HET NOODLOTTIGE GAS
No. 19974.
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 23 April
Tweede Blad. Anno 1925.
GEMEENTEZAKEN.
Prcichüg Marie
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Ccsteloos gebrtiik van de Stadsgehoorzaal.
Door B. en W. wordt den Raad voorge
steld gunstig te beschikken op het verzoek
yan het Bestuur van het Genootschap „M.
S. G." om weder kosteloos gebruik te mogen
jnaken van cenige lpkalen dér Stadsgehoor
zaal, ten behoeve van de jaarlijksche alge-
raeene vergadering en voor de tentoonstel
ling van de door de leerlingen vervaardigde
.werkstukken van 2 tot en met 8 Juni.
jjfnbsidieverleening aan de 3-October-Vereen.
In de raadsvergadering van 28 April 1921
werd besloten aan de 3-October-vereeniging
«en garantie te verlecnen tot maximum van
f3000, ten einde de vereeniging in de ge
legenheid te stellen de 350-jarige herden
king van Leiden's ontzet op waardige wijze
c vieren.
Bij een teestviering van zoo builengewo-
nen aard als deze, met haar in tal van op
zichten niet te voorziene extra-onkosten is
het, naar het bestuur der vereeniging mede
deelt, niet mogelijk gebleken de uitgaven
door de ontvangsten te dekken, zoodat, ook
als de gemeente dc volle garantie zal heb-
iben betaald, ten laste van de vereeniging
nog een aanzienlijk tekort blijlt.
B. en W. geven den Raad alsnu in over
weging een bedrag van f 3000 te hunner bo-
schikking te stellen. Op den post voor On-
yoorziene Uitgaven, waarvan het bedrag
van 13000 moet worden afgeschreven, is nog
f 68.850.23 beschikbaar.
Scholenruil.
B. en W. brengen den Raad in licrinnne-
ring, dat toen ten vorigen jare door de wij
ziging der Lager-Onderwijswet 1920 tot in
krimping van het aantal klassen moest
worden overgegaan, door den Raad. over
eenkomstig hun voorstel, werd besloten tot
opheffing van do scholen !n het gebouw aan
het Plantsoen, welke scholen in verband
met het betrekkelijk gering aanlal leerlin
gen in dat deel der stad zonder veel be
zwaar konden worden gemist. Bij" hun be
trekkelijk voorstel wezen zij er op, dal dc
opheffing van deze scholen op zichzelf
een bezuiniging nog grootere financieele
teteekenis verkreeg door de omstandigheid,
dat de helft van het vrijkomende gebouw
kon worden overgedragen aan de Vereeni
ging voor Christelijk Onderwijs, welke ver
eeniging had medegedeeld, dat het gebouw
aan de Pieterskerkgrachl, waarin een barer
scholen voor gewoon lager onderwijs is ge
vestigd, reeds gmiimen tijd als schoolge
bouw niet meer aan bescheiden eischen vol
deed en niet door verbouwing in behoorlij
ken staat kon worden gebracht. Door de
overdracht van de helft van de Plantsoen-
school aan deze Vereeniging zou dus de
stichting van een geheel nieuw gebouw
voor de bijzondere school aan de Pielers-
kerkgracht kunnen worden voorkomen.
Intusschen was B. en W. gebleken, dal
het bestuur der stichting „Het Gebouw op de
Pieterskerkgracht" in welk gebouw de bo
vengenoemde school is gevestigd, niet onge
negen was dat perceel aan de gemeente
over te dragen, indien de gemeente -na do
overdracht voor behoorlijke en doelmatige
huisvesting van de in dat gebouw gevestigde
yereenigingen, gerechtigd in de slichting, nl.
de Vereeniging voor Christelijk Onderwijs,
de Leidsche Schilder- en Teeken-Academie
„Ars Aemula Naturae" cn de afdeeling Lei
den van de Zuidhollandsche Vereeniging
„liet Groene Kruis", zorg wilde dragen en
lusschen de gemeente cn deze vercenigin-
gen te dezer zake overeenstemming werd
verkregen.
Het verheugt C. cn \Y. zeer, dat die over
eenstemming thans verkregen is.
