HET NOODLOTTIGE GAS
No. 19968.
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 16 April
Tweede Blad. Anno 1925.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Inkrimping van den Zomertijd,
De heer Braat heeft bij de Tweede Kamer
een initiatief-voorstel ingediend tot wijzi
ging van de wet van 23 Maart 1918, gewij
zigd bij de wet van 22 Maart 1922 tot tijde
lijke afwijking van de wet* van 23 Juli 19
tot invoering van een wettelijken tijd.
Het doel van dit wetsvoorstel is, om den
voor velen in den lande zoo schadelijken en
hinderlijken zomertijd op een korlercn tijds
duur te brengen. Herhaaldelijk is van ver
schillende zijden, w: o. vooral vele leden
van onze wetgevende lichamen en de Tijd-
commissie, op een compromis aangedron
gen, en rekening houdende met het feit, dat
de Eerste Kamer reeds tweemaal de geheele
afschaffing van den zomertijd met groole
meerderheid heeft afgewezen, wil de voor
steller door dit wetsvoorstel trachton tot
een vergelijk te koinen.
Op blz. 31 van he-t rapport der Tijdcom-
missie leest men, dat in April de ochtenden
nog zeer kil zijn en dat de avonden toch
nog niet lang genoeg zijn, om ze voor
bezigheden en genoegen in de buitenlucht te
kunnen bezigen, wat zeer zeker juist beoor
deeld is. Echter is de voorsteller van mee
ning ,dat die tijd nog wat kort genomen is
en z.i. mag men veilig aannemen, dat de
genoemde herwaren gulden lot aan het
einde van Mei.
Dit gaf den heer Braat aanleiding, om in
het belang van hen, die des morgens vroeg
moeten opstaan, om te gaan melken of in
't veld moeten zijn* om de in dien tijd nog
teere planten van onkruid te ontdoen, voor
te stollen om den zomertijd niet vóór 1
Juni te laten aanvangen, en, met het oog
op het des morgens langer donker blijven,
niet langer te laten voortduren dan tot het
©inde van Augustus.
Vele mensphen zuilen door deze regeling
gedeeltelijk van den zwaren druk van den
zomertijd ontheven worden.
De heer Braat acht het niet noodig, alle
bedrijven, waarin die menachen werkzaam
zijn, op te noemen, aangezien die in den
laatsten tijd bij de behandeling van den zo
mertijd in de Eerste en in de Tweede Ka
mer, evenals in het rapport der -Tijdcom-
missie, reeds vaak genoemd zijn.
Aan de uitvoering van het geadviseerde
in-het rapport van de meerderheid der Tijd-
commiesie om de klok 40 minuten vooruit
te zetten, zijn naar de meening van den
voorsteller bezwaren verbonden, omdat dit
de verwarring, vooral ten platteland©, waar
toch de zonnetijd gehandhaafd moet blij
ven, nog grooter zal maken dan door een
uur vervroeging.
Het uitrekenen van den lijd zal voor
velen een groote moeilijkheid blijken tc
zijn, zoowel wat betreft den stadslijd als
den plaltelandstijd.
Tot het in den winter 20 minuten achter
den AmsLordamsohen lijd zetten van dc
klok, zooals de Tijdcoinmissie zich dat voor
stelt, doet.de heer Braat geon voorstel, aan
gezien noch in woord noch in geschrift is
gebleken, dat in Nederland eer.ige behoefte
daaraan bestaat.
Gezien het voorstel van de Tijdcommis-
sie, om in don zomer de klok 40 minuten,
vóór en in den winter 20 minuten nil Am-
sterdamschen lijd te zetten, zou in dezen
het beete compromis zijn den Amsterdam -
sohen tijd te handhaven, doch daar de Eer
ste Kamer meer oveihclt naar oen midden-
Europeeschen tijd, zij het ook voor een be
paald tijdvak van ieder jaar, is door den
voorsteller dit wetsvoorstel ingediend, in de
hoop, dat, de Nederlandsohe regeering wel
rekening zal willen hóud-en met de wen-
schen en de belangen van dat gedeelte der
bevolking, dat door den zomertijd slechts
onaangenaamheden ondervindt.
