HET NOODLOTTIGE GAS No. 19968. LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 16 April Tweede Blad. Anno 1925. BINNENLAND. FEUILLETON. Inkrimping van den Zomertijd, De heer Braat heeft bij de Tweede Kamer een initiatief-voorstel ingediend tot wijzi ging van de wet van 23 Maart 1918, gewij zigd bij de wet van 22 Maart 1922 tot tijde lijke afwijking van de wet* van 23 Juli 19 tot invoering van een wettelijken tijd. Het doel van dit wetsvoorstel is, om den voor velen in den lande zoo schadelijken en hinderlijken zomertijd op een korlercn tijds duur te brengen. Herhaaldelijk is van ver schillende zijden, w: o. vooral vele leden van onze wetgevende lichamen en de Tijd- commissie, op een compromis aangedron gen, en rekening houdende met het feit, dat de Eerste Kamer reeds tweemaal de geheele afschaffing van den zomertijd met groole meerderheid heeft afgewezen, wil de voor steller door dit wetsvoorstel trachton tot een vergelijk te koinen. Op blz. 31 van he-t rapport der Tijdcom- missie leest men, dat in April de ochtenden nog zeer kil zijn en dat de avonden toch nog niet lang genoeg zijn, om ze voor bezigheden en genoegen in de buitenlucht te kunnen bezigen, wat zeer zeker juist beoor deeld is. Echter is de voorsteller van mee ning ,dat die tijd nog wat kort genomen is en z.i. mag men veilig aannemen, dat de genoemde herwaren gulden lot aan het einde van Mei. Dit gaf den heer Braat aanleiding, om in het belang van hen, die des morgens vroeg moeten opstaan, om te gaan melken of in 't veld moeten zijn* om de in dien tijd nog teere planten van onkruid te ontdoen, voor te stollen om den zomertijd niet vóór 1 Juni te laten aanvangen, en, met het oog op het des morgens langer donker blijven, niet langer te laten voortduren dan tot het ©inde van Augustus. Vele mensphen zuilen door deze regeling gedeeltelijk van den zwaren druk van den zomertijd ontheven worden. De heer Braat acht het niet noodig, alle bedrijven, waarin die menachen werkzaam zijn, op te noemen, aangezien die in den laatsten tijd bij de behandeling van den zo mertijd in de Eerste en in de Tweede Ka mer, evenals in het rapport der -Tijdcom- missie, reeds vaak genoemd zijn. Aan de uitvoering van het geadviseerde in-het rapport van de meerderheid der Tijd- commiesie om de klok 40 minuten vooruit te zetten, zijn naar de meening van den voorsteller bezwaren verbonden, omdat dit de verwarring, vooral ten platteland©, waar toch de zonnetijd gehandhaafd moet blij ven, nog grooter zal maken dan door een uur vervroeging. Het uitrekenen van den lijd zal voor velen een groote moeilijkheid blijken tc zijn, zoowel wat betreft den stadslijd als den plaltelandstijd. Tot het in den winter 20 minuten achter den AmsLordamsohen lijd zetten van dc klok, zooals de Tijdcoinmissie zich dat voor stelt, doet.de heer Braat geon voorstel, aan gezien noch in woord noch in geschrift is gebleken, dat in Nederland eer.ige behoefte daaraan bestaat. Gezien het voorstel van de Tijdcommis- sie, om in don zomer de klok 40 minuten, vóór en in den winter 20 minuten nil Am- sterdamschen lijd te zetten, zou in dezen het beete compromis zijn den Amsterdam - sohen tijd te handhaven, doch daar de Eer ste Kamer meer oveihclt naar oen midden- Europeeschen tijd, zij het ook voor een be paald tijdvak van ieder jaar, is door den voorsteller dit wetsvoorstel ingediend, in de hoop, dat, de Nederlandsohe regeering wel rekening zal willen hóud-en met de wen- schen en de belangen van dat gedeelte der bevolking, dat door den zomertijd slechts onaangenaamheden ondervindt. Chrisielijk-Historische Unie. Gisteren is te Utrecht een algemcene ver gadering van de Christelijk-Historische Unie» gehouden. Bij ontstentenis van d< n voorzitter, mr. J. Schokking, wegens ziekte, opende de vice- voorzilter der Unie, prof. dr J. R. Slotemakerv de -Bruine, de vergadering mei een rede, waaraan-het volgende is ontleend: -Spreker begon mot een woord van syrn- Oorspronkelijke detective-roman door R. J. BRANDENBURG. 