Ho. 19900 lEiDSCM DaüëLAO, Zaterdag 24 Januari Vierde Blad. Anno 1925 p buitenl. weekoverzicht. BRIEVEN UIT PARIJS. 1 LONDENSCHE BRIEVEN. Het kabinet-Luther moei. lijkheden overal een nieuwe ontwapeningsconfe rentie. Nadat de nieuwe Duitselie Rijkskanselier met meer moeite, dan hij nog gedacht had, I njn ministerie in elkaar had getimmerd, .werd in den Rijksdag gehaald voor de re geringsverklaring. Veel spanning was er piet, daar al voldoende bekend was, in wel- ken vorm deze zou zijn gegoten, n.l. vaag jon zooveel mogelijk steun-lokkend. In deze verwachting is men niet bedrogen uitge komen. Deze verklaring was inderdaad al «eer weinig zeggend, waar bijkans in elk j opzicht een slag om den arm werd gehou den, alleen niet waar verzekerd werd, dat de buitenl an dsche politiek van het kabinet Mars onveranderd zou worden voortgezet. Als verklaring gaf zij der oppositie totaal geen houvast. Zondert men daarom de com- I munisten uit, dan is tegen deze verklaring I op zichzelf dan ook geen verzet geuit. Zelfs niet door de socialisten. Doch zeer terecht werden tegen 't ministerie-Luthcr twee fac toren voornamelijk uitgespeeld, waarop het antwoord schuldig werd gebleven: lo. wanneer de politiek van het kabinet- Marx zal worden voortgezet, waarom moest idit kabinet dan beslist van de oaan, hoewel algemeen bekend is hoezeer heb ministerie- I Luther in het buitenland minder vertrou wen zal genieten dan het kabinet-Mars? Het antwoord op die vraag heeft men niet kunnen geven, pour cause. En in Frankrijk smeedt men uit de Duït- •che gebeurlijkheden reeds weer wapenen tegen de Duitsche bedoelingen, waartegen Herriot, wat wonder, slechts zwakjes stel ling durft te nemen. Zelf zetelt de Fransehe premier ook niet stevig, reden te meer voor hem, om niet al te driest op te treden! 2o. Is de regeeringsvcrklaring te vertrou wen, waar tot de mede-verantwoordelijken «daarvoor behooren de Duitsch-nationale ministers, die liever morgen dan overmor gen zouden terugkeeren tot de monarchie en wier pers dit ministerie dan ook be- ichouwt als een stap in de richting van dezo monarchie? Het ministerie moge dan nog ;eens uitdrukkelijk atipuleeren, dat behoud van den huldigen staatsvorm hot eerste Streven is, de liefde voor de republiek is weinig minder van de zijde der Duitsch- nationalen dan apenliefde. Liet trouwens In den Rijksdag een lid van deze partij sieb, toen de soc.-dem. Breitscheid in een goed opgezette rede wees op het verlangen tot herstel der monarchie en er op zin speelde, dat de Duitsch-nationalen aan de ^staatsruif" mee-knabbelden om de monar chie voor te bereiden, liet toen dat lid zich niet ontvallen een hartgrondig: geluk kig ja De „Frankf. Ztg." kenschetst o.i. het ïechtete 6treven aldus juist: De reactie wil «ich vaststellen en rustig aan, vooral niet te overhaast, de eene na de andere machts- positio inpalmen, totdat het geheele appa raat in zijn handen is. Vooral ge'en over haasting; zioh consolideerenhet werke lijke streven camoufleer en, voor binnen in buitenland. Doch, gelijk gezegd, de regeermgsver- klaring was moeilijk positief aan te tasten jen daarom is zij tenslotte met voldoende meerderheid goedgekeurd. Luther heeft zich evenwel niet te verbeelden, dat hij er is. Er bestaat weinig meer dan wapenstil stand voor hem. Nauwkeurig als op ecu weegschaaltje zal men iedere daad van dit kabinet toetsen en wee; zoo een daad ook maar een gram afwijkt van de voortzetting der vroegere politiek. Waarop niettemin het streven der Duitsoh-nationalen per so gericht moet zijn, willen zij tenslotte niet zelf .slachtoffer worden van hun manoeu vres na de jongste Rijksdagverkiezing Voor de soc.