ONTVOERD. No. 19892 LEIOSCH DAGBLAQ, Donderdag 15 Januari Tweede Blad. Anno 1925, BINNENLAND. FEUILLETON. m tegemoetkoming aan Zniderzeevisschers. Een wetsontwerp is ingediend ter rege ling der tegemoetkoming aan de Zuiderzee- Tisschersbev o I kin genz. wegens de schade, welke de afsluiting der Zuiderzee hun gnocht berokkenen. Het ontwerp stelt in de eerste plaats jrast, dat zal moeten worden uitgemaakt: a wie voor tegemoetkoming in aanmer king kunnen komen; b. waarin de tege moetkoming zal bestaan; c. op welke wijze •n c. q. tot welk bedrag, de tegemoetko ming zal worden uitgekeerd; d. wanneer met het verstrekken van tegemoetkoming «al worden begonnen. Als resultaat van al haar overwegingen Melt de Regeering voor, dat: lo. aan belanghebbenden en hun kinde ren nijverheidsonderwijs zal kunnen ver strekt op de wijze als ihans reeds in de Nijverheidsonderwijswet is geregeld, lenzij dit onderwijs niet mocht kunnen voorzien in de opleiding tot eenig handwerk, am bacht of bedrijf, in welk geval in die op leiding. eventueel op andere wijze zat kun nen worden voorzien; 8o. ter verkrijging van arbeid aan be langhebbenden hulp en voorlichting en aan hun kinderen zooveel mogelijk voorlichting bij beroepskeuze zal worden verschaft, zoo noodig onder toekenning van financieelen «teun. terwij) ook de mogelijkheid lot ver plaatsing van bedrijven onderzocht zal kunnen worden 8o. crediet verleend zal kunnen worden, koo noodig door een op te richten vereeni- ging, die de credietbehoefien met de daar toe jaarlijks beschikbaar gestelde gelden ■al verzorgen, oi wel rechtstreeks door of vanwege het Rijk; 4o. voorkeursrecht lot het kosteloos ver krijgen van een vergunning tot uitoefening der viasohérij op de afgesloten Zuiderzee kan worden verleend; 60. op den voet van de kostwinnersver goeding, bedoeld in art 88 der Dienstplicht wet, uitkeering ln geld kan worden gege ven. Wat de hoegrootheid der bedragen be- Sreft, waarover de beschikking zal kunnen worden verkregen, schijnt het geen aanbe veling te verdieDen daaromtrent bepaalde cijfers in de wel vast ie leggen, evenmin lis wat het crediet betreft. Het maximumbedrag dat wordt uitge keerd, zou kunnen worden vastgesteld op 12.60 per dag; hierbij moot in aanmerking Worden genomen, dat uitgekeerd wordt over atle 7 weekdagen, maar dat het bedrag kan Wisselen naar gelang van de plaats van in woning. De burgemeester is de aangewezen auto riteit om de Regeering omtrent de gedano aanvragen om geldelijke uitkeering die 'daartoe aan hem moeten woiden gericht In te lichten. Toekenning van geldelijke uitkeering zal mei nauwgezetheid overwogen behooren te Worden, waarbij het aanbeveling zal ver dienen om de bedragen, welke met het oog DP te genieten nijverheidsonderwijs zullen worden toegekend uitgezonderd die we gens loonderving buiten verbamd met de Uitkeering te houden. Evenzeer zal althans theoretisch Be mogelijkheid moeten worden voorzien, dat onder deze categorie eenige belangheb benden worden aangetroffen, aan wie cre diet is verleend. Een commissie zai zijn te benoemen. Welke zal hebben te adviseeren over de in gevolge de wet te nemen maatregelen en bij wie de centralisatie zal berusten voor de Uitvoering onder den Minister van Wa terstaatvan de geheele regeling. De Minister van Waterstaat zal beslissin gen aan de commissie kunneu deiegeeren; «ij zal -niusschen aan dezen bewindsman veraniwoording schuldig zijn en verslag ovar haar verrichtingen hebben uit te bren gen. Aan de commissie zal een bezoldigd lecretaris moeten worden toegevoegd aan fcet hoofd van een bezoldigd bureau. Kwesties, waar arbeidsbemiddeling, voor lichting bij beroepskeuze