ONTVOERD.
No. 19891
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 14 Januari
Tweede Blad. Anno 1925.
BINNENLAND.
HEBT U AL GEBLOOKERD?
Ca&ur*
FEUILLETON.
GEMENGD NIEUWS.
De Ondeiwijs-Centrale.
Zaterdag j l. is te Amsterdam in het kan
door van het Nederlandsch Onderwijzers-
Gonootschap gesticht een federatie van
On derwijzers-Vereeni gingen onder den
naam van „De Onderwijs-Centrale.*'
De vergadering stond onder leiding van
'den voorzitter van het N.O.G-, den heer
H. J. Bon, en was een vervolg op eenigo
vorige vergaderingen, waarin de vraag, of
'de stiohting eener dergelijke federatie wen-
6chelijk en mogelijk i^onder de oogen was
gezien en in toestemmenden zin was be
antwoord.
Krachtens besl. van de algcmeene verga
dering of hoofdbestuur namon de volgende
vereeniging aan de stichting deel: het
Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap,
vertegenwoordigd door de heeren H. J. Bon
en J. F. Ekering de Vereeniging van Hoof
den van Scholen in Nederland, vertegen
■woordigd door de beeren A. J. van Goe-
them en E. J. Blokkinkde Unie van
Christelijke Onderwijzers, vertegenwoor
digd door don heer W. Ficggon de Ver
eeniging voor M.U.L.O. vertegenwoordigd
door de heeren A. Lobstein en G. Schaafo-
ma; en de Bond van Onderwijzeressen bij
het Fröbelonderwijs, vertegenwoordigd door
de dames S. B. M. Crombet en T. Edel
man.
De grondslagen voor de Onderwijs-Cen-
JraJe liggen in de volgende conclusies:
1. Tot de Onderwijs-Centrale kunnen toe
treden alle onder wij zersvereeni gingen van
het bijzonder zoowel als van het openbaar
onderwijs en beide in al hun vertakkingen:
•voorbereidend tot en met booger onder
wijs
2. de Onderwijs-Centrale heeft een fe
deratief karakter en tast de zelfstandigheid
'der aangesloten vereenigingen niet aan;
3. oj bespreekt:
a. vraagstukken van algemeen onder
wijskundigen aard, echter met uitzonde
ring van punten, welke eon strijdpunt vor
men fcuaschen politieke partijen
b. quaesties betreffende salarieering en
rechtspositie der' leerkrachten.
4. Zij wendt zich, desnoods ongevraagd,
toet een advies over deze zaken tot den
Minister
6 I> minderheid kan in het rapport van
haar afwijkende mëening doen blijken.
6. Do Onderwijs-Centrale trachfc te be-
Jreiïce»;
a. dat do Regeering haar advies vraagt
in zaken betreffende het onderwijs
b. dat de Regeering haar erkent als bij
zondere commissie van overleg voor onder
wijszaken en haar deel moet uitmaken van
de Centrale Commissie van Georganiseerd
Overleg voor ambtenaarszaken.
7. Aansluiting bij een politieke centrale
behoeft geen beletsel te zijn tot aansluiting
bij de Onderwijs-Centrale.
Aan de besprekingen namen ook nog
'deel: de Ned. Bond van Leeraren en Leera-
ressco bij het Nijverheidsonderwijs,, verte
genwoordigd door dc heeren C. Menke en
H. Wapstra Azn. de Canisius federatie,
vertegenwoordigd door den heer A. J. W.
[Bnigen, welke heeren de quaestie van aan
sluiting in hun hoofdbestuur zullen bespro
ken.
De Vereeniging van Gymnastiek-Onder-
wijzers in Nederland en de Vereeniging
van Leeraren in de Lichamelijke Oefening,
•welker besturen reeds verklaard hadden,
veel voor het denkbeeld van de Richting
eener Onderwijs-Centrale te gevoelen, wa
ren in verband met de aanhangige fusie
dezer beide vereenigingen verhinderd, de
«lichtingsvergadering bij te wonen.
Een voorloopig bureau van vijf, bestaan-
'de uit vertegenwoordigers van elk der or
ganisaties, zal een reglement ontwerpen
en de opdrachten der stiehtingsvergade-
ring uitvoeren: Aan het einde der verga
dering bracht de heer Lob6tcin onder in-
«tomming dor aanwezigen dank aan het
N.O.G. voor het genomen initiatief.
