De Terugkeer van Klompvoet.
No. 19951.
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 25 Maart
Derde Blad. Anno 1925.
EERSTE KAMER.
TWEEDE KAMER.
Buitengewoon
Gemakkelijke
Betalingscondities
PENSEEL,
De HOOVER
FEUILLETON.
(Zitting van gisteren).
Begrooting Buitenlandsche Zaken.
Aan de orde is de begrooting van Buiten
landsche Zaken 10'25.
De heer ANEMA wenscht eenige opmer
kingen. over het protocol van Genève te
maken.
Te voren echter drie opmerKÏn-
gen. Vooreerst onze arbitragepolitiek.
Spr. dankt den minister voor zijn mededee-
lingen omtrent- de onderhandelingen met
Zwitserland en Duitschland over arbitrage-
verdragen. De commissie voor volkenrech
telijke vraagstukken heeft terecht gewezen
op de moeilijkheid der arbitragepolitiek,
doch spr. hoopt dat de minister thans den
wog naar arbitrage zal blijven bewandelen.
In de tweede plaats de kwestie-Limburg.
In het Voorloopig Verslag is over de hou
ding van mr. Limburg ter conferentie te
Genève kritiek geoefend. Spr. weet echter
dat de daarin gegeven voorstelling niet juist
is geweest cn zet dit nader uiteen, er op
wijzende, dat de gedragslijn van den lieer
Limburg enkel er op gericht was om hot
Protocol te sauvccren.
Ten derde dc persuitiugen in zake den
Volkenbond, vooral uitingen van de chris
telijke pers, die de Volkenbondsvergaderin-
gen ten laste legt humanistisch en niet
christelijk te zijn ;den naam van God schijnt
men er niet, tc kennen. Spr. waarschuwt te
gen dergelijke uitlatingen. Op de vergade
ringen van den Bond is echter wel degelijk
uiting gegeven aan een waar christendom,
de naam van God wordL er zeer vaak ge
noemd
Spr. wil tevens er op wijzen, dat tot
dan Volkenbond ook heidensche volken zijn
toegetreden. En aan godsdienstoefeningen
iu verband met den Volkenbond ontbreekt
hot te Genève niet.
En toen in 1922 het Intern. Gerechtshof
hier werd geopend als uitvloeiel van de
stichting van den Volkenbond, is wel zeer
duidelijk gebleken, vrelk groot christelijk
beginsel aan het nieuwe instituut ten
grondslag ligt, liet beginsel van recht
boven macht.
En nu het protocol. Ts een bespreking
daarvan nog we! noodig, na de uitlatingen
van onzen Minister van buitenlandsche
zaken? Indordnad heeft net protocol een
deel van zijn belang verloren, technisch is
het van dc baan. doch de daarin behandel
de problemen blijven voortleven. En welke
gedragslijn zullen we ilaarbg volgen? Zullen
we zooveel mogelijk van het protocol redden,
of zullen we er in berusten, dat het van
do baan is? Ter beantwoording van die
vragen behandelt spr. de vier groote alge-
meene beginselen, de sancties en de door
ons te volgen gedragslijn.
De grondbeginselen van het protocol
aanvaardt spr. van harte en lüj verheugt
zich er over, dat vijftig staten die begin
selen aanvaard hebben waarhij met de aan
vaarding van den oorlog als een onafwijs
baar verschijnsel werd gebroken. De sancties
zijn in den loop der geschiedenis aanvanke
lijk verzwakt, tot plotseling het protocol
daarin wijziging bracht, omdat de behoefte
aar. veiligheid voor een bestaande staten-
groep krachtiger maatregelen eischt.
Zijn nu die sancties uitvoerbaar? Spr.
ontkent dit, Engeland en ook Amerika- willen
er niet van weten en de praktische voop
beelden, die spr. geeft, bewijzen ook, dat
de sancties onuitvoerbaar zijn.
Spr. mcrkl verder op, dat de internatio
nale verhoudingen ook do onmogelijkheid
bewijzen van een behoorlijk georganiseerd
dvvangappara.il, dal bovendien zoo machtig
moet zijn, dat de mogelijkheid van échcs
is uitgesloten.
