De Terugkeer van Kiompvoet. No. 19937 LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 9 Maart Tweede Blad. Anno 1925. BINNENLAND. FEUILLETON. De Zomertijd. Do Chr. Boeren- en Tuindersbond in Ne derland, het Kon Ned. Landbouw-Oomité eo de R.-K. Ned. Boeren- en Tuindersbond hebben een brief betreffende den Zomer tijd aan den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw gezonden van den vol genden inhoud: Met groote vTcugde en waardeering heb ben de Christelijke Boeren- en Tuinders bond in Nederland, het Koninklijk Ncder- landsch Landbouw-Comitó en de R.-K. Nc- iderlandsche Boeren- en-Tuindersbond ken nis genomen van de indiening van het wets ontwerp tot intrekking van de wet van zr> Maart 1918 tot tijdelijke afwijking van de wet van 23 Juli 1908 tot invoering van een wettelijken tijd. Zij stellen ar bijzonder prijs op Uwe Ex cellentie hun oprechten dank to brengen voor de beslissing, door u genomen omtrent 5de vraag of do zomertijd hier tc lande dit jaar en de volgende jaren al dan niet zou blijven gehandhaafd. Door deze beslissing heeft Uwo Excellen tie getoond een open oog te hebben voor do rcëele bezwaren en nadcelen, dio dc invoering van den zomertijd zoowel voor dc boeren en tuinders persoonlijk als voor dc uitoefening van hun bedrijf medebrengt. Deze beslissing is door Uwo Excellentie Biet dan na rijp beraad genomen en zij ver trouwen dan ook, dat het Uwe Excellentie sal gelukken de beide Kamers der Statcn- Generaal te overtuigen van de noodzake lijkheid, en dc door u genomen beslissing te bekrachtigen. Naar aanleiding van het voornemen van B. en W. van Den Haag, om, indien het thans aanhangige wetsontwerp tot afschaf fing van den Zomer tyd door de Staten- Generaal mocht worden aangenomen, met ingang van 1 April a.s. do uren der ge meentelijke bureaux en andere gemeentelijke instellingen met een nur te vervroegen, en de in verband daarmee gehouden enquête van het gemeentebestuur, had de corresp'. van „De Tel." een onderhoud met den burgemeester mr. J. A. N. Patijn. De burgemeester herinnerde er aan, dat. na de instelling van do enquête de Kamer Van Ko-phandel met algemeene stemmon- zich tegen het plan heeft verklaard, hetgeen z.i. wel een zeer belangrijke factor is, ter- wyi inmiddels ook is gebleken, dat in Loos duinen niets voor eon zelfstandige regeling wordt gevoeld. Sindsdien is ook bekend ge worden do Memorie van Antwoord op het we srntwerp tot afschaffing van den Zomer tijd, waaruit blijkt ,dat (le Regeering even min iets voor een dergelijke regeling voelt. Dit standpunt kenden B. en \V". nog niet, toen het college de enquête begon. De mogelijkheid van invoering van een zelf standige regeling voor Den Haag- lrjkt den burgemeester dan ook zeer gering. Byf verordening kan men een dergelijke plaatselijko regeling niet invoeren. Dat is volgens de bestaande wet onmogelijk. Do persoonlijke meening' van den burge meester is, dat de invoering van een plaatse- lyken Zomer' jd in Den ITaag niet mogelijk zaï zn* D? Indische lser- :elan ie Uirecht Over de statuten van de slichting „Fonds ten behoeve van Indologische studiën aan do Rijksuniversiteit tc Utrecht" vermeldt het „Hbld." nog het volgende: Het stamkapitaal van de stichting wordt gevormd door een bedrag van f 25.000, het welk door de lastgevers der comparanten zoo spoedig mogelijk na het passeeren dezer acte zal worden gestort in handen van het na te noemen curatorium. Voor de eerste maal treden als contri buanten op: De Bataafsche Petroleum Mij.; de Bond van Eigenaren van Ned.