Zoowel het Groene Kruis als Ars Aemula
Naturae verklaarden zich bereid mode te
werken tot opheffing der stichling cn daar
mede lot overdracht van het gebouw aan
dc Pielerekerkgracht aan do gemeente, on
der voorwaarde, dat de gemeente de ver
plichting op zich neemt om na de over
dracht van het gebouw voortdurend voor
de huisvesting van die vereenigingen, het
zij in haar tegenwoordige lokalen, hetzij el
ders, zorg te dragen, tegen een onderhóüds-
vergoeding aan de gemeente van f 100 per
jaar voor elke dier vereenigingen en met
dien verstande, dat de vereenigingen de
thans bij haar in gebruik zijnde lokalen niet
behoeven te verlaten, alvorens de gemeente
andere localiteit (voor het Groene Kruis con-
cierge-woning inbegrepen), welke lokaliteit
geheel te haren genoegen moet zijn, te
barer beschikking heeft gesteld en dat de
gemeente belooft den -gcheelen voorgevel
aan de Pilerskerkgracht, welke architecto
nisch van groote waarde h, als zoodanig
in stand te houden.
Ook de Vereeniging voor Christelijk On
derwijs is genegen tot opheffing der stich
ting haar medewerking te verleenen. Deze
Vereeniging kan echter dubbele aanspraken
doen golden:
lo. omdat do Lager Onderwijswet 1920
haar los van de overdracht der stichting
recht geeft op beschikbaarstelling van
andere localiteit voor haar school aan de
l'ieterskcrkgracht en
2o. omdat zij aanspraak kan maken op
compensatie voor het prijsgeven van haar
rechten in de slichting.
Het bestuur, dat zich reeds aanstonds be-
rtid had verklaard voor haar school genoe
gen te nemen met de overdracht van de
helft van het schoolgebouw aan het Plant
soen, verzocht B. cn W. het dan nog rer-
leerende doel van dat gebouw, als compen
satie voor het verlies van zijn rechten in
ae stichting, eveneens aan zijn vereeniging
over te dragen om daarin een bewaarschool
te vestigen.
Vaar nu het gebouw zich zocr bezwaar
lijk leent voor een splitsing in twee gelijke
dcelcn, kwam aan B. en V. algeheele over
dracht der riantsoenschool gewenscht voor,
mits het bestuur aan de Vereeniging voor
Christelijk Onderwijs een bedrag van 12850
in de gemeentekas stort. Zij stellen den Raad
voor in dien geest te besluiten.
Ondeishanische verpachting van de
Spanjaardabreg.
Ie overeenstemming met het advies van
ds Commissie van Fabricage, geven B. en
V. den Raai in overweging de invordering
van dc bruggelden aan de Zjjl- of Spanjaards-
brug wederom voor den tijd van drie jaar,
ingaande 1 Mei 1925, ondershands op te
dragen aan J. Wesselman, tegen een door
de gemeente te betalen vergoeding van
1650 per jaar. Tot dusver bedroeg do ver
goeding {700 per jaar.
Leermiddelen aan de Ghi. Schoei voor
U. L. O. aan het Noordeinde.
Bij op 9 Maart j.L door den Raad om
praeadvies in handen vau B. en W. gesteld
adres verzoekt het bestuur der Vereeniging
voor Christelijk Onderwgs alhier, een be
drag van f778.50 beschikbaar te stellen
voor de aanschaffing van leermiddelen voor
zijne school voor uitgebreid lager onder
wijs aan het Koordeinde 40. Ter toelichting
van zijn verzoek merkt het bestuur op, dat
de 2e klasse sedert de oprichting ^ler school
op 1 Juli 1921, nimmer meer dan 18 leer
lingen telde, en dat die klasse thans 86
leerlingen telt, zoodat voor 18 leerlingen
méér' leermiddelen noodig zjjn.
Kaar de meening van B. cn W. betreft
het hier niet een onderhoudsuitgave, welke
zou moeten worden bestreden uit de inge
volge art. fOl der wet jaarlijks to ver-,
leenen exploitatievergoeding, maar een ka
pitaalsuitgave als in artikel 72 der wet
ledoefd, omdat de aanschiffing een gevolg
is van aanzienlijke vermeerdering vau leer
lingen.
Mitsdien geven zij den Raad in overweging
te besluiten: medewerking te verleenen aan
het bestuur der Vereeniging voor Christelijk
Onderwijs.
De concessie aan de L. D. W. M. met 10 jaar
verlengd.
