Klazen Flacons GEEL ETIKET De Terugkeer van Klompvoet. No. 1s930 LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 28 Februari Derde Stad. Artfto' ip buitenl. weekoverzicht. FEUILLETON. Naar het Binnenland van Brazilië. EERSTE KAMER. verpakt in met zwarten opdruk Weigert alle andere verpakkingen Een viedesvriend verscheiden Enropa in cirkelgang van den'Balkan het gele ras Juist nu alle krachtige vredesvricnden too hard noodig zijn, om in Europa den kVTede te bewaren, ontvalt der rij een der meest vooraansta\aden. Hjalmar Bran ting f |de groote Zweedsche politicus, warm voor vechter van het vredes'deaal en als zoodi- nig de eer van den Nobel-vredeaprijs waard gekeurd, is overleden. In dezen soc.-denr. leider van groote begaafdheid, een begaafd heid, die algemeen werd erkend en gewaar deerd. verliest de Volkenbond een van zijn 'orypheeën, die nog zooveel beloofde Om in Europa den vrede te bewaren, Schreven we. Is het dan al zoover gekomen? Feitelijk wel, helaas. De brandstof toch, waaruit de oorlog pleegt te worden gebo ren, stapelt zich meer en meer op. Eén ongelukkige vonk en En de afgeloopen week is in dit opzicht weer eens een totaal negatieve week geweest. Niets is n.l. be reikt om de groote vraagstukken, die als het zwaard van Damocles boven ons wereld deel hangen, ook maar ee nstapje nader tc brengen tot een oplossing. Wellicht is er achter de schermen gewerkt, men mag dit telfs wel als zeker aannemen, doch verder gekomen is men niet. Hoe bedroevend het ook is, men blijft in den bekenden vicieuzen cirkel ronddraaien vanveiligheid, inter- geallieerde schulden, ontruiming der Keul- sche zone etc. En de gevolgen daarvan doen zich uit den aard der zaak meer en meer gevoelen. Tusschen Engeland en Frankrijk is beslist een merkbare verkoe ling ingetreden, waaraan bovendien geen goed doet, dat de Fransche ministers als Herriot e<n Clementel Frankrijk niet dur ven verlaten uit vrees, dat dan een aanslag zal worden gepleegd op de franc, Frank- rijfs Achilles hiel, gelijk wij vorige week reeds deden uitkomen, 't Is over-bekend, hoe mondeling overleg een op het doede punt gekomen affaire wel weer eens op gang wil brengen, doch deze kans moet me»n van Franache zijde derven, vicoactus. Tege lijk wordt uit Amerika reeds een gevaar lijk schot gedaan op de zoo kwetsbare hiel van Marianne: een Senator heeft voorgo- steld, Frankrijk geen sou meer te leenen, toolang de schuldenkwestie en wat daarmee annex is, niet ia opgelostIn Frankrijk zelf, waar het volk is opgevoed in Poin- zaréistischen geest, zet dit weer allerlei kwaad bloed en verbittering, gelijk zoo rijkelijk in Duitschland is gekweekt, ook daar waar aanvankelijk begrip in den hul digen toestand waarin Duitschland vcr- ieeert, aan den dag' werd gelegd. Maar laten wij dit keer eens afstappen van wat, goed beschouwd, Europa's grooto kwaal mag heeteo, om eens naar enkele andere dingen te zien, die weliswaar tot het tweede plan behooren, doch daarom niet van belang zijn ontbloot. Daartoe behoort zeker, wat op den Bal kan plaats vindt, Europa's oude vuurhaard, die ook in 1914 de directe aanleiding lever de voor den wereldbrand. In diverse laai den gist het daar bedenkelijk. In Zuid-Sla- yië wil de oude leider Pasjitej niet afzien van de regeermacht en star vasthoudend aan oude begrippen maakt hij den band tussohen de diverse gedeelten van het zoo vergroote koninkrijk al losser e<n losser. Trots allerlei kunst en vliegwerk het wa ren niet bepaald zachtzinnige maatregelen bovendien heeft hij bij de jongste ver kiezingen nauwelijks een meerderheid kun nen verwerven. Ook de dynastie is lang zamerhand in gevaar gekomen. De splijt zwam dreigt. In Bulgarije, het land, waar het commu nisme een goeden voedselbodem vond, eensdeels door het feit dat ook daar de landbouw net als in Rusland zoo'® integree rend bestanddeel vormt en anderdeels, doordat de vernederingen van den vrede tot verzet prikkelden, heerscht weinig mm- der dan een moofd-terreur onder communis tische leiding. De regeering schijnt niet bij machte geheel baas te worden over de toe standen, mede door het gedwongen afdan Door VALENTINE WILLIAMS. Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT. (Nadruk verboden 24) Wij keken naar beneden in een diep, bek- kenvonnig dal. Het herinnerde mij aan een steengroevemaar ik denk, dat het in wer kelijkheid de krater was van een kleinen, uitgebranden vulkaan. En de oorzaak van Garths kreet was het gezicht van oen oude, vervallen hut, waarvan, het dak tusschen een wildernis van reusachtige varen uit stak. Wij waren zóó buiten adem door ons ge klauter, dat wij geen woord konden zeggen. Zwijgend krabbelden en gleden wij de diep te in, wij raakten verward in de lange ran ken van de klimplanten en de doorns ble ven in onze jassen haken. Het was een ruwe houten hut met een deur en een raam; het inwendige was tot aan de zoldering toe volgegroeid met groote varons. De houten vloer was weggerot en door de vermolmde planken was de tropi sche plantengroei naar boven geschoten, om zijn rechten be herwinnen. Maar in een hoek, waar een ruw-getimmerd houten bed stond, was blijkbaar een poging gedaan om de varens voor een deel weg te ruimen. Op het bed lag een half vergane deken; op den vloer dicht er naast zwierven enkele leege vleeschblikjes, geheel verroest. De deken viel bii de eerste aanraking om zoo te zeg ken van leger en politie-macht vn het is niet te verwonderen, dat Bulgarije verzocht heeft, zijn weermacht te mogen uitbreiden voor den strijd tegen het communisme. Of dit evenwel zal worden toegestaan, lijkt ons zoo zeker nog niet. t Is de kleine en tente, die hierin beslist en of men daar voldoende vertrouwen stelt in Bulgarije'* regeering? Alle drie buren voelen zich toch niet safe voor wraak.. Speciaal Roemenië is in slechte conditie daarbij, waar dit land ook van de zijde van Hongarije (Zevenbur gen) en sovjet-Rusland (Bessarabië) wordt gedreigd. In Griekenland heerscht fihancieele nood. In nog heviger mate dan elders op den Balkan, hoewel alle andere staten een be rooide staatskas te zien geven. Wellicht de reden, waarom Griekenland inzake de pa triarch-kwestie zich bij de protesten heeft bepaald en dus deze affaire heeft doen ver- loopcn. Wat had het aan de sympathie-be tuigingen van diverse zijde zonder meer? Had Griekenland een vuist kunnen ma ken het zou het gedaan hebbenEn on gunstig was de kans dan wellicht niet ge weest, gezien den opstand der Koerden, die o.i. raakt den godsdienst, dus een zeer voorname, machtige factor. De regeering van Angora heeft destijds niet alleen den sultan afgezet, doch ook dezen beroofd van het kalifaat, dat werd opgeheven. Want het tot zich 'trekken hiervan door Angora, heeft practisch geen effect. Daar door was liet Mohammedanisme beroofd aan een hoofd, iets dat zich wreken moest. Den gcloovingen Moslims kon dat op den duur niet bevredigen. Men heeft reeds ge zien, hoe in Arabië enz. kalief-pretei\den- ten zich opwierpen, zij het zonder veel succes, daar zij elkaar te fel bestreden. De Koerden, die allerlei redenen tot ontevre denheid over Angora hadden, hebben nu ook de Kalifaatskwestio in het geding ge bracht en schijnen in een der zonen van den door de Jong-Turken afgezetten sultan Abdoel Hamid niet zoo'n slecht pretendent te hebben Hoe staat het Turksche leger tegenover de kalifaatskwestie, dat geeft in dezen de beslissing. Spoedig zal men het weten 1 Dit laatste geldt niet