De Terugkeer van Klompvoet. No. 19907 LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 2 Februari Tweede Blad. Anno 1925. BINNENLAND. GEMENGD NIEUWS. FEUILLETON. Alg. vergadering van den Alg. Bond van R.-K. Rijkslrieskringorganisaties in Nederland. ïn de Zaterdag voortgezette vergadering kwamen de a.s. verkiezingsaangelegenhe den te* sprake, waarbij mgr. Nolens in het kort het concept-program van actie toe lichtte. Tevens kwam in behandeling de Volgende motie De R.-K. Kiesvereoniging Recht voor Allen", te Nijmegen, op 9 Januari 1925 bijeen ter bespreking van het ontwerp-pro- gram van actie 1925 der R.-K. Staatspartij is van oordeel, dat onze Staatspartij be hoort te worden bijeengehouden door be ginselen en zoodanige gevolgtrekkingen daaruit als onder ernstige Katholieken re delijk niet-afwijsbaar zijn; dat de partij niet verdeeld mag worden door een pro gram, hetwelk op andere punten bepaalde meeningen oplegit of uitsluitdat het ont worpen program van actie in de daarop vermelde punten 3, 5 en 6 (in zake de fi nanciën, de militaire vraagstukken en de arbeidswetgeving) deze vrijheid niet eer biedigt en beperkt moet worden tot die punten, welke noodzakelijke toepassingen zijn der beginselen op den tegenwoordi- gen tijd. Prof. van der Heyden lichtte de mot:e toe. De heer Nolens zette uiteen, dat z.i. het concept-beginselprogram reeds aan de verlangens van Nijmegen tegemoet komt. Hiertegen voerde eerstgenoemde spreker aan, dat Nijmegen uit de programbeginse len concrete gevolgtrekkingen wenschte te maken. Prof. Veraart sloot zich vervolgens bij de beide alinea's van de Nijmeegsche motie aan. Prof. Van der Heyden vroeg stemming; de motie werd met 49 tegen 16 stemmon verworpen. Voortgegaan werd met de behandeling yan het program van actie voor 1923. Punt 1 werd aldus vastgesteld conform het voorstel van het bondsbestuur: 1. Handhaving en doorvoering der Chris telijke beginselen in de huwelijkswetgeving.. In overeenstemming met eenige moties van Den Helder kwam punt 2 als volgt tc luiden 2. Handhaving, zoo mogelijk doorvoering van de gelijkstelling van openbaar en bij zonder onderwijs; zoo spoedig mogelijk in voering van het 7de leerjaar mede in ver band met de Arbeidswet. Op voorstel van Haarlem werd met 47 tegen 19 stemmen de volgende alinea Lnge- lascht: Geleidelijke afschaffing van indirecte belastingen op eerste levensbehoeften. Ten opzichte van een. amendement van Haarlem, dat de invoering vroeg van een Bezoldigingsbesluit, dat wederom een tnenschwaardig bestaan zal toekennen aan het overheidspersoneel, zeide de voorzit ter, baron Van Wijnbergen, dat hij er niet van wenschte beschuldigd te worden te hebben medegewerkt aau het verschaffen van een onmensohwaardig bestaan van het overheidspersoneel. Zou de motie aangeno men worden, dan kon spr. zich niefe meer als Kamerlid beschikbaar stellen. Het amendement werd ingetrokken. Daarentegen nam het bestuur een moties Leiden over, waarin gevraagd wordt: Herziening van het Bezoldigingsbesluit, voor zoover daarin onbillijkheden of on juistheden voorkomen. Eveneens werden de volgende amende menten van Utrecht en Rotterdam overge nomen en goedgekeurd Vermindering van successiebelasting bij vererving in de rechte lijn en in de eerste graden van bloedverwantschap. Invoering eener verteringsbelasting op middelen van gemak en weelde. Het door het Bondsbestuur voorgestelde programmapunt 3 werd aangenomen: Voortgezet herstel en behoud van het fi nancieel evenwicht; verlaging allereerst van die belastingen, welke het zwaarst op do on- en minvermogenden