J. C. VAN DER STEEN Co., Pieterskerkgracht 18 HET NOODLOTTIGE GAS CENTS 5 VRAAGT STEEDS DE No. 19991. LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 13 Mei Tweede Blad. Anno 1925. Het 50 Jarig bestaan van „De Zeeland" DE ZWITSERS. KWALITEITSreep EsigrcBS 7940 Engros Verkrijgbaar bij de Firma FEUILLETON. 7 HL. De tocht door Walcheren, het dal tnsschen de deinen. Zang en dans. Wij reden in hoogst moderne gezelschaps- auto's, wagens, waar men gemakkelijk der tig passagiers in mee neemt. Zoo gingen wij in een stoet van zeven auto's. Op dien smalten stillen weg, die van Vlissingen voert naar Koudekcrke; een weg, waarlangs de boomen. in hun top een koe pel vomen, die den stTaatweg overhuift, in de stilte van dien zonnlgen Zaterdag ochtend was er In ons verzet teg-.n het ge ronk van al die motoren, wier gerikketik de stemming van het land verstoorde, het land, dat aan de binnenzij der duinen om- ploegd lag in het voorjaarsvervrachten en waarhoven heele vluchten van leeuweriken hun juichenden morgenzang kwinkeleer den. Ons schoot te binnen, wat dr. Rilter eens van Zeeland scheef: „Het is een we reld op zichzelf, van ons gescheiden door de wijde eenzaamheden van zeeën, waarin de eenzame hemel vervloeit, van ged-wille stranden, die ven-loeien in de traag-uit- kabbelende golven. Gij gaat er lieen om de eenzaamheid terug te vinden, de eenzaam heden van het landschap en de eenzaam heden van uw eigen ziel. Omgeven door de wijde ruimten, waar alleen de Hemel Souverein is en de Zee, ligt Zeeland daar als aan het eind der aarde, een beeld van levend verleden met zijn vreemde oude aleden, met zijn witte dorpen, waar de kleu rige menschjes bewegen als voor eeuwen". Wij hadden die vreemdelingen in óns mid den, moeten rijden in een stoet van kleuri ge ZeeuwTSC'lie hiiifwagens, de strakgespan nen witte ronde kap over de groene kar, dde dfr veeren ligt, deze wagentjes getrokken door de glimmende groote paarden, wier koppen schuil gaan in de zware manen. Dan zou over het land de regelmatige stap hebben geklonken op het steenen paadje in het midden dezer landwegen en zou de stilte dezer bezaaide velden zijn geëerbie digd. Zóó hadden wij den Duilscher en den Zweed Zeeland moeten laten zien! Maar een dergelijke rit is voor een excursie de>zor tijden uit den booze. En, toegegeven er zou een dag voor noodig zijn geweest, en ons waren slechts enkele uren gegeven. Dan klimt de moderne mensch in een ampliithc- atexs-gewijs oploopenden auto, zóó lang van bodem, dat het onderstel op zes wielen steunt en een motor van locomotief-capa citeit wordt aangezet om het reuzen-ge vaarte, dat vanwege de reclame vuur-rood is geschilderd, in gang te brengen. En ge prezen zij deze uitvinding onzer eeuw, want een gezelschap van 150 personen wordt in drie uur rondgetoerd van Vlissingen over Weslkapelle naar Domburg en van daar over Serooskerke weer naar Middelburg en via Oo^f-enWest-Soeburg wc maar VihsLn- gen tc-iug. In een Zecuwsohe huifkar zoud.m daar zeker tien uur mee gemoeid zijn geweest. De rit ging dan eerst naar Koudekerke; hier werd door de boeren van het dorp een ringrijderij gehouden, een volksarau9e- ment, dat voor de Engelschen en de Duit se hers natuurlijk volkomen vreemd was en op hen, ook al door de schilderachtige kleedij van de boenen en boerinnen, een bijzonderen indruk maakte. Hoeveel kieken er van het kerkpleintje in Koudekerke ge maakt