voor wat betreft het verloop van zaken in China, dat nog altijd hopeloos verdeeld is en daardoor het gele ras o.i. bij lange na niet zoo gevaarlijk maakt als het in veler oogen is. Niet uit gesloten lijkt ons zelfs, dat door het com munisme, dat in Azië in 't algemeen op gang maakt, en zelfs in. Japan voet heeft gekregen, tot verdeeling van het volk, de macht van het gele ras vooreerst niet groo- ter wordt. Zoo zou het communisme Euro pa dan toch nog in één opzicht van voordeel kunnen zijn Copyright 192Ö bij United Telegraph; nadruk, ook gedeeltelijk, verboden. VI Beknopte inhoud van de vorige publicaties. De expeditie van kolonel Fawcett naar het binnenland van Brazilië, die door de Engelsche en Amerikaansche geografische vereenigingen gesanctioreerd is en gesteund heeft op grond van voorloopige onderzoe kingen, die achttien jaar geduurd hebben, ten Uoel, de beide centra van een dusver verborgen beschaving terug te vinden, wier bloeitijd volgens het oordeel van kolonel Fawcett tenminste 10.000 jaar vóór de Egyp tische valt. Het gaat om twee steden, die, ingesloten door dusver ondoordringbaar oerwoud, voor het eerst betreden zullen worden. Kolonel Fawcett wil het bewijs bij brengen, dat niet het gebied van de Eu- phraat, doch veeleer dit gebied de wieg der mensohheid is. Van de beide steden is de eene, gelijk kolonel Fawcett betoogt door aardschokken en andere natuurkrachten ingestort en onder het aardoppervlak verdwenen, de andere staat; beide zouden bewoond geweest zijn door blanke menschen, geen Indianen, wier nakomelingen in decadente^ toestad al daar nog aanwezig zouden zijn. gen *als stof in elkaar. Hert ding was niet ga- merkt en hoe wij ook door de varens heen- kropen, verder was er niets in de hut te vinden. „Er is niets hier," zei ik eindelijk. „Laten wij buiten eens kijken. Ik zou wel eens wil len weten De woorden bestierven mij op die lippen. Ik had de deur van de hut bereikt en 9tond met het gezicht naar den versten rand van den krater, tegenovergesteld aan de zijde, waarlangs wij afgedaald waren. Een goede honderd meter van de plek, waar ik was, stond een groot houten kruis in den grond geplant. Tusschen het kruis en de hut lag een groot afzonderlijk rotsblok, dat waarschijnlijk het kruis voor ons gezicht had verborgen, toen wij naar het dal waren afgedaald. Een oogenblik kon ik haast niet spreken. Ik heb de trotsche eenzaamheid gezien van Cecil Rhodes' graf in de Matoppos; ik heb (zooals ieder ander) gestaan in hert blauw achtige licht, dat Napoleons graf omschijnt, „aan de oévers van de Seine te midden van dit Fransche volk, dat ik zoozeer heb lief gehad." Maar nooit heb ik iets meer indruk wekkends gezien dan dat eenzame graf op dat verlaten eiland onder dat gewelf van den blauwen hemel, te midden van d# hooge, dreigend-starende rotsen. Onder dart eenvoudige kruis, zeide ik bij mijzelf, in een stilzwijgen, dat door geen mensch verbro ken wordt, ligt de Onbekende. Het was een 'indrukwekkende gedachte. Een ruw-gehouwen pad, dat nog eenigs- zins te ontwaren was tusschen den alles- overheerschenden plantengroei, leidde rond om het groote rotsblok, waarvan ik al ge sproken heb, naar het kruis. Het graf lag op Kolonel Fawcett heeft de dusver verza melde gegevens geheim gehouden en alleen aan de beide universiteiten verstrekt.. F. R. G. S., D. S. O. door G. F. P A R T O N. New-York, Februari. Kolonel Fawcett, F. R. G. S., D. S. O., de vermaarde Zuid-Amerika-onderzoeker, heeft slechts één artikel in overvloedde zeven letters achter zijn naam, die zijn we tenschappelijke waardigheden aanduiden en wel: Fellow Royal Geographical Society en Doctor Sciene Oxford. De overste, die op weg gegaan is, om, gelijk bekend, een ver