BINNENLAND. m«n ons allerhoffolijkst ontving, maar ons even hoffelijk den toegang tot do balzaal ontzei, omdat wij niet in smoking of rok waren gekleed. Zelfs; als eenvoudige toe schouwers, die niet aan het bal zouden deelnemen, konden wij niet worden toege laten; de voorschriften ten deze waren zeer gedecideerd en mochten in geen geval overschreden worden. Ons beroep op de omstandigheid, dat wij vreemdelingen wa ren, niet gewend om op een excursie ons smokigkosluum mee te nemen, mocht niet balen; het hotel-personeel, zelf in groot gala gestoken, moest het huisreglement handhaven en menschen in gewone col bertjes buiten de deur houden. Er was niets aan te doen; wij mochten niet binnen, omdat onze dood-simpele Hoi- landsche jasjes, hoe bescheiden en inge togen ook van kleur, liet aspect van de balzaal zouden «chaden. Dit wasrin zeke ren zin een teleurstelling, want bals m de kringen der Engelsclie chique munten uit door bijzonder veel élogante dansen, terwijl buitengewoon veel werk wordt ge- gemaakt van het avond-toilet. Wij hadden er ons alles van voorgesteld, maar bleven smadelijk in de breedc corri dor, waar dikke loopers alle geluid demp ten. Tot de afgewezenen behoorde een Ne- derlandsch Minister en een Commissaris der Koningin, behoorde do heele directie van do „Zeeland" met haar commissaris een; enfin, aan autoriteiten ontbrak heb ons niet alleen mangelde het ons aan een smoking of rok, en er waa natuurlijk geen verhuurmagazijn in do buurt, van waar wij met spoed veertig smokings mo« bijbehoorecde pantalons konden requiree- ren. Met gevoelens van verslagenheid trokken wij ons terug in de hall van het hotel, waar men ons wel de thee wilde serveeren. Die thee verscheen in keurig zilveren kanne tjes met porseleinen kopjes op groote zil veren presenteerbladen, alles volgons do gewoonten vnn het huis, uitermate gedis tingeerd en aangedragen in den deffcigsten vorm. De kellner scheen het echter van wege de Zaterdagavond-dancing zéér druk te hebben, want toen de thee goed en wel binnen was, verzocht hij ons vriendelijk zélf de rest te willen doeninschenken, melk cn suiker laten rondgaan, en wat dies meer zij. Op een Zaterdagavond, als er nog geen bad-seizoen is, verwacht men in Folkestone geen inval van veertig gas ten, die thee verlangen te drinken. Uns viel het grooto voorrecht ten deel, zop nu en dan een van dansen vermoeid paar in de hall te mogen zien, waar do heeren en dames een oogenblik rust kwamen zoeken. Zij zullen er hopelijk niet al .te zeer van geschrokken zijn, dat zij daar een gezel schap vonden met korte jasjes en slappe boordjes. Met dien glimp van het bal moes ten wij ons tevreden stellen, de bewonde ring van een enkel toiletje opvallende door bijzonderen eenvoud van lijn en kleur. Toen het berglandschap op Zondagmor gen door de zon in stralende pracht werd gezet, zijn wij in groote gezelschapsauto mobielen binnendoor naar Sfc.-Margarets- bay gereden Tusschen de hoog-oprijzendo heuvelen heerschte een plechtige stilte langs dc bergwegen liepen slechte enkele landbewonerst dio ter kerke gingen in de kapel van hun gehucht. Af en toe hoorde men in de verte een kerkklok kleppen maar overigens lag heel Kent in dc welda dige rust van een Zondagochtend. Onze auto's klauterden langzaam tegen de heu velhellingen op cn reden behoedzaam, met aanzetting van al de remmen, de glooiingen weder af. In den beginne moest men even wennen aan het op en afrijden van berg hoogten in dit sterk geaccentueerde ter rein, maar de rustige zekerheid, waarmede do chauffeurs de zware wagens bestuurden, en de sterk-getemperde snelheden, waar mee scherpe, smalle bochten werden ge nomen, deden al heel spoedig aflen angst verdwijnen. En weldra zaten alle deelne mers in diepe aandacht verzonkcD, want de vergezichten, die zich telkenmale tus schen do heuvelen openden, verstomden ieder gesprek en zwijgend aanschouwden wij de natuur, die zich hier in ongekende