drukken of de noodzakelijke kapitaalvorming het meest tegenhouden, meer vrijstelling of aftrek voor groote gezinnen. Hierbij werd onderstaande mot ie-Am sterdam aangenomen: De Bond, van oordeel, dat indien de tegenwoordige kvsfan van levensonderhoud niet dalen, een verbete ring van den toestand van 's lands finan ciën, welke o.a. zal kunnen blijken uit de totaalopbrengst der rijksmiddelen over het dienstjaar 1924, mede behoort ten goede te komen aan de salarissen der rijksambte naren en onderwijzers in 1925, gaat over tot de orde van den dag. Bij de punten 4 en 5 4e. Krachtige medewerking met de plan nen van den Volkenbond, die met de voor stellen van Benedictus XV volkomen over eenstemmen ter oplossing van internatio nale geschillen door scheidsrechterlijke uitspraken en ter gelijktijdige en weder- zijdsebe vermindering van bewageningen 5e. De organisatie van leger en vloot dient beperkt te zijn tot hetgeen noodza kelijk is voor de handhaving der neutrali teit en de verdediging der onafhankelijk heid binnen de grenzen, door eventueele internationale regelingen te stellen werd overgenomen een amendement-Den Helder: ,,Zoo mogelijk samenvoeging van de departementen van oorlog en marine. Na een toelichting van den heer No- lens kwam punt 6 aldus te luiden: 6. Bevordering eener zoodanige ontwik keling der arbeidswetgeving, dat steeds meer de regelingen betreffende de arbeids verhoudingen in bedrijf en onderneming getroffen kunnen worden door de organi saties van werkgevers en -nemers, al of niet door speciaal daartoe gekozen colle ges, behoudens goedkeuring en toezicht door de overheid binnen de grenzen door de wet gesteld. Wettelijke regeling van de collectieve arbeidsovereenkomst, inclusief de mogelijk heid tot verbindend-verklaring. De uitvoering der sociale verzekeringen worde voor zoover mogelijk opgedragen aan de samenwerkende organisaties van werk gevers en arbeiders, met dien verstande, dat de staat aansprakelijk is voor de uit betaling der schadeloosstelling en dat er beroep open staat op een buiten partijen van overheidswege aangewezen rechter. Doorvoering dor arbcidswet-1919 naar mate de economische toestand dit mogelijk maakt. Eenige gedachtenwisscling had hierna, plaats ton aanzien van de toevoeging eener koloniale clausule aan het program. Beslo ten werd deze aldus te formuleeren, dat er gevraagd wordt oen principieele wijzi ging van art. 123 van het Regeeringsregle- ment (tot wegnoming van de belemmering der godsdienstvrijheid oj zendingsgebied). Ten opzichte van de afschaffing der Staatsloterij deelde de heer Nolens onder algemeene instemming als zijn indruk mede, lat vele R.-K. Kamerleden geens zins met beide armen het desbetreffend wetsontwerp zullen omhelzen. Zonder hoofdelijke stemming werd dan hij acclamatie het program goedgekeurd. Zonder debat of stemming werd de vol gende motie van Amsterdam aangenomen: De Alg. Bond, verzoekt het hoofdbestuur een onderzoek in te stellen naai' de bereidheid van Kath. partijen of groepen in andere landen om de internationale samenwerking der Katho lieken te bevorderen ter verwezenlijking van het program eener Kath. internatio nale staatkunde, als neergelegd in het schrijven van paus Benedictus XY van 1 Aug 1917 aan de hoofden der toen oorlog voerende mogendheden en in andere paur selijke documenten. De agenda was hiermede afgehandeld. Bij de rondvraag stelde alsnog prof. Veraart voor, om ook de leden der le Ka mer het heden vastgestelde program te laten onderteekenen. De voorzatter zegde toe aan dat verzoek te zullen voldoen. De heer Nolens hield