Art. 40 van het Bezoldigingsbesluit.
Voor de eerste Kamer van de rechtbank
to Is-Gravenhage, president mr. 'du Mosob,
rechters mrs. Rueb en De Kuyper en offi
cier mr. Polman, is gisteren behandell de
procedure over de intrekking van art. 40
van het Bezoldigingsbesluit.
Mr. Marchant zeide, dat de salarissen der
ambtenaren steeds onvoldoend© zijn geweest^
en dat de Regeering dat in de duurtepeiiode
beeft trachten goed te makeij door het goven
van duurteb£slagen, enz. De ambtenaren
v.enschten echter een regeling met vaste
bedragen, waardoor zij konden weten, waar
aan z*0 toe waren. Toen is tot stand gekomen
de vaststelling van het Bezoldigingsbesluit,
waardoor de Regeering niet mee: zou kunnen
afnemen van wat zft den ambtenaren eens
had gegeven. In dat besluit was opgenomen
het fameuze artikel 40, volgens hetwelk de
Kroon het recht had de salarissen te ver
minderen, behoudens de cenmial to:g?kende
salarissen. Bij Kon. besluit van 19 Juni
1922 is dit artikel zoodanig veranderd, dat
dj cp 1 Juni 1922 geldende salarissen zou
den worden gewaardigd. Bjj Kon. besluit
van 23 April 1924 is echter op de wedden
van alle ambtenaren een korting toegepast,
en de vraag is nu, of deze vermindering
rechtmaüg was.
Het belang is hierin gelegen, dat. de
gkrantie, welke de Staat aan de ambtenaren
geeft, ook wordt nagekomen. Wanneer deze
garantie niet wordt nagekomen, acht pleiter
dit voor den Staat en het volk detastreus.
De gevolgen van het door de overneid
in deze gegeven voorbeeld zijn dan ook
niet uitgebleven. De roeping van den rechter
is om dit onheil te keeren.
Voorts deelde pleiter mede, dat het de
bedoeling is do zaak in alle instanties te
behandelen.
De loonen van het Rotteidamsche
tramwegpersoneel.
In Maart van het vorig jaar kwam de
Directie van de Rotterdamscke Electrische
Tramweg-Maatschappij in verband met de
groote concurrentie, die zij ondervond van
de autobussen, met ingrijpende voorstellen,
die, behalve inkrimping van den dienst zoo
wel des morgens als des avonds, voor het
personeel ernstige verslechteringen van dc
arbeidsvoorwaarden bracht Bovendien zou
een aantal conducteurs en wagenbestuur- j
ders ontslagen worden.
Na uitvoerige besprekingen lusschcn de
vakvereenigingen, de directie van de R. E.
T. M. en het gemeentebestuur kwam men
tegen Juni tot de beslissing, dat aan het
personeel een 10 pCt. loonsverlaging zou
worden gegeven. Niemand werd ontslagen, j
de dienst bleef zooals hij was. Deze overeen-
komst werd aangegaan-tot 1 Februari 1925.
Nu deze datum nadert was het Rolter-
damsch tramwegpersoneel vol belangstelling
voor hetgeen na dien datum zou geschieden.
Tusschen de Nederlandsche Vereen, van
Spoor- en Tramwegpersoneel, de R.-K.
Ver. St.-Raphael" on de Christelijke
Vakvereeniging werden wederom bespre-
kingen gevoerd met do directie, alsmede
met de commissie voor personeel- aange
legenheden.
Het vorig jaar was tevens vastgesteld,
dat, indien het gemeentepersoneel pensi
oenbijdragen zou moeten storten, het tram
personeel dit niet behoefde te doen. Bij
ontslag zouden de trammannen wachtgeld
krijgen en wanneer dc inkomsten van de
R.E.T.M. toenam, zou ook overwogen wor
den of het loon omhoog zou kunnen gaan.
De Nederlandsche Ver. heeft gisteravond
en hedenmorgen drukbezochte vergaderin
gen gehouden, waar door hoofdbestuurder
Peterse den stand van zaken werd uiteen
gezet.