Ten sloile da geschil! nrcgeling. Hel pro
tocol helpl ons ver vuoriiil, door voor
rechtsgeschillen een gerechtelijke uitspraak
van het Inlcrn. Hof voor tc schrijven, In
de praclijk zal men echter onbeperkt re
serves kunnen maken, goodat gewichtige
punten I-uilen de rechtspraak zullen val
len.
Wal dc bclangengcséhillen'bêlrell, dal
zijn de belangrijkste geschillen, maar. naar
spr. uiloenzet, zal ren vrijwillige arbitrage
eerder suece? held: dan mi vcrpliohlc
arbitrage.
Spr. concludeert, dat lil) niet kan deelen
in het Idealisme, dat de voorstanders van
het Protocol aan den dag leggen. Spr. wil
in één woord het Protocol qualificeeren
als te mooi; 't i3 niet gegrond op de rechts-
werkelijkheid en het internationaal rechts
besef. Het is de menschheid te ver vooruit;
na den jongsten oorlog is er geen sprake
van een wedergeboorte, aan eiken slaat
kleeft goweld en onrecht, en Europa is nog
niet zoo gelouterd, dat het 't Protocol kan
aanvaarden. Er zijn gunstige teekenen: de
Volkenbond, de ontwapeningsconferentie te
Washington, toenadering tusschen Fran
krijk en Duitschland blijkens de Londensche
conferentie, maar hel zijn lenteknoppen en
nog geen zomerbloei, die rijpe vruchten zal
afwerpen.
Spr. wil dus da! wij bij onze vredesaclie
ons doel niet te hoog zullen stellen. Moraal
en recht zijn sinds twee, drie ecuwen
sterk vooruitgegaan, ook in de oorlogs-
practijken ,en laten we in die lijn blijven
werken en ons niet als doel slellen den
oorlog to doen ophouden. Dat lukl ons loch
niet. Ten hoogste, brengen we het, door ver
hooging van het rechtsbesef, zoover, dat
een oorlog even zeldzaam wordt als een
binncnlandsclien krijg, doch daar mogen
we tevreden mede zijn. Is het zoover, dan
zal het pact goed werk kunnen doen. Maar
vóör alles trede Duitschland tot den Vol
kenbond toe en sluit met Frankrijk een non
agressief Iractaat en een arhitragelractaat.
Maar voor hel oogenblik is hel Protocol ten
doode gedoemd en spr. is er niet rouwig
om, al ontkent spr. de gewichtige beteeke-
nis van liet stuk voor de toekomst niet.
De heer POLAK (S. D. A. P.) behandel!
de mcdcdcclingen van Nederlandsche con
sulaten aan kooplieden enz. De minister
heefl verzekerd, dat ze zoo nauwkeurig mo
gelijk zijn, maar gezegd, dat de Staat niet
verantwoordelijk Is te stellen voor mogelijke
schade door onjuiste mededeelingen. Met
dit laalsle is spr. het niet dadelijk eens,
doch hij geeft een voorbeeld uit de prac
lijk: een juwelicrsfirma Ie Amsterdam heeft
van ons consulaat te Milaan onjuiste mede
deelingen over den invoer van diamant in
Italië, welke op opgeheven betalingen be
rustten, gekregen en heefl daardoor veel
last en groote schade geleden. Spreker
vraagt hiervoor nu geen vergoeding doch
vermaant ons consulaire korps tol de uiter
ste nauwgezetheid.
Wal nu het Protocol belrelt, spr. besluit
de opvatting van prof. Anema, dat wij niet
tot het Protocol moeien loetreden, waarbij
hij allerlei hypothetische bezwaren aan
voert. Spr. meent dal de hoogleeraar daarbij
le ver gaat, door te waarschuwen tegen on-
derteekening. De ideëele beteekenis van
het Protocol naavaardde de lieer Ancma,
maar waarom vertrouwt hij dan niet meer
op den zedelijkcn invloed van het Protocol
op hel menschdom, welke een geestelijke
sfeer zou kunnen in het leven roepen te
gengesteld aan de huidige? De oorlog is ge
voerd onder de schoonste molto'3 cn de
stichting van den Volkenbond werd aange
zien als een middel om het nieuwe dat de
oorlog aan de wereld had gebracht le red
den. De lieer Anema vond de wereld daar
toe nog niet rijp. Ilel Twcode-Kamerlid
Engels kritiseerde den Volkenbond als be-
heerscht door sociaal-democralen, macons
en Joden. Ja, als zoo het oordcel is over den
Volkenbond, kan men er niet veel van ver
wachten, maar spr. is optimistischer om
trent de algemccnc opvatting over de Vol-
kenbondsgedachtc.
