io. 19912 LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 7 Februari Tweede Blad. Anno 1925. BINNENLAND. TIJD, WERK, VERWARMING FEUILLETON. De Terugkeer van Klompvoet. t De Stemplicht Door den Minister van Binnenlandsche laken is een wetsontwerp ingediend tot ,wijziging van de Kieswet, van de Provin- eiale wet en van de Gemeentewet. Het wetsontwerp strekt om de bepalin gen betrellende de strafrechterlijke sanctie op de naleving van den stemplicht uit de Kieswet te doen vervallen; om een wijzi ging aan te brengen in artikel 100 van die wet en om te vereenvoudigen de voorschrif ten in de Kieswet, de Provinciale wet en de Gemeentewet, aangaande de werkzaamhe den onderscheidenlijk van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden der Staten-Generaal en aan de hoofdstem- bureaus aangewezen in art. 34 der Kieswet. In zijn memorie van toelichting merkt de Minister o.a. op, dat het onderzoek in hoe verre de eerbied voor de wet wordt onder mijnd, doordat in vele gevallen van niet- naleving van den stemplicht, vervolging achterwege blijft, welk onderzoek de Minis ter toezegde in de \ergadering van de Eer ste Kanier van 11 April 1923. heeft plaats gehad. Opgaven zijn verzameld van het aantal kiezers, omtrent wie na de stemming in 1922 voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, en na de stemming voor de verkiezing van de leden van de Provinciale Staten in 1923, bij den burgemeester de mededeeling is ont vangen, bedoeld bij art. 91 der Kieswet met inlichting omtrent de uitvoering van art. 149 door den burgemeester gegeven. De ontvangen opgaven zijn bij de memo rie gevoegd met rapporten van de procu reurs-generaal bij de gerechtshoven betref fende de uitvoering gegeven aan art, 150 Ider Kieswet. Deze bescheiden loo.nen de bezwaren aan pp welke zoowel de uitvoering van art. 149 als die van art. 150 der Kieswet alstuit. Zij hebben hun grond in het groot aantal der kiezers, dat de taak opgelegd bij arl. 72 tweede lid, der Kieswet, niet vervult. Ter illustratie moge hier dienen, zegt de minis ter, dat dit aantal te Amsterdam bedroeg bij de Kamerverkiezingen in 1922; 57,810 en bij de verkiezingen voor de Provinciale Sta ten in 1923: 76,677. Een aantal overtredingen van dezen om- jrang maakt len uitvoerlegging van art. 140, zoowel als van art. 150 der Kieswet onmo gelijk. De omstandigheid, dat die uitvoering bij pen gering aantal delinquenten in kleine ge meenten wel mogelijk is, vergroot nog het bezwaar, gelegen in het buiten toepassing laten van de genoemde artikelen in de groo- te gemeenten. Ter wille van den eerbied voor wettelijke (voorschriften, zullen dan ook de bepalin gen betreffende de strafrechtelijke sanctie op de naleving van den stemplicht uit de Kieswet, behooren te vervallen. Intusschen behoeft, zegt de Minister, de Schrapping van deze voorschriften nog niet ite ledden tot het vervallen van de bepaling, die den kiezer verplicht zich naar het stem bureau te begeven. Nu deze verplichting eenmaal haar plaals In de wetgeving gevonden heeft, zou, naar 's minister's meening, afschaffing van dat (voorschrift den onjuislen indruk kunnen wekken, dat de uitoefening van het kies recht een zaak Ware, die den wetgever on- rverschillig is. Het geldt hier een zedelijke plicht, dien de overheid erkent en dien zij tlijve voorhouden aan hen, wien het kies recht is verleend. Waar elke sanctie van RECLAME. worden gespaard door te verven zonder koken met KOUD WATER VERF, merk „Vossekop in Sier". Waschgoed, schorten, blouses, kousen, handschoenen enz. van zijde, hatfzijde, wol, katoen en linnen wor den gemakkelijk in enkele minuten prachtig geverfd. 