io. 19912
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 7 Februari
Tweede Blad. Anno 1925.
BINNENLAND.
TIJD, WERK, VERWARMING
FEUILLETON.
De Terugkeer van Klompvoet.
t
De Stemplicht
Door den Minister van Binnenlandsche
laken is een wetsontwerp ingediend tot
,wijziging van de Kieswet, van de Provin-
eiale wet en van de Gemeentewet.
Het wetsontwerp strekt om de bepalin
gen betrellende de strafrechterlijke sanctie
op de naleving van den stemplicht uit de
Kieswet te doen vervallen; om een wijzi
ging aan te brengen in artikel 100 van die
wet en om te vereenvoudigen de voorschrif
ten in de Kieswet, de Provinciale wet en de
Gemeentewet, aangaande de werkzaamhe
den onderscheidenlijk van het centraal
stembureau voor de verkiezing van de leden
der Staten-Generaal en aan de hoofdstem-
bureaus aangewezen in art. 34 der Kieswet.
In zijn memorie van toelichting merkt de
Minister o.a. op, dat het onderzoek in hoe
verre de eerbied voor de wet wordt onder
mijnd, doordat in vele gevallen van niet-
naleving van den stemplicht, vervolging
achterwege blijft, welk onderzoek de Minis
ter toezegde in de \ergadering van de Eer
ste Kanier van 11 April 1923. heeft plaats
gehad.
Opgaven zijn verzameld van het aantal
kiezers, omtrent wie na de stemming in
1922 voor de verkiezing van de leden van
de Tweede Kamer der Staten-Generaal, en
na de stemming voor de verkiezing van de
leden van de Provinciale Staten in 1923,
bij den burgemeester de mededeeling is ont
vangen, bedoeld bij art. 91 der Kieswet met
inlichting omtrent de uitvoering van art.
149 door den burgemeester gegeven.
De ontvangen opgaven zijn bij de memo
rie gevoegd met rapporten van de procu
reurs-generaal bij de gerechtshoven betref
fende de uitvoering gegeven aan art, 150
Ider Kieswet.
Deze bescheiden loo.nen de bezwaren aan
pp welke zoowel de uitvoering van art. 149
als die van art. 150 der Kieswet alstuit. Zij
hebben hun grond in het groot aantal der
kiezers, dat de taak opgelegd bij arl. 72
tweede lid, der Kieswet, niet vervult. Ter
illustratie moge hier dienen, zegt de minis
ter, dat dit aantal te Amsterdam bedroeg bij
de Kamerverkiezingen in 1922; 57,810 en
bij de verkiezingen voor de Provinciale Sta
ten in 1923: 76,677.
Een aantal overtredingen van dezen om-
jrang maakt len uitvoerlegging van art. 140,
zoowel als van art. 150 der Kieswet onmo
gelijk.
De omstandigheid, dat die uitvoering bij
pen gering aantal delinquenten in kleine ge
meenten wel mogelijk is, vergroot nog het
bezwaar, gelegen in het buiten toepassing
laten van de genoemde artikelen in de groo-
te gemeenten.
Ter wille van den eerbied voor wettelijke
(voorschriften, zullen dan ook de bepalin
gen betreffende de strafrechtelijke sanctie
op de naleving van den stemplicht uit de
Kieswet, behooren te vervallen.
Intusschen behoeft, zegt de Minister, de
Schrapping van deze voorschriften nog niet
ite ledden tot het vervallen van de bepaling,
die den kiezer verplicht zich naar het stem
bureau te begeven.
Nu deze verplichting eenmaal haar plaals
In de wetgeving gevonden heeft, zou, naar
's minister's meening, afschaffing van dat
(voorschrift den onjuislen indruk kunnen
wekken, dat de uitoefening van het kies
recht een zaak Ware, die den wetgever on-
rverschillig is. Het geldt hier een zedelijke
plicht, dien de overheid erkent en dien zij
tlijve voorhouden aan hen, wien het kies
recht is verleend. Waar elke sanctie van
RECLAME.
worden gespaard door te verven zonder
koken met KOUD WATER VERF, merk
„Vossekop in Sier". Waschgoed, schorten,
blouses, kousen, handschoenen enz. van
zijde, hatfzijde, wol, katoen en linnen wor
den gemakkelijk in enkele minuten prachtig
geverfd. 3286
KOUDWATERVERF merk „Vossekop in
Bter" spaart den verver.