borgen oude stad in Brazilië te zoeken en zoo mogelijk een nieuw hoofdstuk van de geschiedenis der menschheid te schrijven, is een achtenvijftigjarige athleet. Bij mogelijke conflicten met de zwarte, met bijlen zwaaiende holbewoners of met de woeste en wreede Mucurundus, zullen kolonel Fawcetts tegenstanders hem in „Ting-form" aantreffen. Dat geldt even eens voor zijn een-en-twintig jarigen zoon Jack en Ralaigh Rimmel, den stoïcijnschen jongen Engelschman, die hen vergezelt. Geen enkele deelnemer aan de Olympi sche spelen was ooit voortreffelijker ge traind dan deze drie gereserveerde, nuchte re Engelschen, wier weg naar een vergeten wereld bedreigd wordt door pijlen, gevaar lijke ziekten en wilde beesten. Geen hunner bekommert zich om tabak en wijn, alle drie zijn hartstochtelijke criquetspelers en tot het oogenblik van zijn vertrek was kolonel Fawcett in zijn vrije oogenblikken op het criquetveld te vinden. Zijn vader, E. B. Fawcett, die in Torqay woonde, was een van de meest vermaarde batsmen van zijn tijd en de overste zelf heeft geen geringe vermaardheid, als batsman en als bowler, verkregen. De ontberingen op den tocht. Overste Fawcett is gevraagd, waarom de leden van de expeditie tot een vele jaren eischende training, tot jarenlange matig heid waren gedwongen. „Omdat dit de eenige weg is, te komen, waar wij heen willen", luidde het antwoord „Nadat wij het dichte oerwoud zijn binnen gedrongen zullen wij onze muildieren in den steek moeten laten en zware pakken alleen moeten torsen. Wij zullen onzen weg moeten hakken door een wirwar van slingerplanten, struiken en wortels, waardoor wij slechts m staat zullen zijn twee of drie Engelsche mij len per dag af te leggen. Wij zullen aan allo soorten van gevaren en ontberingen bloot staan, waarbij wij 't met 'n minimum aan voedsel zullen moeten stellen, daar het land arm aan wild is. Wij zullen een niet gering zoowel intellectueel als lichamelijk weer standsvermogen aan den dag moeten leg gen, want tal van mannen zijn onder soort gelijke omstandigheden wat hun zenuwen be treft bezweken, nog voor hun lichaam niet meer standhield. „Ik bob d§ze factoren voor zoover maar mogelijk was op bijna wetenschappelijke wijze overwogen. In (mijn talrijke Zuid- Amerikaansdhe jaren heb ik de „luchthar- tigen" zeer snel en zelfs nog voor zij met de moeilijkheden en de ellende van het oerwoud hadden kennis gamaakt, zien fa len. Wanneer men door ingetogenheid, frissche lucht, sportbeoefening en eenvou dige kost is gestaald, kan men er tenminste zeker van zijn, dat men het maximum van zijn krachten voor het avontuur mee brengt." „In hoofdzaak uit deze drie overwegin gen beperkte ik de expeditie tot slechts drie man, want het zou in de praktijk een voudig onmogelijk zijn een grooter aantal mannen op te sporen, die te bewegen zou den zijn, dat vol te houden. Ieder, die een, zij het ook slechs korte vacantie in ee'n tentenkamp heeft doorgebracht, zal weten, dat menschen, die langen tijd in de een zaamheid samen doorbrengen, elkander beginnen te kwellen en te achtervolgen Wij vormen een „familie-expeditie"wij zijn er dus ook op getraind, eikaars ge zelschap te verdragen. De lange duur van het alleen-zijn en de ontberingen, die wij moeten verdragen, zouden bij een grooter gezelschap weldra tot een mislukking van den tocht leiden. Onder de weinigen, die gedurende het een open plek, waar alle varens waren weg gekapt. Terwijl wij er heen liepen, merkte ik op, wat ik mij herinnerde uit de beschrij ving van den strandjutter, dat het grijze, verweerde oppervlak van het kruis gladge- polijst was door de inwerking van het zand, dart de zeewind er steeds tegen aan joeg. Het kruis was gemaakt van twee houten balken, met