GEMENGD NIEUWS. Mijn reis door Canada. KUNST EN LETTEREN. In een pension in de A m a- Ila—vaJi-Solmastraal, in Den Haag, werd Vrijdagavond door een Indische lauailie, daar ais gasten vertoevend, (huiskomend, brand ontdekL De vlammen kwamen uit de keuken, die op slot was. De pensionhoud ster, een -W-jarige weduwe, was alwaiig. Toen men de keukendeur niet een toevallig passenden sleutel opende, bleek het vuur bet houtwerk reeds te hebben aangetast. Daar men in de keuken buseen met petro leum aantrof, en hout en turf, in petroleum gedrenkt, dacht men aan brandsliohiing en waarschuwde de politic. Inmiddels was hel Vuur gedoofd, zoodal de aangerichte schade niet groot was. zDe hoofdcommissaris en commissaris en de ofticier van justitie mr. Hermans ver schenen ter plaatse en stelden een onder zoek in. Niet alleen in de keuken, ook op andere plaatsen werden bussen, met petro leum gevuld, aangetroffen, zoodal het op zet tot brandstichting wel duidelijk aan wezig was. Tegen elf uur 's avonds kwam de pen sionhoudster, -die heel verbaasd deed, ioen zij hoorde, wat voorgevallen was. De politie hield haar aan en deed haar overbrengen naar edn politiebureau. Hier namen de po- litie-autoriteiten haar een scherp verhoor af, met het resultaat, dat zij ten slotte te kende, den brand gesticht te hebben, om dat zij in tinancieele moeilijkheden ver keerde. De inboedel was niet hoog verze kerd, terwijl het huis niet haar eigendom was. Zij wordt thans in bewaring gehou den. Een chauffeur van een der Wesllandschc autobus-ondernemingen had dezer dagen met zijn patroon een woorden wisseling, welke nogal hoog liep. De chauf feur, hier niet erg over tevreden, vertrok met zijn autobus uit Naaldwijk, doch te Loosduinen aangekomen, zette hij de auto bus met passagiers aan den kant van den weg en vertrok zelf per tram naar Naald wijk. De reizigers waren daarover natuur lijk niet best te spreken. Goede raad was duur. Eindelijk heeft men een anderen chauffeur gevonden, die de autobus verder naar Den Haag bracht. Zaterdagavond heeft op den hoek Houtbrug-Raarasingel, te Haarlem, een botsing plaats gehad tusschen een auto, bestuurd door het Kamerlid mr. J. B. Bo- mans, uit Haarlem, en een auto van dr. Van Zjjl, uit Heemstede. De wagens werden ernstig beschadigd. Drie kinderen Tan mr. Bomans werden licht gewond. Uit de Blindekatersteeg bij het Rokin le Amsterdam is een groote withouten kist, gemerkt J. C. 2965 en van twee handvatten voorzien, van den open baren weg gestolen. Twee jongemannen, vermoedelijk in Man chester kleeding en met petten op, zijn met die kist, geladen op oen inmiddels opge spoorde handkar, weggereden. De kist hield in 139 damesmantels, zoo wel stollen als zijden en in verschillende kleuren, tot een waarde van ongeveer f 10.000. Enkele mantels voorzien van bont kraag, en alle hadden zijden voering. Ver der is in eiken mantel een ingenaaid éti- ket, luidende: „Maison de Bonneterie." De commissaris van politie in de Xle sec tie, bureau Singel 465, te Amsterdam, ver zoekt mededeeling van bijzonderheden, welke kunnen leiden tot het opsporen der gestolen goederen en tot aanhouding van de daders. Di staking te IJ muiden. Aan de besturen va® de Reedersvereeniging en van de IJmuider Federatie is een brief gericht', onderleekend door ds. T. J. van Oostrom Soede, »Ned.