Verkrijgbaar bij de bekende drogisten.
dien plicht thans achterwege wordt gelaten,
kan ook niet langer sprake zijn van ecnige
inbreuk op de gevoelens van hen, die het
bestaan van dien plicht geheel of ten deele
meenen te moeten ontkennen.
Het tweede lid van art. 76 en art. 91 der
Kieswet, als verband houdende met de arti
kelen 149 en 150, hebben alsdan hunne re
den van bestaan verloren.
De denkbeelden, in de voormelde rappor
ten ontwikkeld aangaande wijziging van de
procedure, vervat in de artt. 149 en 150
zullen naar het oordeel van (len Minister de
moeilijkheden wel verplaatsen, doch niet
opheffen. Een proef met strafbepalingen op
den voet van deze denkbeelden acht hij
mitsdien niet aan te bevelen.
Volgens het thans geldende art. 100 der
Kieswet zullen voor de toekenning van een
overschatzete! niet in aanmerking komen
de lijsten, welke stemcijfer niet meer be
draagt dan 75 pcL van den kiesdeeler.
Mitsdien zal aan een lijst met een slem-
cijfer beneden 100 pet. van den kiesdeeler
slechts dan een oversohotzetet ten deel val
len, wanneer met die toewijzing, het aantal
stemmen voor den loegekenden zelel niet
lager is dan 75 pet. van den kiesdeeler.
Hierin schuilt eeD anomalie ten aanzien
van de lijsten met een stemcijfer van 100
pet. lot beneden 150 pet. van den kiesdee
ler. Voor dezen toch zal", indien haar een
overschotzetel toevalt, het aantal stemmen
per loegekenden zetel minder zijn dan 75
pet. van den kiesdeeler.
Deze anomalie wordt opgeheven, wan
neer overeenkomstig het denkbeeld bij de
behandeling van het wetsontwerp dat geleid
heeft tot de wel van 23 Juni 1923 (St.b!d.
no. 295) houdende wijziging o.m. van de
kieswet, geopperd, de tweede volzin van
het tweede lid vaD art. 100 wordt gelezen
als thans voorgesteld, nl.:
„Voor het toekennen van de overblijven
de plaatsen komen, behoudens in het geval,
in den volgenden zin bedoeld, niet in aan
merking lijsten, die na toekenning eener
plaats een gemiddeld aantal stemmen van
minder dan 75 pcL van den kiesdeeler per
toegekende plaals zouden aanwijzen."
Overigens beoogt het wetsontwerp een
vereenvoudiging met betrekking tot de
werkzaamheden van het centraal stembu
reau bij de vervulling van vacatures in de
Tweede Kamer, de Provinciale Staten en de
Gemeenteraden. De geldende wet schrijft
voor, dat het centraal-stembureau c.q. het
hoofdstembureau of het stembureau als zoo
danig fungeerende, bijeenkomt voor de aan
wijzing van den opvolger.
In deze gevallen kan zonder bezwaar het
constateeran van de benoeming en het tref
fen van de verder vereischte voorziening
worden opgedragen aan den voorzitter van
het bureau.
De voorgestelde wijziging van de artike
len 108, 130, 136, 137 en 141 van de kies
wet en aan de overeenkomstige artikelen
van de Provinciale Wet en van de Gemeen
tewet, slTekt om deze vereenvoudiging te
verwezenlijken.
De regeling in de Kieswet voor de ver
vulling van vacatures in de Eerste Kamer
leent zich naar 's Ministers meening niet
voor een vereenvoudiging in voormel
den zin.
Ziekte- en Ongevallenwet 1925.
Thans is bij de Tweede Kamer ingekomen
het ontwerp van een Ziekte- en Ongevallen
wet 1925. Het berust, evenals de bestaande
Zieklewet ,op den grondslag der verplichte
verzekering en volgt, geresumeerd, de vol
gende hoofdlijnen:
Het wetsontwerp brengt onder de ver
plichte ziekte- en ongevallenverzekering al
len, die in loondienst arbeid verrichten. Een
loongrens, waarboven de verzekering is uit
gesloten, is naar het voorbeeld der beslaande
Ongevallenwet niet gesteld. Alleen wordt het
dagloon, waarnaar bij ziekte en bij ongeval
geldelijke schadeloosstelling wordt toege
kend, gebonden aan een maximum van
acht gulden. Op deze algemeene verzekering
maakt het ontwerp slechts uitzondering voor
de bemanning van zeeschepen.
