DE ZOMERTIJD. Subsidie aan de Olympische Spelen. H. P. H. KEEREWEER, BINNENLAND. sprake van is geweest dat do rich klce- dcudc vrouw is bespied. Wat den schop betreft die één der arres tanten is toegebracht, het is waar dat het so&ccnbecn ontveld is. Waarschijnlijk is het dat dit gebeurd is door don schoen van den marechaussee, uiaur het is dan onopzettelijk gebeurd, o.a doordat de ar restante zoo mobiel was. De fout is, dat geen klacht is ingediend en dat wel aan den heer Klcerekoper lange verhalen vrerden gedaan die aan spr. niet werden medegedeeld. Op die wijze staat de zaak op haar kop. Do heer KLEEREKOPEJt dupliceert. Hij blijft den minister verwijten dat h\j geen grondig onderzoek heeft ingesteld. Dc heer VAN RAVESTEIJN (C. fr.) vindt dat de minister getracht heeft een bagatel van de ganschc zaak te maken. Dc hoofdzaak is dat deze menschen van hun bed zijn gelicht in plaats van schriftelijk ontboden te zijn. Dc heer SOHAPEJt (S.-D.) vraagt wat er toch gebeuren moot om een eind tornar ken aan deze misstanden. Gebeurt cv nu iets? De MINISTER dupliceert. Do interpellatie wordt gesloten. Verschillende onderwerpen. Aan de orde zijn tie volgende onderwer pen 1. Conclusie van het Verslag der Com- missio voor de Staatsuitgaven omtrent do rekeningen van inkomsten en uitgaven van het Btaatsboschbedrijf over 1922 en 1923. 2. Conclusie van het Verslag der Com missie omtrent de inlichfcmgej» op het adres van het dagelijksch bestuur van dc Zcc- viselivereeniging ia liquidatie tc IJmuiden, houdende verzoek to willen bevorderen, dat voldoende geldmiddelen ter beschikking worden gesteld, in verband met do afwik keling der liquidatie. 3 Conclusie van het Verslag der Com missie voor de Staatsuitgaven omtrent do rekeningen van het „Fonds uit de zuivcro winsten verkregen uit aanmuntingen \oor rekening van het Rijk" en het „Fonds uit de zuivere winsten verkregen uit aanmun tingen voor rekening van Ned.-ïndië over 1923. .1 Verstrekking van een leemng uit 7» Rijks schatki6t ten behoeve van den aan leg en het m exploitatie brengen van een tramweg van Velp naar Arnhem. 5. Onteigening ten behoeve van den bouw van een brug voor gewoon verkeer over den GelderBchen Usel nabij het Katervecr, ingevolge de wet van 15 December löiT (Staatsblad no. 704). 6. Overneming van de havenwerken be oosten Oudcsckild op Texel in beheer cn onderhoud bij het Rijk. 7. Goedkeuring van het op 11 Juli 1921 te Ottawa tusschen Nederland en Canada ge sloten handelsverdrag. 3. Conolusie van het Verslag der Com missie omtrent de inlichtingen op het adres vao het hoofdbestuur der Vereeniging van onderofficieren enz. Ons Belang, te Amers foort, houdende verzoek te willen bevorde ren, dat do bezittingen der opgeheven mu- ziekfondsen niet door het Rijk tot zich wor de» getrokken, doch althans gedeeltelijk, verdeeld worden oDder de bij de ophef fing van het fonds bij liet betrekkelijk mu ziekkorps werkzaam zijnde muzikanten. 9. Conclusie van het Verslag der Commis sie omtrent de inlichtingen op het adres van M. Eiama, te Groningen, houdend© verzoek te willen bevorderen, dat hij vo»-« benoemd tot adjudant-onderofficier, toe gevoegd aan den landweerdistrict-scommau- jjjant en omtrent zijn pensionneering vol gens dien rang. 10. Goedkeuring van het op 16 Augus tus 1924 te AngoTa tusschen Nederland en de Torksche Republiek gesloten verdrag van vriendschap. 