THANS OOK
J. C. VAN DER STEEN &Co„ Pieterskerkgracht18
De Hand met het Litteeken,
No. 19996.
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 19 Mei
Tweede Blad. Anno 1925.
BINNENLAND.
Z.W8TSER
VRAAGT ZE.
Engrcs 8240 Engi*os
Verkrijgbaar bij de Firma
FEUILLETON.
De bloemententoonstelling le Heemstede.
Voor de vierde en laatste maal heeft het
hoofdbestuur der Algemeene Vereeniging
voor Bloemencultuur de leden der inter
nationale jury aan eeo feestmaal vereenigd,
dat in het bijzonder ook aan de afgevaar
digden van Amerikaansche tuinbauwveree-
nigingen werd aangeboden.
Prins Hendrik nam met ajo adjudant,
jbr. von Mühlen, aan den maaltijd deel,
waaraan verder aanzaten de Amerikaansche
gezant, de heer Kichard M. Tobin; de beide
Amerikaansche vice-consuls te Amsterdam,
de heeren Edwards en Doyte; mr. Ever-
wijn en mr. von Baumkauer, onder-voor
zitter en secretaris van de Nederl.-Amerik.
Kamer van Kooph. te Amsterdam; jhr. mr.
J. W. G. Boreel v. Hogelanden, jhr. J. P. \V.
"van Doorn, burgemeester van Heemstede;
de inspecteurs van den landbouw de heeren
Kakebeeke en Mauskolt; de inspecteur van
den Plantenziektenkundigen dienst, de heer
van Poeteren; de xjjkstuinbouwconsulenten
■Bonthuis en Volkersz, de phytopatholoog
voor de bollenstreek dr. E. van Slogteren;
vertegenwoordigers van den Bond van j
Bloembollenhandelaren, leden van de inter
nationale jury. onder voorzitterschap van
fors. Francis King; de leden van het hoofd-
bestuur der Algemesne Vereeniging voor
Bloembollencultuur en anderen, tezamen een
tachtigtal personen.
Bjj het begin van den maaltijd bracht de
tafelpresident, de heer Krelage, een dronk
uit op de Koningin en de Koninklijke fa-
>nSlie, welke door den Prins der Neder
landen beantwoord werd. Daarna volgde
een toast op de vreemde staatshoofden der
Ban tafel vertegenwoordigde naties.
Aan het dessert verwelkomde de heer
Krelage de Amerikaansche gasten in een
Engelsche tafelrede, waarin hij zich aller
eerst tot den Amerikaanschen gezant richtte,
dien hij een wannen vriend van den Ne-
derlandschen tuinbouw noemde. Indien gij
niet Amerikaansch gezant in Den Haag
waart, zeide spr., zouden wij u gaarne aan
het hoofd van den Federal Horticultural
poard zien geplaatst (het lichaam, dat de
invoerbeperkingen voorstelt en regelt).
Verder heette spr. de vertegenwoordi
gers van Amerikaansche tuinbouworganisa
ties welkom, in het bijzonder mevrouw Fran
cis King en den heer Scheepers, aan wie
hj) lof toezwaaide voor het werk, door
beiden op landbouwkundig gebied verricht.
De heer Krelage vestigde er de aan
dacht op, dat de Amerikaansche bezoekers
gelegenheid hadden gehad zich persoonlijk
te overtuigen van d; groote zorgvuldigheid,
waarmede de tuinbouv,-cultures overal in
Nederland bedreven worden van de voor
zorgen ter voorkoming en bestrijding van
plantenziekten, zoodat meo praktisch 100
pet. gezonde waar bij invoer in Amerika
kan waarborgen. Hij wees op hetgeen
'Amerika bij voortgaande invoerbeperking
Zou moeten missen van de vele planten
soorten, die de Nederlandsche tuinbouw voor
het buitenland kweekte, en hoopte, dat
hun bezoek hen zou overtuigen, dat er eeo
gemeenschappelijk belang best3at voor den
Amerikaanschen consument en den Neder-
landschen producent.
