Lunchroom „SELECTA" MUZIEK Humor uii hei iuiienSand. Brieven uit Egypte. Zateidai' ta Zaïdagamd „Strijkia" UIT DE PERS. VOOR BE HUISVROUW. F Wil je een nieuwe pop, lieveling. Hou Je dao ulei meer van Christlon? O Ja, ik ben dol op haar, maar ik begin haar 100 U vervelen. (runah) Opgewonden kneep: De brandspuitloode steal Id branol Dorp8br»ndmeeiter: Werkelijk* Wet een bol, dat d, nieuwe brandspuit e> niet la. (Pisalug Show) B|J: Ik bed 100 gedacht dat ]e. op m'n eerjaardag me wel 't pleite? bad willen doen. een cltroenpndding te geven. ZIJ: Het ept)t me erg. lieve; meer )e verjaardag la no eenmaal de dag van de schoonmaakster en die hondt veel re*er van Mtrerlroekjeevla. (HnmorielJ Bet Jongmenacb; Ik heb gisteren een tientje aan een wasriegster betaald. Ze bescbreel Je precies en vertelde, dat we binnen bet Jtar getrouwd touden zijn. Het meisje: Wat ben Je toch verkwistend. Dat bad Ik Je wel voor niets kannen vertellen, (Humoriet) Gevangenisdirecteur (tot ontslagen boer) 'l Spijt me. IK lie, dat we Je een week te lang hier gehouden hebben. Boef: O. dat is in orde; trekt n het den volgende keer ®14r (London MallJ zoo men werkelijk sohiltc-rende robes ziel dragen door vrouwen, wie zoo'n robe kleedt als een bandschoenVoor wie kleeren 2ijn, wat de kleur is voor een bloem, of de veeren voor een vogell'En als ge dian dit alles goed bezien liebt, als ge een simpele geste en een mooie arm te waardeeren weet of de. lijn van schouders verglijend in een trofiée van brocaateen mooie avond schoen, omsluitend een fijne voet, in een ragfijn zijden kousgaat dan ook eens naar een Bal d'Or in de Rullil, of naar een dier feestavonden, waar een „Kunstavond" gegeven wordt, die titels dragen als „De Oasis", of „Les Peintres du XVIII-ième siècle" waarbij de gasten hunne costumes, ol de persoon, welke ze voor willen stellen, ontleenen moeten aan de genoemde ontwer pen Stelt ge u het voor?Frago- nard, Boucher, Watteau...ziedaar een rijkdom van keuze, die geen mooie vrouw ongebruikt voorbij behoeft le gaan en waar bij menlgen man een voordeeliger positie zat kunnen innemen dan in z'n rok, al zit deze hem nog zoo goed!En dan „De Oasis".De schitterende zalen van Ruhl zijn geheel in Ooslerschen stijl herscha pen. Eerste artiesten werken aan de de coraties mee, een geheel Airikaansch too- neel word! hier voortgebracht. De ver lichting is achler breede schermen verbor gen. Een zc.derlir.ht dat schitterend over het décor van palmen en cactusbosch- jes straalt, en in dc verte zich te verliezen schijnt in de blauwe oneindigheid vajt de woestijn. En dc vrouwen der Kabylen, der Arabische stammen, danseressen en haremvrouwen, dwalen er rondtus- schen trotsche Arabieren en Rilbewoners. Bont is het tafereel en rijk van schitte ring Zoo zijn de feesten aan de Riviera.... maar ik ben niet zeker, dat ik niet aan allen het Carnaval prefereer.Het Car naval, dat echt en spontaan hier nog ont spruit uit den zin naar vreugd en pret van het volk, dat stoeien kan als kinderen en Zich vermaken met niets liet Carnaval dat de dolle spotzin recht doet wedervaren, en den mensch eens op z'n kop zet, wat zoo hard noodig is voor ia meeslen, die anders stikken zouden in de naar hun keel stij gende overgevoeligheid hunner gewichtig heid. Carnaval, waarbij oen paar dagen in het jaar oen verbroedering plaats heeft, die ons éïoordermcnschen onmogelijk schijnt, maar die toch len slolte ieder pakt, die nog vatbaar is voor waarlijke gulle pret en ongedwongen vroolijblieidmaar waaraan je mee moet doen, je even moet kunnen laten gaan, het niet moet beschou wen van een standpuntje af, als een doel loos locschouwcr, maar waarop