Spr. wijst op hel oplreden van Mac Do
nald en den stoot, dien hij gaf tot het Pro
tocol, alsmede het optreden van een soc.-
dem. ministerie in Denemarken, met zijn
ontwerp tot afschaffing van het leger, ivelke
hij belangrijker feilen nocml dan die welke
professor Anema vermeldde, cn die beide
bewezen, dat hel vredasidealisme grooter
voortgang heeft gemaakt dan de heer
Anema vermoedl.
De invloed van Mac Donald is feitelijk
nicl verdwenen in Engeland; sleohls een
kleine verschuiving heeft zijn nederlaag
veroorzaakt, maar de soc.-dem. in Engeland
is steeds wassende.
Do meuschen zpu niet zoo slecht als de
lieer Anema wil doen gelooven, en een uni
verseel referendum zou doen blijken, dat de
ooilogswil verre in de minderheid is.
Spr. vindt in prof. An oma's rede een
prachtig argument voor ontwapening. Zoo
lang ge bewapening toelaat, is oorlog mo
gelijk; zjjn de wapens er niert meer, dan
moet men slechts bij het recht zijn steun
vinden.
Spr. hoopt, dat de Nederlandsche dele
gatie naar den Volkenbond de handhaving
vaD het Protocol zal steunen en mode zai
werken met elke richting, die het ideaal
van het Protocol voorstaat, en dat zij dit zal
doen met geestdrift liever dan met zoo
genaamd beleid.
De heer VEKKODTEREN (C.-H.) erkent,
dat hij in de afdeelingeo tegen mr. L'mburg
opkomend, zich aan een vergissing heeft
schuldig gemaakt tengevolge van ra on
juiste inlichting. Hij maakt daarvoor amende
honorable.
Spr. protesteert wijders tegen de illusies
van Mae Donald en Harriot te Genève
en eritiscert de grondgedachte van het
Protocol, dat aan binnerdandsche oorlogen
geen einde kan maken. Laten we eerst eens
het oorlogsrecht op papier brengen.
De MINISTER VAN BUITENLANDSCHE
ZAKEN, de sprekers beantwoordend, behan
delt in de eerste plaats de opmerking van
den heer Polak. Geldt zijn klacht een be
roeps- of een honorairen consul? In het
eerste geval (wat de heer Polak bevestigt)
acht spr. een onjuiste inlichting te betreuren.
Wat de kwestie van het Protocol betreft,
dit is feitelijk onttrokken aan de sfeer van
de praktische politiek. Spr. erkent de groote
en goede beteekenis van het Protocol. Hij
heeft met instemming geluisterd naar den
heer Anema. Plaatst hij zich nu tegenover
den heer Polak? Het Protocol is een codex
van politieke verplichtingen, doch wie er
kritisch tegenover staat, mag me* niet klei
neerend behandelen. Ook zij z'rjn idealisten,
maar met andere inzichten. Het Protocol
hield rich 'niet bezig met de oorzaken van
der. oorlog, daarom is het veel beter de
richting in te slaan van het wegnemen van
brandpunten van moeilijkheden. Daardoor
wordt Europa rijper voor de idealen van liet
Protocol. Wat onze houding te Genève be
treft, wij zullen in de eerste plaats hoog
houden liet rechtsbesef, het handhaven van
het arbitragebeginsel, van het beginsel vaD
vreedzame bemiddeling en dat van inter
nationale rechtspraak.
Spr. wil niet alle punten van de rede van
prof. Anema behandelen, doch acht het goed,
dat de zaken van Genève thans zijn be
sproken.
De begrooting wordt hierna aangenomen,
evenals de goedkeuring van liet Protocol
van de vierde conferentie nopeti3 internatio
naal privaatrecht, dat omtrent de verezn-
voudiging van douaneformaliteiten en het
voorloopig handelstractaat met Litauen.
Heden 11 uur komt de Indische begiooting
aan do orde.