De tafelrede van den heer Krelage werd
allereerst beantwoord door den Amerikaan
schen gezant, den heer Richard M. Tobin,
die in zijn speech zeide, dat de vriend
schapsbetrekkingen tusschen de Vereeoigde
Staten en Nederland in werkelijkheid da-
.teeren uit de jaren van den onaf hank elijks-
porlog, toen de HoIIandsche republiek dier
-Üagen en verschillende HoIIandsche zaken
lieden de vrijheidsbeweging der Amerikaan
sche koloniërs niet alleen mat raad en daad
steunden, maar ook met ammunitie, voedsel
anderen materieelen steun. He vriend-
Bchapsbanden waren de eeuwen door ge
bleven, zakeLgke en cultureele banden.
Mevr. Francis King sprak als afgevaar
digde van de Garden Club of America en
bracht een alleraardigste surprise voor de
Nederlanders, door in bekoorlijke schroom
valligheid in behoorlijk Nederlandsch de
warme groeten en betuigingen van sympathie
Öer leden over te brengen, die, zooals zij
schalks zeide. geheel op het standpunt ston
den van de Algemeene Vereeniging inzake
de te voeren oppositie tegen de Ameri
kaansche belemmeringsbepalingcfi. Haar
vrouwelijke en dichterlijke ontboezeming
omtrent den algemeenen besckavendeu in
vloed, welken de HoIIandsche bloemencultuur
over de heole wereld verspreidt, werd met
daverend applaus ontvange«L
De lange, zakelijke rede van den heer
Scheepers werd in 2syn diepste stilte aan
gehoord en zijn loftuitingen aan het adres
van den heer Krelage en het hoofdbestuur
werd met dankbaar applaus onderstreept.
In een Duitsche tafelrede richtte de
voorzitter zich vervolgens tot de juryleden,
aan vie hg dank bracht voor hun arbeid.
Na den lieer Hintermeyer uit Argentinië
in het bjjzondor bedankt te hebben voor
zijn komst, herinnerde spr.' aan de aanne
ming van Duitschland als lid van den In
ternationalen Bond van Beroepstuinders, als
teekeu van het herstel van de betrekkingen
in den Europeeschen tuinhandel, die alleen
kon bloeien bij internationaal Vrij-ruilver-
keer. Het verheugde spr., dat het herstel
van de betrekkingen oen uitvloeisel was
geweest van de tentoonstelling en dat Ne
derland in dezen zrjci plicht had kunnen
vervullen.
De heer Ramstetter, uit Hannover, voorz.
van den Duitschen Bond, antwoordde de jury
op deze rede en sprak met groote waar-
doering over de HoIIandsche cultuur, waar
uit de Duitschers nog leering konden trekken.
Vervolgens bracht de voorzitter in het
Nederlandsch dank aan zga medewerkers,
waarbij in het bijzonder hulde wordt ge
bracht aan den heer Voors, den on vermoei
den secretaris, en voorts aan de pers. De
dronk cp de pers werd beantwoord door
den heer Bruna, van het Handelsblad.
Nadat de heer Peereboom, lid van het
hoofdbestuur der Algemeene Vereeniging
voor Bloembollencultuur, den voorzitter en
zijn medewerkers dank had gebracht voor
hun met zoo goed succes bekroonden arbeid
voor de tentoonstelling, en de heer Krayen-
hoff, jhr. Boreel van Hogelanden ea Van
Poeteren een korte toespraak hadden ge
houden, en de heer Krelage een'slotwoord
had gesproken, begaven de Prins eo tal
der aanwezigen zich uaar de sociëteit „Trou
Moet Blijcken", waar men nog eenigen tijd
in gezellig samenzijn bijeenbleef.
Pensioenregeling Spoorwegambtenaren.
Verschenen is de Memorie van Antwoord
op het Voorloopig Verslag der Tweede Ka
mer over het ontwerpmachtiging tot het
aangaan van een overeenkomst met de
Maatechappij tot Exploitatie van Staats
spoorwegen inzake de pensioenregeling voor
haar personeel. Daarin wordt o.m. gezegd.