-democratie breekt in Duitschland een prachtige tijd aan, eén tijd van de felste oppositie, dus een vrucht bare periode, waarin democraten eenigs zins deelen. Voor het centrum, dat de be slissing in handen heeft van Luther's mi nisterieel leven, wordt het een tijdperk van zorg en moeite! Om van het kabinet- Luther zelf maar niet te spreken. Trouwens, welk kabinet heeft het niet moeilijk? Gelijk gezegd, zit in Frankrijk Herriot voor tal van puzzles, ook op bin- honlandsch terrein, daar men juist begon nen is aan de behandeling van het voorstel tot afschaffing van het gezantschap bij bet Vaticaan. Briand, hoezeer de politiek van Herriot in algemeenen tin prijzende, heeft zich reeds tegen de afschaffing verklaard, het gezantschap verdedigend uit moreele beteekenis, die door Briand zeer hoog word aangeslagen. En dan is er de leekenkwes- tie in Elzas-Lotharingen en de fundee ring der buitenl. schulden, die steeds meer urgent wordt, wil Frankrijk in Amerika niet zijn crediet verliezen. Redevoeringen als de jongste van het Kamerlid Marin, waarbij het oude Fransehe standpunt, dat feitelijk de Fransehe schulden moeten wor den cadeau gedaan wegens de groote Fran sehe offers tijdens den oorlog, zijn weinig geschikt het Fransehe crediet te verster ken. Er is van cadeau cïoen nu eenmaal geen sprake, dat meet men in Frankrijk De-grijpen. Moeilijkheden Mussolini ziet de oppo sitie tegenover zich meer en meer zich aan eensluiten, zoodat wij verdere geweldmaat- regelen al tegemoet zienl En in Spanje verschelt zich o.i. achter een overdreven campagne om koning Alfons maar eer te bewijzen als anderszins eveneens een toe nemende ontevredenheid, die men offi cieel wil maskeeren. 'b Is struisvogelpoli tiek, doch niet ongebruikelijk. Een stevige regeering zien wij slechte in Engeland. Uit den aard der zaak staat het kabinet-Baldwin ook daai niet alleen yoor eenvoudige dingen, maar het beschikt ten minste over een betrouwbare en voldoende meerderheid, en dat wil heel wat zeggen* Gelijk te voorzien was, gaat de rijksconfe rentie te Londen niet door. De Dominions hadden geen lust. "Waarmee bet protocol van Gen&ve, wat Groofc-Brittannië betreft, van de baan schijnt. Zoo op 't oog een reden te meer voor een nieuwe ontwapeningsconferentie te Wash ington, reeds vanuit den Amerikaan- schen Senaat aangevraagd bij presi dent Coolidge. Op 't oog, zeggen we, want bij eenige nadere beschouwing is ernstig te vreezen, dat zoo'n conferentie op dit moment een soort concurrentie zal aandoen aan het streven van den Volkenbond, waar toe Amerika nog altijd niet van zins is toe te treden, bij hoog en laag verzekerende, dat ook het meedoen aan het accoord van Parijs iniet betcekent, dat Amerika zich wil inlaten met Europa (Nadi'uk verboden). „De Métro". Wie dc métro" in vollo actie zien wil, moet trachten 's avonds tusschen zes en zeven een ritje mee te maken. Dat is de tijd, waarop kantoren en ateliers leegstroo- men, dat werklui van hun werk naar huis keeren, dat voor heel werkend Parijs het uur der rust aangebroken is. Haastig, haastig reppen de menschen zich door do straten, hoe dichter ze hun métro-ingang naderen, hoe sneller ze loopen gaan. Het is alsof die gapende métro-muil ze naar binnen zuigt langs de cene trap, terwijl langs de andere trap ze een tegen stroom van al afgewerkte passagiers weer uitstoot met haar warmen ondergrondscheu