je je moet laten deinen als op de golven van een zee. zonder te analyseoren, zonder le critiseeren met den wil, overal het goede in te zien, en geen spelbreker te wezen Reeds klinken in den avond de zangen... reeds dringt uit de hoeken der straten het Carnavalslied, dat als een toovcrformule is, Aicl ongelijk aan die van Hamelen's ratten vanger. Je dan ook vangt in z'n klem- )nend rhylhme, z'n de-been.en-kietelende radenz.... je thans al voorbereidt op de .vreugde in onweerstaanbaar vroolijk voor uitzicht, 'n vroolijkheidssuggeslie, weldadig Voor ieder levend schepsel.... wonderlijk werkend op je opgeruimdheid en levens- Zin. Wie zei daar iels vam Coué?. II. De Delta. Als een waaier verbreedt zich ten Noor- iden van Cairo het Nijldal tot een vrucht bare, rijke kusfcvallei. Nadat de stroom het eerste gedeelte van zijn bedding door- Jocpen heeft, ingeëngd tusschen de eeu- aamo hoogvlaJcten der Arabische en Liby- idbe woestijnen, splitst hij rich even be noorden de hoofdstad in een reeks armen, die elk een eigen weg volgen tot aan de zee en gedurende de zomermaanden, wan neer het water zijn grootste hoogte bereikt, bet omgevende land overstroomt, om er een dikke laag rivierklei achter te laten, die de Delta tot een der rijkste streken der wereld maakt. Sedert onheuglijke tij den was de Delta de bloementuin van het Oosten, waar zich te midden van uitge strekte papyrus velden, de groote wereld steden der oudheid verhieven. De legende vermeldt, hoe de jeugdige god Hor us door zijn moeder Isis hier temidden van het groen verborgen werd gehouden voor Osi ris- aartsvijandin den machtigen Isistem- pel te Philae is deze jeugdscène symbolisch uitgebeeld door een gekroonden valk, Ho- rus: heöligen vogel, gezeten temidden van een wuivend papyruaveld. Deze plant, die /eens de rijkdom van Egypte uitmaakte, is, evenals de lotus, naar het Zuiden terug gedrongen en wordt slechts nog gevon den in de moerasgebieden, die de Nijlbron- nen van den Soedan scheiden. Tot in het begin onzer jaartelling is de Delta de graanschuur van het Oosten geweest, daar door een uitgebreid irrigatiesysteem de moerassen werden drooggelegd en het klei- rijke Nijlwater gelijkelijk over.het geheele land werd verdeeld. Ook in dit opzicht ie de tijd der suprematie van Byzantium de vloek geworden voor Egypte, dat "door verwaarloozing en nalatigheid van de rijde der regeering sedert de kruistochten steeds meer en meer achteruitging. Napoleons leger trof de at-ad Damanhur, de oude Horusresidentie aan, temidden van ver zande woestenijenen de oevers van het Mareotismeer, door Virgilius en Haratius om hun rijkdom aan wijnstokken bezon gen, waren verworden "lot drassige poelen. Het land wachtte op heb werk van men- schenhand, om tot zijn vroegeren tijd van overvloed te kunnen terugkeeren en ner gens anders komt heden scherper de waar heid aan den dag van Bonaparte's woor den: Onder een goed bestuur reikt de Nijl tob aan de woestijn, doch een slechte landsregeering brengt de woestijn tot aan den Nijl." Kanalen doorsnijden tegenwoor dig de gansche Delta, het overrijke rivier water wordt door dammen en dijken in dc juiste richting geleid en Damanhür is weder omringd door onafzienbare velden, die jaarlijks hun gelukkigen eigenaars drie overvloedige oogsten schenken. Doch zwaar is de arbeid, die het land van zijn bewo ners vereisoht. Slechts een deel der akkers (rajc-velden) wordt door de jaarlijkcche overstrooming bereikt en van een nieuwe kleilaag voorziende hooger gelegen vel den (sharaki) moeten kunstmatig bevloeid worden. Dag in, dag uit verneemt men het kra ken en piepen der houten waterwielen, die door een