zijn in die twintig minuten, dat wij er stil hielden, is niet te schattenI Van Koudekerke naar Biggekerke, langs groene hagen, waarachber de hofsteden schuil gaan. Toen langs den duinrand naar Zoutelande, waar de dorpsstraat niet berekend is op auto's met zes wielen, en de chauffeurs al hun stuurmanskunst moesten aanwenden orn tueschen de huisjes door te 9chuiven. Wat een kabaal van die zeven toeterende -wagens, die het aandurfden om de plech tige stilte van dit kleinste dorpje in Neder land te-verbreken. Van Zoutelande naar Westkapelle en daar den Zeedijk op naar Domburg. Tweede halte in den tocht. In het badhotel, dat er nog niet aan denkt z'n deuren voor het zomerseizoen te openen, en waar dan ook nog de rust van den win ter hing, wachtte ons een conce.t, gegeven door het Zuid-Bevelandscue (gem?ngde) koor; in de cetmal op het duin, met een schitterend uitzicht op de volle Noordzee, stonden veertig boeren en boerinnen uit het land van Goes. Zij vormen eeo koor in den trant van de Wognummers; en zij zjj'n stellig een heel eind op weg am dit helaas op geheven koor te ovenaren. Wat keken de buitenlanders hun oogea uit aan de Zuid- Beveïandsclie kleedij, die vooral domineert in de hoofdkap der boerinnen. Dit koor uit het Goessche land zong Hollaudsche en Engelsche liedjes, vier-stemmig. Enkele He- deren gezongen door de vrouwen, waarbij de mannen met z.g. bromstemmen accom pagneerden. Een onzer collega's uit München verklaarde, dat hij zeldzaam verrast was door de hooge sopranen en byzoodar zware bassen en toog er onmiddellijk: op uit om bij den dirigent, een eenvoudigen Zeeuw- sciten boer, te informeeren hoe deze dit woader-mooie ensemble Ml bij elkaar ge kregen en welke opleiding deze zmagers genoten hadden. Wig hebben eonig vermoeden, dat de veirassing van den Mücchener journalist tot het allerhoogste zal zija gestegen, toen hij yernara, dat bij dit Zuid-Bevelandsch koor geen conservatorium, geen muziekschool en geen speciale lessen aan huis, op de nofstee, zijn te pos gekomen. Het was alleraord gst, om te zien welke emotie bij de Engelschen werd gaande gemaakt, toen bet koor, na dat drie Hollandsche liederen geao; gen wa- ren, plotseling een bekend wiegeliedje in hot Engelsck aanhief, en dit zong mei een gemakkelijkheid van uitspraak alsof het den boeren en boerinnetjes "om hef even was, Hollandsch of EngeLsch te zingen. Het koor haa'een ware ovatie in ontvangst tö nemen; bet geestdriftig applaus wilde niet tot be daren komen. Het oorspronkelijke plan was, dat er vjjf keer"zou worden gezongen, maar ten slotte Zijn bet wel negen lie deren geworden, die daar Zaterdagmorgen door het stille badhuis van Domburg klon ken. En na afloop het hooge duin op voor de photografenf En voor bioscopen- opnamen. Er hielp niets aan. men moest het koor nog éénmaal hooreo. En togen een duinheuvel opgesteld, zongen de ^uid-Bevelanders het Zoeuwsche Volks lied, zóó enthusiast en zóó schallend, dat het van de duinen de stille verlaten straatjes van Domburg meet hebben ingeklonken, want over allo duinpaadjes kwamjiT do inwoners naar zee toe. Da excursie-leiders waren echter mannen van deldok en mot horfoges in do band, werd er voor gewaakt, dat nergens ook maar éên enkele midgut ver- i leren gang en zoo werd precies op het uur van twaalf „vertrekken" geblazen. I De roode autotrein slingerde weldra Langs Westhoven, door Oost-Kapelle en