No. 20003. DONDERDAG 28 MEI Anno 1925 Nationale Inschrijving voor de Olympiade 1928 te Amsterdam. Dfficieele Kennisgevingen. I STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER AD VERTENTIEN 30 CU. per regel. Bij regelabonnemenl belangrijk lageren prijs. Kleine AdvertentiSn, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en Zaterdags 60 CU., bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven 30 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 6 CU. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummer» voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postchèquo- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden ƒ2.35, per week ...v.T0.18, Builen Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week .Trr. „0.18. Franco per post ƒ2.35 portokosten. Mt nummer bestaat uit TWEE Bladen EERSTE BLAD. Jïa onze verantwoording in ons blad van gisteren hebben wij nog ontvangen van: i ,W._ L. M. f 12,52V*. j In totaal hebben wij nn ontvangen: f2220,651/*. L iWie nog iets geven wil, doe het ving! L Elke gift groot of klein is welkom I DIRECTIE „LEIDSCH DAGBLAD". GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP. I 'Aan den genfeenteltfkeu vischwinkel, iVjschmarkt 18, tel. 1225 is VRIJDAG ver krijgbaar: SOHELVTSOiï, SCHOL, KABEL JAUW. N. C. DE GIJSELAAR. Burgem. Leiden, 28 Mei 1925. Huldiging van prof. dr. P. J. Blok. Het afscheid van prof. dr.-P. J. Blok als •hoogleeraar in de Vaderlandsche Geschie denis aan de Universiteit alliier is voor den lioogleeraar een ware huldiging geworden. Na het uitspreken van de rede, waarvan tWÏj gisteren reeds een verslag gaven, en die, na telkens door applaus te zïjn onderbroken, aan het slot warm werd toegejuicht, nam ide rector-magnificus, prof. mr. A. J. Blok, allereerst het woord, om namens den Aca- 'demischen Senaat, zijn waarden collega 3e gevoelens van den Senaat kenbaar te maken. Het lag niet op den weg van spr., «om de wetenschappelijke beteekenis van prof. Blok en diens werk te schetsen. Het succes van de werken van zijn hand en de vele uitnemende proefschriften, onder zijn leiding door zijn leerlingen geleverd, leggen daarvan getuigenis af. Anderen zullen het trouwens heter kunnen doen dan spr. Spr. richtte tot den scheidenden hoog leeraar een woord van dank voor de meer deren luister, door hem aan de Academie geschonken, niet alleen in zijn ambt, maar ook daarbuiten. Door hem is de naam van 'de Academie vastgekoppeld geworden aan ial van Vereenigingen van nationale en internationale beteekenis. Dat gij bij groote nationale herdenkingen lot feestredenaar werdt aangewezen en dat gij daaraan steeds hebt voldaan, ook daarvoor brengen wij u .flank, zeide spr. Aan het woord van dank verbond hij tevens een hartelijk afscheidswoord. „Gij hebt den leeftijd bereikt, waarop vol gens een wijs voorschrift der wet een hoog leeraar moet heengaan. Daarop wordt geen uitzondering toegelaten. Ook dat is goed. Maar dat gij zelf voelt en wij het gevoelen, dat u uw taak nog als tot dusverre zoudt kunnen voortzetten, maakt dit afscheid eenigszins pijnlijk," zeide spr. Doch er is één troost. Gij vindt ook nu uw bibliothe ken, uw musea steeds voor u geopend, en gij blijft een welkome gast bij den Acade- mischen Senaat. Voor hoever gij van dit recht wilt gebruik maken, slaat alleen aan u. Wij kunnen enkel de belangen der Uni versiteit bij u aanbevelen en aldus be sloot spr. de hoop uitspreken, dat het u wélga en dat wij op een warme vriendschap mogen blijven rekenen (applaus). Hierna beklom prof. dr. A. W. Bijvanck, van hier, den katheder, om prof. Blok na mens de Faculteit der Letteren en Wijsbe geerte te danken voor alles, wat hij gedaan heeft voor deze faculteit. Met trouwe zorg hebt gij, eerst als secretaris, daarna als decaan de belangen der faculteit behartigd, zeide spr. Gij laat er een leegte achter, die moeilijk te vervullen zal zijn. omdat gij onder de vaderlandsche historici een bijzon