adem. Eenmaal naar omlaag gejakkerd, de trappen af, is het plotseling halt houden; en zich scharen achter de lange file voor het loket, tot eindelijk men zijn beurt krijgt voor een kaartje. Wie een „boekje" bezit, rent door, de file voorbij, naar het perron- hekje, een trap lager, om daar zich te scha ren in een andere file, die den controleur passeeren moet. Elke twee, drie minuten zoeft er een treintje binnen. Dan gaat het contróle-hekje onverbiddelijk toe voor de neus der wachtenden: zoo lang de trein op het perron staat, wordt er geen passagier meer toegelaten. O zeker, er zóu nog tijd zijn, soms wel een halve minuut lang tijd nog, om nog in te te stappen, nog mee te komen, en zoo twee heele minuten uit te winnen. De directie weet echter maar al te goed, dat die winst aan tijd verlies aan menschenlovens zou beteekenen. De ach- tergeslotenen kijken teleurgesteld, of on geduldig, of wel lijdend en gelaten, en heb ben ten minste deze troost, dat ze de eer sten zullen zijn, die voor het volgende treintje naar binnen rullen mogen. Het treintje fluit, zoeft weg, het hekje gaat weer open, en één voor één bieden al len hun kaartje, één voor één gaan ze het perron op, en vóór do volgende twee minu ten om zijn, is het lange perron al zwart van menschen, die allen zich een plaatsje zoeken, waar ze meenen het meeste kans van snel instappen te hebben. De lste klas passagiers scharen zich in het midden van het perron onder het bord „Première Clas- 8e", want precies vóór dat bord zal het eenige lste klas-rijtuig van het treintje ko men stil te staan. Het nieuwe treintje rijdt binnen. De por tieren gaan open, vóór het nog stilstaat al. Een zwarte prop menschen wringt zich uit iedere portier-opening, terwijl aan weers zijden de nieuwe passagiers te wachten' staan. Nauwelijks is de laatste passagier uitgestapt, of van twee kanten wringen de nieuwe passagiers zich de deur in, elkaar duwend, elkaar opdringend, opzij wringend zonder pardon, zonder genade. Ieder heeft slechts één gedachte, één wensch, één wil; zélf. mee te komen. Ieder ander moet óók maar voor zichzelf zorgen. En als alle wa gens al volgepropt zijn, alle banken bezet, alle ruimte daartussohen ingenomen door „staande" passagiers, dan kunnen tóch nog altijd meer bij, ie er altijd nóg plaats te vin den voor de rest der opdringende, opwrin- gende nog buitenstaande passagiers. Zel den, slechts zéér zelden moeten er passa giers achterblijven op het perron tot een volgenden trein. Met moeite worden de deuren toegescho ven langs do in het deurgat uitpuilende lijven. Dan klinkt de fluit, en het treintje zet zieh in gang, heeft dadelijk een flinke vaart. Tn de te kleine ruimte staan ze stijf te gen elkaar aangedrukt, de passagiers, ze kunnen geen arm of been bewegen, staan ingesloten in een muur van menschenvlcesch vast gedrukt tegen anderen, tegen werk- wollen truien. En een benauwde lucht van menschen-uitwasemingen hangt over alles heen. Het treintje schiet voort door de smalle donkere tunnels, waar af en toe een elec- trisch lichtje aan den wand opflikkert. Eindelijk na een, twee of drie minuten vermindert het iets zijn vaart: het volgende métro-station nadert. Dan. komt er bewe ging in de compacte passagiers-massa, tóch beweging nog, al had men dat niet meer mogelijk geacht, „Stapt u uit?" vraagt u uw achterbuurman, die zelf wèl uitstappen wil aan het volgende station. En als ge „neen" zegt, of „neen" schudt, maakt ge meteen een plaatsje voor hem open, d.w.z. ge wringt u zóó, dat hij zich net langs u