Chrisielijk-Historische Unie.
Gisteren is te Utrecht een algemcene ver
gadering van de Christelijk-Historische Unie»
gehouden.
Bij ontstentenis van d< n voorzitter, mr. J.
Schokking, wegens ziekte, opende de vice-
voorzilter der Unie, prof. dr J. R. Slotemakerv
de -Bruine, de vergadering mei een rede,
waaraan-het volgende is ontleend:
-Spreker begon mot een woord van syrn-
Oorspronkelijke detective-roman
door R. J. BRANDENBURG.
2j
Even later kwam do minister van oor
log, kort van gestalte, met achter z'n bri'lle-
glazen vroolijk rondkijkende oogen.
Toen hij 't verpletterend nieuws vernam,
\v?rd hij vuurrood, sprong van zijn stoel en
wilde uitvaren legen den directeur.
De premier legde kalmeerend zijn hand
op den arm van zijn collega van oorlog,
keek hem met z'n donkere oogen afkeurend
aan en dwong zoodoende dezen weer plaats
le nemen.
De directeur verleide mei horten en stoo-
ten.
De kapitein Van Tit was Maandagmor
gen omstreeks tien uur aan de Hembrug
geweest, waarschijnlijk om z'n aanleeke-
ningen te halen. Persoonlijk had de direc
teur hem niet gezien, wel echter hadden
enkele andere officieren hera opgemerkt.
Een van hen had nog enkele woorden met
hem gewisseld. Wanr.cer de kapitein weg
gegaan was, wast hij niet precies, maar het
moest niet lang daarna geweest zijn, want
op dc lunch van halfeen had hij zich tegen
z'n gewoonte niet laten zien. Ook 'e mid
dags had geen mens oh den kapitein opge
merkt en vanmorgen toen de directeur eens
Wj hem in-het laboratorium was gaan kij
ken, wt» hij ©r niet geweest, Pe directeur
had toen rijn woning in, Amg'.yidam opge-
pathie, d. i. medeleven en medegevoel, met
dr J. Schokking, en sprak de beste wenschen
uit voor rust, voor berusting en vooral voor
herstel.
Daarna herinnerde spreker aan de aan
slaande verkiezingen en zeide-
Drieërlei is er, dat ons noopt, aan ons zelf
met ernst te herinneren- wie zijn wij. Eerst
do alledaagschheid, die aan ieder bekend is:
wij leven onder het stelsel der evenredige
vertegenwoordiging. Iets nieuws kan nie
mand daarover zeggen, maar niet zeker is
het, dat ieder het oude en bekende doorziet.
Het stefsel noopt iedere partij om geheel zich
zelf te wezen; los van alle andere.
Naast de evenredige vertegenwoordiging
treedt de criliek op de werking van het par
lementaire stelsel.
Ieder denkt hier aan de „Nationale Unie",
die zich tot ons volk heeft gewend. Afgezien
van alles, wat aan het onderwerp in andere
tijden te zeggen viel en wat nu rusten blijft:
ik acht de gestie weinig tactvol en niet na
volgenswaardig
Indien iemand, die in de rechlsche politiek
een plaats van beduidenis innam lot voor
zeer korten tijd niet iemand uit onze
rijen tlians aan dit nieuwe streven zijn
naam verbindt, dan moge het weinig tact
vol wezen, karakter toont hel wel.
Een derde drangreden voor het stellen van
een vraag:-..Wie zijn wij In de Roomsch-
Katholieke Staatspartij gist het En zij omvat
dertig procent van ons parlement. Dus is dit
procos, reeds uitwendig en tactisch en prac-
lisch bezien, gewichtig.
Wat wil bij de komende stembus onze
Christclijk-Hislórische Unie?