2j Even later kwam do minister van oor log, kort van gestalte, met achter z'n bri'lle- glazen vroolijk rondkijkende oogen. Toen hij 't verpletterend nieuws vernam, \v?rd hij vuurrood, sprong van zijn stoel en wilde uitvaren legen den directeur. De premier legde kalmeerend zijn hand op den arm van zijn collega van oorlog, keek hem met z'n donkere oogen afkeurend aan en dwong zoodoende dezen weer plaats le nemen. De directeur verleide mei horten en stoo- ten. De kapitein Van Tit was Maandagmor gen omstreeks tien uur aan de Hembrug geweest, waarschijnlijk om z'n aanleeke- ningen te halen. Persoonlijk had de direc teur hem niet gezien, wel echter hadden enkele andere officieren hera opgemerkt. Een van hen had nog enkele woorden met hem gewisseld. Wanr.cer de kapitein weg gegaan was, wast hij niet precies, maar het moest niet lang daarna geweest zijn, want op dc lunch van halfeen had hij zich tegen z'n gewoonte niet laten zien. Ook 'e mid dags had geen mens oh den kapitein opge merkt en vanmorgen toen de directeur eens Wj hem in-het laboratorium was gaan kij ken, wt» hij ©r niet geweest, Pe directeur had toen rijn woning in, Amg'.yidam opge- pathie, d. i. medeleven en medegevoel, met dr J. Schokking, en sprak de beste wenschen uit voor rust, voor berusting en vooral voor herstel. Daarna herinnerde spreker aan de aan slaande verkiezingen en zeide- Drieërlei is er, dat ons noopt, aan ons zelf met ernst te herinneren- wie zijn wij. Eerst do alledaagschheid, die aan ieder bekend is: wij leven onder het stelsel der evenredige vertegenwoordiging. Iets nieuws kan nie mand daarover zeggen, maar niet zeker is het, dat ieder het oude en bekende doorziet. Het stefsel noopt iedere partij om geheel zich zelf te wezen; los van alle andere. Naast de evenredige vertegenwoordiging treedt de criliek op de werking van het par lementaire stelsel. Ieder denkt hier aan de „Nationale Unie", die zich tot ons volk heeft gewend. Afgezien van alles, wat aan het onderwerp in andere tijden te zeggen viel en wat nu rusten blijft: ik acht de gestie weinig tactvol en niet na volgenswaardig Indien iemand, die in de rechlsche politiek een plaats van beduidenis innam lot voor zeer korten tijd niet iemand uit onze rijen tlians aan dit nieuwe streven zijn naam verbindt, dan moge het weinig tact vol wezen, karakter toont hel wel. Een derde drangreden voor het stellen van een vraag:-..Wie zijn wij In de Roomsch- Katholieke Staatspartij gist het En zij omvat dertig procent van ons parlement. Dus is dit procos, reeds uitwendig en tactisch en prac- lisch bezien, gewichtig. Wat wil bij de komende stembus onze Christclijk-Hislórische Unie? Met velen staan wij pal voor onze consti- tutioneole instellingen. Hiermede is tweeërlei gezegd. Want wij hebben een monarchie en een constitutie. De monarchie in liet Huis van Oranje; het Vorstenhuis, dat allernauwst met ons volksleven verbonden is geweest lang vóórdat de latere vorm: het koningschap en het constitulioneele koningschap dit groeiende en gegroeide consolideerde. Zoo is Oranje voor ons de drager van de beste volks tradities. Met iets minderen slaan wij als politieke partij voor de geestelijke goederen van ons volk. Ook in den diepsten zin, dat wij de fundamenten van ons v volksbestaan als Christelijk kennen. Met nog minderen slaan wij, als