ONTVOERD.
No. 19892
LEIOSCH DAGBLAQ, Donderdag 15 Januari
Tweede Blad. Anno 1925,
BINNENLAND.
FEUILLETON.
m
tegemoetkoming aan Zniderzeevisschers.
Een wetsontwerp is ingediend ter rege
ling der tegemoetkoming aan de Zuiderzee-
Tisschersbev o I kin genz. wegens de schade,
welke de afsluiting der Zuiderzee hun
gnocht berokkenen.
Het ontwerp stelt in de eerste plaats
jrast, dat zal moeten worden uitgemaakt:
a wie voor tegemoetkoming in aanmer
king kunnen komen; b. waarin de tege
moetkoming zal bestaan; c. op welke wijze
•n c. q. tot welk bedrag, de tegemoetko
ming zal worden uitgekeerd; d. wanneer
met het verstrekken van tegemoetkoming
«al worden begonnen.
Als resultaat van al haar overwegingen
Melt de Regeering voor, dat:
lo. aan belanghebbenden en hun kinde
ren nijverheidsonderwijs zal kunnen ver
strekt op de wijze als ihans reeds in de
Nijverheidsonderwijswet is geregeld, lenzij
dit onderwijs niet mocht kunnen voorzien
in de opleiding tot eenig handwerk, am
bacht of bedrijf, in welk geval in die op
leiding. eventueel op andere wijze zat kun
nen worden voorzien;
8o. ter verkrijging van arbeid aan be
langhebbenden hulp en voorlichting en aan
hun kinderen zooveel mogelijk voorlichting
bij beroepskeuze zal worden verschaft, zoo
noodig onder toekenning van financieelen
«teun. terwij) ook de mogelijkheid lot ver
plaatsing van bedrijven onderzocht zal
kunnen worden
8o. crediet verleend zal kunnen worden,
koo noodig door een op te richten vereeni-
ging, die de credietbehoefien met de daar
toe jaarlijks beschikbaar gestelde gelden
■al verzorgen, oi wel rechtstreeks door of
vanwege het Rijk;
4o. voorkeursrecht lot het kosteloos ver
krijgen van een vergunning tot uitoefening
der viasohérij op de afgesloten Zuiderzee
kan worden verleend;
60. op den voet van de kostwinnersver
goeding, bedoeld in art 88 der Dienstplicht
wet, uitkeering ln geld kan worden gege
ven.
Wat de hoegrootheid der bedragen be-
Sreft, waarover de beschikking zal kunnen
worden verkregen, schijnt het geen aanbe
veling te verdieDen daaromtrent bepaalde
cijfers in de wel vast ie leggen, evenmin
lis wat het crediet betreft.
Het maximumbedrag dat wordt uitge
keerd, zou kunnen worden vastgesteld op
12.60 per dag; hierbij moot in aanmerking
Worden genomen, dat uitgekeerd wordt over
atle 7 weekdagen, maar dat het bedrag kan
Wisselen naar gelang van de plaats van in
woning.
De burgemeester is de aangewezen auto
riteit om de Regeering omtrent de gedano
aanvragen om geldelijke uitkeering die
'daartoe aan hem moeten woiden gericht
In te lichten.
Toekenning van geldelijke uitkeering zal
mei nauwgezetheid overwogen behooren te
Worden, waarbij het aanbeveling zal ver
dienen om de bedragen, welke met het oog
DP te genieten nijverheidsonderwijs zullen
worden toegekend uitgezonderd die we
gens loonderving buiten verbamd met de
Uitkeering te houden.
Evenzeer zal althans theoretisch
Be mogelijkheid moeten worden voorzien,
dat onder deze categorie eenige belangheb
benden worden aangetroffen, aan wie cre
diet is verleend.
Een commissie zai zijn te benoemen.
Welke zal hebben te adviseeren over de in
gevolge de wet te nemen maatregelen en
bij wie de centralisatie zal berusten voor de
Uitvoering onder den Minister van Wa
terstaatvan de geheele regeling.