Met velen staan wij pal voor onze consti-
tutioneole instellingen. Hiermede is tweeërlei
gezegd. Want wij hebben een monarchie en
een constitutie. De monarchie in liet Huis
van Oranje; het Vorstenhuis, dat allernauwst
met ons volksleven verbonden is geweest
lang vóórdat de latere vorm: het koningschap
en het constitulioneele koningschap dit
groeiende en gegroeide consolideerde. Zoo is
Oranje voor ons de drager van de beste volks
tradities.
Met iets minderen slaan wij als politieke
partij voor de geestelijke goederen van ons
volk. Ook in den diepsten zin, dat wij de
fundamenten van ons v volksbestaan als
Christelijk kennen.
Met nog minderen slaan wij, als wij het
zoo geleekende politieke laven aan staan
zien :hisloriscih, d. i. ten onzent: in pro-
testantschen geest. Waardig van geestelijke
goederen zeker, maar geestesvrijheid te
gelijk.
Hot is cihristclijk-hislorisch om nationaal
te zijn ook in dezen zin, dat die nationale
instellingen zooveel doenlijk open blijven
voor den geest des Evangelies. Het bijzon
dere slechts, als het onvermijdbaar is. Dan,
ja dan, heerechte het met kracht. Doch dan
ad'leen, en ook dan nog met het besef, dat
het ideaail elders ligt.
Na versc'hilionde kleinere staalkundige
richtingen te hebben besproken, zcide spre
ker.
De groei der Unie in de laatste jaren is
niet voor het kleinste deel te danken
aan.predikanten, die vroeger politiek af
zijdig stonden,'die om hun verantwoorde
lijkheidsgevoel thans dat standpunt hebben
prijs (jjegeven en kwamen tot de Unie. Maar
dat is de overtuiging, dat binnen de Unie
een plaats zou wezen voor hun friseh-
sociaal willen en hun warm-sociaal gevoel.
Ook deze mannen zijn er met hun ganschen
kring.
Wij moeten binnen onzen kring de ruim
te hebben en den wil om economische, so
ciale en kerkelijke vragen op te lossen in
onderlingen goeden wil, zonder onderiinge
twisten. En daarvoor zorgende, moeten wij
in hel politieke-leven slaan mot onze ge
zamenlijke kracht, uil ons gezamenlijk be
ginsel.
Wie slaat voor ons nationale leven, die
vindt de Unie tot steun bereid. Met volte
aandacht voor het groeien van de vredes-
insUtuten, zullen wij voor de verdediging
van on3 vaderland staan. Met volle eerbie
diging van ieders vrijheid voeren wij tegen
de ontkerstening onzer openbare instellin
gen het pleit Met het accent op een taak
der overheid in zake de zending achten wij,
dat volkomen vrijheid slechls behoedzaam
komen kan.
held en de huisknecht had hem meegedeeld
dat kapitein Van Til gister-, dus Maandag
morgen om negen uur op den gewonen tijd
z'n woning had verlaten om ziel» naar den
trein to begeven voor z'n reisje naar de
Hembrug. Tot op dit oogenblik was de kapi
tein nog niet teruggekeerd. De huisknecht
begreep er niets .van. De directeur was te
ruggesneld naar het laboratorium, had in
het daarin afgeschoten kantoortje de brand
kast geopend.
De aanlcekeningen, waarin in scheikun
dige formules de proeven waren vastgelegd,
lagen er niet in. Sporeh van inbraak waren
er niet. Het lag dus voor d© hand dat de
kapitein den vorigen dag de aanteekenin-
gen gehaald cn mee naar huis genomen
had, om ze daar verder bij te werken, iets
wat wel meer geschiedde. Vermoedelijk was
de kapitein met z'n aanleekeningen onder
weg opgelicht, of, en in zekeren zin hoopte
de directeur, dat dit het geval zou zijn,
was den kapitein een ongeluk overkomen.
In dat geval zou men naar alle waarschijn
lijkheid de kostbare aanleekeningen terug
kunnen vinden.
