UIT ONZE STAATSMACHINE.
BRIEVEN UIT BERLIJN.
S'
Rheumatische
zenuwpijnen
Kloosterbalsem 3
mag zien, dan zal zij haar loon binnen heb
ben al hebben zij ook geen vader gekend,
zij zullen hem niet gemist hebben l"
Het meisje was naast haar gaan slaan
haar hand streelde het donkere haar van
bet kind.
„Wij hebben ook geen vader", zei het
Oudste jongetje nadenkend.
„Neen," zei de kleinste op stelligen loon,
„onze vader is dood."
Zij knikte; haar oogen zagen hem echter
niet aan.
„Ja, jullie vader is dood."
De melk in de pan begon te borrelen,
bet deksel ging in do hoogte.
„Nu komt de chocolanmelk'J, juichte Erik.
Zij stond op met een beweging, of zij
iets van zich afschudde. Zij maakte de trak
tatie klaar, een diep bord met biscuits
kwam uit de kast, en toen de dampende
kopjeB op tafel stonden, werden daar ook
<!o stoelen heengesehoven, en klaterden de
jonge stemmen hoog op.
Eindelijk zei de vtouw:
„Nu wordt het bedtijdkijk eens, hoe
laat het al is."
Plotseling hief het meisje het hoofd op
„Stil, 't is of ik het hekje hoor piepen,
en dichtklappen.''
Allen luisterdende vrouw schudde act
hoofd.
„Je droomt. Wie zou er kunnen komen,
hier, op dit uur?"
„Misschien", zei de kleine, met aJ roode
Blaapwangen en schitterende oogjes, „mis
schien heeft Klem-Duimpje van uit de ver-
to ons licht gezien, en is hij er op afge
komen."
Weer luisterden allen; toen zagen de
oogen der vrouw en die van het meisje fi
kaar aan. Ofschoon gedempt door de sneeuw
vernam hun oor toch slepende voetstappen,
die langs het paadje naar de deur kwa
men. Toen klonk een zacht kloppen, een
enkele tik.
De vroüw rees overeind.
,Moeder, zou a wel opendoen? Als het
ocbs een bedelaar is, een landlooper?"
„Hier is niets te halen. Tony; en op
Kerstavond 6turen wij niemand weg."
Het was donker in het kleine portaal;
▼an uit de geopende kaïnerdeur viel een
lichtstreep. Wéér een zacht kloppen, alsof
de band daar buiten bijna onmachtig was,
lich luider te doen hooren.
„Moeder, laat de onderdeur dicht-, doe
eerst alleen de bovendeur open."
De grendel knarste, de bovendeur werd
goopendbuiten verspreidde de sneeuw
een lichtende blankheid, die alles in den
omtrek duidelijk deed onderscheiden.
Tony had zich naast de moeder gedron
gen daar, voor de deur, lag een in elkaar
gezonken gestalteeen vuile, zwarte plek in
het smettelooze sneeuwkleed. Toen richtte
zioh een hoofd omhoog.
„Johanna 1" fluisterde een heesche schor
re stem.
De vtouw wankelde als steun zoekend
klemden zich haar handen om den deurpost.
Hij had dus toch haar spoor gevonden!
Bewegingloos stond het kind pen oogenblik.
Toen, begrijpend, trachtte rij de deur te
•luiten. Haar adem ging snel.
,,Laat hem liggen, moeder; laat hem er
siet in...... nooit!"
De vrouw zei niets, haar sidderende hand
hield de deur tegen, en opnieuw klonk
•en heesoh, gebroken gefluister:
„Johanna I'* En toen, als In een zucht:
„Vergeving."
Nóg weifelde zij, kampte in haar de twee-
■trijd. Toen tastten haar vingers naar den
grendel van de onderdeur.
„Moeder, doet het nietlaat hem'9
Doch haar hand had de onderdeur reeds
geopend, zij boog rioh over het lichaam, dat
schijnbaar roerloos lag. Toen keek
zij haar kind aan.
„Kom, help me," zei ze slechte, en toen
het kind niet week van de plaats, waar het
stond, zei ze nogmaals, thans iete luider:
„Kom!"
Samen brachten zij hem binnen, lieten
hem neerglijden in den stoel. Met groote,
vereohrikte oogen keken de beide jongetjes
toe; het oudste knikte: „Dus toch een
landlooper 1"#.