3286 KOUDWATERVERF merk „Vossekop in Bter" spaart den verver. Verkrijgbaar bij de bekende drogisten. dien plicht thans achterwege wordt gelaten, kan ook niet langer sprake zijn van ecnige inbreuk op de gevoelens van hen, die het bestaan van dien plicht geheel of ten deele meenen te moeten ontkennen. Het tweede lid van art. 76 en art. 91 der Kieswet, als verband houdende met de arti kelen 149 en 150, hebben alsdan hunne re den van bestaan verloren. De denkbeelden, in de voormelde rappor ten ontwikkeld aangaande wijziging van de procedure, vervat in de artt. 149 en 150 zullen naar het oordeel van (len Minister de moeilijkheden wel verplaatsen, doch niet opheffen. Een proef met strafbepalingen op den voet van deze denkbeelden acht hij mitsdien niet aan te bevelen. Volgens het thans geldende art. 100 der Kieswet zullen voor de toekenning van een overschatzete! niet in aanmerking komen de lijsten, welke stemcijfer niet meer be draagt dan 75 pcL van den kiesdeeler. Mitsdien zal aan een lijst met een slem- cijfer beneden 100 pet. van den kiesdeeler slechts dan een oversohotzetet ten deel val len, wanneer met die toewijzing, het aantal stemmen voor den loegekenden zelel niet lager is dan 75 pet. van den kiesdeeler. Hierin schuilt eeD anomalie ten aanzien van de lijsten met een stemcijfer van 100 pet. lot beneden 150 pet. van den kiesdee ler. Voor dezen toch zal", indien haar een overschotzetel toevalt, het aantal stemmen per loegekenden zetel minder zijn dan 75 pet. van den kiesdeeler. Deze anomalie wordt opgeheven, wan neer overeenkomstig het denkbeeld bij de behandeling van het wetsontwerp dat geleid heeft tot de wel van 23 Juni 1923 (St.b!d. no. 295) houdende wijziging o.m. van de kieswet, geopperd, de tweede volzin van het tweede lid vaD art. 100 wordt gelezen als thans voorgesteld, nl.: „Voor het toekennen van de overblijven de plaatsen komen, behoudens in het geval, in den volgenden zin bedoeld, niet in aan merking lijsten, die na toekenning eener plaats een gemiddeld aantal stemmen van minder dan 75 pcL van den kiesdeeler per toegekende plaals zouden aanwijzen." Overigens beoogt het wetsontwerp een vereenvoudiging met betrekking tot de werkzaamheden van het centraal stembu reau bij de vervulling van vacatures in de Tweede Kamer, de Provinciale Staten en de Gemeenteraden. De geldende wet schrijft voor, dat het centraal-stembureau c.q. het hoofdstembureau of het stembureau als zoo danig fungeerende, bijeenkomt voor de aan wijzing van den opvolger. In deze gevallen kan zonder bezwaar het constateeran van de benoeming en het tref fen van de verder vereischte voorziening worden opgedragen aan den voorzitter van het bureau. De voorgestelde wijziging van de artike len 108, 130, 136, 137 en 141 van de kies wet en aan de overeenkomstige artikelen van de Provinciale Wet en van de Gemeen tewet, slTekt om deze vereenvoudiging te verwezenlijken. De regeling in de Kieswet voor de ver vulling van vacatures in de Eerste Kamer leent zich naar 's Ministers meening niet voor een vereenvoudiging in voormel den zin. Ziekte- en Ongevallenwet 1925. Thans is bij de Tweede Kamer ingekomen het ontwerp van een Ziekte- en Ongevallen wet 1925. Het berust, evenals de bestaande Zieklewet ,op den grondslag der verplichte verzekering en volgt, geresumeerd, de vol gende hoofdlijnen: Het wetsontwerp brengt onder de ver plichte ziekte- en ongevallenverzekering al len, die in loondienst arbeid verrichten. Een loongrens, waarboven de verzekering is uit gesloten, is naar het voorbeeld der beslaande Ongevallenwet niet gesteld. Alleen wordt het dagloon, waarnaar bij ziekte en bij ongeval geldelijke schadeloosstelling wordt toege kend, gebonden