„Nu welen de heeren er alles van", be
sloot de directeur van de Hembrug opge
lucht zijn verhaal en wischte zich met rijn
zakdoek het voorhoofd af,
„Het wil mij vooricomen.begon de
minister van oorlog.
„Dat de directeur aan dit geval totaal
onschuldig is", viel hem de premier in de
rede. „Want naar alle waarschijnlijkheid
heeft alles zich buiten de terreinen van de
Hembrug afgespeeld en verder strekt zich
de verantwoordelijkheid van den direc
teur niet uit".
„Wanneer ik mijn opinie in deze zaak
Met een woord van dank aan God be
sloot spr. zijn rede.
De rede werd aan het ©inde door de zeer
druk bezoohte vergadering luide toege
juicht.
Onder daverend applaus weid besloten,
aan H. M. de Koningin een telegram van
huldebetoon en aan den voorzitter, mr.
Schokking, een telegrafischen wensch voor
een spoedig herstel te zenden.
De heeren mr. J. Schokking, te Leiden,
J, ter Haar, te Amsterdam, en mej. mr. C.
F. Ka-lz, te Amsterdam, werden als bestuurs
leden herkozen
Daarna werd hel onlwerp-verkiezings-
manifest. indertijd reeds door ons vermeld,
behandeld.
Bond van Staatspensionneering.
Te Arnhem is gisteren de 25ste algemeene
vergadering gehouden van den Bond voor
Staatspensionneering. Wegens ongesteldheid
van den voorzitter, ds. Spaargaren, werd de
vergadering gepresideerd door prof. mr. J. E.
Heercs. Deze wees er in zijn openingswoord
op. dat het jaar. waarin de Bond het 25-jarig
bestaan viert, tevens is een jaar voor de
Kamerverkiezingen. Het Staatspensioen is
een politiek vraagstuk geworden. De ver
kiezingen zijn dan ook het voornaamste
middel om het Staatspensioen te bereiken.
Hel gevaarlijkste wapen tegen het Staats
pensioen i3 de bezuinigingsleuze. De leden
van den Bond zien natuurlijk ook zeer goed
de gebiedende noodzakelijkheid, dat ook de
Slaat in zijn uitgaven bezuinigt, maar het
is hun niet onverschillig hoe er bezuinigd
wordt. Zij willen niet bezuinigen op die uit
gaven, welke het zedelijke karakter van de
Nederlandsche gemeenschap aantast. Zij
willen niet, dat het in onzen tijd nog moge
lijk is, dat menschen, welke tegenover die
gemeenschap hun plicht hebben gedaan, af
hankelijk van hun medcmenschen zijn, als
hei geldt hun levenseinde zonder gebrek te
bereiken. De oude van dagen moet weten,
dal hij, wanneer hij 65 jaar is, het goed ge
dragen pakje kan neerleggen cn dat de ge
meenschap hem daarin ontlast, omdat die
gemeenschap erkent de waarde, die zijn
werk voor de gemeenschap heeft gehad, en
tevens erkent, dat hij onbezorgd die rust
mag genieten, die hij zichzelf wcnscht te
geven.
Bij de a s. verkiezingen moeten de leden
van den Bond zooveel mogelijk aansturen
op het doel van den Bond, het tot-sland-
komen van een wet, waarbij aan alle Ne
derlandsche mannen en vrouwen op een
nader'bij de wet aan te geven leeftijd recht
wordt toegekend op een gelijk Staatspen
sioen, zonder premiebetaling.
Spr. eindigde zijn rede met den wensch
uit te spreken, dat de verkiezingen van 1925
den Bond verder zullen brengen naar de
vervulling van dien eisch.
Het jaarverslag over 1924 werd daarna
goedgekeurd.
De begrooting voor 1926 werd in ont
vangst en uilgaven vastgesteld op f 15.167.
