BRIEVEN UIT BERLIJN. Onder de Zuiderzon. go BUITENL. WEEKOVERZICHT. Dailechland geeft weer een slechlen indruk de dood van 't protocol van Geneve en de gevolgen. Wanneer in de Duitschc politiek niet alles op rolletjes loopt, dan schijnt het wei nig minder dan een chaos te worden. Dat blijkt voor de zooveelste maal bij de presi- dentskcuze zoowel als bij de crisis in Prui sen. Zou bij het stellen van candidaten voor het rijkspresidentsohap, nadat dr. Simons inmiddels tot waarnemend opvolger van Ebert was aangewezen Ebert's nage dachtenis kunnen de uitersten, tusschen twee haakjes, nog altijd niet nalaten te bezoedelen bij de diverse partijen meer hebben voorgezeten dan het mooie gebaar, voor zoover zij grootmoedig poogden dt-n strijd le vermijden en een gemeenschappe- lijken candidaat te vinden? We kunnen heb bijkans niet aannemen, gezien het verloop van zaken. Wanneer de ernstige wil had voorgezeten, om het eens te worden, dan zou dat lieusch niet zooveel moeite hebben gekost. Maar o.i. ontbrak die wil ten eenen- malc. Om diverse redenen, als partijbelang, politieke winste enz. enz. het gansche voca bularium der huidige politiek, in doorsnee genomen kan men afdraaien. Alleen rechts ia men georganiseerd en is men het eens. Als rechtsch candidaat is aangewezen dr. Jarres, burgemeester van Duisburg, minis ter van binnenl. zaken in het kabinet-Marx, lid der Duitsche Volkspartij. Waar rechts voer'; c-en politiek van geleidelijkheid, om wanneer do tijd rijp is, den grooten slag te slaan, lijkt deze candidatuur zoo kwaad niet. Met een volbloed monarchist, ook als zoodanig naar buiten algemeen bekend, te komen, war te riskant geworden, ook met het oog op het buitenland Overigens do grootste verdeeldheid, 't Begon al, doordat de socialisten het noodig oordeelden ad maiorem gloriam van Ebert een eigen can didaat lo stellen, terwijl bet niet aan twij fel onderhevig mag worden genoemd, dat Ebert zelf zou hebben aangedrongen op hqt gezamenlijk stellen door alle republikeinen van een en denzelfdcn candidaat, zoo die slechts zuiver republikeinsch was. Die can didaat mag er overigens zijn het is Otto Braun, de voormalige Pruisische premier. Het Centrum besloot uit te komen met Marx, d?n gewezen rijkskanselier. Waarop de democraten, zeker bang, om te kiezen tussehen Marx en Braun, niet beter wisten te doen, dan zoowaar ook nog een eigen candidaat tc k.'czen Wellicht gap.t dit laat ste evenwel nog over. 't Zou een zegen zijn. Hoe het evenwel zij, liet laat zich aanzien dat niet bij eerste stemming een candidaat zal worden uitgepikt en Duitschland een nieuwen president rijk zijn cn dat volgende maand een herstemming noodig zal blijken. Terwijl dat best te vermijden ware geweest en heel wat beter indruk naar buiten zou hebben gemaakt. Juist kan Duitschland zulke goede indruk ken uitstekend gebruiken, want de groote vraagstukken van Europa, waarbij Duitsch land zoo'n belaugvijkc rol speelt, al zou het slechts zijn als lijdend voorwerp, komc-n meer en meer naar voren. Het jongste Duit sche aanbod inzake een veiligheidspact heeft Engeland tot promotor, gelijk allerduide lijkst is gebleken op do zitting van den Volkenbondsraad te Genève bij de behan deling van het protocol, naar die stad ge naamd, destijds onder auspiciën van nie mand minder dan Herriot en McDonald ge sloten. Engeland heeft de vorige regeerin,s volkomen gedesavoueerd en h§t protocol totaal om hals gebracht. Geen twijfel is aan het laatste meer over,'al zal van Franschc en andere zijde nog wel kunstmatig de of- Gciee'c btgrafenis worden uitgesteld. Do druk der Engelschc Dominions