No. 19891.
WOENSDAG 14 JANUARI
Anno 1925.
OfficSeele Kennisgevingen!"
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van harten.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER AD VERTE NTIEN
30 Cts per regel. Bij reeelabonnement belangrijk lageren prijs
Kleine Advertentie uitsluitend bij vooruitbetaling. Woensdags en
Zaterdags 50 Cts., bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht. Voor evenlueele opzending van brieven
10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 175 en 1635 Jlsdastie 1507.
Postchèquo- en Girodienst No. 57055 PosKjus No. 54
PRIJS DEZER COURANTi
Voor Leiden per 8 maanden 2.36, per week
Builen Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week
Franco per post 2.35 portokosten.
0.18.
„0.18.
Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
- GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP.
Aan dca gemeentelijken vischwinkel,
lYischmarkt 18, tel. 1225, is DONDERDAG
verkrijgbaar: SCHELVISOH k f 0.21 per
pönd, HARING k f 0.05 p. stuk cn ZEEUW.
SOHE MOSSELEN k f 0.05 per K G.
N. G. DE GIJSELAAR. Rurgemeester.
Leiden, 14 Januari 1925.
PAARDENFOKKERIJ
De Burgemeester van Leiden brengt ter
kennia van de in deze gemeente gevestigde
jeigenaren of houders van tweejarige of
'oudere hengsten, dat zij ingevolge artikel
28 der Paardenwet 1918 verplicht zijn hier-
yaa ten stadhuize aangiften te doen binnen
een maand nadat de hengst twee jaar is ge
worden of in hun bezit is gekomen, alsme
de vóór 1 Februari van elk jaar.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
Leiden, 14 Januari 1925.
Van Jacques Perk tot na.
Dr. A. Verwey, nieuwbenoemd hoogleeraar
bij de faculteit der letteren en wijsbegeerte
aan de universiteit alhier, om onderwijs te
geven in de Nederlandsche letterkunde en
haar geschiedenis en aesthetische critiek,
heeft zijn ambt heden aanvaard met het
houden van een redevoering in het groot-
auditorium van het universiteitsgebouw over
„Van Jacques Perk tot nu".
Na een korte inleiding ter verklaring der
kouze van onderwerp en titel zijner oratie
sprak de redenaar in het kort als volgt:
Toen in het voorjaar van 1879, Jacques
Perk begon met het schrijven van zijn ge
dichten, opende hij daarmee een tijdperk
van dichterlijke ontwikkeling, dat ook nu
nog niet is algesloten. De bewondering voor
do republiek der zeven provinciën, het be
zielende element van Potgieter's arbeid bleek
.verdwenen en vervangen door een vader
land looze liefde voor natuur en kunst. Men
ziet dit het best, wanneer men zich voor
stelt, hoe Potgieter zou hebben deelgenomen
aan het 3de eeuwfeest van Hooft en hoe
Perk dit deed, die aan Dr. Doorenbos enkele
regelen toedichtte. De waarheid is, dat noch
door Perk noch door ons anderen het Vader
land werd losgelaten. Maar wat wij in die
jaren met zeldzame verrukking beleefden,
was een bevrijding: het kwam ons voor dat
in de dichters die aan ons voorafgingen de
verbeelding meer dan de onze door overle-
- vering gebonden was.
Dit inderdaad revolutionaire besef is de
oorsprong geweest van de Nieuwe Gidsbewe
ging.
Overal zien wij na 1880 het redeneerend
element in de poëzie teruggeweken en het
verbeeldingselement, het concrete beeld op
het eerste plan gebracht. Een wijsgeerige en
historische rechtvaardiging zoekend voor
deze ontwikkeling, grijpt men allereerst te
rug naar Shelley's Defense of Poetry. Voor
de klassieke dichters en de bij hen geschool
de renaissancegeleerden was de verbeelding
een macht, die tusschen de zinnen en de rede
instaat De rede moet keuren, of de voorstel
lingen, door de verbeelding uit de gewaar
wordingen gevormd, al of niet heilzaam zijn.