Seroos- kerken naar Middelburg, waar eerst alle i singels werden omgereden, om vervolgens I het eigenlijke stadje- binnen te trekken, i In de Abdij, op hel geheel omsloten Abdij- plein, waar in de hooge boomen ontelbare j duiven koeren, werden door klein boertjes i en boerinnetjes (allemaal op blank-gp- I sciliuair.de klompjes), zoo van tien tot 1G jaar, I boerendansen uitgevoerd, op de maat van een strijkorkest, dat verscholen zat achter palmen en heesters, en dus niet le zien was door de toeschouwers. Men had van het rustige Abdijplein voor deze dansen den hoek gekozen bij de ambtswoning van den Commissaris" der Koningin, wiens familie voor de geopende ramen het schouwspel gade sloeg. Men liet de boerenjeugd ver schillende eenvoudige dansen en dansrijen uitvoeren, zooals die ook nu nog wel in bet Zeeuwsohe land op de boe renh oefs te den steden worden gedanst bij bijzondere fees telijkheden. Nu wil het toeval, dat voor ail deze dansen allerbekoorlijkste melodieën geschreven zijn, en alleen het luisteren j naar die dansmuziek is reeds een genot op zichzehf. Men had voor de uitvoering der j dansen natuurlijk boertjes en boerinnetjes I uitgekozen met slenk ihylhmisch gevoel; zij I zelf hadden verbazend veel schik in hun bewegingen en deden hun uiterste best om zoo gracieuzelijk mogelijk met elkander in paren of wel groepen, le dansen. De buiten landers in ons gezelschap stonden eenvou dig pafeerst due verrassing van een Zeeuw sohe ringrijderij in Koudekerke daarna dat indrukwekkende koorgezang op Dom burg. hoog boven de zee en nu in de schilderachtig? Abdij van Middelburg deze boerendansen in kleederdracht op muziek, die zoo beminnelijk was en eenvoudig wat al schoonheid in deze enkele uren. wat al rijkdom in de natuur en welk een poëzie onder het volk van dit land!! Van uit de Abdij Middelburg weer verla ten langs den Stationsweg, den ouden steen weg op naar Oost- en West-Souburg, de kleine dorpjes gelegen aan den anderen kant van het eiland, geheel in het Oostelijk deel, Daarmee werd het Iaal9le traject van de excursie op IIoHandsch grondgebied af gelegd. De rit ging nu naaT Vlissingen, waar achter het slation in de haven een extra-mailboot van de „Zeeland" aan de touwen lag, de „Prinses Juliana", die de deolnemcrs zou meenemen, de fcee over, naar Folkestone. De gewone maildienst was een halfuur eerder vertrokken, thans volgdo de extra-dienst als feestbcol, lol in de hoog ste topmasten gépayoiseerd met de vlaggen van de voornaamste landen. Toen de eerste excursisten langs de wallrap op de mailboot kwamen, hiel de muziekkapel, die aan boord was, de volksliederen aan: liet Wil helmus", gevolgd door de Duitstfhe, Engel- soke, Fransclie en Zweodschc hymnen. Dat was alweer een verrassing! Niemand, die er op bedacht was. En aUe liederen werd met ontbloot hoofd meegezongen, óók door de vele Vlissingers, die naar den ponton waren gekomen om van het vertrek der boot getuigen te zijn. Op den wal stonden verder de bemanningen van de in Vlissin gen gc9lalk>runeerdc oorlogsschepen, het per soneel van de andere in de liaven/gemeerde booten, het personeel van liet station-Vlis- sLogen, de beambten van de douane, ia één woord, op de groote steigers zag men een talrijke menigte bijeen, die de mailboot een goede reis kwam toe-roepen. Even na tweeën ging de „Prins Juliana" onder bevel van den oudsten kapitein van de „Zeeland", den-heer Ree, van wal. De muziek op liet promenade-dek speelde het „Wien Neerlandsch Bloed" en honderden hoeden en zakdoeken wuifden de wegglij dende boot de groeten van 't vaste land toe. De excursie zou verder in Engeland wor den voortgezet, lusschen Folkestone, Dover, Ramsgate en St.