de sluitingsvede en prees het een verblijdend verschijnsel, dat na den bekenden zoo heftig gestreden strijd thans zulk een prachtige eenheid naar voren is getreden. Spr. spoorde allen aan om nu ook het program-1925" onder het Katholieke volk te brengen en om er toe mede te werken dat een zoo sterk mo gelijke Katholieke fractie dit jaar bij de verkiezingen in de Kamer zal terugkeeren, op dat daaruit dan ook een rechtsch kabi net zal kunnen voortkomen. Tweede Kamer. De Tweede-Kamer is in openbare verga dering bijeengeroepen tegen Dinsdag 10 Februari, 's middags om één uur. Aan de orde is: trekking van de afdeelingcn en re geling van werkzaamheden. De voorzitter is voornemens, daarbij voor te stellen, in die vergadering een aanvang te maken met de beraadslaging over: wetsontwerp wijziging van de wet op de dividend- en tantièmebelasting 1917 en her ziening van de regelen voor de heffing van opcenten ten behoeve van de gemeenten op de dividend- en tantième-belasting wetsontwerp wijziging en aanvulling van de hooger-onderwijswet; wetsontwerp wijziging en verhooging van het IXde hoofdstuk der staatsbegrooting voor 1924 (verschillende onderwerpen); wetsontwerp toekenning van een rente loos voorschot uit 's rijks schatkist ten be hoeve van den aanleg en het in exploitatie brengen van een tramweg van Zutphen naar Deventer; motie van orde van den heer de Boer be treffende het niet opheffen van hulppost kantoren op het platteland; wetsontwerpen herziening van het regle ment op het beleid der regeering van Ne- derlandsch Indië; wijziging van de artike len 8, 58, 67b, 67c en 71 van het reglement op het beleid der regeering van Neder- landsch Indië; nadere wijziging van de Indische Comptabiliteitswet (Staatsblad 1917, no. 275); wetsontwerpen aauvulling en wijziging der bepalingen betreffende het strafrecht en de strafrechtspleging ten aanzien van personen, bij wie tijdens het begaan van het feit gebrekkige ontwikkeling of zieke lijke storing der geestvermogens bestond: aanvulling van de wet van 14 April 1896 (Staatsblad no. 62) tot vaststelling der be ginselen van bet gevangeniswezen, enz. wetsontwerp wettelijke regeling opnieuw van de coöperatieve vereenigingen; voorstel van wet van mej. Van Dorp tot nadere regeling van do verkiezing van lo den van de Tweede Kamer der Staten-Ge- neraal door de daartoe bevoegd verklaarde kiezers en de toepassing op die verkiezing van het stelsel van evenredige vertegen woordiging De stemplicht. Naar wij vernemen is eerstdaags de in diening bij de Tweede Kamer te verwach ten van een wetsontwerp nopens den stem plicht. In de vacature, ontslaan door de be noeming van mr. J. M. J. Schepper tot hoogleeraar aan de rechtshoogeschool te Batavia, hebben de besturen der samenwer kende Zendingscorporaties tot zendings- director benoemd dr. K, J. Brouwer, Herv. predikant te Doelinchem, die deze benoe ming in ernstige overweging genomen heeft. Bij Kon. besluit is, gerekend van 1 Januari, aan W. Duitemeyer, eervol ont slag verleend als bibliothecaris bij de Hoo- gere Krijgsschool, onder gelijktijdige benoe ming lot amanuensis-teokenaar bij genoem de school; zijn, met ingang van 1 Februari, voor het loopend zittingsjaar onderschei denlijk tot voorzitter en lot onder-voorzitter van de Kolonialen Raad van de kolonie Curasao benoemd de heeren Ed. S. Lans berg en C. S. Gorsira; is aan den adjunct commies bij het Departement vam Koloniën W. P. A. Gelens, thans met verlof buiten bezwaar van den lande, op zijn verzoek, met ingang van 1 December, eervol ontslag uit 's lands dienst verleend; is, met