dere plaats hebt ingenomen. En wij zouden onszei ven moeten geluk- wenschen, dat wij u zoolang mochten be zitten, al moet het u weemoedig stemmen te moeten scheiden van uw werk, dat gij immers zoo goed als te voren zoudt kunnen volbrengen. En wij kunnen het ons moeilijk voorstel len, dat wij u moeten missen, al blijft uw studeerkamer voor ons open. Wie weet, welke belangrijke laak u nog wacht, zeide spr.; waarna hij besloot met het uiten van den wensch, dat het prof. Blok vergund moge zijn nog lang als beoefenaar van de nationale historie land en volk te dienen. Vervolgens kwam prof. dr. H. Brugmans, uit Amsterdam, den scheidenden hoogleeraar namens een commissie van oud-leerlingen en vrienden toe. Prof. Brugmans wees er op, dat de op roep, welken de commissie door het land heeft doen gaan, bij zeer velen instemming heeft gevonden. Dat is waarlijk niet te ver wonderen, gezien den ruimen kring, waar in prof. Blok zich altijd en gaarne heeft bewogen; maar vooral ook, omdat zijn werkzaamheid zoo veelzijdig en ook zoo doeltreffend is geweest. In de lange, rijke lijk gezegende loopbaan, welke heden ach ter prof. Blok-ligt, is hij voor velen een vriend geweest en heeft hij zeer velen aan zich verplicht. Geen wonder, dat die velen op dezen dag tot hem komen met de ver zekering van hun genegenheid. Het is voor spreker een eer en voor die zeer velen het zijn er tusschen de drie- en vier honderd hier het woord te mogen voe ren. Spr. heeft het voorrecht een der oud ste leerlingen van prof. Blok te zijn. De herinneringen, die beiden samenbinden, gaan bijna veertig jaar terug. Lang geleden, te*Groningen, zijn banden gelegd, die nooit meer zijn verbroken. Wat spreker van den aanvang af in prof. Blok zoo sterk heeft geboeid, was de wijze, waarop hij zijn leerlingen .te gemoet trad Dit voorbeeld is voor spr. van groote waarde geweest. Zon der de zelfstandigheid zijner leerlingen in het minst te belemmeren, werkte prof. Blok vooral door zijn voorbeeld. Zijn persoonlijk heid bracht vanzelf tot noeste, maar vooral ook tot blijmoedige werkzaamheid. Zijn on derwijs boeide, maar bracht tegelijk tot na denken en onderzoek, maar vooraal tot werken. En een onvermoeide arbeid komt alles te boven. Van die werkzaamheden willen wij, aldus spreker, heden een beeld geven. De commissie heeft dr. J. E. Kroon bereid gevonden een bibliographic te ver vaardigen van Bloks1 werken, een zware arbeid, waarvoor spr. hém hier openlijk dank zegt. Het eerste exemplaar dier biblio graphic bevat nog iels meer; zij heeft ook een naamlijst van de vrienden, die aan deze hulde hebben willen deelnemen. Spre ker wil geen namen noemen; het zijn er te veefl. Maar het zal prof. Blok aangenaam zijn te vernemen, dat de lijst wordt geopend door de illustere namen van onze geëeihie- digde Koningin, van H. M. de Koningin- Moeder en van Z. K. H. den Prins der Ne derlanden (daverend applaus). Geen won der, dat velen volgden, waar deze vooraf gingen. Maar spreker heeft nog iets anders aan te bieden, een enveloppe met slechts een „scrap of paper", doch waarvan de be teekenis vaststaat. Prof. Blok zal de waar de daarvan wel willen besteden op een door hem te bepalen wijze ten bate van de historische wetenschap In Nederland, (applaus). Prof. Brugmans besloot met de beste wen- schen voor 't verdere leven van den schei denden hoogleeraar, waarvan de prognose gelukkig gunstig kan zijn. Zijn geestige toe spraak werd herhaaldelijk door applaus on derbroken en ten slotte luide toegejuicht. Hierna sprak de directeur van het Ne- derlandsch Historisch Instituut te Rome, dr. G. J. Hoogewerff, daarvoor uit Rome over gekomen, een hartelijk woord. Hij herinner de er aan, dat prof. Blok de schepper is geweest van het Instituut, waarvan spr. thans de leiding heeft, en doet daarbij uit komen wat de nationale historie aan het Instituut te danken heeft en daarin aan den hoogleeraar, die de slichting in het leven riep. De heer