De verzekering der arbeiders is los ge
maakt van den aard van hun arbeid. Even
min onderscheidt het wetsontwerp naar den
werkgever, in wiens dienst wordt gearbeid.
Intusschen voorziet het ontwerp de moge
lijkheid om personen, in dienst van werk
gevers, als de vorengenoemde, van de ver
plichte ziekteverzekering te doen uitsluiten,
indien de werkgever bij verordening ot re
glement op voldoende wijze voorzieningen
heelt getroffen voor het geval van ziekte der
bij hem in dienst zijnde arbeiders.
De arbeiders zullen voorts ingevolge het
ontwerp verzekerd zijn tegen geldelijke ge
volgen van ziekte en ongevat door het en
kele feit van hun loondienst. Aanmelding
voor de verzekering is niet noodig.
De verzekering zal, als het door den wet
gever gedachte normale geval, worden uit
gevoerd door bedrijtsvereenigingen.
Als aanvullende organen treden op de
Rijksverzekeringsbank en de Raden van
Arbeid.
De kosten der verzekering worden gedra
gen door de werkgevers,
De bepalingen betreffende de uitkeeringen
en schadeloosstellingen, krachtens elk der
beide verzekeringen te genieten, zijn zoo
goed als ongewijzigd uit de Ziektewei en de
Ongevallenwetten overgenomen, terwijl ook
overigens zooveel mogelijk aansluiting is ge
zocht bij den inhoud dier wetten.
Regeling der ziekenverzorging.
In de memorie van antwoord op het voor-
loopig verslag van de Tweede Kamer no
pens het wetsontwerp tot regeling der zie
kenverzorging deelt de Minister van Arbeid,
Handel en Nijverheid mee, dal het wets
ontwerp niet in zijn oorspronkelijken opzet
is kunnen worden gehandhaafd en dat alle
voorschriften, welke op den Staat ten be
hoeve van de ziekenverzorging geldelijke
lasten legden, uit het wetsontwerp moesten
worden gelicht, wat tot een ingrijpende wij
ziging van het wetsontwerp in zijn geheel
heeft geleid. Het is thans omgewerkt tot een
regeling van de eischen. waaraan, naar de
meening van 'den Minister, een goed inge
richt ziekenfonds, bestemd te voorzien in
de geneeskundige verzorging van arbeiders
en met dezen maatschappelijk gelijksfaan-
den, behoort te voldoen.
De herhalingsoefeningen.
Ia de dezer dagen te verschjjneu leger
orders is opgenomen een ministerieele be
schikking, houdende bepalingen betreffende
in dit jaar te houden oefeningen. Aan deze
bepalingen is het volgende ontleend:
Het verfofspersonee! geniet gedurenden
den tijd, dat het aan de oefeningen deel
neemt, verblijfsvergoeding naar de bestaan
de bepalingen, behoudens het bepaalde in
punt e van de verbijjfsvergoedings-staat,
bjjlage 2 van Hoofdstuk 3 der R.D.L. 1921.
Aan de schietoefeningen in de legerplaats
bij Harskamp wordt ran de aangewezen
regimenten infanterie en»het regiment wiel
rijders deelgenomen door de eerste ploeg der
lichting 1925 met kadar. Van het tweede
regiment en êet vienie Tialve regiment
huzaren nemen de vrijwilligers on dienst
plichtigen der lichting 1924 met kader aan
de oefeningen deel. Er worden geen paar
den meegevoerd.
De corpsen der infanterie, welke niet
deelnemen aan de oefeningen bij Harskamp,
zullen tusschen 15 Juli en 15 Augustus
schietoefeningen houden op de schiet-ter-
reinen van de garnizoenen waar zjj zijn
gelegen, benevens het twaalfde regiment
te Assen en het 13e regiment te Arnhem.
Het 15e reg. inf. zal gedurende de vervolg-
oefeningen worden gelegerd te Waalsdorp.
De iofanterie-brigade wordt gedurende de
laatste twee weken van de vervolgoefenin-
gen geconcentreerd bij voorkeur in de
vredes-standplaatsen der brigade-comman
danten. Verder worden oefeningen bij de
le, 2e, 3e en 4e divisie met de bij die
divisiee onder de wapenan kamende lierfia-
ÜDgslichtingen gehouden, aan welke oefe
ningen, voor zoover noodig of gewensoht,
zal worden deelgenomen door andere en
ook door met tot het veldleger behoorende
onderdeelen.
