Moderne Zomerstoffen
De Hand met het Litteeken.
No. 20019.
LEIDSCH DAGBLAD. Woensdag 17 Juni
Tweede Blad. Anno 1925.
BINNENLAND.
Geheel nieuwe
collectie
FEUILLETON.
Nederland en België.
De correspondent ran de „N. R. Ct."
je Brussel meldt:
De Assemblée Wallonne heelt aan het
parlement een adres gezonden, waarin het
verdrag tusschen Nederland en België ter
sprake komt en waarin de Vereeniging be
treurt, dat in het ontwerp niat3 voorkomt
over de kwestie van de bres van Limburg,
hoewel de groote mogendheden in 1919
eenstemmig verklaard hadden, dat de vei
ligheid van België naar dec kant van de
Maas niet verzekerd kon worden, tenzg door
een overeenkomst, tusschen de generale
Staven van Nederland en België.
De vooruitzichten bij de registratie en
domeinen.
Op vragen van het Tweede-Kamer-lid
Staalman
I. Is het den Minister bekend, dat de po
sitie vin de geagreëerde klerken bij het
dienstvak der registratie en domeinen, de
hypotheken en het kadaster zoodanig is,
dat vele van deze klerken iol hun 35-jari-
gen en nog hoogeren leeftijd geen betere be
zoldiging kunnen bekomen dan van f 75
per maand, zoodat onder andere elk uit
zicht op het vestigen van een gezin voor
deze persov-en is uilgesloten, terwijl vroeger
een regeling bestond, ingevolge welke, wan
neer deze personen drie jaar in hun func
tie hadden voldaan, zij tot rijksklerk wer
den aangesteld en op hen het Rijkssalaris-
besluil van toepassing werd, terwijl dit
thans niet vroeger mogelijk 13 dan na eep
tlenjarigcn dienstiijd onder bovengenoemde
minieme salarisregeling?
Zoo ja, is de Minister dan bereid, hierin
zoo spoedig mogelijk een gunslige wijziging
ie torengen?
II. Zou de "Minister bereid zijn het verge
lijkend examen, dat volgens dagbladberich-
ten op 21 Juli a. 3. zal worden afgenomen
ter aanwijzing van vijf en twintig candida-
ten voor 't ambt van surmuwerair der dir-
Balastingen. invoerrechten en accijnzen ie
doen vervallen en, indien het aanstellen
van zulke ambtenaren noodig is, ie trach
ten Ideze te vinden onder de ambtenaren in
aiidere vakken van t.enst, die voor af
vloeiing zijn aangewezen, zooals bijv. onder
de hoogere ambtenaren bij het slaalsbedrijt
der posterijen, telegrafie en telefonie?
heeft de Minister van Financiën geant
woord:
Vraag 1. Volgens daarvan aangehouden
lijsten zijn er bij hel dienstvak der registra
tie en domeinen, waaronder de hypotheken
en het kadaster begrepen zijn, 185 geagre-
eerde klerken, die voldoen aan de vereiscih-
ton, om tot Rijkskderir bij dat dienstvak te
kunnen-worden benoemd .Daarvan zijn er
8 ouder dan 35 jaren en 27 ouder dan 25
jaren; hun maximum bezoldiging, welke
wordt bereikt op 21-jarigen leeftijd, bedraagt
inderdaad f 75 per maand in een gemeenle
aer eerste klasse. Gedurende het jaar 1925
genieten echter de gehuwden en de kost
winners een toelage ten bedrage van het
Verschil tusschen 90 pet. der belooning vol
gens de vóór 1 Mei 192-1 geldende regering
én 'de belooning, die zij van 1 Januari 1925
kf genieten. Voor de overige klerken is een
overeenkomstige toelage bepaald, met dit
onderscheid, dat het percentage niet 90,
doch 80 befdraagL Het maximum salaris be
droeg op 1 Mei 1921 op 20-jarigen leeftijd,
in een gemeente der eerste klasse f 1100.
Vroeger werden die klerken in den regel
na 3-jarigen diensttijd als zoodanig en in
dien zij 21 jaren oud waren, tot Rijksklerk
benoemd. Sedert de aanneming door de
tweede Kamer van de motie-Oud-Dressel-
h'uys wordt het aantal Rijksambtenaren
van deze categorie niet meer uitgebreid en
Worden de geagreëerde klerken dln slechts
tót Rijksklerk benoemd, als er een vacature
als zoodanig is, dat is, tot heden althans,
na ongeveer 9 jaren dienst als geagreëerd
klerk.