voorlichling voor ue kleine nijverheid, nijverheidsonderwijs 1 en visscherijbelaegen aan te pas komen, kunnen ten slotte tusschen de betrokken ministers worden geregeld. De vraag, wanneer met het verstrekken van tegemoetkoming zal worden begonnen, is niet voor directe beantwoording vat baar. Voorkoming van brandgevaar. Bij de wet van 13 Jan. 1923 werd vast gesteld, dat bij alg. maatregel van bestuur bepalingen Ier voorkoming van brandge vaar voor gebouwen en getimmerten kon den worden voorgeschreven, op welker overtreding hechtenis of geldboete gesteld kon worden. Bedoelde maatregel van bestuur is thans opgenomen in Slsbl. 620. Wij ontleenen er het volgende aan: ,,Het is verboden ten behoeve van lood gieterswerkzaamheden op torens, daken, goten of zalingen van gebouwen, daaronder begrepen getimmerten: - a. een open of gesloten vuur aan te ma ken of aanwezig te hebben elders dan in de open lucht, op den beganen grond, hui ten het gebouw; b. toestellen, gevuld met spiritus, benzine of andere vluchtige oliën, of eenige open vlam aldaar aanwezig te hebben; c. de voor de werkzaamheden ver- eischte vuurpotten anders dan in de open lucht, op den beganen grond, buiten het gebouw te gebruiken; zij mogen alleen worden gebruikt door of onder leiding van oen vakman; d. de soldeerbouten anders dan in de open lucht, op den beganen grond, buiten het gebouw te verwarmen en anders dan in een aan de binnenzijde met asbest bekleeden, gesloten metalen koker naar de plaats van beslemming te brengen; het naar boven brengen mag alleen ge schieden buiten het gebouw. Het in het vorige lid bepaalde is niet van toepassing ten aanzien van in aanbouw zijnde gebouwen." De burgemeester is in bepaalde gevallen bevoegd, ontheffing van vorenstaande bepa lingen te verleenen, op voorwaarden, welke in het besluit nader omschreven zijn. Voorts is bepaald, dat het verboden is, in of binnen een afstand van 25 M. van de j hieronder nader le noemen gebouwen of ge- timmerten op te richten; opslagplaatsen van hout, leer of pek; lo- comobielen, niet vallende onder artikel 2 der Hinderwet; bioscopen; plaatsen, be- stemd tot bewaring van films; schouwbur- j gen; garages; herstelplaatsen van motor- I wagens en motorrijwieleninrichtingen, j waarin benzine en dergelijke brandbare stoffen, welker dampen met lucht ontplof- j bare mengsels vormen, worden bewaard; een en ander tenzij met vergunning van j den Burgemeester en met in-acht-neming van de door dezen te stellen voorwaarden in het belang der voorkoming van brand gevaar. Het bovenbedoelde verbod geldt ten aan- zien van de navolgende gebouwen en ge- i limmerjen de gebouwen, waarin de departementen van algemeen bestuur, de provinciale grif- j fiën en de gemeentesecretariün zijn geves- tigd, archiefgebouwen; musea; gerechts- gebouwen; hypotheekkantoren; belasting- gebouwen; ziekenhuizen; gevangenissen en i voorts de gebouwen en gemeenten, die voor eenige gemeente zullen worden aangewe- zen. Overtreding van do bovengestelde voor- i schriften wordt gestraft met hechtenis van I ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden. De veilingen en de Zegelwet, Op uitnoodiging van het Oentraal-Bu- reau van de Veilingen in Nederland waren veilingmeester» en bestuursleden der vei lingen uitgenoodigd ter vergadering in ,,De Kroon", te 'a-Gnavenhage. De opkomst, die groot was, bewees de belangrijkheid dezer aangelegenheid voor de veilingen. De voorzitter, de heer F. V. Valstar, opende de vergadering en zette het doel dezer vergadering uiteen, waarna de secre taris, mr. Niemöhier, een en ander nog na der toeiiohtte betreffende de verplichtingen der veilingen