(Aspirin
De Hand met het Litteeken.
No. 20007.
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 3 Juni
Tweede Blad.
Anno 1925.
BINNENLAND.
j Jicht
I Griep
Neuralgief/\
jRheumatiek
Verkoudheid
Hoofd- en
Kiespijn
I tabletten JBnyehZ
1
FEUILLETON.
jMriaiting en droogmaking van de Zuiderzee.
Ingediend zijn bij de Tweede Kamer de
wetsontwerpen tot:
Wijziging van do wet van 14 Juni 1918
tot afsluiting en droogmaking van de Zui
derzee
Wijziging van de wet van 20 December
1918 tot instelling van een fonds ten behoe
ve van de afsluiting en droogmaking van
Se Zuiderzee.
Met deze wetsontwerpen wordt in hoofd
taak beoogd:
a. krachtig ter hand te nemen de uit
voering van dc werken voor het maken van
een afsluitdijk cn voor de droogmaking van
den N. W. polder
b. de kosten, verbonden aan het maken
van den afsluitdijk niet te doen drukken
op de rekening der droogmakingswerken,
doch deze voor de helft te kwijten uit dc
gewone middelen en voor de wederhelft
uit buitengewone middelen, te vinden uit
leeningen.
Als grootste en belangrijkste voordeelen,
welke het IJselmeer zal kunnen opleveren,
stelt de commissie Lovink voorop de mo
gelijkheid van Inlaat van hot zoete IJsel-
meerwater voor de provincies Friesland en
Noordholland.
Daarnaast worden als bijkomstige voor-
Üeelen der afsluiting genoemd.
a. do bezuiniging op het onderhoud van
3e bestaande waterkeeringen binnen den
afsluitdijk en de betere beveiliging der
achterliggende landen tegen buitengewone
overstroomingen
b. het uitblijven van periodieke ovcr-
ölroomingen voor in en rondom de af to
guiten Zuiderzee gelegen landstreken.
c. jde verbetering der afwatering van de
landen, aan het af te sluiten gedeelte der
Zuiderzee gelegen;
d. het watervrij maken van de bebouwde
kommon van sommige nabij de af to sluiten
Zuiderzee gelegen gemeenten;
e. de mogelijkheid eener zekerder en
sneller spoorwegverbinding tusschen Noord
holland en Friesland dan de thans bestaan
de en de veiliger vaart, welke voor do
scheepvaart door vorming van het IJsel
meer zal ontstaan
f. de mogelijkheid om het IJselmeer tot
fecn zeer rijk visdhwater te maken.
Als algemeene conclusie omtrent de waar
de der gronden merkt de commissie in haar
besluit op:
,,In verband hiermede (n.l. de stijging
der grondprijzen) bestaat er grond om aan
te nemen, dat wanneer de Zuiderzeegron-
3en zullen worden uitgegeven hetgeen
vermoedelijk in de jaren tusschen 1930 cn
1950 zal mogen worden tegemoet gezien
gemiddeldo pachtprijzen voor goede klei
gronden van niet minder dan f 125 a f 150
per jaar en per H.A. kunnen worden ver
wacht, torwij 1 voor deze gronden op gemid
delde koopprijzen van omstreeks f 3000 per
H.A. gerekend mag worden. Voor lichter
gronden dienen de prijzen iets lager ge
steld te worden."
Voor onbeliuisd land moet naar het
oordcel der commissie de koopprijs met
f500, de pachtprijs met f25 per H.A. ver
minderd worden.
Do regeering stemt in met de meenwig
der commissie-Lovink, dat het allerminst'
gewensoht is, zich thans reeds te begeven
in de oplossing van de vraag, hoe in de
toekomst met do gronden gehandeld zal
'dienen te worden.
Blijkens een globaal 'overzicht van het
geen in de thans in te luiden periode van
krachtige voortzetting van de werken jaar
lijks noodig zal zijn, worden die kosten in
'de jaren van 1925 tot en met 1933 geraamd
op resp f 2 millioen, f 15.3 millioen, f 18.3
milliocn. f 13-3 millioen, f 15 imillioen,
f 16,8 millioen, f 16 milliocn, f 10.5 millioen,
f 9 millioen, totaal f 123.2 millioen.