De Direclie van de R. E. T. M. meent van
het personeel geen pensioenbijdrage te moe
ten vragen, doch de Raad van Commissa
rissen gaat, naar wij vernemen, daarmede
niet accoord. Met ingang van -1 Februari
wil deze Raad de öVi-pensioenbijdrage op
de loonen korten. In een conferentie lus-
schen de vakvereenigingen en de commissie
voor personeelaangelegenlieden hebben de
hoofdbestuurders zich uitgesproken tegen
iedere loonsverlaging. Voorgesteld zal wor
den de toestand, zooals deze thans geldt,
met een half jaar te verlengen.
RECLAME.
2279
IK BLOOKER
ELKEN DAG!
BLOOKEREN IS AFGELEID
VAN BLOOKER EN BETEE-
KENF MINSTENS ÉÉNMAAL
PER DAG EEN KOP
DRINKEN.
DE FIJNE CACAOSMAAK
ZAL U WEL BEVALLEN I
«tal
Van ROBERT LOUIS STEVENSON.
Geautoriseerde vertaling van J. C. L. B. Pet.
(Nadruk verboden.
43)
.,Dat,' zei hij, op het vleeseh wijzend, „is
fcelzilfde, wat ik Zijn Koniukiijke Hoosheid
gaf, in ditzelfde huis, behalve het citroen
sap, want in dien tijd waren wij blij, als
avij vleeseh haddeai, tn maakten ons niet
druk met de keukeu. Waarachtig, er waren
raesr dragonders dan citroenen in mijn land
in het jaar zes en veertig."
Ik weet niet, of het wildbraad werkelijk
zoo goed was, maar ik walgde er van, toen
ik het zag, cn kon er maar weinig van eten.
Al dien tijd onderhield Cluny ons met dc
geschiedenis van prins Charlies verblijf in
de koor. waarbij hij ons letterlijk de woor
den van de sprekers noemde, en opstond
van zijn plaats, om ons te wijzen, waar zij
stonden.
Ik begreep er uit, dat de prins een vrien
delijke. geestige jongen was, maar niet zoo
wijs als Salomo. Ik maakte er ook uit op,
dat hij dikwijls dronken was, gedurende
zijn verblijf in de kooi, dus was toen het
kwaad, dat later zoo'n wrak van hem'
maakte, al begonnen.
Wij waren nauwelijks klaar met eten,
feen Cluny een oud, beduimeld, vet pak
kaarten voor den dag haalde, zooals die in
gemeene kroegen ie vinden zijn, en zijn
oogen schitteren in zijn gelaat, toen hij ons
voorstelde te gaan spelen.
Nu was dit een van de dingen, waarvan
ik door mijn opvoeding een afschuw had,
daar het mij door mijn vader steeds wae
voorgehouden, dat het niet gentlemanlike
was zijn middelen van bestaan tegen die
van anderen te zetten op het toeval van
bedrukt karton. Ik zou zeker mijn ver
moeidheid als reden hebben kunnen opge
ven die mij genoeg verontschuldigde;
maar ik dacht, dat het mijn plicht was ge
tuigenis af te leggen. Ik moet erg gebloosd
hebben, maar ik sprak flink en vertelde*
hun, dat ik geen roeping gevoelde, anderen
te beoordeel en; maar dat het van mijn
kant een zaak was. waarvan ik niet hield.
Cluny hield op met het schudden van de
kaarten. „Wat moet dit in 's duivelsnaam
beteekenen?" riep hij. „Wat voor Why-
achtig gek wezel is dit in het huis van
Cluny Macpherson?"
„Ik zal voor mr. Balfour spreken," zei
Alan. „Ilij is een eerlijk en een'flink, man,
en ik wilde, dat je bedacht, wie het zegt. Ik
draag een koningsnaam," zei hij, zijn hoofd
schuddend, „en ik en ieder, dien ik mijn
vriend noem, zijn gezelschap voor den
beste. Maar mijnheer is moe, en verlangt te
slapen; als hij geen trek heeft om ie kaar
ten, zal dat u en mij niet hinderen, en ik
ben bereid, ieder spel, dat u kunt noemen,
te spelen."