Hoogewerff sprak den wensch uit, dat, nu de hoogleeraar zijn ambt heeft neergelegd, de band tusschen hem weder hechter zal worden. En zoo wilde spr., waar door deze hul diging iets van weemoed klinkt, een woord van bemoediging laten hooren. In het land van laurieren en palmen zal, dank zij het werken van prof. Blok, diens stichting blij ven als een altijd groene eik (applaus). Prof. dr. G. W. Kernkamp, uit Utrecht, voegde aan" den dank, den scheidenden hoogleeraar van verschillende zijden ge bracht, ook zijn aandeel toe, uit naam van het Historisch Genootschap. Het Genoot schap is veel aan prof: Blok verplicht, die meer dan 25 jaren leiding aan den arbeid van deze instelling heeft gegeven. Wij hebben goed vertrouwen, aldus be sloot prof. Kernkamp zijn van bijzondere waardeering getuigende toespraak, dat de werkkracht en de werklust, welke uw leven heeft gekenmerkt, zal blijven en dat die ook het Historisch Genootschap ten goede zal komen. Ook deze toespraak werd toegejuicht. Mr. P. J. de Kanter, vertegenwoordigde op deze bijeenkomst het Alg. Ned. Verbond en roemde zeer den Vaderlandschen zin, dien prof. Blok in zijn studiën en optreden steeds heeft geloond. Zulke mannen hebben wij noodig in onzen tijd van verslapping. Zij moeten ons volk doordringen van de betee kenis der Groot-Nederlandsche gedachte. De hoogleeraar Blok is daarvoor een warm pro pagandist. Spr. hoopt dan ook, dat deze zijn medewerking nog bij voortduring zal wil len verleenen. Om aan den hoogleeraar de dankbaarheid te tooncn, die het Hoofdbestuur voor zijn personeel en werk koestert, bood hij hem de medaille van bijzondere verdienste van het Verbond aan, waarmede de aanwezigen, zooals uit hun toejuichingen bleek, van harte instemden. Namens de Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte van de Leidsche Studenten sprak vervolgens de heer Wiarda Beekman, die aanving met op te merken, dat den jon geren bescheidenheid tegenover een man als prof. Blok. die hun daarin voorging, past. Veel hebben de leerlingen aan hun leer meester te danken. Op twee dingen wilde spr. wijzen: lo. op het voorbeeld, om te werken en deel te ne men aan de openbare zaak, hetwelk prof. Blok aan zijn leerlingen gaf; 2o. op den steun bij de studie, welken zij van hem on dervonden. Er is wel eens gezegd, dat gij uw leerlingen te veel vrij liet in hun wer ken. Wij zijn u daarvoor thans erkentelijk; immers zóó leerden wij zelfstandigheid en werd de laatste door u gevoerde controle grooter. Namens de tegenwoordige leerlingen sprak eindelijk de heer Bokhorst, die constateerde, dat zij de werkkracht van den lèermeester nog eer zagen toe- dan afnemen. De studen ten zullen veel in hem verliezen. Niet enkel, omdat hij steeds de slof wist te beheerschen, maar vooral ook, omdat hij de vertegenwoor diger is van de studie der nationale vader landsche geschiedenis. Nadat prof. Kalff en prof. Muller, die de nationale letterkunde en taalstudie beoefen den, van ons heengingen, waart gij het nog, in wien deze nationale traditie voortleefde, zeide spr. Toch, gelukkig, behoeven wij u niet te missen. Uw statig huis aan de Oude- Vest blijft voor ons open, zooals ook blijft bewaard de bezielende herinnering aan uw werkkracht en werklust. Spr. beval de leerlingen ten slotte in de vriendschap bij den scheidenden hoogleeraar aan. Als een klein aandenken bood de heer Bokhorst, mede namens al de tegenwoordige leerlingen, een boekenmolen aan, waarbij een album met de namen der deelnemers. Prof. Blok beantwoordde de hem toege brachte hulde met een hartelijk woord van dank. Hij had al dien lof niet verwacht, evenmin de vele vriendelijke woorden, hem toegesproken. Want bij zichzelf heeft hij het gevoel, dat hem veel ontbreekt. En onder die gebreken is er één, zijn persoon betref fende. waarvoor jaren geleden de toenma lige Leidsche hoogleeraar, prof. Rosenstein, dien hij wat zijn gezondheid betreft geluk kig zelden heeft behoeven te