wij het zoo geleekende politieke laven aan staan zien :hisloriscih, d. i. ten onzent: in pro- testantschen geest. Waardig van geestelijke goederen zeker, maar geestesvrijheid te gelijk. Hot is cihristclijk-hislorisch om nationaal te zijn ook in dezen zin, dat die nationale instellingen zooveel doenlijk open blijven voor den geest des Evangelies. Het bijzon dere slechts, als het onvermijdbaar is. Dan, ja dan, heerechte het met kracht. Doch dan ad'leen, en ook dan nog met het besef, dat het ideaail elders ligt. Na versc'hilionde kleinere staalkundige richtingen te hebben besproken, zcide spre ker. De groei der Unie in de laatste jaren is niet voor het kleinste deel te danken aan.predikanten, die vroeger politiek af zijdig stonden,'die om hun verantwoorde lijkheidsgevoel thans dat standpunt hebben prijs (jjegeven en kwamen tot de Unie. Maar dat is de overtuiging, dat binnen de Unie een plaats zou wezen voor hun friseh- sociaal willen en hun warm-sociaal gevoel. Ook deze mannen zijn er met hun ganschen kring. Wij moeten binnen onzen kring de ruim te hebben en den wil om economische, so ciale en kerkelijke vragen op te lossen in onderlingen goeden wil, zonder onderiinge twisten. En daarvoor zorgende, moeten wij in hel politieke-leven slaan mot onze ge zamenlijke kracht, uil ons gezamenlijk be ginsel. Wie slaat voor ons nationale leven, die vindt de Unie tot steun bereid. Met volte aandacht voor het groeien van de vredes- insUtuten, zullen wij voor de verdediging van on3 vaderland staan. Met volle eerbie diging van ieders vrijheid voeren wij tegen de ontkerstening onzer openbare instellin gen het pleit Met het accent op een taak der overheid in zake de zending achten wij, dat volkomen vrijheid slechls behoedzaam komen kan. held en de huisknecht had hem meegedeeld dat kapitein Van Til gister-, dus Maandag morgen om negen uur op den gewonen tijd z'n woning had verlaten om ziel» naar den trein to begeven voor z'n reisje naar de Hembrug. Tot op dit oogenblik was de kapi tein nog niet teruggekeerd. De huisknecht begreep er niets .van. De directeur was te ruggesneld naar het laboratorium, had in het daarin afgeschoten kantoortje de brand kast geopend. De aanlcekeningen, waarin in scheikun dige formules de proeven waren vastgelegd, lagen er niet in. Sporeh van inbraak waren er niet. Het lag dus voor d© hand dat de kapitein den vorigen dag de aanteekenin- gen gehaald cn mee naar huis genomen had, om ze daar verder bij te werken, iets wat wel meer geschiedde. Vermoedelijk was de kapitein met z'n aanleekeningen onder weg opgelicht, of, en in zekeren zin hoopte de directeur, dat dit het geval zou zijn, was den kapitein een ongeluk overkomen. In dat geval zou men naar alle waarschijn lijkheid de kostbare aanleekeningen terug kunnen vinden. „Nu welen de heeren er alles van", be sloot de directeur van de Hembrug opge lucht zijn verhaal en wischte zich met rijn zakdoek het voorhoofd af, „Het wil mij vooricomen.begon de minister van oorlog. „Dat de directeur aan dit geval totaal onschuldig is", viel hem de premier in de rede. „Want naar alle waarschijnlijkheid heeft alles zich buiten de terreinen van de Hembrug afgespeeld en verder strekt zich de verantwoordelijkheid van den direc teur niet uit". „Wanneer ik mijn opinie in deze zaak Met een woord van dank aan God be sloot spr. zijn rede. De rede werd aan het ©inde door de zeer druk bezoohte vergadering luide toege juicht. Onder daverend applaus weid besloten, aan H. M. de Koningin een telegram van huldebetoon en aan den voorzitter, mr. Schokking, een telegrafischen wensch voor een spoedig herstel te zenden. De heeren mr. J. Schokking, te