(Zitting van gisteren).
Interpellatle-aanyrage.
Aan de orde is de behandeling van het
verzoek van den heer van Ravesteijn om
verlof tot het richten van vragen aan de Re
geering betreffende de dreigende loonsver
laging in de mijnindustrie en de maatregelen
die de Regeering in dit opzicht reeds heeft
getroffen of nog denkt te treffen.
Het verzoek wordt ingewilligd. De behan.
dóling heeft plaats na de Rurgerlijke Pen
sioenwet.
.Wijziging beroepswet.
Aan de orde is het wetsontwerp tot wijzi
ging der Beroepewet. Het doel der wijziging
is vermindering en bezuiniging der organi
satie van de raden van beroep voor de In
validiteitswet.
De nlgemecne beschouwingen worden ge
opend.
De lieer SANNES (V.D.) juicht dit ont
werp als bezuinigingsmiddel toe. Hij heeft
wel eenige bezwaren en meent dat een de
finitieve regeling pas kan geschieden als de
6ociale wetgeving is herzien. Ook ten aan
zien van de opheffing van den Raad van Be
roep te Roermond wil spr. liever wachten
tot alles is gereorganiseerd. Met het oog
daarop is het beter niet vast te stellen dat
er ten hoogste zeven raden van beroep zul
len zijn. Hij wil dit aan de Regeering ter be
paling overlaten.
Vervolgens dringt spr. er op aan dat men
voorzichtig moet zijn met het „lichtvaardig"
verklaren van beroepen. De ervaring heeft
geleerd dat beroepen op den duur gegrond
bleken nadat zij herhaaldelijk ware nafgewe.
zen. Het heffen van het griffierecht acht
spr. onbillijk vooral bij het verzet. Spr.
vraagt den Minister dit griffierecht terug
te nemen. De kosten van beroep zullen door
de hooge reiskosten, veel te hoog worden.
De heffing van het grifffierecht zal wel lei
den tot vermindering van beroepen.
Do Minister van Justitie, de heer HEEMS
KERK, vreest, dat met tegemoetkoming
nau de wenschcn van den lieer Sannes van
dit wetje niet veel overbleef. Bij bezuini
gingen moet men wel eens over moeilijkbo
den heenstappen. Spr. meent, dat de com
binatie van functies van rechterlijke ambte
naar en van voorzitter van den raad wel
mogelijk is, al zal het niet altijd het geval
zijn.
Heffing «van het griffierecht is gerecht
vaardigd door het groote aantal ongegronde
beroepen. Onjuist is het, dat een uitnoo-
diging wordt gedaan om verzet aan te tee-
kencn. Bij de uitspraak van den Raad van
Beroep wordt alleen de aandacht gevestigd
op de gelegenheid van verzet.
Art. 1- worden goedgekeurd.
Art. 8 (griffierechten).
De heer VAN RIJCKEVORSSEL (R.-K.)
verklaart zich ook tegen de instelling van
griffie-rechten, op de gronden door den heer
Sannes aangevoerd.
Dc MINISTER acht heffing gcwcnscht en
ziet het nadeel er van niet zoo groot
Art. 8 wordt verworpen met 42 tegen ?3
stemmen.
Er zal dus geen griffierecht bij hot indie
nen van liet klaagschrift worden geheven
Art. 917 worden goedgekeurd.
Het wetsontwerp komt later in eindstem
ming.
Kleine ontwerpen.
Een elftal kleine wetsontwerpen worden
goedgekeurd.
Interpellatie-Kleerekoper.
Aan de orde is de interpellatie van den
lieer Kleerekopcr omtrent de behandeling,
die verdachten somtijds vanwege do politic
ondergaan, in het bijzonder omtrent de fei
ten, die zich hebben voorgedaan tijdens en
na dc arrestatie van eenige personen, die te
Schoten cn omstreken als verdacht van
brandstichting zijn aangehouden.