-Htrv. predikant, ds. ,W. Luikinga, Doopsgezind predikant, en den heer L. Rinkel, pastoor der oud-Kath. Kerk le IJmuiden. In dezen brief vragen de Bchrijvers, getuigen van den strijd met zijn betreurenswaardige gevolgen en gevoelende den plicht om le komen tot pogingen, die kunnen leiden tot het betiindigen van den strijd, beiden partijen mede te werken aan de instelling van een onpartijdige com missie, geheel staande buiten het reederij- bedrijf en de vakbeweging, aan welke de 1 taak zou moeten worden opgedragen om een formule le vinden, waardoor de vis- Bchersvloot weder kan uilvaren en de weg Jot nadere onderhandelingen kan worden geopend. De onderleekenaars spreken de hoop uit, dat de arbeid van zulk een commissie zal leiden tot een duurzame beëindiging van den strijd in het vissclicrsbedrijf. Hoewel zij op de samenstelling der commissie niet willen vooruitloopen, verklaren zij zich tot verdere medewerking gaarne bereid. Ernstig autoongeluk te Nij- megen..Zaterdagnamiddag omstreeks vijf uur is een door den heer E A. Ophpysen, fabrikant te Nijmegen, bestuurde gesloten Fordauto, waarin behalve hijzelf zaten zijn eohlgenoole en him twee dochtertjes, al daar door nog niet opgehelderde oorzaak tusschen de Eleclrisclic Centrale en het iVeer van de hooge Waolkade gereden. liet 8-jarig dochtertje wist de auto le verlaten. Zij werd door een schipper uit het water ge- haald en was aan de handen en een der beencn gewond. De auto verdween in de diepte. Toen men er in geslaagd was den wagen uit het water te hijschcn, werden daarin gevonden de lijken van den heer en mevrouw Op- huysen en dat van hun elfjarig dochtertje. Het geredde meisje en de lijken zijn naar het ziekenhuis te Nijmegen overge bracht. Het ongeluk heeft Zaterdagavond nog een nasleep gehad. Omstreeks elf uur is, pre cies op de plaats, waar de aulo fe water is gereden, een jonge vrouw in de Waal ge sprongen. Zij werd in bewusleloozen toe stand opgehaald ea bleek te zijn een woe- gere dienstbode van het echtpaar Opliuy- sen. De gebeurtenis heeft een nieuw licht op het ongeluk geworpen, waaromtrent vele niet te controleeren verhaten te ronde doen. Zeker is, dat aan dit ongeluk een geheim. zinnige geschiedenis verbortden is, welke door den dood van den heer Ophuysen wel nooit zat worden opgelost, meldt „De Tel." TeSteenderen werd sinds eenigen lijd een 17-jarig meisje vermist. Aanvankelijk werd aan een ongeluk ge dacht, maar thans heelt het politie-onder- zoek uitgewezen, dat zij zich in Duitsch- land ophoudt. In verband daarmee is pro ces-verbaal opgemaakt tegen zekeren V., wegens het onttrekken van een minder jarige aan de ouderlijke macht. Te Borne is de kantfabriek van de firma Ebbekink en Co. geheet afge brand. Ongeveer 150 hoepelmakers te Giessenium en te Hardinxveld zijn in staking gegaan, omdat de patroons een verzoek om ioor.sverhooging hebben afgewezen. De werkloosheidonder de bouw vakarbeiders neemt te Utrecht in den laaïstc-n tgd groote afmetingen aan. Thans zjjn on geveer 60 procent van ben zonder werk. Van de 25 A 2600 bouwvakarbeiders zfjn zt» er een 12 A 1300 werkloos, waaronder een groot aantal, dat reeds geruiraen tijjd zonder werk is. Een en ander heeft tot gevolg, dat onder die werkloozen een min der gunstige stemming lieerschL Zij hebben thans bij ae organisaticbesturen aangedron gen om met bet gemeentebestuur overleg te plegen over maatregelen, teneinde de werkloosheid te bestrijden en daarbij de bedreiging gevoegd, dat zij anders zelf zullen pogen zich in verbinding te stellen met het gemeentebestuur. Vrijdagmiddag is, naar „Eet Ksgz." melat, te Nieuwkurjk een ernstig ongeluk gebeurd. Een jongen liet in de schuur van den landbouwer Verreijt een geladen geweer uit een rek vallen, met het gevolg, dat het schot afging en Verreijt, die ter plaatse was, de volle lading in zjjn borst kreeg. De man was op slag dood. Hg was weduwnaar en vader van zes kinderen. Bluf. Een paar zwemmers van belang zijn aan 't bluffen. De een ver haalt, dat hij onlangs bij het duiken vier minuten onder water bleef. En de andere laat er op volgen, dat hij alle dagen bijna tien minuten onder water vertoefde en eens wellicht nog langer daar zou zijn gebleven, want hij was in slaap gevallen. Een hen gelaar maakte hem wakker. H