De Minister van Waterstaat zal beslissin
gen aan de commissie kunneu deiegeeren;
«ij zal -niusschen aan dezen bewindsman
veraniwoording schuldig zijn en verslag
ovar haar verrichtingen hebben uit te bren
gen. Aan de commissie zal een bezoldigd
lecretaris moeten worden toegevoegd aan
fcet hoofd van een bezoldigd bureau.
Kwesties, waar arbeidsbemiddeling, voor
lichting bij beroepskeuze voorlichling voor
ue kleine nijverheid, nijverheidsonderwijs 1
en visscherijbelaegen aan te pas komen,
kunnen ten slotte tusschen de betrokken
ministers worden geregeld.
De vraag, wanneer met het verstrekken
van tegemoetkoming zal worden begonnen,
is niet voor directe beantwoording vat
baar.
Voorkoming van brandgevaar.
Bij de wet van 13 Jan. 1923 werd vast
gesteld, dat bij alg. maatregel van bestuur
bepalingen Ier voorkoming van brandge
vaar voor gebouwen en getimmerten kon
den worden voorgeschreven, op welker
overtreding hechtenis of geldboete gesteld
kon worden.
Bedoelde maatregel van bestuur is thans
opgenomen in Slsbl. 620.
Wij ontleenen er het volgende aan:
,,Het is verboden ten behoeve van lood
gieterswerkzaamheden op torens, daken,
goten of zalingen van gebouwen, daaronder
begrepen getimmerten:
- a. een open of gesloten vuur aan te ma
ken of aanwezig te hebben elders dan in
de open lucht, op den beganen grond, hui
ten het gebouw; b. toestellen, gevuld met
spiritus, benzine of andere vluchtige oliën,
of eenige open vlam aldaar aanwezig te
hebben; c. de voor de werkzaamheden ver-
eischte vuurpotten anders dan in de open
lucht, op den beganen grond, buiten het
gebouw te gebruiken; zij mogen alleen
worden gebruikt door of onder leiding van
oen vakman; d. de soldeerbouten anders
dan in de open lucht, op den beganen
grond, buiten het gebouw te verwarmen en
anders dan in een aan de binnenzijde met
asbest bekleeden, gesloten metalen koker
naar de plaats van beslemming te brengen;
het naar boven brengen mag alleen ge
schieden buiten het gebouw.
Het in het vorige lid bepaalde is niet van
toepassing ten aanzien van in aanbouw
zijnde gebouwen."
De burgemeester is in bepaalde gevallen
bevoegd, ontheffing van vorenstaande bepa
lingen te verleenen, op voorwaarden, welke
in het besluit nader omschreven zijn.
Voorts is bepaald, dat het verboden is, in
of binnen een afstand van 25 M. van de j
hieronder nader le noemen gebouwen of ge-
timmerten op te richten;
opslagplaatsen van hout, leer of pek; lo-
comobielen, niet vallende onder artikel 2
der Hinderwet; bioscopen; plaatsen, be-
stemd tot bewaring van films; schouwbur- j
gen; garages; herstelplaatsen van motor- I
wagens en motorrijwieleninrichtingen, j
waarin benzine en dergelijke brandbare
stoffen, welker dampen met lucht ontplof- j
bare mengsels vormen, worden bewaard;
een en ander tenzij met vergunning van j
den Burgemeester en met in-acht-neming
van de door dezen te stellen voorwaarden
in het belang der voorkoming van brand
gevaar.
Het bovenbedoelde verbod geldt ten aan-
zien van de navolgende gebouwen en ge- i
limmerjen
de gebouwen, waarin de departementen
van algemeen bestuur, de provinciale grif- j
fiën en de gemeentesecretariün zijn geves-
tigd, archiefgebouwen; musea; gerechts-
gebouwen; hypotheekkantoren; belasting-
gebouwen; ziekenhuizen; gevangenissen en i
voorts de gebouwen en gemeenten, die voor
eenige gemeente zullen worden aangewe-
zen.