wringen kan. Dan tikt hij uw voorman op den schouder en vraagt dien weer: „Stapt u uit En wringt zich op diens neen weer een pas naar voren. En zoo door, tot hij eindelijk aangeland is bij iemand, die hem op zijn vraag: „Stapt u uit?" Ja I" ge antwoord heeft. Dan heeft hij verder rust, kan blijven staan tot de trein stilhoudt, want hij weet, dat hij nu in de file uitetaf** pende passagiers staat, dat zijn voorman óók gewrongen heeft, tot hij een .Ja' - kreeg op zijn vraag, dat alle menschen vóór hem, tot aah de deur toe, aan het volgende sta tion uitstappen moeten. En als de trein stilstaat, puilt dan ook de heele massa voor de deur regelmatig naar buiten. Zoo gaat het bij het naderen van ieder nieuw station weer. Telkens (wanneer ge „staande" passagier zijt ten minste) moet ge'plaats maken om een achterbuurman te doen passeeren. Tot eindelijk, gelukkig! ge zelf uw station van bestemming nadert. Dan vraagt ge op iiw beurt aan uw buumr&n of hij uitstapt aan het naaste station. En het is bijna met een soort voldaan wraakge voel, da ge uw vraag herhaalt, telkens weer een passagier verder: „Vous descendez la prochaine, madame, monsieur En met een zucht van verlichting puilt ge mee het portier uit, wordt ge op het perron gewrongen, en' staat daar eindelijk, ein delijk weer met lucht om u heen. eindelijk geen menschen rareer tegen'u aan! hoogstens hier en daar nog even een duw, oen stoot. En dan glijdt ge mee met de monigte naar den kant waar ge met groote, verlich te letters het woord „Sortie" ziet staan, tenzij ge overstappen moet op een andere lijn, en gé den gang bij het verlichte woord „Correspondancc" inslaat. Maar hoe dan ook, eindelijk gaat ge toch de „Sortie" door, eenige trappen op, een paar gangen door, nog een trap op soms, en daar is de groene klapdeur al naar buiten. Met een gevoel van bevrijding gaat ge die door, en rent de buitentrap op de straat op! „Wat is de buitenlucht toch heerlijk!" denkt ge, „zelfs midden in Pa rijs!" En: „die verwcnschte métro!" denkt ge even. Maar morgen, als ge te kiezen hebt op een druk uur tusschen bus, tram en mé tro, dan kiest go tóch weer die „verwenseh- te" métro, want is er één vlugger, goed- kooper, praktischer publiek vervoermiddel, en een waar óltijd plaats is en d»\t zegt wat in Parijs! Voor niets ter wereld zou den we onze „verwenschto" métro willen missen M. DE ROVANNO. Van onzen Londenscihon Correspondent. De „Underground". Het in dit opschrift tusschen aanhalings- 'teekens geplaatste woord ontmoet men her haaldelijk op zijn tochten door „grooter Londen". In vele gevallen Lezen de letters van boven naar beneden, zijn ze onder elkaar geplaatst, de eerste U en de laatste D groot, de tusschenliggende letters kleiner. Het woord is opvallend geplaatst en is des avonds helder verlicht. Hel duidt do aan wezigheid aan van een station van de On- dcrgrondsche Spoorwegen, de beste midde len om zich snel over groolc afstanden in deze uitgebreide etad te verplaatsen. De meeste menschen houden niet van de „Un derground". Het geraas in de treinen is oor- verdoovend, de wind in de tunnels en op de perrons onaangenaam; het voordeel onder den grond is, dat de lucht er behoudens een enkele uitzondering goed is en altijd van dezelfde temperatuur. Daarom kan men er in den zomer bekomen van te veel wanmte en in den winter van te veel kou. Hoewel de Ondergrondsche Sporen gemid deld al een 25 jaar in Londc-n bestaan (de oudste, thans pas -vernieuwd, bestaat 35 jaar), zijn er vele menschen, die het idee, diep