THANS OOK J. C. VAN DER STEEN &Co„ Pieterskerkgracht18 De Hand met het Litteeken, No. 19996. LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 19 Mei Tweede Blad. Anno 1925. BINNENLAND. Z.W8TSER VRAAGT ZE. Engrcs 8240 Engi*os Verkrijgbaar bij de Firma FEUILLETON. De bloemententoonstelling le Heemstede. Voor de vierde en laatste maal heeft het hoofdbestuur der Algemeene Vereeniging voor Bloemencultuur de leden der inter nationale jury aan eeo feestmaal vereenigd, dat in het bijzonder ook aan de afgevaar digden van Amerikaansche tuinbauwveree- nigingen werd aangeboden. Prins Hendrik nam met ajo adjudant, jbr. von Mühlen, aan den maaltijd deel, waaraan verder aanzaten de Amerikaansche gezant, de heer Kichard M. Tobin; de beide Amerikaansche vice-consuls te Amsterdam, de heeren Edwards en Doyte; mr. Ever- wijn en mr. von Baumkauer, onder-voor zitter en secretaris van de Nederl.-Amerik. Kamer van Kooph. te Amsterdam; jhr. mr. J. W. G. Boreel v. Hogelanden, jhr. J. P. \V. "van Doorn, burgemeester van Heemstede; de inspecteurs van den landbouw de heeren Kakebeeke en Mauskolt; de inspecteur van den Plantenziektenkundigen dienst, de heer van Poeteren; de xjjkstuinbouwconsulenten ■Bonthuis en Volkersz, de phytopatholoog voor de bollenstreek dr. E. van Slogteren; vertegenwoordigers van den Bond van j Bloembollenhandelaren, leden van de inter nationale jury. onder voorzitterschap van fors. Francis King; de leden van het hoofd- bestuur der Algemesne Vereeniging voor Bloembollencultuur en anderen, tezamen een tachtigtal personen. Bjj het begin van den maaltijd bracht de tafelpresident, de heer Krelage, een dronk uit op de Koningin en de Koninklijke fa- >nSlie, welke door den Prins der Neder landen beantwoord werd. Daarna volgde een toast op de vreemde staatshoofden der Ban tafel vertegenwoordigde naties. Aan het dessert verwelkomde de heer Krelage de Amerikaansche gasten in een Engelsche tafelrede, waarin hij zich aller eerst tot den Amerikaanschen gezant richtte, dien hij een wannen vriend van den Ne- derlandschen tuinbouw noemde. Indien gij niet Amerikaansch gezant in Den Haag waart, zeide spr., zouden wij u gaarne aan het hoofd van den Federal Horticultural poard zien geplaatst (het lichaam, dat de invoerbeperkingen voorstelt en regelt). Verder heette spr. de vertegenwoordi gers van Amerikaansche tuinbouworganisa ties welkom, in het bijzonder mevrouw Fran cis King en den heer Scheepers, aan wie hj) lof toezwaaide voor het werk, door beiden op landbouwkundig gebied verricht. De heer Krelage vestigde er de aan dacht op, dat de Amerikaansche bezoekers gelegenheid hadden gehad zich persoonlijk te overtuigen van d; groote zorgvuldigheid, waarmede de tuinbouv,-cultures overal in Nederland bedreven worden van de voor zorgen ter voorkoming en bestrijding van plantenziekten, zoodat meo praktisch 100 pet. gezonde waar bij invoer in Amerika kan waarborgen. Hij wees op hetgeen 'Amerika bij voortgaande invoerbeperking Zou moeten missen van de vele planten soorten, die de Nederlandsche tuinbouw voor het buitenland kweekte, en hoopte, dat hun bezoek hen zou overtuigen, dat er eeo gemeenschappelijk belang best3at voor den Amerikaanschen consument en den Neder- landschen producent. De tafelrede van den heer Krelage werd allereerst beantwoord door den Amerikaan schen gezant, den heer Richard M. Tobin, die in zijn speech zeide, dat de vriend schapsbetrekkingen tusschen de Vereeoigde Staten en Nederland in werkelijkheid da- .teeren uit de jaren van den onaf hank elijks- porlog, toen de HoIIandsche republiek dier -Üagen en verschillende HoIIandsche zaken lieden de vrijheidsbeweging der Amerikaan sche koloniërs niet alleen mat raad en daad steunden, maar ook met ammunitie, voedsel anderen materieelen steun. He vriend- Bchapsbanden waren de eeuwen door ge bleven, zakeLgke en cultureele banden. Mevr. Francis King sprak als afgevaar digde van de Garden Club of America en bracht een alleraardigste surprise voor de Nederlanders, door