-Margaret'9 Bay. Onze builenlandsche collega's raakten ge durende de zeereis niet uitgepraat over den auto-tocht van Zaterdagmorgen. Het bezoek aan Heemstede hadden zij zeer interessant gevonden, maar de rit door Walcheren ging vér boven alles uit. Er waren ook Hollandsche journalisten, die in deze bewondering deelden en royaal erkenden, dat zij niet geweten hadden, dat Walcheren zóó mooi was. Er waren er, die thans voor het eerst in Zeeland kwamen, en het tot dusver niet verder hadden ge bracht dan Roosendaal, dat zijpasseerden op een internationale reis. Het is wel merkwaardig, dat.men de Ve- luwe kent, al woont men er uren sporens vandaan; even merkwaardig, dat men óók Limburg kent, al woont men desnoods in Den Helder of Harlingen. Maar aan Zee land i9 men nooit toegekomen Dat noemt men „ook zoo ver gelegen" al spoort men met genoegen een halven dag langer om in Limburg te komen. Zeeland schijnt voor velen een vergeten provincie te zijn, een landstreek, waar men dood-loopt en dus niet zoo gauw naar toe gaat. Zeeland, dat is zoo iets als de eenzaamheid. En de een zaamheid is heden ten dage voor velen een gruwel. Als het niet minstens de Scheve- ningsche seizoendrukte is, of iets, wat daar heel veel op lijkt, dan is het onmiddellijk geschrapt als vervelend, naargeestig, dood. Een Hollandsch journalist, die Zaterdag voor het eerst Iets van Walcheren zag. In vogelvlucht nog maar en nog slechts zéér ten deele (Valkenisse werd niet aangedaan, ook Vrouwepoldcr niet, noch Veere, Ritthem overgeslagen en mèt Ritthem nog eenige andere punten) verklaarde, dat deze tocht voor hem een „openbaring" was geweest, die hem stil had gemaakt; beschamend en verlangend. Verlangend om in Zeeland eens rustig te dwalen ,zoo in vacantie-9temming, wat zou een verblijf op Walcheren, zoo te gen de duinen aan, bezinking brengen en weldadige kalmte, vooral voor levens, waar in het dagelijksche rumoer en 's werelds RECLAME. 799* N.V.HÖLLANW CHOCOLADE - F, ïjdelhedon lot het hoogste punt zijn opge klommen. Deze tocht een openbaring van wonderlijke pracht en van aanbiddelijke stille. Na zes uur varens de zon begon te dalen naderden wij de Engelsche ku3t. Toen de krijtrotsen van uit zee oprezen en allen aan dek werden geroepen, om van dit onbeschrijflijk-mooie panorama le genieten hier en daar een groene vallei lusschen de grijze bergen, waarop het avondlicht glansde zette de muziek het Engelsche volkslied in. Het eerste wellekom! Ter wille van de vele vreemdelingen aan boord werd eerst regelrecht op Ramsgate aangevaren, om daarna le draaien en van daar de kust te volgen lot Folkestone, langs Dover. Het was zonsondergang geworden: Het welig licht was afgekomen En lei zich aan de kim le rust. De groote zee begon le droomen En spoelde heur rozeroode zoomen Over de stil vergulde kust. wmmim. Aanvulling van de Kieswet. Blijkens het voorloopig verslag over het wetsontwerp tot aanvulling van de Kieswet juichten verscheidene leden de indiening van het ontwerp toe. Sommige leden, die op z'chzolf t gen het ontwerp geen bezwaar haddon, verklaarden hun stem niet vóór dat ontwerp to