Ds. J. J. T. Spaargaren werd als lid van
het hoofdbestuur herkozen. Jn de vacature-
prof. Ilecrcs en M. Goud, die niet herkies
baar waren, werden benoemd de heeren
P. J. Oud en ds. Baar, le Alkmaar.
Daarna hieJd de heer C. van der Velden,
lid van het hoofdbestuur, een inleiding over
de Tweede-Kamer-vcrkiQzingen. Hij spoorde
aan tot propaganda voor Staatspensioen bij
alle menschen in alle kringen, opdat men
kor.J tot een meerderheid voor Staatspen
sioen in <fe Kamer, onverschillig uit welke
partijen.
De afdceling Groningen stelde voor, voor
de komende Kamerverkiezingen een eigen
candidaat le stellen.
Na uitvoerige discussie bleek, dat de meer
derheid het standpunt van den heer van der
Velden sleuol en geen eigen candidaat voor
de Tweede Kamer wensdit.
Dc vergadering werd daarna gesloten.
Commissaris van de Koningin in Groningen.
ingang van 1 Juni is aan jhr. mr. E.
Tjarda van Slarkcnborch Slachouwer, Com
missaris van dc Koningin in Groningen, op
zijn verzoek, op de meest eervolle wijze uit
gemeld ambt ontslag verleend, met dankbe
tuiging voor de vele gewichtige diensten,
door hem aan den lande bewezen, en is be
noemd tot Commissaris der Koningin in de
zou mogen uiten", sprak de minister van
financiën, „zou het aanbeveling verdienen
om het hoofd der plaatselijke recherche te
waarschuwen en op de hoogte te brengen".
..Ook van de uitvinding?" stiet de minis
ter van oorlog uit.
„Dat zal wel moeten", waa het kalme
antwoord.
„Daarmee^ga ik accoord", zeide de pre
mier en ging naar de telefoon.
Een kwartier later slapto een lange, ma
gere man binnen, wiens bleek gezic]^ werd
beschermd door een haviksneus, waaronder
de dunne lippen een streep trokken. De^
staal blauwe oogen glansden koefl. Op zijn
gelaat lag een uitdrukking van onverzette
lijke wilskracht.
Toen hij plaats genomen had, legde hij
de toppen van z'n lange, witte vingers te
gen elkaar-en keek over z'n handen heen
den spreker aan.
Dit was de minister van financiën, die op
de hem eigen, kernachtige wijze een exposé
van den toestand gaf.
Onbewogen, als een sleenon beeld, luis
terde hel hoofd der recherche toe.
„Mag ik cenige vragen stellen?" vroeg hij
tenslotte.
De premier knikte.
„Kunt u mij een beschrijving geven vao
het laboratorium an de ligging daarvan ten
opzichte van de andere gebouwan?"
„De directeur wï misschien deze vragen
wel beantwoorden?" vroeg de mfaieter van
financiën.
„Het laboratorium 'm »an alleenstaand ge-
touwtje, de ramen rijn van m&itfa*. Alleen
kapitein Van Tü is er Je. werkzaam en hoeft
%r de sleutels van. Ik nMuuiUjk ook.
M mogelijk te kapifadA in
provincie Groningen jhr. mr. A. W. L.
Tjarda van Slarkenborch Slachouwer, ge-
zanlschapsraad bij het gezantschap der Ne
derlanden te Berlijn.
Jhr. mr. A. W. L. Tjarda van Starken-
borch Stachouwer is 7 Maart 1888 te Gro
ningen geboren. Hij heeft daar gestudeerd en
is 11 April 1911 aan de Rijksuniversiteit te
Groningen op Stellingen gepromoveerd tot
doctor in de rechtsgeleerdheid. Als student
was hij in 1910 rector van het studenten
corps Vindicat Atque Polit.