ingang van 1 Februari, op zijn verzoek, aan G. Bannink, eervol ontslag verleend als leeraar aan de Rijks Hoogere Burgerschool aan die school H. J. Pröpper, te Zutphen. Naar men van Gereformeerde zijde aan de „N. R. Crt." meldt, werd verleden Zondag aan ds. T. Sap, predikant der Geref. Kerk le Gouda, verboden, den kansel te be treden. Over eventueele schorsing zou deze week worden beslist. Intusschen ging ge noemde predikant toch naar Bergambacht, om daar het Woord te bedienen, met toe stemming van twee ouderlingen. Dit laatste gaf aanleiding, dat de betrokken ouderlin gen een soherpe berisping ontvingen od de vergadering van den kerkeraad. In de in Den Haag gehouden vergade ring van de Vereeniging tot Bevordering der Paardenfokkerij in Nederland is het jaar verslag over 1921, uitgebracht door den heer A. van Hoboken, goedgekeurd. De financieele resultaten over 1924 zijn weder niet schitterend le noemen, daar het tweedaagsch concours nog een verlies had van ruim f 1400. Dit verlies i9 echter door de contributies der leden en verdere inkom sten gedekt en er blijft nog een klein saldo over. De ontvangsten van het concours be dragen f 5712.947a en de uitgaven f7143.52, dus is het verlies f 1430.577a. De ontvang sten van het driedaagsch concours in 1923 waren f 9930.40, de uilgaven f 12.883.03. Op 1 Januari 1924 had de Vereeniging 139 leden met 151 aandeelen; op 1 Januari 1925 101 leden met 111 aandeelen, benevens 4 leden, betalende f 25, en 2 begunstigers van f 15. De achteruitgang wordt bedenke lijk genoemd. Naar „Het Volk" verneemt is de Am- slerdamsche wethouder De Miranda van een voornemen tot aftreden, indien het voorstel tot instelling van een gemeentelijk meldlbedrijf verworpen wordt, dat hem toe geschreven is, niets bekend. Het hoofdbestuur van den Ned. Roomsch-Katholieken Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel „St.-Raphiël" h^eft een onderhoud met den Minister van Waterstaat aangevraagd om de ernstige grieven, welke het personeel heeft tegen de wijze, waarop de bepalingen inzake dienst- en rusttijden werden toegepast, uiteen te zetten. De afd. Hilversum van den Bond van Ned. Ond. heeft de volgende motie aan genomen: De afd. Hilversum van den Bond van Ned. Ona., dat het Hoofdbestuur dr. De Visser heeft uitgenoodigd op het jubileumcongres van den Bond; in die uitnoodiging het be wijs ziende, dat het Hoofdbestuur te dezen opzichte uit het oog heeft verloren, wat er leeft onder de bondsleden; protesteert mei de meeste beslistheid tegen die uitnoo diging, als zjjnde een hoon aan de bonds leden, verzoekt anderen afdeelingen zich by dit protest aan te sluiten en besluit deze metie te publiceeren in de Pers. De motie- is met algemeene stemmen aangenomen. Eén lid onthield zich. Ged. Staten van Noord-Holland heb ben aan eenige gemeenteraden, ook aan den Raad van Haarlem, meegedeeld, dat zy bezwaar hebben tegen de gemeentebegroo- ting, omdat daar nog de vacantiebijslag op voorkomt. B. en W. van Deventer hebben den Raad voorgesteld, het crediet, toegestaan by Raadsbesluit van 21 Juli 1922 voor den aanleg van spoor- cn havenwerken, alsnog te verhoogen met f191.500. Deze vetrhoo- ging is voor een belangrijk deel het gevolg van den langeren duur van de werkzaam heden, dan geraamd was, wat een rente verlies van x 84,500 meebrengt; voor het overige is liet uitvoeren van meer werk dan voorzien was, er do oorzaak van. Het oorspronkelijk crediet voor de werken be droeg, met inbegrip van de inpoldering van de Bergweide, f2.406.4S0. De gemeente heeft van het Ryk mededeeling ontvangen, dat een bydrage van 50 pot. uit de Staatskas in de kosten van werkloozenondersteuning is toegekend. De Ned. Bond van Christ.