in bekoorlijke schroom valligheid in behoorlijk Nederlandsch de warme groeten en betuigingen van sympathie Öer leden over te brengen, die, zooals zij schalks zeide. geheel op het standpunt ston den van de Algemeene Vereeniging inzake de te voeren oppositie tegen de Ameri kaansche belemmeringsbepalingcfi. Haar vrouwelijke en dichterlijke ontboezeming omtrent den algemeenen besckavendeu in vloed, welken de HoIIandsche bloemencultuur over de heole wereld verspreidt, werd met daverend applaus ontvange«L De lange, zakelijke rede van den heer Scheepers werd in 2syn diepste stilte aan gehoord en zijn loftuitingen aan het adres van den heer Krelage en het hoofdbestuur werd met dankbaar applaus onderstreept. In een Duitsche tafelrede richtte de voorzitter zich vervolgens tot de juryleden, aan vie hg dank bracht voor hun arbeid. Na den lieer Hintermeyer uit Argentinië in het bjjzondor bedankt te hebben voor zijn komst, herinnerde spr.' aan de aanne ming van Duitschland als lid van den In ternationalen Bond van Beroepstuinders, als teekeu van het herstel van de betrekkingen in den Europeeschen tuinhandel, die alleen kon bloeien bij internationaal Vrij-ruilver- keer. Het verheugde spr., dat het herstel van de betrekkingen oen uitvloeisel was geweest van de tentoonstelling en dat Ne derland in dezen zrjci plicht had kunnen vervullen. De heer Ramstetter, uit Hannover, voorz. van den Duitschen Bond, antwoordde de jury op deze rede en sprak met groote waar- doering over de HoIIandsche cultuur, waar uit de Duitschers nog leering konden trekken. Vervolgens bracht de voorzitter in het Nederlandsch dank aan zga medewerkers, waarbij in het bijzonder hulde wordt ge bracht aan den heer Voors, den on vermoei den secretaris, en voorts aan de pers. De dronk cp de pers werd beantwoord door den heer Bruna, van het Handelsblad. Nadat de heer Peereboom, lid van het hoofdbestuur der Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur, den voorzitter en zijn medewerkers dank had gebracht voor hun met zoo goed succes bekroonden arbeid voor de tentoonstelling, en de heer Krayen- hoff, jhr. Boreel van Hogelanden ea Van Poeteren een korte toespraak hadden ge houden, en de heer Krelage een'slotwoord had gesproken, begaven de Prins eo tal der aanwezigen zich uaar de sociëteit „Trou Moet Blijcken", waar men nog eenigen tijd in gezellig samenzijn bijeenbleef. Pensioenregeling Spoorwegambtenaren. Verschenen is de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag der Tweede Ka mer over het ontwerpmachtiging tot het aangaan van een overeenkomst met de Maatechappij tot Exploitatie van Staats spoorwegen inzake de pensioenregeling voor haar personeel. Daarin wordt o.m. gezegd. In het stelsel der leden, die de premie voor het eigen pensioen volledig op bet spoorwegpersoneel wenschten te verhalen, zonder zijn financicele positie te vermin deren, zoo niet met een geringe salaris- verhooging volstaan kunnen worden. Er is echter bovendien geen reden thans te gaan afwijken van het sedert tientallen van ja ren gevolgde stelsel, dat strookt met de beginselen van de in 1022 tot stand geko men Rijksregeling. Omwerking van dit stel sel zou ook zeer ongewenschte vertraging veroorzaken in de totstandkoming der re geling. De aangehaalde beschouwing der memo rie van toelichting omtrent dekking van het fondstekort schijnt minder juist te zijn verstaan. Zij beoogde enkel te doen uitko men, dat ook bij dit onderwerp behoort te worden gehandeld naar het gezonde begin-' sel, dat het bedrijf zijn eigen lasten moet dragen en met de vroegere practijk van oploopende tekorten dieet te worden ge broken. Het brengen van gelijkheid in de pen sioenaanspraken van hen, die niet meer tot het spoorwegpersoneel behooren, welko aanspraken in sommige opzichten bij S.S., in andere bij H. S. gunstiger zijn, ligt ge heel buiten de strekking van het ontwerp de aanspraken van dezen "blijven overeen komstig het beginsel, neergeleg-d in art. 82 van het ontwerp, bepaald