Na zijn promotie is hij te 's-Gravenhage
korten lijd in de advocatuur geweest, totdat
hij in 1913 benoemd werd tot adjunct-com
mies bij het Departement van builenland-
sche Zaken. In 1914 werd hij benoemd tot
honorair attaché bij de Nederlandsche lega
tie le Brussel .in 1915 tot gezanlschaps-
attaché te Washington, in 1919 tot gezant
schapssecretaris le Parijs, in 1924 tot ge-
zantschapsraad te Berlijn.
In November 1915 is hij le Baltimore ge
huwd met mej. Chr Marburg, die hij had
leeren kerihen te Brussel, waar haar vader
toen gezant der Vereenigde Staten was.
Tijdens zijn verblijf in Amerika is hij ook
lid geweest van de Nederlandsche delegatie,
die heeft deelgenomen aan de conferenties
te Washington.
Candidaten van hel Vaderlandsch Verbond.
De leden van het Vaderlandsch Verbond
hebben bij gohoime schriftelijke stemming
voor de a.s. verkiezing van leden van de
Tweede Kamer de volgende (alphabetisch
gerangschikte) 18 personen candidaat ge
steld in den kieskring Utrecht:
1. Mr. dr. J. A. A. H. de Beaufort, ge
wezen burgemeester Van Soest, te Leusden
(Utrecht); 2. J. S van Braam, houtvester,
oud-inspecteur boschwezen Ned.-Indic, te
Rijswijk (Z.-H.) 3. M. I. W J. Bijleveld,
industrieel, oud-lid der Tweede Kamer,
's-Gravenhage4. Ir. A. A. Dobbc, gewe
zen adviseur verkeerswezen Ned.-Indië,- te
Numcn (N.-Br.); 5 A. F. L. Faubel, oud-
kolonel-hoofdintcndajit N. I. L., to 's-Gia-
venhage; G. Ir. P. F. fïubrecht, directeur
Cultuur-Maatschappij Ned.-Indië, te 's-Gra
venhage; 7. Jhr. mr. W. D. de Jonge, re
ferendaris Ministerie van Onderwijs, K. en
W. te '-Gravenhage 8 Mr. Ph. S. de Laat
de Kanter, oud-rechter Ned.-Indiö te 'e-Gra
venhago 0. M. J. van Löben Seis, steonfa.
brikant te Velp (Geldcrl.); 10. Mej. mr. J.
F. Lycklama h Nijoliolt, gowezen lid van
den Octrooiraad, te 's-Gravenhage11. Ir.
J. W. Nierstrasz, gewezen hoofdingenieur
Nod. Spoorwegen, te Hilversum12. Ir J.
C. Ramaer, oud-inspecteur-generaal Rijks
Waterstaat, to 's-Gravenhage; 13. W.
Stork, directeur Kon. Weefgocderenfabriek
te Hengelo (O.), te Dclden (0.); 14. G.
J. P. A. Thomson, luit.kolonel Kon. Mare
chaussee, te Vught (N.-Br.); 15 O. van
Tuinen, luit.-generaal, commandant vesting
Holland, 's-Gravenhage 16. J. Au Viruly,
gewezen burgemeester cn lid Prov. Staten
van Zeeland, 's-Gravenhage17. Prof. J.
Q. Cb. Voimer, hoogleoraar Handels Hoo-
geschool te Rotterdam, 13 Ft of. ir. C. W.
Weys, directeur Cultuur-Maatschappij op
Java, te 's-Gravenhage
Door loting is vastgesteld dat do lijst in
deze (alpliabetischc) volgorde zal worden
ingediend in kieskring XIII (Utrecht).
Dezelfde 18 candidaten worden in de
overige 17 kieskringen gesteld, doch aldus
gerangschikt, dat zij steeds, wat rangnum
mer betreft, regelmatig van plaats verwis
selen.
Voor de 19de en de 20ste plaats op de
lijst zijn in alle 13 kieskringen candidaat
gesteld.
19. Dr. F. J. Drukker, arts, gewezen lid
der Provinciale Staten van Groningen.
20. B. Wilton, oud-directeur, thans com
missaris van Wilton's Machinefabriek en
Scheepswerf te Rotterdam.