De oefeningen der wielrijders zullen be
staan uit mesrdaagscho oefeningen buiten
het garnizoen, to regelen door den com
mandant van het veldleger.
Wat betreft de lichte brigade worden oefe
ningen mot de bjj de onderdeelen onder
de wapenen komende herhalingslichtingen
gehouden, waaraan, voor zoover noodig of
gewensoht, zal worden deelgenomen door
niet tot het veldleger behoorende onder
deelen.
De artillerie zat schietoefeningen houden
in de legerplaats bij Oldenbroek, waar tevens
onder leiding van den commandant van tiet
oefeningsregiment sehietcursussen zullen
worden gehouden voor het personeel der
artillerie.
Het regiment kustartillerie houdt schiet
oefeningen in of nabij de verschillende gar
nizoenen. Het corps iuchtvaartartilierie houdt
sohiet-oefeningen te Den Helder en bjj fort
Ronduit, en houdt schietoefeningen met de
luchtvaar tafdeeling.
Het corps pontonniers en torpedisteu zal
op verschillende wateren oefeningen houden.
Bjj het regiment genie-troepen zuilen in
de legerplaats bjj Zeist oefeningen op meer
uitgebreide schaal worden gehouden voor:
a. De dienstplichtigen ran de lichting
1925 eerste ploeg, alsmede voor vrijwillig
dienende korporaals en soldaten van het
eerste bataljon van 22 Juni tot en met 31
Juli.
b. de dienstplichtigen der lichting 192
2e ploeg van het eerste bataljon van 4
Aug. tot en met 19 Sept.
c. de dienstplichtigen in opleiding tot
dienstplichtig sergeant van liet eerste ba
taljon van 10 tot en met 29 Aug.
d. de helft van de voor herhalings
oefeningen onder de wapenen komende
dienstplichtigen der lichting van het peleton
spoorwegtroepen van 10 tot en met 26 Aug.
e. de helft ran de voor herhalingsoefe
ningen onder de wapenen komende dienst
plichtigen der lichting 1922 ran de pioniers
compagnieën, benevens alle dienstplichtigen
dier liohting zan het peleton spoorwegtroe
pen van 1 tot en met 19 Sept.
f. een gedeelte van de voor herhalings
oefeningen onder de wapenen komende
dienstplichtigen der lichting 1919 en 1922
van 't 2e bataljon van 20 Aug. tct en
met 5 Sept., en van 14 tot en met 30
Sept., aan welke oefeningen van 24 Aug.
tot en met 5 Sept. en van 18 tot on met
30 September wordt deelgenomen door het
detachement van de trein-afdeeüng der
vierde artillerie-brigade.
In een door den regimentscommandant
nader te bepalen streek zal op oen door
hem nader te bepalen datum door de op
oorlogssterkte gebrachte compagnieën vela-
pioniers een marsch- en pioniers-oefening
worden gehouden voor de dienstplichtigen
dor lichting 1925 2e ploeg van het eerste
bataljon. In de omgeving van Soesterberg
en de legerplaats bij Zeist zaf in een nader
te bepalen tjjdvak oen oefening op meer
uitgebreide schaal in den verbindingsdienst
worden gehouden voor de dienstplichüngen
der lichting 1925, le ploeg, alsmede voor
de vrjjw. dienende korporaals en soldaten
van het lie bataljon, aan welke oefeningen
van 10 tot en met 15 Ang. mede wordt
deelgenomen door een detachement van de
treinafdeeling der IVe artilteriebrigade.
In nader te bepalen groepen van de
vesting Holland zal, op een nader vast te
stellen tjjdvak, een oefening op meer uit
gebreide schaal in den verbindingsdienst
worden gehouden voor een gedeelte van
de voor herhalingsoefeningen onder de wa
penen komende dienstplichtigen 1919 en
1922, alsmede voor de vrjjw. dienende kor
poraals en soldaten van het lie bataljon.
In samenwerking met andere wapens en
met de Kon. Marine, zullen, in nader door
den regimentscommandant, in overleg met
de daarbij betrokken autoriteiten, vast te
stellen terreinen en te bepalen tjjdvakken,
oefeningen in den verbindingsdienst, in den
bewegings- en in den stellingsoorlog, wor
den gehouden voor de dienstplichtigen der
lichtingen 1924, 2e ploeg en 1925, le ploeg,
de voor herhalingsoefeningen onder de wa
penen komende dienstpliohtingen der lich
tingen 1919 en 1922, alsmede voor de vrjj'.v.
dienende korporaals en soldaten, van het
Ule bataljon.