Het eerste gedeelte van vraag I beant
woord ik, met an-acht-neming van het bo
venstaande, bevestigend, en op heit tweede
gedeelte van die vraag antwoord ik, dat er
.Voorhands geen aanleiding is, om van den
wensch der Kamer te dezer zake af le wij
ken.
Vraag U. De vraag, of het mogelijk zal
zijn, om het hoogere personeel van andere
lakken van dienst bij op-wachtgeld-stelling
te doen overgaan naar den belastingdienst,
heeft reeds eon paar malen een punt van
bespreking uitgemaakt mot het Hoofdhe-
sluur der Poslerijen en Telegrafie. Het groo
te bezwaar er legen is de studie, noodig om
naar behooren een plaats in te nemen onder
het hoogere belastingpersoneol. fn hel bij
zonder kan niet verwacht worden, dat deze
studie goede vruchten zal kunnen dragen
ten aanzien van afvloeiend hooger perso
neel, aangezion de voor het ambt van be
lastinginspecteur vereisohte veel omvatten
de studie op gevorderden leeftijd bezwaren
medebrengt.
Do verwachLing is daarom niet hoog ge
spannen, dat de vacatures in de hoogere
rangen bij den belastingdienst aangevuld
zouden kunen worden uit de afgevloeide
ambtenaren van andere lakken van dienst,
zooals b.v. uit de hoogere ambtenaren bij
het Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie
en telefonie. Nu bestaat wel de mogelijk
heid, dat ook personeel van jongen leeftijd
zal afvloeien, doch zoolang daaromtrent
geen zekerheid bestaat, zou het niet verant
woord zijn, daarop vooruit le loopen door
het examen, dat op 21 Juli a.s. zal worden
afgenomen ter aanwijzing van candidaten
voor het ambt van surnumerair der directe
belastingen, invoerrechten en accijnzen, te
doen vervallen, omdat dan geen waarborg
bestaat van een aanvulling van het hoogere
belastingpersoneel in de toekomst, zooals de
dienst dit eischt. Blijkt Mussahen te zijner
tijd, dat afgevloeid hooger personeel over
genomen kan worden, dan zal daarmede
een volgend jaar rekening gehouden wor
den, in dier voege dat alsdan geen examen
voor den belastingdienst zal worden uiige-'
schreven of een examen voor een vermin
derd aantal plaatsen.
Chr. Nationaal Vakverbond.
In de voortgezette vergadering klaagde de
secretaris ten aanzien van de samenwerking
met de Chr. politieke partijen over het niet
beantwoorden van brieven door de A.-It.
partijvoorts het feit, dat verschillende da
den er op wijzen, dat men geen rekening
houdt met hetgeen dezerzijds op de confe
renties met de fracties betoogd werd. Spr.
wijst bijv. op de houding bij de pensioen
wet en hel permanente comité. Spr. citeert
een_verslag, waarap te lezen staat, dat de
heer Colijn betoogd had, dat de arbeid voor
de sociale wetgeving tien jaar zou dienen
stopgezet. Spr. kan niet gelooven, dat het
geen hier staat, juist is, want dan zou de
heer Colijn het Stembusprogram van de
A.-R. geheel verloochenen. D. Chr. Vakbe
weging moet tegen een dergelijk streven
met kracht stelling nemen.
De heeren F. Eikerbout en J. Naula wer
den beiden bij acclamatie als leden van hel
dagelijksoh bestuur herkozen.
Discussies werden gevoerd over het vol
gende voorstel van hel dagelijksch bestuur:
„Met ingang van 1 Januari 1926 worden
de centralisatie van de iinancieering der be
sturenbonden door het C. N. V. losgelaten;
in overeenstemming daarmede besluit de
algemeene vergadering met ingang van 1
Januari 1926 tot opheffing van het fonds
tot financieering der bestuurebonden."
.Een aantal afgevaardigden spraken tegen
het voorstel, dat verdedigd werd door den
penningmeester, den heer J. S. Ruppert, die
zelf tegenstander is, en door den voorzitter.
Na heel wat heen en weer praten wordt
het voorstel verworpen met 38 tegen 56
stemmen. Vóór slemden de organisaties van
Ambtenaren, Belastingambtenaren, Hout
bewerkers, Landarbeiders, Mijnwerkers,
Opzichiers en Teekena'ars, Postpersoneel,
Sigarenmakers, Textielarbeiders en Verze
keringsagenten.