Stil stond de vrouw naast den stoel, zag
op den man-, near. Wat waa er overgeble
ven van hem, die eens haar hart had ver
overd? De vodden, die kleeren moesten be
teeken em, bedekten ternauwernood een ma
ger, uitgemergeld lichaam; diep lagen de
thans gesloten oogen in de kassenontbe
ring en losbandigheid waren in de trekken
gegrift. De schoenen, met touwtjes dicht
gebonden, maakten haast geen aanspraak
meer op die benaming; blauwwit kwamen
de bloote enkels te rien.
Zij balde de vuist, een rilling liep hfist
over de leden.
„Moeder, fluisterde de gejaagde meisies-
|tëm, en er klonk een snik in:
„Moeder, wou je hem hier houden?"
Toen ontspanden rich de starre trekken
bh met een, bijna zegenend, gebaar legde
haar hand zich op den schouder van den
havelooze.
,,Kind, Kerstavond! God heeft gesproken.
Ykede op aarde l"
De mistletoe.
Reeds bij de Romeinen vinden wij oen
analoog feest als ons Kerstfeest in de Sa
turnalia, die ter eere van den god Saturn us
in het eind van December gevierd werden.
Hiermede viel samen het feest van den kor tu
isten dag, de Brumaha, door Julius Oaesar
op den 25sten December gesteld.
Ons Kerstfeest werd in de vierdo 'eeuw
door de Kerk ingesteld, ter herdenking run
Christus' geboorte, en rij gaf daarmee, als
aan verschillende andere, aan een reeds be
staand heidensch feest, een. Christelijke be
te ekenis. Bij de Germanen was. een d.g. win
terfeest bekend, naar aanleiding van den
•trijd tussohen het duister en het licht, en
Ju allerlei oude gebruiken en typische Kerst
feost-afctributen herkennen wij duidelijk den
heidcnschen oorsprong. Bijv. het branden
van een Kerstblok, dat van oudsher in En
geland als onheilwerend middel beschouwd
werd, en het bereiden van Kerstbrood, da£
herinnert aan de oude offermaaltijden. De
altijd groene Kerstboom symboliseert do
overwinning van den zomer op den winter,
van het licht op de duisternis.
Iets, wat bij het Kerstfeest, en vooral
in Engeland nog eon eigenaardige rol speelt,
en altijd in een eenigsrins geheimzinnig
waas gehuld was, is de marentak of mistle
toe, een altijd groene woekerplant, die op
sommige VTuektboomen en ook populieren
leeft. Van oudsher werd in het bijgeloof een
zekere tooverkracht aan deze plant toege
kend, zij zou bijv. in den stal opgehangen
als middel dienen om allerlei onheil af te
weren. Volgens de antieken was deze plant
door de goden aan de mensehen geschonken
en op de boomen aangebracht. De Druïden,
de opperpriesters der oude Kelten, sneden
de plant in 't begin van December plechtig
af, om haar als talisman te gebruiken. Ook
hier weer de altijd groene plant a!s hst
symbool van leven en zomer, wanneer do
overige natuur dood schijnt.
En ten slotte, en in dit verband is de
mistletoe wel het meest bekend, wordt \u
Engeland nog, volgens een zeer oude tra
ditie, de mistletoe met Kerstmis als versie
ring van u woning gebruikt-, zooals wij oifc
met hulsttakken plegen te doen. Ook draagt
men een takje er van in het knoopsgat, pn
wenscht elkaar zoo „a merry Christmas
and a happy Newyear." Verder prijkt al
tijd een takje van de plant op den tradilio-
neelen plumpudding, en een aardig gebruik
is nog het z.g. kissing under tho mistic
toe", waarbij de jonge man, die een meisje
onder een mistletoe ontmoet, haar mag
kussen.
De geschiedenis van den Kerstboom.
De Loom, welke algemeen aangewend
wordt als Kerstboom, is de fijne spar, ken
baar aan zijn kegelvormige kroon. Deze
boom kan tot 50 M. hoog en van 1 tot 2 AI.
dik worden, terwijl zijn ouderdom kan va-
rieeren van 500 tot 600 jaar. Hij komt zoo
wel voor in de Pyreneeën en op den Balkan
als in Noord-Europa, tot Scandinavië toe.
De kortgestekelde, glarizcnd-groene, vier
kante naalden kunnen van 6 tot 12 jaren
oud worden; de vruchlkegels, de z.g. sparre-
appel, bloeien omstreeks Mei en Juni en
komen in September-October tot rijpheid,
om in het voorjaar hun zaad te verspreiden.