„Mijnheer," "zei Cluny, „in dit armzalige
huis van mij mag ieder doen, wat hij wil.
Al wilde uw vriend op zijn hoofd staan, hij
is welkom. En wanneer hij, of u, of iemand
anders, niet geheet voldaan is, zal het mij
een genoegen doen, met hem naar buiten te
gaan."
De vakvereenigingen zullen hun leden
deze weck vergaderen ter bespreking van
de eventueel te-nemen maatregelen.
Bij Kon. besluit is benoemd tot ridder
in de orde van den Nederlandschen Leeyw
W. G. van Weltum, vertegenwoordiger van
Nederland in de Raadgevende Opiumcom-
nii.-sie van den Volkenbond; is .verleend de
eerc-medaille, verbonden aan de orde van
Oranje-Nassau, in zilver, aan A. G van den
Broek, koster van de Roomsch-Katholieke
Kerk te Boxtel.
In de groote zaal van hotel „De Twee
Steden'' op het Buitenhof in Den Haag,
heeft gistermiddag de Vereeniging Volks
weerbaarheid ter gelegenheid van haar 2b-
jarig bestaan gerecipieerd. Tot zijn groote
spijt was de voorzitter der Vereeniging,
generaal Verspyck, verhinderd aanwezig te
1 zijn. Een stroom van gast;n kwam de ju
bilee-rende Vereeniging feliciteeren. Min ster
Van Dijk en jhr. E. von Rose voerden het
j woord.
Gisteravond heeft de heer W. Mullens
I ten Koninklijken Paieize te 's-Gravenhage
I voor do Koninklijke familie en eenige ge-
noodigden de film vertoond betreffende da
aankomst van de N:derlaudsche vliegers m
Indië.
Naar de Haagsclie redacteur van „De
Msbod'e" verneemt, zijn gistermiddag bespre
kingen gehouden tusschen professor Aen-
genent en het hoofdbestuur' van „St.-Mi-
chaël", ten huize van baron Wittert van
Hoogland, te 's-Gravenhage. Besloten werd
over de conferentie niets tj publiceoren.
Donderdagmiddag zullen de besprekingen
worden voortgezet.
De Maandag in de omgeving van
Haarlem aangehouden anti-militairsten, in
wier woningen een onderzo?k werd ingesteld
naar de aanwezigheid van vuurwapenen,
waarbij de .\irwachting werd gekoesterd,
dat aanwijzingen gevonden gouden worden,
die Zicht konden brengen in de sorio brand
stichtingen in militaire gebouwen in Spaarir-
dam, Bloemendaal en elders, z'rjn 's avonds,
j op drie na, in vrijheid^ gesteld. Zij kregen
gelei om do terugreis "per auto te kunnen
maken, 's Nachts te twee uur werd nog
oen der aangehouden jongemannen in vrij
heid gesteld, de zoon van O. aan den Slaper
dijk. De twee" jongemannen, die toen nog
vastgehouden werden, zouden alsnog ver
hoord worden.
In een dezer dagen te Rotterdam
gehouden vergadering van het technisch
personeel der P. T. T. in Zuid-Holland is
een motie aangenomen, waarin naar aan
leiding van do positie, waarin het technisch
personeel momenteel verkeert en do be
dreiging, waaraan het straks opnieuw zal
blootstaan, indien de voorstellen der-com-
missie-Nolting ingang zull;n vinden, wordt
verklaard, (dat de organisatie al het mogelijke
moet doen om in de salarispositie verbetering
te verkrijgen. De motie onderschrijft alge
meen de noodzakelijkheid om de organisatie
zoodanig uit te bouwen, dat scherpere mid
delen kunnen worden gebruikt, indien de
administratie voortgaat do positie van het
technisch personeel nog meer omlaag te
drukken.
Gistermiddag is te Utrecht ter aarde
besteld het stoffelijk overschot van den
predikant'van de Rem.%Gemeente, dr. H. L.
Oort. Hoe bemind deze voorganger was,
bleek wel bij deze treurige plechtigheid, die
werdvoorafgegaan door een rguwdienst in
de Remonstrantsche Kerk aan de Kromme
Nieuwe Gracht.