tegenover de Zegelwet. Aller eerst werd besproken of de factuurs der kooplieden gezegeld moesten zijn. Vervol gens of de ontvangstbewijzen der tuinders aan zegelrecht zijn onderworpen en vervol gens of ook zegel moet worden betaald voor fustbons, Een zeer langdurige bespreking volgde, waarbij dikwijls in herhaling werd getreden en die voor den voorzitter aan leiding was om er op te wijzen, dat de be sprekingen bekort moesten worden. Ver schillende afgevaardigden zetten uiteen boe hun administratie geregeld was; ande ren deelden mede hqn ondervindingen met heeren inspecteurs der belastingen. Niemand deed echter een middel aan de hand om buiten de Zegelwet te blijven. Volgens de letter der wet zal voor factuurs, ontvangstbewijzen der tuinders, dooh te vens voor fustbons, ais deze genoemde for mulieren als bewijs van betaling dienst doen of zelfs den schijn hebben, dat het betalingsbewijzen zijn, gezegeld behooren te worden Ten slotte werd op voorstel van een der leden besloten het Centraal-Bureau op te dragen van deze zaak een ernstige studie te maken en zoo noodig bij de Regeering gedaan te krijgen, dat de Zegelwet in dien zin gewijzigd kan worden, dat de vrijstel ling genoemd in art. 37 der Zegelwet, op de ontvangstbewijzen der tuinders en de fust bons van toepassing is. Na een geanimeer de bespreking van ruim twee uren werd de vergadering door den voorzitter ge sloten. Uit het bouwbedrijf. Te Utrecht is de vergadering gebonden van de besturen van den R.-K. Bouwarbei- dersbond ,den Ned. Chr. Bouwarbeidersbond en den Alg. Ned. Bouwarbeidersbond, ter bespreking van de door de werkgevers ge stelde voorwaarden voor de landelijke over eenkomst. Naar aanleiding van de gehouden be sprekingen habben genoemde besturen, naar het „Hdbl.' meldt, een brief gericht tot de werkgeversorganisaties, waarin o.a. wordt „Ofschoon algemeen erkend wordt, dat de door uwe oommissie gedane toezeggingen voor de hernieuwde tot-stand-komir.g van de landelijke overeenkomst ran beteekenis wa ren, Lebben wg bezwaar de in laatste in stantie gedane voorstellen voor onze Bonden te verdedigen. De moeilijkheid in dezen zit in bet door u ingenomen standpunt ten opzichte van de loonen. Ofschoon wij bereid*zjjn te adviseeren van een algemeene loonsverhooging af te zien, meenen wij toch, dat de huidige situatie, vooral wat betreft een aantal derde en vierde klasse plaatsen, niet bestendigd kan blijven. Wij geven u dan ook ernstig in over weging uw voorstellen nog zoodanig te wij zigen, dat voor de derde-klasse-plaatsen Amersfoort, Almelo, Apeldoorn, Deventer, Enschede, Gouda, Den Helder, Hengelo, Hillegom, Leeuwarden. Lisse. Lonneker, Noorawijk, NoordwgkerhouL Nijmegen, 01- deozaa., Oosterbeek, Sassenhcim en Zwolle, benevens voor de vierde-klasse-plaatsen Al pben aan den Rijn, Middelburg en Vlissingen de loonen voor alle groepen met 8 oents per uur zullen worden verhoogd. Mocht u het standpunt innemen, dat de huidige klasse-indeeling ongewijzigd dient te worden gehandhaafd, dan geven wjj in overweging, de loonen voor deze beidt, klassen over het geheel met 2 cents per uur te verhoogen. Indien u met een dezer voorstellen ao- coord zou kunnen gaan, dan zullen wij onzerzjjas de voorstellen in onze bonds- instant.es verdedigen en vertrouwen, dat deze dan wei 'zuilen worden aanvaard." De leaeratie heeft een afzonderlijken brief aan de patroonsorganisaties gezonden. Daarin wordt geschreven, dat haar verga dering het gewensoht acht, dat over bepaalde punten nog eens wordt gesproken en go- tracht nader tot elkaar te komen. Dit zon dan in het bijzonder het geval kunnen zijn met de volgende punten: Toon, arbeidsduur, leerlingregeling en de verhouding op de werken, met betrekking tot het aanwezig zijn van jeugdige arbeiders, waaromtrent de Federatie een bepaald voorstel heeft gedaan. Bij Kon. besluit is benoemd lot ridder in de orde van den Ned. Leeuw dr F. van Gheel Gildemecster, predikant bij de Ned. Herv. Gem. te 's Gravenhageis aan W. Jongepier, met Ingang van 31 December, eer vol ontslagen als Rijksveldwachler-brigadier- majoor, te Veenhuizen, verleend de eerc-me- daille, verbonden aan de orde van Oranje- Nassau, in zilver. Bij Kon. besluit is aan H. Polak, le Laren, op zijn verzoek, eervol ontslag ver leend uit zijn betrekking van lid van het centraal-college voor de reclasseering, met dankbetuiging voor de als zoodanig bewezen diensten, en is benoemd lot lid van gemeld college prof. mr. W. A. Bonger, hoogleeraar aan de gemeentelijke universiteit te Amster dam. De Raad van Amsterdam heeft aan prof. dr. C. P. Sluiter eervol ontslag ver leend, als hoogleeraar in de Zoölogie aan de Gemeentelijke Universiteit. In de vacature van wijlen ds. Jonker bij de Ned.-Herv. Gem. te Utrecht is thans het volgende drietal opgemaakt: ds. B Ba telaan, te Zeist; ds. F Kijflenbelt, le Feijen- oord, en ds. P. van Tóórn, te Rotterdam. Het is de vierda maal, dat een drietal in deze vacature is opgemaakt. Het is de bedoeling, om in de Gerefor meerde vacature-ds. Van Dorp een drietal ethischen te stellen, ten einde hel mogelijk te maken opnieuw een beroep te kunnen uitbrengen op ds. Berkelbach v. d. Spren kel, te Haarlem, die de vorige maal be dankt heeft. Ter vervulling van de vacaluro van wijlen dr. II. T. Oberman, te Rotterdam, heeft het kiescollege het volgende drietal gevormd: 1. ds. E. Warmolts, te lieerde; 2 ds, H. van Dijken, te Wageningen; 3. ds. J. Vermeulen, te Noordwijk-aan-Zee. Te Middelburg ia, 75 jaar oud, overle den de heer L. K. van der Harst J.Jz. De overledene, die apotheker was, werd in 1892 tot lid van den Raad gekozen, en is in het geheel bijna 31 jaar lid van den Raad ge weest. De Nederlandsohe Bank heeft met ingang van heden haar rentetarieven over 3e geheele rij opnieuw met >/i pet. verlaagd. De heer Braat heeft aan den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw ge vraagd of het hem bekend is, dat het over- groote meerendeei van het Nederlandsohe volk verlangend uitziet naar het, over hot geheele jaar, handhaven van den Am- sterdamschen tijd en of de Minister bereid is mee te deelen, dat van hem binnen voegzamen tjjd maatregelen tot afschaffing van den zomertijd te verwachten zijn. De heer Sohaper heeft aan den Mi nister van Waterstaat gevraagd of hg wil mededeel en, met welk deel in den Iaatsten tj)d verschillende aanbestedingen vanwege het Ministerie van Waterstaat plaats hebben, waarbt inschrijving wordt gewaagd op tweeërlei voorwaarde, n.l. a. met inacht neming van de 48-urige, en Ti. met een 55-urige en zelfs met een 62-urige werk week, en of de Minister wellicht van oordeel i3, dat de concurrentie met het buitenland of gebrek aan een voldoend aantal arbeids krachten tot dit stelsel leiden moet. Bij Kon. besluit is bepaald, dat een regeling, door een Raad van Arbeid inge volge art. 50 eerste lid, der Radenwet v<-st- gesteld, voor ambtenaren en beambten van dien Raad niet gunstiger mag zijn dan de dienovereenkomstige regeling, geldende voor ambtenaren en beambten, werkzaam bij of onder het Dep. van Algemeen Be stuur, welks hoofd met de uitvoering der Radenwet is belast. In „Reoht voor Allen" deelt het oud- Kamerlid Koltliek mede, dat hij sinds eenige dagen aan het rechteroog zoo goed als blind is, terwijl het linkeroog steeds zeer zwak was. Hij kan nog wel alleen over straat gaan, maar lezen noch schrijven, zoodat hij alleen moot dicteeren. Gelukkig achten do artsen genezing niet uitgesloten. De -teste Unie-collecte voor de Scholen met den Bijbel in 192-1 heeft als opbrengst van 600 locale comité'» f 68.575.21th bedra gen dit is f 1700 boven do opbrengst van het vorig jaar. RECLAME. forman I'/TEGEN VERKOUDHEID ap /.7 <-;///. f. UITWERKING /FRAPPANT! 