heerlijkheid openbaarde. Tegen do heuvels groote kudden scha pen, die in het zilver-groene gras van de bergweiden liepen to grazenin dc dalen do onder het geboomte grootendeels.ver scholen staande EngeUche landhuisjes, cot tages, van waar men uitzicht heeft over zee, al is die ook ver verwijderd van deze berghellingen. Tal van boerenwoningen in het dal, alg plotseling de weg steil naar beneden loopt en men in een ommezien en kele hoivlerdcn meters lager door valleien rijdt, waar de landbouwer woont, die hier zijn akkers door de omringende heu vels veilig beschermd weet tegen den zee wind. Wat een rust en een stilte in deze dalen! Een waterval'ruischt tusschen de varens, die den landweg omzoomen. Als plotseling liet auto-gedreun doordringt tot de boerenhoeven, waar men op den Zon dagmorgen, zóó ver van de bewoonde we reld, geen verkeer verwacht, verschijnen do bewoners in do deuren hunner ccnzamo hofsteden en wuiven zij de voortijlende auto's na. Wanneer de dreuning in (Ten omtrek is verstorven, is het in het dal weer zoo stil als te vorenop deze verlaten bin nenwegen verwacht men geen» passage meer. Wat van Folkestone naar Dover gaat cn nog verder door in de richting Ramsgate volgt den dirccten grooten verkeersweg, die op uren afstands ligt van de binnenwe gen over en langs de bergen. Ons eindpunt voor den Zondagmorgen was de baai bij St. Margaret, een uur boven Dover, een hoog plateau op dc rotsen, met de volle Noord zee aan hun voet. Dc groote stoomschepen, die het Engelsehc banaal passeeren, gaan hier vrijwel onmiddellijk langs de kust, waar de zee dadelijk haar volle diepte heeft, in opvallende afwijking bij onze stvari den, die men op grooten afstand moet la ten om niet vast te looiden. De zon stond nu hoog aan den hemel, de zee lag schier rimpelloos onder de blauwe lucht, waar witfco wolkgevaarten langzaam-statig door heen voeren, wat tegen de groene rotshel lingen licht en schaduw in wisselend spel bracht. Men had ons op dit hooge plateau eenigc uren van ongestoord genieten moé ten laten maar de tocht vroeg nog méér voor dezen morgen en het commando floot instappen. Men wilde ons op den terugweg langs den zeekant voeren over den magni- fieken heirweg, die van het hoog-gcicgcn St. Margaret eerst naar Dover loopt en van daar in sterke daling naar Folkestone. Juist toen wij Dover passeerden, marcheer de het garnizoen uit met volle muziekde kazerne lag hoog boven ons, een gebouw, dat zeker eenmaal een kasteel moet zijn geweest. Langs do berghelling kwam de troep in marschtcmpo naar beueden, zoo dat de militaire muziek in de hoogte rond om den heuvel schalde, telkens duidelijker en for8cher klinker.do, al naarmate de man schappen daalden. Zij maakten met hun muziekcorps een Zondagmorgen-wandeling in den omtrek. Stel u voor, dat bij ons op Zondagmorgen, zoo tusschen elf en twaalf, het garnizoen uitrukte met muziek aan het hoofder zou vermoedelijk een kleinigheid te doen zijn 1 De „Prinses Juliana" lag op ons te wach ten. Haar beide schoorsteenen bewezen, dat de machines op vollen stoom stonden, gereed om de thuisreis te draaien. Het was in den omtrek van het havenstation niet onbekend gebleven, dat een extra-boot vin de „Zeeland" aan den steiger lag, om op Zondagmorgen weer naar zee te gaan. En zoo deden verscheidene bewoners van het mooie Eogelsche stadje ons uitgeleide op den wal. Toen van de commandobrug „tou wen los" werd bevolen, was de muziekka pel weer aan dok en klonk het Engelsclie volkslied wijd in het rond. Dat bracht het publick op de havenmuur in een geestdrif tige afscheidsstemmijig, en zoo lang de mailboot in 't zicht bleef, zoo lang bleef men op desn Engelschen steiger ons toewui ven. Ook nu weer voer onze boot zoo lang mogelijk onder de kust door, tot boven Margate, waar de rotslijn westelijk om buigt naar de Theems op aan. Toen wei a de gewone route weer opgezocht, loopende langs de lichtschepen EastOoodwin cn