buffel of kameel worden bewogen (sakije) en knarsend emmer na emmer op halen en uitgieten in de hoogergelegen ka nalen. Het irrigatiesysteem is ingericht volgens hetzelfde beginsel als men bij de Indische rijstvelden gebruikt. Zoodra de zwarte grond hij zakkend waterpeil boven het niveau uitkomt, waadt de boer door do vette kleimodder heen en verdeelt zijn akker in dijkjes van 10 c.M. hoog over de gnnsohe lengte van het veld en verbergt het zaad in dezen grond, die nog op vele plaatsen door waterplassen onbegaanbaar ia. Het gematigde klimaat der wintermaan den doet het jonge gewas snel uitkomen en wie na drie weken terug komt, vindt den moerasgrond in een heerlijk frisch- groenen akker herschapen. Het land is grootendeele in handen van grootgrondbezitters, op wier velden de boeren (fellahin) als daglooners een karig levensonderhoud vinden. Aan de fellah- bevoHring wordt vrijwel geen gelegenheid geschonken om rich op den duur een eigen lapje grond te verwerven, xooals uit het volgend verhaal blijkt, dat mij door een bewoner van Alexandrië werd medege deeld. In de omgeving dezer stad woont een fellah, wiens vader zich na veel moeite een kleinen akker had weten te verwer ven en door gestadigen en geduldigen ar beid rijn bezit zoozeer bad weten uit te breiden, dat rijn zoon tot een der rijkste bewoners van zijn dorpje werd geteld. Een der aanzienlijke basha's uit de hoofd stad, die in deae buurt veel grond bezit, trachtte den man over te balen tot den verkoop van diens landerijen, docb zonder resultaat. Den volgenden dag werd de boer zonder voldoende reden voor de pro vinciale rechtbank gedaagd en zijn land verbeurd verklaard ten gunste van... den basha, wiens naam gedurende het geheele geding niet was genoemd. Dergelijke mid- deleeuwsohe toestanden, die ons door een belangrijken papyrus te Berlijn ook uit het oude Egypte genoegzaam bekend zijn, heerschen nog in onze dagen in een land, dat onder verstandige leiding tot een der rijkste van de wereld bad kunnen worden. Tweemaal passeeTt men, op de reis van Alexandrië naar Caïro, den eigenlijken Nijlbij Kafr-el-Zayat, dat even vóór het belangrijke kruispunt Tanta ligt, en ten tweeden male even voorbij Benha, de plek van het oude Athribis, waar zich do spoor lijn naar Port-Saïd van die naar Alexandric losmaakt. Een breede brug gaat over den stroom, die in snelle vaart rijn bruin-mod derig water zeewaarts stuwt. Langs belde oevers zijn de fellahs druk in de weer met bet werk op de velden, het lendenkleed hoog opgeschort, terwijl zij blootvoets rondplassen in den moerasBigen uiterwaard. Soms ziet men op enkele drogere gedeel ten een bedoeïnenkamp opgeslagen, ken baar aan bet horizoutaal gestreepte bruin- krijze tentendoek, en de kunne zwartbruine schapen, die rondom de tijdelijke nederzet ting vrij rondweiden. De houten ploegen, door ossen of kameelen getrokken, door snijden l.ngzaain den zwarten kleigrond met de zelfde gelijkmatig-rustigc beweging, die de oud-Egyptische giafrelief6 ons ver toornen. MÊeinig is hier in den loop der eeuwen veranderd. De ploeg en hakoijl, waarmede de boer zijn land bewerkt, heb ben hun ouden vorm bewaard en wanneer men In het Museum te Oaïro de platte ronde brooden riet, die de opgravingen te Saccarah aan het licht hebben gebracht, denkt men dadelijk aan het nauwelijks gare gebak, dat op de straten voor eenige pias ters te koop wordt aangeboden. Uit den j tijd der Pbarao's bezitten wij een volks- sprookje, dat in eenvoudige bewoordingen van het dagelijksch leven der boeren ver baalt. Do beste illustratie voor deze oude documenten i« het huidige volksleven zelf. De daken der Nubisehe