2327 Gisteravond is te IJmuiden een confer rentie begon nerf tusschen het bestuur van de reedersvereeniging en het bestuur van dq federulie van transportarbeiders inzake liet geschil over loon- en arbeidsvoorwaarden. Naar men meldt zijn de wederzgdsclie voor- waarden op schrift gesteld ter behandeling in de ledenvergaderingen en bestaat er ge gronde verwachting, dat het conflict spoedig een einde zal nemen. Het conflict tusschen het bestuur van „De Volharding" en de aan het ziekenfonds verbonden medici in Den Haag, zal, te oor- deelen naar de resultaten, die het bestuur met den oproep naar sollicitanten voor de vacatures aan het fonds heeft, wel niet worden bijgelegd. Naar de secretaris mede deelde, heeft het bestuur circa 35 soilici- lalies van dokiers en specialisten ontvan gen. Aangezien het fonds met 18 dokters zou kunnen volstaan, meent het bestuur, dat men tegen 1 Mei. den dalurn, waarop het contract met de geneesliceren afloopt, voldoende gedekt te zijn. Ook het aantal solliciteerende specialisten is volgens den secretaris voldoende. Het bestuur heett verschillende nieuwe doktoren aangesteld en gaat voort, de overige sollicitaties gron dig te onderzoeken. Van bedanken voor het lidmaatschap van het fonds van met de doctoren sympalht- seerende leden is het bestuur niets bekend. Integendeel, het ledental is toenemend. Onder voorzitterschap van den heer j S. A. L. Pijl is gisleren te Utrecht een al- gemeene vergadering gehouden van de i Vereeniging voor personeel in dienst der j Nederl. spoorwegen tot bestrijding van de tuberculose. Uit het jaarverstag bleek, dat i het ledental is geslegen van 20.000 tot I 2-i.OOO. Dit verslag en het financieel vcr- I slag werden goedgekeurd. De bcgrooting voor 1925 weid vastgesteld tot een bedrag van f 64,900 aan ontvangsten en uitgaven. Onder de ontvangsten is een subsidie van f 26600 van de Nederl. spoorwegen en f 10,000 van het Rijk. Als bestuursleden werden herkozen de heeren Van Aller, Eweg, Van den Eyck en Boelhouwer; in de plaats van den heer Balke9teln word gekozen de heer Van Es. Besloten werd den zetel van de Vereeni ging le Utrecht te vestigen, in verband mei het nieuwe consultatiebureau. Op eenige wijzigingen in de statuten zal de Konlnkl goedkeuring worden gevraagd. Nadat de scheidende administratrice, mej. Leertouwer, door verschillende personen was gehuldigd voor het vele, dat zij voor de Vereeniging heeft gedaan, werd de ver gadering gesloten. Onder overweging, dat, ten einde in de leiding van den Post-chöque- en Giro dienst te kunnen voorzien op een wijze, welke voor de heropening en de voortzet ting van dien dienst de gewenschto waar borgen schonk, een afwijking wordt ver- eischt van de bepalingen van do Bezoldi gingsbesluiten Burgerlijke Rijksambtenaren 1920, is bij Kon. Besl. bepaald, dat de sa- larteering van J. Lazonder, van zijn be noeming at in het ambt van directeur van den Poslchèque- en Girodienst en zoolang hij dit ambt bekleedt, zoodanig zal worden geregeld, dat deze uit bedoeld ambt een inkomen zal genieten tot een vast bedrag, als door de Kroon wordt s'astgesleld. De gewone audiënlie van den Minister van Financiën zal Maandag 19 Januari niet plaats hebben. Van ROBERT LOUIS STEVENSON, geautoriseerde