HET NOODLOTTIGE GAS No. 19974. LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 23 April Tweede Blad. Anno 1925. GEMEENTEZAKEN. Prcichüg Marie BINNENLAND. FEUILLETON. Ccsteloos gebrtiik van de Stadsgehoorzaal. Door B. en W. wordt den Raad voorge steld gunstig te beschikken op het verzoek yan het Bestuur van het Genootschap „M. S. G." om weder kosteloos gebruik te mogen jnaken van cenige lpkalen dér Stadsgehoor zaal, ten behoeve van de jaarlijksche alge- raeene vergadering en voor de tentoonstel ling van de door de leerlingen vervaardigde .werkstukken van 2 tot en met 8 Juni. jjfnbsidieverleening aan de 3-October-Vereen. In de raadsvergadering van 28 April 1921 werd besloten aan de 3-October-vereeniging «en garantie te verlecnen tot maximum van f3000, ten einde de vereeniging in de ge legenheid te stellen de 350-jarige herden king van Leiden's ontzet op waardige wijze c vieren. Bij een teestviering van zoo builengewo- nen aard als deze, met haar in tal van op zichten niet te voorziene extra-onkosten is het, naar het bestuur der vereeniging mede deelt, niet mogelijk gebleken de uitgaven door de ontvangsten te dekken, zoodat, ook als de gemeente dc volle garantie zal heb- iben betaald, ten laste van de vereeniging nog een aanzienlijk tekort blijlt. B. en W. geven den Raad alsnu in over weging een bedrag van f 3000 te hunner bo- schikking te stellen. Op den post voor On- yoorziene Uitgaven, waarvan het bedrag van 13000 moet worden afgeschreven, is nog f 68.850.23 beschikbaar. Scholenruil. B. en W. brengen den Raad in licrinnne- ring, dat toen ten vorigen jare door de wij ziging der Lager-Onderwijswet 1920 tot in krimping van het aantal klassen moest worden overgegaan, door den Raad. over eenkomstig hun voorstel, werd besloten tot opheffing van do scholen !n het gebouw aan het Plantsoen, welke scholen in verband met het betrekkelijk gering aanlal leerlin gen in dat deel der stad zonder veel be zwaar konden worden gemist. Bij" hun be trekkelijk voorstel wezen zij er op, dal dc opheffing van deze scholen op zichzelf een bezuiniging nog grootere financieele teteekenis verkreeg door de omstandigheid, dat de helft van het vrijkomende gebouw kon worden overgedragen aan de Vereeni ging voor Christelijk Onderwijs, welke ver eeniging had medegedeeld, dat het gebouw aan de Pieterskerkgrachl, waarin een barer scholen voor gewoon lager onderwijs is ge vestigd, reeds gmiimen tijd als schoolge bouw niet meer aan bescheiden eischen vol deed en niet door verbouwing in behoorlij ken staat kon worden gebracht. Door de overdracht van de helft van de Plantsoen- school aan deze Vereeniging zou dus de stichting van een geheel nieuw gebouw voor de bijzondere school aan de Pielers- kerkgracht kunnen worden voorkomen. Intusschen was B. en W. gebleken, dal het bestuur der stichting „Het Gebouw op de Pieterskerkgracht" in welk gebouw de bo vengenoemde school is gevestigd, niet onge negen was dat perceel aan de gemeente over te dragen, indien de gemeente -na do overdracht voor behoorlijke en doelmatige huisvesting van de in dat gebouw gevestigde yereenigingen, gerechtigd in de slichting, nl. de Vereeniging voor Christelijk Onderwijs, de Leidsche Schilder- en Teeken-Academie „Ars Aemula Naturae" cn de afdeeling Lei den van de Zuidhollandsche Vereeniging „liet Groene Kruis", zorg wilde dragen en lusschen de gemeente cn deze vercenigin- gen te dezer zake overeenstemming werd verkregen. Het verheugt C. cn \Y. zeer, dat die over eenstemming thans verkregen is. Zoowel het Groene Kruis als Ars Aemula Naturae verklaarden zich bereid mode