Daar de 13 lijsten verbonden worden, zijn
zij te beschouwen als één lijst, bevattende
dezelfde 20 namen.
De zetels worden toegewezen aan die
candidatgn, die door het geheele land de
meeste 6tcmmen op zich vereociigen.
laboratorium bedwelmd is en later wegge
voerd?"
„Dal zou locli gezien moeten zijn?"
„'s Nachts".
De directeur haalde de schouders op. „Er
waren absoluut geen sporen van oen wor
steling".
„Weel iemand dal dc kapitein zulke be
langrijke proeven neemt?"
„Behalve wij hier en den kapitein, nie
mand."
„Pardon, het laboratorium wordt niet be
waakt?"
„Neen, om de aandacht niet le trekken.
In overleg met den minister van oorlog
zelf..
„Ja, ja, dal is zoo", beaamde de minister.
„Kunt u mij ook zeggen, wat voor soort
man de kapitein Van Til is? Getrouwd?"
„Kapitein Van Til is niet getrouwd. Voor
zoover mij bekend 19, heeft hij zelfs in 't
geheel geen familie, behalve een paar oude
ianles en een ouden oom. Van Ti! leeft al
leen op kamera in Amsterdam, met een
ouden huisknecht, die hij al jaren heeft. Ik
weet dit, omdat ik -hem wel ééns een enkele
rnaa.1 heib bezocht",
Hoe waren zijn financieele omslandig-
heden? Speelde hij wed eens?"
„Van Til was eenigszins gefortuneerd, hij
behoefde niet van zijn tractement alleen te
leven".
Hier glimlachte de minister van financiën
even.
„Voor zoover mij bekend is, leidde hij een
teer regelmatig leven. Hij was een hard'1
werker. Ai te en in een mooi concert of ©on
mooitoon eel voorstelling stelde hij bc-ung.
Spelen za4 hij stelfcg nooit gedaan h -bben".
„Vrouwen
RECLAME
AFGELUISTERD GESPREK.
A.: Heb je gezien, hoe andere firma's* zich
tegen C. A 's voordeeljge Heercnklee-
ding te weer stellen?
B.: Ja, hel is vermakelijk. Het zal hun ech
ter toch niet baten. Beweringen helpen
niet. Het publiek ziet drommels goed,
dat C A. gelijkwaardige kwaliteiten
- veel goedkooper verkoopt. Als het niet
zoo was. behoefden de andere zich im
mers niet zoo druk te-»maken. Iluni
ondanks bewijzen zij zelfs, dat C. A.
toch yoordeeliger is, juist voor Heeren-
kleeding.
A.Ja, en heb je gezien, hoe druk het
daar is?
B.: Voor zulke lage prijzen is dat natuurlijk
geen wonder.
(Dit zegt genoeg).
Advertentie 6502
Prins Hendrik, die gisteravond voor
enkele dagen te 's-Gravenhage zou aanko
men, heeft zijn vertrek naar Den Hang uit
gesteld.
De Koningin-Moeder heeft gisteravond
het Diligontia-concert in het Gebouw voor
Kunsten en Wetenschappen in Den Hang
bijgewoond.
Bij Kon. besluit is aan A. van Lith,
op zijn verzoek, met ingang van 14 Mei,
eervol ontslag verleend als burgemeester
van Uitgeest, onder dankbetuiging; is be
noemd tot officier in de orde van Oranje-
Nassau A. F. H Reighard, oüd-dircctcur
van do bisschoppelijke kweekschool voor
onderwijzers te Echt, eorokanunnik van
het Kathedraal Kapittel van Roermond
is toegekend de aan de orde van Oranje-
Nassau verbonden ©eremedaille, in zilver,
aan J. Vorrescn, wonende te Ossondrechfc,
opzichter en bode bij de na&ml. vennoot
schap Steenfabriek ,,Do Vijver", to Wocns.
d recht.
De Bisschop van Haarlem, mgr. A. J.