onder den grond in tunnels te reizen, griezelig vinden en daarom zooveel moge lijk van de qmndbusson of bovengrondsche treinen gebruik maken Maar wie haast heeft moet zijn vele bezwaren tegen de „Underground" overwinnen, want over groote afstanden bespaart men soms meer dan de helft aan tijd. En aangezien het meeremdeel van de menschlheid hi^r als overal haast heeft of zich verbeeldt het te hebben, zijn de ondergrondsche treinen op de voornaamste reisuren van den dag ('s morgens tusschen 8 en 10 uur en des avonds tusschen 6 en 8 en tusschen 11 en 12 uur) altijd propvol. De volte is zoodanig, dat ze zeer ongeriefelijk is. En naarmate de rij-gelegenheid op straat kleiner wordt, wordt het onder den grond drukker en vol ler. De lezer weet, dat hot verkeer op 6lraat in het centrum van Londen de laatste jaren hopeloos te kort schiet. Het straatverkeer is daar beelemaal aan de stad ontgroeid en staat er telkens gedurende langen tijd stil omdat de-voertuigen zich in dichte kluwens hebben vastgereden. De opstoppingen bij drukke kruispunten duren soms een kwar tier. Om aan dezen onhoudbare® toestand een einde te maken, pleit men o. a. voor uitbreiding en verlenging van het net van ondergrondsche spoorwegen, opdat de straat van haar teveel aan openbare vervoermid delen Kan worden ontlast. De laatste twee jaar heeft men in die richting ai hard ge werkt. Verscheidene ondergrondsche lijnen zijn met groote stukken verlengd en de City and South London Railway (dat is de oudste ondergrondsche spoorweg) is eenige maanden geleden nadat hij langen lijd voor vernieuwing gesloten was geweest heropend; die tunnel wa3 wijder gemaaikt om er grootere rijtuigen in te kunnen bren- gon; en wat eens de oudste en daarom meest primitieve „Underground" van Lon den was, is nu de beste en nieuwste. Het net van ondergrondsche treinen In Londen kan worden verdeeld in twee groe pen; één groep beslaat uit treinen die diep onder den grond door tunnels rijden en dis treinen noemt men populair en kort ook wel „tubes"; de andera groep bestaat uit treinen, die gedeeltelijk door ondiep liggen de tunnels gedeeltelijk onder viaducten en bruggen door, slechts even onder het straajt- vlak Liggen. Er zijn 5 „lube-"-lijnen, die ge zamenlijk de 9tad over haar geheele opper vlak!» van noord naar zuid en van west naar oost dooitruisem. Sedert de uitbreidin gen der laatste jaren komen die treinen te genwoordig aan do buitenkanten der stad uit hun tunnels („tubes") en zetten ze hun tocht nog over aanzienlijk» afstanden bo ven den grond naar 4« verst gelegen voor stede®, voort. --O- De andere ondergrondsche treinen de District Railway en de Metropolitan Rail way, kort de „District" en de „Met" ge noemd waren oorspronkelijk stoomtrei nen, die in den loop der jaren electrisehe tractie hebben gekregen. Ze vervoeren nog vrij wat meer reizigers dan de „Tubes" en munten uit door snelheid en doeltreffend- I heid van den dienst. Maar voor een gevoe lig menseh, die reageert op de indrukken van zijn omgeving, is het misschien ver kieslijker in een „Tube" te zitten, waar men buiten de ruiten alleen het vlietend gedwarrel van den lunnelwand ziel, dan in de „District"- ol „Met"-treinen, waarin men door de ruiten de roetzwarte akeligheid van huizen en bruggen en muren kan zien, overgebleven uit den tijd, toen deze treinen nog met hun rook en smook de omgeving konden bezoedelen. Met deze „District" en „Met" zal ik me nu niet verder bezighouden; ik heb van déze diensten geen belangwekkende gege vens; maar men kan