Shelley noemde de synthetische denkwijze
uitdrukkelijk: verbeelding. De erkenning van
de verbeelding als afhankelijk met de rede
gelijkwaardig denkvermogen, wordt door den
aestheticus Groce toegeschreven aan zijn
landgenoot Gianbattisla Vico. In voorzichtig
ger termen heeft feitelijk Spinoza dit ook al
gedaan. Na Vico is dit inzicht het eerst weer
in Duitschland opgekomen, niet bij de wijs-
geeren, maar bij' de dichters. Jean Paul
maakt de scheiding Einbildungskraft en
rn&ntasie of „Elementargeist" al ziel. Deze
Bcheidmg werd overgenomen door Coleridge,
door Wordsworth, de laatste in zijn „Pre
lude de eigenlijke dichter van do verbeel
ding; van de „Imagination" die hij stelt te
genover de Fancy. Shelly, Wordsworth en
L,oiendge waren van groolen invloed op ons,
jongeren van 1880. Door hen eigenlijk wer
den wij opgenomen in die Europeesclie
strooming die zoowel de klassieke Duitsche
dichtkunst als de Engclsche van na Dryde
bevrucht heeft, aan wier zichtbare oorsprong
Rousseau slond en die haar verborgen bron
m Spinoza had.
Niemand zal zeggen, dat wij iels onva
derlandse h deden, toen wij poogden dien
stroom terug te leiden naar liet land waar-
dit hij welde. Potgieter trouwens had zijn
jcop. waar hij in het licht vloot, duidelijk
ingezien en hem o.a. in zijn studie over
hoi TV e «eteekend. Van Vloten had
fiel bekken, waaruit hij vloeide herkend en
een eeredienst ingesteld voor den vaderland
se en wijsgeer. Onze laak was een andere:
wij moesten hoe langer hoe meer, vader-
landsch leven betrekken in den Europeeschen
yerbeeldingsgroei. Dit gebeulde onmiddel-
lykdoor het voortbrengen van een nieuwe
LederUndeche dichtkunst. Tegelijkertijd
groeide onze belangstelling voor de vroa-
gere Nederlandsche letteren. Naast de gram
matische en de historische literatuur-be
schouwing was de acstetische opgekomen,
die zich, naar Flaubert's woorden, zoo door
dringend mogelijk voor het werk op zich
zelf interesseert. Niet aan dc Iloogescholen
ontstond deze, maar bij de dichters. Toch
bestond er tusschen hoogescholen, dichters
en leeken een onmiskenbare wisselwerking.
Wij komen nu echter voor de vraag te
slaan, of het bijzondere, d. w. z. het kunst
werk op zichzelf als eenmalig verschijnsel
leerbaar is. Of het eigenlijk wel aan de
Universiteiten gedoceerd kan worden. Het
algemeene is leeibaar, maar het bijzonder:,
boe zal dat worden medegedeeld, daar het
toch niet anders gekend kan worden dan
doordat men het ziet en ervaart? Dit zien
n.l. vereischt aanleg en. vermogen. Het ge
schiedt alleen in de bewondering.
Enkel bewonderend verzinken wij ons in
het ééne bijzondere voorwerp, gevoelen ons
één ermee en beleven het. Hoe kan hel be
reiken van zulk ©en zien betrokken worden
onder het leerbare? Om die vraag te be
antwoorden herinner ik aan een van de
oudste begripsbepalingen, waarmee ooit ge
tracht werd het wezen van kunstvoorwerpen
te omgrenzen: eenheid in verscheidenheid.
Geen vingerwijzing is voor leeken inlich-
tender, dan die hun aanwijst dat cn waarom
er tusschen de doelen van het werk een
karakteriseerbare eenheid bestaat. Gaande
langs den weg van onderscheiding tusschen
het geheel en zijn deelen, kan hij, die smaal;
heeft, het rhythme, ten minste van zijn al
gemeene zijde, doen benaderen, cn trachten
het in zijn bijzonderheid te doen gevoelen.
Dit is weinig, maar het is voor het onder
richt niet waardeloos. Het spant de aan
dacht, het doorbreekt de beperktheid van
den persoon.