Leiden, J, ter Haar, te Amsterdam, en mej. mr. C. F. Ka-lz, te Amsterdam, werden als bestuurs leden herkozen Daarna werd hel onlwerp-verkiezings- manifest. indertijd reeds door ons vermeld, behandeld. Bond van Staatspensionneering. Te Arnhem is gisteren de 25ste algemeene vergadering gehouden van den Bond voor Staatspensionneering. Wegens ongesteldheid van den voorzitter, ds. Spaargaren, werd de vergadering gepresideerd door prof. mr. J. E. Heercs. Deze wees er in zijn openingswoord op. dat het jaar. waarin de Bond het 25-jarig bestaan viert, tevens is een jaar voor de Kamerverkiezingen. Het Staatspensioen is een politiek vraagstuk geworden. De ver kiezingen zijn dan ook het voornaamste middel om het Staatspensioen te bereiken. Hel gevaarlijkste wapen tegen het Staats pensioen i3 de bezuinigingsleuze. De leden van den Bond zien natuurlijk ook zeer goed de gebiedende noodzakelijkheid, dat ook de Slaat in zijn uitgaven bezuinigt, maar het is hun niet onverschillig hoe er bezuinigd wordt. Zij willen niet bezuinigen op die uit gaven, welke het zedelijke karakter van de Nederlandsche gemeenschap aantast. Zij willen niet, dat het in onzen tijd nog moge lijk is, dat menschen, welke tegenover die gemeenschap hun plicht hebben gedaan, af hankelijk van hun medcmenschen zijn, als hei geldt hun levenseinde zonder gebrek te bereiken. De oude van dagen moet weten, dal hij, wanneer hij 65 jaar is, het goed ge dragen pakje kan neerleggen cn dat de ge meenschap hem daarin ontlast, omdat die gemeenschap erkent de waarde, die zijn werk voor de gemeenschap heeft gehad, en tevens erkent, dat hij onbezorgd die rust mag genieten, die hij zichzelf wcnscht te geven. Bij de a s. verkiezingen moeten de leden van den Bond zooveel mogelijk aansturen op het doel van den Bond, het tot-sland- komen van een wet, waarbij aan alle Ne derlandsche mannen en vrouwen op een nader'bij de wet aan te geven leeftijd recht wordt toegekend op een gelijk Staatspen sioen, zonder premiebetaling. Spr. eindigde zijn rede met den wensch uit te spreken, dat de verkiezingen van 1925 den Bond verder zullen brengen naar de vervulling van dien eisch. Het jaarverslag over 1924 werd daarna goedgekeurd. De begrooting voor 1926 werd in ont vangst en uilgaven vastgesteld op f 15.167. Ds. J. J. T. Spaargaren werd als lid van het hoofdbestuur herkozen. Jn de vacature- prof. Ilecrcs en M. Goud, die niet herkies baar waren, werden benoemd de heeren P. J. Oud en ds. Baar, le Alkmaar. Daarna hieJd de heer C. van der Velden, lid van het hoofdbestuur, een inleiding over de Tweede-Kamer-vcrkiQzingen. Hij spoorde aan tot propaganda voor Staatspensioen bij alle menschen in alle kringen, opdat men kor.J tot een meerderheid voor Staatspen sioen in <fe Kamer, onverschillig uit welke partijen. De afdceling Groningen stelde voor, voor de komende Kamerverkiezingen een eigen candidaat le stellen. Na uitvoerige discussie bleek, dat de meer derheid het standpunt van den heer van der Velden sleuol en geen eigen candidaat voor de Tweede Kamer wensdit. Dc vergadering werd daarna gesloten. Commissaris van de Koningin in Groningen. ingang van 1 Juni is aan jhr. mr. E. Tjarda van Slarkcnborch Slachouwer, Com missaris van dc Koningin in Groningen, op zijn verzoek, op de meest eervolle wijze uit gemeld ambt ontslag verleend, met dankbe tuiging voor de vele gewichtige diensten, door hem aan den lande bewezen, en is be noemd tot Commissaris der Koningin in de zou mogen uiten", sprak de minister van financiën, „zou het aanbeveling verdienen om het hoofd der plaatselijke recherche te waarschuwen en op de hoogte te brengen". ..Ook van de uitvinding?" stiet de minis