aan een maximum van acht gulden. Op deze algemeene verzekering maakt het ontwerp slechts uitzondering voor de bemanning van zeeschepen. De verzekering der arbeiders is los ge maakt van den aard van hun arbeid. Even min onderscheidt het wetsontwerp naar den werkgever, in wiens dienst wordt gearbeid. Intusschen voorziet het ontwerp de moge lijkheid om personen, in dienst van werk gevers, als de vorengenoemde, van de ver plichte ziekteverzekering te doen uitsluiten, indien de werkgever bij verordening ot re glement op voldoende wijze voorzieningen heelt getroffen voor het geval van ziekte der bij hem in dienst zijnde arbeiders. De arbeiders zullen voorts ingevolge het ontwerp verzekerd zijn tegen geldelijke ge volgen van ziekte en ongevat door het en kele feit van hun loondienst. Aanmelding voor de verzekering is niet noodig. De verzekering zal, als het door den wet gever gedachte normale geval, worden uit gevoerd door bedrijtsvereenigingen. Als aanvullende organen treden op de Rijksverzekeringsbank en de Raden van Arbeid. De kosten der verzekering worden gedra gen door de werkgevers, De bepalingen betreffende de uitkeeringen en schadeloosstellingen, krachtens elk der beide verzekeringen te genieten, zijn zoo goed als ongewijzigd uit de Ziektewei en de Ongevallenwetten overgenomen, terwijl ook overigens zooveel mogelijk aansluiting is ge zocht bij den inhoud dier wetten. Regeling der ziekenverzorging. In de memorie van antwoord op het voor- loopig verslag van de Tweede Kamer no pens het wetsontwerp tot regeling der zie kenverzorging deelt de Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid mee, dal het wets ontwerp niet in zijn oorspronkelijken opzet is kunnen worden gehandhaafd en dat alle voorschriften, welke op den Staat ten be hoeve van de ziekenverzorging geldelijke lasten legden, uit het wetsontwerp moesten worden gelicht, wat tot een ingrijpende wij ziging van het wetsontwerp in zijn geheel heeft geleid. Het is thans omgewerkt tot een regeling van de eischen. waaraan, naar de meening van 'den Minister, een goed inge richt ziekenfonds, bestemd te voorzien in de geneeskundige verzorging van arbeiders en met dezen maatschappelijk gelijksfaan- den, behoort te voldoen. De herhalingsoefeningen. Ia de dezer dagen te verschjjneu leger orders is opgenomen een ministerieele be schikking, houdende bepalingen betreffende in dit jaar te houden oefeningen. Aan deze bepalingen is het volgende ontleend: Het verfofspersonee! geniet gedurenden den tijd, dat het aan de oefeningen deel neemt, verblijfsvergoeding naar de bestaan de bepalingen, behoudens het bepaalde in punt e van de verbijjfsvergoedings-staat, bjjlage 2 van Hoofdstuk 3 der R.D.L. 1921. Aan de schietoefeningen in de legerplaats bij Harskamp wordt ran de aangewezen regimenten infanterie en»het regiment wiel rijders deelgenomen door de eerste ploeg der lichting 1925 met kadar. Van het tweede regiment en êet vienie Tialve regiment huzaren nemen de vrijwilligers on dienst plichtigen der lichting 1924 met kader aan de oefeningen deel. Er worden geen paar den meegevoerd. De corpsen der infanterie, welke niet deelnemen aan de oefeningen bij Harskamp, zullen tusschen 15 Juli en 15 Augustus schietoefeningen houden op de schiet-ter- reinen van de garnizoenen waar zjj zijn gelegen, benevens het twaalfde regiment te Assen en het 13e regiment te Arnhem. Het 15e reg. inf. zal gedurende de vervolg- oefeningen worden gelegerd te Waalsdorp. De iofanterie-brigade wordt gedurende de laatste twee weken van de vervolgoefenin- gen geconcentreerd bij voorkeur in de vredes-standplaatsen der brigade-comman danten. Verder worden oefeningen bij