is te zwaar geweest, zh wilden cr niet aan en daarmee Was het pleit beslecht Of het op zichzelf genomen slecht is Wc twijfelen er aan, want het protocol van Geneve moest prak tisch toch beteekenen een verzekering van den vrede geheel on den grondslag van den vredo van Versailles, 't Was natuurlijk heel mooi omkleed, zoodat b.v. Briand nu hog een pracht-specch kon houden over dc idealen, die het protocol zou kunnen helpen verzekeren, maar in dc kern der zaak is het hiet anders. En een veilig stellen van dien Versailler-vrede betcckent o.j. allerminst een contracteeren van den wcrkelijkeu vrede, integendeel. Zonder wijzigingen Vn dat vredesverdrag zien wij nimmer den vrede gehandhaafd. Maar vertel dat eens tut. frankrijk Toch sehiint daar een glimp van het juiste inzicht door te drin gen, want heel flauw begint men daar toch ©o in tc zien, dat Engeland hoogstens de grenzen van Europa in het Westen wil ga randeeren. nimmer in 't Oosten, Polen mag lawaai maken gelijk het niet zuinig doet) oF niet. Kan Frankrijk zich voldoende vei lig voelen zonder garantie van Engeland, al zit bet aan den Rijn? Ziedaar weer een van die vragen, waarvan zooveel afhangt cn die v.oo verschillend wordt beantwoord. Officieel cn voor het eigen-ikOffi cieel zegt Frankrijk natuurlijk van ja, wij zend op de militaire vevbonden met polen cn Tsiecho-Slowakije, maar voor het eigen- ik Een vrnagteeken liikt ons alleszins ge wettigd Inmiddels houdt het muurvast het Rijnland bezet, cr geen twijfel meer over latende bestaan, dat ontruiming alleen zal plaats vinden na dc veiligheid te hebben verkregen. Of dat zelfs veel meer is dan het verdrag van Versailles geeft, doet niet ter zake. Dc wettelijke termen voor het bezet hou den, zooals die moeten blijken als gevolg van het met-ontruimen der Keulsche zone, schiinan al zeer zwak te zijn. Nog nooit is toch de si uier gelicht in hoeverre Duitsch land nalatig is in de ontwapening. Bepaald overtuigend zijn die nalatigheden dus wel niet, anders behoefde het heusch niet zoo lang te duren voor het rapport gepubliceerd wordt. Dc dood van het protocol van Gcnèvc zal alle belanghebbenden dwingen om de aan dacht tc bepalen op andere veilighcidsbe- palingcn, die minder „ins Blaue hinein" zijn gericht, meer op den begaanbaren grond blijven van onze aarde cn minder gericht zijn op het vcilig-stcllen van een oorlogspartij uit den jongstcn wereldoorlog alleen Doch met dat al, Europa staat voor be slissingen van de grootste moeilijkheden, waarmee om zoo te zeggen, het wel en wee van het gansohe werelddeel afhankelijk s, hetgeen nog wel eens te veel over het Uoold wordt gezien. Momenteel mag nu o.i. verwacht worden een nieuw overhoop halen van alles en nog wat achter de schermen, waarbij naar bui ten dan komt in dc actie, die van hooger- hand zal worden aangegeven, de richting, die ieder uit wil. Of het lukken zal die richtingen tc doen samenvloeien Affaires, schandalen en- dc ge volgen ervan. Een tentoonstel ling van politieke ophitsingsma teriaal. Het etalagefeest. Berlijn, eind Februari. „Wie geht es ihnen?" ,,Dankc. es gehfc mir unverwickelt gut!" Dat is de nieuwste term voor de dugelijk- sche begrpetingsdialoog in Berlijn. Ze be- teeke.nt: het gaat me heel goed, want tot nu toe ben ik, de hemelsehe heirscharen zij dank, nog in geen van dc talloozc „affai res" verwikkeld, die nu reeds weken lang hier alle mensehen in een toestand van op winding houden. Wie dit zeggen kan, kan van geluk spre ken, Want „verwickelfc sein" behoeft tegen woordig in Berlijn niet te beteekenen, dat men zelf do hand in een corruptie-, bedrog- of