-ïnd. Sui kerondernemingen; II. ten Cate Hzn. en Co.: de Cultuur-Mij der Vorstenlanden; de Deli Batavia Mij.; II. P. Gelderman en Zonen; Handelsver. „Amsterdam"; Van Heek en Co. G. J. van Heek en Zonen; A. van Hoboken "c-n Co.; Geril. Jannink en Zonen; Katoenmij. v.h. Gebr. Schollen en Co.; Kol. Bank; Kon. Taketvaart Mij.; de stoomvaart Mij. „Neder land" en Wra. Ruys en Zonen; Kon. Stoom weverij te Nijverdal; Kon. Weefgoederen- fabriek v.h. C. T. Stork en Co.; Mij. tot Expl. van de Suikerond. Sentanen-lor, Brangkal en Dinoyo; Machinefabriek Gebr. Stork en Co.; N. J. Menko; Ned.-ïnd. Land- bouw-Mij.; Ned.-ïnd. Spiritus Mij.; Ned. Handel-Mij.; J. F. Scholten en Zonen; Stoom-Spinncrijen en Weverijen v.h. S. J. Spanjaard; Ver. Klattensche Cultuur-Mij.; „Werkspoor"; en wel gedurende tien jaar, ingaande 1 Jan. 1925. De algemeene faculteitenvergadering van het Utrechtsche Studentencorps, heeft de volgende motie aangenomen: De algemeene faculteitenvergadering enz.; gehoord de motie van de juridische faculteit van het Utrechtsch studentencorps; over wegende dat de artikelen 170 e. v. van de hooger-onderwijs-wet bij de interpretatie zooals die geformuleerd is in do memorie van toelichting op het voorloopig verslag der Eerste Kamer over de onderwijsbegro ting 1925 tot ongewcnschte consequenties aanleiding kunnen geven; overwegende, dat, gezien de feilen en omstandigheden, hij een volledige beoordeciing van dc slichting van een Utrechtsche Indische faculteit aan hét uitspreken van politieke meeningen moeilijk is te ontkomengaat over tot <le orde van den dag. Nijverheidsraad. Ir. de laatste vergadering van den Nijver heidsraad heeft over de wenschelijkheid, dat de posttatieven worden verlaagd, een be spreking plaats gevonden, welke is bijge woond door den voorzitter en den secretaris der vereeniging „De Nederlandse he Perio dieke Peis". Daarbij heeft de genoemde voorzitter aen Raad op de hoogte gebracht van de pogingen, dio zijn Vereeniging reeds zelfstandig en in samenwerking met andere organisaties heeft aangewend om het be oogde doer* te bereiken. Deze pogingen zijn tot nu echter niet met succes bekroond. Met het oog op het groote belang der Neder la ndsche industrie by lage posttarie- ven, heeft de Raad zijn sympathie met het stroven der Vereeniging betuigd en haar in overweging gegeven de aangevangen taak voort te zetten en zich daarby de medeweikmg te verzekeren van zooveel j mogelijk andere organisaties, speciaal ook van die, welke op het gebied van industrie en handel werkzaam zyn. Aan dit ad vie 3 heeft de Raaa toegevoegd, dat hy hij uit den aard van zijn werkkring aan zulk een geiueenscnappelijke actie zelf niet daad werkelijk zal kunnen deelnemen, j Op oen verzoek van den Raad, om te willen bevorderen, dat aan zyn wensch, om éénzelfde transactie slechts eenmaal met zegelrecht te belasten, te gemoet gekomen wordt» zc.o mogelyk door wijziging van de Zegelwet 1917, heeft de Minister van Fi nanciën geantwoord, dat hy bereid is bry een eventueel iiieuwe wijziging dier wet aan de te berde gebrachte bezwaren zyn aandacht te wijden, opdat het bedrijfsleven zoo min mogelijk zal worden bezwaard. Voorts heeft de Minister van Fi nanciën den Raad in de