San- dettie* tegenover Calais aan de Fransche kust, im welke vaarlijn men vervolgens de Wcsthinder voorbij stoomt. Aan den laatsten maaltijd, die op het promenadedek werd gehouden het was op zee zulk verrukkelijk zomerweer, dat het schip niet de minste deining maakte zijn tal van speeches afgestoken, die een vertolking gaven van de waarachtige ge voelens die men in verschillende landen ten opzichte van de „Zeeland" koestert, waar bij wel heel overtuigend bleek, hoeveel sympathie de Vlissing6cho lijn geniet. In antwoord op deze hartelijke redevocrin- gen verzekerde do heer De Meester, na- mens de commissarissen van de „Zeeland", I dat de maatschappij, die in haar bestaan 1 niet over rozen is gegaan, (niets en niemen dal ongemoeid zal laten om de reputatie, die zij in verschillende werelddeelen ge- niet, te bevestigen. De tijdsomstandighe den laten nog niet toe hoera te roepen, j maar men staat tegenover de werkelijkheid met beide handen gerereed en méér dan ooit is de „Zeeland" bereid eventueele nieuwe moeilijkheden met nieuwen moed te door worstelen, want zij zal zich in iedcren strijd gesteund weten door een breeden vriendenkring en het vertrouwen van het publiek in vele landen, die over Ylissingen hun communicatie met Engeland zoeken. Dat legt de „Zeeland" zware verplichtin gen op, maar zij zal die met blijdschap ver vullen. De mailboot kwam te Ylissingen voor den wal. Het „Wilhelmus" klonk door de haven. Als afscheid van de internationale gasteu daarna het volkslied van ieder land. De Duitsche expresstreinen, die aan het i station op vertrekken stonden, namen de cxcursisten mee naar allo windstreken. Het gouden feest van de „Zeeland" was voorbij. Op den strandboulevard van Ylissingen staat, met het gezicht naar zee, het stand beeld van Michiel Adriaanszoon de Ruy- ter. Met zijn vloot maakte hij ala admiraal het onmogelijke mogelijk. De geschiedenis van de „Zeeland" in de nu verstreken vijf tig jaren doet herhaaldelijk denken aan den geest van dezen grooten zeeheld aan pakken, ondanks alle bedreiging. Wagen desnoods, maar varen tot het bittere eind. Dat is echt Hollandsche durf, die van de Ruyter stamt. Blijve in het nieuw aangebroken tijdperk de energie tot ondernemen, bij de leiding van do „Zeeland" bewaard, zooals zij vijf tig jaren lang onverzwakt gehandhaafd bleef onder verschillende directies. Hier is een nationaal bezit te verdedi gen: een Nederlandsche stoomvaartlijn, die het vasteland met Engeland verbindt. Als alles onmogelijk schijnt, is het in Ylissin gen nóg altoog mogelijk. Dat wordt, van den Ylissingschen strand boulevard toegeroepen aan iedere mailboot, dio uitgaat en binnenkomt. Luctator et Emergit. Een Maatschappij, die vijftig jaren on der deze vlag gevaren heeft, draagt de belofte voor de toekomst in zichzelve. A. O. H, Het aftreden van de Bezuinigings- commissie-Rink. Ven schrijft „van bevoegde zijde" aan „Met UmcMiebest", orgaap van bet Ge nootschap voor zodelijkc volkspolitiek- „Bedriegen wij 0115 niet, dm beeft het altreden van de bezuinigjigscommiiaie-Riak in tvrden kring ontroering en ontstemming, ja verontwaardiging gewekt en ziet 111-u met een zekere spanning de verdere ont wikkeling van dit conflict tosschm Regee- nng en Tweede Kamer te gemoet Ken conflict tusschen Regeering ei Tweede Ka mer, zoo mag en moet men het inderdaad zien. Want het is toch niet aan te nemen, dat een uit vrijwel alle partijen samen gestelds Staatscommissie zal berusten in een houding van de Regeering, die eer op sabotage dan dp medewerking leek. Wat zal er gebeuren? Zal de Tweede Kam-r op een enquête-commissie aandringen en het ruw afgebroken bezuinig.'ngswerk met nieuwe kracht en ru.mjr bevoegdheden aanvangen'/ eirand weet het zeker; men moet°af- wachten. Maar al'zeer omvaar-chjjniiik is, dat dit muisje geen staartje zou hebben. Daartoe is het conflict t9 diepgaand. Boven- diep Joopt het tegen da verkiezingen en iaat do samenwerking tusrehju Regeering en Volksvertegenwoordiging evenals tusschen do partijen onderling sinds lang alles te wenschen over. Nog eens, afwachten is de bocdsch.jp. Lo«^t'jande ligt af opgesloten, dat \.t] de Rsgeermg. wat haar houding tegenover de commissie betreft, niet van schuld kunnen vrijpleiten. Toch geidt ook hier het spreekwoord, dat, waar twee kilven. twee schuld hebben. Ja, op den keper be schouwd, wil ons de schuld der commissie neg heel wat grooter voorkomen, d2ii die dor Regeenng, zocals aan de hand van haar eigen verslagen overtuigend is aan te too.