kunnen uitbrengen, indien daaruit niet de bepaling dat men zich na de stemming nog op gewetensbezwaren kan beroepen, zou wor den geschrapt. Deze bepaling kan en zal aanleiding geven tot het voorwenden van gewetensbezwaren door hen, die io werkelijk heid zoodanige bezwaren niet hebben. Vele andere feden verklaarden de nood zakelijkheid van do voorgestelde aanvulling niet te kunnen inzien. Zg konden zich be- grgpen, dat wat gewetensbezwaren hoeft tegen heit stemmen, maar gewetensbezwaren tegen het zich begeven naar het stemlokaal en het weigetren van een stembiljet in de dtaarvoor bestaande bus achtten zg niet be staanbaar. Intusschen verklaarden een aan tal der hierbedoelde loden wel aan de tot standkoming van de voorgestelde regeling te willen medewerken. Verscheidene leden hadden bezwaar tegen de beperking van de redenen voor vrijstelling bot godsdienstige bezwaren. Deze leden meen den, dat ook de bezwaren van politieken aard (b|jv. van anarchisten) tot vrijstelling moeten kunnen leiden. Overeenkomsten met de S.S. en de H.IJ.S.M. Versohenen is het Voorloopig Verslag be treffende het wetsontwerp Bekrachtiging van overeenkomsten met de Mpij. tot Expl. van Staatsspoorwegen en de IIoll. IJzeren Spoorweg-Mpij- omtrent afschrijvingen en vergoeding voor postvervoer. Sommige loden, die de strekking van dit wetsontwerp, nl. om tot een juister inzicht te komen omtrent de werkelijke resultaten van het spoorwegbedrijf en van het Staats bedrijf van de Posterijen, de Telegrafie en Telefonie, toejuichten, waren van meening, dat daarbij consequenter te werk had moe ten worden gegaan. Wil men welen, in hoe ver oen bedrijf winstgevend is dan wel ver liesgevend, dan moet men de afschrijvingen bepalen geheel onafhankelijk van de resul taten, die zich voordoen bij de aanvaarding van juiste afschrijvingscijfers. Door zich goed rekenschap té geven van de werkelijk heid, worden de werkelijke verliezen niet groolcr. .Het is beter, een verlies op dé spoorwe gen le erkennen, zij hel dan dat men voors hands geen mogelijkheid ziet, het te dekken door inkomsten, dan dat men een sluitende spoorwegrekening krijgt, doordat men de lasten lager voorstelt dan ze inderdaad zijn. Andore leden waren van meening, dat de financieele verhouding tuosohen het Rijk en de Spoorwegen door dit wetsontwerp aller minst tot oplossing wordt gebracht. Zij be treurden, dat dit wetsontwerp niet naar oen bijzondere commissie was verzonden, die deze verhouding nauwkeurig had kunnen bestudecren. De Slaat draagt niet alleen het verlies, dat op het spoorwegbedrijf geleden wordt, maar ook het bekort in ondernemin gen als het hoogovc-nbedrijf en verschillen de tramwegmaatschappijen, waarin de No- der landsche spoorwegen deel gerechtigd zijn. In elk geval moet een scheiding worden ge maakt lusschen het kapitaal, in liet eigen lijke spoorwegbedrijf vastgelegd, en het ka pitaal, in andere bedrijven gestoken. De hier aan het woord zijnde leden be toogden voorts dat de spoorwegen niet de r.oodige zuinigheid hebben betracht bij hot uitvoeren van herstellingswerken. Sommige leden vroegen waarom het wets ontwerp is ingediend, onafhankelijk van het rapport der Staatscommissie-Patijn voor het vervoervraagstuk. Opgemerkt werd dat het irililulé van de wet niet in overeenstemming is met de considerans. Oorspronkelijke detective-roman door R J BRANDENBURG. 