in het algemeen aan nemen. dat ze tezaam meer kilometers baan hebben en meer reizigers vervoeren dan de „Tubes". Maar de „Tubes" zijn meer karakteristiek voor Londen en vinden hun weerga nergens in de wereld. De Pa- rijsohe ondergrondsche sporen zijn niet zoo lang, liggen niet zoo diep en zijn in karak ter meer gelijk aan de Londensche „Dis trict" en „Met".'De Berlijnsche ondergrond sche spoorwegdienst is voor die stad niet Van zooveel beteekenis en ligt ook niet diep ondier den grond De lengte van de tunnels van de Londensche „Tubes" (5 spoorwegen, n.l. de Bakerloo, Hampstead en Highgate, Piccadilly, Central London en Oily Rail way) bedraagt ongeveer 65 kilometer. En alle treinen tezaam leggen per dag onge veer 200.000 kilometer af ol 73 millioen per jaar. Het aantal passagiers, in een enkelen dag door deze „Tube"-4reinen gezamenlijk vervoerd, kan geschat worden het millioen nabij te komen. Gegevens voor 1923, die ik beschikbaar heb, gewagen van „meer dan 300 millioen passagiers per jaar". En aan gezien het reizigerevervoer jaarlijks met groote sprongen toeneemt, mag men aanne men, dat men thans niet ver meer van een millioen per dag af is. Een van de drukste stations van de „Underground", waar ver scheidene „Tubes" en hoogcr liggende on dergrondsche sporen bij elkaar komen of elkaar kruisen, is Oharing Cross (geogra- plrisch in het midden van Grooter Londen); daar gaan gemiddeld per dag 250.000 rei zigers in en uit. In de bovcngrondsche vestibules van de „Underground"-staüons (men noemt ze „booking halls") zijn de loketten, waar men zijn plaatsbewijzen koopt, de ingangen voor de liften, de toegangen tot de trappen, in dien men niet van Liften gebruik wil ma ken, en (of) de „moving stairways" of escalators, waarlangs men (op bewegende trappen) naar de perrons beneden wordt ge voerd. Die „booking halls" bevatten tegen woordig een aantal automaten, waar men kaartjes over korte afstanden kan koopen, terwijl den laatsten tijd de man achter het loket ook vaak een machine bediend, die het verlihgde kaartje voor uw neus te voor schijn brengt, zoodra ge uw „fare" hebt betaald. De automaten in de „booking halls" alleen (waarvan er een 200 aan de ver schillende stations zijn opgesteld) leverden verleden jaar 46 millioen kaartjes. De liften verdwijnen geleidelijk. De er varing heeft geleerd, dat de bewegende trappen, die gedurende den ganschen trein dienst, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat onafgebroken in beweging blijven, de de passagiers vlugger, veiliger en in grooter getale naar de tunnels kunnen voeren dan de liften. Het tempo van de vaart van die trappên in zoo bedaard, ongeveer een hal ven meter per seconde, dat men er aan het begin en het einde zonder gevaar op en af kan stappen. Geleidelijk worden daarom alle liften vervangen door die „moving stairways". Er zijn echter eenige stations, waarvan de perrons zoo diep onder den grond liggen, dat de „moving stairways" er niet kunnen worden aangebracht,omdat ze te steil zonden worden. De perrons van het station Hampstead b.v. liggen meer dan 60 meter onder den grond. Het beloop der tunnels ie in het alge meen zoodanig, dat ze van het begin af ge leidelijk naar de diepte gaan en naar het einde toe weer gelei delijk stijgen, zoodat de groolste diepte halverwege wordt aangetroffen. Waar ech ter de bovengrond stijgt (zooals b.v. bl) Hampstead op de noordelijke heuvels van de stad) kan om die reden een stationsin gang veel verder van den tunnel af liggen aan het einde van het