-.en. Do fout der Regeering is vooral dezo geweest, dat zjj de voorstallen der commissie meeotal niet „au serieux" heeft genomen en ze op de gebruikelijke ambtelijke wijze heeft toten afmaken. Een minister is. zooals vanzelf spreekt, zee.- in beslag genomen en moet bij tal van zaken zelko op het kompas van zijn adviseurs. In den regel 13 hier niets tegen. Maar het was een pnneipieele fout deze werkwijze toe te passen op de voorstellen dor 'bezuinioing.s- conimissie-Rink, daar zoodoende de aange vallen ambtenaren rechters in eigen zaak werden en do beschikking kr.g.u over de macht van Ministers en Ministerraad. In Engeland omzeilen de min:.'tors der ...Spending Departments" doze moeilijkheid door de hulp van Financiën voor een enquête in te roepen. Hier te lande is men daar nog ver van af. Dezo beschuldiging van het met-geschapen hetbc-n van een behooriijkcu vorm van ouder- j zoen, ml de Regoering bezwaarlijk kunnen 1 ontz.nuwcn. Aan de bczuiniglngscommissie-Kink kun nen echter nog voel e.njtiger dingen wor den verweten, n.h eon hardnekkig vast houden aan een onhoudbare werkwijze en oen gemis aan takt, ernst en aanpassings vermogen. Deze verwijten zjin ernstig, maar üo gegrondheid kan blijken aan een ieder, dio zich de moe;te neemt, de verslagen der commissie zelf te bestudeeren. Daaruit blijkt duidelijk, dat de commssie het eigenlijke onderzoek geheel heeft over gelaten 3an haar inspecteurs eu zicbzelve atsoluut ami die moeilijke taak is blijven onttrekken. Dezo honing, welke van wei nig ernst en verantwoordelijkheidsbesef ge tuigt, moest haar prestige ondermijnen en verzwakken. Mem vergelijke met dit laks gedoe eens de activiteit en pit der Geiles-commissie f Erger nog is, dut do commissie haar inspecteurs verbood omtrent het resultaat van hunne bevindingen vóór do publicatie niet leidende ambtenaren overleg la pleg.n en, niettegenstaande een desbetreff.nd, van groote bereidwilligheid tot medewerking ge tuigend aanbod van den Minister van Juj,. ie, om een.ge hoofdambtnaren van zijl D.par- tement met de comm.s tie in overleg to doon treden, bjj haar standpunt volhardde, dat rij zich enkel tot ministers had' te vvemten. En het toppunt is, dat de commissie, alhoewel drie reorganisatie-commissies daar reeds aan hot werk waren, haar onderzoek van het hoofdbestuur van het staatsbedrijf der P. T .T. doorzette, alhoewel de Mi nister van Waterstaat op grond van dien tengevolge te vreezen moeilijkheden, drin- gend verzocht daarvan af te zien. Tevergeefs vraagt men zich af, waarom de commissie baai" plan tot dit onderzoek doorzette. Was er geen ander werk? Een massa. Was zS blino voeir het feit, dat deza hardnekkig- hed èn bij de Regecring èn bjj de hoofd ambtenaren van het Staatsbedrijf kwaad bloed moest zetten? Het is niet aan te nemen. Het bovenstaande raakt enkel den for- meelen kant van do zaak, n.h do wijze van oriderzoek. Maar het schijnt, volgens on partijdige deskundigen, die overigens vol lof zijn voor het vele goeds, dat de voorstellen der Commissie (juister gezegd; van haar inspecteurs) bevatten, wet dig»1 ijk vast te staan, dat in die voorstellen ook zier veel grove fouten zijn geslopen. Is het wonder, nu vrijwel alle vooraf gaand overleg met leidende ambtenaren heeft ontbroken? Hoe heeft de Commissie door ecu en ander haar positie verzwakt.': En van hoe weinig zelfkennis en zelfkritiek