ijzerdraad aan elkaar gemaakt en stevig in den grond geplant, aan het eind van een langen aardheuvel. Op het graf lag een klein, rond spiegeltje met den glaskant naar boven en even verder een leege flesch, zonder kurk, die omgevallen was. „Zie je," zei ik tegen Garth, „het is alles juist zooals Adams gezegd heef tl" Ik bukte mij, om den spiegel op te rapen. Toen zag ik tot mijn verbazing, dat deze vastzat aan een ijzerdraad, dat aan het kruis bevestigd was. Het was een spiegeltje in een omlijsting van ijzerdraad. Het lijkt wel een scheerspiegel!" zei Garth Ik liet hem in dien waan. Ik ben niet van nature, maar door oefening een zwijgzaam persoon. De aard van ons recherche-werk het zorgvuldig ziften van ieder schijn baar onbeteekenend stukje bewijsmateriaal, het lange, moeizame proces van veronder stellen en afleiden maakt iemand van zelf bescheiden en voorzichtig, ook zelfs, wanneer hij met vrienden te doen heeft, tot dat hij volledig de feiten kan vaststellen. Ik vertelde dan ook mijn gastheer niet, dat op het moment, dat ik zag, hoe het spiegeltje aan het kruis vastzat, onmiddellijk de ge dachte bij mij- opkwam: dèAr heb je het eerste gegeven voor de ontcijfering van het bericht van den Onbekende. Want het zien van den spiegel, losjes met ijzerdraad bevestigd, zoodat hij recht tegen over den voet van het graf stond, bracht mij verblijf van de Fawcetts in New-York van hen hoorden, heerschte de meening, dat de sportieve vooruitzichten tegen de on versaagde onderzoekers waren. Komen zij echter weer terug, nadat zij het meedoo- genlooze gebied tusschen Xingu en Tapa- joz eenmaal hebben betreden, dan zullen zij iets volbrengen, dab niemand tevoren is gelukt. Het gebeente van tallooie avon turiers rust in het moerassige woud. Weet- éierigen, avonturiers en door de Brazili- aansche regeering uitgezonden onderzoe kers betraden het oerwoud en zijn niet teruggekeerd. "Hun lot is onbekend. Kolonel Fawcett heeft zijn kansen zorg vuldig overwogen. Als resultaat daarvan besloot hij, een laatste worp te wagen, omdat hij meende, dat het Engelsch uit houdingsvermogen plus trainingsjaren hem er door zullen helpen. Na het verlaten van Cuyaba zal de expe ditie op de Paraguay enkele mijlen, tot Bamiiri. verdere varen, waar zij van alle verband met de beschaafde wereld zal af stand doen en in het oerwoud onderduiken, dat aan reusachtige slangen en zwarte pan ters even gastvrij onderdak verleent als aan de gevaarlijkste en meest primitieve Indianenstammen ter wereld." „Wij zullen terugkeeren en wij zullen thuis brengen, wat wij zoeken," luidden de laatste woorden van overste Fawcett, toen de looplank bij het vertrek van de „Vau- ban" naar Rio de Janeiro werd Ingehaald. (Vervolg van gisteren). Algemeene beschouwingen Staatsbegrooting 1925. Mevr. POTHUISSMIT stond vervolgens stil bij de houding der Regeering tegen over de gehuwde ambtenaressen. Spreekster blijft overtuigd, dat de echtelieden het zelf moeten uitmaken of de vrouw een ambt zal aanvaarden. Het is volstrekt geen axioma, dat daardoor het gezinsleven altijd wordt ge schaad. Minister Ruys is overtuigd, dat een gehuwde vtouw absoluut minder geschikt is voor een ambt, doch speekster wijst er op, dat intusschen de gehuwde telefonisten te Rotterdam op wachtgeld, plotseling in actie- vep dienst zijn opgeroepen, wat minister van Swaay heeft goedgepraat uit financieele overwegingen. In de tweede plaats komt spreekster op tegen de houding der regeering tegenover de ongehuwde moeder in loondienst. In de Ziek tewet 1919 is geen verschil gemaakt tus schen gehuwde en ongehuwde moeder, ook niet in de ziekteverzorginswet 1920. Doch daarna, in 1921, bij de bekrachtigingswet der Washinglonsche Conventie, is