de le, 2e, 3e en 4e divisie met de bij die divisiee onder de wapenan kamende lierfia- ÜDgslichtingen gehouden, aan welke oefe ningen, voor zoover noodig of gewensoht, zal worden deelgenomen door andere en ook door met tot het veldleger behoorende onderdeelen. De oefeningen der wielrijders zullen be staan uit mesrdaagscho oefeningen buiten het garnizoen, to regelen door den com mandant van het veldleger. Wat betreft de lichte brigade worden oefe ningen mot de bjj de onderdeelen onder de wapenen komende herhalingslichtingen gehouden, waaraan, voor zoover noodig of gewensoht, zal worden deelgenomen door niet tot het veldleger behoorende onder deelen. De artillerie zat schietoefeningen houden in de legerplaats bij Oldenbroek, waar tevens onder leiding van den commandant van tiet oefeningsregiment sehietcursussen zullen worden gehouden voor het personeel der artillerie. Het regiment kustartillerie houdt schiet oefeningen in of nabij de verschillende gar nizoenen. Het corps iuchtvaartartilierie houdt sohiet-oefeningen te Den Helder en bjj fort Ronduit, en houdt schietoefeningen met de luchtvaar tafdeeling. Het corps pontonniers en torpedisteu zal op verschillende wateren oefeningen houden. Bjj het regiment genie-troepen zuilen in de legerplaats bjj Zeist oefeningen op meer uitgebreide schaal worden gehouden voor: a. De dienstplichtigen ran de lichting 1925 eerste ploeg, alsmede voor vrijwillig dienende korporaals en soldaten van het eerste bataljon van 22 Juni tot en met 31 Juli. b. de dienstplichtigen der lichting 192 2e ploeg van het eerste bataljon van 4 Aug. tot en met 19 Sept. c. de dienstplichtigen in opleiding tot dienstplichtig sergeant van liet eerste ba taljon van 10 tot en met 29 Aug. d. de helft van de voor herhalings oefeningen onder de wapenen komende dienstplichtigen der lichting van het peleton spoorwegtroepen van 10 tot en met 26 Aug. e. de helft ran de voor herhalingsoefe ningen onder de wapenen komende dienst plichtigen der lichting 1922 ran de pioniers compagnieën, benevens alle dienstplichtigen dier liohting zan het peleton spoorwegtroe pen van 1 tot en met 19 Sept. f. een gedeelte van de voor herhalings oefeningen onder de wapenen komende dienstplichtigen der lichting 1919 en 1922 van 't 2e bataljon van 20 Aug. tct en met 5 Sept., en van 14 tot en met 30 Sept., aan welke oefeningen van 24 Aug. tot en met 5 Sept. en van 18 tot on met 30 September wordt deelgenomen door het detachement van de trein-afdeeüng der vierde artillerie-brigade. In een door den regimentscommandant nader te bepalen streek zal op oen door hem nader te bepalen datum door de op oorlogssterkte gebrachte compagnieën vela- pioniers een marsch- en pioniers-oefening worden gehouden voor de dienstplichtigen dor lichting 1925 2e ploeg van het eerste bataljon. In de omgeving van Soesterberg en de legerplaats bij Zeist zaf in een nader te bepalen tjjdvak oen oefening op meer uitgebreide schaal in den verbindingsdienst worden gehouden voor de dienstplichüngen der lichting 1925, le ploeg, alsmede voor de vrjjw. dienende korporaals en soldaten van het lie bataljon, aan welke oefeningen van 10 tot en met 15 Ang. mede wordt deelgenomen door een detachement van de treinafdeeling der IVe artilteriebrigade. In nader te bepalen groepen van de vesting Holland zal, op een nader vast te stellen tjjdvak, een oefening op meer uit gebreide schaal in den verbindingsdienst worden gehouden voor een gedeelte van de voor herhalingsoefeningen onder de wa penen komende dienstplichtigen 1919 en 1922, alsmede voor de vrjjw. dienende kor poraals en soldaten van het lie bataljon. In samenwerking met andere wapens en met de