getuigt haar herhaaldo klacht over gebrek aan medewerking van Regeering en amb tenaren !f Het bovenstaande neemt niet weg, dat in de verslagen der Commissie zeer veel goeds is aan te treffen. Het wil ons zelfc voorkomen, dat de hoofdlijnen van hagi» rapporten zoo goed als steeds getuigen van een juist inzicht en van practisch beset Het geven van grooter zelfstandigheid aan lagere ambtenaren tot het afdoen van min der gewichtige zaken, het tegengaan van Jrompslomp (bjj agendeeren, indiceereo, etc.) van een overbodig groot aantal paragraphic, bet verzet tegen expansie-zucht van chefs, het vormen van nieuwe afdeelingen, het bevorderen, zonder dat moeilijker werk kan worden opgedragen, het verde digen van een eenvoudiger formatie met een geringer aantal rangen etc. etc. rijn ideeën van groote betc-ekenis voor een zui nige: en efficiënter Staatsdienst. Ongetwij feld heeft de Comm'ssie tal van malen den vinger op de wonde gelegd: En daarom betreuren wij het te meer, dat zij, door gemis van energie en takt, de vruchten vnn haren arbeid zoo zelden heeft kannen plakken en moest aftreden tengevolge van een in hoofdzaak door haar eigen fouten veroorzaakt conflict. Het staat al zoo goea als vast, dat dit aftreden een gevolg is van de door de Commissie bij haar plan tot onderzoek van het hoofdbestuur aan genomen houding, waarbij zij, met negeering van het behoorlijk geargumenteerd verzoek van den verantwoordelijken Minister, haar onderzoek toch doorzette. En juist in haar rapport over het lioold- bestuur moeten zeer veel fouten voorkomen, hetgeen het conflict nog verscherpte. Het spreekt vanzelf, dat er in ambtc.ijke kringen over het algemeen vreugde heerscht over het ontslag der Commissie. Wij dragen er leed over. Dit leed kan echter in vreugde veranderen, als do Staten-Geperaal eon nieuwe bezuinigings-commissie in het leven roepen, die de fouten vaif haar voorgangster veimr(dt en op het vele goeds, door haar verricht, voortbouwt. Ook daarom 13 al- wachten het parool." Toelagen aan onderwijzers. Blijkens het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp tm hot verleenen van toelagen aan hoofden, onderwijzers en onderwijzeressen, die in het tijdvak van 1 Januari 1920 tot en met 31 December 1921 werkzaam zijn geweest aan eeno openbare of bijzondere leerschool, die als eenigc leerschool was verbonden aan een gemeentelijke uf bijzondere kweek school voor onderwijzers en (of) onderwijze ressen, cn toekenning van bevoegdheid aan gemeenteraden en besturen van bijzondere leerscholen tot het verleenen van zoodanige toelagen, hadden vcrscheidenen leden be zwaar tegen dat ontwerp. Zij achtten deze toelagen voor personen, die in de afgcloo- pen jaren een behoorlijk traktement hebben genoten, niet noodig en vei\vonderdcn er zich over, dat nu extra toelagen overal wor den afgeschaft, deze bij dit ontwerp weer met ruime hand beschikbaar worden gcste.d Deze ledtin zagen hierin een uiting van een tot het uiterste doorgedreven gelijkheids- gedachte. Andere leden betuigden hun instemming met het ontwerp. Zij zagen hierin bet her- stel van een destijds begane onbillijkheid. Verscheidene leden waren van oordeel, dat dit ontwerja zich niet had moeten 1e- palen tot de leerkrachten, werkzaam aan een school, die als eenige leerschool verbon den is aan een kweekschool, maar toepaste lijk zou moeten zijn op de leerkrachten aan alle scholen, waaraan kweekelingen prae- tisebe opleiding genoten. Deze leden dron gen er op aan, deze beperking in bet ont werp tc schrappen; in dat geval zou het-be drag van de toelage kunnen worden vcr^ minderd, teneinde Ce voorkomen, dat het totaal der kosten tc zeer zou worden ver hoogd. Andere leden konden zich echter met üo voorgestelde beperking wel vereenigen. Sommige leden zouden gaarne zien, dat de besturen van gemeenten en scholen bij de uitbetaling van de toelagen niet werden uitgeschakeld. Nog werd gevraagd, wat zal geschieden, wanneer