vertaling van J. C L. B. Pet. (Nadruk verboden. weet niet, ot ik weer heelemaal de bude ben," zei ik, naar Alan kijkend, „maar bet beetje geld, dat wij hebben, kan ons een heel eind helpen." Alan beet op zijn lip en koek naar den grond. „David," zei hij len laatste, „ik heb het ïerloren, dat is de volle waarheid." „Mijn geld ook?" vroeg ik. „Jouw geld ook," zei Alan kreunend, „je bad.t het me niet moeten geven. Ik ben gek, «Is ik kaarten in mijn handen heb." „Kom, kom, kom, kom," zei Cluny, „het Was gekheid, 't was maar een graipje. Na tuurlijk krijg je je geld weer terug en het dubbele, als ik zoo vrij mag zijn. Het zou t« gek zijn, ais ik het hield. Het zou den •chijn hebben, alsof ik menschen in uw toe- »tand ging lastig vallen, dat zou al te gek «ljnl" riep hij met een hoog rood gezicht. Alan zei niets, maar keek naar den grond. „Zoudt u even met me naar buiten willen •aan, mijnheer?" vroeg ik. Cluny zei, dat hij dait met het meeste ge noegen zou doen, maar keek bedremmeld •n uit zijn humeur. „En nu, mijnheer," zei ik, „moet ik u bedanken voor uw edelmoedigheid." „Onzinnige onzin!" riep Cluny, „wat voor edelmoedigheid? Het is een ongelukkig ge val, maar wat zou je in mijn plaats anders doen, opgesloten in dien bijenkorf van een kooi, dan met je vrienden gaan kaarten, wanneer ze bij je komen? En als zij ver liezen is het natuurlijk uitgesloten. Hier zweeg hij een poosje. „Ja," zei ik, „als zij verliezen, geeft u ze hun geld terug, en als zij winnen, gaan zij weg met hun zakken vol. Ik heb al eer gezegd, dat ik uw edelmoedigheid op prijs slel, maar het i3 voor mij een moeilijk ding in dezen toestand te worden verplaatst". Er was een oogenblik stilte, waarin het scheen ot Cluny zou gaan spreken, maar hij zei niets. ,Ik ben een jonge man," zei ik, „en ik vraag uw advies. Raad mij, zooals u uw zoon zoudt doen. Mijn vriend heeft dit geld eerlijk verloren, nadat hij eerlijk een veel grootere som van u bad gewonnen; kan ik het nu weer aannemen? Zou dat eerlijk van mij zijn? Wat ik doe, u moet toegeven, dat het hard is voor een man met eenigen trots." „Het is voor mij even hard, mr. Baitour," zei Cluny, „en u laat me er vrijwel uitzien als een man, die vreemdelingen in de val lokt om ze te berooven. Ik wil niet, dat mijn vrienden in mijn huis komen om te worden beleedigd, neen," riep hij, in een vlaag van woede, „en ook niet om mij te beleedigen." „En u ziet dus in, mijnheer," zei ik, „dat er voor mijn opvatting ook iets te zeggen is en dat dobbelen geen bezigheid is voor gentlemen. Maar ik wacht nog altijd op uw meening." Ik ben er van overtuigd, dat, als Cluny ooit aan iemand het land had, het David Balfour was. Hij keek mij van boven tot beneden oorlogszuchtig aan en ik zag de uitdaging op zijn lippen. Maar óf mijn jeugd tf zijn gevoel van billijkheid ontwapende hem. Zeker was het een vernederende raak voor allen, die er in betrokken waren, en niet het minst voor Cluny, en dat pleitte voor hem. „Mr. Balfour." zei hij, „ik geloof, dat u te fijngevoelig en te kieskeurig, maar toch een man van eer bent. Op mijn woord van eer, u moogt uw geld houden dat zou tk mijn eigen zoon raden en hier hebt u mijn hand er bij." HOOFDSTUK XXIV. Ds vlucht door do heide; de twiet. Alan en ik werden over de Erroclil-kresk gezet, onder bedekking van den nacht, en gingen langs den ooslelijken oever naar het boveneinde van de Rannoch-kreek, waar heen wij werden geleid door de bedienden uit de kooi. Deze kerel droeg al onze ba gage, erf Alans overjas bovendien, en draaf de met dien last voort, terwijl ik onder de helft bezweken zou zijn; tooh was hij een man, dien ik een gewoon