Wat betreft de oefeningen in de stelling
van Den Helder, zal het personeel van de
schooIcomjMgnie ran het li. A. K. beoef.nen
het bewapenen van enkele batterjjen op
hot kustfront, het bezetten dier batterjjen
gedurende een etmaal en het vuren met
scherp uit deze batterjjen. Deze oefening
wordt tweemaal gehouden.
Zoo mogeljjk zullen marine-vaartuigen en
personeel en materieel van de verlichtings
troepen van het Regiment genie-troepen aan
deze oefeningen deelnemen.
Voorts worden oefeningen met de aan
RECLAME.
2991
gewezen bezetting van tiet fort op de
Harssens gehouden in de vuurleiding, de
vuurregcling en den for tendons t
Do Gcneesk. Dienst zal tactisoh-geoceslc.
oefenings-reizen houden.
De marsch- en bivakkeeroefeuingen bjj de
sohoolcompagnie van den motordienst zullen
worden geregeld door don chef van den
generalen staf.
Voor oefeningen van allerlei aard wordt
een bedrag beschikbaar gesteld van f77C0i
De Kamerverkiezingen.
Naar „De Res.-bode" „uit de meest be
voegde bron" verneemt, jjvert hot Verbond
„St-Michaël" voor de candidaatstelting van
de volgende personen:
In kieskring groep I (Limburg en Noord-
Brabant): A. Conjjn, te Doetinchem; mevr.
BiounsVan Besouw, te 's-Hertogenbosch;
Max van Poll, te Helmond; W. Blokker, te
Sittard, en Nivard, te 's-Hertogonbosoh.
In kieskring groep II (Utreoht, Gelder
land, Overjjscl, Drente, Groningen en Frits-
land): G. P. Bon, to 's-GravenhageW.
Mooyman, te-'s-Gravenhage; mevr. Brons
veldVitringa, te Hoorn, en prof. dr. J. A.
Veraart, te 's-Gravenhage.
In kieskring groep IH (Noord-Holland,
Zuid-Holland en Zeekind): prof. dr. J. A
Veraart, te 's-Gravenhage; L. F. Guit, te
's-Gravenhage; mevr. BronsveldVitringa,
te Hoorn: G. P. Bon, te 's-Gravenhage, en A.
Conjjn, te Doetinchem.
De „D. O." meldt het overlijden val
dr. L. M. Klinkenberg, leeraar in wiskundl
en oosmograpkie aan bet gymnasium te Dellt.
Dr. Klinkenberg zou gisteren vjjftig jaar
geworden zjjn.
„De Res.-bode" meldde gisteravondi
Naar wjj vernemen 13 onze (de Haagsche)
Gemeenteraad in oen conflict betrokken, dat
misschien wel modern, maar taoh niet alle-
daagsch is.
In het City-theater wordt hedenavond een
gala-avond gegeven ten bate van het Rood»
Kruis. Hierbij is een groot aantal autori
teiten uitgenoodigd, onder wie alle raads
leden, op één na. Voor dit ééne raadslid,
den heer Willy Mullens, is een uitzondering
gemaakt, wjjl de directie van het City-
theater niet bereid is hem toe te laten.
Op advies van dr. Van der Meuten hebben
daarop alle raadsleden zich solidair ver
klaard met don heer Mullens en aan da
directie van het City-theater laten wetc-n,
dat, wanneer deze de beycot tegenover den
heer Mullens handhaafde, de geheele raad de
uitnoodiging zou afwjjzen. lie direotie van
het City-theater bleef echter op haar stand
punt staan, maar de raad ook, zoodat van
avond do Raadsleden op dezen gala-avond uit
een solidair protest niet aanwezig zullen zijn,
Mevrouw de weduwe mr. J. M. P.
Paap, geboren Van der Schalk, overledeo
te Utrecht, op 1 Mei 1923, heeft bjj
uiterste wilsbeschikking de vereeniging „Het
Ned .andsche Roode Kruis" tot haar tanige
erfgename benoemd onder altrek van in
het testament genoemde legaten en met
de bepaling, dat deze nalatenschap slecute
Door VALENTINE WILLIAMS.
Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT.
(Nadruk verboden).
6)
„lk koin je nog eans gauw opzoeken,
Adams," zei ik. „Ik denk, dat je wol graag
Bult willen hooren, wat ik van dat bericht
gemaakt hebl"
Hij keek mij treurig aan.
„Neen, Okewood." zei hij, het hoofd
schuddend; „ik denk Diet, dat wij elkaar
nog weer zullen ontmoeten 1"
Ik dacht het zelfde; want werkelijk, de
man zag er uit alsof de dood al achter hem
Blond.
De onzichtbare zanger was een ander
Ided begonnen.
„Mira si seria bella.
De beginwoorden drongen duidelijk tot
mij door, toen ik zachtjes de kamer uit-
6loop. Bij de deur draaide ik mij om voor
eon laalslen blik op den strandjutter. De
kaars was aan 'het uitgaan cn bij het flik
kerende licht zag ik alleen nog de verwron
gen, uitgemergelde gelaatstrekken en de
tbm'bcre, lijdende oogen. Zijn verdere
lichaam was gehuld in duistere schadu
wen. Bij -he* zwabke schijnsel zag ik nog
hoe de handen op en neer bewogen op de
hiaat van hot lied
HOOFDSTUK III.
Het bericht.
Ik vond liet naar om hem le verlaten.
Wat hij mij had verteld van het lot van
zijn vriend, den man, dien zij Dulchey
noemden, deed mij een weinig beangst zijn
voor zijn eigen veiligheid. En ik had eigen
lijk ook het gevoel, dat hij, ondanks zijn
schijnbare kalmte, wel degelijk angst had.
Wanneer ik terugdenk aan mijn onderhoud
dien nacht, met den strandjutter, in zijn
armzalige hut, dan besef ik, dat er iets bij
zonder vriendelijks in zijn persoonlijkheid
geweest moet zijn. De atmosfeer daarvan
soheen mij bij te blijven, want ik verliet
hem, zooals gezegd, met tegenzin en ik heb
na dien tijd dikwijls aan hem gedacht.
De achterdeur leidde regelrecht naar een
soort open loods, die, te oordeelen naar de
kachel en hel opgestapelde hout, zeker de
keuken van Dona Luisa moest zijn. De.
loods kwam uit op een vuile binnenplaats,
klein cn nauw, waar het afschuwelijk naar
kippen rook. Ér was een hooge leemen
muur omheen. In dien muur zag ik
want het maanlicht verlichtte alles zoo
'helder alsof het klaarlichte dag was
een houten deur. Toen ik er voor st-ond,
bleek die afgesloten.
Een oogenblik dacht ik c-r aan naar den
voorkant terug te gaan en naar huis terug
te keere-n langs den weg. waar langs ik ge
komen was. Maar ik twijfelde of ik in staat
zou zijn de ingewikkelde route, waarlangs
Dona Luisa mij geleid had, in omgekeerde
richtinng terug te vinden, en ik had geen
lust bij nacht verdwaald te raken in dat
negerkwartier. Dus beklom ik zonder meer
over den leemen muur, liet mij aan den an-
dereu kant neervallen en bevond mij toen
in de plantage, waarvan de strandjut-ter ge
sproken had.
Hier was ik alleen mei de geluiden van
den tropennacht. Van eenig menschelijk
wezen geen geluid of spoor. Maar ik had
Adams aanwijzingen goed in mijn hoofd
geplant; en door die letterlijk op te volgen
kwam ik ten slotte zonder ongevallen, maar
wel heel warm en plakkerig, bij John Bards
huisje aan.
De veranda was leeg, en het was heel
stil in huis. Ik keek op mijn horloge. Het
was halftwaalf. Bard was naar de club ge
gaan voor zijn gewone bridge-avondje
maar ik had mij er afgemaakt, omdat ik
van plan was geweest brieven te sohrijven.
Ik wist, dat het nog minstens een uur du
ren kon eer Bard terugkwamwant hij was
altijd een nachtvogel. Dus ging ik recht
streeks naar mijn eigen kamer, nam een
douche, trok mijn pyama aan en ging toen
naar de huiskamer.
Het was een heerlijk, luchtig vertrek,
aan eene zijde geheel van glas, uilkomend
op de veranda; de overige wanden zacht
groen geschilderd. Op den vloer lagen in-
landsche matten en er stonden overal ge
makkelijke stoelen.