traject dan in het midden. De „Underground" heeft dubbel Bpoor; en elk spoor hoeft zijn eigen tun nel. In het algemeen liggen de twee tun nels voor het verkeer heen-en-weer naast elkaar. Maar soms cooals onder Ken sington heelt de gesteldheid van den ljo- dern of hebben constructie-eischen het noo- dig gemaakt, dat de eene tunnel boven of onder do andere werd gelegd, met een grondlaag van een zes meter dikte er tus schen. Op vele plaatsen kruisen de tunnels van een lijn die van een andere, in welk geval de eene onder de andere doorduikt. Een andere eigenaardigheid van de „Tube"- treinen Is, dat boven en behalve het alge- raeene beloop, dat ik boven aangaf, de baan naar elk slation toe een weinig op-, en van elk station af een weinig afloopt. Dit is gedaan om den trein zoo spoedig moge lijk voor een stationsperron tot stilstand te kunnen brengen, zonder te veel remkrachl te gebruiken, terwijl de helling naar omlaag, voorbij het station, bevorderlijk is voor het krijgen van snelheid. De ventilatie in de tunnels gaat vrijwel vanzelf. Door de lift- en trapschachten komt de buitenlucht naar binnen en de treinen in de tunnels werken min of meer als zuigers, die de lucht roeren en In beweging houden. Maar afgescheiden daarvan hebben vele stations ventilatoren, die per uur ge- -ffliddeü 250.000 kubieke meter gebruikte lucht uil de tunnels zuigen, met het gevolg natuurlijk, dat er even veel nieuws luchl van buiten binnenstroomt. Men kan zich voorstetien. dat dit stelsel van „Tube"-treinen een kolossaal stuk werk vertegenwoordigt. In het algemeen leent de Londensche klei zich goed voor tunnelbouw. Maar Soms, waar men op water stuitte, had men met groote moeilijkheden 1e kampen. En de geschiedenis van den bouw der Londensche „Underground" gt- waagt ook van alterlei wederwaardigheden en niet altijd prettige ervaringen Een in teressant stuk ingenieurswerk was do bouw van 't station van do „.City Railway" (toen nog City and South Londen Railway) bij do Engelsche Dank Toen men oen keus ge maakt had voor de plaats, waar hel station zou komen, bleek het bestuur Vhn een ouds City-kerk. di» daar stond, niet bereid van de kerk afstand te doen, ofschoon men een prijs bood, waarvoor men elders wel een dozijn kerken had kunnen bouwen. De inge nieurs mochten 't station onder de kerk bou wen zonder andor dan tijdelijk aan de funda menten te tornen. Zij verwijderden den onderhouw van de kerk en zetten er een stalen steun- constructie voor in de plaats. Op hel aldus gevormde stalen raamwerk rust thans nog het oude kerkgebouw en opzichters, die het herhaaldelijk blijven onderzoeken, heb ben niet het geringste scheurtje of nicf do geringste verzakking kunnen ontdekken. Veol last had men met de constructie van liet Charing Cross „underground"-stalion, dat onder het voorplein ligt van het groote bovengrondse he station van don ZuidOost- siKiorwog, waar vroeger de boottreinen van de Zeeland plachten aan te komen. De in genieurs van de „Underground" mochten niet aan liet voorplein gaan breken, omdat de directie van de groote, bovengrondscho spoorwegmaatschappij het ganscho plein bi- schikbaar wilde laten voor de rijtuigen (de oude Londensche „cabs"), ten behoeve van haar reizigers. Men begon daarom de schach ten (voor de liften) van de tunnels uit naar boven uit te graven, met de bedoeling do ruimte voor de „booking hall" aan het bo veneind der schachten op dezelfde wijze te behandelen, zoodat liet plein onaangeroerd kon blijven. Juist toen men daarmee was begonnen deed