ter van oorlog uit. „Dat zal wel moeten", waa het kalme antwoord. „Daarmee^ga ik accoord", zeide de pre mier en ging naar de telefoon. Een kwartier later slapto een lange, ma gere man binnen, wiens bleek gezic]^ werd beschermd door een haviksneus, waaronder de dunne lippen een streep trokken. De^ staal blauwe oogen glansden koefl. Op zijn gelaat lag een uitdrukking van onverzette lijke wilskracht. Toen hij plaats genomen had, legde hij de toppen van z'n lange, witte vingers te gen elkaar-en keek over z'n handen heen den spreker aan. Dit was de minister van financiën, die op de hem eigen, kernachtige wijze een exposé van den toestand gaf. Onbewogen, als een sleenon beeld, luis terde hel hoofd der recherche toe. „Mag ik cenige vragen stellen?" vroeg hij tenslotte. De premier knikte. „Kunt u mij een beschrijving geven vao het laboratorium an de ligging daarvan ten opzichte van de andere gebouwan?" „De directeur wï misschien deze vragen wel beantwoorden?" vroeg de mfaieter van financiën. „Het laboratorium 'm »an alleenstaand ge- touwtje, de ramen rijn van m&itfa*. Alleen kapitein Van Tü is er Je. werkzaam en hoeft %r de sleutels van. Ik nMuuiUjk ook. M mogelijk te kapifadA in provincie Groningen jhr. mr. A. W. L. Tjarda van Slarkenborch Slachouwer, ge- zanlschapsraad bij het gezantschap der Ne derlanden te Berlijn. Jhr. mr. A. W. L. Tjarda van Starken- borch Stachouwer is 7 Maart 1888 te Gro ningen geboren. Hij heeft daar gestudeerd en is 11 April 1911 aan de Rijksuniversiteit te Groningen op Stellingen gepromoveerd tot doctor in de rechtsgeleerdheid. Als student was hij in 1910 rector van het studenten corps Vindicat Atque Polit. Na zijn promotie is hij te 's-Gravenhage korten lijd in de advocatuur geweest, totdat hij in 1913 benoemd werd tot adjunct-com mies bij het Departement van builenland- sche Zaken. In 1914 werd hij benoemd tot honorair attaché bij de Nederlandsche lega tie le Brussel .in 1915 tot gezanlschaps- attaché te Washington, in 1919 tot gezant schapssecretaris le Parijs, in 1924 tot ge- zantschapsraad te Berlijn. In November 1915 is hij le Baltimore ge huwd met mej. Chr Marburg, die hij had leeren kerihen te Brussel, waar haar vader toen gezant der Vereenigde Staten was. Tijdens zijn verblijf in Amerika is hij ook lid geweest van de Nederlandsche delegatie, die heeft deelgenomen aan de conferenties te Washington. Candidaten van hel Vaderlandsch Verbond. De leden van het Vaderlandsch Verbond hebben bij gohoime schriftelijke stemming voor de a.s. verkiezing van leden van de Tweede Kamer de volgende (alphabetisch gerangschikte) 18 personen candidaat ge steld in den kieskring Utrecht: 1. Mr. dr. J. A. A. H. de Beaufort, ge wezen burgemeester Van Soest, te Leusden (Utrecht); 2. J. S van Braam, houtvester, oud-inspecteur boschwezen Ned.-Indic, te Rijswijk (Z.-H.) 3. M. I. W J. Bijleveld, industrieel, oud-lid der Tweede Kamer, 's-Gravenhage4. Ir. A. A. Dobbc, gewe zen adviseur verkeerswezen Ned.-Indië,- te Numcn (N.-Br.); 5 A. F. L. Faubel, oud- kolonel-hoofdintcndajit N. I. L., to 's-Gia- venhage; G. Ir. P. F. fïubrecht, directeur Cultuur-Maatschappij Ned.-Indië, te 's-Gra venhage; 7. Jhr. mr. W. D. de Jonge, re ferendaris Ministerie van Onderwijs, K. en W. te '-Gravenhage 8 Mr. Ph. S. de Laat de Kanter, oud-rechter Ned.-Indiö te 'e-Gra venhago 0. M. J. van Löben Seis, steonfa. brikant te Velp (Geldcrl.); 10. Mej. mr. J. F. Lycklama h Nijoliolt, gowezen lid van den Octrooiraad, te 's-Gravenhage11. Ir. J. W. Nierstrasz, gewezen hoofdingenieur Nod. Spoorwegen, te Hilversum12. Ir J. C. Ramaer, oud-inspecteur-generaal Rijks Waterstaat, to 's-Gravenhage; 13. W. Stork, directeur Kon. Weefgocderenfabriek te Hengelo (O.), te Dclden (0.); 14. G. J. P. A. Thomson, luit.kolonel Kon. Mare chaussee, te Vught (N.