omkooperij-geschiedenis gehad heeft het is reeds voldoende een neef te bezitten, die met een heer bevriend is, die eens met een van dc helden van die schandalen in een restauratic-wagcn gegeten heeft, om gebrandmerkt te zijn. Want dat is het atstootendste van de af schuwelijkheden uit de inflaticperiode, die thans aan het licht komen, dat zo haar slijk over de gehccle Berlijnsche samenleving verbreiden. Zeker, er zijn dingen voorge komen, die men nu of nooit in Duitschland, in Pruisen voor mogelijk had gehouden. Hoogc ambtenaren hebben zich schuldig ge. maakt aan lichtzinnigheden, die ten hemel schreien. Duistere persoonlijkheden uit Oost-Europa, die uit de algemccne verwar ring voordeel trokken, hebben dc Overheid van staat cn rijk door „deelname" aan hun zonderlinge zaken, door vriendelijkheden, uitnoodigingen op grooten schaal en voor geschenken in geld plooibaar weten te ma ken. Het is duidelijk, dat met ijzeren be zems het vuil moet worden opgeveegd, dat zich hier verzameld heeft, dat geen van de betrokkenen de verdiende straf en dc nood zakelijke openlijke vernedering ontgaan mag. Maar «lit is niet dc oorzaak van dc onverkwikkelijke, miserabele stemming, die op het oogenblik in Berlijn hecrscht. Dc ont hullingen cn het strenge onderzoek, dat er het gevolg van is, zondc-n eigenlijk niets meer behoeven te beteekenen dan een ge nezingsproces, een reiniging van de atmos feer. Onverdraaglijk wordt dc toestand ech ter door het feit, dat iedereen aan het snuf felen is gegaan, dat de politieke partijen in ccn onbeteugeld fanatisme elkaar wedcr- keerig de schuld ep do verantwoordelijkheid van dezo teekencn van een morcele ont reddering van de volksziel verwijten, dat ieder aan zijn persoonlijke tegenstanders zijn woede koelt, door te trachten ze in den maalstroom mee te sleuren. Nu eerst wordt jncn volkomen gewaar, hoe donker de eerste vijf jaar na den oorlog voor Duitschland geweest zijn. Vroeger geloofde men, dat de demoralisatie, het ontketende egoisme, de win- en genotzucht vooral de onderste lagen aangetast hadden. De on telbare inbraken, diefstallen, béroovingen, doodslagen schenen dat tc bewijzen. Nu eerst openbaart zich tot onze groote ontzetting, dat de ziekte van de nationale psyche algemeen was, dat ook do z.g. hooge- re kringen er door aangestoken waren. Het heeft alleen maar langer geduurd voor het aan het licht gekomen is. Maar men kan zeggenwij bevinden ons sinds het hci'stel van de mark en het ophouden van dc mil- liardenwaanzin op den weg naar een moree- le genezing en even goed als het aantal in braken en diefstallen in het jaar 1924 in ver gelijking met dat van het vorige jaar ver rassend sterk is afgenomen, is stellig het peil van de eerlijkheid, betrouwbaarheid en liet fatsoen in do burgerlijke kringen geste gen. Dc onregelmatigheden en vergrijpen, die nu ontdekt worden, behooren feitelijk tot het verleden; ze hebben slechts histo rische beteekenis cn belichten den afgrond, waardoor wij Duitschcrs gegaan zijn. Slechts de gcwcteulooze, geraffineerde en onbeschaafde manier, waarop de nationa listische tegenstanders van do republiek deze gebeurtenissen van~~het verleden uit buiten om den uit de puinhopen van 1918 verrezen nieuwen staat in miscrcdiet te brengen, doet de gehccle zaak zoo schijnen, alsof het huidige Duitschland, het Duitsch land van de ontwakende zelftucht, een ware poel des verderfs is, waarover men beter doet niet te spreken. Zoo wordt in de oogen van het buitenland de tegenwoordige situa tie systematisch in een verkeerd daglicht gesteld. liet gevolg van deio tactiek is, dat de toom van het openbare