De heer KLEEREKOPER (S.-D.) wijst
op de vele wantoestanden bij arrestaties,
enz. Hij stelt daarbij deze vragen
I. Is niet de Minister overtuigd, dat ver
dachten door de politie met groote bedaard
heid moeten worden bejegend: dat het niet
dc taak is der politie om door z.g. „strenge
verlioorcn" bekentenissen te verkrijgen; en
dat in elk geval elk ruw en onbehoorlijk op
treden, laat. staan alles wat zweemt naar
lijfelijk geweld, moet worden vermeden 1
II Waarom heeft de Minister niet de ver
dachten zelf van Schoten over de gerezen
klachten doen hooren instcde van uitsluitend
uit inlichtingen „vanwege de betrokken
autoriteiten" te citceren, ook niet nadat uit
die inlichtingen toch wel viel af te loiden,
noodig was.
III. Is zoodanig onderzoek alsnog inge
steld en zoo ja, wat waren de uitkomsten 1
IV. Is de Minister bereid, gestrengelijk te
doen waken, dat tegenover verdachten
geonerlei pressie wordt geoefend en dat zij
zeker niet mishandeld of zelfs ruw bejegend
worden
De heer KLEEREKOPER somt tal van
gevallen op, waarin van mishandeling
sprake zou zijn, om te bewijzen dat het
Schotensehe geval niet alleen staat. Het
onhandige optreden bijv. tegenover de an
archisten acht hij zeer onverstandig, want
dat optreden is propaganda voor de leer
der anarchisten.
Vervolgens bespreekt hij liet antwoord
van den minister op spr.'s schriftelijke vra
gen. Uit verschillende schriftelijke verkla
ringen van de arrestanten zou blijken, dat
wel degelijk opzettelijk is mishandeld. Spr.
betreurt het dat de minister gebrekkige
antwoorden gaf on geen behoorlijk onder
zoek heeft ingesteld.
RECLAME.
Kunt ge 38 ets. per dag
sparen dan kunt ge U
een Hoover veroorloven,
de eenige machine, die te
gelijkertijd klopt, veegt en
zuigt.
Telefoneer of schrijf ons
om nadere inlichtingen.
Lucas van Leydcnsf raat 2
LEIDEN TEL. 2149
Hij KLOPT ..etihlj V»gtcu HIJ Zuigt
1.30*
De minister van Justitie, de heer HEEMJ3
KERK antwoordt op de vragen. Natuurlijk
is spr. er van overtuigd, dat de justitie en
de politie op zachtmoedige wijze moeten
optrftdon Herhaaldelijk heeft spr. dat ge
zegd. Een verdachte is nog geen schuldige,
spr. erkent dat volmondig, maar de hoer
Klcerekoper moot dat ook toepafison ten
aanzien van de politic die verklaringen
aflegt.
Tal van verklaringen heeft de hoor Klee-
rokoper gedaan, die pfts het antwoord
van den minister op de sebriftelijke vra
gen van den beer Kleerekopcr zijn inge
komen
Als iemand een klacht indient bij den
minister, dn.i wordt dio klacht grondig on
derzocht. Wanneer cr geen klacht is in
gediend, is het tooh niet normaal dat nu
toah de betrokken personen worden ge
hoord. Moet de justitie personen hooren,
die verklaren dat zij de justitie niet er
kennen
Spr. heeft nog oen nanta-1 gegevens ver
kregen. maar hij weet die nog niet te r«-
sumeeren. Den gansehen gang van zaken,
van allerlei berichten en verhalen, die ia
de krant zijn opgenomen, aóht spr. ver
keerd.
Uit de mededeelingon van spr. blijkf,
dat bijv. wol gelegenheid is gegeven om
te ontbijten, in strijd met de verklaringen
die de heer Kleerekoper gaf. Daar staaa
dus dc verklaringen lijnrecht tegenover el
kaar Zelfs heeft één der marechaussee#
nog aan óén der verdachten gevraagd of hij
niet eerst wilde ontbijten*. (Gelach). Spr.
leest uitvoerige rapporten voor, o.a. be
treffende de arrestatie der vrouw, die aiob
nog moest aankleeden. In dal rapport
wordt duidelijk verklaard, dat er geetf
Door VALENTINE WILLIAMS.
Geautoriseerde verlating van W, E. PONT.
(Nadruk verboden).