11. Goedkeuring van het toawhen Ne derland en Letland gesloten handelsver drag. 12. Goedkeuring van het tusschen Neder land en Estland gesloten voovloopige han delsverdrag. Deze ontwerpen worden goedgekeurd. De vergadering wordt verdaagd tot Don derdag één uur. Het voorloopig verslag van de commis sie van rapporteurs over het ontwerp van wet tot intrekking van do wet van 23 Maart 1913 (Stsbl. no. 165), gewijzigd bij de wet van 22 Maart 1922 (Stsbl. no. 130), tot tijdelijke afwijking van de wet van 23 Juli 190S (Stsbl. no. 236), tot invoering van een wettelijke» tijd, luidt als volgt: 1. Een aantal leden wenschte in do eerste plaats de a&ndaclit te vestigen op de ten aanzien van het vraagetuk van den zomertijd door do Ucgeering aangenomen houding. Met nadruk stelden zij de vraag: Welke in 1922 nog niet bekende omstan digheden hebben zich siuds dien tijd voor gedaan, waardoor de gewijzigde houding der Eegeering gerechtvaardigd, of althans verklaard zoudo kunnen worden 1 In 1922 heeft de RegeeriDg een wijziging van de wet van 23 Maart 1918 (Staatsblad no. 165) tot tijdelijke afwijking van dc wet van 23 Juli 1908 (Staatsblad no. 230) voor gesteld en tot stand gebracht, wet van den 22sten Maart 1922 (Staatsblad no. 130), waardoor do termijn, binnen welken de zo mertijd zal gelden, verlengd is gewovdfn. Is dc gewijzigde houding der Eegeering, zoo werd gevraagd, het gevolg van bloolc ver andering van inzicht, zonder dat deze door bepaalde nieuws omstandigheden in het leven geroepen is, en, zoo ja, welke zijn dm de redenen van die verandering! 2. Vele leden verklaarden zich met dit wetsontwerp niet te kunnen veveenigen. Zij betreurden, dat de Regcering gemeend heeft aan het vraagstuk van den zomertijd een oplossing te moeten geven als in het wetsontwerp is neergelegd. Door overdrijving aan beide kanten, door stelselmatige opwinding, is er in dc laatste jaren ter zake van dit vraagstuk een tegen stelling bewerkt tusschen de stedelijke be volking en het platteland, welke zoodra mogelijk dient te worden weggenomen Goed Eegecringsbelcid had daarom vol gens hen medegebracht, dat er naar wart» gestreefd om dezo kunstmatig gewekte te genstelling op te heffen, althans te verzach ten. In stede daarvan geeft de regeeriug alles toe aan de eeno groep niet eens do talrijkste zonder ook maar eenigs zins rekening te houden met do wenscheu en belangen van de andere. Deze leden achten dan ook den gekozen weg niet redelijk. Zij meenden, dat alsnog het compromis-voorstel der commissie dien de te worden aanvaard. Daardoor zouden, blijkens uitlatingen van dc zijde van tegen standers van den zomertijd, de bezwaren wel niet geheel worden weggenomen, maar toch belangrijk verminderd. Immers ware dan althans vervallen do door sommigen niet zonder grond geuite grief, 'dat een zomertijd van Maart tot in October te lang is, waardoor de melkboeren worden genoopt in het voorjaar en in den herfst de koeien tc melken in de duisternis. Een tusschenvoorstel als dXt der meerderheid van de Tijdcommissie zonde derhalve ver zoenend kunnen werken. Voor zoover er verschil is in ons volk, gai die commrssro met haar voorstel een voortreffelijke ge dachte aan, omdat bij aanneming daarvau er dan geen overwinnaars en overwonnenen waren. Enkele leden, die ter wille van de econo mische voordeden vroeger vóór den zomer tijd hadden gestemd, opperden do rra;g, of bij aanvaarding van een compromis die voordeelen nog wel lrelangryk genoeg ble ven om voortzetting van den zomertijd te wettigen. 