leven in Duitsch land zoo onbehaaglijk, geprikkeld en ver giftigd, als voordien nooit het geval ge weest is. Dc oude Duitsche ondeugd van do pnrtij-versplintering heeft nog nooit zulke gevaarlijke triomfen gevierd. Zoo juist heeft de „Hochschule für Politik" in Berlijn uit haar verzamelingen een tentoonstelling van politieke aanplakbiljetten, vlugschriften en propagandablaadjes van de laatste Rijks dagverkiezing in December, georganiseerd. Als men ze bezoekt, voelt men de rillingen over den rug loopen. Ontelbaar zijn de vui ligheden cn lasteringen waarmee in dezen verkiezingsstrijd de 1)uitseh-Nationalen en Völkiscben hun politieke tegenstanders overstroomd hebben. De wetenschappelijke instelling, die deze verzameling aanlegde, is ongetwijfeld geheel objectief te werk ge gaan. De persoonlijkheden, die de „Hoch- schul für Politik" leiden en er aan verbon den zijn, staan voor het meerendeel dichter bij de kringen, die in den keizertijd toon aangevend waren. Maar uit de onpartijdig heid, waarmee zc bij het rangschikken der stukken te werk zijn gegaan, blijkt duide lijk, dat de reactionnaireu, dc monarchisten de onverbeterlijke aanhangers van de poli tiek, die Duitschland naar het verderf ge voerd heeft, klaarblijkelijk door de onbe grensde middelen van de groot-industrie en den groot grondbezitter ondersteund, niet alleen in den omvang van den papiervloed, die ze op 't volk loslieten, alle andere par tijen verre overtroffen, maar voornamelijk in de wijze waarop ze hun tegenstanders aanvielen, hun mededingers verre achter zich lieten. Deze tentoonstelling is een his torisch document v,an den eersten rang. De vreemdeling, die al deze dingen hoort, zal wel denken, dat hij in een alleronbc- haaglijkst milieu komt, als hij op het oogen blik naar Berlijn zou reizen. Daarvan nu is geen sprake. De waarheid van wat ik in mijue Berlijnsche brieven sinds jaar en dag verkondigd heb, treedt weer eens duidelijk aan het licht: dat in het huidige Duitsch land als het ware twee groepen leven,N-die niets >met elkaar te doen hebben. De ecno groep is die van het politieke tumult, van 't marktgeschreeuw. De andere groep ech ter is 't arbeidende Duitschland, het werk zame Berlijn, dat in den grond van de zaak onbekommerd om al dit spektakel cn afzij dig daarvan zijn weg gaat en met dezelfde energie, waarmee het in het afgeloopen jaar den wederopbouw van het handels- en cul tuurleven in goede banen leidde, zijn taak voortzet. Hoe juist het is, ccn dergelijke scheiding te maken, heeft men nog dezer dagen kun nen constateeren. Dc Berlijnsche zaken n.I. hebben ccn wedstrijd georganiseerd, die juist in den tijd van de ergste politieke ver warring en van de afschuwelijkste affaires het straatleven tot ccn waar feest maakte, ècn étalage-wedstrijd die een ongelooflijk succes heeft gehad. Reeds voor den oorlog ging de Berlijnsche koopman er prat op, dat do étalages van on20 groote winkels en wa renhuizen, wat smaak, uitstalkunst en ef fectvollen opbouw betrofi, het wereld-re cord hadden. De tijd van gebrek en ellende bracht daarin wel eenige stagnatie. En toen de slechtste jaren voorbij waren, was de belangstelling meer op de naïve vreugde gericht, waarmee men de lang ontbeerde waren cn fabrikaten weer begroette, dan op den eisch van artistieken smaak in de wijze van uitstalling. Nu wil men den ouden roep herwinnen. En om aan dezen wedstrijd, die aangemoedigd meest werken, een bijzonde ren prikkel te geven, vond een geestige kop een parool uit, dat de mogelijkheid tot hoogst origineele effecten in zich droeg. Dit parool luidde: „Vroeger cn thans" dat