In het stelsel der leden, die de premie
voor het eigen pensioen volledig op bet
spoorwegpersoneel wenschten te verhalen,
zonder zijn financicele positie te vermin
deren, zoo niet met een geringe salaris-
verhooging volstaan kunnen worden. Er is
echter bovendien geen reden thans te gaan
afwijken van het sedert tientallen van ja
ren gevolgde stelsel, dat strookt met de
beginselen van de in 1022 tot stand geko
men Rijksregeling. Omwerking van dit stel
sel zou ook zeer ongewenschte vertraging
veroorzaken in de totstandkoming der re
geling.
De aangehaalde beschouwing der memo
rie van toelichting omtrent dekking van
het fondstekort schijnt minder juist te zijn
verstaan. Zij beoogde enkel te doen uitko
men, dat ook bij dit onderwerp behoort te
worden gehandeld naar het gezonde begin-'
sel, dat het bedrijf zijn eigen lasten moet
dragen en met de vroegere practijk van
oploopende tekorten dieet te worden ge
broken.
Het brengen van gelijkheid in de pen
sioenaanspraken van hen, die niet meer tot
het spoorwegpersoneel behooren, welko
aanspraken in sommige opzichten bij S.S.,
in andere bij H. S. gunstiger zijn, ligt ge
heel buiten de strekking van het ontwerp
de aanspraken van dezen "blijven overeen
komstig het beginsel, neergeleg-d in art.
82 van het ontwerp, bepaald door het regle
ment van het fonds, waarvan zij laatstelijk
deelgenoot waren. Afwijking van dit begin
sel ten behoeve van de stakers van 1903
zou een ongemotiveerde bevoorrechting
zijn van deze ontslagenen boven anderen,"*
die vóór het in werking treden der nieuwe
pensioenregeling uit den dienst van H. H.
werden ontslagen.
Aan den aandrang om aan oud-gepen-
sionneerden een toeslag op hun tegenwoor
dig pensioen te geven, kan niet worden vol
daan.
Aan het op te richten pensioenfonds kan
met de bestemming niet de bestemming
worden gegeven om zonder eenige dekking
voor de daaruit voortvloeiende lasten,
schentingen aan vroeger gepensionb •er-
den te doen.
Zoodra de nieuwe pensioenregeling voor
het spoorwegpersoneel mocht zijn tot stand
gekomen, zal worden nagegaan, of en in
hoeverre de wachtgeldregeling voor het
spoorwegpersoneel mede met het oog
op die voor de burgerlijke ambtenaren
wijziging behoeft.
In de gegeven omstandigheden schijnt
het aangewezen, dat de toepassing van een
groot deel der wet in handen van de direc
tie wordt gelegd onder toezicht vin de ro-
geering en mfct medewerking van een com
missie van bijstand.
In verband met de bijzondere omstandig
heden, waaronder een aantal van de oudste
spoorwegambtenaren op wachtgeld werd
gesteld, zonder kans op herplaatsing, wordt
een bepaling voorgesteld volgens welke voor
de wachtgelders, die op het tijdstip, waar
op zij op wachtgeld werden gesteld, den
55jarigen leeftijd hadden bereikt of over
schreden, ook zullen medetellen de jaren,
na het in werking treden van de. wet op
wachtgeld dqprgebracht.
Een nadere nota van wijzigingen is bij
do Memorie gevoegd.
Uit de Communistische Partij.
Wij lezen in „De Tribune" van gister
avond het volgende:
„Men weet, dat de partij-delegatie, die le
Moskou in de HoIIandsche commissie en
met het praesidium der Executieve over de
HoIIandsche resolutie verhandelde, ten op
zichte van de punten omtrent de redactie,
de 0Tgani9atie en de Kamerfractie in hun
daar gegeven formuleering uitdrukkelijk
een voorbehoud maakte.
Men weet, dat het partijbestuur bij terug
komst der delegatie aan Moskou seinde, de
drie aangegeven punten wegens de stabili
satie der fraclievorrning onuitvoerbaar te
achten, en dat het P.-B. daarom zijn func
ties ter beschikking stelde.