3. Vele leden spraken als hun over tuiging uit, dat de bezwaren tegen een tijdelijke tijdvervroegiug stcii overdreven worden en ten plattclandc volstrekt niet algemeen worden gedeeld. Onjuist is de be wering, dat de steden vóór den zomertijd zijn en het platteland daartegen. Vele laud- bonwevs zijn voorstanders van den zomer tijd, in. grootc gedeelten van het platte land hebben de boeren er geen bezwaar tegen; eigenlijk zijn het alleen degenen, die in do nabijhe/d van groote steden wo nen. Men merkte daarbij op, dat toen de arbeid in de stad des morgens om vijf of zes uur begon, daarvan geen bezwaar werd ondervonden. Waarom bestaat dat bezwaar thans wel, mocht men vragen, nn de ar beid om half acht aanvangt De boerenstand op de zandgronden heelt van den zomertijd geen hinder ondervon den, omdat de melk -daar algemeen wordt geleverd aam de zuivellabrieken, die zich naar geen zomertijd behoeven le richten. En wat de melklevering aan de groote sle den betreft, zoo mcendo nten, wordt de melk gepasteuriseerd, waardoor men aan "een melktijd is gebonden en gelegenheid krijgt des morgens melk le leveren, die den vorigen avond is gemolken. Ook in de wet- streken ondervindt men van den zomer tijd en derhalve nog minder van een meer beperkten zomertijd geen oi zeer weinig last; ook daar is Se melkboer aan een bepaald uur voor de altevering der melk aan de zuivelfabriek niet gebonden. Alleen (cn aanzien van «en land- en tuin bouwer kan worden toegegeven, dat m den lijd van het wieden en schoffelen van bie ten en wortelen een vervroegde tijd eenig bezwaar kan opleveren. Deze bezwaren weerhouden echter andere landen niet van de invoering van den zo mertijd. Er werd hierbij nog op gewezen, dat men nooit had gehoord van bezwaren van onze oostelijke naburen, meer in hei bijzonder van de landbouwers en veehou ders van vlak over de grens, over de 40 minuien, welke zij des zomers op onzen lijd voor waren. Den zomerlijd kortweg al le schallen, achtte men des le bedenkelijker, nu Engeland zeer onlangs had besloten dien definitief in de wet vast te leggen, welk voorbeeld ongetwijfeld door België en Fran krijk zoude worden opgevolgd. Werd hier te lande de zomerlijd afge schaft, met handhaving van den Amstcr- daaisciiea lijd, dan zoude ons land als het ware een eiland worden, dat met de buren loefde in afwisselende tijdsverschillen van 20 lot 40 minuten. Onderscheidene leden achtten het niet, noodig om in de bekende argumenten, welke pro en contra den zomertijd werden aan gevoeld. thans diep le treden, le mindcT, waar zij aan alle leden dezer Kamer vol komen bekend zijn, welk slaalslichaam immers reeds drie malen de vraag, in ver schillende vormen der Ivamcr voorgelegd, of de zomerlijd gewenscht is, bevesligend heelt beantwoord. Er is Inderdaad niets voorgevallen, dat de Eerste Kamer zoude moeten bewegen thans haar houding ook le gaan wijzigen. Zij heeft het laatst met groo te mecrderlicid die houding aangenomen hij het voorslel-Braat, waartoe zij niet slechts door de overweging gebracht werd, dat de materie geen onderwerp was voor een