Voorts werden behandeld voorstellen van
den Ohr. Metaalbewerkerebond en van den
Ned. Ohr. Bond in de Kleedingindustrie, be
doelende om de contributie aan het C. N.
V. te verlagen van 80 op 60 cent per lid en
per jaar en voor de Besturenbonden van 52
op 40 cent per lid en per jaar.
Het voorstel inzake de contributie van
het C. N. V. werd met 7 tegen 13 stemmen
verworpen.
De andere voorstellen werden ingetrok
ken.
Met algemeene stemmen werd aaageno-
men een voorstel van h^t Dagelijksch Be
stuur om wijziging te brengen in het Huis
houdelijk Reglement en le bepalen dat de
kennisgeving voor beëindiging van liet lid
maatschap drie maanden voor 1 Januari
van eenig jaar bij het Dagelijksch Bestuur
moet zijn ingekomen.
Het laatste voorste!, dat in behandeling
kwam, was dat van den Ned. Ohr. Textiel-
arbeidiersbond „Unitós", luidende:
De algemeene vergadering spreekt de
wenscheüjkheid uit, dat een centraal weer
standsfonds wordt opgericht, waaruit bij
eventueele slakingen en uitsluitingen de
aangesloten bonden volgens vast te stelten
regelen kunnen' worden gesteund; "draagt
RECLAME.
9638
bers, te Nijmegen, Ed. Gerzon, mr. E. S.
Orobio de Castro en J. Stroeve J.E.zn., allen
te Amsterdam, hebben het lidmaatschap van
den raad van advies aanvaard.
De Parijsche correspondent van ,.De
Dagelijksch Bestuur van het C. N. V. I Tijd" verneemt, dat próf. J. A. Hamel niet
m spoedig mogelijk een onderzoek in te 1 langer zijn post als directeur van de Juri
dische afdeeling bij den Volkenbond zal ver
vullen. Zijn lijd is om en kan volgens de
statuten niet worden verlengd. Hij keert de
zer dagen naar Nederland terug.
het
op, zoo spoedig mogelijk een
stellen naar de mogelijkheid der oprichting
van een dergelijk fonds, na welks onder
zoek een beslissing over het al of niet op- j
richten van een weerstandsfonds a2n het
algemeen bestuur Van liet C. N. V. wordt
voorgelegd.
Hel Algemeen Bestuur adviseerde zich in
principe vóór dit voorstel te verklaren. Het
werd echter, na ampele discussie, verwor
pen met 57 tegen 37 stemmen.
De heer J. Hofman hield daarna een in
leiding over het onderwerp: „Hoe vermeer
deren wij den invloed onzer vakbeweging
naar buiten en hoe versterken wij onze
vakbeweging organisatorisch en finan
cieel?"
Schoolblijven als straf.
Op de vragen van den heer Ter Hall be
treffende afsohaffing van de straf van het
schoolblijven van kinderen, heeft minister
De Visser geantwoord, dat de wet hem
geen bevoegdheid geeft om maatregelen te
nemen, waardoor gelijk wordt gevraagd
een radicaal einde gemaakt zou worden
aan toestanden, zooals in October 1921 te
Delft en in begin Mei 1925 te Dordrecht
voorkwamen, waarhij schoolgaande kinde
ren, die voor straf moesten nablijven in de
school, door vergeetachtigheid van liet on
derwijzend personeel in het verlaten school
gebouw achterbleven.
De straf van het schoolblijven behoort tot
het tuohtrecht v^n het hoofd der school, en
onder zijn verantwoordelijkheid kan zij
mede worden opgelegd door de(n) klasse-
onderwijzer(es). Hel nablijven van leerlin
gen kan op zichzelf natuurlijk niet als een
gevaiajlijke straf warden aangemerkt, en
zetker niet, indien deze, gelijk het behoort,
onder toezicht wordt toegepast. Tot bet
doen afschaffen dier straf ontbreekt den
Minister de bevoegdheid, maar hij kan er de
noodzakelijkheid ook niet van inzien. Zelfs
een wenk, dat de nat)lijvers steeds onder
toezicht moeten zijn, aah', hij overbodig,
eenerzijds omdat deze beide betreurens
waardige gevallen een zóó zeldzame uitzon
dering op het getlieale aantal openbare en
bijzondere lagere scholen zijn, en ander
zijds, omldat juist die gebeurtenissen zelf de
beste waarschuwing zullen zijn, om het
noodige toezicht in het vervolg ook in an
dere scholen niet te doer ontbreken.