Op 1 Januari 1927 loopt de bij raads
besluit van 25 December 1876 aan de bee-
ren mr. W. van der Vliet, te Amsterdam, en
mr. O. Bosch Eeitz, te Den Helder flater
overgedragen aan de Leidsche Duinwater-
Maatschappij ingevolge raadsbesluit van 8
Maart 1877) voor den tijd van 50 jaar ver
leende concessie voor het maken, aanleggen
en exploitecren van een waterleiding van
de duinen nabfj Katwijk tot en in de
gemcento Leiden af.
Ingevolge artikel 22 der concessievoor
waarden is de gemeente gerechtigd, om de
zaak met alle gebouwen, inrichtingen, ma
chinerieën, buizen, pijpen en in het alge
meen wat tot de waterleiding^behoort, over
te nemen tegen betaling aan concessiona
rissen van het twintlgvoud der gemiddelde
netto opbrengst over het 47ste, 48ste en
49ste jaar, terwijl bij niet overname de con
cessie telkens gedurende 25 jaren wordt
verlengd.
Op grond van gegevens achten B. en
V,. overneming vau het bedrijf na het ein
digen van de loopende concessie niet in
het belang van de gemeente eir moeten
derhalve ontraden tot die overneming te
besluiten.
Nu zou echter, zooals uit het voorgaande
blijkt, vau niet overneming het gevolg zjju,
dat de concessie voor den tijd van 25
jaren onder de bestaande voorwaarden werd
verlengd.
Met het oog op de onzrkere toestanden
en de wjjziging van de omstandigjsedeD. die
iu e:n dergelijk tijdsverloop kan plaats heb
ben, achten i). en W. een verlenging ge
durende zoo langen tfid niet gewensent en
rij traden daarom met de Leidsche Duin
water-Maatschappij in overleg, teneinde met
haar tot een andere regeling te komen.
De Leidsche Duinwater-Maatschappij bleek
hiertoe bereid. In plaat3 van een verlen
ging van de concessie voor den tijd van
25 jaren, heeft de Maatschappij toegestemd
in een verlenging van de concessie met
10 jaren, of liever in een wijziging van
de bestaande concessie in dien zin, dat de
duur dier concessie in plaats van op 50
jaar wordt gesteld op GO jaar, dat een
intensiever toezicht op de gestie van de
maatschappij is gewaarborgd en dat voort
aan do uitkomst van de laatste vier jaren
bij de verrekening van den overnameprijs
in aanmerking komt. De grootere bate ten-
I gevolge van de wijziging van het tarief
voor het grootwaterverbruik in 1922, die
thans niet medetelt* voor de berekening van
de winst bfj evontueeie overname van het
bedrijf, zal uit den aard der zaak ook
voor het 57ste t.m. het COste jaar der
concessie niet medetellen voor de bereke-
j ning van de overnemingssom.
Een nieuw speelveld ten dienste van sport-
clnhs nabij de Wilhelminabrng.
Zooals bekend, werd in 1923 van do pro
vincie Zuid-Hollnnd met ingang van 1 Ja
nuari 1925 voor den tijd van 10, jaar ge
huurd het terrein aan den Hooge-Rijndijk,
nabij de Wilhelminabrug, teneinde uit te
doen bezigen voor speelterrein. Een gedeelte
van dit terrein had de gemeente met toe
stemming van God. Stalen reeds van 1923
af in onderhuur. Nu de gemeente met 1 Ja
nuari j.l. ook de beschikking over het an
dere, Zuidelijke gedeelte, ter grootte van
1.3 H.A. heeft verkregen, is door D. en W.
overwogen, of er geen aanleiding bestaat,
ter bestrijding van de werkloosheid bedoeld
stuk land door werkloozcn geschikt te doen
maken als speelveld (en dienste van sport
clubs met de bedoeling dit gedeelte van het
terrein alleen voor het meer gereglemen
teerde spel open te stelten.
De kosten van het in orde maken van
bovengenoemd terrein worden geraamd op
1 15.300. Het rijk is bereid 40 pCt., d.i. on
geveer f 4200, in de kosten der loonen bij
to dragen, mits in de eerste plaats werk
loozcn, bchoorend tot die categorieën, waar
voor het Rijk een subsidio in de steunver
lening bijdraagt, te werk worden gesteld en
een loon van 35 cent per uur, hetwelk in
tarief met 25 pCt. kan worden verhoogd en
derhalve dan 44 cent kan bedragen, wordt
betaald.