Aan de memorie van toelichting is een
nota omtrent de volledige kosten van de
afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee
toegevoegd, waaruit blijkt, dat de totale
kosten van de afsluiting, na het gereed ko
men van liet beperkte werkplan. 1922/'25
90 millioen zullen beloopengerekend wordt
op een duur der uitvoering van 8 jaar.
De kosten van de to maken werken voor
de droogmaking zijn begroot op: f 37.000.000
voor den N.-W. polder, f 101.000.000 voor
den Z.-W. polder, f 143.000.000 voor den
Z.-O. polder, f 84.000.000 voor den N.-O-
polder, totaal voor de droogmakingen
f 270.000.000.
De totale kosten der werken (exclusief
de memorieposten ter voorziening in de
belangen der defensie en van de visscherij)
beloopen dus een bedrag van f 300.000.000.
De kapit-aalwaarde der droog te leggen
gronden wordt geschat op f 43.91G.000 voor
den N.-W. polder, f 123.780.000 voor den
Z.-W. polder, f222.069.000 voor den Z -O.
polder f 120.972.509 voor den N.-O. polder;
totaal f 510.73S.000.
De te betalen rente bij een rentevoet
van 5 pCt. tijdens hot maken der droogma
kingen totdat de gronden hun normale ka-
pitaalwaavde bezitten, wordt berekend op
f 1 S3.777 CCjO.
Bewaring van het natuurschoon.
De Minister van Brnncnbndsche Zaken
en Landbouw heeft aan de Commissarissen
der Koningin de volgende circulaire gezon
den-
Nu de verdwijning van natuurschoon,
gevormd door bosschen en andere hout-
opstanden, loefoehoorende aan particulieren,
blijft aanhouden, behooren mijns inziens
maatregelen te worden getroffen, die aan
dit euvel zooveöl mogelijk paal en perk
stollen.
Met mijn ambtgenoot voor Financiën
treed ik in overleg omtrent de fiscale maat
regelen, die zoudèn kunnen worden geno
men, ten einde het behoud van dit natuur
schoon zooveel mogelijk te verzekeren.
Reeds ia een wetsontwerp in uitzicht ge
steld, waarbij de inkomsten uit opgaand
hout aan de inkomstenbelasting 1914 zul
len worden onttrokken.
Het wil mij echter voorkomen, dat inzon
derheid voor de gemeentebesturen hier een
belangrijke laak is weggelegd. Immers,
■hoezeer toch bij de bewaring van hot na
tuurschoon het algemeen belang betrokken
i3, zal in den regel het locaal belang over
wegend zijn. In de eerste plaats ligt het dus
op den weg der gemeentebesturen, tegen
te sterke vermindering van het natuur
schoon te waken, en hoewel mag worden
geconstateerd, dat door verschillende ge
meenten reeds veel in deze richting is .of
wordt gedaan, er zou meer kunnen worden
bereikt, indien alle gemeentebesturen goed
doordrongen waren van de groote belangen,
die hier op het spel staan.
Wenscht een gemeente zich in liet belang
van de bewaring van het natuurschoon den
eigendom van bosschen of andere houlop-
standen te verzekeren, terwijl het niet ge
lukt, dit langs den gewonen contractueelen
weg te bereiken, dan wordt er, voor zooveel
noodig, op gewezen, dat do Bosch wet 1922
do onteigening mogelijk maakt, o.a. ten
namo van gemeenten, cn dat art. 12 dier
wet geldel ijken steun van den Staat in uit
zicht stelt.
Onteigening ten name van hot Rijk zal al-
loen kunnen geschieden in zeer bijzondere
gevallen, als van een groot algemeen be
lang gesproken kan worden, geen bijzon
dere omstandigheden zich daartegen ver-
zetten en de zekerheid van behoud op geen
andore wijze te verkrijgen is. Evenzeer zal
het hierboven aangehaalde art.. 12 slechts
in bijzondere gcvailten toepassing kunnen
vinden. Ieder geval zal daarbij op zichzelf
moeten worden beschouwd.
