UIT ONZE STAATSMACHINE. BRIEVEN UIT BERLIJN. S' Rheumatische zenuwpijnen Kloosterbalsem 3 mag zien, dan zal zij haar loon binnen heb ben al hebben zij ook geen vader gekend, zij zullen hem niet gemist hebben l" Het meisje was naast haar gaan slaan haar hand streelde het donkere haar van bet kind. „Wij hebben ook geen vader", zei het Oudste jongetje nadenkend. „Neen," zei de kleinste op stelligen loon, „onze vader is dood." Zij knikte; haar oogen zagen hem echter niet aan. „Ja, jullie vader is dood." De melk in de pan begon te borrelen, bet deksel ging in do hoogte. „Nu komt de chocolanmelk'J, juichte Erik. Zij stond op met een beweging, of zij iets van zich afschudde. Zij maakte de trak tatie klaar, een diep bord met biscuits kwam uit de kast, en toen de dampende kopjeB op tafel stonden, werden daar ook <!o stoelen heengesehoven, en klaterden de jonge stemmen hoog op. Eindelijk zei de vtouw: „Nu wordt het bedtijdkijk eens, hoe laat het al is." Plotseling hief het meisje het hoofd op „Stil, 't is of ik het hekje hoor piepen, en dichtklappen.'' Allen luisterdende vrouw schudde act hoofd. „Je droomt. Wie zou er kunnen komen, hier, op dit uur?" „Misschien", zei de kleine, met aJ roode Blaapwangen en schitterende oogjes, „mis schien heeft Klem-Duimpje van uit de ver- to ons licht gezien, en is hij er op afge komen." Weer luisterden allen; toen zagen de oogen der vrouw en die van het meisje fi kaar aan. Ofschoon gedempt door de sneeuw vernam hun oor toch slepende voetstappen, die langs het paadje naar de deur kwa men. Toen klonk een zacht kloppen, een enkele tik. De vroüw rees overeind. ,Moeder, zou a wel opendoen? Als het ocbs een bedelaar is, een landlooper?" „Hier is niets te halen. Tony; en op Kerstavond 6turen wij niemand weg." Het was donker in het kleine portaal; ▼an uit de geopende kaïnerdeur viel een lichtstreep. Wéér een zacht kloppen, alsof de band daar buiten bijna onmachtig was, lich luider te doen hooren. „Moeder, laat de onderdeur dicht-, doe eerst alleen de bovendeur open." De grendel knarste, de bovendeur werd goopendbuiten verspreidde de sneeuw een lichtende blankheid, die alles in den omtrek duidelijk deed onderscheiden. Tony had zich naast de moeder gedron gen daar, voor de deur, lag een in elkaar gezonken gestalteeen vuile, zwarte plek in het smettelooze sneeuwkleed. Toen richtte zioh een hoofd omhoog. „Johanna 1" fluisterde een heesche schor re stem. De vtouw wankelde als steun zoekend klemden zich haar handen om den deurpost. Hij had dus toch haar spoor gevonden! Bewegingloos stond het kind pen oogenblik. Toen, begrijpend, trachtte rij de deur te •luiten. Haar adem ging snel. ,,Laat hem liggen, moeder; laat hem er siet in...... nooit!" De vrouw zei niets, haar sidderende hand hield de deur tegen, en opnieuw klonk •en heesoh, gebroken gefluister: „Johanna I'* En toen, als In een zucht: „Vergeving." Nóg weifelde zij, kampte in haar de twee- ■trijd. Toen tastten haar vingers naar den grendel van de onderdeur. „Moeder, doet het nietlaat hem'9 Doch haar hand had de onderdeur reeds geopend, zij boog rioh over het lichaam, dat schijnbaar roerloos lag. Toen keek zij haar kind aan. „Kom, help me," zei ze slechte, en toen het kind niet week van de plaats, waar het stond, zei ze nogmaals, thans iete luider: „Kom!" Samen brachten zij hem binnen, lieten hem neerglijden in den stoel. Met groote, vereohrikte oogen keken de beide jongetjes toe; het oudste knikte: „Dus toch een landlooper 1"#. Stil stond de vrouw naast den stoel, zag op den man-, near. Wat waa er overgeble ven van hem, die eens haar hart had ver overd? De vodden, die kleeren moesten be teeken em, bedekten ternauwernood een ma ger, uitgemergeld lichaam; diep lagen de thans gesloten oogen in de kassenontbe ring en losbandigheid waren in de trekken gegrift. De schoenen, met touwtjes dicht gebonden, maakten haast geen aanspraak meer op die benaming; blauwwit kwamen de bloote enkels te rien. Zij balde de vuist, een rilling liep hfist over de leden. „Moeder, fluisterde de gejaagde meisies- |tëm, en er klonk een snik in: „Moeder, wou je hem hier houden?" Toen ontspanden rich de starre trekken bh met een, bijna zegenend, gebaar legde haar hand zich op den schouder van den havelooze. ,,Kind, Kerstavond! God heeft gesproken. Ykede op aarde l" De mistletoe. Reeds bij de Romeinen vinden wij oen analoog feest als ons Kerstfeest in de Sa turnalia, die ter eere van den god Saturn us in het eind van December gevierd werden. Hiermede viel samen het feest van den kor tu isten dag, de Brumaha, door Julius Oaesar op den 25sten December gesteld. Ons Kerstfeest