De waarde van dichters en kunstenaars
ligt hierin, dat zij in duizenden vormen tel-
i kens weer een nieuw gezicht geven op het
i leven. Tegenover de verstelseling, waar het
verstand ons toe dringt, richten zij het
I ideaal op van den volledigen mensch; het
ideaal van een schoonere wereld. Potgieter
I verwachtte de herboorte van een vernieu
wing tot 17de eeuwsch vaderlander, Perk
i zocht in innige gemeenschap met de natuur
een gelukkig, een vroom mensch te zijn.
Na hem is, ingevouwen in de Natuur, ook de
I Maatschappij, de heele menschelijke samen-
I leving in deze vrome liefde opgenomen.
1 Liefde voor het leven, bewondering voor
zijn verschijnselen, eerbied voor zijn on-
I doorgrondelijk wezen, is de eerste les, die
1 uit de dichtkunst van na 1880 opklinkt. Ook
op dit oogenblik leeft in de poëzie, zelfs in
die van de jongste dichters, nog de nawer-
king van diezelfde vormdrift, diezelfde
drang naar verheerlijking van leven en wer
kelijkheid, die in hen het eerst uitbrak.
Met de gebruikelijke toespraken tot cura
toren, hoogleeraren en studenten eindigde
de hoogleeraar zijn met citaten verduide
lijkte rede. Met een afzonderlijk woord van
hartelijke waardeering werd sprekers voor
ganger, prof. G. Kalff, herdacht.
Herdenking van het vijftigjarig bestaan van
het Wijkgebotfw Levendaal.
Met een dank- en bedestond, in tegenwoor
digheid eener groote schare belangstellenden,
werd gisteravond in de Ilooglandsche kerk
alhier het vijftigjarig bestaan van het gebouw
der Chr. wijkvereeniging „Levendaal", waar
omtrent wij in ons Blad van gisteren reeds
een en ander hebben medegedeeld, herdacht.
Twee sprekers traden in deze openbare
samenkomst met vrijen toegang op: d9. M. J.
Punselie, predikant bij de Ned.-Herv. Gem.
alhier en voorzitter van genoemde Wijkver-
eeniging, en ds. A. W. Voors, die zijn jeugd
doorbracht ten huize van den stichter der
Vereeniging, wijlen d9. S. H. J. de Wolff,
en thans directeur is der „Martha-Stichting"
te Alphen aan den Rijn.
Ds. Punselie verzocht, nadat het orgel zich
reeds had laten hooren, te zingen het tiende
ver9 van den 68sten Psalm, las daarna voor
Psalm 100 en ging voor in gebed.
Toen ving hij zijn toespraak aan tot de
„vrienden van onze Wijkvereeniging". Met
een hart vol onuitsprekelijke dankbaarheid
heette hij allen op dezen gedenkwaardigen
avond welkom, nu zoo velen bijeen waren
gekomen om de daden Gods 1e gedenken en
God te danken; nu wij mogen jubelen in het
midden der Gemeente, heigeen ons hart goed
doet; nu een machtige jubel opstijgt uit deze
groote schare.
Denkende aan de geschiedenis van deze
Wijkvereeniging, moetan wij komen tot de
erkentenis, dat die geschiedenis er een is
van veel liefde en veel trouw van menschen.
Wij vragen ons dan ook af wat er van den
arbeid, dien de Vereeniging tot nu toe heeft
verricht, zou zijn terecht gekomen zonder
hulp van klein en groot, aanzienlijk en ge
ring; zonder hun gaven, hun steun, hun
hulp; zonder de hulp en den steun van de
autoriteiten en van de Pers. Allen, allen har
telijk dank daarvoor I Mede-arbeiders, beken
den en onbekenden voor hun gaven; verte
genwoordigers van het bestuur der gemeente.
En al mocht dan de burgemeester hier niet
aanwezig kunnen zijn wegens verhindering
wethouder Meynen woonde de samen
komst bij hem zou zeker wel kennis wor
den gegeven van den uitgesproken dank, ook
voor de sympathieke wenschen van hem
voor de juhilaresse. Dank vooral ook aan
dat bestuur voor de genoten subsidies voor
ziekenverpleging, en aan de Pers, die altijd
geholpen heeft onze zaak bij het publiek be
kend te maken en te steunen. Dank even
eens aan de vrienden elders, in Oost en
West. Dank inzonderheid aan H. M. de Ko
ningin, dat Zij dezen wijkarbeid heeft willen
sieren: de eerste voorzitter der Vereeniging
werd door Haar geridderd cn thans is den
nestor der medewerkers, onzen vriend A. van
Borselen, de eer te beurt gevallen benoemd
te worden lot ridder in de orde van Oranje-
Nassau.