te werken tot opheffing der stichling cn daar mede lot overdracht van het gebouw aan dc Pielerekerkgracht aan do gemeente, on der voorwaarde, dat de gemeente de ver plichting op zich neemt om na de over dracht van het gebouw voortdurend voor de huisvesting van die vereenigingen, het zij in haar tegenwoordige lokalen, hetzij el ders, zorg te dragen, tegen een onderhóüds- vergoeding aan de gemeente van f 100 per jaar voor elke dier vereenigingen en met dien verstande, dat de vereenigingen de thans bij haar in gebruik zijnde lokalen niet behoeven te verlaten, alvorens de gemeente andere localiteit (voor het Groene Kruis con- cierge-woning inbegrepen), welke lokaliteit geheel te haren genoegen moet zijn, te barer beschikking heeft gesteld en dat de gemeente belooft den -gcheelen voorgevel aan de Pilerskerkgracht, welke architecto nisch van groote waarde h, als zoodanig in stand te houden. Ook de Vereeniging voor Christelijk On derwijs is genegen tot opheffing der stich ting haar medewerking te verleenen. Deze Vereeniging kan echter dubbele aanspraken doen golden: lo. omdat do Lager Onderwijswet 1920 haar los van de overdracht der stichting recht geeft op beschikbaarstelling van andere localiteit voor haar school aan de l'ieterskcrkgracht en 2o. omdat zij aanspraak kan maken op compensatie voor het prijsgeven van haar rechten in de slichting. Het bestuur, dat zich reeds aanstonds be- rtid had verklaard voor haar school genoe gen te nemen met de overdracht van de helft van het schoolgebouw aan het Plant soen, verzocht B. cn W. het dan nog rer- leerende doel van dat gebouw, als compen satie voor het verlies van zijn rechten in ae stichting, eveneens aan zijn vereeniging over te dragen om daarin een bewaarschool te vestigen. Vaar nu het gebouw zich zocr bezwaar lijk leent voor een splitsing in twee gelijke dcelcn, kwam aan B. en V. algeheele over dracht der riantsoenschool gewenscht voor, mits het bestuur aan de Vereeniging voor Christelijk Onderwijs een bedrag van 12850 in de gemeentekas stort. Zij stellen den Raad voor in dien geest te besluiten. Ondeishanische verpachting van de Spanjaardabreg. Ie overeenstemming met het advies van ds Commissie van Fabricage, geven B. en V. den Raai in overweging de invordering van dc bruggelden aan de Zjjl- of Spanjaards- brug wederom voor den tijd van drie jaar, ingaande 1 Mei 1925, ondershands op te dragen aan J. Wesselman, tegen een door de gemeente te betalen vergoeding van 1650 per jaar. Tot dusver bedroeg do ver goeding {700 per jaar. Leermiddelen aan de Ghi. Schoei voor U. L. O. aan het Noordeinde. Bij op 9 Maart j.L door den Raad om praeadvies in handen vau B. en W. gesteld adres verzoekt het bestuur der Vereeniging voor Christelijk Onderwgs alhier, een be drag van f778.50 beschikbaar te stellen voor de aanschaffing van leermiddelen voor zijne school voor uitgebreid lager onder wijs aan het Koordeinde 40. Ter toelichting van zijn verzoek merkt het bestuur op, dat de 2e klasse sedert de oprichting ^ler school op 1 Juli 1921, nimmer meer dan 18 leer lingen telde, en dat die klasse thans 86 leerlingen telt, zoodat voor 18 leerlingen méér' leermiddelen noodig zjjn. Kaar de meening van B. cn W. betreft het hier niet een onderhoudsuitgave, welke zou moeten worden bestreden uit de inge volge art. fOl der wet jaarlijks to ver-, leenen exploitatievergoeding, maar een ka pitaalsuitgave als in artikel 72 der wet ledoefd, omdat de aanschiffing een gevolg is van aanzienlijke vermeerdering vau leer lingen. Mitsdien geven zij den Raad in overweging te besluiten: medewerking te verleenen