Men weet, dat het congres der partij niet
enkel deze drie punten, maar ook nog een
vierde, betreffende de proportioneele verte
genwoordiging in het P. B., voor onuitvoer
baar verklaarde met het oog op de een
heidsfront-politiek en de eenheid der par
tij, en daarom het P. B. opdroeg een nader
besluit van Moskou te erlangen.
En men weet ook, dat de partijs uitdruk
kelijk demonstreerde, er niet aan te denken,
zich eventueel tegen de definitieve wil eo
beslissing der Executieve te zullen verzet
ten.
Toen het congres achter den rug was,
zond het P. B. een telegram aan Moskou
met de mededecling terstond een volledig
bericht over het congres te zullen zenden.
Maar dit telegram werd doorkruist door
een telegram van het praesidium der Exe
cutieve, luidende:
„Eerste mededeeling over het congres
ontvangen. Het partijbestuur zwijgt. Als het
waar is, dat het besluit der Ëxecuieve Is
doorbroken en op do candidalenlijst op de
tweede plaats geen lid der minderheid ls
genomen, is dat een zware discipline-breuk
en de Executieve zal daaruit alle conse
quenties trekken. Verzoeke onmiddellijk te
legrafische mededecling."
Dit werd in den loop van Dinsdag ont
vangen 'en zoo kwamen Dinsdagavond
eenige te Amsterdam bereikbare leden van
het nieuw gekozen P. B. bijeen (ook De Vis
ser was er bij) om le beraadslagen wat op
het moment te doen stond.
Besloten werd het volgende telegram naar
Moskou te zenden:
„Ontvingen heden een telegram, onder
teekend „Praesidium Ekki". Wij hadden
reeds na het congres een telegram naar
Moskou gezonden, liet P. B. seinde ook de
vorige week, dat drie organisatorische voor
RECLAME.
8239
ft.V.HALLAN
cw&e&LAae-
stellen onuitvoerbaar waren en slelde zijn
mandaten ter beschikking.
Uwerzijds werd niet geantwoord Op het
congres was geen gedelegeerde der Execu
tieve aanwezig. Een voorstel om Wijnkoop,
Van Ravesteijn, Ceton en Brommert uit de
leidende posities le verwijderen, werd m:-t
57 tegen 19 stemmen verworpen. liet con
gres besloot de politieke onmogelijkheid,
thans en hier, van twee richtingen in de
leiding, de redactie, de organisatie en een
Kamerfractie van twee leden. Daarop wei
gerden de leden der minderheid op de can
didalenlijst te komen en andere lucties. tiet
besluit toch Kamercandidalen le stellen was
noodzakelijk omdat nog slechts uiterst wei
nig dagen restten. liet congres gat aan liet
P. B. de opdracht een nader bestuit van de
Executieve te erlangen. Van discipline-breuk
dus geen sprake. Indien de Executieve oor
deelt, dat toch twee richtingen op de can
didalenlijst moeten, is het congres-besluit
opgeheven. Dan trekken de ondergeteeken-
dtn zich terug uit candidaluren en functies.
Rulgers, Vrijdag in Moskou, kan infor
maties geven."
De Visser heelt dit telegram niet onder
teekend.. Waarom niet. blijkt uit zijn hier
volgende verklaring d.d. 13 Mei:
„Ondergeleekende werd na het congres er
van in kennis gesteld, dat de Executieve der
Derde Internationale de congresbesliislrg
inzake de candidaatstelling voor de Tweede
Kamer als een zware disciplinebreuk be
schouwt.
Wijl hij voor alles de internationale dis
cipline wenscht le handhaven en de beslui
ten van Moskou metterdaad te doen door
voeren, deelt hij hij deze mede, zijn can-
didatuur op de door het congres vastgestelde
lijst terug te trekken, verzoekt zijn naam
van die lijst le schrappen en de bewilligings-
verklaring te vernietigen."
De partij-bestuursleden, die niet aanwe
zig waren, gaven telefonisch hun goedkeu
ring aan het zenden van dit dringende te
legram.