45) -
li: hel) indertijd nunig hachelijk uur
doorgemaakt, en ik heb altijd gevonden, dal
het meest vrceselijke van den dood niel h.
vooruitzicht zeil is, maar meer nog en
dat komt plol.-eling en nd.r voorafgaande
waarschuwing over iemand liet besef
i an de onverbiddelijkheid van het noodlot,
do volslagen onmacht van den niensch om
aar. zijn noodlot tc ontkomen. En heel spoo
rlij nadat ik naar benei! n gevallen was in
de grol, had ik begrepen, dal onze kansen
om le ontkomen al heel gering waren.
Wij hadden geen voe dscl, alleen water
cd lucht. Do dood door langzame uithon
gering wachlfe ons. tenzij wij de aandacht
honden trekken en hulp konden krijgen.
Klompvoet en zijn menschcn zou.Ln in hun
eigen belang wel bereid zijn ons le hulp tc
hamen. Maar hoeveel kans hadden wij daar
injesiolen onder de aarde, hun le laten
weten, waar wij zalen? En hoe kon Garth
■Mis ooit vii '1 wan:..:, de Naomi" i rug-
Jrw&m?
Marjork was op;c - Haar gelaal had
.weer eenige kleur gek:-gen en er was een
sprank van "opwinding in haar oogen.
„Dai is hit,' riep zij uit, „er moei na-
JuurliJk neg ten andere uitgang zijn!"
En hel «lompje kaars grijpend, haastte zij
zii.ii er mee naar hei andere eind van de
grol.
Ik had den moed niet haar te volgen.
Deler, dacht ik, dal zij zelve onzen werke-
1 ij kon toestand zou leeren besolfen. Vroeger
oi laler moest zij hot inzien. Ik zag liet gele
schijnsel aan het einde van liet rotsvertrek
en koek naar de groote schaduwen, die over
hel plafond iiibkerden, loen zij de kaars
"heen en weer teivoog. Toen kwam zij weer
naast mij ,de kaars stond tusschen ons in
cn ik zag aan de schokkende beweging van
haar schouders, dat zij schreide.
Wal kon ik doen? Welke hoop kon ik
haar geven? Ik strekte mijn band uit en zij
greep die vast. Om onze eenige lichtbron le
sparen doolde ik toen de kaars uit. Ik had
nog vier en dertig lucifers over.
Zoo zaten wij eenigen lijd zwijgend bij
elkaar. De duisternis lag dicht en kalm als
een zwarl Iluweelen kleed op ons, een
soort duisternis, waarvan een stadsbewo
ner geen begrip heefl. Weldra werd het
meisje kalmer en met een paar sidderende
zuchten hield haar snikken op.
..Beste kind," zei ik, „je moet vertrouwen
in mij hebben. Ik ben zoo dikwijls op het
kantje geweest en loch ben ik len slotle
overal goed a[gekomen."
Ik brak den zin ai; het was moeilijk om
met overtuiging le spreken.
„Ik ben bang," steunde hel meisje, „zoo
vreeselijk bang. Aan liet front was ik er al-
lijd irotsch op, dal mijn zenuwen zooveel
sterker waren dan die van andere meisjes.
Maar stil te zitlen in do duisternis en te
wachten op den dood.Nooit had ik kun
nen denken, dat iets zéé verschrikkelijk
kon zijn.Weelweet ie wel, dat ik
mij zo Ivo met alle kracht in hedwang moet
houden om het niet uit te schreeuwen
„Ja." zeide ik, „en ik wil je wel vertel
len, Marjorie, dat ik je bewonder, dat je hel
zoo opneemt. Ik lveb mannen half waan
zinnig zien worden om minder reden!"
„En jij, vroeg Marjorie," ben jij niel bang
voor den dood?'
„Wanneer die komt, ja," antwoordde ik.
„Maar on9 beroep leert ons alleen bij het
oogenblik le leven en de loekomst voor
zichzelf ie lalen zorgen. Aan het fronl was
het ergste deel van een aanval het wachten
er op.; wanneer de fluit weerklonk en de
versperring opgeheven werd, vergat men
allen twijfel en vrees. En de oenige weg, om
door zoo'n moeilijken middag heen le ko
men vóór het beslissende uur, was, bij het
oogenblik te leven, al zijn gedachten te be
palen bij de onbeleekenende moeiten cn
vervelendheden van dien gewonen dagelijk-
scben sleur cn de brug niet te willen over
steken, voordat men er overheen moest..."
„Maar ben je niet erg aan het leven ge
hecht?"