aan het bestuur der Vereeniging voor Christelijk Onderwijs. De concessie aan de L. D. W. M. met 10 jaar verlengd. Op 1 Januari 1927 loopt de bij raads besluit van 25 December 1876 aan de bee- ren mr. W. van der Vliet, te Amsterdam, en mr. O. Bosch Eeitz, te Den Helder flater overgedragen aan de Leidsche Duinwater- Maatschappij ingevolge raadsbesluit van 8 Maart 1877) voor den tijd van 50 jaar ver leende concessie voor het maken, aanleggen en exploitecren van een waterleiding van de duinen nabfj Katwijk tot en in de gemcento Leiden af. Ingevolge artikel 22 der concessievoor waarden is de gemeente gerechtigd, om de zaak met alle gebouwen, inrichtingen, ma chinerieën, buizen, pijpen en in het alge meen wat tot de waterleiding^behoort, over te nemen tegen betaling aan concessiona rissen van het twintlgvoud der gemiddelde netto opbrengst over het 47ste, 48ste en 49ste jaar, terwijl bij niet overname de con cessie telkens gedurende 25 jaren wordt verlengd. Op grond van gegevens achten B. en V,. overneming vau het bedrijf na het ein digen van de loopende concessie niet in het belang van de gemeente eir moeten derhalve ontraden tot die overneming te besluiten. Nu zou echter, zooals uit het voorgaande blijkt, vau niet overneming het gevolg zjju, dat de concessie voor den tijd van 25 jaren onder de bestaande voorwaarden werd verlengd. Met het oog op de onzrkere toestanden en de wjjziging van de omstandigjsedeD. die iu e:n dergelijk tijdsverloop kan plaats heb ben, achten i). en W. een verlenging ge durende zoo langen tfid niet gewensent en rij traden daarom met de Leidsche Duin water-Maatschappij in overleg, teneinde met haar tot een andere regeling te komen. De Leidsche Duinwater-Maatschappij bleek hiertoe bereid. In plaat3 van een verlen ging van de concessie voor den tijd van 25 jaren, heeft de Maatschappij toegestemd in een verlenging van de concessie met 10 jaren, of liever in een wijziging van de bestaande concessie in dien zin, dat de duur dier concessie in plaats van op 50 jaar wordt gesteld op GO jaar, dat een intensiever toezicht op de gestie van de maatschappij is gewaarborgd en dat voort aan do uitkomst van de laatste vier jaren bij de verrekening van den overnameprijs in aanmerking komt. De grootere bate ten- I gevolge van de wijziging van het tarief voor het grootwaterverbruik in 1922, die thans niet medetelt* voor de berekening van de winst bfj evontueeie overname van het bedrijf, zal uit den aard der zaak ook voor het 57ste t.m. het COste jaar der concessie niet medetellen voor de bereke- j ning van de overnemingssom. Een nieuw speelveld ten dienste van sport- clnhs nabij de Wilhelminabrng. Zooals bekend, werd in 1923 van do pro vincie Zuid-Hollnnd met ingang van 1 Ja nuari 1925 voor den tijd van 10, jaar ge huurd het terrein aan den Hooge-Rijndijk, nabij de Wilhelminabrug, teneinde uit te doen bezigen voor speelterrein. Een gedeelte van dit terrein had de gemeente met toe stemming van God. Stalen reeds van 1923 af in onderhuur. Nu de gemeente met 1 Ja nuari j.l. ook de beschikking over het an dere, Zuidelijke gedeelte, ter grootte van 1.3 H.A. heeft verkregen, is door D. en W. overwogen, of er geen aanleiding bestaat, ter bestrijding van de werkloosheid bedoeld stuk land door werkloozcn geschikt te doen maken als speelveld (en dienste van sport clubs met de bedoeling dit gedeelte van het terrein alleen voor het meer gereglemen teerde spel open te stelten. De kosten van het in orde maken van bovengenoemd terrein worden geraamd op 1 15.300. Het rijk is bereid 40 pCt., d.i. on geveer f 4200, in de