Overtreding van do bovengestelde voor- i
schriften wordt gestraft met hechtenis van I
ten hoogste drie maanden of geldboete van
ten hoogste driehonderd gulden.
De veilingen en de Zegelwet,
Op uitnoodiging van het Oentraal-Bu-
reau van de Veilingen in Nederland waren
veilingmeester» en bestuursleden der vei
lingen uitgenoodigd ter vergadering in ,,De
Kroon", te 'a-Gnavenhage. De opkomst, die
groot was, bewees de belangrijkheid dezer
aangelegenheid voor de veilingen.
De voorzitter, de heer F. V. Valstar,
opende de vergadering en zette het doel
dezer vergadering uiteen, waarna de secre
taris, mr. Niemöhier, een en ander nog na
der toeiiohtte betreffende de verplichtingen
der veilingen tegenover de Zegelwet. Aller
eerst werd besproken of de factuurs der
kooplieden gezegeld moesten zijn. Vervol
gens of de ontvangstbewijzen der tuinders
aan zegelrecht zijn onderworpen en vervol
gens of ook zegel moet worden betaald voor
fustbons, Een zeer langdurige bespreking
volgde, waarbij dikwijls in herhaling werd
getreden en die voor den voorzitter aan
leiding was om er op te wijzen, dat de be
sprekingen bekort moesten worden. Ver
schillende afgevaardigden zetten uiteen
boe hun administratie geregeld was; ande
ren deelden mede hqn ondervindingen
met heeren inspecteurs der belastingen.
Niemand deed echter een middel aan de
hand om buiten de Zegelwet te blijven.
Volgens de letter der wet zal voor factuurs,
ontvangstbewijzen der tuinders, dooh te
vens voor fustbons, ais deze genoemde for
mulieren als bewijs van betaling dienst
doen of zelfs den schijn hebben, dat het
betalingsbewijzen zijn, gezegeld behooren
te worden
Ten slotte werd op voorstel van een der
leden besloten het Centraal-Bureau op te
dragen van deze zaak een ernstige studie
te maken en zoo noodig bij de Regeering
gedaan te krijgen, dat de Zegelwet in dien
zin gewijzigd kan worden, dat de vrijstel
ling genoemd in art. 37 der Zegelwet, op de
ontvangstbewijzen der tuinders en de fust
bons van toepassing is. Na een geanimeer
de bespreking van ruim twee uren werd
de vergadering door den voorzitter ge
sloten.
Uit het bouwbedrijf.
Te Utrecht is de vergadering gebonden
van de besturen van den R.-K. Bouwarbei-
dersbond ,den Ned. Chr. Bouwarbeidersbond
en den Alg. Ned. Bouwarbeidersbond, ter
bespreking van de door de werkgevers ge
stelde voorwaarden voor de landelijke over
eenkomst.
Naar aanleiding van de gehouden be
sprekingen habben genoemde besturen, naar
het „Hdbl.' meldt, een brief gericht tot
de werkgeversorganisaties, waarin o.a. wordt
„Ofschoon algemeen erkend wordt, dat
de door uwe oommissie gedane toezeggingen
voor de hernieuwde tot-stand-komir.g van de
landelijke overeenkomst ran beteekenis wa
ren, Lebben wg bezwaar de in laatste in
stantie gedane voorstellen voor onze Bonden
te verdedigen.
De moeilijkheid in dezen zit in bet door
u ingenomen standpunt ten opzichte van de
loonen.
Ofschoon wij bereid*zjjn te adviseeren van
een algemeene loonsverhooging af te zien,
meenen wij toch, dat de huidige situatie,
vooral wat betreft een aantal derde en vierde
klasse plaatsen, niet bestendigd kan blijven.