-Prot. Post-. Telegraaf- en Telefoonpersoneel „Door Plicht tot Recht", tellende ongeveer 1300 leden, heeft zich afgescheiden van het Christ. Nat. Vakverbond. Daarentegen is de Nat. Bond van Chr. Verzekeringsagenten met 60 leden tot dat Verbond toegetreden. Het in 1924 afgesloten collectieve oontract tusschen den AJgem. Nederl. Boud van [Handels- en Kantoorbedienden in de RECLAME. verschillende by het Ned. Verbond van Vak\ereenigingen aangtsolen Vakbon !en is voor 1925 gecontinueerd. Vrijwel alle va kvereenigingskan toren vallen onder dit contract. Naar „Onze Strijd" meldt, wei geren alleen het contract te teekenen de Typografenbond, welke veel slechtere ar beidsvoorwaarden heeft, en de Bond van Werklieden in Overheidsdienst Hier le lande vertoeven drie hoofd ambtenaren van den veearlscnijkundigen dienst in Zweden. Zij werden Zaterdagoch tend in het departement van Binnenland- sclie Zaken en Landbouw ontvangen door mr. .J B. Kan, secretaris generaal in alge- mccnen dienst. Daarna zijn de Zweedsche heeren, onder leiding van dr. Ten Sande, waarnemend inspecteur van den Veearlse- nijkundigen Dienst, naar Rotterdam ver trokken tot het brengen van een bezoek aan de Scrum-Inrichting. Ouder groote belangstelling heelt Za terdagnamiddag op de begraafplaats der Ned.-IIcrv. Gemeente hij het Groene Kerkje te Oegstgeest de bijzetting in liet familiegraf plaats gehad van dr. H. 11. lloelofs Heyr- mans, bibliothecaris van de bibliotheek der Technische Hoogeschool te Delft, leeraar aan de II.B.S. en plaatsvervangend kantonrech ter aldaar, voorzitter van den Doopsgezinden Kring, secretaris der Schoolvereeniging te Delft en lid van het bestuur der ambachts school aldaar. Een groot aantal kransen en bloemstukken dekte de lijkbaar. Te Delft trok de lijkstoet voorbij de biblio theek, waarvoor zich het personeel had op gesteld en een krans aan den lijkauto werd gehecht. Op de begraafplaats was o.a. aanwezig de Leidsche hoogleeraar mr. D. van Blom, oud- hoogleeraar le Delft. Nadat de lijkbaar met het stoffelijk over - schot in de kerk was geplaatst, nam de pre dikant van den Doopsgezinden Kring Delft, dr. van de Vegte, het woord. Namens curatoren, den rector en den se naat der Techn. Hoogeschool trad hierop de curator ir. De Vogel naar voren. Hij schet ste den overledene als een bekende figuur in de Delftsche academiewereld. Vervolgens heeft de heer Jager, conserva tor aan de bibliotheek der Delftsche Hooge school, mede namens het wetenschappelijk en technisch personeel, de groote verdien sten van dr. Heyrmans geschetst. Hierna heeft, mede namens de leeraren der Delftsche II B. S., de directeur, dr. Van Drooge, de groote verdiensten in liet licht gesteld, waardoor dr. Heyrmans zich gedu rende zijn 20-jarig leeraarsambt aan de II.B.S. steeds gekenmerkt. Vervolgens hebben nog het woord gevoerd de heer Goekoop van Nelle, oud-directeur der Delftsche II. B. S., en de secretaris der Delft sche Schoolvereeniging, de heer Van Eek. Hierna werd door eenige leden van het technisch personeel der bibliotheek de kist grafwaarts gedragen. De gewone audiëntie van den Minister van Oorlog zal Donderdag 5 Februari niet plaats hebben. Sedert 'den 23aten dezer wordt iu Den Haag vermist de 31-jarige Jacobn» Alberlus Barendsen, uit de Fr«terik-ïlendriit- lean. Er wordt een ongeluk vermoei. Het personeel van de meubel- labriek „Onder den St.