Callier, heeft gisteren in gezelschap van
zijn beide secretarissen een bezoek ge
bracht aan dc tentoonstelling to Heemsted©
Do Bisschop werd ontvangen door den heer
Kr e lage, den burgemeester, jhr. Van Doorn,
"en dr. Droog, wethouder van Heemstede.
Naar gemeld wordt hebbon den Tweeden
Paaschdag 58 bezoekers van de tentoon
stelling een vliegtocht van.de K. L. M.
meegemaakt.
Dinsdagmiddag bracht minister Oolijn con
bozook.
Tc Utrecht is in den ouderdom van 64
jaar overleden prof. dr. W. H. Julius, hoog
leeraar in de faculteit der wis- en natuur
kunde aan de universiteit aildaar.
Dr. Willem Henri Julius werd in 1860
ie Zutphen geboren en is in 1888 te Utrecht
gepromoveerd op proefschrift: „Het warm te-
spectrum bij de trillingsperiode der mole
culen van eenige gassen." Van 18821890
was hij assistent aan het physisch labora
torium t© Utrecht en van 18801890 tevens
leeraar aan de burgeravondschool. In 1891
werd hij buitengewoon hoogleeraar te Ara-i
sterdam en in 1896 hoogleoraar in Utrecht,
waar hij proefondervindélijko natuurkunde,
physi9che aardrijkskunde en metereologlet
doceerde.
In 1889 heeft hij de gouden medaille ver
worven voor de beantwoording van een
prijsvraag over „Di© Lacht- und W&renebe-.
strahlung veihranntor Gase". uitgeschreven
door de Verein zur Beförderung des G©«
weihefleisses in Deutsohland.
Hij heeft deelgenomen aan de w©ten-
schappelijko expeditie naar Sumatra toé
waarneming van de totale zonsverduieW-»
ring op 18 Mei 1901.
De voornaamste werken van prof. JuliuA
zijn onderzoekingen, voornamelijk op hot
gebied van warmtestraling, dectiicileit,
physische toestand dpr zon, welke zijn go«
puhliceerd in dc werken der Kon. Academiè
van Wetenschappen, waarvan hij lid wat,
en in vaktijdschriften.
T© Zeist is de negende jaarlijks©!*»
algem©ene vergadering van den Bond vatf
Christelijke zangvereenigingen in Neder-
„Daarvan had hij een afkeer. Tenminste
zoo is mij verteld".
„Kan ik persoonlijk een bezoek aan het
laboratorium brengen?"
„Met alle genoegen".
„Ik kan u dan nog enkele nadere gege
vens vragen".
„U begrijpt dc buitengewoon delicate po
sitie, waarin de regccring rich door dez©
zaak bevindt.. begon de premier.
De magere man boog.
„Het verdwijnen van kapitein Van Til zal
natuurlijk publiek worden", ging de minis
ter voort, „de bladen zullen cr kolommen
over schrijven. Maar het verdwijnen der
papieren moet 3trikt geheim blijven*.
De chef der recherche glimlachte. ..liet
is wel goed dat de bladen alvast maar een
kluif hebben, waar ze op af kunnen, vliegen.
„Het onderzoek", vervolgde hij op za-kc-
lijken toon. kan in tweeën worden ge
splitst: a, dat naar den kapitein, b. dat
naar de aanleekeningen. Het eerste kan
door de gewone politie geschieden, welke
daarbij niet op de hoogte zal worden ge
bracht van de verdwijning der papieren.
Het geval b is een bijzonder geval, doch
heeft dit voordeel, dat bij hei onderzoek ge
bruik kan worden gemaakt van de gegesenfl
van a. Natuurlijk zal ik de personen, aan
wie ik het onderzoek in zake geval b. op-
draag, geheel in mijn vertrouwen moeten
nemen".
De minister van financiën knikte*.
„Is dal absolmrt noodzakelijk?" vroeg <J#
minister van oorlog.
(Wordt vervolgd).