Spreker feliciteert hem van h^rte. Het
verheugde spr. zeer, toen hij vernam, dat
dezen stoeren werker deze onderscheiding
was te beurt gevallen. Zoo er sprake bij dit
werk kan zijn van verdienen, dan is deze
onderscheiding zeer zeker door hem ver
diend. Spreker wenschte den heer Van
Borselen, ongetwijfeld met instemming van
alle aanwezigen, toe, dat de nieuwe ridder
met eere, bij goede gezondheid en ongebro
ken kracht de symbolen van de Koninklijke
waardeering nog lang zal mogen dragen;
een waardeering, waarop het goheele Wijk-
bestuur trotsoh is. Zij deze, aldus spr., een
aansporing voor ons allen. God spare en
zegene vriend Van Borselen voor en in
onzen arbeid en onze jongens nog vele ja
ren! Wij, voor ons, voelen ons geprikkeld
met den arbeid voort te gaan, luisterend
naar de stem. die ons in de geschiedenis
van dien arbeid iets van God heeft 1e ver
tellen; van Zijn liefde, genade, trouw, ont
ferming en goedertierenheid.
Wij denken ook wél aan ondervonden
tegenspoed. Maar uit onze ontroering breekt
los een „Loof den Heer, mijne ziel, en ver
geet geene van Zijne weldaden."
God heeft door de liefde van menschen
ons Zijne liefde doen zien. Boven de ge-
sohiodenis van onze Wijkvereeniging zet
ten wij: „Soli Deo Gloria".
Ds. Punselie stond toen stil bij het ver
schijnsel in de dagen, toen ds. De Wolff
zijn denkbeelden tot stichting van een wijk-
gobouw wilde verwezenlijken, dat groote
massa's van de Kerk vervreemdden door de
Kerk zelve; door het ongelukkige huwelijk,
gesloten tusschen Staat en Kerk, hetwelk
zoo fataal gewerkt heeft voor don geeste
lijken arbeid. Hij schetste ds. Do Wolff in
diens krachtig werk, om daarin, voor een
deel althans, in zijn verwaarloosd© en voor
het meerendeel 9P laag peil staando wijk,
verandering, verbetering te brengen. Ds. De
Wolff hatd een open oog voor de waarde
van een enkele ziel en dat hij goed gezien
heeft en een goeden kijk op do dingen had,
hij, de man van het tcedero hart, heeft de
tijd bewezen. En het getuigt van grooten
zegen op het werk, dat hot wijkgebouw in
onzen tijd alweer te klein is geworden en
alweer hard om uitbreiding vraagt.
Niet, dat het werk in allen deele zonder
gebreken en tekortkomingen is. Toegegeven.
En daarom past een bede om die weg te ne-t
men en ook rijze deze bede: Verlaat ons
niet, o Godl Want dan blijft het werk goed
gaan; dan kan het, al wordt de Vereeniging
hco langer hoe ouder, toch verricht worden
met moed, toewijding, frischheid.
Gaan wij weer van de berghoogte, waarop
wij ons thans bevinden, af, dan ivoer de
hand aan den ploeg geslagen, dan weer aan
het werk, dan weer uitdragen liefde in onze
donkere omgeving; immers, wij weten het
God wil het! En gij, vrienden van onzen
wijkarbeid, gaat voort ons 1e steunen, voor
ons en ons werk 1e bidden, ons te helpen, ook
met uw gave, groote en kleine. God make ons
allen getrouw en geve, dat Zijn naam ver
heerlijkt worde door steeds meerderen, door
1 Hem gemaakt lot kinderen Gods.
Na zijn boeiende, met glovd en geestdrift
uitgesproken rede, stelde ds. Punsclio den
tweeden spreker ds. Voors, aan de schare
voor als de woordvoerder van der. stichter
van het Wijkgebouw.