raadplegen, hem al heeft gewaarschuwd. Hij heeft niet altijd zijn tong welen in bedwang te houden, Zoo heeft hij veler vriendschap wel eens op een harde proef gesteld. Dat die vriend schap desondanks zoo krachtig is gebleven als heden bleek, stemt hem te meer tot groote dankbaarheid. Hij ging in het kort dc verschillende spre kers na, tot hen allen een afzonderlijk woord van erkentelijkheid richtende, in het bijzon der tot den heer Hoogewerff, die voor deze gelegenheid uit Rome was overgekomen. En hiermede was deze plechtigheid geëindigd. Hierna begaven de aanwezige corporaties en afzonderlijke personen zich naar „Huize Bruyns", waar de scheidende hoogleeraar receptie hield. Wij behoeven niet te zeggen, dat de ruimte er voor de vele belangstellenden te klein was. Maar men getroostte zich eenigen tijd wachten, om aan de beurt te komen, ten einde den man, voor wien men uit velerlei overwegingen eerbied en vereering koes terde of jegens wien men verplichtingen voelde ,de hand te mogen drukken. Door den heer A. W. Frentzen, directeur van A. W. Sijlhoffs Uitgevers-Maatschappij alhier, werd bij deze gelegenheid den hoog leeraar nog aangeboden een exemplaar van het derde deel van den catalogus van Ne- derlandsche Pamfletten, een verzameling uit de Bibliotheek: van Joannes Thysius, te Leiden, bewerkt door Louis D. Petit, en voor den druk gereed gemaakt door dr. H. J. A. Ruys. Deze catalogus, omvattende de jaren 17051800, is door bovengenoemde Uitge vers-Maatschappij bij deze gelegenheid aan den hoogleeraar opgedragen. Deze opdracht werd door prof. Blok gaarne aanvaard. Provinciale Diaconale Conferentie. In het Kerkgebouw aan de Oude Vest der Geref. Kerk werd gisteren een vrij goed be zochte Prov. Diaconale conferentie gehou - den onder voorzitterschap van den heer J. H. Donner te Rotterdam. Na het zingen van Ps. 139 1 en li las de voorzitlerd Hebreeën 13 voor om vervol gens voor ie gaan in gebed. In zijn openingswoord herinnerde de voor- zi^er er aan dat dit de eerste conferentie was die niet kon worden geleid door de in deze kringen zoozeer gewaardeerden mr. v. Beek Calkoen. Na eenige mededeelingen van huishoude- lijken aard leidde de heer Nijman van Rot terdam de volgende vraag in gesteld door de Diaconie te Delfshaven: Is de Diaconie gehouden tol ondersteu ning van volwassen doopleden, die hoewel zij op duidelijke wijze getoond hebben en loonen, dat zij met het Kerkelijk verband gebroken hebben, door den Kerkeraad nog niet van het doopledenregister zijn afge voerd? Na uitvoerige besprekingen werd de vraag in dien zin beantwoord dat de Diaconie zal steunen totdat de Kerkeraad meent dat ver betering des levens bij den betrokkene niet is te verwachten, waarbij werd vastgesteld dat ditantwoord slechts een adviseerende strekking zal hebben. Een zeer uitvoerige en interessante bespre king werd gewijd aan de volgende vraag van Scheveilingen, welke toegelicht werd door den heer Kooistra aldaar; Behoort het tot de taak der Diaconie, werk- looze leden der Gemeente te steunen, die in hun eigen levensonderhoud trachten te voor zien door een kleinhandel (levensmiddelen, brandstoffen enz.), maar daarin niet vol doende slagent Ten slotte werd een conclusie aangenomen waarin werd uilgesproken dat elke aanne melijke poging om zich een bestaan te ver zekeren, moet worden gesteund, echter bij voorkeur in de richting van het tot nu toe waargenomen beroep. Tot commissieleden werden herbenoemd de heeren J. H. Donner te Rotterdam, H. Smitskamp te Den Haag, II. P. Nijman te Rotterdam en B. van Proosdij te Dordrecht, terwijl in de plaats van de heeren N. Booster te Maassluis, L. J. Los te Voorschoten en M. v. d. Lee te Kalendrecht die wegens onthef fing uit het ambt niet meer herkiesbaar zijn werden benoemd de heeren Bakker te Dor drecht, M. v. Rosse tc Maassluis en II. C. de Jong te Leiden. In de middagvergadering hield dr. S. O. Los, Gereformeerd predikant in Den ITaag- Oosl een refraat