inilinlief-voorstel, maar ook wel dege lijk door de waarde, welke zij aan den zo merlijd héchtte. InlusscJicn achten eenigc leden een nieuw argument voor den zomerlijd gelegen in de reeds vermelde omstandigheid, dat sinds de behandeling van hel wetsontwerp in de Tweede Kamer Engeland den zomertijd permanent heelt ingevoeld en Frankrijk en België wel zullen volgen. Zij achtten het niet juist dat alsdan in West-Europa Neder land in dit opzicht afgezonderd zoude zijn. Bovendien heeft ons land dan nergens aan sluiting met het buitenland, daar het noch Midden-Europeeschen, noch zomertijd heeft, hetgeen een groot bezwaar ie voor tele graaf- en telefoonverkeer, vooral ten op zichte van den handel en het verkeer met het buitenland. RECLAME. 5190 4. Verschillende andere leden konden zich met het wetsontwerp wel verecnigen. Dc zomertijd, zelden zij, bcieekent meer levensgenot voor de stedeling, doch ineer last voor hel platteland. Dal levensgenot kunnen de stedelingen zich ook op andere wijze verschaffen door vrijwillig lijdag op le staan en evenals het platteland, het leven te regelen naar de zon; de bevolking van hel platteland kan echter den last niet ont gaan. DaaTom moet oens keuze uitvallen tcn_ gunste van het platteland. Voorts wezen rij er op, dat, blijkens de ervaring, de voordeefeu van den zomertijd in de steden ovemnin algemeen wordt ge voeld. immers, ook daar treft men veJen aan, die tegenstanders rijn van den zomertijd, terwijl de groote meerderheid er onverschil lig tegenover slaat. Ecu krachtig motief legen den zomertijd meenden deze leden te zieu in het feit, dat do zomertijd bestaat in een kunstmatig geheel willekeurige al- wrjking van den natuurlijken tijj, welke af- \i hiring velen, geheel tegen hun zin, wordt opgelegd, aoorout vele stedelingen rich heb ben gewend om den dag meer ea meer te vciscuuiven in de richting van dea naeht. In het bijzonder is dit gasclned in de West- F.erepeescho landen. Echter niet, of in veel geringer mate, in Daitschland, Italië en Zwitserland, die dan ook geen zomertijd meer kennen. Ook vroeger had men hier te lanue, zonder d2t dit last gaf, es» anderen tjjd dan de ons omringende fnndeu. Eeeos in 1906 hebben do .-pooi weguirecties gezegd, dat daartegen geeu bezwaar bestond. Tweeërlei tijden in t gen land, zooais er ontstaat ten gevolge van liet in sommige streken niet volgen van dan ingesteldeu zomertijd, is grootst' bezwaar dan liet tijds verschil met het buitenland. Daarentegen is ds zomertijd een ernstig bezwaar voor den land- en tuinbouw en de melkveehouderij, ook in economisch op.richt; da ge he oio georganiseerde land- en tuinbouw is dan ook tegen den eomerigd. In de eerste plaats hebben de arbeiders in de bonwstreken den last te moeten werken tusschen de natte planten in den killen morgendauw, wat on aangenaam is en zeltcr niet gezand. En in de tweede plaats is het gedurende den oogsttijd, die loopt van Juni tot en met October (hooi, vlas, koolzaad, karwij, granen, suikerbieten en aardappelen) schadelijk om de oogstwerkzaamheden te verrichten tijdens den morgendauw, omdat voehtig geoogste gewassen lichtelijk bederven en minderwaar dig' worden. Deze bezwaren worden ten plattelande zóu ernstig geacht, dat men in vele streken mc-t den wettig ingevoerde» zomertijd geen rekening hield en den middelbaren zonne