Ds. Voors begon met er aan te herinnereD,
dat op den dag van het twintigjarig beataaii
van het Wijkgebouw, waarvan daags te vo
ren liet „Lcidsch Dagblad" melding had ge
maakt, zich, naar aanleiding van deze mede-
deeling, ten huize van ds. De Wolff, Heeren
gracht 31, vervoegde de commissaris van po
litie alhier en dat deze tot dominee zoide, dat,
hoewel hij niet van de richting van deaen
was, de eerlijkheid hem gebood en de waar
heid hem dwong te getuigen, dat sedert do
minees arbeid in de wijk Levendaal het po
litietoezicht er kon verminderd worden.
Deze arbeid heeft al zoo ook naar buiten
een gezegenden invloed gehad.
Dezen spreker was gevraagd eenige her
inneringen hier te geven. Met deze opdracht
was hij raeer verlegen dan vereerd. Meer dan
dertig jaren geleden reeds verliet hij deze
stad enhet gaat immers niet om het
verleden, maar om het heden; om het werk
van dezen voorzitter en zijn vele mede-ar
beiders, wien hij allen dankte voor hetgeen
zij deden en doen, en voor de groote piëteit
jegens ds. De Wolff, wiens beeld zij in de
herinnering trouw bewaren en dien ook hij
nu gedenkt, den man die 33 jaren lang zijn
be9te krachten aan de Leidsche Gemeente
besteedde.
Toen gaf hij herinneringen en aan zijn
geest liet hij voorbijgaan personen, veree-
nigingen, gebeurtenissen uit de historie van
Vereeniging en gebouw, latende den boven
toon aan het „Looft den Heer" en er op
wijzende, dat de arbeid niet enkel zegen
gaf aan anderen, maar ook aan de arbeiders
zeiven. Hij sprak den wensch uit, dat nog
vele jaren moge worden voortgewerkt, ge
dragen door veler sympathie.
Mocht hij bij het 40-jarig bestaan in de
Oosterkerk spreken naar aanleiding van 1
Thcss. 1:3: „Zonder ophouden gedenkende
het werk uws geloofs, en den arbei der
liefde, en de verdraagzaamheid der hoop op
onzen Heer Jezus Christus, voor onzen God
en Vader", al zoo over wal de. menschen van
den ajbeid denken; thans wilde spreker
even er bij stilstaan hoe God het werk ziet,
hoe God er over denkt, uitgaande van Hebr.
6 10: „Want God is niet onrechtvaardig,
dat Hij uw werk zou vergeten, en den
arbeid der liefde, die gij aan Zijnen Naam
bewezen hebt, als die de heiligen gediend
hebt en nog dient."
God denkt dus aan den arbeid. Dat is een
kracht voor de toekomst. Al zoo in 't kort de
verder uitgewerkte slotgedachte van den
tweeden spreker.
Beiden hadden het licht doen vallen op
de meerdere waardeering en erkenning van
het wijkwerk thans, bij vroeger vergeleken,
niet het minst van kerkelijke zijde.
Ds. Punselie dankte ds. Voors, in wion
wij, zeide hij, onze levende traditie zien.
Met een krachtigen oproep lot allen, dat
ieder weer zijn plicht hij het werk zou gaan
doen, begrijpende welk een fijn instrument
God hun in den wijkarbeid heeft toever
trouwd; trouw zou blijven in dit werk en
het een eer zou blijven achten de kostbare
nalatenschap van het voorgeslacht te aan
vaarden en er niets van verloren te doen
gaan; en met den wensch, dat God allen
moge geven trouw en algeheelc toewijding,
besloot ds. Punselie. Deze ging daarna voor
in dankgebed en verzocht te zingen Ge
zang 77 1.
De Chr. zangvereeniging „Zingt den Heer",
onderafdceling der jubiteérende Vereeniging,
directeur de heer G. van der Keur Jr.. had
vanaf de orgelgaanderij een viertal scnoone
liederen ten gehoore gebracht.
Lezing van Prof. W. Einthoven over den
Snaar galvanometer en hst electrocardiogram
Voor een zeer talrijk gehoor hield prof.
W. Einthoven gisteravond in hét lot aan
den nok gevulde groot auditorium zijn aan
gekondigde voordracht over den snaar-
gal vanome Ier en het electrocardiogram.