betcckent, dat iedere zaak een parallel moest trekken tusschen waren of machines uit het begin of het midden der vorige eeuw en de producten uit den tegftnwoordigco tijd. Met een vurigen ijver wierpen zich de winkeliers cn hun decorateurs op do inter- ressante opgave. Ze bestudeerden in de bi bliotheken oude platen van Berlijn uit de Biedermeierzeit. Ze lazen oude beschrij vingen. Ze trachten u'rt de musea cultuur historische overblijfsels van den tijd, toen Berlijn nog een kleine stad was, te leenen. En zij kwamen tot een verrassend aantal bekoorlijke oplossingen. Zoo zag men in een groote hoekétalage van het warenhuis Wert- heira twee wassen poppen in de modernste toiletten, die een draaiende caroussel gade sloegen, waarin vrouwenfiguren in costumes uit de periode van 1810 tot 1860 voorbij zwceftten. Zoo richtte een groote linnenzaak een bescheiden slaapkamer uit den vroege- ren tijd in, en daarnaast het luxuese slaap vertrek van een dame van nu, dat pronkte in kanten cn groene zijde. Zoo liet 'n groote zijdenstoffenzaak op den voorgrond mo derne stoffen van glinsterende bontheid over postamenten vloeien, terwijl op den achtergrond, door een gordijn van sluiers daarvan gescheiden, stoffen van de soort, waaraan onze grootmoeders de voorkeur ga ven, zichtbaar werden als het ware als droomden de moderne fabrikaten van de beminnelijke voortbrengselen uit het meer bespiegelende verleden. Andere zeilen jpet behulp van werkelijke coulissen, door kuil-, stenaars van naam beschilderd, scènes uit den tijd van de torenkapsels cn de crinoli nes ill elkaar, om daarnaast „le dernier cri" van dc mode als tegenstelling te zetten. Er is b.v. een oude Berlijnsche litographie, betiteld: „Der Windstosz". Men ziet daarop een schoone uit de veertiger jaren van dc vorige eeuw, wier rok door een plotselinge windvlaag op den hoek van ccn straat zeer indiscreet in dc hoogte gewaaid wordt. Dit beeld werd door 'n zaak voorgesteld met behulp van comische, op gedurfd karika-, turische wijze beschilderde kartonnen hui zen en een levensgroots wasfiguur, in wier Bïedermeierkleeding een, langs electrischea weg veroorzaakten wind blies. De geweldi ge massa rokken en onderrokken geraakte, als op die lithographie, in de bedenkclijk- stc wirwar. In dc volgende étalage zien we een mo derne „Windstosz" en kijk, de hoed van de jongedame vloog wel-is-waar op een paal van de electrische straatverlichting, maar tegenover den nauwen rok was, de eveneens kunstmatig veroorzaakte „storm machte loos; hij fladderde alleen een beetje. Een hoedenwinkel liet zelfs in verschil lende afdeelingen statige heeren met gewelf do cylinders verwonderd en glimlachend naar de nieuwste modes kijken. Een delica tessenzaak stelde hoogst comisch tussehen modern toeberijde lekkernijen, een met krulwerk rijkversierden sohotel (van wit vet gemaakt) met een opeenstapeling van lek kere dingen, zooals een Berlijnsche hof leverancier, die zeventig jaar geleden opge maakt zou hebben, tc midden van kleine blauwe zakjes bonbons en dergelijk snoep goed uit. Onuitputtelijk was men in het be denken van grappige ideeën en vindingen. De Berlijnsche straten konden de men- schenmassa's niet verstuwen die deze uit stallingen bewonderen wilden. De menschen drongen zoo hevig, dat winkolbediendcn en zelfs dck politie voor een geregeld komen en gaan van de nieuwsgierigen zorgen moes ten. Het publiek bewonderde den goeden smaak van de exposities, verheugde zich over de heerlijkheden van allerlei aard, die er thans weer in Berlijn te koop zijn, men verdroeg elkaar in de drukte uitstekend en geen mensch dacht aan