-Br.); 15 O. van Tuinen, luit.-generaal, commandant vesting Holland, 's-Gravenhage 16. J. Au Viruly, gewezen burgemeester cn lid Prov. Staten van Zeeland, 's-Gravenhage17. Prof. J. Q. Cb. Voimer, hoogleoraar Handels Hoo- geschool te Rotterdam, 13 Ft of. ir. C. W. Weys, directeur Cultuur-Maatschappij op Java, te 's-Gravenhage Door loting is vastgesteld dat do lijst in deze (alpliabetischc) volgorde zal worden ingediend in kieskring XIII (Utrecht). Dezelfde 18 candidaten worden in de overige 17 kieskringen gesteld, doch aldus gerangschikt, dat zij steeds, wat rangnum mer betreft, regelmatig van plaats verwis selen. Voor de 19de en de 20ste plaats op de lijst zijn in alle 13 kieskringen candidaat gesteld. 19. Dr. F. J. Drukker, arts, gewezen lid der Provinciale Staten van Groningen. 20. B. Wilton, oud-directeur, thans com missaris van Wilton's Machinefabriek en Scheepswerf te Rotterdam. Daar de 13 lijsten verbonden worden, zijn zij te beschouwen als één lijst, bevattende dezelfde 20 namen. De zetels worden toegewezen aan die candidatgn, die door het geheele land de meeste 6tcmmen op zich vereociigen. laboratorium bedwelmd is en later wegge voerd?" „Dal zou locli gezien moeten zijn?" „'s Nachts". De directeur haalde de schouders op. „Er waren absoluut geen sporen van oen wor steling". „Weel iemand dal dc kapitein zulke be langrijke proeven neemt?" „Behalve wij hier en den kapitein, nie mand." „Pardon, het laboratorium wordt niet be waakt?" „Neen, om de aandacht niet le trekken. In overleg met den minister van oorlog zelf.. „Ja, ja, dal is zoo", beaamde de minister. „Kunt u mij ook zeggen, wat voor soort man de kapitein Van Til is? Getrouwd?" „Kapitein Van Til is niet getrouwd. Voor zoover mij bekend 19, heeft hij zelfs in 't geheel geen familie, behalve een paar oude ianles en een ouden oom. Van Ti! leeft al leen op kamera in Amsterdam, met een ouden huisknecht, die hij al jaren heeft. Ik weet dit, omdat ik -hem wel ééns een enkele rnaa.1 heib bezocht", Hoe waren zijn financieele omslandig- heden? Speelde hij wed eens?" „Van Til was eenigszins gefortuneerd, hij behoefde niet van zijn tractement alleen te leven". Hier glimlachte de minister van financiën even. „Voor zoover mij bekend is, leidde hij een teer regelmatig leven. Hij was een hard'1 werker. Ai te en in een mooi concert of ©on mooitoon eel voorstelling stelde hij bc-ung. Spelen za4 hij stelfcg nooit gedaan h -bben". „Vrouwen RECLAME AFGELUISTERD GESPREK. A.: Heb je gezien, hoe andere firma's* zich tegen C. A 's voordeeljge Heercnklee- ding te weer stellen? B.: Ja, hel is vermakelijk. Het zal hun ech ter toch niet baten. Beweringen helpen niet. Het publiek ziet drommels goed, dat C A. gelijkwaardige kwaliteiten - veel goedkooper verkoopt. Als het niet zoo was. behoefden de andere zich im mers niet zoo druk te-»maken. Iluni ondanks bewijzen zij zelfs, dat C. A. toch yoordeeliger is, juist voor Heeren- kleeding. A.Ja, en heb je gezien, hoe druk het daar is? B.: Voor zulke lage prijzen is dat natuurlijk geen wonder. (Dit zegt genoeg). Advertentie 6502 Prins Hendrik, die gisteravond voor enkele dagen te 's-Gravenhage zou aanko men, heeft zijn vertrek naar Den Hang uit gesteld. De Koningin-Moeder heeft gisteravond het Diligontia-concert in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen in Den Hang bijgewoond. Bij Kon. besluit is aan A. van Lith, op zijn verzoek, met ingang van 14 Mei, eervol ontslag verleend als burgemeester van Uitgeest, onder dankbetuiging; is be noemd tot officier