Ik ging naar de schrijftafel in den hoek,
draaide de schemerlamp aan en stak een
sigaar op. Toen haalde ik uit mijn zak het
pakje voor den dag, dat de strandjutter mij
gegeven had.
Buitenom zat een stuk vuil flanel, dal er
uit zag alsof het van een oud hemd afge
scheurd was. Met mijn zakmes sneed ik het
open (het was met enkele steken met een
groven draad aan elkaar gehecht) en trok
er een stukje geolied papier uit, dal eenige
malen dubbel gevouwen was. Toen ik hel
uitgespreid had, was het ongeveer 22 cM.
lang en 15 cM. breed. Enkele regels waren
er haastig met inktpotlood op gekrabbeld.
Het handschrift was onduidelijk en onre
gelmatig, op sommige plaatsen haast on
leesbaar en bijna geheel uitgewischt. Maar
Ik kon genoeg onderscheiden om te zien,
dat de hand en het geschrevene Duilsch
waren.
Ik voelde mijn polsen sneller kloppen.
Het jachtinstinct begon in mijn bloed le
vendig te worden. Drie maanden lang -had
ik heerlijk rondgelummeld; want toen ik
mij naar den zonneschijn van de Nieuwe
Wereld wendde, had ik vastberaden den
rug toegekeerd aan de gevaren en teleur
stellingen, de spanning en de moeilijkheden
van den Geheimen DienstI Dit bijna niet te
ontcijferen krabbeltje, waar hier en daar
een Duitsch woord uit leesbaar was (ik kon
lezen „Kiel" en „siehst Du") en bovenal
het inktpotlood-schrift, in welks bleek-
paarsa kleur dappere jonge mannen de
waTe geschiedenis van den oorlog schreven,
bracht mij met heldere levendigheid ge
denkwaardige oogenblikken vari dio half
vergeten dagen aan het front te binnen.
Ik snuffelde in een lade van het bureau
naar Bard3 vergrootglas, schoof mijn sloel
aan en zette mij schrap, zooals ik vroe
ger zoo vaak had gc-daan om datgene te
gaan ontcijferen, wat onder alle omstandig
heden gewoonlijk het mpost onleesbaar
schrift ter wereld 19.
Werkelijk, geen 3chrift is moeilijker te
lezen dan liet Duilsche. In zijn correspon
dentie met den vreemdeling gebruikt broe
der Mof wel is waar niet zelden Lalijnsche
letter*. Maar voor medcdeelingen aan
elkaar blijven de Duilschers nog steeds hua
eigen afschuwelijke hiëroglyphen bezigen.
Ik heb dikwijls verbaasd gr«9laan, hoe de
meest onontwikkelde Duitscher met het
grootste gemak een dichtbeschreven vol
Duitsch gekrabbel kon lezen, dat er uilza*
alsof een spin, na een inktbad genomen t#
hebben, op en neer had gewandeld ovet
het papier.
Dit speciale stukje llunmnschrifl was jf
reinste Ghincesche puzzle. Op dc plekken,
waar het juist leesbaar begon te worden,
was het inktpotlood uitgevloeid (onder den
invloed van vocht, veronderstel ik) en waai
het schrift niet één massa van smeuren
was, was het zóó onleesbaar, dat men ei
wanhopig onder werd.
Nu, ik kwam er toch behoorlijk' mee
klaar. Mijn kennis van Duitsch (dal ik
bijna evengoed machtig ben als Engelsch)
kwam mij ten zeerste te pas. Ten slotte
slaagde ik er in, met behulp van Bards ver*
grootglas, een afleiding hier, en een ver
onderstelling daar, om na een uur hard
werken, iets voor den dag te brengen, dat,
voor zoover ik kon nagaan, de juiste leziog
van het origineel moest zijn. Mijn grootste
triomf was, geloof ik, het vaststellen var
het feit, dat een rijtje onbegrijpelijk geheim
zinnige krabbelteekens onderaan in werke
lijkheid vier maten muziek voorstelden.
Maar toen ik het allemaal opgeschreven
had (op een vel van John Bards kostbaar
postpapier), zat ik met de handen in het
haar en niettegenstaande mijn oogen pijn
deden, tuurde ik weer op het origineel»
Want ik kon er hoegenaamd geen bel ee
kenis uit opmaken,
(Wordt vmrnljd).