de onuitstaan bare politici, die het er op aangelegd heb ben, ons het leven te vergallen. Dr. MAX OSBORN. door TOM SCHILPEROORT. IV. Des Carnaval's nabetrachting. En nu zijn ze alweer voorbijces jours de föteSnel als het leven zelve, vlieten ook de dagen van vreugde, cn we zien erop terug als op een verschietend droombeeld, een fata morgana van zorge loosheid en vroolijke gehumeurdheid, waar tegen de zwarlgalligsten het afleggen moes ten, en de nuchterste nurks geen weerstand te bieden had.... En zoo leek het, of heel de nuchtere wereld, waarin we leven, die korte poos, een paar duim van* den grond gelicht was, en soms wel méér, en alles zich op vleugelen le bewegen scheen. Pluvius had zich ook ten langen leste „ontfermd over ons en onze koude geste" cn toen eindelijk het zonnetje zich weer gelden liet, zijn overal tegelijkertijd te Nice, le Menton en le Cannes, Z M. Vorst Carnaval, mitsgaders» Mevrouw, feestelijk ingehaald en hebben de fameuse echtelie den ook overal tegelijkertijd hun ommegan gen door dc verschillende sleden gemaakt. En hoewel natuurlijk deze thans overal den zelfden dag plaats hebbende feesten, cenigs- zins afbreuk hebben gedaan aan icdel* feest op zichzelvc, is er toch braaf pret gemaakt en heeft Z. M. er niets van zijn luister bij ingeboet Natuurlijk ligt onze tuin nog met plasjes, kleurige confetti, en komen de kleine pa pieren rondseltjcs uit de onmogelijkste schuilhoeken des menschelijkcn gewaads op de meest onwaarschijnlijke oogenbükken ook nu nog te voorschijn Zijn ze ondanks dc nauwgezetste schoonmaak niet volkomen te verdrijven van de straat, waar ze in de geulen nog drijven, ook al regende het al weer sinds een dag of drie en vindt je ze nog steeds terug, als een obsessie, bij iedere wat dieper doorgezette poging, iels op te duiken uit een zak van een jas of een mantel, waarin ze, als stille getuigen van het kleurige festijn, te wachten liggen om als tastbare herinneringen van het feest .weer voor den dag te komen, soms weken nadien En dan denk je weer direct aan die prachtige picrrelte in zwart cn groen, die zoo sportief en handig combatleerde. dat alle aanvallers het veld/noesten ruimen, en wier donkere oogen achter het masker glin- terden van genoegen, of aan dat andere stei, de harlekijn met z'n kat, die in een boom geklommen waren, om vandaar uit alle voorbijgaanden met con fell i te bestoken, maar die eenmaal tot middelpunt gekozen van serpen tine werpsters en werpers, wel dra als in een kooi van gekleurde papieren linten verstrikt zaten, toen eerst de harle kijn, in z'n rood en groen gestreept baadje, en daarna de katdie sierlijke beenen bleetf te hebben, die niet onwaarschijnlijk een vrouw toebehoorden, rrrrrrrutsch uit den boom gleden, dwars door de serpentine- kooi heen, waarin zij verstrikt zalen en in een oogenblik verdwenen in de bonte, war relende menigte, die op de slraalvloer, in een kleurig mozaïk herschapen, rond de lang zaam voorlwaggelende reuzengevaarlen op de wagens, den confetli-veldslag voort zette En heel die kluwe dollende en gekschcc- rende menigte, rond de wagens, vanwaar boven de reuzen poppen glimlachend, zij het wat verstard in hun glimlach neerzien, woelt door de versierde straten, onder de lonen van de grappige mineurtonen van de bigophones (ëen soort mirlitons van reuzen afmetingen, in allerlei groteske vormen van vruchten of planten), die een enlrain aan het geheel geven, dat jc voelen moet, om- het te kunnen vatten Meer als ko permuziek, geeft de persoonlijke gang, die erin zit, hel rhythme leven! Leven, dat zich uit in dans en zang, wassend van uur tot uur. De