Prins Hendrik was voornemens gis
teren van Chamonix een uilstapje via Erian
naar Montreux te maken en daar in het
Montreux-Palacc-Hotel te overnachten.
De Koninklijke familie zal binnen enkele
dagen haar verblijf te Chamonix beëindigen
en naar Zwitserland terugkeeren.
Tot hoogleeraar in de economie, in
het bijzonder het munt-, crediet- en óank-
wezen, de handels- en verkeerspolitiek aan
de Nederlandsche Handelshoogeschool te
Rotterdam is benoemd mr. dr. (J. M. Ver-
ïfjn Staart.
- De heeren mr. P. J. C. Tetrode, te Am
sterdam, en Albert Spanjaard, te 's-Graven-
hage, zijn benoemd tot leden van het bestuur
van het Nederlandsch Economisch-Hislo-
risch Archief. De heeren prof. dr. H. T. Co
lenbrander, le Leiden, prof. dr. A. O. Iloi-
werda, te Rotterdam, prof. dr. IL F. M. Hut.
Onlangs is in de bladen medegedeeld,
dat de Minister van Financiën aan de hoof
den der Departementen van Algemeen Be
stuur een rondschrijven had gezonden,
waarin hij hun verzocht, onvoldoende rege
lingen, uit het nieuwe Bezoldigingsbesluit
voortvloeiend, le zijner kennis to willen
brengen. In sommige ambtenaarskringen
schijnt men dit le willen opvatten als een
aanwijzing voor een komende betere alge
meene salarisrt^eling. Wij vernemen ech
ter, dat een wijziging van het niveau der
salarissen, vastgelegd in het nieuwe bezol
digingsbesluit, niet in de bedoeling ligt. De
Minister van Financiën beoogde met zijn
rondschrijven alleen kennis le krijgen van
grove onrechtvaardigheden, door de nieuwe
regeling veroorzaakt, welke noodzakelijk be
hooren te worden weggenomen. Dat is dus,
wal de ministers Ruys en Colijn reeds eer
der in de Tweede Kamer noemden: „Het
gladstrijken van cenige plooien." („Hbld.")
Onder voorzitterschap van den. heer
W. A. Jacobs, uit Amsterdam, heeft gis
teren in den Doele, te Rotterdam; een al
gemeene vergadering plaats gehad van den
Nederlandschen Blindenbond.
Het bestuur dient een motie in, die hel
die het aan de Tweede Kamer hoopt aan
te bieden.
Dezt motie, luidende: De Nederlandsche
Blindenbond, besprekende den toestand der
Nederlandsche blinden; constateert met diepe'
teleurstelling het feit, dat, met uitzondering
van enkele vage m'nisterieete toezeggingen
in de Tweede Kamer, nog steeds niets
door 's Rijks regeering is gedaan ter ver
betering van de onmensch waardige blinden-
toestanden; besluit zich opnieuw tot de
volksvertegenwoordiging te wenden met het
dringend verzoek, thans onverwijld net door
den Bond op 25 Juni 1924 aangeboden adres
in behandeling te nemen en net daarheen
to leiden, dat de daarin neergelegde puntin
„verplicht onderwijs, vakopleiding, arbeids
bemiddeling en steun aan oude of niet meer
werkkrachtige blinden", zoo spoedig mogelijk
door de Nederlandsche regeering als billijke
eischen zullen worden erkend en bij de
wet geregeld; besluit voorts deze motie ter
openbare kennis ta brengen en gaat over
tot de orde ran den dag, werd bij acclamatie
aanvaard.
Tot lid van de financieete controle-com
missie werd benoemd de heer G. Hennus,
te 's-Gravenhage.
Bjf enkele candidaatstell'ng werd de voor
zitter, de heer W. A. Jacobs, herkozen;
tot bestuursleden werden herkozen de heeren
P. v. d. Wel, Den Haag, en H. D. v.
d. Berg, te Oosterbeek.
Bij de rondvraag stelde de heer H. Boon,
uit 's-Gravenzande de vraag, of het niet op
den weg ligt ran den Bond, te gaan ageeren
voor een vervroegd ouderdomspensioen voor
blinden.