Professor* Van Itallio, de voorzitter van de
„Leidsche Vereeniging voor Wetenschap
pelijke Voordrachten", die de bijeenkomst
belegd hsd, heette dull spieker welkom en
dankte hem uit naam van zijn toehoorders
voor zijn bereidwilligheid om hen het een
en ander raëite te <tee!ea over de onderzoe
kingen, die hem Noitelprijs voor Phy-
siolope en Geneeskunde dndeo verwerven.
Spreker begon met oen korte beschrijving
van den snaar galvanometer, waarvrch het
belangrijkste deel gevormd \>ordt, «knor een
uiterst dunnen goloiden^ten draad, in
een steik "magneetveld is ui/tgesposjnen.
Door de zeer geringe massa tan dezen
draad of snaar ie dezo in staat z.«er zwakke
en Kncllo eleclrischo sLroomschonojmelingen
in hun juiste gedaante wo*v te geven. Door
©enige lichtbeelden werd aangetoond, dat
het mogoliik is zolfe ven snaren van een
tienduizendste millimeter dikte en minder
bruikbare afbeeldingen Le verkrijgen en dat
de snelheid van aanwijzing van den gal
vanometer tot minder dan óén duizendste
secunde bin teruggehraclit worden. Hierna
bchandoMo spreker eten dooi' zun zoon, den
Ingenieur W. F. EinlUoven ^^construeerden
vac.uumKQuargaJvari.OiTiotcr, waardoor het
mogelijk is de el-ecl rlsenc frïïiiigen van de
draadlooze telegrapWc te regfetreoren, daar
de zeer korte snaar, dj© daarfch gebruikt
wordt in staat fs van TO lot 80U duizend
trillingen per socimdc uit te voenen. Er wer
den foto's gedemonstreerd van opnamen
van verschillende stations, o. a. van het
voor ons land belangrijke sialic® Bandoeng
in Nederl.-Indië. De vertoonde foto gaf de
letterteekens, die van cKt 19000 tLM. verwij
derde slation waren uitgezonden in vol
maakte duidelijkheid Weer.
Aardig was ook de opname van een boog-
zcDder met twee galvanometers tegeljjk,
waarvan de eene op de werkgolf, de andere
op de rustgolf was afgestemd. Van de
voordeelen, die de opname mot de snaar-
galvanometer biedt, moet vooral genoemd
worden, de mogelijkheid om snels?inen te
ontvangen. Tot 400 woorden per rainnut
kunnen door den galvanometer worden ge
registreerd. Vervolgens werden de toepas
singen van den snaargalvanomeier in de
electrophysiologic besproken. Toegelicht door
tal van fraaie diapositieven werden achter
eenvolgens behandeld: de zenuwstroomen, 4n
't bjjzonder van den vagus en depressor, die
onder den invloed van de ademhaling en
do hartswerking electrische schommelingen
to zien geven, waarvan het rhythmo geheel
overeenkomt met het rhythme van deze be
wegingen; de retinastroomen, ontstaande door
de inwerking van licht op het geïsoleerd
oog; de zoogenaamde psycho-galvanische
reflex, waardoor men in staat is buiten
den wil \an don proefpersoon gemoedsaan
doeningen ontwijfelbaar aan te toon en. In
teressant was de mededeeling, dat gedurende
de mobilisatie dr. Van Iterson door deze
methode een gemobiliseerde, die absolute
dooiheia simuleerde, met volkomen zeker-
heia kon ontmaskeren.
Ook geluiden kunnen door tusschenkomst
van een miorophoon met den galvanometer
worden geregistreerd, o.a. de zoogenaamde
hartstoonen, waarvan de kennis bij het on
derzoek van har {aandoeningen van veel be
lang ia. Ook hiervan werden krommen van
normale en afwijkende gevallen vertoond.
Als toepassing van de geluidsopname* door
BTNNFNLAND.
Dr. A. Verwey aanvaardt het hooglee-
raarschap bij de laculteit der letteren en
wijsbegeerte aan de Leidsche Universiteit*
De herdenking van het vijftigjarig be
staan van het gebouw der Leidsche Chr.
Wijkvereeniging „Levendaal."