tijd van Amsterdam ook gedurende den zo mer is blijven handhaven. In dat geval ondervond men echter weer andere bezwar ren, voor velen van niet minder beteekenis. Zoo werd gewezen op de groote schare kinderen, die tegenwoordig per trein, tram en rijwiel des morgens naar de verschillen de scholen der steden trekken, om des avonds op dezelfde wj'zs terug te keeren. Deze tal rijke kinderen moeten daardoor des morgens een uur vroeger opstaan. Gaan zij met de plattelandsbevolking naar bed, zooals wel haast niet anders mogelijk is, dan derven zjj dus een uur van de voor kinderen zoo noodige nachtrust. Ook lijden de landbouwers schade, wan neer hunne arbeiders wegens den zomertijd, zooals dikwijls gebeurt, iu den dauw niet kunnen werken, terwijl hun niettemin het loon moet worden -uitbetaald. Bovendien zgn er ten plattelande tal van andere menschen, die met de steden in veelvuldig verkeer staan en van vorenbe doeld twee-tpden-stelsel grooten hinder ón- dervrnden. Om al deze redenen achiten deze leden do nadeeleu van den zomer t"jd grooter dan de voordeelen, en verklaarden zij der regeering doukbaar te zjjn voor het gedane voorstel tot eindeHjke beëindiging daarvan. Ten slotte werd nog opgemerkt, dat niet uit het oog mag worden verloren, dat de Tgdscommissie eenparig van oordeel was, dat de zomertijd, zooals deze pu is, niet ge handhaafd kan blijven en dat het mearder- heidsvocrstel alleen uitvoerbaar is, indien het buitenland zich daarbij aansluit. 5. Zeer vele leien hechtten buiten gewoon veel gewicht aan da houding in dezo van het buitenland, bepaaldelijk van Enge land, Frankrijk en België. Dat Nederland te midden van de ons omringende landen, een geïsoleerde positie 7.09de verlangen in te nomen, werd volstrekt onaannemelijk ge acht. Niet alleen, dat dit isolement ons aan zien in het buitenland niet ten goedo zoude komen, maar handel, industrie cn personen verkeer zouden daarvan dagelijks grooten overlast en financieel nadeel ondervinden Dat zeilde geldt ook voor den land- en tuinbouw. Met het oog op een en andpr verzochten een groot aantal leden de regeering bij haar memorie van antwoord de Kamer nauwkeurig en volledig in te lichten omtrent de be sluiten ten aanzien van den zomertijd ge nomen of de voorstellen ten aanzien van den zomertijd gedaan, onderscheidenlijk in Engeland, Frankrijk en België. Andere leden markten hiertegen op, dat ons land aan de zeer lange Oostzijde grenst aan Daitschland; dat geen zomertijd kent. Evenmin beetaat h\) rn Zwitserland, noch in Italië. Verschenen ia hel voorloopig verslas van de Tweede Kamer over liet wetsontwerp in zake liet verteenen van een subsidie van een mïlHoen gulden -nan de Olympische Spelen. Zeer vele leden bleken teleurgesteld te zijn over de indiening van dit wetsontwerp. Bij dezen waren er, die onder andere om standigheden oen voorstel als dit hadden kunnen begrijpen, maar daaraan thans, nu alierwege bezuinigd moet worden hun slem in geen geval wilden geven. Andere leden hadden principieel© bezwa ren tegen het voorstel. Zij zagen in sport- leestcn ais deze voor het volk meer nadeel dan voordeel. Uitspattingen daarbij zijn, volgens hen, geen zeldzaamheden. Derge- bjke leesten lokken in den regel» zoo wordt gezegd, een grooten trek uit naar hel land, waar ze gegeven worden van „menschen die met onzedelijke