door het regle ment van het fonds, waarvan zij laatstelijk deelgenoot waren. Afwijking van dit begin sel ten behoeve van de stakers van 1903 zou een ongemotiveerde bevoorrechting zijn van deze ontslagenen boven anderen,"* die vóór het in werking treden der nieuwe pensioenregeling uit den dienst van H. H. werden ontslagen. Aan den aandrang om aan oud-gepen- sionneerden een toeslag op hun tegenwoor dig pensioen te geven, kan niet worden vol daan. Aan het op te richten pensioenfonds kan met de bestemming niet de bestemming worden gegeven om zonder eenige dekking voor de daaruit voortvloeiende lasten, schentingen aan vroeger gepensionb •er- den te doen. Zoodra de nieuwe pensioenregeling voor het spoorwegpersoneel mocht zijn tot stand gekomen, zal worden nagegaan, of en in hoeverre de wachtgeldregeling voor het spoorwegpersoneel mede met het oog op die voor de burgerlijke ambtenaren wijziging behoeft. In de gegeven omstandigheden schijnt het aangewezen, dat de toepassing van een groot deel der wet in handen van de direc tie wordt gelegd onder toezicht vin de ro- geering en mfct medewerking van een com missie van bijstand. In verband met de bijzondere omstandig heden, waaronder een aantal van de oudste spoorwegambtenaren op wachtgeld werd gesteld, zonder kans op herplaatsing, wordt een bepaling voorgesteld volgens welke voor de wachtgelders, die op het tijdstip, waar op zij op wachtgeld werden gesteld, den 55jarigen leeftijd hadden bereikt of over schreden, ook zullen medetellen de jaren, na het in werking treden van de. wet op wachtgeld dqprgebracht. Een nadere nota van wijzigingen is bij do Memorie gevoegd. Uit de Communistische Partij. Wij lezen in „De Tribune" van gister avond het volgende: „Men weet, dat de partij-delegatie, die le Moskou in de HoIIandsche commissie en met het praesidium der Executieve over de HoIIandsche resolutie verhandelde, ten op zichte van de punten omtrent de redactie, de 0Tgani9atie en de Kamerfractie in hun daar gegeven formuleering uitdrukkelijk een voorbehoud maakte. Men weet, dat het partijbestuur bij terug komst der delegatie aan Moskou seinde, de drie aangegeven punten wegens de stabili satie der fraclievorrning onuitvoerbaar te achten, en dat het P.-B. daarom zijn func ties ter beschikking stelde. Men weet, dat het congres der partij niet enkel deze drie punten, maar ook nog een vierde, betreffende de proportioneele verte genwoordiging in het P. B., voor onuitvoer baar verklaarde met het oog op de een heidsfront-politiek en de eenheid der par tij, en daarom het P. B. opdroeg een nader besluit van Moskou te erlangen. En men weet ook, dat de partijs uitdruk kelijk demonstreerde, er niet aan te denken, zich eventueel tegen de definitieve wil eo beslissing der Executieve te zullen verzet ten. Toen het congres achter den rug was, zond het P. B. een telegram aan Moskou met de mededecling terstond een volledig bericht over het congres te zullen zenden. Maar dit telegram werd doorkruist door een telegram van het praesidium der Exe cutieve, luidende: „Eerste mededeeling over het congres ontvangen. Het partijbestuur zwijgt. Als het waar is, dat het besluit der Ëxecuieve Is doorbroken en op do candidalenlijst op de tweede plaats geen lid der minderheid ls genomen, is dat een zware discipline-breuk en de Executieve zal daaruit alle conse quenties trekken. Verzoeke onmiddellijk te legrafische mededecling." Dit werd in den loop van Dinsdag ont vangen 'en zoo kwamen Dinsdagavond eenige te Amsterdam bereikbare leden van het nieuw gekozen P. B. bijeen (ook De Vis ser was er bij) om le beraadslagen wat op het moment te doen stond. Besloten werd het volgende telegram naar Moskou te zenden: „Ontvingen heden een telegram, onder teekend „Praesidium Ekki". Wij hadden reeds na het congres een telegram naar Moskou gezonden, liet P. B. seinde ook de vorige week, dat drie organisatorische voor RECLAME. 