden had. De officie ren, die hel bevel voerden over het kleine garnizoen, voegden zich aan het avond eten dikwijls bij den Squire en Mevrouw Barbara, en dan zong zij 's avonds voor hen, waarbij zij zichzelve op de viola bege leidde; maar wanneer zij en de Squire sa men waren, vroeg hij haar hem stukken voor te lezen uit de „Fairie Queene" van Edmund Spenser, of uit het pas verschenen „Masque of Comus" van Milton, want de Squire was trotsch op zijn ontwikkeling en zijn liefde voor poëzie; een liefde, die hij aan zijn bemind pleegkind had trachten in te boezemen. Het is waar, dat terwijl Bar bara las, de goede man dikwijls in slaap viel, en pas wakker werd als de klank van haar stem zijn sluimering niet meer bege leidde, en dan verzocht hij haar voort te gaan met de poëzie te lezen, waarvan hij zooveel hield. Dikwijls echter was Squire Brent weg van Bruoghton, als hij voor za ken van den Koning uit was; zaken, die voor het grootste deel daarin bestonden, dat hij zijn laatste bezittingen verkocht of be leende ter wille van de zaak, die hem zoo zeer ter harte ging. Zijn land in Gloucester shire en Warwickshire was geheel verpand, hel gouden en zilveren servies van Sioke Lark had hij versmolten; hij had niet al leen do juweelen van zijn overleden vrouw verkócht, maar ook die, welke hij van tijd lot tijd aan Barbara gegeven had; hij had zijn rente verpand en zijn aandeel in de wolzaak, die de bruidsschat van zijn vrouw was geweest, voor 10.000 pond verkocht: en dit was ook in de geldkist van den Koning verdwenen. Barbara en hij 'leefden nu van hetigeen hij nu en dan Jeende van de bloed verwanten van ziin vrouw, beste raetfschen, die zioh buiten den groolen strijd liielden, en wien het niels kon schelen, of de Ko ning won of zijn Parlement, zoo lang als de prijs van de wol zich maar handhaafde, en zij niet opgeroepen werden, om aa-n een der partijen geld le verschaffen. De brieven van den Koning, die een hei lig pand waren, waren nu veilig weggebor gen in wad bekend stond als de Raadka mer; de kamer, waar die verraders Pyrn, Cromwell en Hampden hun opstand tegen de Majesteit van den Koning beraamd had den, die geëindigd was in de ramp te Na seby. De kamer lag boven aan de westelijke trap en was door drie buitenmuren ingeslo ten .veilig legen bespiedende oogen en ooren want aleohls een smalle deur gaf er toegang toe van de trap, en hier stonden vier sol daten dag en nacht op wacht; de twee ven siers, een naar het Zuiden en het andere naar het Westen, keken neer op een steile diepte van zestig voet, op de grimmige, grijze muren, zonder klimop, waarop alleen een kat, of misschien een slaapwandelaar, staande zouden kunnen blijven. Inderdaad was iedereen in hel kasteel doordrongen van het gewicht van de brief wisseling van den Koning. Zijne Majesteit was zeer onverstandig en driftig geweest, toen hij den Hertog van Lotharingen schreef en hem vroeg vreemde troepen te zenden, om den opstand in Engeland te helpen dem pen hij had ook zeer verkeerd gehandeld, loen hij allerlei beloften aan de Jersche Ka tholieken deed met hel doel. een flink Ierseli leger samen te brengen. Het stond natuur lijk niet aan een onderdaan, een oordeel te vellen over de Majesteit van den Koning, maar zoo die briefwisseling openbaar ge maakt werd. zou het Engelsche volk de slechtst mogelijke uitlegging geven aan de pogingen van den Koning, om zijn oproe rige onderdanen te onderwerpen, en hel zou de zaak van den Koning zeer groot na deel doen. Daarom was er overeengeko men, dat twee soldaten altijd op wacht zou den staan aan de beide einden van de lange galerij, waarop Barbara's particuliere vertrekken uitkwamen, en zelfs zóó be waakt, was zij in doodelijken angst en sliep zij 's nachts bijna niet, door het denken aan de kostbare brieven. Hel was voor Barbara een pijnlijke erva ring geweest, om naar het kasteel Brough ton terug le keeren. De plaats had duizend •herinneringen voor haar. gedachten aan haar kindertijd; aan den tijd, dat er niets in haar leven was, dat ikel genot van het heden bedierf door herinneringen aan hel verleden en angst voor de toekomst. Het kasteel Broughton was, evenals Sloke Lark, het gelukkige, onnadenkende verleden; zijn statige, grijze muren spraken van niels dan van vreugde, van de onschuldige genoegens uit den kindertijd, van verstoppertje-spelen in de doolhofachtige gangen, de breede ga lerij en de statige portalen; iedere hoek be vatte een herinnering, iedere kamer een deel van haar hart: het slalplein, waar zij van haar pony viel; de schoolkamer, waar zij met Nathaniel gekibbeld had; de kast, waar zij en John gevonden werden bij het verstoppertje spelen: de rand-van de gracl\t, waar zij met Jim ging visschen; het oude hok, waar Dina geboren was; de groote olm, waar zij de voorraadschuur van den wur gervogel vonden, zij en Jhnl Altijd .Tim! Zijn persoonlijkheid drong zich op de een I of andere manier sterker aan haar op dan iets anders. Zij begon zich vaagweg af te vrageD, val er geworden was van hem, haar echtgenoot! Wat klonk 'het woord vreemd, toen haar lippen het onbewust mompelden. Haar echtgenooll En zij had'in de laatste paar jaren ternauwernood aan hem gedacht! Zonder twijfel kwam de beloovcring van Broughton over baar, cn loen zij langs de oevers van de gracht liep en naar de vleu gels der waterjuffers keek, of droomend naar de wijd open kronen dc-r waterlelies staarde, dacht zij aan Jim; het was zijn slem, die tusschen het riet door sprak; zij dacht, dat zij hem op haar zag neerkijken van de kantcelen, waarover hij zoo graag heenklom, en om iederen hoek van bet sta tige gebouw, om iedere bocht van elke heg meende zij tegenover Jim te zullen staan. Jim, eens haaT speel makker! Wat had zij hem sedert dien lijd gehaat! Zij had hem gehaat op haar trouwdag, toen hij haar kuste tegen haar wit en voor den eersten en den laalslen keer. Zij had hem ook ge haat, toen hij voor liet eerst een verrader bleek, en loen Squire Brcnt hem, zonder haar tussehenkomst, op de plaats, waar hij stond, zou gedood 'hebben. Sedert dien lijd was die haat slapend geweest, voor zoover het Jim betrof; zij had ternauwernood ooit aan "hem gedacht, totdat zij op Broughton kwam. Aan Tubal had zij in den Kaatsten tijd gedacht; Tubal, die haar kinderlijke ge negenheid gewonnen had in een mate, die Jim nooit had kunnen bereiken: Tubal was haar held, haar ideaal geweest, toen Jim (illeen maar een niet altijd aangename en meesterachtige ^aeelmakker was geweest (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5