gelegenheid ge steld, om zjjn beschouwingen over liet thans aanhangige wetsontwerp tot aanvulling der Zegelwet 1917 (weeldebelasting) kenbaar te maken. Aan de reeds vroeger uit zijn mid den gekozen commissie inzake de directe belastingen heeft de Raad opgedragen dit I wetsontwerp te bestudeeren en hem daar- over van voorlichting te dienen. I Op uitnoodiging van liet Messamt der I Leipziger Messe, heeft een door en ten deele i uit den Raad aangewezen delegatie van Neder la ndsche industrieel en, waarin alle or ganisaties, waaruit de Nyverheidsraad i3 samengesteld, waren vertegenwoordigd, ge noemde jaarmarkt bezocht. Spoorwegpersoneel. Ia de Zaterdag te Utrecht gehouden ver- gadering van het Centraal Comité van Ac- j tie, om te komen tot het vormen van een heid in dc organisatie van spoorwegperso neel, alwaar vertegenwoordigers van de hoofdbesturen van den B.A.N.S., den Neu tralen Bond en den Locomotiefbond aanwe zig waren, is, na breedvoerige besprekingen, besloten een uitspraak le vragen van de provinciale en plaatselijke eomité's om on verwijld tot slichting van een nieuwe orga nisatie over te gaan, waarvoor van genoem de organisaties volle medewerking zal wor den gevraagd, terwijl hun een uitgewerkt plan zal worden gezonden, ten einde tot de gewenschte grooterc machtsforraatie te ge raken. In.den loop van dit jaar zal bij de Neder- landsche Spoorwegen begonnen worden met het weer in-dienst-nemen van het op wachtgeld gestelde personeel. Do weer in- dienststelling zal geleidelijk plaats vinden. Voorloopig is er weinig kans op het weer in- dienst-nemen van trein- en wegpersoneel. Merkwaardige Cijfers. Het Bestuur der Broederschap van Ont vangers der directe belastingen, invoer rechten en accynaen verzoekt ons de vol gende merkwaardige cjjfers betreffende de bedragen, w£*3 rasp. in de jaren 1871, 1903, 1913, en 1924 door de ontvangers d6r directe belastingen, invoerrechten en accijnzen werden gevorderd te willen publi- ceeren. On tv. is aan directe belastingen in 1871 f21,668,870.16, in 1903 f 29,153,252 98^, in 1913 f 41,720,442 en in 1921 f 200,984,519.46. Aan prov. en gem. op-en tan op die be lastingen in 1871 f 5,826,843.20, in 1903 f11,368,658, in 1913 f17,248.470 en in 1924 f63,647,0S0.32. Aan opcenten „Leeaingfonds 1914" op die belastingen in 1924 f 38,875,892.38. Aan gemeentelijke Inkomstenbelasting in 1924 f 167,200,636.10. Aan dividend- co tantième belasting i'd 1924 f27,421,155.31. Aan invoerrecht en statistiekrecht in 1871 f5,337,153.75, in 1903 f 10,666,440.72» 5, in 1913 f 17,050,856.50 en in 1924 f38,901,484.66. Aan accijnzen (opcenten Leeningfondsl914 inbegrepen) in 1871 f 28,147,139.79Y2, in 1903 f 53,068,660.04V2. in 1913 f66,741,722.20 en 1924 f138,991,643.44. Aan andere ontvangsten in 1871 f 1.031.232.99Y*., in 1903 f 1.095 056.51, in 1913 fl.5S4.280.25 en in 1924 f9.767.791.66. Totaal in 1871 f 62.011.239.90, in 1903 f 105.352.068.267», in 1913 f 144.315.770.95 cn in 1924 f 685.790.203.33. Bij liet vorenstaande kan nog worden op gemerkt, dat, wanneer met ingang van 1 Mei a.s. ook nog de invordering der ver mogensbelasting cn van dc verdedigings- bclastingcn la en lh aan de ontvangers der directe, belastingen wordt opgedragen, zoo als door de Regeering wordt voorgesteld, de door deze ambtenaren te verantwoorden gelden nog weer met meer dan 30 milliocn zullen stijgen, waaraan dan