De sparren, welke doorgaans gebruikt wor
den als Kerstboomen zijn dwergvariöteiten,
waarvan sommige afkomslig zijn uit Noord-
Am crika en Servië.
Wanneer men de geschiedenis van den
Kerstboom nagaat, vindt men hem het eer9t
vermeld in een geschrift, dat de docent in
do rechten to Wittenburg. Gottfried Kisz-
ling, uit het Saksische stadje Zilau, in 1737
publiceerde en waarin men het volgende
kan lezen:
„Als het overreiken van Kerstgeschen
ken toch met zekere feestelijkheden moet
gepaard gaan, bevalt *nij toch altijd nog het
best de wijze, waarop een vrouw, die op een
hoeve woonde, nabij ZiUau, dit deed. Op
Kerstavond plaatste zij in haar kamera zoo
veel boompjes, als er personen waren, aan
wie zij iets wilde geven. Aan de hoogte er
van, de versiering en de plaats, waar hij
stond, kon ieder terstond zien, welk boompje
voor hem of haar bestemd was.
Zoodra de geschenken aan de boompjes
opgehangen waren, of aan den voet er van
neergelegd en ook de lichtjes aan de takken
waren ontstoken, mochten de gasten bin
nenkomen en ieder nam dan het zijne. Het
laatst kwamen de boerenknechts en -mei
den binnen".
Een Duitsche prinses, Maria Dorothea
van Wurtemberg, derde vrouw van Aarts
hertog Josef, bracht in het jaar 1819 den
Kerstboom in Hongarije.
Aan het Münchensche hof werd de Kerst
boom in zijn tegenwoordigen vorm inge
voerd door koningin Carolina, de weduwe
van Maximiliaan I. Van het hof uit werd
de Kerstboom spoedig over geheel Beieren
verbreid.
Door een Duitsche prinses kwam de
Kerstboom aan het Fransche hof. De eerste
verscheen in de Tuillerie&n, in het jaar 1837
na het huwelijk van de hertogin Helena van
Orleans. Zij schreef toen naar haar familie
ln Duitscbland: „Op Kerstavond heeft de
Koningin mij het genoegen gedaan, in het
geheim een mooien boom te versieren, dien
zij in mijn salon liet plaatsen, om mij aan
Duitse hl and te herinneren."
Koningin Victoria van Engeland had jaar
lijks haar Kerstboom, die door den prins
gemaal van Saksen-Coburg-Gotha in 1840
was ingevoerd. De kostbaarste was de eer
ste, in 1840, welke behangen, was met ge
schenken, ter waarde van f 120.000.
Een Engelsche dame, gouvernante van
den kleinen Prins van Napels den Ita-
liaanschen kroonprins bracht den licht
jesboom naar Rome over. Tot groote vreugde
van haar koninklijken leerling zorgde zij
voor een Kerstboom. Volgens anderen
bracht koningin Margarelha, die van moe
derszijde van Duitsche afkomst was, den
Kerstboom naar Italië.
Zonder twijfel hebben ook wij den Kerst
boom aan onze Oostelijke buren te danken.
Tegen belastingontduiking.
Er is in de laatste dogen heel wat aan
dacht geschonken aan de statuten van eea
onlangs opgeriohte Naamlooze Vennoot
schap met een kapitaal van f 250.000, waar
van de heer H. Colijn, Minister van Fi
nanciën, 348 aandeelen van f 1000 bezit,
en twee andere heeren, waarvan één direc
teur der Vennootschap zou worden, elk
één aandeel voor hun rekening hebben.
Het geval zou niet zooveel van zich heb
ben doen spreken, wanneer niet bij de
Tweede Kamer op 28 Juli 1924 een wets
ontwerp ware ingediend op aanstichting
van den heer Colijn, waarvan de bedoeling
is bevordering van de richtige heffing der
directe belastingen en in welks memorie
van Toelichting niet onduidelijk wordt ge
doeld op een wijze van ontduiking der in
komstenbelasting, die daarin bestaat, dat
men een familiebezit omzet in een N. V
waarvan alleen de familieleden lid ol deel
genoot zijn, maar waarvoor een bepaald
öxploitaticdoel wordt aangegeven.