25) „Dc garage ligt echter naast onzen vleugel", zei Dagny, „het is dan niet to verwonderen dat ik den brand het eerste bemerk. Straks gaan we alarm slaan. Ieder een zai natuurlijk naar buiten vliegen. Ik ga in onze auto aan -het stuur zitten. En don komt jou taak. Jij moet Van Til schaken en lrem met geweld in dc aulo sloepen. En dan gaan we er vliegensvlug van door. Donk er om je mag hem wel met je revolver in be dwang houden". „Ja, maar hij zal tooh wel begrijpen..." „Er is geen lijd voor uitvoerige explica ties en je onderschat nog steeds de macht der gravin". Op dit oogenbLü: zagen wij door de ramen een rooden gloed. Wij deden hot licht uit om beter te kunnen zien. De vlammen sloegen uit het dak dor garage en toekenden hun lelie tongen tegen den donkeren nacht hemel af. Ik had mijn werk goed verricht. Het juiste moment was gekomen om de bewoners van het huis in hun slaap te sto ren. Wij holden door de gangen, bonsden, op de deuren onder hot geroep van: Brand, brand! I Spoedig zagen we kneohb en meiden in nachttoilet te voorschijn komen. Een dikke keukenmeid In een gebloemd katoenen Daghtgewaad kreeg het op haar zenuwen. Even later kwam de gravin toegesneld, een avondmantel over liaar kimono gewor pen, op den voet gevolgd door kapitein Van Til. Ook de Freiherr verscheen ten loo- neale. Hot was een tooneel van verwarring, men liep heen en weer, schreeuwde door elkaar. „Waar is de brand?" „In de garagel" „Neen jiier in huis!" „Nee, neet" Men liep naar buiten. Ik volgde Van Til ais een schaduw. Toen hij naar dc garage wilde snollen en langs onze auto kwaim, greep ik hem on verhoeds aan on beet liem in 't Hollandsch in liet oor: Kapitein Van Til, u verkeerd in gevaar. Hij worstelde tegen, maar ik had hem stevig vast en wist hem in de auto te krij gen, naast Dagny, die reeds aan het stuur rad zat. Staande op dc treeplank, drukte ik hein do revolver tegen z'n slaap. „Verroer je niet of ik hen genoodzaakt te schieten". Tegelijkertijd gal Dagmy volop gas: de auto sprong naar voren. Ik zag de Freiherr toesnellen, zijn hoofd dook vlak naast Dagny op. Ik vuurde en d» man viel achterover, ©et de airoen naar boven slaand». Onder luide kreten steven wij weg. Het werd eetn wilde rit. Dagny haalde alles uit den wagen wat er in zat. Ik wist tenslotte in het kattebakje terecht te komen en had toen een makkelijker plaatsje dan slaande op de treeplank. Steeds hield ik Van Tii met den revolver in bedwang. Hij protesteerde. Dagny antwoordde kort dat het nu niet d» lijd was om tekst en uitleg te geven. Straks, als wo in veiligheid waren zou dat wel geschieden. Zoo vlogen we voort, langs gehuchten, door bat open veld, langs donkere bossohen. De liohtbundiels van onze lantaarns boorden ons een weg door do duisternis. Er werd geen woord gewisseld. Dagny had ai haar aandacht bij het chauffeuren, ik bij de bewaking van Van Til. En deze? Ongetwijfeld moeten sombeie gedachten door zijn Iroofd hebben go- spookt. Wij reden Zuidwaarts in de richting van Thorn. Hot bogon te schemeren en do ooste lijke hemel tooide zich met rose en oranje linten; de dag was aan gebreken, het was omstreeks zes uur. Eenige uren later wisten we gelukkig on gehinderd d» Fonische grens te pas3eercn. We waren in veiligheid. Nu liet Dagny de auto stoppen en in d» Irissohe buitenlucht lichtte zij kapitein Van Tii volledig in. We «telden cm» voor en Ik toonde de papieren en volmachten, die mr. Van W. ons