BUITENLANDSCH GEMENGD. Zaterdagmorgen zijn tengevolge van den hoogen waterstand van de Eems uitgestrekte landerijen in de Oostfriesche plaatsen Lae- then, Aschendorf e.a. onder water geloopen. De sluismeester Geeraert, de man van de Yser-inundatie, is te Brugge overleden. Hij zal plechtig met militair eerbetoon te Nieuwpoort worden begraven. Tien jaar lang zijn hem alle eerbewijzen onthouden. Ko ning Albert bleek dit verzuim thans te wil len herstellen. A. Law, een vroegere afgevaardigde van de Engelsche arbeidspartij voor Bolton, die bij de jongste verkiezing het tegen een con servatief heeft moeten afleggen, heelt Zater dag voor het eerst voor zichzelf en zijn ge zin steun wegens werkloosheid ontvangen, daar het hem Diet gelukt was werk te vin den. In Schotland is sensatie gewekt door bet feit, dat kapitein John Middleton dood werd gevonden op het landgoed van zijn vader. De dood was veroorzaakt door geweerschoten. Gisteren werd de vader, majoor Middleton, die over de 70 jaar oud is, door de politie ge arresteerd en in een gesloten automobiel naar Perth overgebracht. Hij werd door doc toren onderzocht, die verklaarden, dat hij buiten staat was een verhoor te ondergaan. Daarna werd hij in de gevangenis in voor- loopig arrest gesteld. De berichten omtrent het gebeurde zijn tot dusver vaag. Het schijnt, dal de vader een jachtgeweer hanteerde, toen het noodlottig schot zijn zoon trof. Niemand was bij het incident tegenwoordig Men schijnt le geloo- ven, dat de vader zien niet bewust was van hetgeen hij gedaan had. De gedoode kapitein deed gedurende den ganschen oorlog dienst in het Engelsche le ger. Hij werd toen eenmaal ernstig gewond. De vader was in zijn jeugd een bekend sportsman. Vrijdagavond brak te Tokio in de voorstad Asakocsa een hevige brand uit, die 285 hui zen in de asch legde en 1200 personen dak loos maakte. Velen werden gewond, maar gelukkig niemand gedood. Het blusschen van den brand, die door een hevigen wind werd aangewakkerd, leverde wegens de nauwe straten van de wijk zeer veel moeilijkheden op aan de brandweer, die levens gebrek aan water kreeg, zoodat een oogenbiik heel de stad gevaar liep. De pers vestigt de aandacht op de vele groote branden, die den laatsten tijd te Tokio voorkwamen, terwijl de brand weer onvoldoende wordt geacht. Het koude winterweer maakt het lot van de talrijke dakloozen nog harder. Rockefeller Jr. heeft aan de Keizerlijke Universiteit le Tokio een bedrag van 1.600.000 dollar geschonken tot herstel van de bibliotheek, welke bij de groote aardbe ving werd verwoest. 30 Zeeroovers hebben zich te Singapore als passagiers ingescheept aan boord van het groote s.9. Hongwa, dat aan een Chineesche maatschappij behoort, doch onder Engelsche vlag vaart en dat naar Hongkong vertrok met verschillende honderden Chineesche passagiers en een gemengde lading. 13 Jan., op 5 dagen van Singapore, overrompelden zij den kapitein en de officieren bij het ont bijt met de revolver in de hand, stelde den draadlooze buiten werking en dwongen de officieren het 9chip le brengen naar de baai van Bias, bij Hongkong, waar zij met een reusachtigen buit ontsnapten. Er is niemand gewond of gedood. De zeeroovers waren 8 dagen lang heer en meester op het schip. Volgens een officieel bericht uit Rome zijn voor het Jubeljaar 62 eitra treinen uit Duitschland, 8 a 10 uit Oostenrijk, 8 uit Hongarije, 5 a 6 uit België, 5 a 6 uit Frank rijk, 2 uit Litauen en een voorloopig niet vastgesteld aantal treinen uit Polen aan gekondigd. Binnenkort tal een pelgrims stoet uit Mexico to Rome aankomen. RECLAME. 