Dit is- nu cenigszins het geval, althans
naar den schijn, met do bovenbedoelde
Vennootschap, over welker statuten-goed
keuring zoo schertsend of spottend wordt
gesproken, 't Is de exploitatie van een
landgoed. Wij zullen de omschrijving van
dat doel hier niet inlasschen; wellicht heeft
het reeds veler aandacht getrokken, omdat
daar iets gedaan wordt, waartegen het
boven aangeduide wetsontwerp in het al
gemeen opkomt, maar in een vorm, waarop
dat wetsontwerp, ware het wet geworden,
toch geen vat zou hebben.
Wij zullen ons echter niet verder met die
statuten bezighouden, noch met dc parti
culiere zaken van den heer H. Colijn, die
toevallig Minister van Financiën en bevor
deraar van het wetsontwerp is, maar liever
over het wetsontwerp zelf iets zeggen, wat
wij tot nog toe verzuimden en dat nu toch
'wel wenschclijk blijkt.
Het wetsontwerp heeft maar drie arti
kelen en daarvan zijn rle beide eerste dc
hoofdzaak.
Art. 1 zegt:
Voor de heffing van de personecle be
lasting, de Rijks, en Plaatselijke Inkom
stenbelasting, de vermogensbelasting en
de verdedigingsbclastingen wordt geen
rekening gehouden rrtrt rechtshandelin
gen, die, al dan niet in verband met
andere rechtshandelingen, kennelijk zijn
verricht om de heffing van een dier be
kistingen overeenkomstig haar doel, ge
heel of ten deele onmogelijk te maken.
Zulk een Vennootschap dus, als zij van
verdacht'gehalte is, wordt als niet-bestaan-
de beschouwd; maar daaruit zou volgen,
dat de personen, die bij haar in dienst zijn,
dus ook geen inkomstenbelasting zouden
behoeven te betalen van het tractement,
dat zij van de Vennootschap genieten; im
mers als de Vennootschap niet bestaat,
kan zij geen 'dienaren hebben en dus ook
geen tractementen uitbetalen.
Art. 2 bepaalt daarom, dat die tracte-
menten en belooningen even belastbaar
blijven.
De Minister had haast met de zaak,
want, hoewel het wetsontwerp op 28 Juli
was ingediend, bepaalt art. 3, dat de wet
wet geacht wordt op 1 Mei in werking te
zijn getreden; dus terugwerkende kracht
met belastbaarverklaring van zaken, die
zelfs vóór 1 Mei zijn geschied.
Tot zoover het wetsontwerp. Wij stippen
nu een en ander aan uit de Memorie van
Toelichting.
De Mjnieter herinnert er aan, dat hij
reeds bij de behandeling der Staatsbe-
grooting voor 1924 gesproken heeft over
het toenemende euvel, om ondernemingen
met een klein aantal deelgenooten onder
den vorm eener N. V. voort te zetten met
de bedoeling van do heffing der inkomsten
belasting over de behaalde winst te ont
komen.
Dit euvel zou worden bestreden door een
wijziging van de wet op de inkomstenbe
lasting en door opneming van een bepaling
die op deze wijze van belastingontduiking
gemunt zou zijn. Maar daartegen zijn twee
bezwaren; ten eerste, dat de praktijk de
gestrengheid der wet grooter maakt; ten
tweede, dat de belastingschuldigen, met of
zonder hulp van anderen, al spoedig een
vorm vinden, waarop de wet niet toepas
selijk is.
Om aan deze bezwaren te ontkomen,
geeft de Minister de vooykeur aan een al-
gemeene formule, zooals die in het boven
aangehaalde artikel 1 van de nu ingediende
wctsvoordracht is neergelegd. Voorziening
tegen de kwade praktijken is niet alleen
noodig, omdat het kwaad moot worden
tegengegaan, maar ook, omdat wat deze
ontduikers te weinig betalen, door de eer
lijke belastingschuldigen moet worden bij
betaald.
De Minister geeft eenige voorbeelden
van de( ontduiking, die hij wil tegengaan
en die van zóó verschillenden aard zijn,
dat zij moelijk in één formule zijn samen
te vatten. Een sprekend voorbeeld, dat
het naast staat, aan een, onderneming bo
venbedoeld, waarin de heer Colijn zelf
voor 09/100 deelgenoot is, is dit: dat de
eigenaar van een buitenplaats de exploi
tatie omzet in een N. V. Dan wordt ten
eerste de N. V. lager aangeslagen in de
personeele belasting en ten tweede zijn de
dienstboden en het verdere personeel on
belastbaar.