gevecht gemakke lijk had verslagen. Zonder twijfel was het een groot genot, zoo onbelast te loopen. en misschien zou ik zonder dat en het daaruit voortvloeiende gevoel van vrijheid en lichtheid, heelemaal niet hebben kunnen gaan. Ik was nauwe lijks opgeslagn van een ziekbed en er was niets in onzen slaat van zaken, dat mij aan moedigde tot veel inspanning, daar wij reisden door de meest troostelooze woestij nen van Schotland, onder een bewolkten hemel, en met oneenigheid onder de rei zigers. Een heelen tijd zeiden wij niets; wij wan delden naast of achter elkaar, beiden met een strak gezioht, ik boos en trolsch en al mijn kracht ontleenend aan deze twee boozo gevoelens; Alan boos en beschaamd, omdat hij mijn geld had verloren en ik het zoo slecht opnam. De gedachte aan scheiding kwam telkens sterker lerug en hoe meer ik er naar ver langde, hoe beschaamder ik werd over dat verlangen. Het zou van Alan mooi, prach tig, edelmoedig zijn geweest, als hij was omgekeerd en tot mij had gezegd: „Ja, ik loop het meeste gevaar, en mijn gezelschap is voor jou ook gevaarlijk". Maar het was voor mij onmogelijk tot den vriend, die ze ker van me hield, le zeggen: „Je bent in grool gevaar, ik in klein, je vriendschap is mij tot last, ga op eigen verantwoording en doorworstel je beproevingen alleeni n zelfs de heimelijke gedachte er aan deed mij het bloed naar mijn wangen stijgen. En toch had Alan gehandeld als een kind en, wat erger was, als een onbetrouwbaar kind. Mij mei mooie praatjes mijn geld ont futselen, terwijl ik half bewusteloos lag, was weinig heler dan diefstal, en toch suk kelde hij hier naast mij, zonder een stuiver op zak en zoover ik kon oordeelen, dat hij kon klaploopen op het geld, dat ik door zijn schuld had moeten terug vragen. Het is waar, ik was bereid het met hem te decleu, maar het maakte mij woedend, dal hij re kende op mijn bereidwilligheid. Twee dingen beheersehlen mijn gedach ten en ik kon over geen van beide spreken, zonder mij schuldig le maken aan grove zelfzucht. Dus deed ik het iets minder slecht en zei niets, keek niet eens naar mijn metgezel, alleen met mijn ooghoeken. Toen wij eindelijk aan de overzijde van do Erroclit-kreek over een eften, met biezen begroeide plek kwamen, waar het loopqn licht viel, kon hij het niet langer uithouden en kwam dicht bij mij. „David," zei hij, „dit is niet de manier, waarop twee vrienden een kleinigheid mou ten opnemen. Ik moet zeggen, dat het mij spijt, dus, dat is gebeurd. En als je nu nog iets hebt, zegt het dan." „O," zei ik, „ik heb niets." Hij scheen nogal uit het veld geslagen, waarin ik een valsch genoegen had „Neon," zei hij, met tamelijk trillende slein, „maar als ik nu zeg, dat het gemeen van me was." „Naluurlijk was het gemeen van je,'' zet ik koel, „en je moet toegeven, dat ik het je nooit verwelen heb." „Nooit," antwoordde hij, „maar je weet heel goed, dat je erger hebt gedaan. Moe ien wij scheiden? Je hebt het vroeger eena gezegd. Zeg je het nu weer? Er zijn heuvels en heide genoeg tusschen hier en de twee zeeën, David, en ik wil bekennen, dat ik er niet op gesteld ben le blijven, waar ik gemist kan worden." Dit ging door mij heen als een zwaard, want het scheen mijn heimelijke onedet- tr.oedigheid bloot te leggen. „Alan Brechl" riep ik, tn toen: „Denk je, dat ik je mijn rug zal toedraaien, nu je me het meest noodig hebt? Je durft het niet tn mijn gezicht zeggen. Mijn heele gedrag lo genstraft die bewering, liet is waar, ik viel in slaap op hel veenmaar dat was door vermoeidheid en je hebt ongelijk mij dsrf te verwijlen. u. (Wordt verrol id).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5