Wij geven u dan ook ernstig in over
weging uw voorstellen nog zoodanig te wij
zigen, dat voor de derde-klasse-plaatsen
Amersfoort, Almelo, Apeldoorn, Deventer,
Enschede, Gouda, Den Helder, Hengelo,
Hillegom, Leeuwarden. Lisse. Lonneker,
Noorawijk, NoordwgkerhouL Nijmegen, 01-
deozaa., Oosterbeek, Sassenhcim en Zwolle,
benevens voor de vierde-klasse-plaatsen Al
pben aan den Rijn, Middelburg en Vlissingen
de loonen voor alle groepen met 8 oents per
uur zullen worden verhoogd.
Mocht u het standpunt innemen, dat de
huidige klasse-indeeling ongewijzigd dient
te worden gehandhaafd, dan geven wjj in
overweging, de loonen voor deze beidt,
klassen over het geheel met 2 cents per
uur te verhoogen.
Indien u met een dezer voorstellen ao-
coord zou kunnen gaan, dan zullen wij
onzerzjjas de voorstellen in onze bonds-
instant.es verdedigen en vertrouwen, dat
deze dan wei 'zuilen worden aanvaard."
De leaeratie heeft een afzonderlijken
brief aan de patroonsorganisaties gezonden.
Daarin wordt geschreven, dat haar verga
dering het gewensoht acht, dat over bepaalde
punten nog eens wordt gesproken en go-
tracht nader tot elkaar te komen. Dit zon
dan in het bijzonder het geval kunnen zijn
met de volgende punten: Toon, arbeidsduur,
leerlingregeling en de verhouding op de
werken, met betrekking tot het aanwezig
zijn van jeugdige arbeiders, waaromtrent
de Federatie een bepaald voorstel heeft
gedaan.
Bij Kon. besluit is benoemd lot ridder
in de orde van den Ned. Leeuw dr F. van
Gheel Gildemecster, predikant bij de Ned.
Herv. Gem. te 's Gravenhageis aan W.
Jongepier, met Ingang van 31 December, eer
vol ontslagen als Rijksveldwachler-brigadier-
majoor, te Veenhuizen, verleend de eerc-me-
daille, verbonden aan de orde van Oranje-
Nassau, in zilver.
Bij Kon. besluit is aan H. Polak, le
Laren, op zijn verzoek, eervol ontslag ver
leend uit zijn betrekking van lid van het
centraal-college voor de reclasseering, met
dankbetuiging voor de als zoodanig bewezen
diensten, en is benoemd lot lid van gemeld
college prof. mr. W. A. Bonger, hoogleeraar
aan de gemeentelijke universiteit te Amster
dam.
De Raad van Amsterdam heeft aan
prof. dr. C. P. Sluiter eervol ontslag ver
leend, als hoogleeraar in de Zoölogie aan
de Gemeentelijke Universiteit.
In de vacature van wijlen ds. Jonker
bij de Ned.-Herv. Gem. te Utrecht is thans
het volgende drietal opgemaakt: ds. B Ba
telaan, te Zeist; ds. F Kijflenbelt, le Feijen-
oord, en ds. P. van Tóórn, te Rotterdam.
Het is de vierda maal, dat een drietal in
deze vacature is opgemaakt.
Het is de bedoeling, om in de Gerefor
meerde vacature-ds. Van Dorp een drietal
ethischen te stellen, ten einde hel mogelijk
te maken opnieuw een beroep te kunnen
uitbrengen op ds. Berkelbach v. d. Spren
kel, te Haarlem, die de vorige maal be
dankt heeft.
Ter vervulling van de vacaluro van
wijlen dr. II. T. Oberman, te Rotterdam,
heeft het kiescollege het volgende drietal
gevormd: 1. ds. E. Warmolts, te lieerde;
2 ds, H. van Dijken, te Wageningen; 3.
ds. J. Vermeulen, te Noordwijk-aan-Zee.