Hot komt mij gewensoht voor, dat de op-
richting van plaatselijke Vereenigingen, die
het behoud van natuurschoon beoogen, zoo- j
veel mogelijk word tbevorderd. Wel zal niet
aanstonds van zulke Vereenigingen groole
kracht uitgaan, maar zij zouden toch dade
lijk veel goed work kunnen verrichten, o.a.
door het oog op hot plaatselijk natuurschoon
te houden, tijdig bekendheid te geven aan
dreigende gevaren en belangstelling voor
het natuurschoon bij het publiek op te wec
ken. Samenwerking met reeds opgerichte of
nog op te richten gewestelijke Vereenigingen
met gelijke strekking, zou mede aan- het be
oogde doel bevorderlijk kunnen zijn.
Voorts ware door de gemeentebesturen
steeds bijzondere aandacht te schenken aan
de bewerking van particulier landelijk be
zit, dat voor het publiek is opengesteld en
waar op gezette tijden veel bezoekers ko
men. Voldoende politietoezicht toch be
hoort de eigenaren te vrijwaren tegen
schending van hun bezit. Wordt de bewa
king geheel aan de eigenaren overgelaten,
dan kunnen dezen er allicht toe overgaan,
hun bezittingen voor het publiek te sluiten.
Ik zal het ten zeerste op prijs stollen, in
dien de gemeentebesturen zooveel mogelijk
tot bewaring van het plaatselijk natuur
schoon werkzaam willen zijn.
Bij Kon. besluit zijn, te rekenen van
1 April 1925, bevorderd tot comimes bij de
Rijksverzekeringsbank J. Ph. Meessen, J.
P. G. Mceuwse en H. F. C. Werner, allen
adjunct-commies bij die instelling, en is,
met ingang van 1 Juni 1925, bevorderd tot
hoofdcommies bij de Rijksverzekeringsbank
P. Boelsma, thans commies bij die instel
ling; is toegekend de aan de orde van
Oranjc-Nassau verbonden eeremcdaille, in
brons, aan C. B. van El-dik, vestenmaker bij
de firma Sormani, te Amsterdam; J. H. J.
Janssens, smid-bankwerker bij de firma
Kleine, te Sittard; mej. G. van Loon, dienst
bode bij de familie Jansen-Van Mil, te
Iledel.
Het provinciaal kerkbestuur van Zuid-
Holland heeft benoemd tot prgdikant-lid
van de Algcmeene Synode der Ned.-Herv.
Kerk dr. H. Schokking, pred. te 's-Graven-
liage, en tot zijn seoundus ds. A. B. te
Winkel, eveneens te 's-Gravenhage.
In de in het gebouw van de Neder-
landsche Handels-hcogeschool, te Rotterdam,
onder voorzitterschap van dr. E. E. J.
Messing gehouden jaarverg. dering der Ver
eeniging voor Taalkundig Hendels onderwas
zijn door den voorzitter mededeeiing geda n
omtrent de in het vorig jaar door de Ver-
de Yeréeniging uitgeschreven prijsvraag,
waarby een wetenschappelijke verhand! ng
over de Duitsche handeistaal werd verlangd.
Wel zjjn er blijken van bekngst:lling voor
deze prijsvraag gekomen uit Duitschlaud,
Oostenrijk en Zwitserland, maar antwoorden
zijn er niet ingezonden. Derhalve is be
sloten den termijn yen inzending te verlen
gen tot 15 Januari 1927 en de twee pre
zen, resp. ad f125 en f75 te vervangen
door één prga van f200.
Voorts is m.dedceling gedean van eeu g.ft
van f400, welke de Vereen'ging ontvangen
heeft van de afdeeling Rotterdam van de
Ned. Vereeniging tot Bevordering der H.m-
delswetenschappen, onder voorwaarde, dat
deze gift zou worden besteed ten behoeve van
een nieuw uit te schrijven prijsvraag, waar
bij een wetenschappelijke verhandeling ver
langd wordt over de Nederlandmhe Handels
taal.
Besloten is den datum van inzending hier
voor eveneens vast te stellen op 15 Ja
nuari 1927.
De prijs van £400 zal aan den beste»
inzender- in zijn geheel worden uitgekeerd.