zeker nog pl.m. 20 millioen moet worden toegevoegd als meerdere opbrengst -der invoerrechten cn van dpn accijns op tabak. liet hierboven vermelde bedrag van f 685.790.203.33 aan te verantwoorden gelden zal dan oploopcn lot pl.m. 736 millioen. Dit bedrag is echter te verminderen met pl.m. 6 millioen, welke door de ontvangers der kleine grenskanto- ren. worden onlvangen. In ronde sommen kunnen dus tegenover elkander gesteld worden: in 1871: 62 mil lioen; in 1903: 105 millioen; in 1913: 144 millioen, in 1924: G85 millioen cn in 1925, volgens raming, 730, zegge; zevenhonderd- dertig millioen gulden. I11 tegenstelling met deze enorme slijging der middelen, daalde het aantal ontvangers van 523 in 1870 lot 357 in 1924. Dc oud-Bondskanaelier van Oostenrijk, mgr. dr. Seipel, heeft na een kort bezoek ons land voorloopig weer verlaten. Ter benoeming van een gewoon hoog leeraar in de organische chemie aan de universiteit te Amsterdam, is de volgende voordracht opgemaakt: lo. dr. J. P. Wi- baut, lector aan Öe universiteit te Amster dam; 2o. dr. G. Barger, hoogleeraar aan de universiteit te Edinburgh. De vier Rotterdamse he Raadsleden, bcboorend'o "lol den Vrijheidsbond, hebben opnieuw bij den Raad liet voorstal inge diend, om met ingang van 1 April over tc gaan tot een korhisng van 51/« pet. over maximaal f 3000 tc-r zake van weduwcol on wcezcn.pensioen, waaruit voor 1925 nog een besparing kan worden gekregen van negen ton. Zij worden in hoofdzaak tot dit voorstel geleid uit overweging, dat, wan neer hiertoe niet wordt overgegaan, het ge- meen-tcpersoneel als gevolg van de finaoi- ciëele omstandigheden, straks voor heel wat grooterc offers zal komen te staan. Te Utrecht is een zeer drukbezochte prolestvergadering gehouden, uitgaande van den Bond van Leeraren cn Leeraressen bij het Nijverheidsonderwijs, tegén de nieuwe salarisregeling voor het onderwijzend perso neel bij het nijverheidsonderwijs in het al gemeen en voor dat van het avondnijver- heidsonderwijs en het meisjesnijverheidson- derwijs in het bijzonder. De vergadering werd bijgewoond o.a. door het lid der Tweede Kamer, de heer Th. M. Ketelaar en de inspecteurs van het nijver heidsonderwijs de heeren Cool en Groote Haar. Verschillende sympathiebetuigingen waren ingekomen. De Bondsvoorzitter, dc heer C. Mcnke, stelde na een rede narflens het hoofdbestuur en den Bondsraad de volgende motie voor: „De Ncderiandsche Bond van Leeraren en Leeraressen bij het Nijverheidsonderwijs, enz.: kennis genomen hebbende van het Kon. Besluit van den Bisten Januari 1925, SLsbl. no. 27, bevattende dc vanaf 1 Jan. 1925 geldende salarisregeling voot het per soneel der Nijverheidsscholen, spreekt zijn diepe verontwaardiging uit over de grieven de behandeling, die het personeel der nijver heidsscholen door deze regeling weer moet ondervinden; protesteert ten sterkste legen: het veel te laat bekend maken der regeling; het niet brengen van eenheid in dc waar- j deering cn dc salarieering van de verschil- 1 lende groepen; het niet opnemen van eenc bepaling, waarbij alle onbevoegde leerkrach- ten, die vóór 11 Juli 1921 in vasten dienst waren cn voor wicn. voor dien datum geen I wettelijke bevoegdheid bestond voor dc sa larieering als bevoegd worden beschouwd, evenals dat voor de leeraren in de teeken - vakken het geval is, die vóór 19 Juli 1910 met dit onderwijs waren belast, en voor de leeraressen voor 1 Januari 1914; het opne men van een bepaling in de salarisregcling voor de ongehuwden, waardoor in het bij zonder van de leeraressen bij het nijver heidsonderwijs slechts zeer enkelen bet .