over; De invloed van de per soonlijkheid op den arbeid van den diaken. Hij verdedigde daarin een drietal stellin gen en gaf daarbij een opsomming van de eischen waaraan de diaken moet voldoen en van de gaven, die hij ook volgens het getui genis der H. Schrift moet bezitten. Gaven van karakter, verstand, wil en gevoel. Spr. drong aan op een juiste taakverdee- ling en op nauwgezette besludeering van de voornaamste paedagogische en psychologi sche beginselen en verwees daarvoor naar werken van dr. Kuyken, prof. Bouwman en mr. v. Beek Calkoen. Op deze rede volgde een zeer geanimeerd debat, waarna door den Voorzitter dr. Los werd bedankt. Wegens tijdgebrek werd besloten de be handeling van de vraag van Katendrecht; „Welke is de verhouding van den Kerke raad tot de diaconie en omgekeerd? Heeft eerstgenoemde mede gelet op art. 25 Dordt- sche Kerkenorden aangaande zeggenschap in Diaconale aangelegenheden", van de agenda af te voeren. De inleider, de heer J. II. Donner, te Rot terdam was bereid de inleiding in 't Maand blad te plaatsen. Door den heer v d. Lee te Katendrecht, werd de vraag ingeleid: Zijn er regelen te stellen hoe te handelen in gezinnen, waar de man of de vrouw tot een ander of geen kerkgenootschap behoort? Er volgde ook op deze vraag een inte ressante bespreking. De conclusie, waartoe men kwam, luid de: Als het andere kerkgenootschap niet wil medewerken tot een dubbele bedeeling, dan de richting van het gezinshoofd tot maatstaf nemen. Men was algemeen van geVoelen, dat er zoo weinig mogelijk aan de overheid dient te worden overgelaten, omdat de overheid geen barmhartigheid uitoefent. De bepaling van de plaats der volgende conferentie werd aan het comité overgelaten. Ds. W.Bouwman sloot de conferentie met dankgebed. Opleidingsschool voor U. L. O., Langebrug A. Bovengenoemde school hield gisteren een ouderavond, die door het ongunstige weer niet zoo goed bezoöht was als anders wel het geval is. liet hoofd der school, de heer A. J. J. Verhruggc, opende de bijeenkomst en sprak een woord van welkom tot de ouders, in het bijzonder tol de Ou der-commissie, die thans in haar nieuwe samensteLling den eersten ouderavond medemaakl. Allereerst komt aam de beurt het eerste punt der agenda, n.-m. „Toesteloefeningen", die door de jongens-leerlingen der hoogste klasse onder leiding van de gymnostiek- leeraar, den lieer J. PI anjer, op keurige wijze werden uitgevoerd. Achtereenvolgens kreeg men te zien de vorderingen, die deze leerlingen gemaakt hebben aan de ringen, brug, en bok, waarbij bleek, dat de heer Flanjer zijn leerlingen gced in de hand had. De Voorzitter bracht een woord van dank aan den heer Planjer voor datgene, wat hij een ouders had laten zien Vervolgens verkreeg de heer B. Planjer, secretaris van de Leidsche Zwemclub en Consul vam den Ne der 1andschen Zwem- bond, het woord tot het houden van een in leiding over het onderwerp: „Waarom is het zwemonderwijs op de lager school noo dig?" Spr. begon zijn rede met aan te loonen de nuttigheid en de noodzakelijkheid van i hel zwemmen en zei, dat er jaarlijks in Nederland een duizend personen verdrin ken, die zich niet konden redden, omdat zij de zwemkunst niet machtig waren. Behalve nog de vele gevallen, waaihij redding inet succes volgde. Elk geval van verdrinking, zei spr., is een aanklacht legen de ouders of opvoeders, die niet zorgden, dat hun kinde ren het zwemmen hebben geleerd. Hel is een middel lot zelfverdediging tegen de ver drinkingsdood. Ook uit medisch oogpunt be zien, heeft hel zwemmen groote waaide voor de ontwikkel mg van het kind. Kromme ruggen, zwakke borst en derg. zijn dingen, die door vroeg te beginnen met het zwem men, waardoor het geheele spierstelsel in beweging komt, zouden kunnen worden voorkomen. Daarom moet worden begonnen met het ■kind vroegtijdig zwemmen te laten leeien. ;De ouders zullen het voorbeeld moeten ge ven en de kinderen moeten aansporen daarmede een begin te