Carnavalsprel wordt bij hunnen regel- raaügen ommegang door het vaste straten- vierkant, oenige malen na elkander, gelijk een lawine, die telken keer. dat ze de ronde gang voltooit, wint aan jolijt! Wie de eerste keer nog niet meedoet, is de twee de maal toch zeker aangetast door de pret. Wie de eerste maal de aardige colombine mist, die hij juist had willen smijten, vindt haar bij den tweeden ommegang wel, en wie de tweede maal dacht, dat hij er alles van gezien, had en toch nog even wachten bleef, vond de derde maal er weer zulke grappige dingen te aanschouwen, of kreeg zoo'n heel andere kijk op de vele verschil lende details der Carnavalswagens, dat hij toch nog even ook den vierden m$al af wachten bleef, en dan ook weldra even reddeloos verloren was in de feeststemming als de restl Want de details van de verschillende wa gens loonen de moeite van 't nader beschou wen. Plaatselijke kwesties worden er vaak hij gechargeerd, gewoonten vap het volk WQrden er op geparodieerd wat door al len naar waarde wordt genoten 1 en soms ook gelijk de sprookjes-wagen te Nice, of de wagen van „Tous-les-Sporls" te Menton, biedt het geheel artistieke kwaliteiten, welke men niet te onderschatten dient en die de aandacht waard zijn. Op de sprookjeswagen trok de Gelaarsde Kat dc koels van Assche* poes, en zat Klein Duimpje achterop, ter wijl de Reus cr af rolde en onder deze bes drijven beroofd werd van z'n Zevenmijls- laarztyn De Blauwe Reiger vloog den' stoet ^oruit, terwijl Roodkapje op een reu zen pompoen gezeten, voorop <Je koets zat. Zelfs kijkt nog ergens de I'rins van de Schoone Slaapster om den hoek cn ook de Wolf ontbreekt niet. Iets anders heeft men cr in Cannes op' gevondeD. Cannes geeft graag den artistie ken loon aan de Rivièra aan, en men wil er graag iels bijzonders hebben. Zoo kwam cr ditmaal een Japansch Carnaval, dat, lijkt me, met de tradities wel niet geheel en al overeen te brengen is, maar op zichzelf uit een. oogpunt van smaak aan hooge eischen voldeed. En, in den sleur der feesten een nieuwe noot bracht 1 Prins Carnaval en Mevrouw waren beiden Mongolen van kwaliteit, en pagodes, kersenbloesem, moes-. me's, danseressen van Annam, Annamielen en Siameezen zelfs, ontbraken niet op het appèl, evenmin als rickshaws, of Chincesche zeeroovers. liet was een Oostersch mix tuin compositum, van vaak zeer geslaagde har monie, maar waaraan het luimige, het oud- bollige, het door-en-door-zolle van de vroe gere creaties, gelijk die r.og thans te Nice en lo Menton aanwezig waren, ontbrak.... Het was een gecostumcerde optocht van waarde, waaraan de poppen met de groote hoofden, de bizarre afmetingen nog wel de band met de vroegere opvattingen van Car navalsvieringen voelen liet, maar waar het essenlioel-gekke teloor was gegaan voor een goed deel. Natuurlijk waren cr 's avonds luisterrijke feesten in de Opera cn het Casino Munici pal, waar de Redoutes plaats hadden en de vegliones. Dat zijn de gecostumeerde carna valsfeesten, waar eensdeels een dracht in een voorgeschreven kleur met ornamentatie moei worden gelrozen, bijvoorbeeld: redoute „cerise et argent", of veglione „Louis XV", waar andersdeels een zeker tijdperk ten grondslag aan het gcheelc feest ligt. En natuurlijk «alleen costumes worden toege staan, die aan deze voorschriften beant woorden. Wat een luister zoo'n redoute „ce rise et argent" biedt, den schillerenden aan blik-van een dergelijk dansfestijn in het Casino le Nice bijvoorbeeld, waar natuur lijk dc schitterend':le, daarvoor bepaaldelijk vervaardigde cos! unies te zien komen, en voorwaar 'meestal met daarbij behoorenden