ï.nximum-salaris zullen ontvangen, door het niet toekennen van dc twee laatste verboo gingen; de zeer laakbare wijze, waarop het personeel der avondscholen voor nijver heidsonderwijs is behandeld, nic-t alleen wat de zeer groote vermindering der salarissen betreft, maar ook vooral omdat die vermin dering plaats heeft midden in een cursus,, waardoor het salaris in veel gevallen lager wordt dan voor den oorlog; het in geen en kel opzicht rekening houden bij dc salariee ring van het personeel der nijverheidsscho len met de bischen aan dit personeel gesteld cn te stellen, met de zwaarte van hun taak met de waardecring waarop het recht heeft, met dc plaats die het riljverheidson - 1 derwijs in het onderwijs behoort in' le ne men; tegen het sinds 11 Juli 1921 telkens weer verminderen der -salarissen van het hicrbcdoclde personeel, zoodat van een niet meer dan 10 pet. achteruitgaan in salaris bij hen geen sprake is, met het gevolg dat voor dit personeel een financieelc toestand is onl- I staan, die onhoudbaar is en waardoor even eens onberekenbare schade zal worden toe- j gebracht aan het nijverheidsonderwijs, het volksonderwijs bij uitnemendheid; draagt het hoofdbestuur op alle krachten in te span- j nen, dat deze grievende bepalingen worden veranderd; besluit deze motie ter kennis te brengen van de regeering, de beide Kamers der Staten-Generaal, de desbetreffende auto riteiten en de pers." Ten slotte werd mei algemeene stemmen de motie aangenomen, aangevuld met een protest-clausule: dat de uitspraak van de Regeering, dat de ambtenaren niet meer dan 10 pet. in salaris zouden achteruitgaan, blijkens dc nieuwe salarisrcgeling voor het nijverheids-onder wijs niet geldt voor do leerkrachten bij dit onderwijs, en met een clausule, waarin op gekomen wordt tegen de inhouding van de korting voor het weduwen- en weezenpen- sieen van de ongehuwde onderwijzeres. Het hoofdbestuur van den Ned. R.-K. Middensfandsbond, overtuigd, dat by het ontweTp-Weeldebelasting de belangen van den Middenstand nauw zijn betrokÉ>n, hoeft RECLAME. r zzêg: MILT GBCHADrHCSA'JS 4059 besloten een algemeene vergadering van den Bond te Houden op Donderdag 19 Maart a.s. te Utrecht. Ten einde aan den Bond gelegenneid te geven, met volkomen kennis van zaken zijn standpunt te bepalen, werd reeds voor eenigen tijd aan de diverse aangesloten Bonden verzocht, het ontwerp in behandeling te nemen, en eventueele bezwaren en verlangens tjjdig aan het Bondsbestuur kenbaar te maken. Het Departement van Financiën heelt, in verband met het wetsontwerp tot aanvul- ling van dc Zegelwet (de z.g. weelde-be- lasting.) tal van op- en aanmerkingen, grie ven en bedenkingen van verschillende zij- <len ontvangen. Uit den aard der zaak stelt men er prijs op, zooveel mogelijk opbouwen- de critiek te vernemen, te meer, daar dc stellige indruk is verkregen, dat de bezwa ren van belanghebbenden tegen verschillen- dc bepalingen van het wetsontwerp, die ter kennis van liet Departement van Financiën worden gebracht cn nog gebracht zullen worden .ernstig worden nagegaan cn onder zocht. Blijkbaar ligt het in de bedoeling om met bedenkingen, dio gegrond bevonden