Onlangs is door Minister Coljjn mede
gedeeld, dat er wellicht aanleiding zou zijn
om eventueele „plooien" in de salaris
regeling voor de ambtenaren glad te stre
ken. In verband hiermede kunnen wjj melden,
dat door den Mi uister van Financiën aan
de verschillende departementshoofden een
aanschrijving is gezonden, waarin wordt
medegedeeld, dat binnen het kader
van het thans geldende bezoldigingsbesluit,
tegemoet zal worden gekomen aan onvoldoen
de bevonden regelingen ten aanzien van de
salarissen van de verschillende rangen van
ambtenaren en beambten en dat te dier
zake aanwijzingen aan het Ministerie van
Financiën kunnen worden gezonden, zoodat
eventueel daarmede rekening kan worden
gehouden.
Gistermiddag heeft op het Westerveld
onder buitengewoon groote belangstelling
de verassching plaats gehad van 't stoffelijk
overschot van mr. M. J. Duparc, in leven
chef van de afdeeling kunöten en weten
schappen van het Departement van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen.
Het eerst nam het woord jbr. mr. CU
Feith, secretaris-generaal van hot Depar
tement.
De heer Visser, referendaris aan het De
partcment van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen herdacht in gevoelige woor
den den diepbetreurden chef. Vervolgens
opraken mr. S. J. Hirsch, oud-vice-presl-
dent van het hooggerechtshof in Neder-
landsch Indië, de heer Schmidt Dcgener,
hoofddirecteur van het Rijksmuseum; dr.
N. Japikse namens het Oranje-Nassau-Mu-
seum, waarna mr Vorspijck Mijnsse sprak
als vriend. Deze laatete dankte, nadat de
kist was gedaald onder het spelen van het
adagio uit de 3de Symphonic van Mahler,
namens de familie voor de belangstelling.
Gisteren was het de groote dag van
de feestweek ter herdenking van het hon
derdjarig bestaan van bet Groot Noord-
hollandsoh Kanaal.
Op liet programma stond een boottocht
op liet Marsdiep en deze was een groote
attractie voor de mensehen ifit Den Hel
der cn Alkmaar en de plaatsen in do om
geving. Een extra-boot van do Alkmaar
Packet en een groot convooi van allerlei
stoom- en motorbooten met feestgangers
uit Alkmaar en do Langen dijken aan boord
vertrok om halftien 's ochtends langs liet
Groot-Noordhollandsoh Kanaal naar Hel
der. Om halféén was men daar aan
Het gemeentebestuur van Den Helder
ontving de Alkmaarders, o.w. de burge
meester, mr. Wendelaar, op do tentoonstel
ling. Het was daar enorm vol.
Voor de tentoonstelling speelde een mu
ziekkorps. De ontvangst had plaats in het
restaurant van de tentoonstelling met
toespraken. Hierop volgde een gemeen
schappelijk bezoek aan de tentoonstelling.
Om twee uur scheepte het geheele gezel
schap zich op stoombooten in.
I Men kwam nog plaats tekort, maar ook
eenige Harderwijker botters, die in de ha
ven lagen, werden afgehuurd. Eer deze
vloot van wal stak, waren er al talrijke
zeilsohfepcn, visschersvletten, haringvlet-
ten, kleine vletten, fantasie- en modelsloe
pen van de Koninklijke Marino en een
aantal jachten uitgevaren voor de tijdens
den boottocht te houden zeilwedstrijden.
Boven de haven zweefde omstreeks twee
uur een escadrille watervliegtuigen van de
Marine en een tweetal jachtvliegtuigen
van de lachtmacht.
Het uitvaren van dc paseagiersvloot
vond levendige belangstelling bij dc men-
schen aan den kant.
Mén had het nauwelijks beter met het
weer kunnen treffen. Het was een heer
lijk tochtje.
De watervliegtuigen kwamen over, snor
den heen en weer, streken af en toe een
oogenblik op het water neer cn stegen
dan in een baan van wit schuim luid ron
kend weer op, wat een voor velen lang niet
alledaagsoh schouwspel was Ook onder
zeeërs waren in actie te zien.
Het wijde Marsdiep door stoomde men
tot voorbij Huisduinen cn daar het toch zoo
kalm was zelfs een eindje buitengaats. Om
streeks vier uur stoomde men havenwaarts.
Om halfzes waren de meeste schepen
weer voor den wal aan het hoofd, waarmee
do tocht ten einde was.
's Avonds was er in Musis Sacrum" een
door het gemeentebestuur van Den Helder
aangeboden feestmaaltijd met vele genoo-
digden.