kosten der loonen bij to dragen, mits in de eerste plaats werk loozcn, bchoorend tot die categorieën, waar voor het Rijk een subsidio in de steunver lening bijdraagt, te werk worden gesteld en een loon van 35 cent per uur, hetwelk in tarief met 25 pCt. kan worden verhoogd en derhalve dan 44 cent kan bedragen, wordt betaald. De voor do gemeente blijvende koslen be dragen dan f 11.100. Nieuwe gelden behoeven hiervoor niet te worden toegestaan, aangezien de koslen kunnon worden bestreden uit de op de be grooting 1925 beschikbaar gestelde som van f 200.000.voor sleun aan uilgelrokkcn werklóozen. Uit adminstratief oogpunt is het echter noodig do begrooling te wijzigen. Eeu nieuwe betonvloer in de rnnderslaohthal van het Openbaar Slachthnis. Overeenkomstig het advies van da Com missie van Beheer èver hel Openbaar Slachthuis, geven_R. en \V. den Raad in overweging liet maken van een nieuwen gewapend betonvloer met bijkomende wer ken in de runderslachthal van hel Openbaar Slachthuis, onderhands op te dragen aan de Brcdasche Beton-Maalschappij v.h. II. Vricns te Breda voor de som van f 6180. Geen wijziging in hel toonstelsel van de Stedelijke Werkinrichting, Door de hoeren Van Stralen, Wilmans cn Knuttel werd voorgesteld artikel 2 van het Reglement voor de Stedelijke Werkinrich ting te Leiden in dien zin le wijzigen, dat de geldelijke belooning voor den verrichten arbeid geheel aan de verzorgden wordt uit gekeerd. Zooals bc-kcr.d is. wordt ingevolge hel be slaande nrlikel, zooals dat luidt na de bij verordening van 20 September 1918 daarin gebrachte wijziging, de geldelijke belooning voor den verrichten arbeid weliswaar slechts ten dcele aan de verzorgden wordt uitgekeerd, doch heeft het bestuur der in stelling. den directeur gehoord, de bevoegd heid. om in bijzondere omstandigheden le besluiten, dat liet gehccte loon aan den ver zorgde wordt uitgekeerd. Het aan het slot van hun toelichting door de voorstellers medegedeelde, dat de opbrengst van den verrichten arbeid ten d e e 1 e (voor drie vierde) wordt uitgekeerd en het overige aan de instelling ten goede komt, is dus volgens B. en W. onjuist, althans onvolledig. Van de bevoegdheid om het volle loon uit to betalen wordl door het bestuur dan ook dik wijls gebruik gemaakt. De moerderheid van hel bestuur wil dan ook den beslaanden toestand handhaven en elk geval individueel beoordeelen. Met dit gevoelen kunnen D. en W. zich volkomen vereenigen, waarom zij voorstel len het voorstel Van Stralen c.s. niet aan te nemen. Het vermenigvnldigingscijfer voor de plaat selijke inkomstenbelasting 0.9. Met het oog op den aanvang van het nieuwe belastingjaar (1925/26) op 1 Mei e.k. behoort thans door den Raad te worden overgegaan tot vaststelling van het verme- nigvuldigingscijfer, hetwelk henoodigd is om de vereischle opbrengst Van do inkom stenbelasting te verkrijgen. Dit cijfer kan, zooals bekend, alleen door raming worden verkregen, waarvoor de ge gevens slechls kunnen worden onllcend eenerzijds aan belgecn op de begrootfng voor 1925 als opbrengst van de inkomstenbelas ting is uitgetrokken en anderzijds aan bet geen in de eerste drie maanden van 1925 aan uitkeeringen'van hel Rijk reeds werd ontvangen, te vermeerderen met de naar raming nog te ontvangen uitkeeringen. Bij de raming van laatstbedoelde uitkeeringen kan uit den aard der zaak slechls worden gesteund op de cijfers, welke in hel over eenkomstige tijdvak van het jaar 1924 als uitkeeringen aan de gemeente len goede kwamen. Op de begrooting voor 1925 werd nis öp- brengst van de belasting naar het inkomen geraamd f 