worden, rekening te houden, in verband met een nota van wijziging, die vrij zeker te ge- gemoet mag worden gezien. Er werd melding gemaakt van het voornemen der Regeering, om, overeen komstig en naar aanleiding van een daartoa door S. D. A. P. en N. V. V. gedaan veraoek; over te gaan tot instelling van een com missie, welke in het algemeen de prijs stijging van verschillende levensmiddelen en het beloop der prijzen, zal hebben te onder zoeken en na ta gaan. Daar het onderhavige vraagstuk niet van eenvoud.gun, doch van ingewikkelden aard is en bovendien nagegaan zal worden of do hooge prijzsn moeten wor den toegeschreven aan bijzondere omstan digheden, die vermeden kunnen worden, heeft, naar „De Tol." van welingelichte zijde verneemt, de Regeering besloten, deze commissie ccn n i e t-a m b t e 1 ij k karakter té doen dragen en haar samen te stellen uit een betrekkelijk gering aantal ter zake kundige en practische personen uit ver schillende kringen der maatschappij. Het is dc bedoeling, dat deze commissie haar bevindingen zal neerleggen in een aan do Regeering uit ta brengen rapport. Op Hemelvaartsdag hoopt de Guslaai- Adolf-vereoniging in Zeouwsch-VLaanderen een rroteslantcr.dag te houden. In de Ned.- Herv. Kerk te Oostbay zaJ gesproken wor-. den jkasr prof. L. Kmnppert on ds. Akersloot, van Sas-van-Gcnt; daarna zullen ds. Bee- rens, van Utrecht, en de. Scholte, van Zwole, bet woord voeren op con weiland, Met een vijlden spreker wordlt nog onder handeld. De bijeenkomsten in de kerk en buiten worden opgeluisterd door koorzang uit Oosïbay en muziek uit Groede. De Bond van Ked. Onderwijzers had een referendum uitgeschreven over drie be sluiten, die op de 50ste algem. vergadering van den Bond in 1924 waren aangenomen. Met groote meerderheid van stemmen zijn die besluiten bij het referendum opnieuw aangenomen. Het cerate van die besluiten luidde: „De Bond van Ned. Ond. noodigt het H.B, uit, zoo mogelijk met Paschen een alge meene vergadering le beleggen, waar aan dg orde wordt gesteld: a. het vraagstuk der. zelfstandigheid in z'n vollen omvang; b. dn wijze waarop onder de huidige wet de b» noeming van hoofden van scholen dient tn geschieden en c. de middelen om tot verwe zenlijking van het onder de punten a en b' genoemde tc geraken en de toelating van hoofden van scholen tot den bond voorloopig op te schorten. Bij het tweede besluit wordt aan hel H.B. opgedragen de noodige reglementswijziging aan te brengen, om groepsvorming van d» Door VALENTINE WILLIAMS. G-eautorieeerde vertaling van W. E. PONT. (Nadruk verboden). 31) Hij mat elfen afstand tusschcn ons met de oogen; toen legde hij met uitdagende vast beradenheid zijn revolver neer op de rots maast hem. Daarop haai do hij een sigaren koker uit zijn zak. „Ik ineen mij te herinneren, dat u rooktI" begon hij. ,Dank u," antwoordde ik, „denkend aan het pijpje, dat ik gevonden had, „ik rook geen Duilsche sigaren I" Klompvoet grinnikte vriendschappelijk. „Ik ook niet!" zei hij. „Maar ik denk, dat u deze wel zoo goed zoudt vinden als de beste Ilavana-sigaar. Niet lang geleden was ik een hoog geacht lid van de „Club in Havana!" Met deze woorden wierp hij mij den ko ker toe, na cr een sigaar voor zichzelf uit gekozen te hebben. Ik liet het ding liggen; ik'was niet van plan een gunst van dezen man aan te nemen. frok dc v'"cnhbrauwen op en" 'l ,8 eon