Daarop kwam Vrijdag liet volgende U'e-
gram uit Moskou:
„Het presidium verwerpt alle ontslag'.e-
rningen en staat erop, dat liet besluit der
Executieve wordt doorgevoerd."
Hierop zou de zaak reeds geëindigd zijn
geweest door onmiddellijke opheffing van
hot congres-besluit en aftreden van degenen,
die meenden onmogelijk langer in leidende
functies te kunnen blijven, indien niet op
di moment en vertegenwoordiger van de
Execulieve contact erlangde van liet P. B.
Daarbij werd o.a. vastgesteld, dat de Exe
cutieve- de politiek der partij-leiding .ondanks
ci itick op onderdooien, niet had afgekeurd,
dal men ct op stond, dat de parlijmeerder-
heid in de partij-leiding de meerderheid
hield 'cn dat er geen sprake van was, dal
de Executieve Wijnkoop c.s. weg wiide
hebben.
Inlusschen kon op het punt van eenheid
en onverdeeldheid in de partij-instanties
-geen overeenstemming bereikt worden en
daarbij bfecf dus de onuitvoerbaarheid der
bepaalde punten naar de meening van het
1'. B. als zoodanig beslaan, en konden de
na le noemen partijgenooten naar hun mee
ning niet anders doen dan het genomen ont
slag le handhaven.
Als lid van het P. B. bedankten dus de
partijgenooten Wijnkoop, Van Ravesteijn,
Ceton, Brommert, Sterringa, Slam-Ponsen,
Van Burink, Yan Watree en de candidaat-
partijliestuurder Petersson, terwijl de leden
De Visser en Frederiks en de candidaat-P.-
B.cr Van Weizen zich bereid verklaarden te
blijven.
an de candidalenlijst voor 'de Tweede
Kamer trokken zich terujj de pg.n. Wijn
koop, Van Ravesteijn, Stam-Ponsen, Peters
son en an Burink, terwijl de parlijgen.
De Visser en Prederik3 zich bereid ver
klaarden hun candidatuur le handhaven. De
Indonesische p.g. en de p.g. Klooster, Sehal-
ker en Roorda, die ook op de candidalen
lijst voorkomen, waren niet aanwezig.
Daarop word in overeenstemming met de
gedelegeerde der Executieve de volgende
candidalenlijst voor de Kamer vastgesteld:
De Visser, Seegers, een Indonesisch p.g., Fre
deriks, Klooster, Schalker, P.cerda en Van
Munster.
Men bedenke dus wel, dat de bereidver
klaringen van de p.gn. Wijnkoop e.s. om
een plaats op de candidalenlijst te aan
vaarden daarmede volstrekt vervallen zijn
en vernietigd moeten worden.
Hierbij is dus voor de pg.n. Wijnkoop,
Van Ravesteijn en Ceton althans voof-,
loopig een einde gekomen aan de periode,
die omstreeks 1899 begon en waarbij
strijd voor de proletarische revolutie hen
zamen voerde.
Wat de leiding der partij betreft, da re
dactie cn het organiaalie-hureau, daarover
zal op een te houden partij-conferentie ai.
Zondag»cen beslissing worden genofnen.
H. SI. de Koningin-Moeder heeft het
voornemen, zich morgen naar Het Loo
begeven. Het gevolg zal bestaan uit 'de hof.
dame baronesse Van ïttersum ett den k(-
Urt het Engelsch van Baronesse ORCZY.
(Geautoriseerde vertaling van A. T.
Boek I. De vooravond van den storm.
1)
HOOFDSTUK 1.
j Een iamilie-zaak.
Lord Saye and Selc van het kasteel
Broughton cn Squire Brent van Stone Larie
waren nog -boezemvrienden toen koning
Karei I op den troon kwam. Zij waren sa
men op de universiteit geweest, hadden
samen een reis over het vasteland gedaan,
en waren nog niet begonnen met le twisten
over politiek, de rechten van den Koning en
die van het Parlement, onwettige belasting,
en wal al niet meer. Al deze dingen lagen
toen nog in hun windselen. Frofeien zei
den, dat de lucht zwaar was; alarmisten
voegden er aan toe, dot de zaken niet"zou
den doorgaan, zooals zij begonnen waren;
cn pessimisten beweerden"; dat vroeg of
Laat een vernielende storm zou losbreken
over liet sclioonc Engeland, en God alleen
wist, wanneer die dan zou eindigen cn
welke schade hij zou aanrichten.