Gisteren is, in het Jaarbeursgebouw
te Utrecht, de onder den naam van „kerk
dag" aangekondigde vergadering gehouden,
uitgeschreven op initiatief van de Ethische
Vereeniging. Aangezien de voorzitter, prof.
Van dor Leenw, verhinderd was de vergade
ring te leiden, opende ds. Hoch (Amster
dam) de niet talrijke vergadering en droeg
de leiding over aan drw Van Gheel Gilde
meester, die voorging in gebed en eenige
woorden sprak ter inleiding naar aanlei
ding van Êf. 6
Onder voorzitterschap van ds. G. Lans
uit Ouderkerk a/d. IJsel, is Maandag te
Utrecht de 15e bondsvergadering gehouden
vitn den Bond van Ned.-Hervormde Jonge
lingsvereenigingen op Gereformeerden
grondslag, welke druk bezocht was. Ds .0.
RECLAME.
verdwijnen snel en zeker
door
8950
Lans voornoemd, ds. W J. van Lokhorst,
uit Delfshaven, en ds. M van Grieken, uit
Rotterdam, eere-voorzitter van den Bond,
hebben daarin toespraken geihouden. Do
aftredende bestuursleden werden allen met
algemcene stemmen herkozen. Blijkens bet
jaarverslag van den scerctarle bleek, dat
bij den Bond thans 94 vereenigingen zijn
aangesloten en er aan alle zijden vooruit
gang is. Voorts werden verschillende buis-
houdelijko zaken afgedaan.
Onder voorzF'.erschip van dji beer
W. van Doorn, uit Zaandam, is gisteren
te Utrecht do jaarlukscne vergadering van
de vereeniging van leerartn fn levende t ilen
gehouden, welke goed bezocht was. Vo.<-
gena het door den secretaris uitgebrachte
jaarverslag vermeerderde het ledental met
7 en steeg dit tot 292. Aan de orde wa3
daarna het voorstel om stappen te doen,
dat op de eind-examens der gymnasia de
eisch van een behoorlijke uitspraak wordt
geste'u. Het hoofdbestuur vroeg machti
ging de noodige stappan in deza richting
te doen en zleh tot den Minster te wenden.
Hierover vond eenige gedachtenwisseling
plaats.
Bcsioten werd, dat het hoofdbestuur zich
zal wenden tot het Genootschap van lee
raren en leeraressen bij gymnasia om deze
kwestie verder ta bespreken en hierover in
een volgende vergadering verslag uit te
brengen.
De heer J. P. Hevligers, uit Den Haag,
sprak daarna over „Do opgave van het
schriftelijk eind-examen in de vreemde talen".
Aan de orde was tenslotte het punt:
taalzuivering.
Dr. Ch. F. Haje, leeraar aan do R.H.B.S.
te Felsen, gaf een voorstelling van den
toestand, waarin de Nederiandsche schrijf
taal zou verkteren, wanneer zjj hun, die
haar èf onwetend, of moedwillig aanranden,
geen tegenweer vermocht te bieden.
Prof. dr. C. G. N. de Vooys, uit Utrecht,
was daarna aan het woord, om een en
ander te zeggen over de bezwaren tegen
taaizuivering.
Na de gedachtenwisseling over dit punt,
vond de rondvraag plaats, waarna de ver
gadering gesloten werd.
De Nationale Vereenigiing „ProRege"
heeft gisteren te Utrecht haar jaarljjksche
algemeene vergadering gehouden.
De voorzitter, da. T. J. Hagen, uit Delft,
betreurde het in zijn openingswoord, dat
de poging tot fusie mot den Ned. Mili
tairen Bond niet schjfut te zullen slagen.
Hjj heette de afgevaardigden van verschik
lende zustervereenigingeu welkom.
Aan de Koningin werd een telegram met
betuiging van trouw gezonden.
Aan generaal Van Marie, den pionier van
den Christelijken arbeid in het leger, werd
ter gelegenheid van zijn 90steo verjaardag
een telegrafischen gelnkwensch gezonden.
Bij de ingekomen stukken was een brief
van den Minister van Oorlog, waarin, naar
Dit het Engelsch van Baronesse ORGZY.
^Geautoriseerde vertaling van A. T.