Kon. Marine, zullen, in nader door den regimentscommandant, in overleg met de daarbij betrokken autoriteiten, vast te stellen terreinen en te bepalen tjjdvakken, oefeningen in den verbindingsdienst, in den bewegings- en in den stellingsoorlog, wor den gehouden voor de dienstplichtigen der lichtingen 1924, 2e ploeg en 1925, le ploeg, de voor herhalingsoefeningen onder de wa penen komende dienstpliohtingen der lich tingen 1919 en 1922, alsmede voor de vrjj'.v. dienende korporaals en soldaten, van het Ule bataljon. Wat betreft de oefeningen in de stelling van Den Helder, zal het personeel van de schooIcomjMgnie ran het li. A. K. beoef.nen het bewapenen van enkele batterjjen op hot kustfront, het bezetten dier batterjjen gedurende een etmaal en het vuren met scherp uit deze batterjjen. Deze oefening wordt tweemaal gehouden. Zoo mogeljjk zullen marine-vaartuigen en personeel en materieel van de verlichtings troepen van het Regiment genie-troepen aan deze oefeningen deelnemen. Voorts worden oefeningen met de aan RECLAME. 2991 gewezen bezetting van tiet fort op de Harssens gehouden in de vuurleiding, de vuurregcling en den for tendons t Do Gcneesk. Dienst zal tactisoh-geoceslc. oefenings-reizen houden. De marsch- en bivakkeeroefeuingen bjj de sohoolcompagnie van den motordienst zullen worden geregeld door don chef van den generalen staf. Voor oefeningen van allerlei aard wordt een bedrag beschikbaar gesteld van f77C0i De Kamerverkiezingen. Naar „De Res.-bode" „uit de meest be voegde bron" verneemt, jjvert hot Verbond „St-Michaël" voor de candidaatstelting van de volgende personen: In kieskring groep I (Limburg en Noord- Brabant): A. Conjjn, te Doetinchem; mevr. BiounsVan Besouw, te 's-Hertogenbosch; Max van Poll, te Helmond; W. Blokker, te Sittard, en Nivard, te 's-Hertogonbosoh. In kieskring groep II (Utreoht, Gelder land, Overjjscl, Drente, Groningen en Frits- land): G. P. Bon, to 's-GravenhageW. Mooyman, te-'s-Gravenhage; mevr. Brons veldVitringa, te Hoorn, en prof. dr. J. A. Veraart, te 's-Gravenhage. In kieskring groep IH (Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeekind): prof. dr. J. A Veraart, te 's-Gravenhage; L. F. Guit, te 's-Gravenhage; mevr. BronsveldVitringa, te Hoorn: G. P. Bon, te 's-Gravenhage, en A. Conjjn, te Doetinchem. De „D. O." meldt het overlijden val dr. L. M. Klinkenberg, leeraar in wiskundl en oosmograpkie aan bet gymnasium te Dellt. Dr. Klinkenberg zou gisteren vjjftig jaar geworden zjjn. „De Res.-bode" meldde gisteravondi Naar wjj vernemen 13 onze (de Haagsche) Gemeenteraad in oen conflict betrokken, dat misschien wel modern, maar taoh niet alle- daagsch is. In het City-theater wordt hedenavond een gala-avond gegeven ten bate van het Rood» Kruis. Hierbij is een groot aantal autori teiten uitgenoodigd, onder wie alle raads leden, op één na. Voor dit ééne raadslid, den heer Willy Mullens, is een uitzondering gemaakt, wjjl de directie van het City- theater niet bereid is hem toe te laten. Op advies van dr. Van der Meuten hebben daarop alle raadsleden zich solidair ver klaard met don heer Mullens en aan da directie van het City-theater laten wetc-n, dat, wanneer deze de beycot tegenover den heer Mullens handhaafde, de geheele raad de uitnoodiging zou afwjjzen. lie direotie van het City-theater bleef echter op haar stand punt staan, maar de raad ook, zoodat van avond do Raadsleden op dezen gala-avond uit een solidair protest niet aanwezig zullen zijn, Mevrouw de weduwe mr. J. M. P. Paap, geboren Van der Schalk, overledeo te Utrecht, op 1 Mei 1923, heeft bjj uiterste wilsbeschikking de vereeniging „Het Ned .andsche Roode Kruis" tot haar tanige erfgename benoemd onder altrek van in het testament genoemde legaten en met de bepaling, dat deze nalatenschap slecute Door VALENTINE WILLIAMS. Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT. (Nadruk verboden). 6) „lk koin je nog eans gauw opzoeken, Adams," zei ik. „Ik denk, dat je wol graag Bult willen hooren, wat ik van dat bericht gemaakt hebl" Hij keek mij treurig aan. „Neen, Okewood." zei hij, het hoofd schuddend; „ik denk Diet, dat wij elkaar nog weer zullen ontmoeten 1" Ik dacht het zelfde; want werkelijk, de man zag er uit alsof de dood al achter hem Blond. De onzichtbare zanger was een ander Ided begonnen. „Mira si seria bella. De beginwoorden drongen duidelijk tot mij door, toen ik zachtjes de kamer uit- 6loop. Bij de deur draaide ik mij om voor eon laalslen blik op den strandjutter. De kaars was aan 'het uitgaan cn bij het flik kerende licht zag ik alleen nog de verwron gen, uitgemergelde gelaatstrekken en de tbm'bcre, lijdende oogen. Zijn verdere lichaam was gehuld in duistere schadu wen. Bij -he* zwabke schijnsel zag ik nog hoe de handen op en neer bewogen op de hiaat van hot lied HOOFDSTUK III. Het bericht. Ik vond liet naar om hem le verlaten. Wat hij mij had verteld van het lot van zijn vriend, den man, dien zij Dulchey noemden, deed mij een weinig beangst zijn voor zijn eigen veiligheid. En ik had eigen lijk ook het gevoel, dat hij, ondanks zijn schijnbare kalmte, wel degelijk angst had. Wanneer ik terugdenk aan mijn onderhoud dien nacht, met den strandjutter, in zijn armzalige hut, dan besef ik, dat er iets bij zonder vriendelijks in zijn persoonlijkheid geweest moet zijn. De atmosfeer daarvan soheen mij bij te blijven, want ik verliet hem, zooals gezegd, met tegenzin en ik heb na dien tijd dikwijls aan hem gedacht. De achterdeur leidde regelrecht naar een soort open loods, die, te oordeelen naar de kachel en hel opgestapelde hout, zeker de keuken van Dona Luisa moest zijn. De. loods kwam uit op een vuile binnenplaats, klein cn nauw, waar het afschuwelijk naar kippen rook. Ér was een hooge leemen muur omheen. In dien muur zag ik want het maanlicht verlichtte alles zoo 'helder alsof het klaarlichte dag was een houten deur. Toen ik er voor st-ond, bleek die afgesloten. Een oogenblik dacht ik c-r aan naar den voorkant terug te gaan en naar huis terug te keere-n langs den weg. waar langs ik ge komen was. Maar ik twijfelde of ik in staat zou zijn de ingewikkelde route, waarlangs Dona Luisa mij geleid had, in omgekeerde richtinng terug te vinden, en ik had geen lust bij nacht verdwaald te raken in dat negerkwartier. Dus beklom ik zonder meer over den leemen muur, liet mij aan den an- dereu kant neervallen en bevond mij toen in de plantage, waarvan de strandjut-ter ge sproken had. Hier was ik alleen mei de geluiden van den tropennacht. Van eenig menschelijk wezen geen geluid of spoor. Maar ik had Adams aanwijzingen goed in mijn hoofd geplant; en door die letterlijk op te volgen kwam ik ten slotte zonder ongevallen, maar wel heel warm en plakkerig, bij John Bards huisje aan. De veranda was leeg, en het was heel stil in huis. Ik keek op mijn horloge. Het was halftwaalf. Bard was naar de club ge gaan voor zijn gewone bridge-avondje maar ik had mij er afgemaakt, omdat ik van plan was geweest brieven te sohrijven. Ik wist, dat het nog minstens een uur du ren kon eer Bard terugkwamwant hij was altijd een nachtvogel. Dus ging ik recht streeks naar mijn eigen kamer, nam een douche, trok mijn pyama aan en ging toen naar de huiskamer. Het was een heerlijk, luchtig vertrek, aan eene zijde geheel van glas, uilkomend op de veranda; de overige wanden zacht groen geschilderd. Op