Maar dat lag nog alles in de toekomst.
Lord Saye and Selc stelde er zich nu nog
mee tevreden, uiting te geven aan zijn
vooruitstrevende denkbeelden, en zijn ouden
.vriend een fossiel of een lakei van- den Ko
ning te noemen, bijwijze van aardigheid,
terwijl Squire Brent dit beantwoordde door
zijn vrier.d natuurlijk voor de grap
..een vervloekten verrader" te noemen.
Maar ha een heetcn woordenstrijd, waarin
geen der partijen er in slaagde de andere le
overtuigen, dronken zij samen hun bowl
van punch uit en scheidden als de beste
vrienden.
Lord Saye and Sele was jong getrouwd
zijn vrouw was een Temple van Staw
en toen zijn eerste zoon geboren werd,
noemde hij hem James en zwoer, dat hij
zon trouwen met de dochter van den ouden
Brent, als deze kruiperige hoveling ooit be
sloot te trouwen. Nu wist iedereen in het
land, dal, als lord Saye and Sele zijn zin
nen op iels gezet had, hij vroeg of taai zijn
wil doorzette. En het is zeker, dat hetzelfde
jaar dat Jim geboren werd, Squire Brent de
dochter van Lame, de wolkoning van
Pairford, trouwde, en met haar een zeer
groolen bruidsschat kreeg. „Ilem, die heeft,
za! gegeven worden", zegt de "Schrift, en
daarom kon niemand er aanmerking op ma
ken, dat de Squire, die zelf rijk was, een
rijke vrouw (rouwde.
Lord Saye and Sele was zeker wel de
laatste, om deze verordening der Voorzie
nigheid af le keuren. Zijn zoon Jim was een
flinke, gezonde jongen; eenmaal zou hij
burggraaf Saye and Sele zijn, bezitter van
oen der oudste adellijke titels in het land;
hij zou eigenlar zijn van het kasteel
Broughton, dat "dikwijls aan koningen en
koninginnen gastvrijheid verleend had;
maar hij zou votslrekt geen geld hebben.
Aan den anderen kant zou de toekomstige
erfgename van Stake Lark uitgebreide
goederen in Oxfordshire en Northampton
shire bezitten en van haar burgerlijken
grootvader een welvoorziene beurs ontvan
gen. En ik vraag u, wat wensohelijker kan
zijn, dan de verbinding van een ouden
naam met een goedgevulde beurs?
Maar het is een algemeen ehkend feit in
de geheele geschiedenis van bet mensdhe-
lijk geslacht, dat de best gevormde plan
nen der menschen meer niet dan wel „glad
van stapel loopen." En dit was ook hier tiet
geval. Squire Brent huwde en werd schal-
rijk; maar zijn arme wouw stierf aan de
gevolgen van een jachlongeval, voordat zij
haar lieer en meesier de toekomstige vrouwe
van het kasteel Broughton geschonken had.
Lord Saye and Sele was zeer geschokt door
deze onvoorziene omstandigheid; hij deelde
niet alleen rn het verdriet van zijn vriend;
maar hij vond het ook niet aangenaam, dat
het noodlot-zoo zijn particuliere plannen in
de war stuurde. Hij had er zijn hart op go-
zet, dal Jim een rijke erfgename zou trou
wen en rijkdom en uitgestrekte goederen hij
den familienaar zou voegen, en hij wilde
er zeker van zijn, dat deze wensch zoo
-gauw mogelijk een voldongen feit zou wor
den. De verloving had moeten plaats heb
ben zoodra de arfgename geboren was, en
het huwelijk zoodra de bruid den leeftijd
van dertien jaren bereikt had. Ilij kon er
niet aan denken, dat aan zulke wèlover-
wogen plannen opeens de bodem zou wor
den ingeslagen.