een schoolbestuur wel aan boven tallige onderwijzers een toelage toekent cn het gemeentebestuur niet. Ten slotte werd gevraagd, of de peusi oengrondslagen over do jaren 1920-192i, dan wel die over de jaren 1925-1929 werden verhoogd. In het eerste geval zullen de toe lagen over dc jaren 1929-1922 prcmievrij moeten zijn. Wijziging van het Reglement van Orde. De heer Dresselhuys c.s. beert bij de Tweede Kamer een voorstel ingediend tot wijziging van liet Reglement van Orde deT Kamer. Na er op gewezen le hebben, dal hel ge wone afdeclingsondcrzoek hoe langer hoe minder bevredigend heelt gewerkt, vooral ten gevolge van den steeds toencmenden omvang van de werkzaamheden der Ka-mer, merken de voorstellers op, dat hel Regle ment van Orue in art. óf de mogelijkheid open laat tol hel instellen voor den duur van een zitting van vaste commission voor liet onderzoek van tot zekere groep van on derwerpen behoorende wetsontwerpen. D? voorstellers zijn van oordeel, dat met deze commission in de volgende zitting een proet zou kunnen worden genomen, zij hel aan vankelijk nog slechte op bescheiden schaal. Hierover zou de Kamer bij den aanvang der zitting een beslissing moeten nemen. Daarvoor is het noodig, dat de bepalingen in het Reglement van Orde belrelf radende vaste commissic-n enkele wijzigingen onder gaan, welke thans aan de Kamer worden voorgesteld. De aandacht wordt er ech.er op gevestigd, dat daarmede over het instel len zeil van vaste commission nog nuts wordt beslist. Hiervoor wordt een nader be sluit der Kamer veraisclit, dat, zooais v/orut voorgesteld, slechts voor één zitting zat gel- ^Dc voorgestelde wijziging strekt hcofdzi- kelijk, om in plaats van J~ bepalingen be treffende de commissie van voorbereiding die betreftende de bijzondere commissies op het instituut der vaste commissies van toepassing le verklaren. Tegenover de uitsluiting van het afdee- lingscraderzoek, welke de toepass.Ujkheid van de bepalingen betreffende de DijzoudeTC oommissie medebrengt, staat de mogelijk heid dat de leden der Kamer, dre in het onderwerp belangstellen, de vergaderingen der vaste commissie kannen bijwonen en schriftelijk opmerkingen kunnen inzenden. Het aantal leden eener vaste commissie ware op zeven te bepalen, waardoor weer gelegenheid ontslaat bij de benoeming mei verschillende richtingen in de Kamer reke ning te houden. Voorts wordt voorgesteld, dat voor het verzenden van eoa wetsont werp naar een vaste commissie telkenmale een besluit der centrale afdeeling wordt ver- eischt, waartegen ieder lid der Kamer kaa opkomen. De gelegenheid blijft das bestaan om wetsontwerpen behoorende tot een groep, waarvoor een vaste commissie is in gesteld, om bijzondere redenen naar de af deelingen naar een commissie van voorbe reiding of naar een bijzondere commissie te verzenden. Pensioenwet voor de vrijwilligers bij den landstcim. In de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer nopens de Pensioenwet voor de vrijwilligers bij den landstorm betoogt de Regeering, dat er bij haar bezwaar legen bestaat om de mogelijkheid te opfenen, dat tal van landstorm-vrijwilligers, die feitelijk nimmer actieven militairen drenst hebben verricht, ter zake van hun verbintenis bij den Vrijwilligen Landstorm alsnog een pensioen zouden deelachtig woTden. Het Jigt niet hi de bedoeling van het wetsontwerp om gcrensionneerdc mililairen van Jand- en zeemacht of van de koloniale troepen uilsluitend lor zake van hun latere verbintenis bij den landstorm, thans op nieuw te pensionneeren. Alleen, wanneer zij van zoodanige verbintenis zijn or. the ven wegens in en door den dienst verkregen ongeschiktheid, komen zij voor pensioen volgens deze wet in aanmerking, met dien verstande, dat het ontslag bij den landstorm moet zijn ingegaan op of na 1 Janauri 1918. De memorie gaat vergezeld van een nota yan wijzigingen, waarbij o.a. de datum van ingang nader wordt voorgesteld op l Juli 