-Maarten", te Haar lem, is wegens een loongesohil in staking gegaan. Deze slaking omvat ongeveer 15 pevscnen. Het bedrijf ligt stil. Aan 5 werk lieden, die weigerden een lager loon te aanvaarden, werd ontslag gegeven. Door VALENTINE WILLIAMS. Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT. f Nadruk verbodent 1) HOOFDSTUK I. Bona Luisa. Toen ik op dc veranda van John Bards landhuisje zat, en een oude „Sketch" van twee maanden geleden doorbladerde, hoor de ik beneden mij het ijzeren hek dicht slaan. Ik keek op van mijn tijdschrift en zag neer op den tuin. Beneden mij zag ik de donkere massa van palmboomen en weelderige gewassen, en daarachter in de verte het kristallen oppervlak van de zee, «vaarop.de heldere maan een breed pad van licht wierp. De nacht was rustig. Van af dc haven, onder aan den hemel, waarop mijn oude vriend John Bard zijn landhuisje had ge bouwd in dit aardsche paradijs, klonk nu en dan het geluid van een scheepslier, waarmee geheschen werd, mei zeldzame duidelijkheid door de warme lucht. Ergens in dc verte klonk liet zachte getokkel van een guitaar. En hij deze nachtelijke gelui den van de kleine havenstad in Middel- Amerika zong de zee onophoudelijk een zachte begeleiding. fk hoorde stemmen in den luin. Binnen in liet huis werd een deur met een bons dichtgeslagen; voetstappen sloften over den mattenvloer in de woonkamer en Aka- wa, Bards Japansche bediende, stond naast mij. Zijn sneeuwwitte pakje stak scherp af (egen de donkere schaduwen, die de maan I achter in de veranda wieijp. Hij sprak niet; maar zijn maskerachtig gezicht wachtte, 1 lot ik hem zou opmerken. „Wel, Afoawa?" zei ik, „wat is er?" „Dona Luisa vraagt den S e n o r Com mandante te spreken, neemt u me niet kwafijkl" zei de Japanner onhandig. Ik lag gemakkelijk uitgestrekt in een rie ten stoel met een glas ijskoude limonade naast mij en wendde mij om naar den knecht. Ik was ongetwijfeld de Se nor Commandante, want zoo was mijn titel van majoor venspaanscht tijdens een verloftijd, dien ik luierend en zonder be paald doel aan de kust van den Atianti- schen Oceaan doorbracht. Maar welke dame liet mij roepen? Wie Ier wereld kon mij hier kennen; mij, die pas den vorigen dag op een van John Bards vruchtenschepen van uit San-Salvador hier geland was? Dona Luisa 1 Die naam had een verlok- kenden, romantischen klank, in het bijzon der op dezen heerlijken avond, nu de flu- weeldonkere hemel bezaaid was met schit terende sterren, de lucht zwaar was van geuren, die uit de tuinen opslegen. Afijn groote neiging tot het romantische (die ons, Kelten, zooveel last bezorgt) was sterk onder den invloed van mijn omgeving. Dona Luisa I De verwijderde klank van mu ziek scheen dien lieflijken naam in mijn oor fe iokkelen. AIct een zwaai waren heide heenen op don grond en ik stond overeind. „Waar is die dame?" vroeg ik. „In de woonkamer „Neen, mijnheer," antwoordde de Japan ner, „In den tuin!" Areer en meer romantisch I Was een of andere senoriia, met hobgen kam en man tilla, in vlam gezet bij het zien van don I n g 1 e z, toen ik dien morgen door de straten van de 9lad wandelde met John Bard, en vervolgde zij mij tot in den tuin van mijn gastheer, om mij haar liefde to verklaren? De gedachte was grappig en ik glimlachte. Toch wil ik wel toegeven, dat ik, onder Akawa's geleide door de zitkamer loopen, even een blik in den spiegel wierp en met voldoening opmerkte, dat mijn wit pak smetteloos was en mijn haar keurig glad. Ik trok mijn das recht en met dal tikje gewichtigheid, hetwelk het vooruitzicht van een romantisch rendez-vous aan de houding van den meest bescheidene onder ons, mannen, geeft, ging ik de kamer uit, de