Maar het was niet voor niets, dat Lord
Saye and Sele den naam had van een man,
die wist, wat hij wilde, en altijd zijn zin
doorzette. Binnen twaalf maanden na den
dood van Vrouwe Brent, had hij zijn ouden
vriend, den Squire er van overtuigd, dat
eenzaamheid en kinderloosheid zeer slecht
voor een man waren, en dat er in Engeland
een aantal lieftallige, vrouwelijke kinderen
waren dochters .van groote gezinnen,
die er meer dan genoeg hadden, welke tr
6lechts op wachten, om wettig aangenomen
en met één pennestreek hervormd tc wor
den in erfgenamen door eenzame en rijke
weduwnaars.
Lord Saye and Sele raadde en sprak zoo
lang en overredend, praatte zoo veel over
hel getrippel van kleine voetjes, die de een
zaamheid van Stoke Lark zouden verleven
digen, dat Squire Brent zóó ging verlangen
naar jong gezelschap, naar iemand, die hem
kon opvroolijken, als de oude dag kwam,
dat hij begon rond'te zien naar een aanlig
kind van het vrouwelijk geslacht uit goeden
stand, dat hij aannemen en in den loop van
den tijd lot zijn erfgename maken kon.
Zijn keus viel op de jongste der vier doch
ters van Sir EduaTd Cecil, baron van Put
ney en op bruggraaf Wimbledon, die door
huwelijk nauw met hem verwant was. De
ouder3 hadden inderdaad meer dan genoeg
kinderen, cn het zou hun heel moeilijk val
len voldoende bruidsschatten voor al hun
dochters bijeen le -krijgen; zij waren daar
om hoogelijk ingenomen met het groote ge
luk, dat hun kleine Barbara Frances, toen
nog geen zes maanden oud, ten deel zou
vallen.
De advocaten werden aan het werk gezet
en de acte van aanneming werd behoorlijk
opgemaakt en geteekend. De kleine Barbara
Frances Cecil werd vblgens de landswet
Barbara Frances Brent, de oogappel van
haar nieuwen vader, en toen zij anderhalf
jaar was, werd zij, zooals het gebruik in
dien lijd wa3, verloofd met den Hoogwelge
boren James Anthony Fiennes, oud zes en
oen half jaar.
En den Ssten Juni 1638 huwJ- n zij fn 4»
kerk van Hmtnglon; Barbara Francos wa#
toen derlien jaar, en haar nieuwe heer (fx
meesier in zijn achttiende jaar,
HOOFDSTUK II.
1. Da trouwdag.
Barbara Frances of Babs, zooals zij
door haar vader genoemd werd voelde,
dat haar trouwdag de ellendigste dag zou
zijn, dien zij in haar leven gehad had. Toen
zij wakker werd, voelde zij zich ongeluk
kig; een paar uren had zij alles vergeten,
want zij had zoo rustig als altijd geslapen,
maar toen zij wakker werd, kwam alles
weer met zoo'n overstelpende werkelijkheid
lenig, dat zij in bed ging zitten huilen, in
de hoop, dat de kindermeid nog zou sla
pen cn niet zou zien, dat zij huilde.
Zij was pas derlien jaar de arme
kleine Babs en zij vor.d de gedachte van
getrouwd te zijn, afschuwelijk. Zij hield wel
van Jim, als hij in een goede bui was, want
dan vroeg hij tiaar, om met hem in de bos-
sclien rond lo dwalen, en dan liet hij haar
zien, waar de grauwe ekster zijn provisie
kamer had, of waar de kleine uiltjes juis'.
hun grappige, groote, ronde oogen geopend
hadden. Jn zulke dagen was Jim heerlijk;
hij kende het geluid van eiken vogel en kon
altijd nesten vinden. Maar op andere tijden
was hij brommig cn stil, sprak urenlang
niet, en als hij zijn mond open deed, was
liet, om gedichten op te zeggen, die hij
6f uit het hoofd geleerd 'had, 6f die Lij be
weerde zelf gemaakt te hebben, wal Babs
nooit geloofde.
(Wordt vervolgd).