7708 door Mevrouw VEENSTRA—HEIDSTRA III. Door ziekte was ik verhinderd het 3de artikel eerder te schrijven en haast ml) nu, het achterstallige werk in te halen. Mijn vorig schrijven eindigde met het op reis gaan van Montreal naar Ottawa, de hoofdstad van Canada, waar de regeering zetelt; een mooie stad met prachtige ge bouwen. Met den trein aankomende, ziet men in de hall boven den ingang van een zeer lange gang, een electrisch verlicht bord, met den naam van het hotel „Chateau du Lauriez", dat toebehoort aan de Canadian National, Railway, een der twee grootste spoorwegmaatschappijen in Canada. Gaat men dezen gang in, dan bemerkt men, dat hij langzaam afhelt en zeer lang is. Men passeert een paar kantoren, een kapperszaak en een winkel van damesartikelen en komt dan aan den ingang van een eleclrische lift, die de gasten naar boven brengt. Het hotel slaat tegenover het station en de gang loopt onder de straat door. Boven aangekomen slaat men even verwonderd over de gewel dige luxe, die daar heerscht. Een groote hall met marmeren vloer, bedekt met een zwaar tapijt, prachtige planten en bloemen, hooge boogvensters met gekleurd glas ln lood, zware gebeeldhouwde meubelen, alles getuigt van smaak. Uit de hall komt men langs een boekwinkel. Verder gaande, be landt men in groote zalen, waarvan één, die alleen door de dames wordt gebruikt. In deze zalen, die allen even weelderig zijn ingericht, staan hier en daar kleine schrijf bureautjes, waarop men alle schrijfbehoeften vindt en waarboven een keurig electrisch lampje is aangebracht. Men verlaat de zalen en komt in lange gangen, die levens zeer breed zijn en waar men langs de wanden gezellige zitjes heeft. Ook de eetzaal is prachtig ingericht. Het was warm den dag, dat ik in dit hotel arriveerde en ik nam plaats op het bordes dat op zij van het gebouw is aangebracht. Dit bordes is ongeveer 15 meter diep en vele meters lang, daar het langs de geheele zijde van het hotel loopt. Merkwaardig ls, dat het grootste gedeelte met een reusach tige zonnetent overdekt is. Ook hier weer mooie bloemen en smaakvolle rieten meu belen. Om zich te kunnen indenken hoe groot zulk een hotel is, moet men weten dat mijn kamemummer was 323. De kamers zijn keurig ingericht, alles mahoniehout, en zware deuren met nikkel beslag. In iedere kamer is een telefoon en men wordt des morgens telefonisch gewekt. Vanuit het ho tel ziet men op het stationsgebouw dat even als de meeste groote gebouwen in Ottawa, in zeer imposante stijl is opgetrokken, en op do parlementsgebouwen, die hoewel nieuw, den indruk geven van de oud/ deftige offi- cieele regeeringsgebouwen in Londen. Zij liggen in een groot park, omringd door mooi hekwerk en maken een voornamen indruk. Nadat ik hier1 een bezoek had gebracht, ging ik naar een ander gebouw waarin de ver trekken en kantoren van den plaatsvervan- genden Minister van Emigratie waren ge vestigd. Mr. Egan de plaatsverv. Minister en Mr. Blair, die de functie bekleedt die bij ons waarschijnlijk Secretaris-Generaal zou wor den genoemd, ontvingen mij zeer vriende lijk. Na een langdurig onderhoud waarbij deze heeren mij hun zeer gewaardeerde raad gevingen meegaven, vertrok ik met een in troductiebrief van den Minister aan alle emi gratie-ambtenaren in Canada, waarin Zijn Excellentie verzocht, mij zooveel mogelijk van dienst te zijn. Teven9 verzocht hij mij, op mijn terugweg weer bij hem te komen, en mijn bevindingen mede te deelen. Mijn werk in Ottawa was afgeloopen en na des avonds nog wat te hebben rondge wandeld in de buitenwijken waar de meeste huizen evenals te Montreal groote tuinen rondom hebben, keerde ik den volgenden morgen met den trein van 6 uur naar Mon treal terug. Toen ik instapte waren de wa gens benauwd en vuil. Een neger was bezig ze uit te vegen en te reinigen. De wagen waarin ik plaats nam, was vrij vol met menschen die uit de West kwamen, dat wil zeggen uit Britsch-Columbia en Alberta. Zij hadden reeds vier dagen en nachten in dien trein gezeten en hadden nu