8239 ft.V.HALLAN cw&e&LAae- stellen onuitvoerbaar waren en slelde zijn mandaten ter beschikking. Uwerzijds werd niet geantwoord Op het congres was geen gedelegeerde der Execu tieve aanwezig. Een voorstel om Wijnkoop, Van Ravesteijn, Ceton en Brommert uit de leidende posities le verwijderen, werd m:-t 57 tegen 19 stemmen verworpen. liet con gres besloot de politieke onmogelijkheid, thans en hier, van twee richtingen in de leiding, de redactie, de organisatie en een Kamerfractie van twee leden. Daarop wei gerden de leden der minderheid op de can didalenlijst te komen en andere lucties. tiet besluit toch Kamercandidalen le stellen was noodzakelijk omdat nog slechts uiterst wei nig dagen restten. liet congres gat aan liet P. B. de opdracht een nader bestuit van de Executieve te erlangen. Van discipline-breuk dus geen sprake. Indien de Executieve oor deelt, dat toch twee richtingen op de can didalenlijst moeten, is het congres-besluit opgeheven. Dan trekken de ondergeteeken- dtn zich terug uit candidaluren en functies. Rulgers, Vrijdag in Moskou, kan infor maties geven." De Visser heelt dit telegram niet onder teekend.. Waarom niet. blijkt uit zijn hier volgende verklaring d.d. 13 Mei: „Ondergeleekende werd na het congres er van in kennis gesteld, dat de Executieve der Derde Internationale de congresbesliislrg inzake de candidaatstelling voor de Tweede Kamer als een zware disciplinebreuk be schouwt. Wijl hij voor alles de internationale dis cipline wenscht le handhaven en de beslui ten van Moskou metterdaad te doen door voeren, deelt hij hij deze mede, zijn can- didatuur op de door het congres vastgestelde lijst terug te trekken, verzoekt zijn naam van die lijst le schrappen en de bewilligings- verklaring te vernietigen." De partij-bestuursleden, die niet aanwe zig waren, gaven telefonisch hun goedkeu ring aan het zenden van dit dringende te legram. Daarop kwam Vrijdag liet volgende U'e- gram uit Moskou: „Het presidium verwerpt alle ontslag'.e- rningen en staat erop, dat liet besluit der Executieve wordt doorgevoerd." Hierop zou de zaak reeds geëindigd zijn geweest door onmiddellijke opheffing van hot congres-besluit en aftreden van degenen, die meenden onmogelijk langer in leidende functies te kunnen blijven, indien niet op di moment en vertegenwoordiger van de Execulieve contact erlangde van liet P. B. Daarbij werd o.a. vastgesteld, dat de Exe cutieve- de politiek der partij-leiding .ondanks ci itick op onderdooien, niet had afgekeurd, dal men ct op stond, dat de parlijmeerder- heid in de partij-leiding de meerderheid hield 'cn dat er geen sprake van was, dal de Executieve Wijnkoop c.s. weg wiide hebben. Inlusschen kon op het punt van eenheid en onverdeeldheid in de partij-instanties -geen overeenstemming bereikt worden en daarbij bfecf dus de onuitvoerbaarheid der bepaalde punten naar de meening van het 1'. B. als zoodanig beslaan, en konden de na le noemen partijgenooten naar hun mee ning niet anders doen dan het genomen ont slag le handhaven. Als lid van het P. B. bedankten dus de partijgenooten Wijnkoop, Van Ravesteijn, Ceton, Brommert, Sterringa, Slam-Ponsen, Van Burink, Yan Watree en de candidaat- partijliestuurder Petersson, terwijl de leden De Visser en Frederiks en de candidaat-P.- B.cr Van Weizen zich bereid verklaarden te blijven. an de candidalenlijst voor 'de Tweede Kamer trokken zich terujj de pg.n. Wijn koop, Van Ravesteijn, Stam-Ponsen, Peters son en an Burink, terwijl de parlijgen. De Visser en Prederik3 zich bereid ver klaarden hun candidatuur le handhaven. De Indonesische p.g. en de p.g. Klooster, Sehal- ker en Roorda, die ook op de candidalen lijst voorkomen, waren niet aanwezig. Daarop word in overeenstemming met de gedelegeerde der Executieve de volgende candidalenlijst voor de Kamer vastgesteld: De Visser, Seegers, een Indonesisch p.g., Fre deriks, Klooster, Schalker, P.cerda en Van Munster. Men bedenke dus wel, dat de bereidver klaringen van de p.gn. Wijnkoop e.s. om een plaats op de candidalenlijst te aan vaarden daarmede volstrekt vervallen zijn en vernietigd