Te Middelburg ia, 75 jaar oud, overle
den de heer L. K. van der Harst J.Jz. De
overledene, die apotheker was, werd in 1892
tot lid van den Raad gekozen, en is in het
geheel bijna 31 jaar lid van den Raad ge
weest.
De Nederlandsohe Bank heeft met
ingang van heden haar rentetarieven over 3e
geheele rij opnieuw met >/i pet. verlaagd.
De heer Braat heeft aan den Minister
van Binnenlandsche Zaken en Landbouw ge
vraagd of het hem bekend is, dat het over-
groote meerendeei van het Nederlandsohe
volk verlangend uitziet naar het, over
hot geheele jaar, handhaven van den Am-
sterdamschen tijd en of de Minister bereid
is mee te deelen, dat van hem binnen
voegzamen tjjd maatregelen tot afschaffing
van den zomertijd te verwachten zijn.
De heer Sohaper heeft aan den Mi
nister van Waterstaat gevraagd of hg wil
mededeel en, met welk deel in den Iaatsten
tj)d verschillende aanbestedingen vanwege
het Ministerie van Waterstaat plaats hebben,
waarbt inschrijving wordt gewaagd op
tweeërlei voorwaarde, n.l. a. met inacht
neming van de 48-urige, en Ti. met een
55-urige en zelfs met een 62-urige werk
week, en of de Minister wellicht van oordeel
i3, dat de concurrentie met het buitenland
of gebrek aan een voldoend aantal arbeids
krachten tot dit stelsel leiden moet.
Bij Kon. besluit is bepaald, dat een
regeling, door een Raad van Arbeid inge
volge art. 50 eerste lid, der Radenwet v<-st-
gesteld, voor ambtenaren en beambten van
dien Raad niet gunstiger mag zijn dan de
dienovereenkomstige regeling, geldende
voor ambtenaren en beambten, werkzaam
bij of onder het Dep. van Algemeen Be
stuur, welks hoofd met de uitvoering der
Radenwet is belast.
In „Reoht voor Allen" deelt het oud-
Kamerlid Koltliek mede, dat hij sinds
eenige dagen aan het rechteroog zoo goed
als blind is, terwijl het linkeroog steeds
zeer zwak was. Hij kan nog wel alleen over
straat gaan, maar lezen noch schrijven,
zoodat hij alleen moot dicteeren. Gelukkig
achten do artsen genezing niet uitgesloten.
De -teste Unie-collecte voor de Scholen
met den Bijbel in 192-1 heeft als opbrengst
van 600 locale comité'» f 68.575.21th bedra
gen dit is f 1700 boven do opbrengst van
het vorig jaar.
RECLAME.
forman
I'/TEGEN VERKOUDHEID
ap /.7 <-;///. f.
UITWERKING
/FRAPPANT!
2327
Gisteravond is te IJmuiden een confer
rentie begon nerf tusschen het bestuur van
de reedersvereeniging en het bestuur van dq
federulie van transportarbeiders inzake liet
geschil over loon- en arbeidsvoorwaarden.
Naar men meldt zijn de wederzgdsclie voor-
waarden op schrift gesteld ter behandeling
in de ledenvergaderingen en bestaat er ge
gronde verwachting, dat het conflict spoedig
een einde zal nemen.
Het conflict tusschen het bestuur van
„De Volharding" en de aan het ziekenfonds
verbonden medici in Den Haag, zal, te oor-
deelen naar de resultaten, die het bestuur
met den oproep naar sollicitanten voor de
vacatures aan het fonds heeft, wel niet
worden bijgelegd. Naar de secretaris mede
deelde, heeft het bestuur circa 35 soilici-
lalies van dokiers en specialisten ontvan
gen. Aangezien het fonds met 18 dokters
zou kunnen volstaan, meent het bestuur,
dat men tegen 1 Mei. den dalurn, waarop
het contract met de geneesliceren afloopt,
voldoende gedekt te zijn. Ook het aantal
solliciteerende specialisten is volgens den
secretaris voldoende. Het bestuur heett
verschillende nieuwe doktoren aangesteld
en gaat voort, de overige sollicitaties gron
dig te onderzoeken.