praciijkcn hun slag trachten ie slaan." Ju het bijzonder vreesden deze leden, daf do heiliging van den Zondag en schending van de Zondagswet geen uitzondering zou den worden. Algescheiden van alle andere overwegingen, zouden deze leden dan ook nooit hun slem aan het voorstel kunnen geven dan onder uitdrukkelijk beding, dal op Zondag geen Olympische Spelen zouden worden gegeven cn geen extra treinen zou den Joopen. Andere leden vroegen, of iu het algemeen niet te veel wordt gedaan aan sport ten koste van geestelijke belangen. Uit een oog punt van sport oordeelden zij dc spelen niet noodig en het nut wordt lri. lang niet zoo algemeen door de beoefenaars dor sport in gezien als de voorstanders dezer leesten willen doen gelooven. getuige de weinige offervaardigheid in sportkringen betoond. Met betrekking tot het beroep door den mi nister op toezeggingen door het Neder landse]* Olympisch Comité met steun der regecring gedaan en die thans gestand moe ten worden gedaan, achten deze leden de Kamer in geen enkel opzicht gebonden. Even weinig klemmend achtle men hel beroep in de Memorie van Toelichting, op de ideëele winst gelegen in do versterking van de banded met liet buitenland cn van de goede internationale verstandhouding, welke door deze feesten zou worden be vorderd. Tal van gebeurtenissen op internationaal gebied hebben hier le lande plaats, zoo wordt verder betoogd, zonder dat de regee riug zich geroepen acht geldelijk en steun le verleen en. Gewezen werd al 8 voorbeeld op de Internationale bloemententoonstelling le Heemslede. De beieekenis van het vreemdelingcnbe- zoek voor ons land mag trouwens, aldus zeggen deze leden, niet overschat worden. De meeste bezoekers zullen in Amsterdam blijven en het land niet intrekken. Boven dien zou de duurte, die met zulke feesten pleegt gepaard te gaan. ander en meer te waarde eren vrcemdeliiigcnbezoek afschrik ken! Den finaneieelcn opzet van het voor stel ach Hen vele leden voor ernstige critiek vatbaar- Het getuigde hi. van een zeer groote royaliteit met rijksgelden. Resumee- rende verklaarden de hier aan het woord zijnde leden, zich in geen gevaJ mot het wetsontwerp le kunnen vereenigen. Sommige andere leden verdedigden het voorstel Zij achtten ook thans de uitgave ten volle verantwoord. De Olympiade is een gewichtige internationale gebeurtenis en het is een eer voor Nederland, dat deze spe len hier plaats» zullen vinden. Een droevig figuur zouden wij maken als wij ons thans gingen terugtrekken. Gewezen werd door deze leden o.m. op de blijvende gevolgen voür liet vreemd ding enverkeer, die van de Olympiade le wachten zijn, en op de nieuwe handelsbetrekkingen, welke zeker zullen worden aangeknoopt. Wat de kosten helrelt, werd er op ge wezen, dat, waar de Olympiade nog in hel verre verschiet ligt, aan particulieren nog de voldoende gelegenheid heeft ontbraken door toezegging van bijdragen van hun be langstelling blijk le geven. Voorts zal de schatkist, zoo wordt ge zegd, indien het aanhangige ontwerp weel debelasting lot wet mocht worden verheven, van dc Olympiade ook rechtstreeks belang rijke baten trekken. Indien men veronder steld, dat het aantal bezoekers 1DO.OOO zal bedragen, (te Parijs waren er naar men be weert 1.000.000), die hier acht dagen blijven en 125 per dag verteren, dan zal dit een vertering