De voorzitter wees er op, dat in het
adres aan de Tweede Kamer reeds gevraagd
is, om een andere wijze van de pensioen
regeling voor oude en niet meer werk
krachtige blinden.
In de namiddagzitling werd oen propa-
gandarede gehouden voor organisatie in den
Nederlandschen Blindenbond. De m ddag was
verder aan ontspanning gewijd. Door de
heeren Joh. v. d. Berg em H. v. d. Berg
werd gedeclameerd.
Te vjjtf uur vereenigden de leden zich aan
een gemeenschappelijken maaltijd.
In do Koningszaal van „Artis" te
Amsterdam wordt de 40ste jaarlijksche al
gemeene vergadering gehouden va'11 de Ned.
BanketbakkersvereeDiging. De voorzitter van
het Hooldbestuur, de heer W. O. van Breda,
heeft de vergadering gistermorgen geopend
met een rede, waarin hij o.m. een terugblik
wierp op de laatste 15 jaar.
Hierna werd de heer G. W. Van Steen
gehuldigd, die thans 25 jaar penningmeester
der Vereeniging is. Onder hartelijke toe
spraken had de jubilaris een bloemstuk in
ontvangst te nemen.
Als leden van het hoofdbestuur werden
dan bij acclamatie herkozen de heeren W.
O. van Breda en W. Berkhoff; de heer Van
Breda werd tot voorzitter herbenoemd.
Vervolgens werd het reglement voor de
vakschool der Vereeniging vastgesteld.
I In behandeling kwam. a voorstellen van
de afdeelingen Haarlem, Rotterdam en
Utrecht tot aansluiting van de Vereeniging
bij den Neutralen Middenstandsbond, voorat
met het oog op de actie tegen de weelde
belasting. Na breedvoerige discussie werden
de voorstellen verworpen met 39 tegen 19
stemmen.
Gistermiddag heeft het bestuur der ju-
bileerende Vereeniging een .drukbezochte
receptie gehouden in de Koningszaal van
„Artis", welke vof bloemen stond.
De heer Figi, te Zeist, hooi mede namens
da heeren Beukers, te Rotterdam, Rennes en
Blankert, beiden te Utrecht. Revs, te Rot-
'terdam, en Scheurkogel, te 's-Gravenhage,
alien oud-bestuursleden, een oorkonde aan.
De heer Boerhout, sprekende namens een
comité uit alle afdeelingen, huldigde den
zilveren penningmeester, onder aanbieding
van een club-fauteuil. Namens vete afdee
lingen werd het woord gevoerd. Voorts
spraken de heeren Stable namens den Ned.
Bakkersbond en de heer De Groot, namens
den Ned. Middenstandsbond.
Dea avonds vereenigden bestuursleden
en de gasten der Vereeniging zich aan een
feestmaaltijd.
i Te Utrecht is gehouden de algemeene
vergadering van de Broederschap van can-
didaat-notarissen, onder leiding van den
heer Waldorp.
Deze deelde mede, dat, met het oog op
liet jubileum in 1926, een feestcommissie
is gevormd, waarin zitting hebbrn genomen
als cere-voorzitter prof. "Treub, als leden
de heeren mr. Van den Dries, proL Mejjers,
notarissen Smit en Brouwer, 'en candidaat-
nolarissen Waldorp, mr. Eggens, Hoenen,
Lodder en Gerretsen.
Daarna kwam aan de orde het rapport
van de commissie tot overplaatsingen, dat
dit jaar in plaats van een praeadvies be
handeld wordt
De commissie is in haar rapport tot de
volgende conclusies gekomen: 1. De toe
stand, die de laatste jaren bestaat, 13 niet
gewenscht; 2. het beginsel van overplaatsin
gen is gewenscht; 3. om bij toepassing-
van dit beginsel in de practijk te voorkomen,
dat het algemeen belang, dat van het no
tariaat in het algemeen en da belangen
van de tegenwoordige candidaat-notarissen
worden benadeeld, moeten de navolgende
regelingen worden in acht genomen:
a. vóór men in aanmerking kan komen
om overgeplaatst te worden, moet men tien
jaar op een bepaalde standplaats zijn werk
zaam geweest; b. een notaris, die den leef-
Kt het Engelsch van Baronesse ORCZY.
(Geautoriseerde veitaling van A. T,
25)
Boek III. Het kasteel Broughton.