Zij was pas zeventien jaar, toen liet wapen
gekletter tusschen haar bloedverwanten en
haar vrienden haar opeens van meisje tot
Vrouw maakte. Zij was weinig meer dan
een kind geweest, en reeds zag zij de men-
schelijke hartstochten losgebroken; zij had
bijna zelfs misdaad gezien op een tijd, dat
de meeste meisjes slechts genot cn liefde
zien. En zij had, als het ware, geleerd haar
ziel le onttrekken aan het gedruiscli, om
haar eigen loven ie leven, haar eigen ge
dachten en idealen te koesleren, op dezelfde
manier als zij, als kind, geleerd had haar
eigen spelletjes (e spelen en haar eigen
leventje te leiden, te midden van de drukte
en •bezigheden in de groole omgeving van
Stoke Lark. En deze teruggetrokkenheid,
deze gewoonte van zelf-inkeer, had haar
schoonheid geestelijk gemaakt, een geeste
lijkheid, die des te aantrekkelijker was, om
dat zij zulk een ware vrouw was, lang, met
vollen boezem, haar, dat iets van de kleur
van het rijpe graan had, als de ondergaande
zon er een gouden tint aan geeft, een mond,
die om een kus riep. en oogen, die zoowel
uitdaagden als weigerden.
lederen sloutmoedigen groet beantwoord
de zij beleefd, en schonk in het voorbijgaan
oen glimlach of blik;. Maar zij was dank
baar, toen zij de eenzaamheid van het ven
sterhoekje bereikt had, waar juffrouw
Dawdsley zelve haar het avondeten bracht,
terwijl er in de keuken goed voor haar ka
merjuffer gezorgd werd. De waard had zelf
een groot scherm gezel, waardoor haar
plaats van het overige deel der zaal ge
scheiden was, terwijl de hoog-e ruggen der
eiken stoelen aan iederen kant van een ta
fel, die in het midden stond, het voorkomen
van een afzonderlijke kamer verhoogde,
waar men geheel uit het gezicht zat.
Het eten was uitstekend en de wijn bo
ven allen lof verheven. Barbara at mei ge
zonden eetlust, daarna voelde zij zich sla
perig en kroop in het hoekje van de groole
bank tegen een zacht, fluweelen kussen
aan, dat juffrouw Dawdsley, met moeder
lijke voorzorg, achter haar rug gelegd had.
De zon was al lang ondergegaan en de
schaduwen van den avond bedekten alles.
Door het open venster boven haar kwam
een zacht avondwindje binnen, dat de ne
teldoekse lie "gordijnen deed gelijken op witte
vleugels van reusachtige sprookjesvogels, en
de droomster in slaap maakte. In de eetzaal
stak iemand lichten aan en werden kaar
sen binnengebracht, want zonderlinge fan
tastische schaduwen kwamen en gingen
langs de witte zoldering. Het leven en ge
raas was niets verminderd, het gekletter
van borden en bekers" ging door, evenals
het rammelen van dobbelsteenen, het
schreeuwen en lachen en zingen en roepen
om den waard of de bedienende meisjes.
Maar gaandeweg werden al die klanken on
duidelijk; in Barbara's ooren werden zij
zóó vermengd, dat zij geleken op het ge-
ruisch der golven op een steenachtig strand,
uit de verte gehoord. De lichten uit de zaal
drongen niet tot dit plekje door en zij was
veilig voor indringing, daar haar tegen
woordigheid blijkbaar vergeten was. Zij
werd in volkomen afzondering, rust en vol
strekte duisternis gelaten.
En weldra viel zij in slaap.
Hoe lang zij in volstrekte onbewustheid
bleef wist zij niet. Maar latex, toen zij haAf
wakker was en haar oogen nog gesloten
hield, drong iets tot haar door. In he>t eerat
wist zij niet, wat dat iets was; het kostte
haar eenigen tijd, om te begrijpen, of zij
wakker was of sliep, en zich de gebeurte
nissen van den dag te herin neren; haar
Tei9, de volle straten, het hoekje, waar zij
een toevlucht gevonden had. Zij opende
haar oogen echter, en zonder te bewegen
trachtte zij de duisternis rondom haar te
doordringen. Waar zij zat, in hot verste
hoekje van het raam, was het volslagen
donker, maar boven het scherm en de hoog©
banken zag zij schemerachtig de witte zol
dering in hot zwakke licht, dat van de
andere zijde der kamer kwam; en tusschen
de vouwen van het scherm en de banken
aan weerszijden, lagen lange, smalle licht
strepen.