geven van f20.000.000, die alleen wellicht f2.000.000 aan weeldebelasting zal opbrengen. Andere leden meenden, dat de gedane toezeggingen onvoorzichtig zijn geweest en den schijn hadden van grootdoenerij" Hot ware h. i. beter-geweest Amerika dc a.s. Olympiade te gunnen. Een volgende gelegen heid om de Olympiade in ons land le ont vangen ware dan wellicht minder ongelegen gekomen. Xu het echter anders is gegaan, moet zoo mogelijk naar een bevredigende op lossing worden gezocht. Eenige leden meenden, dat liet Rijk eerst dan behoorde te overwegen wat het doen kon, als eerst particulieren, Provincie en Gemeente hadden laten zien, wat deze spe len hun waard zijn. Andere leden waren van oordeel, dat het beter zou zijn, als de Piegeering zich garant stelde voor een deel van het eventueel deficit. Nog weid gevraagd, of de geheele opzet van deze spelen niet zuiniger kan. De kos ten te Antwerpen hadden volgens de over gelegde rekening veel minder bedragen. Ook zou men willen vernemen of het juist is. dat in steden, waar deze Olympische spe len zijn gehouden, men daarmede minder voldaan i8 en te keDnen heeft gegeven, dat men ze geen tweeden keer wenscht. RECLAME. AALMARKT 1# - TEL. 8«1 MEUBELMAKER - STOFFEERDER. ALLE REPARATIE*. 9809 Het IL-X. politiek advies. Het politiek advies is thans in de R-K. bladeD gepubliceerd. De „Tjjd" geeft: Van dc thans zittende Tweede-Kamerle den zijn cr vier, die op bet advies niet voor- komen, namelijk de heeren W. J. F. Juten,, die beeft bedankt, C. Kniggc, A. B. Mïchïel. sen en H. Stulemeyer. Heb Tweede-Kamerlid A. J. Loerakker staat op het advies als no. 7 voor Rotter dam, 's-Gravcnhagc, Leiden cn Dordrecht* cn als no. 5 voor Haarlem en Den Helder, zoodat, als hij door de stemming in d© Kiesverccnigingen niet naar voren wordt gebracht, zijn verkiezing vrij onzeker wordt. Daarentegen geeft het politiek advies aan enkele nieuwelingen een goede kans. Wordt dit advies opgevolgd, en behoudt d© R.-K. Staatspartij haaT 32 zetels, dan zou dc R.-K. Tweede-Kamerfractie vermoedelijk door de volgende nieuwe krachten worden versterkt: den heer R. B. A. N. do Quay, een militaire specialiteit, die in de plaats van den heer Juten tc Tilburg -wordt voorgesteld; vootIs de heeren prof. lir. J. A. Veraart en dr. L. G. Kortenhorst, die in vier kieskringen (Rotterdam, 's Gravenhage, Leiden en Dordrecht) resp. als No. 4 en 5 op het ad vies staan, den Leer Chr. M. Jansen, die in plaats van den heer Michielsen in Haarlem cn Den Helder wordt geadviseerd. Ten slotte krijgt nicn als Utrecht met 't uitvallen van den heer Kniggc genoegen neemt, d© heer J. Iï. A. L. von Fr ij tag Drabbe op het advies voor Arnhem, Nijmegen cn TTlrecht een kans. Daar de heer A. C. A. van Vuurongewei gerd heeft een candïdatuur voor Drente te aanvaarden cn hij derhalve alleen de stem men van Friesland en Groningen op zich zal kunnen rcrcenigen, is zijn zetel wel ccnigs- zis bedreigd. De stemmen van Drente zul len aan de lijst van Overijsel ten goede ko men, waar de kansen van minister Aalbers© als No. 2 op deze lijst worden verbeterd. Dit alles echter in de optimistische veron derstelling, dat onze fractie onverzwakt uit de stembus komt. Naar men zich herinnert, zijn in 1922 aan dc R.