gang in, naar de deur, die toegang gaf tot den tuin. De doorgang was helder verlicht, zoodat, toen ik weer in de duisternis kwam. mijn oogen verblind waren. Eerst kon ik niet meer onderscheiden dan oen groote, don kere gedaante. Maar al gauw ontwaarde ik de aanzienlijke afmetingen van een ge weldig dikke, koolzwarte negerin. Zij droeg een gescheurde, vuile jurk en om haar hoofd was een zakdoek met witte en roode ballen gewonden. De geweldige omgang van horst en heupen deed haar bijna even breed schijnen als zij lang was. Toen zij mij zag, maakte zij een soort van buiging. „Bent u de Senor Commandante?" vroeg zij in het Engelscli mot haar zachte neger slem. „Ja," antwoordde ik, verbijsterd en te leurgesteld bij dezo dwaze verschijning. „Wat wou je van me?" „Ik heeft een brief voor u, meneer!" Zij dook met de hand in de onpeilbare diepten van haar corsage. „Van Dona Luisa?" vroeg ik vol ver wachting. De negerin hield op met zoeken en grin nikte mij toe, zoodat haar witte tanden sohitterden. Het wit van haar oogen glans de en haar gelaat trok in een breeden glim lach. Toen klopte zij zich op de borst met een vuile hand. „Ik is Dona LuisaI" kondigde zij met trots aan. Ik was verbijsterd door den schok, dien deze openbaring mij gat. Afijn visioen van een zwartoogige schoone in een mantilla verdween als rook. „Ik hoeft een mooien Spaanschen naam," merkte de dame op, haar krampachtige po gingen den brief op te diepen hervallende; „maaT ik werd grootgebracht in New- Orleans. Daarom spreekt ik zoo goed En- gelsch! Ha!" Met een grijns van genoegen dook zij een opgevouwen, vuil stukje noliliepapier op en stak het mij toe. „Weet je zeker, dat dit voor mij bestemd is?" vroeg ik, mijn hersens pijnigend om te verzinnen wie mij met mogelijkheid berich ten kon zenden door middel van zulk een tusschenpersoon op zulk een uur. „Ik zeker weel!" antwoordde Dona Luisa beslist. Teruggaand naar de gang, waar het licht was, vouwde ik het papiertje open en las: „Aan Majoor Desmond Óhewood, D. S. O. „Herinnert U zich dan strandjutter, aan wien U een paar weken geleden zoo'n groo-. Distinguished Service Order (een mili taire ondersoheiding). ten dienst heeft bewezen? Ik geloof, dat ik nu in staat ben U dien te vergelden, wan neer U met brengster dezes wilt meegaan. Ik wenschte heel dringend U te spreken, maar hen te ziek om naar U toe te komen Leg dit bericht niet ter zijde, alsof dit alleen een slimme poging van mij zou zijn om geld van U los te krijgen. Mis schien zal ik, wanneer U deze ontvangt, de ongenade en de schande van mijn tegen woordig beslaan al vaarwel gezegd hebben. Daarom vraag ik U: kom onmiddellijk. En haast U." Met briefje was met potlood geschreven in lamelijk beverig handschrift. Het was niet onderteckend. Afaar ik herinnerde mij den schrijver best en zijn ondcrteckcning zou mij toch niets gezegd hebben, want ik had zijn naam nooit gehoord. Onze ontmoeting was als volgt geweest: ik bracht een bezoek in dc gevangenis van San-Salvador cn op de binnenplaats be merkte ik onder den iroep gevangenen, die daar slenterend hun dagelijksche rondwan deling maakten, een bleeken, holoogigen kerel op, wiens zenuwaohliglrekkende mond en beverige handen den dronkaard verrieden, die zijn roes juist uitgeslapen heelt. Ik zou misschien niet verder over deze vogelverschrikker9liguur gedacht hebben, was het niet, dat hij, plotseling den kleinen negerbewaker ontwijkend, mij bij mijn jas had getrokken en geroepen: „Wanneer je een sa bib bent, man, Kreng me dan uil deze heil" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5