'De overige voorbeelden laten wij voor
het oogenblik rusten. Er zijn gevallen, dat
er op de mazen van wet wordt gespeculeerd
zonder dat men mag spreken van ontdui
king.
De formule van art. 1, zooals wij dat aan.
haalden, ia ruim genoeg, misschien te ruim.
Do Minister zegt zelf al, dat hij zich niet
vleit een oplossing voor te stellen, die zon
der bedenking is.
Nu, het Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer toont, dat er van de zijde van dat
lichaam heel veel bedenking was.
Zoo terloopa werd er in de afdeelingen
op gewezen, dat menig bureau van
9, d vies in belastingzaken er
werk van maakt om den weg tot belasting
ontduiking aan te wijzen" en dat daarom al
voorziening noodig is. Maar de leden, die
geneigd schenen den Minister te steunen,
merkten toch al dadelijk' op, dat in art. 1
aan de belastingambtenaren een onbeperk
te volmacht wordt gegeven ©n dat vervol
ging dus alleen afhankelijk is van het per
soonlijk inzicht van den ambtenaar. Daar
om wenachten zij in elk geval, dat de vraag
of ©en of ander© rechtshandeling in strijd
sou zijn met deze wet, niet in hoogste in
stantie zou worden voorgelegd aan' de Ra
den van Beroep, maar aan de rechterlijke
macht.
Maar de meeste leden hadden tegen de
wetavoordracht overwegend bezwaar, piet
RECLAME.
149?
alleen om de groote macht, die aan de be
lastingambtenaren wordt gegeven, maar
ook, omdat handelingen, die volgens de
wet geoorloofd zijn, als misdrijf worden ge
brandmerkt, zoodra dc belastingheffing in
het gedrang komt. Zij erkenden den strijd
tusschen do ambtenaren, die alle mazen wil
len dichten, en de burgers en hun voorlich
ters, die de mazen wilden verruimen; maar
een blanco machtiging voor de ambtonaren
vonden zij toch wel wat kras.
Maar wordt geen blanco-machtiging ge
geven, dan komt men tot een reeks bijzon
dere gevallen en dat is ook gevaarlijk.
Daarom gaven sommige led'en in overweging
om het wetsontwerp maar in te trekken
en dan telkens, wanneer de behoefte blijkt,
een kleine wijziging der belastingwetten
voor te stellen. Door bepalingen omtrent
winstverdeeling van N.V. onder de aandeel
houders kan ook veel kwaad worden voor
komen.
De nieuwe Duitsche Rijksdag.
(Van onzen Bsrlr-nschen correspondent).
Berlgn, 9 December,
De verkiezingsstrijd, die tot kort voor
den dag der beslissing zoo onschuldig, rus
tig en bijna gemoedelijk verloopen was,
nam plotseling, vlak voor den dag der
stemming, een verrassende wending. Eens
klaps ontwaakten de hartstochten. De ge
lijkmoedigheid, die Berlin tot nu toe ge
kenmerkt had, was als het ware weg
geblazen. Hoe dat mogelijk is, .is moeilyk
te verklaren. Misschien was het de uit
werking van de berichten uit de andere
deelen van het rijk, waar de kiescampagne
van het begin af aan met veel grooter kracht
gevoerd werd, waar het voortdurend tot
handtastelijkheden, tot ruwe uitingen der
partijwoede, ja zelfs tot aanslagen gekomeD
was. Misschien drong eerst te elfder ure
de buitengewone belangrijkheid van dit
ernstige, politieke spel tot de reuzenstad
Berlijn, welker zenuwen steeds door on
telbare prikkels gespannen zijn, door.
De dag van de Taaiste voorbereiding op
6 December en de volgende kiesdag zelf
tooverden tenminste tooneelen uit den grond,
die den aanblik van Berlijn afsoluut wij
zigden. Nooit, ook niet in den opgewonden
tijd na de revolutie, brak de agitatie zich
met een dergelijke kracht baan. Plotseling
waren de hoofdstraten en de voornaams co
pleinen met vlugschriften, oproepingen aan
de kiezers, propagandablaadjes overstroomd.