Van bedanken voor het lidmaatschap van
het fonds van met de doctoren sympalht-
seerende leden is het bestuur niets bekend.
Integendeel, het ledental is toenemend.
Onder voorzitterschap van den heer
j S. A. L. Pijl is gisleren te Utrecht een al-
gemeene vergadering gehouden van de
i Vereeniging voor personeel in dienst der
j Nederl. spoorwegen tot bestrijding van de
tuberculose. Uit het jaarverstag bleek, dat
i het ledental is geslegen van 20.000 tot
I 2-i.OOO. Dit verslag en het financieel vcr-
I slag werden goedgekeurd. De bcgrooting
voor 1925 weid vastgesteld tot een bedrag
van f 64,900 aan ontvangsten en uitgaven.
Onder de ontvangsten is een subsidie van
f 26600 van de Nederl. spoorwegen en
f 10,000 van het Rijk. Als bestuursleden
werden herkozen de heeren Van Aller,
Eweg, Van den Eyck en Boelhouwer; in
de plaats van den heer Balke9teln word
gekozen de heer Van Es.
Besloten werd den zetel van de Vereeni
ging le Utrecht te vestigen, in verband mei
het nieuwe consultatiebureau. Op eenige
wijzigingen in de statuten zal de Konlnkl
goedkeuring worden gevraagd.
Nadat de scheidende administratrice, mej.
Leertouwer, door verschillende personen
was gehuldigd voor het vele, dat zij voor
de Vereeniging heeft gedaan, werd de ver
gadering gesloten.
Onder overweging, dat, ten einde in
de leiding van den Post-chöque- en Giro
dienst te kunnen voorzien op een wijze,
welke voor de heropening en de voortzet
ting van dien dienst de gewenschto waar
borgen schonk, een afwijking wordt ver-
eischt van de bepalingen van do Bezoldi
gingsbesluiten Burgerlijke Rijksambtenaren
1920, is bij Kon. Besl. bepaald, dat de sa-
larteering van J. Lazonder, van zijn be
noeming at in het ambt van directeur van
den Poslchèque- en Girodienst en zoolang
hij dit ambt bekleedt, zoodanig zal worden
geregeld, dat deze uit bedoeld ambt een
inkomen zal genieten tot een vast bedrag,
als door de Kroon wordt s'astgesleld.
De gewone audiënlie van den Minister
van Financiën zal Maandag 19 Januari niet
plaats hebben.
Van ROBERT LOUIS STEVENSON,
geautoriseerde vertaling van J. C L. B. Pet.
(Nadruk verboden.
weet niet, ot ik weer heelemaal de
bude ben," zei ik, naar Alan kijkend, „maar
bet beetje geld, dat wij hebben, kan ons een
heel eind helpen."
Alan beet op zijn lip en koek naar den
grond.
„David," zei hij len laatste, „ik heb het
ïerloren, dat is de volle waarheid."
„Mijn geld ook?" vroeg ik.
„Jouw geld ook," zei Alan kreunend, „je
bad.t het me niet moeten geven. Ik ben gek,
«Is ik kaarten in mijn handen heb."
„Kom, kom, kom, kom," zei Cluny, „het
Was gekheid, 't was maar een graipje. Na
tuurlijk krijg je je geld weer terug en het
dubbele, als ik zoo vrij mag zijn. Het zou
t« gek zijn, ais ik het hield. Het zou den
•chijn hebben, alsof ik menschen in uw toe-
»tand ging lastig vallen, dat zou al te gek
«ljnl" riep hij met een hoog rood gezicht.
Alan zei niets, maar keek naar den
grond.
„Zoudt u even met me naar buiten willen
•aan, mijnheer?" vroeg ik.