Na een poosje begreep zij, wat het was,
dat haar had wakker gemaakt. Het geraas,
waar zij zoo rustig doorineen geslapen had,
was van anderen aaird geworden; er werd
nog gepraat en gelachen, maar er was min
der gerinkel van borden en niet meer het
gerammel van dobbelsteenen; aan den an
deren kant was er veel voet geschuifel, ge
drang en geduw, als van mensChen, die
haastig weggingen. Ja, dat was het. De
meeste mannen, die in de gelagkamer hun
avondeten gebruikt hadden, gingen nu
heen: Barbara kon lachende afscheids
groeten hooren, het kraken van gordels, die
omgegespt werden, en het gekletter van
zwaarden, slagen op den schouder, die de
eene makker den andieren gaf, en ai die ge
luiden werden zwakker en zwakker en het
gestommel van voeten en het gelach werd
meer verwijderd, en maakte plaats voor an
dere geluid-en, nog weer afscheidsgroeten op
don drempel en het gerinkel van sporen op
de groote straalsteenon.
Daarna werd 'hot heel stil in de eetzaal.
Zij was zich vaag bewust van dienstmeis
jes, die de overblijfselen van het avond
eten opruimden en van iemand, die eenige
•kandelaars uitblies, want de duisternis om
•haar werd grooter, en de lichtstrepen aan
weerszijden van het scherm doffer. Maar
enkelen schenen nog te blijven, nadat de
anderen waren heengegaan, want Barbara
kon een zacht gefluister hooren, als van
mensehen, die vertrouwelijk met elkander
spreken en bang zijn, beluisterd te worden.
Nu en dan troffen een paar afgebroken
woorden 'haar oor.
„De brieven van den Koning," hoorde zij
een paar maal, en „particuliere briefwisse
ling," gevolgd door „dwaasheid," dat bij
•tusschenpoozen mot sterken nadruk her
haald weid.
Het gesprek scheen door een zestal man
nen gevoerd te worden, tusschen het drin
ken door, want Barbara kon het bonken van
linnen kroezen op de tafel hooren en een
maal werd er geroepen om „meer van daen
uitstekenden Rijnwijn." De tafel, waarom
heen deze mannen zaten, wa3 blijkbaar
zeer dicht bij de bank, tegen de hooge leu
ning waarvan Barbara leunde, want zij kon
zelfs het goklok van den wijn hooren bij hot
schenken uit de flesschen en het herhaalde
lijk gesmak van lippen.
Plotseling was er groole beweging in het
huis. De deur der gelegkamer werd open ge
worpen, een luide stem gaf bevelen op den
toon van iemand, die gezag heeft, onmid
dellijk stonden de mannen in de kamer op,
er was een geluid van stoelen, die achter
uit geschoven, en van een paar voorwerpen,
die óf door haast óf door opgewondenheid
omver geworpen werden. Toen klonk dezelf
de gezaghebbende stem weer:
„Heeren, Zijne Majesteit."
Toen klonken vaste voetstappen op den
steenen vloer, het gerinkel van 9poren, het
geklikklak van hakken, vergezeld door een
haastig:
„Ik wensch u allen goeden avond!" van
een aangename, beschaafde slem. De vol
gende oogenblikken gebruikten de nieuw
aangekomenen blijkbaar met aan de tafel
te gaan zitten, dat gepaard ging met de ge
wone drukte van de aankomst van hooge
gasten in een herberg.
Barbara durfde zich niet bewegen; zij
wenschte zich mijlen ver weg. Eerbied voor
de tegenwoordigheid van Zijne Majesteit,
vrees om voor hem te verschijnen in haar
tegenwoordigen wanordelijken en verreis
den toestand, maakten, dat zij wegkroop in
den hoek van de bank, in angst, dat juf
frouw Dawdsley nu aan haar denken zou,
en haar zou roepen, om naar haar kamer
te gaan. Maar hoe verschrikt en beangst alt
zij was, moest zij toch wel iets van het ge
sprek hooren, dat zoo vlak bij haar ge
voerd werd.
(Wordt vervolgd).