Nu had ook de straatreiniging geen rust
meer. Men vroeg zioh af: waar halen de
partijen het geld vandaan om deze geweldige
massa's drukwerk te laten maken en ver
spreiden? Hoe komen ze aan de middelen
om allo reclamemiten en muren met deze
reasachtige aanplakbiljetten en deze prik
kelende, bonte platen te bedekken? Wie be
taalt deze polonne's sandwich-mannen, die
van 's morgens tot 's avonds de stad door
trekken om van rechte en links, voor de
kleuren der republiek, zwart,rood,goad, ol
voor de door ae nationalisten aangenomen
kleuren van bet oude iqjk, zwart.wit-rood,
voor de republikeinen of voor de mo
narchisten stemmen te werven? Uit welke
kassen komen de sommen om deze optochtsn
op touw te zetten? Voornamelijk de re
actionaire partjjen spanden zich geweldig
in. De groot-industrie, de adel, de in den
„Landbund" yereenigde riddergoed-bezitters,
moeten diep in den zak getast hebben,
zoo diep, dat de democratische fracties,
die op de volksmassa's steunen, nauwelijks
daartegen op konden.
Reeds in den vroegen morgen van den
verkiezingsdag snorden groote vrachtauto's
door de stad, geladen met jongelui ih feld-
grau, die met zwart-wit-roode vlaggen zwaai
den en liederen zongen, dikwnls door vol
ledige orkesten begeleid. De kleinere ailto's
met de zwart-rood-gouden banieren warö«
beslist in de minderheid. De leden van de
rechts-radicale vereenigingen hadden zich
's nachts het genoegen verschaft, waar het
maar mogeljjk was de republikeinsche aan
plakbiljetten af te scheuren. Toen dat jn de
morgenuren bekend werd, hadden er op
stra..t heftige tooneelen plaats. Vooral in
de hoofdstraten van het Westen, in de
Taoenzienstrasse en op de Kurfüxstendamm,
kwam het voortdurend tot dreigende bot
singen. Aan bedde zijden toom en verbittering,
stormachtige protesten en oorlogsstemming.
Toen eindelijk laat op den middag de ver
kiezing geëindigd was en in de bureaux
het 8temmentelien begon, toen de koorts
achtige spanning steeg, bereikte de onrust
haar hoogtepunt Millioenen schenen op de
been te zijn. Ditmaal was het niet als andere
keeren, wanneer slechts het grootste deel
van de kiesgerechtigden gestemd hadden.
Ditmaal scheen werkelijk iedereen naar de
stembus opgedaan te zijn. Ook kringen, die
zich anders met metapolitiek bezig houden,
ook de klassen der mtellectueelen, kunste
naars, schrijvers, geleerden in Berlijn
leggen deze bevolkingsklassen gewicht in
de schaal waren uit haar onverschillig
heid opgeschrikt. Ieder voelde: ditmaal gaat
het om de levensbelangen van het volk en
het land.
Deze, alle vroegere voorbeelden op dit
gebied in de schaduw stellende belangstel
ling, had een hoogst merkwaardig gevolg:
n.L dat er in de eerste plaats verschillende
groote partijen, met uitzondering van de
radicale vleugels,, een aanzienlijke aanwas
van stemmen en ih overeenkomst daarmee
ook van mandaten verkregen hebben. Dat
wordt practisch op die wijze uitgedrukt, dat
de toekomstige Rijksdag meer leden zal
tellen dan de vorige. Want volgens de
Duitsche kieswet wordt voor iedere 60.000
stemmen, die een partij in het land op zich
vereemgt, een algevaardigde als gekozen
verklaard. Als dus de nieuwe Rijksdag 25
27 meer aigevaardigden telt dan zijn voor
gangers, dan volgt daaruit, dat meer dan
anaerhalf millioen stemmen meer zijn uit
gebracht dan bij de Rijksdag-verkiezingen
in Mei Daarbij komen nog de stemmen, dift
op het groote aantal kleine partijen en politieke
groepen vièlen, welke eigen lijkten indien,
den. zonder dat ze echter een mandaal
bemachtigen konden.