De voor do gemeente blijvende koslen be
dragen dan f 11.100.
Nieuwe gelden behoeven hiervoor niet te
worden toegestaan, aangezien de koslen
kunnon worden bestreden uit de op de be
grooting 1925 beschikbaar gestelde som van
f 200.000.voor sleun aan uilgelrokkcn
werklóozen. Uit adminstratief oogpunt is het
echter noodig do begrooling te wijzigen.
Eeu nieuwe betonvloer in de rnnderslaohthal
van het Openbaar Slachthnis.
Overeenkomstig het advies van da Com
missie van Beheer èver hel Openbaar
Slachthuis, geven_R. en \V. den Raad in
overweging liet maken van een nieuwen
gewapend betonvloer met bijkomende wer
ken in de runderslachthal van hel Openbaar
Slachthuis, onderhands op te dragen aan
de Brcdasche Beton-Maalschappij v.h. II.
Vricns te Breda voor de som van f 6180.
Geen wijziging in hel toonstelsel van de
Stedelijke Werkinrichting,
Door de hoeren Van Stralen, Wilmans cn
Knuttel werd voorgesteld artikel 2 van het
Reglement voor de Stedelijke Werkinrich
ting te Leiden in dien zin le wijzigen, dat
de geldelijke belooning voor den verrichten
arbeid geheel aan de verzorgden wordt uit
gekeerd.
Zooals bc-kcr.d is. wordt ingevolge hel be
slaande nrlikel, zooals dat luidt na de bij
verordening van 20 September 1918 daarin
gebrachte wijziging, de geldelijke belooning
voor den verrichten arbeid weliswaar
slechts ten dcele aan de verzorgden wordt
uitgekeerd, doch heeft het bestuur der in
stelling. den directeur gehoord, de bevoegd
heid. om in bijzondere omstandigheden le
besluiten, dat liet gehccte loon aan den ver
zorgde wordt uitgekeerd. Het aan het slot
van hun toelichting door de voorstellers
medegedeelde, dat de opbrengst van den
verrichten arbeid ten d e e 1 e (voor drie
vierde) wordt uitgekeerd en het overige aan
de instelling ten goede komt, is dus volgens
B. en W. onjuist, althans onvolledig. Van
de bevoegdheid om het volle loon uit to
betalen wordl door het bestuur dan ook dik
wijls gebruik gemaakt.
De moerderheid van hel bestuur wil dan
ook den beslaanden toestand handhaven en
elk geval individueel beoordeelen.
Met dit gevoelen kunnen D. en W. zich
volkomen vereenigen, waarom zij voorstel
len het voorstel Van Stralen c.s. niet aan
te nemen.
Het vermenigvnldigingscijfer voor de plaat
selijke inkomstenbelasting 0.9.
Met het oog op den aanvang van het
nieuwe belastingjaar (1925/26) op 1 Mei e.k.
behoort thans door den Raad te worden
overgegaan tot vaststelling van het verme-
nigvuldigingscijfer, hetwelk henoodigd is
om de vereischle opbrengst Van do inkom
stenbelasting te verkrijgen.
Dit cijfer kan, zooals bekend, alleen door
raming worden verkregen, waarvoor de ge
gevens slechls kunnen worden onllcend
eenerzijds aan belgecn op de begrootfng voor
1925 als opbrengst van de inkomstenbelas
ting is uitgetrokken en anderzijds aan bet
geen in de eerste drie maanden van 1925
aan uitkeeringen'van hel Rijk reeds werd
ontvangen, te vermeerderen met de naar
raming nog te ontvangen uitkeeringen. Bij
de raming van laatstbedoelde uitkeeringen
kan uit den aard der zaak slechls worden
gesteund op de cijfers, welke in hel over
eenkomstige tijdvak van het jaar 1924 als
uitkeeringen aan de gemeente len goede
kwamen.
Op de begrooting voor 1925 werd nis öp-
brengst van de belasting naar het inkomen
geraamd f 1.900.000, zijnde f 100.000 min
der dan voor 1924, toen een bedrag van
f 2.000.000 werd uitgetrokken: het vermc-
higvuldigingscijfer behoort derhalve zóó te
worden gekozen, dal de voor 1925 geraamde
opbrengst wordt verkregen.