had veieohaift. Nu moést kapi tein Van Til overtuigd zijn. Zooals te verwachten was, maakte bet gehoorde op hem een geweldigen indruk. Gedurende den verderen rit zat hij in som ber stilzwijgen ter neer. In een Poolsch dorpje verkwikten wij om» in een .onooglijke heiberg met een teug brandewijn, want de morgenkilte had on» huiverig gemaakt En toen ontbeten we met ham, gebakken eieren en brood .Het was een vorstelijk maalj want we waren uitgehongerd. Met we bedoel ik Dagny en mijn persoonkapi tein Van Til wilde niets nuttigen. Alloen een sigaret stak hij van me op. „Het was voor u werkelijk zoo het beste", zei Dagny om hom aan het spreken te krij gen. Hij knikte. Hij zat zwijgend, met doode oogen voor zich uit te staren, het gelaat doodsbleek Langzaam eerst zou het besef, dat de vrouw die hij had liefgehad, die hij nog liefhad cn waarvan hij had geloofd, dal ook zij hem beminde, dat die vtouw hem verra den had, met hem had gespoeld, tot hem doordringen. Welk een bilterwreede ont goocheling. In Lods seinden wij aan mr. Van W. don gelukkigen uilslag van ons werk en onlvin- gen later in Krakau oen telegram met gc- lukwensohen. De scherpzinnige man had reeds geraden dat we niet door Duitscfhland, maar a-ia Oostenrijk-Hongarije, Zwitserland on Fran krijk de terugreis naar het vaderland luid den ondernomen. Gelukkig dat indertijd hij het versohaüen van '>uze passen ep alle mogelijke' omstan digheden gerekend was. Gedurende de reis bleef kapitein Van Ikl Ln zich zelf gekeend. Toen we de Holland- eche grens passeerden kroeg hij een ern stig» zemuw-criaia on in Den Haag moest hij terstond ln een ziekenhui» worden opge nomen. Het is frier wed de plaats om te vermel den, dat hij zijn proefnemingen voorloopig alet zal kunnen voortzetten. Misschien zal dat zeil nooft meer kunnen gebeuren. De geneesheer geelt weinig hoop op algeheel herstel, En toen ik eemgo dagen geleden eens een bezoek bracht aam den kapitein, om te zien hoe het er mee stond, zag ik, dat hij een menschehjk wrak was geworden. Besluit. Dit is de geschiedenis van hel noodlottige gas. Er is weinig moor aam toe te voegen, (Behailve natuurlijk hel naspel, dat die scherpzinnige Lezeres al van den aanvang af voorzien heedt). Hel resultaat van onze bevindingen bewees dat de veronderstel lingen van Dagny juist waren geweest. Des middags na onze aankomst in Den Haag, zaten we in do gezellige werkkamer van mr. Van W. aan dc Laan van Mecixier- voort. Hier deed Dagny uitvoerig verslag. En ik vulde het hier en daar aan, want ik vond dat zij zichzelve te veel op den achtergrond hield en van haar hoofdrol een bijrolletje wilde maken. In een holfolijk specchjo bracht mr. Van W. daarna Dagny hulde voor haar scherp zinnigheid en energie. Dagny hoog het hoofd cn bloosde. Ook zeide hij dat de regeoring ons work zeer op prijs ateide en one zeer dankbaar was voor Iret welslagen onzer pogingen. Hij deelde mee dat met het oog op het goheimo karakter dezer zaak oen otlioicele huldiging moeal achterwege biijv-zn, maar gaf toch te kennen dat Nederland aan jullrouw Dagny de Bruin groote verplicht in gem had. Ook over meinc Wenigkoit gal mr. Van W. eenige vleiende opmerkingen ten beste, die ik hier wiel zal herliaten, alleen vond ik zijn lof aan mijn adres veel te groot in ver gelijking van mijm geringe verdiensten in deze zaak, (Slot voVgt),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5