huizen, welker bo venverdieping door een verticale spleet in twee, lichtelijk ingebogen gedeelten wordt verdeeld, zijn versierd met een rijks (hoog gele palmtakken. Dit is de werkelijkheid, die wij in gestyleerden vorm uit de voor stellingen van dakornamentatie uit de vóór-christelijke perioden kennen. Wie ook maar «enigszins op de hoogte ia met ao oud-Egyptische archeologie, vindt in den tegenwoordigen tijd bij eiken stap de le vende voorbeelden terug) van wat eerst slechte herinnering scheen te blijven. Aan momumenten is de Delta zeer arm. Van de groote centra der Oudheid: Athri- bifl, Tanis, Pithom, Mendes en zooveel an deren, is weinig meer over dan enkele muurrestenhet blijven namen, die voor ons geen leven meer hebben. Naucratis, de eerste en belangrijkste stichting der Qrieken op Egyptischen bodem, 4e vooi- looper van Alexandrië, iè met bet groot ste deel zijner rijkdommen in het moeras verzonken. Een enkele stéle in de nabij heid van het tegenwoordige dorpje Nebcr- rah gevonden, vermeldt den naam der eens zoo machtige veste en toont ons daar mede de plaat-s, waar zij heeft gestaan. Van de beroemde universiteit en resi dentie Saïs, welke in de zesde eeuw voor Christus een wereldvermaardheid genoot, it niets meer over dan de oude ringmuur en eenige icmpelresten, die men te mid den van suiker en maïsvelden onopge merkt voorbij gaat. Nabij ZagaziJr, de rijke katoenmarkt aan het begin der Wadi-Tumi- lat, welke de Delta met Ismailiëh en het Suez-konaal verbindt, ligt een zandheuvel, aan welks zuidoostzijde een stoffigvuile steenruïne met stukken van zuilen en mu ren oprijst uit het akkerland. Hiei*" stond Bubastis, de tempelstad der leeuwenkop- pige godin, aan wie de kat geheiligd was. In haar rijn de woorden van den profeet Ezechiël bewaarheid geworden, toen hij den dood harer bewoners en de vernieti ging harer muren en paleizen voorspelde; de stad is en prooi der Vlammen gewor den. Als heden onbegrepen herinnering aan de vroegere heiligheid der stad gold het tot voor korten tijd als godsdienstige plicht voor den Egypenaar om als pelgrim zijn schreden naar Zagazik te richten. Eensdeels de weekheid van den bodem, die alles verzinken deed, anderdeels -dé ligging der Delta^ waar langs de horden van Assyriërs, Perzen, Romeinen en Tur ken rijn getrokken op hun weg naar het zuiden, hebben er toe bijgedragen, dak de vroegere rijkdommen van Be n eden- Egypte voor ons slechts nog in naam be staan het moderne leven heeft er elke feitelijke herinnering overdekt. Waar in den ouden tijd de overwinnende legers van den Pharao bij hun thuisreis uit Syrië voor het eerst na maanden weer den grond van hun vaderland betraden, ligt tegenwoordig aan het Suez-kanaal het plaatsje el-Kan- tarah, een jong modern dorp temidden der eeuwige woestijn: met het oude is hier voorgoed afgerekend en het moderne groeit als iets nieuws op uit don schijnbaar on tevreden bodem. Dit is den indruk, dien men van de gansche Delta krijgt. RECLAME. rijzén, die Ihans door onze Eerste Kamw der Staten-Generaal le beanlwoorden zw- len zijn: 1. Of de Staal nog minderjarigen aan deze geheel ontwrichte slichting mag toe vertrouwen 2. Of de Regeering mag voortgaan met deze slichting geldelijk le steunen? Op de eerste vraag heeft de Minister; reeds in zooverre ee-n antwoord gegeven, dat hij verboden heeft vooreerst nieuwe verpleegden in de stichting op le nenasn. Op de tweede vraag schijnt de Minister tot een bevestigend antwoord over te hel fan. Wij zouden het betreuren, indien do Eer ste Kamer hem daartoe de gelegenheid liet. Wij zijn van meening, dat 'liet belang der belrokken kinderen en de verantwoordelijk