HOODFSTUK I.
De betoovering van Bronghton.
Een garnizoen van vijf cn twintig offi
cieren en mannen van des Konings leger
was in het kasteel Broughton ingekwar-
Iticrd. De soldaten waren ondergebracht1 in
de groote ruimte onder het dak, waar de
ruiterij van Cromwell geslapen had den
nacht voor Edge Hill. Het was een tamelijk
.druk troepje, dat veel van zingen en goed
'eten hield, dat van Naseby als van een
overwinning der Koningsgezinden sprak en
zegepralend praatte over de spoedig op han
den zijnde vernietiging van dien troep ke-
fela, die het eene-eind van het geweer niet
,Yan het andere kenden en meer dachten
kan het zingen van Psalmen dan aan hel
belenen van hun reenter,.
Barbara en de Squire bewoonden de ka
niers die uitkwamen op de groote galerij
fan den noordkant van hel kasteel; hier
werden zij bediend door eenigen van de
&gen bedienden van Squire Brenf, die bij
ge nadering van het Parleraentsleger van
ptoke Lark weggevlucht en naar Oxford ge-
f*®n waren, waar Squire Brent hen
naar Broughton gezonden had. De officie
ren, die hel bevel voerden over het kleine
garnizoen, voegden zich aan het avond
eten dikwijls bij den Squire en Mevrouw
Barbara, en dan zong zij 's avonds voor
hen, waarbij zij zichzelve op de viola bege
leidde; maar wanneer zij en de Squire sa
men waren, vroeg hij haar hem stukken
voor te lezen uit de „Fairie Queene" van
Edmund Spenser, of uit het pas verschenen
„Masque of Comus" van Milton, want de
Squire was trotsch op zijn ontwikkeling en
zijn liefde voor poëzie; een liefde, die hij
aan zijn bemind pleegkind had trachten in
te boezemen. Het is waar, dat terwijl Bar
bara las, de goede man dikwijls in slaap
viel, en pas wakker werd als de klank van
haar stem zijn sluimering niet meer bege
leidde, en dan verzocht hij haar voort te
gaan met de poëzie te lezen, waarvan hij
zooveel hield. Dikwijls echter was Squire
Brent weg van Bruoghton, als hij voor za
ken van den Koning uit was; zaken, die
voor het grootste deel daarin bestonden, dat
hij zijn laatste bezittingen verkocht of be
leende ter wille van de zaak, die hem zoo
zeer ter harte ging. Zijn land in Gloucester
shire en Warwickshire was geheel verpand,
hel gouden en zilveren servies van Sioke
Lark had hij versmolten; hij had niet al
leen do juweelen van zijn overleden vrouw
verkócht, maar ook die, welke hij van tijd
lot tijd aan Barbara gegeven had; hij had
zijn rente verpand en zijn aandeel in de
wolzaak, die de bruidsschat van zijn vrouw
was geweest, voor 10.000 pond verkocht: en
dit was ook in de geldkist van den Koning
verdwenen. Barbara en hij 'leefden nu van
hetigeen hij nu en dan Jeende van de bloed
verwanten van ziin vrouw, beste raetfschen,
die zioh buiten den groolen strijd liielden,
en wien het niels kon schelen, of de Ko
ning won of zijn Parlement, zoo lang als
de prijs van de wol zich maar handhaafde,
en zij niet opgeroepen werden, om aa-n een
der partijen geld le verschaffen.
De brieven van den Koning, die een hei
lig pand waren, waren nu veilig weggebor
gen in wad bekend stond als de Raadka
mer; de kamer, waar die verraders Pyrn,
Cromwell en Hampden hun opstand tegen
de Majesteit van den Koning beraamd had
den, die geëindigd was in de ramp te Na
seby. De kamer lag boven aan de westelijke
trap en was door drie buitenmuren ingeslo
ten .veilig legen bespiedende oogen en ooren
want aleohls een smalle deur gaf er toegang
toe van de trap, en hier stonden vier sol
daten dag en nacht op wacht; de twee ven
siers, een naar het Zuiden en het andere
naar het Westen, keken neer op een steile
diepte van zestig voet, op de grimmige,
grijze muren, zonder klimop, waarop alleen
een kat, of misschien een slaapwandelaar,
staande zouden kunnen blijven.