maken. Elk begin is moeilijk. Hel kind is meestal bang en huiverig BINNENLAND. Hnldiging van den Leidschen hoogleeraar dr. P. J. Blok. Minister Colijn heeft in de Eerste Kamer gezegd, dat in 1926 zal voorzien moeten worden in een tekort van vijftien h twintig millioen, gerekend op een hoogere opbrengst der middelen van tien millioen. Prof. Lorentz in Spanje. V BUITENLAND. V De ontwapening van Dnitschland en het veiligheidspact. Het Dnitsch-Spaansch handelsverdrag in den Rijksdag aangenomen. De interpellaties in de Fransche Kamer over Marokko. Mijnramp in Amerika. voor het water. Dit went echter wel. Later doen zij het zwemmen met plezier. De oudiers moeien echter de kinderen helpen. En hierbij neemt de school een voorname plaats in. De school is als 't ware aangewe zen om het zwemmen, als lichamelijke oefening, een plaats op het leerplan te geven. Spr. weerlegde enkele bezwaren, die dooi tegenstanders worden aangevoerd, togen de bemoeiing van de school in 'L zwemmen. Elders, bijv. te Haarlem, waar ebt reeds lang is ingevoerd, bleken de bezwaren denkbeeldig. Ook ondcrwijsspecialiteiten te Leiden concludeercn in een uitgebracht rapport, uitgebracht aan het bestuur der Leidsche Zwemclub, dat zonder sloornis voor het onderwijs 'l zwemmen als school vak voor de leerlingen der hoogste klasse, mogelijk was. Op enkele bezwaren en moei lijkheden, die zich zouden kunnen voordoen ging spr. nog uitvoerig in en hij zei, diat de ouders de beslissing aan zich houden of hun kind aan het zwemmen zal deel nomen. Voorts zal dc sdhoolarts of de huis arts moeten controleeren of het kind ge schikt is om aan zwemmen deel te nemen. Spr. hoopt, dat de ouders zich zullen in-, teresseeren voor deze zaak en dat ook eer lang dit te Leiden als school vak zal worden ingevoerd. De heer Yerbrugge bedankte spr, vooi zijn leerzame inleiding en gaf den oudera gelegenheid tot het stellen van vragen, waarvan door enkele ouders gébruik werd gemaakt. Nadat de heer J3. Planjer deze ouders naar genoegen had beantwoord, was de rondvraag aan do orde, waarvan door en kele ouders ook oen dankbaar gebruik werd gemaakt. Ten slotte sloot de heer Verbrugge mei een woord van dank aaji de ouders voor hun belangstelling dezen leerzamen avond. Verain'n Groningen. Gisteravond waren de leden der Verain'n „Groningen" henevens vele andere alhier wonende Oud-Groningers bijeengeroepen id de groote zaal van café-restaurant Zomer- zorg voor de laatste bijeenkomst in dit sei zoen. Velen hadden aan deze tsproeping gevolg gegeven, zooala gewoonlijk bij de Gronin gers het geval is zoodat de zaal goed gevuld was. In zijn openingswoord sprak de voorzitter hierover zijn voldoening uit, er den wensch aan toevoegende dat dit altijd zoo mag blij ven. Het bestuur der Friesche Vereeniging mede aanwezig, werd welkom geheeten; ei heerscht een goede harmonie tusschen de Vcrcenig. der twee Noordelijke Provinciën Ook werd „Sappho", als altijd present, om de avonden der Groningers met muziek op te vroolijken bij voorbaat dank gebracht voor hunne medewerking. Opgevoerd werd door de tooneelclub het Bliespul in Drei Bedrieven „Dei 't Lest Lachtvan E. Marema. Dit stuk, dat verschillende aardige mo menten bevat werd vlug en vlot gespeeld. De rollen waren in goede handen en gaven blijk met zorg ingestudeerd te zijn. Dat het stuk bij het publiek in den smaak viel, be wees het applaus na ieder bedrijf. De pauze's tusschen de bedrijven werden op aangename wijze gevuld door Sappho. Het werd dan ook zeer gewaardeerd. Na afloop van het blijspel werden da dames en heeren door den secretaris be dankt voor het gebodene. Hij gaf zijn vreugde te kennen over den moed en durf van de Tooneelclub om binnen twee maan den twee tooneelstukken op te voeren, er over het welslagen daarvan. Dit belooft nog veel voor de toekomst. Den medespelenden dame3 werden bloe men aangeboden. Het kapwerk werd ofj

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 1