in de orde van Oranje- Nassau A. F. H Reighard, oüd-dircctcur van do bisschoppelijke kweekschool voor onderwijzers te Echt, eorokanunnik van het Kathedraal Kapittel van Roermond is toegekend de aan de orde van Oranje- Nassau verbonden ©eremedaille, in zilver, aan J. Vorrescn, wonende te Ossondrechfc, opzichter en bode bij de na&ml. vennoot schap Steenfabriek ,,Do Vijver", to Wocns. d recht. De Bisschop van Haarlem, mgr. A. J. Callier, heeft gisteren in gezelschap van zijn beide secretarissen een bezoek ge bracht aan dc tentoonstelling to Heemsted© Do Bisschop werd ontvangen door den heer Kr e lage, den burgemeester, jhr. Van Doorn, "en dr. Droog, wethouder van Heemstede. Naar gemeld wordt hebbon den Tweeden Paaschdag 58 bezoekers van de tentoon stelling een vliegtocht van.de K. L. M. meegemaakt. Dinsdagmiddag bracht minister Oolijn con bozook. Tc Utrecht is in den ouderdom van 64 jaar overleden prof. dr. W. H. Julius, hoog leeraar in de faculteit der wis- en natuur kunde aan de universiteit aildaar. Dr. Willem Henri Julius werd in 1860 ie Zutphen geboren en is in 1888 te Utrecht gepromoveerd op proefschrift: „Het warm te- spectrum bij de trillingsperiode der mole culen van eenige gassen." Van 18821890 was hij assistent aan het physisch labora torium t© Utrecht en van 18801890 tevens leeraar aan de burgeravondschool. In 1891 werd hij buitengewoon hoogleeraar te Ara-i sterdam en in 1896 hoogleoraar in Utrecht, waar hij proefondervindélijko natuurkunde, physi9che aardrijkskunde en metereologlet doceerde. In 1889 heeft hij de gouden medaille ver worven voor de beantwoording van een prijsvraag over „Di© Lacht- und W&renebe-. strahlung veihranntor Gase". uitgeschreven door de Verein zur Beförderung des G©« weihefleisses in Deutsohland. Hij heeft deelgenomen aan de w©ten- schappelijko expeditie naar Sumatra toé waarneming van de totale zonsverduieW-» ring op 18 Mei 1901. De voornaamste werken van prof. JuliuA zijn onderzoekingen, voornamelijk op hot gebied van warmtestraling, dectiicileit, physische toestand dpr zon, welke zijn go« puhliceerd in dc werken der Kon. Academiè van Wetenschappen, waarvan hij lid wat, en in vaktijdschriften. T© Zeist is de negende jaarlijks©!*» algem©ene vergadering van den Bond vatf Christelijke zangvereenigingen in Neder- „Daarvan had hij een afkeer. Tenminste zoo is mij verteld". „Kan ik persoonlijk een bezoek aan het laboratorium brengen?" „Met alle genoegen". „Ik kan u dan nog enkele nadere gege vens vragen". „U begrijpt dc buitengewoon delicate po sitie, waarin de regccring rich door dez© zaak bevindt.. begon de premier. De magere man boog. „Het verdwijnen van kapitein Van Til zal natuurlijk publiek worden", ging de minis ter voort, „de bladen zullen cr kolommen over schrijven. Maar het verdwijnen der papieren moet 3trikt geheim blijven*. De chef der recherche glimlachte. ..liet is wel goed dat de bladen alvast maar een kluif hebben, waar ze op af kunnen, vliegen. „Het onderzoek", vervolgde hij op za-kc- lijken toon. kan in tweeën worden ge splitst: a, dat naar den kapitein, b. dat naar de aanleekeningen. Het eerste kan door de gewone politie geschieden, welke daarbij niet op de hoogte zal worden ge bracht van de verdwijning der papieren. Het geval b is een bijzonder geval, doch heeft dit voordeel, dat bij hei onderzoek ge bruik kan worden gemaakt van de gegesenfl van a. Natuurlijk zal ik de personen, aan wie ik het onderzoek in zake geval b. op- draag, geheel in mijn vertrouwen moeten nemen". De minister van financiën knikte*. „Is dal absolmrt noodzakelijk?" vroeg <J# minister van oorlog. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5