hun laatste 3 A 4 uren nog voor den boeg. Tegenover mij zat een vrouwtje uit Lethbridge (Zuid-Alberta). Zij had twee kinderen bij zich en ik bood aan op de kleintjes te passen terwijl zij in het toilelkamertje zich wat opfrischte. Terug gekomen vertelde ze mij dat zij oorspronke lijk Italiaansche was, doch 15 jaren geleden met haar ouders naar Canada was gegaan. Haar vader had eerst als arbeider bij de boeren gewerkt, en bezat nu zelf een boer derijtje. Groot was het niet. (160 acres noemt men daar niet groot) maar ze hadden een best bestaan. Zij was getrouwd met een Ita liaan die daar ln de mijnen werkte. Op mijn vraag hoeveel haar man verdiende, zeide zij, 10 doll, per dag. Hij werkte nooit meer dan 4 dagen per week en wai naar ik uit haar hall Engelsch half JlaUaansch kon begrijpen. voorwerker of opzichter over een groep mijn werkers. Er was reeds 5 maands» staking in de mijnen in Lethbridge, haar man was nu met het jongste kind bij haar ouders en zij ging met de twee andere kinderen voor een paar maanden naar zijn familie in Ita lië. Zij hadden volgens haar zeggen een uit stekend bestaan en hielden veel meer over dan de Engelschen, daar zij zuiniger leven. In Montreal aangekomen stond er een verte genwoordiger van de Canadian Pacific klaar om de passagiers voor hun lijn naar de boot te geleiden. Om 1.45 van dienselfden dag vertrok ik van Montreal naar Sherbrooke, een stad in de provincie Quebec, waar ik om 5 uur aankwam en een taxi nam naar het tehuis van Y. W. O. A. (Christel. Jonge Vrouwen Ver.) Het wae een groote villa omringd door een mooie tuin zonder omheining. Er waren 20 meisjes en vrouwen als vaste gas ten. Allen haddein in de stad werk op kan toren en vonden hier een heerlijk en vei lig tehuis. Men neemt in die tehuizen ook tijdelijke gasten en ik werd er vriendelijk welkom gcheeten. Des avonds had ik nog een onderhoud met de man die onze emi granten in dat distirct plaatst en maakte met hem de afspraak dat wij den volgen den dag samen bij onze jongens langs zou den gaan. Om negen uur van den volgenden mor gen was ik in zijn kantoor. Hij ontving mij met den uitroep: „Gelukkig dat u komt, gij kunt ons helpen." Er was n.l. een jon geman uit Finland aangekomen, die geen Engelsch kcDde. Gelukkig sprak hij goed Duitsoh en kon ik als tolk dienen. Het is vreemd, maar in Canada denkt men dat een Hollander wel vele talen kan spreken. De auto kwam voor met den eigenaar en' zijn vrouw voor in en wij gingen aan de rit. Het is een prachtig golvend landschap in die streek en Boms heeft men buitenge woon mooie vergezichten. Groote en mooie boerderijen, vruchtbare grond en veel wel varender dan de streek langs de spoorlijn Quebec-Montreal. Men heeft hier ook veel Fransch-Canadecsche boeren, doch hun huizen zijn meestal minder mooi dan die van de Engelschen. De eerste man bij wie we kwamen, voelde zich hier niet thuis en wilde graag meer verdienen, zoodat hij be sloten had verder West te gaan. De tweede maakte het uitstekend en was best tevie- den evenals de boer ook. Drie en vier even zoo. De vijfde was een jongeman uit de buurt van Amsterdam. Toen we op de boerderij aankwamen, was er niemand thuis We wachtten even en zagen toen in de verte een hooiwagen aankomen waar twee mannen bovenop stonden. Dichterbij ge komen zag mijn geleider dat het de boer was die we moesten hebben en de jonge man ook. Ik herkende hem niet, zoo dik was hij geworden. Ik vroeg hem dan ook eeTst in het Engelsch of hij uit Holland lrwam. Hij antwoordde mij in het Engelsch en daar de jongen twee maande® tevoren geen woord Engelsch kende, kon ik bijna niet ge- tooven dat hij dezelfde was. Ha eenig heen en weer gepraat in het Engelsch stelde ik hem voor om Hoflandscli met mij te spre ken maar hij was bet zoo ontwend, dat hij er telkens