1.900.000, zijnde f 100.000 min der dan voor 1924, toen een bedrag van f 2.000.000 werd uitgetrokken: het vermc- higvuldigingscijfer behoort derhalve zóó te worden gekozen, dal de voor 1925 geraamde opbrengst wordt verkregen. Over de maanden Januari, Februari en Maart 1925 werd, hoewel blijkens do toe lichting tot de begrooling voor 1925 over die maanden een ontvangst werd verwacht van f550.000, slechls ontvangen f525.C45.17 of rond f 625.000, zijnde f 25.000 minder. In Auguslus e.k. kan worden tegemoet gezien de afrekening van de over liet be lastingjaar 1924/25 genoten 9 uitkeeringen tot een bedrag van naar raming rond f 400.000, terwijl de slotuitkeering in de maand April 1926, welke nog ten voordeele van den dienst 1925 komt. op pl.m. f 225.000 kan worden geraamd. Omtrent hetgeen vermoedelijk zal worden ontvangen wegens de G uitkeeringen over de maanden Juli tot en met December 1925 van het belastingjaar 1925/20, kan worden me degedeeld, dat deswege over gelijk tijdvak in 1924 werd ontvangen rond f 803.000. In dien evenwel, zooals bij de vaststelling van de begrooling werd becijferd, hel vermenig- vuldigingscijfer, dat door den Raad voor 1924/25 op 1 werd vastgesteld, met 1/10 wordt verminderd, moet dit bedrag ook 1/10 lager worden gesteld eri kan het dus slechts op rond f 720.000 worden geraamd. RECLAME. Ik zei hef je al.mef een beefje' bruine Erdal doe je wonderen. C925 Dc totale opbrengst zat derhalve naar ra ming bedragen: f 525.000 -)- f 400.000 f 225.000 f 720.000 f 1.870.000, d. i. f 30.000 minder dan op de begrooling werd uitgetrokken. Volgens deze berekening zal de geraamde opbrengst dus niet ten volle worden bereikt Niettemin achten D. en \Y. de reeds in het vooruitzicht gestelde belastingverlaging niet onmogelijk. In aanmerking moet toch worden genomen, dat dc uitkeeringen, die in 1921 uit de opbrengst van het belastingjaar 1924/25 werden ontvangen cn welke hier voor al3 maatslaf worden aangenomen, werden gedrukt door oninbaarverklaring van velerlei poslen, die tengevolge van den achtersf&nd bij de invordering door do Rijks belastingadministratie niet meer verhaal baar waren gebleken. Nu mag worden ver wacht. dat de invordering meer regelmaiig zal geschieden, zullen de over het tijdvak Juli tot en met December van dit jaar te ontvangen uitkeeringen moer normaal zijn. Inlusschen is groote voorzichtigheid ge raden. Sinds de heffing en invordering van de gemeentelijke inkomstenbelasting buiten de bemoeienis van de gemeente werden ge steld, kunnen zich, zooals hiervoor reeds bleek, verschillende omstandigheden voor doen, die van beteekenenden invloed zijn op de opbrengst van dc belasting en waarop bij dc vaslstelling van het vermcnigvuldigings- cijfer met geen mogelijkheid kan worden gerekend. B. en W. denken hierbij o.a. aan, de voorgenomen wijziging van de wet op de* Rijksinkomslenbelasting. Op grond van oen en ander zijn zij van oordcel, dat voor hel belastingjaar 1925/2C met een vermcnigvuldigingscijfer van 0.9 kan worden volstaan. Mocht het onlwerp tot wijziging van de wet op de Rijksinkomsten- belasting tot wet worden verheven, dan is het, afgezien nog van verdere onvoorziene omslandighcden, naar hun mecning aan ernsligen twijfel onderhevig, of dit verme- nigvuldigingscijfer ook voor volgende jaren zal kunnen worden gehandhaafd. Het domeinbezit van den Staat. Do Ministers van Financiën en van Binuetl- Iar.dscke Zaken en Landbouw bobben be noemd een commissio tot bet instellen van een onderzoek naar do vraag op welke wijze het beheer van het domeinbezit van den Staat op do meeat economische