Nadat de familie en hef kerkbestuur had
den plaats genomen, werd de lijkkist het
kerkgebouw binnengedragen en geplaatst op
een met'rouwfloers bekleede baar, welke
voor den preekstoel was opgesteld. Het orgel,
bespeeld door den bekenden organist W.
Petri, liet daarbij het lievelingslied van den
overledene uit de Matlhauspassion van Joh.
Scb. Bach hoof en. y
Dr. J. Mackenzie, vroeger Romonstrantsch
predikant te Utrecht, thans te Amsterdam,
sprak vervolgens een gebed uit, waarna hij
een treffende gedachtenisrede hield.
Nadat de aanwezigen staande een gezang
uit den liederenbundel hadden gezongen,
Ik wilde niet, dat deze twee vrienden om
mijnentwille elkaar naar de keel zouden
vliegen.
„Mijnheer," zei ik, „ik ben erg moe, zoo
als Alan .zegt, en w^il meer is, daar ik ver
onderstel, dat u zelf zoons hebt, ik kan u
zeggen, dat het een belofte was aan mijn
vader."
„Zwijg maar, zwijg maar," zei Cluny en
wee9 naar een bed van heide in een hoek
van de kooi. Maar toch was hij uit zijn hu
meur, wierp mij verholen blikken toe en
gromde, wanneer hij dit deed. En het
moet worden toegegeven, dat mijn weerzin,
en de woorden, waarin ik dien had ver
klaard, een beetje Why-achtig klonken in
deze plaats tusschen wilde Hooglandsohe
Jacobieten.
Door den brandewijn en hei wildbraad
was een vreemd, zwaar gevoel over mij ge
komen, en ik lag nauwelijks op het bed, of
ik viel in een soort verdooving, waarin ik
bijna den heelen duur van ons oponthoud
in de kooi bleef. Soms was ik klaar wakker
en begreep wat er voorvielsoms hoorde ik
alleen stemmen of het snorken van man
nen, als het geluid van een snelle rivier en
de plaids aan den wand krompen in en
zetten weer uit als schaduwen van hei
vuur op de zoldering. Ik moet soans hebben
gesprc*cen of geroepen, want ijt herinner
mij, dat ik nu en dan verbaasd was, ant
woord te krijgen, en toch was ik mij niei
bewust van een bepaalde nachtmerrie, ai-
leen van een aigemeenen, zwarten, voort-
duren den angst, angst voor de plaats, waar
ik was, voor het bed, waarin ik lag, voor
de stemmen, het vuur en mijzelf.
De barbier, die, behahre bediende, ook
nog dokter was, werd g^iaald, om mij U
behandelen; maar daar hij Keltisch sprak.
werd door den organist het „Largo" van
Kandel ten gehoore gebracht.
Na het eindigen van dezen rouwdienst,
zette de stoet zich in beweging naar de
Gansslraat, waar op de oude algcmeene be
graafplaats het stoffelijk overschot aan den
schoot der aarde werd toevertrouwd. Onder
de honderden aanwezigen werden, behalve
de reeds genoemden, nog opgemerkt prof. ar.
Yan den Broek, wethouder, mr. Meyer en
nog vele anderen. De lijkbaar was met
slechts met enkele kransen en bloemstuk
ken gedekt.
Aan de groeve werd, op den uitdrukke-
lijken wensch van den overledene, niet
gesproken.
Dr. Van Holk, Remonstranlsch predikant
le Utrecht, las een lied voor uit het liederen
boek der Remonstrantsclie gemeente, waar
na een zoon van den overledene dankte
voor de betoonde belangstelling.
Het hoofdbestuur van den Ned. Land-
arbeidersbond te Utrecht heeft net volgen-
do telegram gezonden aan den Minister van
Binnenlandsche Zaken en Landbouw
Onder de arbeiders bij do werkverschaf
fing in Drente hccrscht ernstige ontevre
denheid over loonen en arbeidsvoorwaar
den. Verzoeken onmiddellijk maatregelen
tot verbetering te' troffen. Dringen verder
bij Uwe Excellcntio aan, te bevoidercn,
dat de arbeiders, die van do werkverschaf
fing kanaal BeiionNieuweroord zijn uit
gesloten, weer worden to werk gesteld.