Engelsche woorden tusschen door gebruikte. Hij zeide een bovenstbexe baas te hebben en best tevreden te zijn evenals twee aindere Hollanders die daar in de buurt ook een plaats hadden gekre gen en met wie hij omging. De boer was zoo met den jongen ingenomen dat hij mij bij het weggaan nariep: „aJa jullie in Hol land meer van zulke jongens hebt als deze, dan kun je hier het volgend jaar wel een dozijn sturen". We keerden terug naar Sherbrooke, waar wij om 6 uur aankwamen. Na 's morgens nog eenige zaken te heb ben gedaan vertrok ik om 3 uur 's middags van Sherbrooke en arriveerde den volgen den morgen om 6 uur in Toronto. Over mijn ervaringen daar en in de fannstreken van Zuid-Ontorio schrijf ik hl een volgend ar tikel. „DE LAKENHAL". Tentoonstelling van werken van Theo van Rysselberghe. Het zal ben, die bekend zjju met de kunst ran dezen vooraanstaanden Belg, heb ben verheugd ,dat zijn werk voor enkele weken gastvrijheid vindt in „De Lakenhal". Zij zuilen door vergelijking met vroeger gezien werk, keurend het beste naar voren halen en daar hun genot van hebben, maar aan totaal zal deze tentoonstelling niet geven, wat_ zjj hadden verwacht. Het vele middel matige geeft teleurstelling en tevens den bezoeker, die van Rysselberghe's kunst voor het ec-rst aanschouwt en zich, gezien den grooten naam, op onverdeeld kunstgenot spant, een verkeerd denkbeeld van zijn be langrijkheid als kunstenaar. Geeft deze expositie ran Rysseibergho dus niet op zjjn best, dan is hiervan voor een deel wellicht de oorzaak, dat hj) kort te voren in Utrecht het zelfde werk expo seerde en daar een aantal schilderijen, waar onder mogelijk de beste, verkocht. Dit als bijkomstigheid, waarmee verder geen reke ning gehouden mag worden. Van Rysselberghe behoort tot de groep der pointiilisten, het werk van dezen Vla ming heeft een houding, waaruil we voe len^ dat het voor een goed deel in da Parijsehe sfeer is gegroeid. In 1862 werd hij te Gent geboren, nam daar en in Brussel fes en kwam in Parijs (waar hij verder voor namelijk bleef en, naar ik meen, ook nu nog woont) onder invloed van hen, die met het ontleden van het licht, een verjonging in ie kunst brachten. Behalve tot verheldering van kleur, licht en atmosfeer, voerde dit procédé, dat aan leiding gaf tot een bepaald systeem, bjj de sterksten, waartoe ook Van Rysselberghe behoort, tot een grooter aandacht voor aeu vorm. Het is de grootste kracht van Van RysseJ* bërghe, dat hij het levende behoudt, njfn kunst juist bloeit door d©D eenvoud bres- gendo beperkingen, die zwakkere aanhanger» van deze school deed verdorren. We dienen met te vergeten, dat het probleem van fa contrastwerking der kleuren op weten be rust. Van Rysselberghe heeft een scheep oog voor het karakteristieke (we denken aan zijn fonkelende vischstillevens en aquarium- stukken),, styleerend is hij in de naakttigm ren, den vorm door veralgemeening vee. edelend. Een sterke, niet avontuurlijke, naar het volmaakte in zijn richting strevende persoonió-heid, laat zich bijna steeds con. stateeren. Gevoelig loopend, toch vast omschrijvend is de sobere lijn, waarmee hij zijn naaktj. figuren teekent, in zijn stillevens en aquarf. um-stukken, (meer direct visueel kleur ea vorm noteerend), kantigs en kernachtig. Het is het belangwekkende van deze ten. toonstelling, dat ze die verscheidenheid toont, het directe en het bezinnende. Aan den grooten wand van de eersta zaai hangt een van de beste werken van deze expositie. Hij heeft in het klare buiten, licht naakt en landschap tot eenheid gebracht. _H.jj beleefde het. oude, beproefde repoaS- soir van onze 17de eeuwsche schilders op nieuw; do voorgrond in schaduw, waardoor het naar den horizon wijkende landschap v/rjdeehheid krijgt. De compositie is in hoofdzaak tot de ran links boven naar rechts