heid, die de Slaat tegenover de ouders en verwanten dier kinderen draagt, dit besli»- send verbieden. Niemand weet hoeveel slachtoffers het kwaad, dat op de „Glind- horst" heersebte, reeds gemaakt heeft, de Staat mag geen gelegenheid geven, om dat getal nog te vergrooten. Geen enkel landsbelang vordert de in standhouding van dit verderf-zaaiend go- sticht. Integendeel eischit de zorg voor dc ge zonde toepassing der kinderwetten dal de Regeering breke met deze goed bedoelde, doch door onverstpnd geboot bedorven stichting. Een afschrikwekkend voorbeeld is liiec noodig. Het geldt hier een hoog moreel belang, dat boven aLks moet behartigd worden. Geen politieke, geen finoneieole, geen vriendschapsbanden, mogen hierbij in aan merking komen. Zoo de bestuurders zich beklagen, me® verwijze hen naar Mattheus V vers 29. Wij vertrouwen, dat onze Senaat, na kem nis te hebben guiomen van 's Minister* antwoord op de vragen Van den heer KI ee rekoper, tot geen auder besluit zal komen en de begrooling van Justitie voor 192Ö niet zal goedkeuren dan npdat de Minister de stellige verzekering zal hebben gegeven, dei van '9 lands penningen geen cent meer xal wordengegeven aan de Vereeniging, die de „Glindhorei" beheert. met 3302 WILLY VAN BEEK, Humorist Kort Rapenburg 10. „De Glindhorst". Het „Tijdschrift voor Armwezen, Maat schappelijke Hulp en Kinderbescherming" begint met een artikel van de hand van jhr. dr. A. J. Rethaan Maeaié over „De Glind horst", naar aanleiding van de wantoe standen in dit opvoedingsgesticht, waarin 300 Protestantsche kinderen onder toepas sing van hei sielsel van co-educatie naar de beginselen van de Gereformeerde kerk eer- en deugdzaam zouden kunnen worden opgevoed. Men vleide zich daarmede tweeërlei doel le bereiken: lo. de proefboudendheid te be wijzen der beginselen van de Gerefor meerde Kerk en 2o. het bewijs te leveren van de groote voordeellen, verbonden aan het stelsel van co-educatie. Het is uitgeloopen op een totale misluk king, die ontzaglijke en onberekenbare schade heelt toegebracht, allereerst aan de aan de stichting toevertrouwde kinderen. Een en ander doet twee ernstige vragen Ziekenkosljes. Een vriendin schreef mij: „Je hebt het altijd over zooveel goede d.ngen voor als ons huishouden gemakkelijk en geregeld gaat; vertel nu ook eens iets over de manier waarop wij voor onze zieken moeten koken en zorgen. Want din staan w*j vaak voor de moeilijkste gevallen en dan in o e t e n wü handelen en kunnen wij niet overal om raad gaan vragen. Ja, kijk eens, als er zieken zijn, dan ia alles opeens anders. Dan verandert met één slag de waarde van alles om ons heen. Dan zien wij ons gansche leven in een an der licht; dan zijn niet wij, huisvrouwen, baas in huis, maar dan is de dokter de man, dan is h ij de spil, waar wij allen om draaien, wiens wenken wij volgen en w.ans bevelen wij gehoorzamen, de man, van wien wij aile hulp en heil verwachten. En hij alleen kan bepalen, wat de patiënt mag eten, hoeveel en op welk uur van den dag. De huisvrouw heeft hem te gehoorzamen, zich naar hem of zijn plaatsvervangster, de verpleegster, regelen, en zij kan alleen, als zij handig en vlot is, van zijn opdrach ten iels goeds maken. Bovendien, ziek-zijn is zoo uitgebreid, 01 iemand een ingewandsziekte heelt, of een keelaandoening, of het hem aan de longen scheelt, of dat zijn bloed ziek is, het vraagt alles een eigen, apart diëet, daar kan ik heusch geen voorschriften voor geven. Ik zou u raden: wees heel precies in het op volgen van dokiers- en zusters-bevelen *8 doe vooral liets op eigen Initiatief. Dat geeft

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 10