Over de maanden Januari, Februari en
Maart 1925 werd, hoewel blijkens do toe
lichting tot de begrooling voor 1925 over
die maanden een ontvangst werd verwacht
van f550.000, slechls ontvangen f525.C45.17
of rond f 625.000, zijnde f 25.000 minder.
In Auguslus e.k. kan worden tegemoet
gezien de afrekening van de over liet be
lastingjaar 1924/25 genoten 9 uitkeeringen
tot een bedrag van naar raming rond
f 400.000, terwijl de slotuitkeering in de
maand April 1926, welke nog ten voordeele
van den dienst 1925 komt. op pl.m. f 225.000
kan worden geraamd.
Omtrent hetgeen vermoedelijk zal worden
ontvangen wegens de G uitkeeringen over de
maanden Juli tot en met December 1925 van
het belastingjaar 1925/20, kan worden me
degedeeld, dat deswege over gelijk tijdvak
in 1924 werd ontvangen rond f 803.000. In
dien evenwel, zooals bij de vaststelling van
de begrooling werd becijferd, hel vermenig-
vuldigingscijfer, dat door den Raad voor
1924/25 op 1 werd vastgesteld, met 1/10
wordt verminderd, moet dit bedrag ook 1/10
lager worden gesteld eri kan het dus slechts
op rond f 720.000 worden geraamd.
RECLAME.
Ik zei hef je al.mef een beefje'
bruine Erdal doe je wonderen.
C925
Dc totale opbrengst zat derhalve naar ra
ming bedragen: f 525.000 -)- f 400.000
f 225.000 f 720.000 f 1.870.000, d. i.
f 30.000 minder dan op de begrooling werd
uitgetrokken.
Volgens deze berekening zal de geraamde
opbrengst dus niet ten volle worden bereikt
Niettemin achten D. en \Y. de reeds in
het vooruitzicht gestelde belastingverlaging
niet onmogelijk. In aanmerking moet toch
worden genomen, dat dc uitkeeringen, die in
1921 uit de opbrengst van het belastingjaar
1924/25 werden ontvangen cn welke hier
voor al3 maatslaf worden aangenomen,
werden gedrukt door oninbaarverklaring
van velerlei poslen, die tengevolge van den
achtersf&nd bij de invordering door do Rijks
belastingadministratie niet meer verhaal
baar waren gebleken. Nu mag worden ver
wacht. dat de invordering meer regelmaiig
zal geschieden, zullen de over het tijdvak
Juli tot en met December van dit jaar te
ontvangen uitkeeringen moer normaal zijn.
Inlusschen is groote voorzichtigheid ge
raden. Sinds de heffing en invordering van
de gemeentelijke inkomstenbelasting buiten
de bemoeienis van de gemeente werden ge
steld, kunnen zich, zooals hiervoor reeds
bleek, verschillende omstandigheden voor
doen, die van beteekenenden invloed zijn op
de opbrengst van dc belasting en waarop bij
dc vaslstelling van het vermcnigvuldigings-
cijfer met geen mogelijkheid kan worden
gerekend. B. en W. denken hierbij o.a. aan,
de voorgenomen wijziging van de wet op de*
Rijksinkomslenbelasting.
Op grond van oen en ander zijn zij van
oordcel, dat voor hel belastingjaar 1925/2C
met een vermcnigvuldigingscijfer van 0.9
kan worden volstaan. Mocht het onlwerp tot
wijziging van de wet op de Rijksinkomsten-
belasting tot wet worden verheven, dan is
het, afgezien nog van verdere onvoorziene
omslandighcden, naar hun mecning aan
ernsligen twijfel onderhevig, of dit verme-
nigvuldigingscijfer ook voor volgende jaren
zal kunnen worden gehandhaafd.
Het domeinbezit van den Staat.
Do Ministers van Financiën en van Binuetl-
Iar.dscke Zaken en Landbouw bobben be
noemd een commissio tot bet instellen van
een onderzoek naar do vraag op welke
wijze het beheer van het domeinbezit van
den Staat op do meeat economische wijze
zou kunnen geschieden, ten einde, met be
houd van de noodige waarborgen ter voor
koming van waardevermindering of veriies
venies van eigendom of bezit, de uit <5L
domeinen voor den Staat te verkrijgen voor
deden zoo groot mogelijk te doen zijn.
De commissie is uitgenoodigd omtrent d«
uitkomsten van haar onderzoek niet bekwa
men spoed een rapport uit te brengen.