Cluny zei, dat hij dait met het meeste ge
noegen zou doen, maar keek bedremmeld
•n uit zijn humeur.
„En nu, mijnheer," zei ik, „moet ik u
bedanken voor uw edelmoedigheid."
„Onzinnige onzin!" riep Cluny, „wat voor
edelmoedigheid? Het is een ongelukkig ge
val, maar wat zou je in mijn plaats anders
doen, opgesloten in dien bijenkorf van een
kooi, dan met je vrienden gaan kaarten,
wanneer ze bij je komen? En als zij ver
liezen is het natuurlijk uitgesloten.
Hier zweeg hij een poosje.
„Ja," zei ik, „als zij verliezen, geeft u ze
hun geld terug, en als zij winnen, gaan
zij weg met hun zakken vol. Ik heb al eer
gezegd, dat ik uw edelmoedigheid op prijs
slel, maar het i3 voor mij een moeilijk ding
in dezen toestand te worden verplaatst".
Er was een oogenblik stilte, waarin het
scheen ot Cluny zou gaan spreken, maar
hij zei niets.
,Ik ben een jonge man," zei ik, „en ik
vraag uw advies. Raad mij, zooals u uw
zoon zoudt doen. Mijn vriend heeft dit geld
eerlijk verloren, nadat hij eerlijk een veel
grootere som van u bad gewonnen; kan ik
het nu weer aannemen? Zou dat eerlijk van
mij zijn? Wat ik doe, u moet toegeven, dat
het hard is voor een man met eenigen trots."
„Het is voor mij even hard, mr. Baitour,"
zei Cluny, „en u laat me er vrijwel uitzien
als een man, die vreemdelingen in de val
lokt om ze te berooven. Ik wil niet, dat
mijn vrienden in mijn huis komen om te
worden beleedigd, neen," riep hij, in een
vlaag van woede, „en ook niet om mij te
beleedigen."
„En u ziet dus in, mijnheer," zei ik, „dat
er voor mijn opvatting ook iets te zeggen
is en dat dobbelen geen bezigheid is voor
gentlemen. Maar ik wacht nog altijd op uw
meening."
Ik ben er van overtuigd, dat, als Cluny
ooit aan iemand het land had, het David
Balfour was. Hij keek mij van boven tot
beneden oorlogszuchtig aan en ik zag de
uitdaging op zijn lippen. Maar óf mijn jeugd
tf zijn gevoel van billijkheid ontwapende
hem. Zeker was het een vernederende raak
voor allen, die er in betrokken waren, en
niet het minst voor Cluny, en dat pleitte
voor hem.
„Mr. Balfour." zei hij, „ik geloof, dat u
te fijngevoelig en te kieskeurig, maar toch
een man van eer bent. Op mijn woord van
eer, u moogt uw geld houden dat zou tk
mijn eigen zoon raden en hier hebt u
mijn hand er bij."
HOOFDSTUK XXIV.
Ds vlucht door do heide; de twiet.
Alan en ik werden over de Erroclil-kresk
gezet, onder bedekking van den nacht, en
gingen langs den ooslelijken oever naar het
boveneinde van de Rannoch-kreek, waar
heen wij werden geleid door de bedienden
uit de kooi. Deze kerel droeg al onze ba
gage, erf Alans overjas bovendien, en draaf
de met dien last voort, terwijl ik onder de
helft bezweken zou zijn; tooh was hij een
man, dien ik een gewoon gevecht gemakke
lijk had verslagen.
Zonder twijfel was het een groot genot,
zoo onbelast te loopen. en misschien zou ik
zonder dat en het daaruit voortvloeiende
gevoel van vrijheid en lichtheid, heelemaal
niet hebben kunnen gaan. Ik was nauwe
lijks opgeslagn van een ziekbed en er was
niets in onzen slaat van zaken, dat mij aan
moedigde tot veel inspanning, daar wij
reisden door de meest troostelooze woestij
nen van Schotland, onder een bewolkten
hemel, en met oneenigheid onder de rei
zigers.