Inderdaad was iedereen in hel kasteel
doordrongen van het gewicht van de brief
wisseling van den Koning. Zijne Majesteit
was zeer onverstandig en driftig geweest,
toen hij den Hertog van Lotharingen schreef
en hem vroeg vreemde troepen te zenden,
om den opstand in Engeland te helpen dem
pen hij had ook zeer verkeerd gehandeld,
loen hij allerlei beloften aan de Jersche Ka
tholieken deed met hel doel. een flink Ierseli
leger samen te brengen. Het stond natuur
lijk niet aan een onderdaan, een oordeel te
vellen over de Majesteit van den Koning,
maar zoo die briefwisseling openbaar ge
maakt werd. zou het Engelsche volk de
slechtst mogelijke uitlegging geven aan de
pogingen van den Koning, om zijn oproe
rige onderdanen te onderwerpen, en hel
zou de zaak van den Koning zeer groot na
deel doen. Daarom was er overeengeko
men, dat twee soldaten altijd op wacht zou
den staan aan de beide einden van de
lange galerij, waarop Barbara's particuliere
vertrekken uitkwamen, en zelfs zóó be
waakt, was zij in doodelijken angst en sliep
zij 's nachts bijna niet, door het denken
aan de kostbare brieven.
Hel was voor Barbara een pijnlijke erva
ring geweest, om naar het kasteel Brough
ton terug le keeren. De plaats had duizend
•herinneringen voor haar. gedachten aan
haar kindertijd; aan den tijd, dat er niets in
haar leven was, dat ikel genot van het
heden bedierf door herinneringen aan hel
verleden en angst voor de toekomst. Het
kasteel Broughton was, evenals Sloke Lark,
het gelukkige, onnadenkende verleden; zijn
statige, grijze muren spraken van niels dan
van vreugde, van de onschuldige genoegens
uit den kindertijd, van verstoppertje-spelen
in de doolhofachtige gangen, de breede ga
lerij en de statige portalen; iedere hoek be
vatte een herinnering, iedere kamer een
deel van haar hart: het slalplein, waar zij
van haar pony viel; de schoolkamer, waar
zij met Nathaniel gekibbeld had; de kast,
waar zij en John gevonden werden bij het
verstoppertje spelen: de rand-van de gracl\t,
waar zij met Jim ging visschen; het oude
hok, waar Dina geboren was; de groote olm,
waar zij de voorraadschuur van den wur
gervogel vonden, zij en Jhnl Altijd .Tim!
Zijn persoonlijkheid drong zich op de een I
of andere manier sterker aan haar op dan
iets anders. Zij begon zich vaagweg af te
vrageD, val er geworden was van hem,
haar echtgenoot! Wat klonk 'het woord
vreemd, toen haar lippen het onbewust
mompelden. Haar echtgenooll En zij had'in
de laatste paar jaren ternauwernood aan
hem gedacht!
Zonder twijfel kwam de beloovcring van
Broughton over baar, cn loen zij langs de
oevers van de gracht liep en naar de vleu
gels der waterjuffers keek, of droomend
naar de wijd open kronen dc-r waterlelies
staarde, dacht zij aan Jim; het was zijn
slem, die tusschen het riet door sprak; zij
dacht, dat zij hem op haar zag neerkijken
van de kantcelen, waarover hij zoo graag
heenklom, en om iederen hoek van bet sta
tige gebouw, om iedere bocht van elke heg
meende zij tegenover Jim te zullen staan.
Jim, eens haaT speel makker! Wat had zij
hem sedert dien lijd gehaat! Zij had hem
gehaat op haar trouwdag, toen hij haar
kuste tegen haar wit en voor den eersten
en den laalslen keer. Zij had hem ook ge
haat, toen hij voor liet eerst een verrader
bleek, en loen Squire Brcnt hem, zonder
haar tussehenkomst, op de plaats, waar hij
stond, zou gedood 'hebben. Sedert dien lijd
was die haat slapend geweest, voor zoover
het Jim betrof; zij had ternauwernood ooit
aan "hem gedacht, totdat zij op Broughton
kwam. Aan Tubal had zij in den Kaatsten
tijd gedacht; Tubal, die haar kinderlijke ge
negenheid gewonnen had in een mate, die
Jim nooit had kunnen bereiken: Tubal was
haar held, haar ideaal geweest, toen Jim
(illeen maar een niet altijd aangename en
meesterachtige ^aeelmakker was geweest
(Wordt vervolgd).