den vloer lagen in- landsche matten en er stonden overal ge makkelijke stoelen. Ik ging naar de schrijftafel in den hoek, draaide de schemerlamp aan en stak een sigaar op. Toen haalde ik uit mijn zak het pakje voor den dag, dat de strandjutter mij gegeven had. Buitenom zat een stuk vuil flanel, dal er uit zag alsof het van een oud hemd afge scheurd was. Met mijn zakmes sneed ik het open (het was met enkele steken met een groven draad aan elkaar gehecht) en trok er een stukje geolied papier uit, dal eenige malen dubbel gevouwen was. Toen ik hel uitgespreid had, was het ongeveer 22 cM. lang en 15 cM. breed. Enkele regels waren er haastig met inktpotlood op gekrabbeld. Het handschrift was onduidelijk en onre gelmatig, op sommige plaatsen haast on leesbaar en bijna geheel uitgewischt. Maar Ik kon genoeg onderscheiden om te zien, dat de hand en het geschrevene Duilsch waren. Ik voelde mijn polsen sneller kloppen. Het jachtinstinct begon in mijn bloed le vendig te worden. Drie maanden lang -had ik heerlijk rondgelummeld; want toen ik mij naar den zonneschijn van de Nieuwe Wereld wendde, had ik vastberaden den rug toegekeerd aan de gevaren en teleur stellingen, de spanning en de moeilijkheden van den Geheimen DienstI Dit bijna niet te ontcijferen krabbeltje, waar hier en daar een Duitsch woord uit leesbaar was (ik kon lezen „Kiel" en „siehst Du") en bovenal het inktpotlood-schrift, in welks bleek- paarsa kleur dappere jonge mannen de waTe geschiedenis van den oorlog schreven, bracht mij met heldere levendigheid ge denkwaardige oogenblikken vari dio half vergeten dagen aan het front te binnen. Ik snuffelde in een lade van het bureau naar Bard3 vergrootglas, schoof mijn sloel aan en zette mij schrap, zooals ik vroe ger zoo vaak had gc-daan om datgene te gaan ontcijferen, wat onder alle omstandig heden gewoonlijk het mpost onleesbaar schrift ter wereld 19. Werkelijk, geen 3chrift is moeilijker te lezen dan liet Duilsche. In zijn correspon dentie met den vreemdeling gebruikt broe der Mof wel is waar niet zelden Lalijnsche letter*. Maar voor medcdeelingen aan elkaar blijven de Duilschers nog steeds hua eigen afschuwelijke hiëroglyphen bezigen. Ik heb dikwijls verbaasd gr«9laan, hoe de meest onontwikkelde Duitscher met het grootste gemak een dichtbeschreven vol Duitsch gekrabbel kon lezen, dat er uilza* alsof een spin, na een inktbad genomen t# hebben, op en neer had gewandeld ovet het papier. Dit speciale stukje llunmnschrifl was jf reinste Ghincesche puzzle. Op dc plekken, waar het juist leesbaar begon te worden, was het inktpotlood uitgevloeid (onder den invloed van vocht, veronderstel ik) en waai het schrift niet één massa van smeuren was, was het zóó onleesbaar, dat men ei wanhopig onder werd. Nu, ik kwam er toch behoorlijk' mee klaar. Mijn kennis van Duitsch (dal ik bijna evengoed machtig ben als Engelsch) kwam mij ten zeerste te pas. Ten slotte slaagde ik er in, met behulp van Bards ver* grootglas, een afleiding hier, en een ver onderstelling daar, om na een uur hard werken, iets voor den dag te brengen, dat, voor zoover ik kon nagaan, de juiste leziog van het origineel moest zijn. Mijn grootste triomf was, geloof ik, het vaststellen var het feit, dat een rijtje onbegrijpelijk geheim zinnige krabbelteekens onderaan in werke lijkheid vier maten muziek voorstelden. Maar toen ik het allemaal opgeschreven had (op een vel van John Bards kostbaar postpapier), zat ik met de handen in het haar en niettegenstaande mijn oogen pijn deden, tuurde ik weer op het origineel» Want ik kon er hoegenaamd geen bel ee kenis uit opmaken, (Wordt vmrnljd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5