Oorspronkelijke delective-roman
door R- J. BRANDENBURG.
S)
„Ik w i 1 mijn taak volbrengen", zei
Dagny koel. „Ik wil hel". Uil haar oogen
straalden een stalen wilskracht, een taaie
vasthoudendheid, bijna koppigheid.
,,lk hoop dal u succes zult hebben. En
laat ons nu afspreken, dat we elkaar niet
meer zien zullen, voordat u resultaat keef!
bereikt".
„Best", antwoordde liet meisje, -
Mr. v. W. nam afscheid.
Daarop stond ook-Dagny op.
„Gaat u al heen?" vroeg Yan G. haar
begeleidend.
„Ik ga aan 't werk".
„En ik ben tot nietsdoen gedoemd. Dat is
nog liet ellendigste van alles", zuchtte
Y&n G.
„U kunt er op rekenen. Als ik li noodig
heb, bel ik u op of kom ik zelf'.
Ke druklen elkaar de hand.
„ik wilde dat liet spoedig zoover was".
„Ik ook, maar ik vrees dal het nog wel
eon paar dagen zal duren".
„Veel succe s", wensohte Yan G. de woor
den vaal mr. Van W, herhalend.
Huilen gekomen zag-Dagny dat haar
tsxi stond te wachten.
Ze xcker.de af en zond den chauffeur
weg.
Ze had Behoefte ÓM 'te .wandelen. Om
in de frissclio lucht le ademen, om een
flink eind le loopen. Ze zag voor izicli hel
bleeke gelaat van kapitein. Yan Til. En ze
zei lot zichzelf dal ze niet zou rusten voor
ze de bedrijvers vdn deze snoode daad had
gevonden en voordat zo het levenswerk van
den vermoorde uit hun handen had gerukt.
Ze merkte niet hoe de middagzon haar
met 'haar zachte straten «Is liefkoosde, ze
zag niet hoe de gouden bladeren van de
booraen dwarreldert en de takken naakt,
zich afteekende tegen de heldere lucht,
HOOFDSTUK V.
Uit het dagboek van luitenant Van G.
Hier volgt een uittreksel uit het dagboek
van dc luitenant Van G. dat deze aanlegde
om de verveling le verdrijven.
2 November.
Al een paar dagen heb* ik niets vernomen
van juffrouw Dc BTuin. En ik moet eerlijk
bekennen, dat het nietsdoen me braaf de
keel gaat uithangen.
Vrijdagmorgen ben ik naar de begrafenis
van kapitein Van Til geweest.
Het was nevelig en voohtig-koud op Eet
kerkhof. Je weid er miserabel van. En
thuis heb ik een form en cocktait naar bin
nen geslagen om weer op m'n verhaal Je
komen.
Brrr. Ik ken niets ellendiger dan een der
gelijke plechtigheid bij te wonen c-n toch
wilde ik cr mij van zelf niet a.an onttrek
ken.
Een Begrafenis met militaire eer,
Hoe luguber is het salvo dat tot afscheid
in do geopende groeve wordt afgeschoten.
Ik word er altijd koud van in merg en been
Familie schijnt de arme kerel niet te
hebben gehad. Alleen een oude oojn, leeraar
aan "een H. B. S. ergens in Overijsel, een
ocihtc kamergeleerde, bleek en met oen
grooten hoornomranden bril.
Gelukkig liepen er nog al wal kameraden
achler do baar.
Natuurlijk was cr de majoor Z. de direc
teur van de Hembrug. Die heoft een echt
hartelijke rede gehouden, waar we alle
maal van onder den indruk kwamen. Jong,
veelbelovend officier, ontijdige dood, aan
grooie verwachtingen den bodem ingesla
gen. Dat was de eenige toespeling op dé ge
heime proefnemingen,
Ik was blij dat ik weer thuis was, in m'n
hotel, bedoed ik.
De dagen breng ik voornamelijk door met
liet lezen van romannetjes, die ik door iden
chasseur uit de bibliotheek taal 'halen. De
knaap moet zich wel verwonderen over de
groote hoeveelheid lectuur, die ik verslind.
Ik heb ook een raar boek gelezen van
dien Franschen schrijs'er, die pas overleden
Is, een verhaal van een monnik, die z'n
leven eindigt, zittende boven op een paal.