inhoud! grenst aan het feëerieke. Meer fantasie levert nog ren feest als het ge noemde „Louis XV" op, waar natuurlijk een heel tijdperk met z'n kunst en geschie denis, z'n litteratuur en z'n tradities stof biedt lot de illustratie van de in hetzelfde tijdperk gestoffeerde Opera-interieur Lange guirlandes, velums van mousseline, met slingers van goud cn rose rozen, hebben bet interieur in stijl met do bezoekers ge tracht. Langs de trapleuningen slingeren zich bloemslingers rond de statige candela- bres, welke ditmaal van kleurige kappen voorzien zijn, eveneens *met rozen be slikt Binnen zijn de loges allen in bloemenlijsten ^ezetEn gepoederde mar kiezin netjes, coquette herderin* cljes. heel de wereld, levend op de schilderijen van Wal- leau, Greuze of Fragonard, (die, zooals men weet, uit deze streek, te Grasse, geboortig was), lijkt hier uil de-verstijving der voor stellingen tot leven gewektDe kleuren van een Embarquemcnt pour Cylhère, van een idyllische woudscène, van de verfijnde inferieurs van hel eind der 13de eeuw. we vinden ze hier terug In het midden in een sierlijke bebloemde kool zit de vlinde- rige Colinefle opgesloten, wegens liefde- schennis en rond haar dichterlijke gevan genis, waarboven de duiven fladderen of rusten op de hoéken, zwermt een stoet aan bidders, en dansen een rij Cupidotjes een farandole De duizenden gloeilampjes, dio een gouden glans over alles vallen doen, half verborgen in bloemenslingers en rozet- ranken. Gepoederde pruiken, waardig ge dragen, omringen de draagkoets, waarin plot^ seling Lcdcwiik de XV, de „Roi-Gentil'\ wordt rondgedragen, gevolgd door die van Madame la Pompadour! Dan verwringt langzamerhand het deftige' feest in een Carnavalsfarce. De statige me nuetten neigen steeds meer naar de mo derne dansen, dc gavottes worden steeds sterker foxtrotts, de pavanes krijgen shimmy- accenten! En als de Roi-Gentil, met z'n" voorname vriendin het feest verlaten, dreunt de zaal hem "het refrein van Car naval achterna! En terwijl in dc vele aangelegde rozen- boschjcs, de hoeken der prieelen den geest van het Lode wijk XV-tijdperk vaardig wordt over de feestenden, scandeert de Jazz band dc eerste openlijke shimmy of mineurt de Hawaii-fluit de liefdesmelodieën van het maanlichte Honolulu De feestmaand is (hans geëindigd Nog een paar bloemgevechlen krijgen we en een paar voorjaarsfeesten, maar 'de winter pret heeft afgedaan, En om dit goed duide lijk te maken, heeft de zon heden z'n fees telijke intrede gehouden. En genieten we voor hel eerst weer sinds drie weken de eerste lekkere, waarlijk lente-warme dag. Over de vlakke zee, waar even een briesje rimpelt, glijden de blanke zeilen gelijk meeuwenwieken, een reeks zeiljachten, want gisteren zijn de internationale zeilwedstrij den voor kleine zeiljachten begonnen. Leng- ten: 8 M., G M., Slh en 61/* M., over de 10 en 7 mijl. De deelnemers zijn Italianen, Franschen en een paar Engelschen. Maan dag was het stormweer en schitterend sneden d'' jachten, bijna niet geieefd, over de groen blauwe breeddeinendc golfvlakte Van daag is liet daarbij vergeleken een spele vaart Maar deze haast zomersche keer van het weer, die blanke zeilen légen het blauwe water cn de wat vleiende wind om ons hoofd, in een slovend zonnetje, doet ons opeens weer den vollen aandacht wijden aan den naderenden zomer. Doet ons ineens den win ter totaal vergeten en mèt hem, alle 1 arbij behoorende vermaken, als Carnavals *eglio- nes of redoutes En die ons nu plotseling al heel laaf gé- leden schijnen! While summer comes! j.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 10