Omtrent den gazoudhei'stoest nd \an
den oud-minister proL mr. M. \V. F. Treub,
verneemt „De Tel.'', dat, nadat de heer
Treub in het Roode-Kruis-ziekenhuis in Den
i Haag een goed-geslaagdo operatie had on
dergaan, een algeheel© verzwakking is in
getreden. De toestand van den patiënt werd
nog verergerd door het voorkomen van
bloedvatverstopping in de Iongen, waarbij
zich bovendien pleuritis uitte in benauwd
heden. Deze inzinking is vooral fe wijten
aan te druk bezoek, dat de patiënt ontving.
Nadat dit bezoek verminderd was, is de
patiënt in hooge qjate verbeterd, en mag
men aannemen, dat het gevaar geweken is,
tenzij zich onverhoopt complicaties mochten
voordoen. Er zullen zeker nog eenige maan
den voorbijgaan vóór prol Treub zijn
bezigheden zal kunnen hervatten.
De arrondissementsrechtbank te Dor
drecht heeftl ter vervulling van een vaca
ture van rechter in haar college, de vol
gende alpliabefciBche lijst van aanbeveling
opgemaakt: mr. M. van Aken, substituui-
griffiex bij de arrondissementsrechtbank
te Almelomi. R. P. Cloveringa, chef der
afdceling Reclames en Averijen Kon. Ned.
Stoomboot-Maatschappij, te Heemstede
mr. J. H. van Welsen, subsituut-griffier bij
de arrondissementsrechtbank te Amster
dam.
verstond ik geen woord van wat hij zei, en
was te ellendig om een vertaling te vragen.
Ik wist heel goed, dal ik ziek was en ver
der liet alles mij koud. Ik lette nergens op,
terwijl ik m dien armzaligen toestand lag»
Maar Alan en Oluny waren den meesten
tijd aan het kaarten en ik weet zeker, dat
Alan in het begin moet hebben gewonnen,
want ik herinner mij, dat ik opzat en hen
er«£ruk mee bezig zag en een groolen glin-
sterenden hoop van wel zestig of honderd
guineas op tafel: Het was erg vreemd, dezen
rijkdom aan te treffen in een krot op den
heuvelkant, dat met horden aan de boom en
hing, en zelfs toen leek het mij al gevaar
lijk, dat Alan speelde, terwijl hij niets te -
verliezen had dan een groene beurs en vijf
guineas.
Het geluk keerde, naar het schijnt, den
tweeden dag om. Tegen den middag werd
ik al9 gewoonlijk gewekt voor het eten, en
weigerde als gewoonlijk en kreeg een bor
rel met iets bitters, dat op voorschrift van
den barbier er door was gemengd.
De zon scheen naar binnen door de open
deur van de kooi en verblindde mij en
maakte mij duizelig. Gluny zat aan tafel
en coupeerde de kaarten. Alan boog zidh
over het bed en had zijn gezicht vlak voor
mijn oogen, waardoor het, in de war als ik
was door de koorts, afschuwelijk groot leek.
Hij vroeg, of ik hem mijn ge^ wilde
leenen.
„Waarom?" vroeg ik.
„O, alleen om te leenen," zei hij.
„Maar waarom?" herhaalde ik, „ik be
grijp het niet."
„Kom, David, zei Alan, Je zult toch niet
weigeren mij te leenen?"
Als ik mijn hersens bij elkaar had gehad,
sou Lk het hebben geweigerd. Maar alles,
Uit een tiental sollicitanten is tof
vrijgestelde van den Alg. Ned. Christ.
Ambtenaarsbond in de vac.-zuster S. G.
Heidcma, benoemd de heer L. H. Kurpere-
hoek, te Rotterdam, tot voor kort gemeen
te-ambtenaar aldaar. Do heer Kurperahoek
zal 1 Febr. a.«. in functie treden en blijft
voorloopig te Rotterdam wonen.
Volgens „Het Centrum" zullen als
candidatcn vootr een ©ventueelen Kamer
zetel door liet Verbond „St.-Michaöl" in
volgorde naar voren worden gebracht de
heeren prof Veraart, baron Wittert van
Hoogland, Bon, Mooijman en Guit.