Een heelen tijd zeiden wij niets; wij wan
delden naast of achter elkaar, beiden met
een strak gezioht, ik boos en trolsch en al
mijn kracht ontleenend aan deze twee boozo
gevoelens; Alan boos en beschaamd, omdat
hij mijn geld had verloren en ik het zoo
slecht opnam.
De gedachte aan scheiding kwam telkens
sterker lerug en hoe meer ik er naar ver
langde, hoe beschaamder ik werd over dat
verlangen. Het zou van Alan mooi, prach
tig, edelmoedig zijn geweest, als hij was
omgekeerd en tot mij had gezegd: „Ja, ik
loop het meeste gevaar, en mijn gezelschap
is voor jou ook gevaarlijk". Maar het was
voor mij onmogelijk tot den vriend, die ze
ker van me hield, le zeggen: „Je bent in
grool gevaar, ik in klein, je vriendschap is
mij tot last, ga op eigen verantwoording en
doorworstel je beproevingen alleeni n
zelfs de heimelijke gedachte er aan deed mij
het bloed naar mijn wangen stijgen.
En toch had Alan gehandeld als een kind
en, wat erger was, als een onbetrouwbaar
kind. Mij mei mooie praatjes mijn geld ont
futselen, terwijl ik half bewusteloos lag,
was weinig heler dan diefstal, en toch suk
kelde hij hier naast mij, zonder een stuiver
op zak en zoover ik kon oordeelen, dat hij
kon klaploopen op het geld, dat ik door zijn
schuld had moeten terug vragen. Het is
waar, ik was bereid het met hem te decleu,
maar het maakte mij woedend, dal hij re
kende op mijn bereidwilligheid.
Twee dingen beheersehlen mijn gedach
ten en ik kon over geen van beide spreken,
zonder mij schuldig le maken aan grove
zelfzucht. Dus deed ik het iets minder
slecht en zei niets, keek niet eens naar
mijn metgezel, alleen met mijn ooghoeken.
Toen wij eindelijk aan de overzijde van
do Erroclit-kreek over een eften, met biezen
begroeide plek kwamen, waar het loopqn
licht viel, kon hij het niet langer uithouden
en kwam dicht bij mij.
„David," zei hij, „dit is niet de manier,
waarop twee vrienden een kleinigheid mou
ten opnemen. Ik moet zeggen, dat het mij
spijt, dus, dat is gebeurd. En als je nu nog
iets hebt, zegt het dan."
„O," zei ik, „ik heb niets."
Hij scheen nogal uit het veld geslagen,
waarin ik een valsch genoegen had
„Neon," zei hij, met tamelijk trillende
slein, „maar als ik nu zeg, dat het gemeen
van me was."
„Naluurlijk was het gemeen van je,'' zet
ik koel, „en je moet toegeven, dat ik het je
nooit verwelen heb."
„Nooit," antwoordde hij, „maar je weet
heel goed, dat je erger hebt gedaan. Moe
ien wij scheiden? Je hebt het vroeger eena
gezegd. Zeg je het nu weer? Er zijn heuvels
en heide genoeg tusschen hier en de twee
zeeën, David, en ik wil bekennen, dat ik
er niet op gesteld ben le blijven, waar ik
gemist kan worden."
Dit ging door mij heen als een zwaard,
want het scheen mijn heimelijke onedet-
tr.oedigheid bloot te leggen.
„Alan Brechl" riep ik, tn toen: „Denk je,
dat ik je mijn rug zal toedraaien, nu je me
het meest noodig hebt? Je durft het niet tn
mijn gezicht zeggen. Mijn heele gedrag lo
genstraft die bewering, liet is waar, ik viel
in slaap op hel veenmaar dat was door
vermoeidheid en je hebt ongelijk mij dsrf te
verwijlen.
u. (Wordt verrol id).