Daar afle invloedrijke partijen een winsl
te boeken hebben, is het natuurlijk, dal
allen op het oogenbliek roepen: Wij zijn dfj,
overwinnaars! Intusschen zal geen onbe
vangen toeschouwer er aan twijfelen, dal
het zwaartepunt van deze verkiezingen valt
in de enorme aanwas van stemmen, die
zich voor een rustige en vredige ontwikke
ling van den nn eenmaal bestaanden staat,
dus voor de democratische republiek, voor
de voortzetting van de verstandige en ver
zoenende buitenlandsehe politiek, voor so
ciale hervormingen in het binnenland op
werpen die zich tegen nieuwe ophitsing
en aankweeking van de revanchegedachte,
tegen do sabotage van de Dawes-wetten,-
tegen de wederinstelling van den ouden
klassenstaat, togen de onzinnigheid van
monarchistische Putschpogingen uitgespro
ken hebben. Reusachtig is de groei der so
ciaal-democratische partij, die net alleen
door den geweldigen achteruitgang van de
communisten te verklaren is. Op de soc.-
dem. moeten vele duizenden gestemd heb
ben, die zich vroeger, in Mei zelfs nogf,
door do mooie woorden van de Deutsch-
Volkisohen lieten inpalmen. Want deze
partij van rechtsche revolutionairen, van
bombastische dwepers en op een dwaal
spoor gebrachte ilealisten, die het liefst'
onder aanvoering van den vroegeren gene
raai Ludendovff met machinegeweren
en revolvers Duitschland ondersteboven,
zenden willen gooien, is geheel ineenge
stort. De gezonde volkszin heeft zich vaö
do klinkende phrasen, waarmee ze door een"
terugkeer" naar liet oude systeem van het'
zwetsende militarisme Duitschland een
nieüwen tijd van glans en heerlijkheid tege
moet voeren" wilden, afgewend. Zoo ver
nietigend is het resutlaat van de verkie
zingen niet eens voor de coramuinsten.
Vat men alles te zamen, dan blijkt, dat
het Duitsche volk voor alles de #revolutiCV
nairen van rechts en links van zich afge
schud heeft, dat het vooi* de methode vaït
een rustige organische, onder gestadigen'
arbeid voortschrijdende ontwikkeling vat?
de omstandigheden zijn woord in do weeg
schaal werpt. En ten tweede dat het in zijn
overweldigende meerderheid den staat, diö
uit den chaos van 1918 gered is, in deze
gestalte behouden wil, dat het geen lust
heeft in monarchistische experimenten, die
de afschaffing van de republiek ten doel
hebben. Aan dit feit, dat als een rots vast
staat, kan ook do omstandigheid niets ver
anderen, dat de Duitsch-Nationale partij,
waarin zich all© vertegenwoordigers van
de in het Keizerrijk heerschende kasten
©n alle ontevredenen van het oogenblik
verzamelen, haar vroeger zetelaantal heeft-
weten te handhaven, en zelfs met eenige;
mandaten heeft weten te vermeerderen, die
verkregen zijn als gevolg van de nederlaag
der Duitsch-Völkisohen. Zeker, deze lOè
Duitsóh-Natioonale afgevaardigden sprekenT
een duidelijke taal en toonen, dat de ver
eerders van de in puin gevallen ouden staaf
en degenen, die van een verandering een'
verbetering in den toestand verwachten^
nog steeds machtig zijn. Maar deze macht?
is niet te vergelijken met de macht van hen^-
die op de basis van de gegeven feiten voort,
bouwen willen en verlangen naar de tot- -
standkoming van een vredelievend, arbeid*
zaam, democratisch, met zijn buren in goedtf
verhouding levend Duitschland.
Hoe de resultaten van de verkiezingen!
in de constellatie van de toekomstige re
geering zullen worden uitgedrukt, is
niet met zekerheid te zeggen. Thans begin»
het spel der partijleiders achter de coulitf*
sen en er behoort g^en profétische begaafcD
heid toe om te voorspellen, dat het eenigo
weken duren en rijk aan afwisseling zal
zijn. Maar dit staat nu reeds vast, dat on
mogelijk een. regeering optreden kan, dte
een nieuwe tweespalt onder het volk eiï
nieuwe oneenigheden met de onderteeke
naars van het verdrag van Versailles eu
het verdrag van Londen in het leven zou
roepen. Wat er ook komen mag, er zal eert
politiek gevolgd worden, die de beproefde,-
gezonde, door de geheele wereld erkende
beginselen van het huidige kabinet-Mar*
volgen ztl. Duitechland heeft gesproken. En
zijn woord klinkt zoo, dat Europa en de
geheele wereld het nieuwe vertrouwen ver«
sterken kan, dat zo in het nu ten einde'
neigende jaar in het uit haar ziktetosstanu
weer tot de gezondheid ontwakende vol®
gesteld hebben.
DR. MAX OSBORN.-
RECLAME
yerdrijtt de pijn s
1481