moeten worden. Hierbij is dus voor de pg.n. Wijnkoop, Van Ravesteijn en Ceton althans voof-, loopig een einde gekomen aan de periode, die omstreeks 1899 begon en waarbij strijd voor de proletarische revolutie hen zamen voerde. Wat de leiding der partij betreft, da re dactie cn het organiaalie-hureau, daarover zal op een te houden partij-conferentie ai. Zondag»cen beslissing worden genofnen. H. SI. de Koningin-Moeder heeft het voornemen, zich morgen naar Het Loo begeven. Het gevolg zal bestaan uit 'de hof. dame baronesse Van ïttersum ett den k(- Urt het Engelsch van Baronesse ORCZY. (Geautoriseerde vertaling van A. T. Boek I. De vooravond van den storm. 1) HOOFDSTUK 1. j Een iamilie-zaak. Lord Saye and Selc van het kasteel Broughton cn Squire Brent van Stone Larie waren nog -boezemvrienden toen koning Karei I op den troon kwam. Zij waren sa men op de universiteit geweest, hadden samen een reis over het vasteland gedaan, en waren nog niet begonnen met le twisten over politiek, de rechten van den Koning en die van het Parlement, onwettige belasting, en wal al niet meer. Al deze dingen lagen toen nog in hun windselen. Frofeien zei den, dat de lucht zwaar was; alarmisten voegden er aan toe, dot de zaken niet"zou den doorgaan, zooals zij begonnen waren; cn pessimisten beweerden"; dat vroeg of Laat een vernielende storm zou losbreken over liet sclioonc Engeland, en God alleen wist, wanneer die dan zou eindigen cn welke schade hij zou aanrichten. Maar dat lag nog alles in de toekomst. Lord Saye and Selc stelde er zich nu nog mee tevreden, uiting te geven aan zijn vooruitstrevende denkbeelden, en zijn ouden .vriend een fossiel of een lakei van- den Ko ning te noemen, bijwijze van aardigheid, terwijl Squire Brent dit beantwoordde door zijn vrier.d natuurlijk voor de grap ..een vervloekten verrader" te noemen. Maar ha een heetcn woordenstrijd, waarin geen der partijen er in slaagde de andere le overtuigen, dronken zij samen hun bowl van punch uit en scheidden als de beste vrienden. Lord Saye and Sele was jong getrouwd zijn vrouw was een Temple van Staw en toen zijn eerste zoon geboren werd, noemde hij hem James en zwoer, dat hij zon trouwen met de dochter van den ouden Brent, als deze kruiperige hoveling ooit be sloot te trouwen. Nu wist iedereen in het land, dal, als lord Saye and Sele zijn zin nen op iels gezet had, hij vroeg of taai zijn wil doorzette. En het is zeker, dat hetzelfde jaar dat Jim geboren werd, Squire Brent de dochter van Lame, de wolkoning van Pairford, trouwde, en met haar een zeer groolen bruidsschat kreeg. „Ilem, die heeft, za! gegeven worden", zegt de "Schrift, en daarom kon niemand er aanmerking op ma ken, dat de Squire, die zelf rijk was, een rijke vrouw (rouwde. Lord Saye and Sele was zeker wel de laatste, om deze verordening der Voorzie nigheid af le keuren. Zijn zoon Jim was een flinke, gezonde jongen; eenmaal zou hij burggraaf Saye and Sele zijn, bezitter van oen der oudste adellijke titels in het land; hij zou eigenlar zijn van het kasteel Broughton, dat "dikwijls aan koningen en koninginnen gastvrijheid verleend had; maar hij zou votslrekt geen geld hebben. Aan den anderen kant zou de toekomstige erfgename van Stake Lark uitgebreide goederen in Oxfordshire en Northampton shire bezitten en van haar burgerlijken grootvader een welvoorziene beurs ontvan gen. En ik vraag u, wat wensohelijker kan zijn, dan de verbinding van een ouden naam met een goedgevulde beurs? Maar het is een algemeen ehkend feit in de geheele geschiedenis van bet mensdhe- lijk geslacht, dat de best gevormde plan nen der menschen meer niet dan wel „glad van stapel loopen." En dit was ook hier tiet geval. Squire Brent huwde en werd schal- rijk; maar zijn arme wouw stierf aan de gevolgen van een jachlongeval, voordat zij haar lieer en meesier de toekomstige vrouwe van het kasteel Broughton geschonken had. Lord Saye and Sele was zeer geschokt door deze onvoorziene omstandigheid; hij deelde niet alleen rn het