„Het is niet goed je te veel 1» hechten
aan de dingen op aarde," zet ik, „omdat je
onherroepelijk bestemd bent ze toch ten
slotte weer te verliezen.
Het meisje zweeg. Ergens in de grol klonk
het melancholieke neerdruppelen van
waler.
„Ben je ooit verliefd geweest?" vroeg zij
plotseling.
Natuurlijk ben ik dat, zooals iedereen.
Maar zij was niet tevreden met algemeen
heden. Ik moest baar vertellen van een
meisje in Daijecling, toen ik nog jong lui
tenant was, dat door haar plotseling ver
anderen van gevoelen* mij voorgoed alle
huwelijksplannen uit hel hoofd had ge
bracht.
„Ben je wel eens verliefd gewecsl?"
vorschle ik uit, om liel gesprek van richting
te doen veranderen. Maar zij ontweek ie
vraag.
„Zou jo Irouivon, wanneer je je ideaal
ontmoette?" vroeg zij.
„Misschien zouden de omstandigheden
dat meer verhinderenI" zei ik.
..Hoe ziet je ideaal er uil?"
Weer hoorde ik dat melancholische ge-
druppel van water in de duisternis en met
een schok werd ik weer aan onzen toestand
herinnerd. Ik glimlachte bij <le gedachte,
dat wij beiden, opgesloten in dit doodsver-
irek in de Stille Zuidzee, kalm de eeuwige
kwestie van het leven zaten te bespreken
„Zij is lang en slank en rein van ziel,"
zei ik, „zij moest mij volkomen vertrou
wen en niet alleen vrouw, maar ook mak
ker zijn."
„Heb je haar ooit ontmoetnd hel
meisje van Darjecling?"
„Kindilief," zei ik, „het meisje van Dar-
Iecling is nu een dikke, gescheiden vrouw,
die als belooning, dat zij haar echtgenoot
van haar afschuwelijk Ijumeur bevrijdde,
de opvoeding heeft bedongen van haar kin
deren, die zij schandelijk verwaarloost..."
Het meisje lachte even.
„Wat ben je strengt" vond zij. Toen
vroeg zij:
„Maar lièb je je ideaal daarna ontmoet?"
„Ja," antwoordde ik, ten voile beseffend
waarheen het gesprek ging.
„Waarom trouw je dan niet met haar?"
„Ik heb haar niet gevraagd," zei ik.
„Maar waarom niel, als zij toch j«
ideaal is?"
„Omdat," antwoordde ik, alle voorzich
tigheid overboord werpend en len slotte
wat beteckende conventie voor ons in onze
omstandigheden? „omdal zij te rijk is!"
„.Te vraagl m ij niet," zei liet meisje na
een pauze, ,,ot ik een ideaal heb!"
„Neen, natuurlijk niet," antwoordde ik.
„want je ontweek mijn vraag of ik ooit ver
liefd was geweest.
„De man, dien ik trouwen wil," zei ze
mei zachle stem, „moei maken, dat ik zoo
veel vertrouwen in hem heb, dat ik zelfs in
het uur van den dood niet bang zal zijn..
Ik liet haar hand los en slond op. Hel is
alles goed en wel filosofische redeneeringen
te houden over het le gomoet gaan van den
dood, wanneer je aan niets gehecht bent op
aarde. Maar dit slanke, fiere meisje, mei
haar grijze oogen en goudbruin haar, deed
mij meer dan ooil verlangen naar het
leven.
Ik streek een lucifer aan en onlstak de
kaars.
„Hel is nu kwart voor vieren," zei ik
„Om onze krachten zooveel mogelijk te
sparen, stel ik voor, dal wij om beurten
ieder kwartier hard roepen voor het geval
er iemand boven op een van de terrassen
mocht zijn. Ik zal nu beginnenl"
En mijn hoofd opheffend in de schacht,
sliet ik een krachtig hallo uit. Luid weer
klonk de echo in de grol. maar geen men-
schelijke stem antwoordde.
„En nu," zei ik, „denk ik, dal we nog
eens naar dat luchtgat moeten kijken. Deze
vulkanische rotsen zijn op sommige plaat
sen erg bros en wij zouden misschien de
opening kunnen verwijden
(Word» vervolgd). -