onverschillige beweging met de schouders. Maar er volgde geen opmerking over mijn onbelecfdheél. „Ilerr Major!" zei hij, het eind van zijn s.gaar a.bijtend, „ik moet u nog eens weer gelukwenschen met de voortreffelijke in richting van den Geheimen Dienst in uw and.' Hel svsleem van nasporen, waardoor dit afgelegeneiland ontdekt werd als de plaats, waar werkelijke of denkbeeldige schatten worden verborgen, is merkwaar dig! Do vindingrijkheid, waarmee u er in slaagde het document in uw bezit te krij gen, dat zich nu in uw portefeuille bevindt, doei dien Geheimen Dienst en u zelf alle eer aan. Mijn gelukwenschen!" Ilicr hield hij even op om zijn sigaar aan le sleken met een zakvuursteentje; en met opgekrulde lippen blies hij een dikke rook wolk uit. Hij gooide zijn hoofd achterover, om den rook te zien wegdrijven. Hoe achte loos hij dit ook deed, ik wist, dat hij in wer kelijkheid mij zat op te nemen. Ik begreep het niet. Blijkbaar tastte hij naar zijn weg; ergo was hij niet zeker van zijn zaak. En hij had geen flauw vermoe den, (dat stond vast), van de arglooze ma nier, waarop ik in dit heele verwonderlijke avontuur verzeild was geraakt. Hij scheen ie gelooven, dal ik een opdracht had. "Wel, daar kon ik wel munt uit slaan „U zult ons wel in zóóverre recht laten wedervaren," hernam hij, „dat u ons uw bewondering .niet onthoudt voor de wijze, waarop, als resultaat van wèloverlegde plannen, deze prettige ontmoeting vandaag lot stand kwam. Het geluk was aan uw zijde dien nacht in Rodriguez, Herr Major; wan neer mijn- bevelen waren uitgevoerd, had den wij onszelf en u dezen tocht door den Oceaan gespaard. ,,U bedoelt," zei ik, „dat wanneer uw spion zijn werk behoorlijk had gedaan, hij mijn nek evengoed had afgesneden als die van dien armen stumperd en van die vrouw"..-. „Ik kan eerlijk zeggen," merkle Klomp- vost op met een goedgunstigen blik, „dat ik het oprecht betreurd zou hebben"hij zweeg even en een breede glimlach kwam op zijn gezicht „dat andere handen dan de mijne dat hadden moeten doen.-..." Mijn gedachten gingen snel. Grundt was blijkbaar alleen. Maar, den man kennend, vermoedde ik, dat hij hulp in de nabijheid had voor geval van nood. Daarom, zelfs al zou ik voorbij dat geweer van hem kunnen komen, was toch een persoonlijke aanval uitgesloten. Ik vroeg mij af, of Garth of Carstairs, wanneer ik na langen tijd niet in hot kamp terugkeerde, mij zouden gaan zoeken. Op zijn best waren wij dan nog maar drie man sterk. Tegen hoevelen? Tot nu toe kende ik cr twee, den vreemdeling naast het graf, cn Zwarlen Pablo. Maar met een schip .hierheen te zijn gekomen van uit Rodriguez, dat veronderstelde een beman ning. In elk geval waren wij hopeloos in de minderheid Grappig genoeg beantwoordde Klompvoet zelf deze onuilgesproken vraag. „Nu, Okewood", zei hij, zich voorover buigend om mij scherp aan te zien, „ik be hoef een man van uw doorzicht enen verbeelding niet le verlellen, dat het spel uit is. Ik zal heel openhartig met u zijn, jawohl. Wij zijn mat ons veertienen tegen u en uw beide metgezellen. Ik ben goed op de hoogte van uw omstandigheden, dat ziet u. En om alle misverstand te voorkomen, laat mij dadelijk zeggen, dat ik niet de eenige Duilscher in ons gezelschap ben. U heelt niet uitsluitend le maken met man nen van het kaliber van Zwarten Pablo, wier geest één mengelmoes is van moord en de zachte