de opvat ting gewijzigd. En nu in 1925, in de nieuwe Ziektewet en Ziekteverzorgingswet, is de ongehuwde moeder geheel uitgesloten. Is dat nu christelijk? Ten slotte vraagt spreekster, hoe minister Colijn de huwelijkswetgeving bedreigd acht, als van verschillende zijden op verbetering van die wetgeving wordt aangedrongen, ook van rechtsche zijde, speciaal van katholieke zijde. Misschien doelt men op het streven van de sociaal-democraten en anderen, om de echtscheiding te vergemakkelijken, doch men ziet daarbij over het hoofd, dat dit streven een zuiver zedelijk karakter draagt. De fout van de rechterzijde is, dat zij te veel hecht aan den vorm, niet de werkelijkheid wil zien. De heer BLOMJOUS, begint met een ver dediging van het voortbestaan der coalitie. Een betere combinatie in de politiek is thans niet denkbaar en zij waarborgt orde en rust in de huidige maatschappij. De Vrijheidsbond kan zich nooit, voor de regeering coaliseeren met de niet-burgerlijke partijen. De vrijzin nig-democraten willen wel toenadering bij de soc.-dem. zoeken, doch zij bijten niet in het hun voorgehouden aas. En men behoeft niet te denken aan de mogelijkheid van een samengaan van een afgescheiden deel der katholieke partij met de soc.-democraten. Het beginsel dezer laatsten van afschaffing van het privaatbezit strijdt nu eenmaal met het katholiek beginsel. Wil men een nationaal kabinet, dan zou dit kunnen beteekenen een samengaan van de coalitie met den Vrij- onmiddellijk den eersten regel van dien on- mogelijken puzzle in gedachten: „Flimmer', Nimmer' viel." Het woord flikkeren beteekende vast en zeker, dat de spiegel als heliograaf gebruikt moest worden. De volgende regel die over „het garnizoen van Kiel" was mij nog helder als modder; maar, bedacht ik mij, nu wij eenmaal een heliograaf hadden, kon den de volgende regel9, die ik veronderstelde dat een peiling van 27o aangaven (het Or- densfeest, d. i. 27 Januari) evengoed een aanduiding zijn van de richting, waarin om redenen, die mij vooralsnog onbekend waren de zonnestralen weerkaatst moes- rten worden. De wijze van bevestigen van den spiegel aan den balk gaf de richting aan, waarin de peiling genomen moest worden. Ik kreeg den indruk, dat de Onbekende zijn eigen kruis moest hebben opgericht en den spiegel vóór zijn dood zelf moest heb ben bevestigd. Ik opende het kleine leeren étui, dat aan mijn gordel hing, en haalde mijn prisma- kompas voor den dag, mijn trouwen' met gezel op mijn veldtochtdagen in Frankrijk. Het graf lag vrijwel tegen het noorden ge keerd. Ik legde het kompas op den spiegel en nam toen een peiling van 27 graden. De witte naald draaide heen en weer. De 27ste graad wee9 naar een kale. naakte rotspunt aan het verste uiteinde van den krater. Om de richting te onthouden, nam ik een kleinen struik met prachtige bloe men in het oog, die aan den zoom van de open plek in het bosch 9tond. Een instinctmatig voorzichtigheidsgevoel deed mij den spiegel losmaken. Aan weers kanten van de omlijsting waren gaatjes ge boord, waardoor koperdraden waren ge-. RECLAME. Wij vestigen er de aan dacht op. dat Fosters* Rugpijn Nieren Pillen thans uitsluitend verkocht worden in Foster-Hie Clcllan. I.omloil 425» heidsbond, maar de waarschijnlijkheid vaa zoo'n 9amengaan is vooralsnog niet groot. Spreker brengt wijdere hulde aan de toe wijding van liet Kabinet en zijn leden, ape. ciaal voor hun zorg voor ons budget en das veiligstelling van onzen gulden. In dit op zicht steken we gunstig af bij Frankrijk en de kritiek van sociaal- en vrijzinnig-demo. craten op dit punt acht spreker beneden peil. Mochten er bij de salarisregeling fou ten zijn begaan, dan kunnen deze worden hersteld, doch verlaging was