Zoo'n soort gevoel van geïsoleerdheid heb"
ik nu oedc.
Ik ben van nature beweeglijk en acliel.
Ik moet 's morgens een uur of wait rijden,
gelukkig hebben ze in de manege behoor
lijke paarden. Maar gek, ik voel nu op zoo'n
tocht eigenlijk als een spijbelende school
jongen, alleen met dit verschil, dat ik vroe
ger zoo'n gevoel wel aangenaam (vond, ter-
wij'. het me nu verontrust.
Het eerste wat ik dam bij m'n terugkeer
vraag is natuurlijk: Is er om mij getelefo
neerd.
En onveranderlijk is het antwoord: Ne#,
mijnheer.
Op die telefoon wacht ik, wacht ik in
spanning. Ik durf bijna niet meer'uitgaan.
En dan ga Ik maar een beeljo- zitten lezen
bij het strijkje.
Af on toe spreek ik eens een kennis, die
belangstellend informeert, wat ik hier in
Den llaag doe en die ik met een kluitje in
het riet anoet sturen. En van alle invitaties,
voor zoover die me tenminste builen m'n
hotól zouden voeren ,maak ik af.
Het is misschien stom.
Maar ik wacht nu eenmaal op die tele
foon, die maar niet komt. En ik zou eigen
lijk voor geen geld van de wereld willen
dat ik dan niet thuis was. Tocih zal dat wel
weer het geval zijn. Zoo iel3 gebeurt altijd.
Alleen 'smorgens. Ja, dan moet ik er
uit. Als ik geen frisschc lucht heb gehapt,
ben ik geen behoorlijk menscli.
En lucht happen kim,je het beste gezcr
tan op den rug van een goed paard.
Vanmorgen heb ik een heerlijken ril door
de duinen gemaakt, en toen langs de zee
over het strand. Dan leef je cn liet is net of
het paard het ook leuk vindt, 'k Trof van
morgen een intelligend dier. Moet ik meer
zien le krijgen.
En terwij! de zeewind me óm m'n ooren
speel', en de branding bruist, hoor ik ineens
een slem in me: Nu moest ze je eens 1 reb
ben opgebeld,
Die gedachte laat je dan niet meer lo3 en
holt in je hoofd rond, en bromt dat je cr do!
Van wordit. Het heele pleizicr in den rit is
je vergald. En je wendt den teugel en rijdt
in gestrekts® draf naar de manege, waar de
pikeur, met het uitgestreken gezicht, ver
wonderd ls, dat je er al zoo gauw bent,
„Bevalt het paard u niet?" v
„Uitstekend, uilslekcnd". Je klopt het dien
liefkozend op den hals.
En dan als een haas naar Centraal.
Weer niels.
Niets.
Ifet is or een schaterend gelach in je
ooren losbarsl, hel gelaat van duizenden
van kleine kwelgeesten.
En je scheid je zelf uit voor lomperd en
domoor. Maar bet geeft allemaal niets.
Waar mag het meisje toch zitten, wat
vooridt ze uit. Leeft r: nog?
Ze moofi'. toch werkelijk wel zoo beleefd
fijn cn mij iederen dag even opbellen om
me te laten weten dat ze nog beslaat. Maar
met zulke kleinigheden houdt ze zich
niet op.
Toch eigenlijk idioot van Van \V. dal hij
aan dat meisje zoo'n scrieuse opdracht heelt
gegeven. Voor dat vuile werk is het kind
eigenlijk vee! te aardig cn lief.
Wanneer ik niet zoo'n reuze-vertrouwen
had in Van W. om zijn onfeilbaar door
zicht en groote menschenkcnnis, zou ik het
allcrbclachelijk3l Tinden.
nel eenige verstandige van Yan is
dat hij meina Wendgkcit aan juffrouw De
Bruin heeft toegevoegd. Maar dat schijnt ze
lang nic! naar waarde (e apprecieeren.
Een zelfstandig meisje. Ze schijnt van
advies niet gediend te zijn,
Zou ze al wat ondekt hebben?
Ik heb er een beroerd beetje fiducie in.
Toch wet kranig van haar om zoo'n taak
op zich te nemen. Er zouden heel wat man
nen voor teruggedeinsd zijn. Ja, bang is ze
zeker niet.
Als ze maar niet onvoorzichtig is.
(Wordt vervlg-l). i