verlokkingen der liefde. U zult wijs doen mij zonder tegenstribbelen .on middellijk dat bericht over to geven, dat toevalligerwijs, niet voor u bestemd was. En misschien zou ik twee hoofden zijn beter dan óén en u weet, dat ik een hoogen dunk van uw intelligentie heb misschien zou ik kunnen overwegen u te helpen bij het ontcijferen van dat bericht Weer dien toon van twijfell Toen bedacht ik mij, dat, behalve Dutchey, die nu dood was, ik eigenlijk de eenige was, die met Adams had gesproken. Blijkbaar geloofde Klompvoet, dat ik inlichtingen had omtrent de bergplaats van den schat, behalve nog dc aanwijzingen, die ik in dat bericht be zat. Nu begon ik te begrijpen waarom zijn loon zoo suikerzoet was en zijn heele ma nier van doen zoo angstig vriendelijk. En ik vermoedde, dat hij mij nog niet mocht en wilde dooden, ten minste nu nog niet. „Grundt," zei ik, sprekend mei allo be slistheid, waarover ik te beschikken had, „wanneer jc denkt, dat ik met je zal gaan samenwerken, heb je het mis. Integendeel, ik ben van plan je le laten zien, wat hel beteekent voor ccn Duilscher, na den Wa- penstilstald de hand te leggen op een on derdaan der Geallieerden. Uw kennis van onzen Geheimen Dienst zal u wel verteller, dat die zijn agenten niet onbeschermd laat Ik brak veelbéteabenend af en keek hém aan. Mijn woorden klonken heldhaftig ge noeg, hoewel de Hemel weet, dat het hart mij in de schoenen was gezonken. Maar grootspraak, dat heb ik dikwijls opgemerkt, heeft bepaald een versterkenden invloed op degene, die bluft, zelf; en ik verzamelde al mijn kracht om alles, wat het lot voor mij bestemd had, onder oogen te zien. Want ik begreep, dat, of Grundt en zijn vriendelijke makkers der schat vonden of niet, in beide gevallen mijn kansen om goed en wel van ■het eiland af le komen, heel gering waren. Ilcel kalm likte Klompvoet de asch van zijn sigaar. „Zeker! Zeker!" zei hij achteloos. „Maar laten wij voor hel oogenMik niet vergeten, mijn vriend, dat je die bescherming mu niet hebt. Eén Engelschman in de hand is meer dan twee kruisers in den Oceaan. Vat je?" Met zijn sigaar tartend in zijn mond, plantte hij de harige handen cp de knieën. „Ik zal je de situatie heel eenvoudig uit- kggen," zei hij. „Jc bent in groot gevaar, Okewood. Ik 'heb c-en ruwe bemanning cn Öe koorU naar schatdelven zit hun in het bloed. Mijn Duilsche metgezellen houden niet van hun Bierbare Engelschc neven. Wij hebben een paar overlevenden van von Spec's eskadron, die zijn gcwel'dig be vooroordeeld tegen u en uw ras. D; broer van den man, die dal bericht dot u in uw zak heelt, schreef, is ook bij mij. Hij was officier op de „Gneisenau," die door uw ad miraal Sturdee bij de Falkland?-eilanden is getorpedeerd Voor mijn geest zweefde het bccid a an dien blonden jongen man, zooals ik hem met gebogen hoold naast het grut had zien slaan tijdens het onweer. Wij hebben den bootsman van de „Ntlrnberg," het zusterschip van de „Gnei-, scnau," en een paar matrozen van de ♦„Dresden," die aan land zwommen, toen uw marine hun schip vernielde bij Juan Fernandez, en bovendien een paar oud-ge- dienden uit het leger in Frankrijk. En, mijn beste Okewood, ik behoef jc nauwelijks te verlellen, dat na de Somme en de Hinden- bunglinie onze brave „vijf-entachtigers" jullie, Engelschen, even hard haten als onze zeelui doen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5