verdriet van zijn vriend; maar hij vond het ook niet aangenaam, dat het noodlot-zoo zijn particuliere plannen in de war stuurde. Hij had er zijn hart op go- zet, dal Jim een rijke erfgename zou trou wen en rijkdom en uitgestrekte goederen hij den familienaar zou voegen, en hij wilde er zeker van zijn, dat deze wensch zoo -gauw mogelijk een voldongen feit zou wor den. De verloving had moeten plaats heb ben zoodra de arfgename geboren was, en het huwelijk zoodra de bruid den leeftijd van dertien jaren bereikt had. Ilij kon er niet aan denken, dat aan zulke wèlover- wogen plannen opeens de bodem zou wor den ingeslagen. Maar het was niet voor niets, dat Lord Saye and Sele den naam had van een man, die wist, wat hij wilde, en altijd zijn zin doorzette. Binnen twaalf maanden na den dood van Vrouwe Brent, had hij zijn ouden vriend, den Squire er van overtuigd, dat eenzaamheid en kinderloosheid zeer slecht voor een man waren, en dat er in Engeland een aantal lieftallige, vrouwelijke kinderen waren dochters .van groote gezinnen, die er meer dan genoeg hadden, welke tr 6lechts op wachten, om wettig aangenomen en met één pennestreek hervormd tc wor den in erfgenamen door eenzame en rijke weduwnaars. Lord Saye and Sele raadde en sprak zoo lang en overredend, praatte zoo veel over hel getrippel van kleine voetjes, die de een zaamheid van Stoke Lark zouden verleven digen, dat Squire Brent zóó ging verlangen naar jong gezelschap, naar iemand, die hem kon opvroolijken, als de oude dag kwam, dat hij begon rond'te zien naar een aanlig kind van het vrouwelijk geslacht uit goeden stand, dat hij aannemen en in den loop van den tijd lot zijn erfgename maken kon. Zijn keus viel op de jongste der vier doch ters van Sir EduaTd Cecil, baron van Put ney en op bruggraaf Wimbledon, die door huwelijk nauw met hem verwant was. De ouder3 hadden inderdaad meer dan genoeg kinderen, cn het zou hun heel moeilijk val len voldoende bruidsschatten voor al hun dochters bijeen le -krijgen; zij waren daar om hoogelijk ingenomen met het groote ge luk, dat hun kleine Barbara Frances, toen nog geen zes maanden oud, ten deel zou vallen. De advocaten werden aan het werk gezet en de acte van aanneming werd behoorlijk opgemaakt en geteekend. De kleine Barbara Frances Cecil werd vblgens de landswet Barbara Frances Brent, de oogappel van haar nieuwen vader, en toen zij anderhalf jaar was, werd zij, zooals het gebruik in dien lijd wa3, verloofd met den Hoogwelge boren James Anthony Fiennes, oud zes en oen half jaar. En den Ssten Juni 1638 huwJ- n zij fn 4» kerk van Hmtnglon; Barbara Francos wa# toen derlien jaar, en haar nieuwe heer (fx meesier in zijn achttiende jaar, HOOFDSTUK II. 1. Da trouwdag. Barbara Frances of Babs, zooals zij door haar vader genoemd werd voelde, dat haar trouwdag de ellendigste dag zou zijn, dien zij in haar leven gehad had. Toen zij wakker werd, voelde zij zich ongeluk kig; een paar uren had zij alles vergeten, want zij had zoo rustig als altijd geslapen, maar toen zij wakker werd, kwam alles weer met zoo'n overstelpende werkelijkheid lenig, dat zij in bed ging zitten huilen, in de hoop, dat de kindermeid nog zou sla pen cn niet zou zien, dat zij huilde. Zij was pas derlien jaar de arme kleine Babs en zij vor.d de gedachte van getrouwd te zijn, afschuwelijk. Zij hield wel van Jim, als hij in een goede bui was, want dan vroeg hij tiaar, om met hem in de bos- sclien rond lo dwalen, en dan liet hij haar zien, waar de grauwe ekster zijn provisie kamer had, of waar de kleine uiltjes juis'. hun grappige, groote, ronde oogen geopend hadden. Jn zulke dagen was Jim heerlijk; hij kende het geluid van eiken vogel en kon altijd nesten vinden. Maar op andere tijden was hij brommig cn stil, sprak urenlang niet, en als hij zijn mond open deed, was liet, om gedichten op te zeggen, die hij 6f uit het hoofd geleerd 'had, 6f die Lij be weerde zelf gemaakt te hebben, wal Babs nooit geloofde. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5