wijze zou kunnen geschieden, ten einde, met be houd van de noodige waarborgen ter voor koming van waardevermindering of veriies venies van eigendom of bezit, de uit <5L domeinen voor den Staat te verkrijgen voor deden zoo groot mogelijk te doen zijn. De commissie is uitgenoodigd omtrent d« uitkomsten van haar onderzoek niet bekwa men spoed een rapport uit te brengen. Oorspronkelijke delective-roman door R- J. BRANDENBURG. S) „Ik w i 1 mijn taak volbrengen", zei Dagny koel. „Ik wil hel". Uil haar oogen straalden een stalen wilskracht, een taaie vasthoudendheid, bijna koppigheid. ,,lk hoop dal u succes zult hebben. En laat ons nu afspreken, dat we elkaar niet meer zien zullen, voordat u resultaat keef! bereikt". „Best", antwoordde liet meisje, - Mr. v. W. nam afscheid. Daarop stond ook-Dagny op. „Gaat u al heen?" vroeg Yan G. haar begeleidend. „Ik ga aan 't werk". „En ik ben tot nietsdoen gedoemd. Dat is nog liet ellendigste van alles", zuchtte Y&n G. „U kunt er op rekenen. Als ik li noodig heb, bel ik u op of kom ik zelf'. Ke druklen elkaar de hand. „ik wilde dat liet spoedig zoover was". „Ik ook, maar ik vrees dal het nog wel eon paar dagen zal duren". „Veel succe s", wensohte Yan G. de woor den vaal mr. Van W, herhalend. Huilen gekomen zag-Dagny dat haar tsxi stond te wachten. Ze xcker.de af en zond den chauffeur weg. Ze had Behoefte ÓM 'te .wandelen. Om in de frissclio lucht le ademen, om een flink eind le loopen. Ze zag voor izicli hel bleeke gelaat van kapitein. Yan Til. En ze zei lot zichzelf dal ze niet zou rusten voor ze de bedrijvers vdn deze snoode daad had gevonden en voordat zo het levenswerk van den vermoorde uit hun handen had gerukt. Ze merkte niet hoe de middagzon haar met 'haar zachte straten «Is liefkoosde, ze zag niet hoe de gouden bladeren van de booraen dwarreldert en de takken naakt, zich afteekende tegen de heldere lucht, HOOFDSTUK V. Uit het dagboek van luitenant Van G. Hier volgt een uittreksel uit het dagboek van dc luitenant Van G. dat deze aanlegde om de verveling le verdrijven. 2 November. Al een paar dagen heb* ik niets vernomen van juffrouw Dc BTuin. En ik moet eerlijk bekennen, dat het nietsdoen me braaf de keel gaat uithangen. Vrijdagmorgen ben ik naar de begrafenis van kapitein Van Til geweest. Het was nevelig en voohtig-koud op Eet kerkhof. Je weid er miserabel van. En thuis heb ik een form en cocktait naar bin nen geslagen om weer op m'n verhaal Je komen. Brrr. Ik ken niets ellendiger dan een der gelijke plechtigheid bij te wonen c-n toch wilde ik cr mij van zelf niet a.an onttrek ken. Een Begrafenis met militaire eer, Hoe luguber is het salvo dat tot afscheid in do geopende groeve wordt afgeschoten. Ik word er altijd koud van in merg en been Familie schijnt de arme kerel niet te hebben gehad. Alleen een oude oojn, leeraar aan "een H. B. S. ergens in Overijsel, een ocihtc kamergeleerde, bleek en met oen grooten hoornomranden bril. Gelukkig liepen er nog al wal kameraden achler do baar. Natuurlijk was cr de majoor Z. de direc teur van de Hembrug. Die heoft een echt hartelijke rede gehouden, waar we alle maal van onder den indruk kwamen. Jong, veelbelovend officier, ontijdige dood, aan grooie verwachtingen den bodem ingesla gen. Dat was de eenige toespeling op dé ge heime proefnemingen, Ik was blij dat ik weer thuis was, in m'n hotel, bedoed ik. De dagen breng ik voornamelijk door met liet lezen van romannetjes, die ik door iden chasseur uit de bibliotheek taal 'halen. De knaap moet zich wel verwonderen over de groote hoeveelheid lectuur, die ik verslind. Ik heb ook een raar