In September van dit jaar zullen de
korpsen, behoorende tot de lichto brigade^
onder leiding van den commandant van het
veldleger en van den inspecteur der cava
lerie, tevens commandant der lichte brigade^
deelnemen aan oefeningen in Overijsel ea
Gelderland, in de streek van Almelo, Hengeto
(O.), Enschde, Oldenzaal en Ootmarsum;
Woudenberg en Maarn en omstreken.
Het gevonden geraamte. Men
meldt uit Amsterdam:
De aannemer Van Muylwjjk is ter be
schikking van de justitie gesteld en tbans
iiigesloteu in het Huis van Bewaring. Hij
houdt tot nu toe vol, niets van do zaak
te weten. Toen vóór tien jaar de makelaar
Buseh verdween, verkeerde v. M. in staat
van faillissement Kort daarop heeft hjj
echter een accoord aangeboden. Hij hoeft
toen verklaard, dat geld van de familio te
hebben ontvangen. In elk geval verkeerde
hij in grooten geldeljjken nood, toen Busoh
verdween. Het was de importeur Liehloc
toen wonende in het Sarphatipark, die het
eerst de politie op de hoogte stelde, dat B.
vermoedelijk was verdwenen. Hg meende dat
te mogen verklaren, omdat B. belootd had
Zaterdag 23 October 1915, den dag na het
bezoek bij Van M., bjj hem te komen om
hem 112.000 te betalen. wist, dat B.
het geld voor hem had, maar hjj wist ook
bijna zeker, dat dit bedrag maar een klein
deel wak van de som, die B. bij zich moest
hebben. Dit bedrag kon viermaal, misschien
wel vijfmaal, zoo groot zijn geweest
Na de beëindiging van het faillissement
in 1915 bleef het den heer Van MnylwHk
tegenloopen. Hij kon aan zijn financieele
verplichtingen niet voldoen, met dit gevolg,
dat op den eisch van de Friosch-Gromn®-
echo Hypotheekbank 'in Sept 1921 tot exe
cutie werd overgegaan en het perceel uafl
den Overtoom op een veiling m Frascatf
voor de N. V. Amsterdamsche Timmervrtnkai
door den directeur dier onderneming^
den makelaar J. H- F. Schopman, voce
1203.000 werd gekocht.
Van wat hiervan het gevolg was, deelta
waar ik toen aan dacht, was zijn gezioÜf
weg le krijgen en ik gaf hem het geld.
Op den morgen van den derden dag, toen
wij acht cn veertig uur in de kooi waren
geweest, werd ik met een grooto opluchting
wakker; nog wel zwak en moe, maar ik
zag de dingen in hun ware grootte en na
tuurlijk, alledaagsch voorkomen. Ik had
trek in eten bovendien, stond 'uit eigen be
weging op en slapte na hel ontbijt naar den
ingang van dc kooi en ging buiten, boven
in het bosch zitlen. Het was een grauwe
dag met een koele, zachte lucht, cn ik
droomde den ganschen morgen, alleen ge
stoord door het voorbijkomen van Cluny's
verkenners en de bedienden, die met provi
sie en tijdingen kwaimen, want daar de kurl
op dien tijd vrij was, kon men bijna zeg
gen dat hij openlijk zitting hield.
Toen ik terugkwam, hadden hij en Alan
de kaarten opzij gelegd cn ondervraagden
een bediende en het hoold sprak tot mij in
het Keltisch.
„Ik versla geen Keltisch, mijnheer,"
zei ik.
Nu had alles, wat ik zei of dood, sinds de
kwestie mei de kaarten, liet vermogen
Cluny te ergeren. „Dan zil er meer in je
naam, dan in jezelf," zei hij hoos, „want
die is goed Keltisch. Maar dit is de kwestie.
Mijn verkenners berichten, dat alles veilig
is naai het zuiden en de vraag is nu, ben je
zoo sterk, dat je kunt gaan?"
Ik zag kaarten op de lafel, maar geen
goud; alleen een hoop kleine beschreven
papiertjes, en die lagen allen aan Cluny's
kant, Alan zag er bovendien vreemd uit als
iemand, die niet erg tevreden is, en ik
kreeg een angstig voorgevoel.
JWordt vervolgd).