Stichting van „De Onderwijs-Centrale.'1-
De procedure over de intrekking van art.
40 van het Bezoldigingsbesluit.
BUITENLAND. •J
De Conferentie te Parijs is geslaagu.
Painlevé herkozen als voorzitter der
Fransche Kamer.
Een wetsontwerp tot instelling van een
Zuid-Afrikaansche nationaliteit ligt in het
voornemen.
Luther nog steeds aan het formeeren van
een Duitsch kabinet.
i middel van den galvanometer vermeldde
spreker, do in den oorlog toegepaste me-
j thode om, door raiddel van een aantal op
verschillende punten opgestelde micropJw*
i nen en een galvanometer met zes snaren^
de plaats van opstelling van een verborgen
f vjjaiidelnk kanon te bepalen. Deze methode
werd aan het Engelsch-Fransche front in de
1 laatste jaren van den oorlog met veel succes
toegepast. Na een korte bespreking van d*
spierstroomen, waaronder van belang zij11
de zeer snelle electrische sohommelingen.
die bg een spier in sterke contractie op
treden, terwijl deze voor het oog schijnbaar
in rust is, behandelde spreker uitvoerig de
belangrijkste vau de electrische versohqn-
selen n.l. de rbythmischc stroomsohomme-
lingen, die b\j de werking van het hart,
onzen levensmotor, optreden.
Het geregistreerde beeld van deze elec
trische schommelingen is het electrocardio
gram. Het wordt verkregen door den proef
persoon, door middel van met warme kcu-
kenzoutoplossing gevulde hand en voetba
den, in geleidende verbinding te brengen
met den galvanometer en do daarbij op
tredende stroomen op een bewegende fo
tografisch o plaat te registreoren. Eerst
wordt een normaal electrocardiogram ver
toond cn de beteekenis van de verschillen
de t-oppen verklaard. Zoodra er iets n.m'
het hart hapert vertoont zich dat doe af
wijkingen in het electrocardiogram, cn
daardoor is het een belangrijk hulpmiddel
geworden om, gecombineerd met dc an
dere gebruikelijke ouderzoclpugsinclhodjn,
tot een juist inzicht van de kartztehUin. to
komen. Verschillende kart aandoening en
worden met de daarbij voorkomende ai wij-
bende eleetrocardiogrammen gedemon
streerd. Sommige hartafwijkingen, waar
onder de zoogenaamde „aberreorendc con*
tracties", die door een storing in dc prik*
kelgeleiding ontstaan, en verder het \oor-
kamcrfladderen en de voorkamcrfibrillatie
kunnen alleen door middel van het electro
cardiogram aangetoond worden.
Spreker wees in 't bijzonder op dc groote
verdienste van den Ëngclschen clinicus
Lewis voor de ontdekking cn dc verklaring
van het mechanisme van dc twee laatste
genoemde hartaandooningen.
Ton Blotte werd nog een reeks krommen
vertoond om te demonstrecren, dat er een
onafscheidelijk verband bestaat tusschen
de contractie van een spier en het elec
trische verschijnsel. Zonder contractie geen
electrisch verschijnsel en omgekeerd, eed
feit, dat nog steeds door sommige physio-
logen ontkend wordt.
Een hartelijk applaus van dc met grooto
aandacht luisterende toehoorders weer
klonk, waarna dc voorzitter den spreker,
ook namens do toehoorders dankte voor.
het gehoorde en hem in hartelijke en wel
sprekende woorden toowenschto, dat hij
nog veie jaren in goede gezondheid zijn
hem zoo dierbaren wetenschappelijken ar
beid moge voortzetten. Na afloop was er
gelegenheid om den spreker in de senaats
kamer te complimentcercn, waarvan door
vele aanwezigen gebruik gemaakt werd.
Vergoeding voor het gebruik van
industrie-water.
Aan de maandelijksche „Mcdedeelingen'*
van de Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Rijnland te Leiden word het volgende
ontleend
Tot heden heeft alleen hel „Rijk" pogin
gen aangewend om dezen niEuwen last aan
de industrie op te leggen. Dc vree9 werd
echter gekoesterd, dat de gemeenten en de
provincie het voorbeeld van het Riik wei