-K. lijst twee over- schotzctcls toegewezen. En het zal al bijzon der goed moeten loopen, om deze 32 zetels to behouden. Het blad meldt nog, dat dit politiek ad vies na langdurige en ernstige beraadsla ging in zijn geheel met 14 tegen 3 stemmen (die van de heeren AV. Hoefnagels cn J. IJs- selmuiden, beiden afgevaardigden van Gel derland, en P. J. M. Meyer, afgevaardigd© van Zeeland) is goedgekeurd. In aansluiting aan de bovenstaande be schouwingen ontleen en wij aan ,,De Tijd" nog de volgende namenlijsten, zooals deze door het adviscerend college der R.-K. Staatspartij zijn voorgesteld I. Kieskring 's-Hertogenbosch. 1. Jhr. mr. A. F. O. van Sasse van Ysselt, 's-Herto genbosch 2. A. N. Flcskens, Gcldrop. 3. Dr. L. Deckers, 's-Gravenhage. 4. J. J. Wintermans, Eindhoven. 5. Dr. H. W. E. Maller, Tilburg. 6. Mr. F. G. G. J. M. Teu- lings, s-Hcrtogcnbosch7. M. Krijgsman, 's-Hertogenbosch. 8. W. A. Brouns-Van Be. souw, 's-Hertogenbasob. 9. Mr. O. M. J. Kolfschoten, 's-Hcrtogenbosch. 10. Mr. H. J. M. Loc ff, Drunen. H. Kieskring Tilburg. i. Mr. A. B. G. M. van Rijakovorsel, 'sHertogenbosch. 2. J. van Rijzewijk, Tilburg. 3. ir. L. J. M. Feber Tilburg. 4. R. B. A. N. de Quay, Ulvcu- Jiout <gwn. Ginnekcn), 5. H. F. J. Weyer*, Tilburg. 6. C. A_ Valkenburg, Roosendaal. 7. Ir. A. J. L Juten, Bergen op Zoom. 8. J. J. M. Rubcrt, Hoogerheide (gem. Woensdrecht). HI, IV en XIII. Kieskringen Arnhem, Nijmegen, Utrecht. 1. Mr. A. J. M. J. ba ron van Wijnbergen, Utrecht. 2. Mr. J. R, H. van Schaik, 's-Gravenhage. 3. J, G. Suring, Maarsscn. 4. L. F. J. M. baron ran Voorst tot Voorst, Twello. 5. G. Bulten, Voorhout. 6. J. 'A. L. van Frijtag Drab be, Amsterdam. 7. J. M. H. van der Grin ten, Velp (Geld.) S. Dr. J. F. J. ten Berge, Utrecht. 9. J. W. H. M. Meyer, Arnhem. 10. P. H. J. StecnhofF, Baarn. V, VI, VII en VIII. Kieskringen Rotter dam, 's-Gravenhage, Leiden en Dordrecht, I. Mr. dr. D. A. P. N. Kooien, Utrecht. 2. O. J. Kuiper, Utrecht. 3. J. M. J. A. Meyer, Rotterdam. 4. Prof. dr. J. A. Veraart, Den Haag. 5. Dr. L. G. Kortenhorst, Heem stéde. 6. Prof. dr. A. AT. A. A. Steger, De-n Haag. 7. A. J. Loerakker, Schoten. 8. H. E. van den Brullc, Rotterdam. 9. J. M. J. H. Lambooy, Den Haag, 10. G. W. Kamp- schöer, Monster. IX. Kieskring Amsterdam, l. J. B. van Dijk, Amsterdam. 2. S. C. C. Bronsveld- Vitringa, Hoorn. 3. mr. G. C. J. D. Krop man, Amsterdam. 4. Mr. G. M. G. H. Ru«- sel, Amsterdam. X en XI. Kieskringen Den Helder eii Haarlem. 1. Mr. J. B. Bomans. Hanrlem. 2. Oh. L. van de Bilt, Den Helder. 3. Chr. M. Jansen, Amsterdam. 4. Mr. A, J. M. Leesberg, Alkmaar. 5. A. J. Locrakker, Schoten. C. H. E. Eveiard, Heemstede. XII. Kieskring Middelburg. 1. ir. L. A. Fruytier, Scheveningcn. 2. J. W. Vienings, Goes. XIV en XVL Kieskringen Leeuwarden* cn Groningen. 1. A. C. A. van Vuuren, 's-Gravenhage. 2- Dr. H. W. Takkenberg, Groningen. XV en XVII. Kieskringen Zwolle en Drente. 1. A. H. Engels, Leiden. 2. Mr. P. J. 11. Aalberse, 's-Gravenliage, 3. Ant, J. Sohoemaker, Deventer. 1. H. Ruyter, Arn hem. XVIII. Kieskring Limburg. 1. Mgr. dr. W. H. Nolens, 's-Gravenhage. 2. Jhr. mr. Oh. J. M. Buys dc Beerenbrouok, 's-Gra^ venhage 3. ir. M. O. E. Bongaert9, 's-Grfn venhage. 4. H. G. M. Hermans, 'sGraven- hage. 5. J. J. C. Amcnt, Roermond, d. P. J. Rutteu, WaBBSum. 7. Mr. M. A. M, zink, Heerlen. 8. P. L. H. Cremer», NutH.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 10