1925. Het koninklijk bezoek te Amsterdam. Doordat dc Koninklijke Familie ditmaal bij haar jaarlijksch officieel bezoek aan de hoofdstad niet 's morgens aankwam, maar in den laten namiddag, toen kantoren en werkplaatsen uitgingen, en aan het Cen traal Station massa's reizigers werden aan. gebracht, was er thans opmerkelijk meet publiek. Van het Stationsplein tot den Dam stopden de menschen in dichte hagen. Alom wapperde dc driekleur Velen hadden zich getooid met oranje. Lang te voren had een grooto menigte zich op den Dam verzameld en toonde be langstelling in het bronzen met gouden franje afgezette baldakijn voor het Paleis, waardoor de Koninklijke Familie zich haar binnen zou begeven. Een compagnie mari niers, onder commando van kapitein Spie- gelberg, kwam aanmarchcercn. voorafge gaan door de Marinekapel. Precies op den bepaalden tijd, 1e 6 u. 27, kwam de Koninklijke trein langzaam ondez! de overkapping van het station binnen en stond stil voor de Koninklijke wachtkamer. Hier waren ter ontvangst aanwezig bur gemeester W. de Vlugt, de Commissaris der Koningin in Noord-Holland, jhr. mr. dr. A. Róeil, generaal Fortanicr, commandant in de IVc Militaire Afdeeling, kolonel Greeve, ondercommandant der Maripc, rar. Van Maancn, directeur van do Noder- laudsche Spoorwegen, de heer Marcusse, hoofd-commissaris van politie, cn de sta tionschef de heer Muller. Nadat de burgemeester de Koningin, den Prims en Prinses begroet had, namens do burgerij, cn de vorstelijke personen rich met de aanwezige autoriteiten hadden on derhouden, begaven zij zich in do met pal men cn bloemen versierde Koninklijke wachtkamer. Hier bood jongejuffrouw Net ty von Fry tag Drabbe de Koningin eeix ruiker paarse orchideën aaneen andCtf dochtertje van den nieuwen wethouder, Johanna, vereerde Prinses Juliana eon rui ker van gele orchideën. De Koningin droeg een langen mauve- kleurigen mantel met hoed in dezelfde kleur; Prinses Juliana een wit mantelkos^ tuum met witten hoedPrins Hendrik was gekleed in admiraalsuniform. Op het Stationsplein stond een eerewacht van huzaren opgesteld, dio de militaire eerbewijzen verrichtte, en daarna, toen de Koninklijke familie en het gevolg in de open hofkoetsen hadden plaats genomen, het eere-eskorte vormden. Naast het Ko ninklijk rijtuig reed do commandant, rit^ meester baron Crcutz. Langs den kortsten weg naar het Paleis, op het Damrak en op den Dam, viel de Koningin, den Prins en de Prinses een zeer hartelijke verwelkoming te beurt van de zijde van het publiek. Zelfs op de daken stond het propvol Toen de stoet van het Damrak den Dam opzwenkte, hief do Marine-kapel het „Wil helmus" aan, hetwelk het Paleis-carillon overnam. Toen de eerewacht do eerbewijzen ver^ richt, en de Koningin haar geïnspecteerd had, begaf zij zich met den Prins en de Prinses en het gevolg in het Paleis, om eenigc oogenblikken later op bet balkon te verschijnen. Minuten lang houden de toejuichingen aan naar alle kanten wuiJ vend dankte de Koningin voor Uet hulde betoon van dc bevolking dor hoofdstad. Daarna begaven de vorstelijke personen sich naar binnen de menigte werd toege laten tot het verhoogde voetpad voor de kleine steentjes. Naar het „Ilaagsche Volk" mei dl, Is aan* liet lagere personeel der recherche ill Den Haag een exaiben afgenomen om 4e eventueele geschiktheid voor den opspo ringsdienst bij dc politie vast te stellen. 21 Rechercheurs werden ongeschikt geacht; zij U-orden met ingang van Zaterdag ont slagen en bij den straatdienst onderge bracht. Onder hen zijn reohercheurs met 20-jarige praclijk. Zij worden vervangen door nieuw, goeddeels jonger personeel. Bij Kon. besluit is aan N. L. M. Til-» mans, op zijn verzoek, ontslag verleend alS burgemeester van Benn broek; is aan E- Kingma, op zijn verzoek, met ingang van den dag, waarop zijn opvolger als notaris te Borculo zal zijn beëedigd, eervol ontslag

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 6