zich een ernstig ongeluk voor, dat velen menschen het leven kostte en dat oude Londenaren zich nog good her inneren. Het dak van het groote station stortte in; en het govotg was, dat het sla tion tijdelijk onbruikbaar werd, waardoor da „Underground" gedurende zea weken het gebruik van dat voorplein kon krijgen. Het plan om van benoden naar boven te werken, werd nu opgegeven en men bleef weken dag en nacht aan het graven om de 25 Meter diepe schacht naar de tunnels toe in die zes weken gereed le krijgen, do ruim te te graven voor dc „booking hall" en er een dak van stalen balken op te maken, waarop het voorplein van het bovcngrond sche slation kon rusten. Om niet te uitvoerig te wordon besluit ik met een korte opsomming van eenige bijzonderheden; Alle tunnels hebben (elephoondraden en een treinbestuurder heeft een draagbaar te lefoontoestel bij zicli, zoodat hij van elk punt in den tunnel met oen elation kan spreken. Tusschen de rails is een pad om reizigers in staat te stellen in gevat van nood loopend een station to bereiken, in welk geval de electrisehe stroom, die ge leid wordt door stalen rails naast de rij- rails, wordt uitgeschakeld. Dat geval heeft zich juist een paar dagen geleden voorge daan, toen er een kleine botsing plaats had, in een tunnel nabij Charing Cross, de eer ste botsing, die me ter oore is gekomen. De middellijn der tunnels is ongeveer 1 meter, in de bochten is ze iets grooter dan ln de rechte gedeelten. De dwarsliggers der sporen liggen in granietgruis voor zoover het de uiteinden der liggers betreft. Het midden deel van een ligger op beton, liet graniet verhoogt de nuttige veerkracht van de baan. De „stoelen", waarop de rails liggen, zijn met schroetbouten aan do liggers bevestigd en onder eiken stoel is een viltlaag, die moet" dienen het geraas van het rijden te verminderen. De perrons zijn ongeveer 180 meter lang en van beton gemaakt. De wan den der tunnels zijn bij de perrons met ge glazuurde tegels bekleed; maar men ziel er niet v&l van, daar de wanden vol reclame platen zijn, vaak zeer mooie, waarom men de „Underground" wel den bijnaam heeft gegeven van „everyman's picture gallery" (schilderijonmuseum voor iedereen). Geper ste lucht speelt een rol van beteekenis bij den dienst; liftdeuren en treindeuren gaan pneumatisch open en dicht, terwijl ook bet seintoestel groolendeels met luchtdruk wertrt Londen, 20 Januari 1925. RECLAME. NOODSEINEN. Geen wonder, dat Moeder bij tijdon prikkel baar wordt I Haar tobborig werk binnensbuis, wasschen, strijken, verstellen, poetsen en de cindelooze huishoudelijke zorgen souden door geen man verdragen worden Weee voorzichtig I Prikkelbaarheid, pijn in de lendenen en zijden, hoofdpijn, rugpijn, urioe- kwalen, zenuwechtigheid en duizelingen zijn seinen van nierverzwakking. Om zich to hoeden voor ontwikkeling van de lange nasleep van nog ernstiger nierstoorniz- sen, is het tijd om aan zichzelf te denken en de worstelende nieren met Foster's Rugpijn Nieren Pillon te helpen. Dit speciale niergeneeemiddel is geen allee genezend middelhet werkt alleen op de nie ren en blaas, en het baat tegen pijnlijke ver schijnselen van nier- en blaaekwalen ale nier- zond, rhenmatlek, steenvorming, waterzucht, Ischias, spit, blaasontsteking en urinezaurver- giftlglng. Peneend voor Jong en oud, diende geen hols zonder Foster's Pillen te zün. Verkrijgbaar in apotheken en drogistza ken 4 f 1.75 per flaeoD (geel étiket me* zwarten opdruk)", 2834

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 13