onder verloopende diagonaal terug te brengen, die het groepjet twee na (:ct bad in de schaduw voor een boschje zich afdrogende koel-blanke vrou. wenfiguren naar boven begrenst. Van da naakten gaat de aandacht naar het strandj dat in randplaten, waartusschen ln beken het zeewater stroomt, verloopt en verdec over het zeevlak, waaruit zich aan den horizon een laag, langgerekt gebergte hefflj dat met de lijnwerking ran de randbanken, het gevoel van ruimte versterkt. Z(jn naakten zijn hier niet excellent van kleur, het groote vrouwennaakt, als knie stuk, is vooral om de soberheid van bouw te prijzen, bjj het andere 1' Ablution ia het zonvervulde interieur waarin het rozige naakt geschilderd is het belang rijkst om het kostelijk verzadigde ran do kleur van kleeden en gordrjtien in het pa relende gouden licht. Een aantal naaktteekeningen doen cien, dat hjj vooral het type geeft. Over de portretten is zijn wat koele zelf portret, onopgesmukt, kundig, al is de bouw van sohouder en arm onder de jas niet heel zuiver. Een studie voor een portret van Emilc Verhaeren wint het verre. In het met de armen op de tafel leuneln^ het hoofd even terzijde gekeerd, de oogen door de zoo fijn gevoelde glazen ran de lorgnet rustig, even jiroomend, kijkend, zit meer dan de bloote waarneming. Hij geeft het rustige zinnende van dezen mensch, wiens ranke handen, straks de schoone regels don blanken vellen papier op de tafel zullen toevertrouwen. Sterk visueel is het portret van het meisje buiten in de zon, vooral in het gelaat onder den stroohoed. Dan moe ten we nog het karakteristiek sterke portret van die oude dame met de donkere wenk. brauwen noemen. In de stillevens zrjfo de vlakke achter-- gronden meest stap. Rijk, stemmig en vof van kleur 'is bet kleine landschap Etang A Mariemont. Link» en rechts van het aquariumstuk aan het tusschenschot, dat merkwaardig genoeg een rustig geheel vormt, ondanks het levendige beweeg van de speelsche visschen, hanger TiscIstilleveDS, vooral no. 15, de even vaH boven geziene platte schotel op het blanke wit van het tafellaken, met de beide ge drongen schitterend kleurige visschen is eau festijn voor 't oog, decoratief van groote pracht. Het doet door den eenvoud van net rhythme denken aan wat EgjTtenaMn soms van visscher gaven in reliëta, i WEEKBLADEN. 1 „DE VRIJDAGAVOND" brengt dele wedt een reeks artikelen over de intrede der J<fj Öen in de Nederlandsohe maatsdhappij, een grafschennis te Muiderberg vóór tweehon'. derd jaar, eenige opmerkingen over Tour® en wetenschap, den Jood in de wereldcul tuur, den Talmoed-geleerde Benjamin Prins, enz. „DE WERELDPOST" geelt aardige kielt jes uit Holland en hel buitenland, het var- volgverliaal achter de filmcoullsse® van,' Theo Frenkel Sr., werken van den schildert C. J. Maks, brief van een zwerver, de op. lossing van den detective-prijsvraag, enz, „DE WERELDKRONIEK" bevat actueel* kiekjes uit het buitenland, voorts een groep moment-foto's, de verschijnselen in beeM brengende van hetgeen bij het afschieten van een revolver geschiedt, een vrouwen praatje, buitenlandschen humor, enz. „DE DAG" schrijft over; het eeuwig onzijdige de Bacchantende Hollandschei schilderijenbeeldende kunst, onze letter kunde, en vrouwenleven. In de „HAAGSOHE POST" vinden wij o.m. beschouwingen overonze kolenocto- pusde postmisèreden nieuwen Rijks kanselier de finanoieele conferentiede haringvisscherij in 1924; de kleinhandell- prijzen te 's-Gravenhagede verzekerings wereld, enz. „HET LEVEN" besteedt aandacht aan: de Oross-Word-puzzle; de plannen onzer, tooneeldirectiesde moord op makelaar Buschde komende lentemodehet schrik bewind vain Mussolini en het leven in oari- catuur. RECLAME. -usm MIJNHARDT's Zenuw-Tabletten -i75* «II

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 6