boek gelezen van dien Franschen schrijs'er, die pas overleden Is, een verhaal van een monnik, die z'n leven eindigt, zittende boven op een paal. Zoo'n soort gevoel van geïsoleerdheid heb" ik nu oedc. Ik ben van nature beweeglijk en acliel. Ik moet 's morgens een uur of wait rijden, gelukkig hebben ze in de manege behoor lijke paarden. Maar gek, ik voel nu op zoo'n tocht eigenlijk als een spijbelende school jongen, alleen met dit verschil, dat ik vroe ger zoo'n gevoel wel aangenaam (vond, ter- wij'. het me nu verontrust. Het eerste wat ik dam bij m'n terugkeer vraag is natuurlijk: Is er om mij getelefo neerd. En onveranderlijk is het antwoord: Ne#, mijnheer. Op die telefoon wacht ik, wacht ik in spanning. Ik durf bijna niet meer'uitgaan. En dan ga Ik maar een beeljo- zitten lezen bij het strijkje. Af on toe spreek ik eens een kennis, die belangstellend informeert, wat ik hier in Den llaag doe en die ik met een kluitje in het riet anoet sturen. En van alle invitaties, voor zoover die me tenminste builen m'n hotól zouden voeren ,maak ik af. Het is misschien stom. Maar ik wacht nu eenmaal op die tele foon, die maar niet komt. En ik zou eigen lijk voor geen geld van de wereld willen dat ik dan niet thuis was. Tocih zal dat wel weer het geval zijn. Zoo iel3 gebeurt altijd. Alleen 'smorgens. Ja, dan moet ik er uit. Als ik geen frisschc lucht heb gehapt, ben ik geen behoorlijk menscli. En lucht happen kim,je het beste gezcr tan op den rug van een goed paard. Vanmorgen heb ik een heerlijken ril door de duinen gemaakt, en toen langs de zee over het strand. Dan leef je cn liet is net of het paard het ook leuk vindt, 'k Trof van morgen een intelligend dier. Moet ik meer zien le krijgen. En terwij! de zeewind me óm m'n ooren speel', en de branding bruist, hoor ik ineens een slem in me: Nu moest ze je eens 1 reb ben opgebeld, Die gedachte laat je dan niet meer lo3 en holt in je hoofd rond, en bromt dat je cr do! Van wordit. Het heele pleizicr in den rit is je vergald. En je wendt den teugel en rijdt in gestrekts® draf naar de manege, waar de pikeur, met het uitgestreken gezicht, ver wonderd ls, dat je er al zoo gauw bent, „Bevalt het paard u niet?" v „Uitstekend, uilslekcnd". Je klopt het dien liefkozend op den hals. En dan als een haas naar Centraal. Weer niels. Niets. Ifet is or een schaterend gelach in je ooren losbarsl, hel gelaat van duizenden van kleine kwelgeesten. En je scheid je zelf uit voor lomperd en domoor. Maar bet geeft allemaal niets. Waar mag het meisje toch zitten, wat vooridt ze uit. Leeft r: nog? Ze moofi'. toch werkelijk wel zoo beleefd fijn cn mij iederen dag even opbellen om me te laten weten dat ze nog beslaat. Maar met zulke kleinigheden houdt ze zich niet op. Toch eigenlijk idioot van Van \V. dal hij aan dat meisje zoo'n scrieuse opdracht heelt gegeven. Voor dat vuile werk is het kind eigenlijk vee! te aardig cn lief. Wanneer ik niet zoo'n reuze-vertrouwen had in Van W. om zijn onfeilbaar door zicht en groote menschenkcnnis, zou ik het allcrbclachelijk3l Tinden. nel eenige verstandige van Yan is dat hij meina Wendgkcit aan juffrouw De Bruin heeft toegevoegd. Maar dat schijnt ze lang nic! naar waarde (e apprecieeren. Een zelfstandig meisje. Ze schijnt van advies niet gediend te zijn, Zou ze al wat ondekt hebben? Ik heb er een beroerd beetje fiducie in. Toch wet kranig van haar om zoo'n taak op zich te nemen. Er zouden heel wat man nen voor teruggedeinsd zijn. Ja, bang is ze zeker niet. Als ze maar niet onvoorzichtig is. (Wordt vervlg-l). i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5