onafwijsbaar om onze financien gezond te maken. Wat betreft do belastingpolitiek van mi. nieter Colijn, zijn voorstellen rakende de indirecte belastingen moeten worden be. schouwd in verband met die betreffende ver mindering der directe heffingen. Wanneet men zulks doet, dan kan men zich er mede vereenigen, ook met de weeldebelasting die tol zuinigheid zal dwingen. Onze directe belastingen blijven nog t« hoog en ze drukken des te erger, nu^ook da gemeenten zooveel meer belasting dan voor heen van de burgerij eischen. Daarom moet op den thans ingeslagen weg worden voort gegaan, want we zijn er nog lang niet, al i3 de toestand gunstiger dan 1 1/2 jaar go- leden. In de derde plaats bespreekt spr. de ontwa. pening. Hij houdt tegenover prof. van Emb. den vol, dat onze bewapening blijkens da gebeurtenissen van 1914, wel degelijk on misbaar is om onze onafhankelijkheid fa handhaven. En van een ontwapening, van' een Europeesche ontwapening kan geein spra. ke zijn zoolang er gevaar uit het Oosten dreigt. Engeland'denkt dan ook niet aan ont. wapenmgl Onze regeering wake dus tegen' ontwrichting van onze weermacht. De heer SLOTEMAKER DE BRUINE ba- spreekt» in do eerste plaats de ontwapening en wil daarna een woord wijden aan de redt van den heer Stemhuis. De grondfout van de heeren van Embdeu en Stenhuis is, dat zit beiden uitgaan van een stelling, die nog moet bewezen worden. Zoowel de stelling, dat ontwapening betee- kent beveiliging als die dat socialisatie ona van kapitalisme zal verlossen, moeten nog bewezen worden. De heer van Embden ver wijt spr. veranderlijkheid van lijn en ge. brek aan bezonkenheid. De heer van Emb. den denkt dat hij vastheid van lijn in 't oog houdt, maar in 1923 erkende hij de moge. lijkbeid van een optreden van onze weer. macht, achlle hij weerloosheid eenuïïnoodi. ging om bij ons binnen te vallen. In 1924 heeft hij dit niet herhaald, maar uiteengezet, dat gifgassen een algemeen wreedaardig strijdmiddel is, maar dat is geen argument voor opheffing van het legeT. In de tweede plaafs deed de spr. onjuist door den militaristen ten laste te leggen blijd haald, die door galen in den dwarsbalk lie. pen. Ik verwijderde ook het koperdraad en liet den spiegel in mijn zak glijden. Garth bemerkte niets van dit alles, want hij wal in de omgeving aan het rondneuzen. Uit het dichte struikgewas haalde hij ten slotte een sigarenkistje voor den dag, zonder twijfel hetzelfde, dat Dutchey de overtuiging had gegeven, dat Zwarte Pablo en zijn vrienden op het eiland waien geweest. Het was eigen, aardig, alles in denzelfden toestand te vin. den, als het meer dan een jaar geleden ach. tergelalen was. Ik had ongeveer het gevoel, dat een man moet hebben, die een graf schendt. „Daar ginds loopt een pad," zei Garth, naar link3 wijzend. „Het voert naar de bron Ik heb een ouden emmer naast het beekje gevonden. Maar verder is er geen spoor van onzen onbekenden vriend te vinden. Dil heele oord ziet er eigenlijk uit, alsof er nooit een mensch heeft geleefd sedert den zond vloed. Oef! Wat is het warm! Okewood. ik geloof, dat wij onweer krijgen!" De lucht was inderdaad zeer drukkend. De hemel boven de open plek in het bosch was nu overdekt met witte wolken en el hing een dreigende stilte in de atmosfeer. De bladeren hingen onbeweeglijk zonder één trilling, aan boomen en struiken. WG[ zetten ons neer om wat af te koelen. „Het ziet me er niet al te mooi uit," anU woordde ik. „Garth, het zou mij niet ver. wonderen, wanneer wij vanavond een nal pak kregenl" Sir Alexander Garth, millionnair, die nofl nooit in zijn leven buiten in den regen ge. slapen had, glimlachte uit de hoogte. j (Wordt vervolad|i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 9