werd in de vierdo 'eeuw door de Kerk ingesteld, ter herdenking run Christus' geboorte, en rij gaf daarmee, als aan verschillende andere, aan een reeds be staand heidensch feest, een. Christelijke be te ekenis. Bij de Germanen was. een d.g. win terfeest bekend, naar aanleiding van den •trijd tussohen het duister en het licht, en Ju allerlei oude gebruiken en typische Kerst feost-afctributen herkennen wij duidelijk den heidcnschen oorsprong. Bijv. het branden van een Kerstblok, dat van oudsher in En geland als onheilwerend middel beschouwd werd, en het bereiden van Kerstbrood, da£ herinnert aan de oude offermaaltijden. De altijd groene Kerstboom symboliseert do overwinning van den zomer op den winter, van het licht op de duisternis. Iets, wat bij het Kerstfeest, en vooral in Engeland nog eon eigenaardige rol speelt, en altijd in een eenigsrins geheimzinnig waas gehuld was, is de marentak of mistle toe, een altijd groene woekerplant, die op sommige VTuektboomen en ook populieren leeft. Van oudsher werd in het bijgeloof een zekere tooverkracht aan deze plant toege kend, zij zou bijv. in den stal opgehangen als middel dienen om allerlei onheil af te weren. Volgens de antieken was deze plant door de goden aan de mensehen geschonken en op de boomen aangebracht. De Druïden, de opperpriesters der oude Kelten, sneden de plant in 't begin van December plechtig af, om haar als talisman te gebruiken. Ook hier weer de altijd groene plant a!s hst symbool van leven en zomer, wanneer do overige natuur dood schijnt. En ten slotte, en in dit verband is de mistletoe wel het meest bekend, wordt \u Engeland nog, volgens een zeer oude tra ditie, de mistletoe met Kerstmis als versie ring van u woning gebruikt-, zooals wij oifc met hulsttakken plegen te doen. Ook draagt men een takje er van in het knoopsgat, pn wenscht elkaar zoo „a merry Christmas and a happy Newyear." Verder prijkt al tijd een takje van de plant op den tradilio- neelen plumpudding, en een aardig gebruik is nog het z.g. kissing under tho mistic toe", waarbij de jonge man, die een meisje onder een mistletoe ontmoet, haar mag kussen. De geschiedenis van den Kerstboom. De Loom, welke algemeen aangewend wordt als Kerstboom, is de fijne spar, ken baar aan zijn kegelvormige kroon. Deze boom kan tot 50 M. hoog en van 1 tot 2 AI. dik worden, terwijl zijn ouderdom kan va- rieeren van 500 tot 600 jaar. Hij komt zoo wel voor in de Pyreneeën en op den Balkan als in Noord-Europa, tot Scandinavië toe. De kortgestekelde, glarizcnd-groene, vier kante naalden kunnen van 6 tot 12 jaren oud worden; de vruchlkegels, de z.g. sparre- appel, bloeien omstreeks Mei en Juni en komen in September-October tot rijpheid, om in het voorjaar hun zaad te verspreiden. De sparren, welke doorgaans gebruikt wor den als Kerstboomen zijn dwergvariöteiten, waarvan sommige afkomslig zijn uit Noord- Am crika en Servië. Wanneer men de geschiedenis van den Kerstboom nagaat, vindt men hem het eer9t vermeld in een geschrift, dat de docent in do rechten to Wittenburg. Gottfried Kisz- ling, uit het Saksische stadje Zilau, in 1737 publiceerde en waarin men het volgende kan lezen: „Als het overreiken van Kerstgeschen ken toch met zekere feestelijkheden moet gepaard gaan, bevalt *nij toch altijd nog het best de wijze, waarop een vrouw, die op een hoeve woonde, nabij ZiUau, dit deed. Op Kerstavond plaatste zij in haar kamera zoo veel boompjes, als er personen waren, aan wie zij iets wilde geven. Aan de hoogte er van, de versiering en de plaats, waar hij stond, kon ieder terstond zien, welk boompje voor hem of haar bestemd was. Zoodra de geschenken aan de boompjes opgehangen waren, of aan den voet er van neergelegd en ook de lichtjes aan de takken waren ontstoken, mochten de gasten bin nenkomen en ieder nam dan het zijne. Het laatst kwamen de boerenknechts en -mei den binnen". Een Duitsche prinses, Maria Dorothea van Wurtemberg, derde vrouw van Aarts hertog Josef, bracht in het jaar 1819 den Kerstboom in Hongarije. Aan het Münchensche hof werd de Kerst boom in zijn tegenwoordigen vorm inge voerd door koningin Carolina, de weduwe van Maximiliaan I. Van het hof uit werd de Kerstboom spoedig over geheel Beieren verbreid. Door een Duitsche prinses kwam de Kerstboom aan het Fransche hof. De eerste verscheen in de Tuillerie&n, in het jaar 1837 na het huwelijk van de hertogin Helena van Orleans. Zij schreef toen naar haar familie ln Duitscbland: „Op Kerstavond heeft de Koningin mij het genoegen gedaan, in het geheim een mooien boom te versieren, dien zij in mijn salon liet plaatsen, om mij aan Duitse hl and te herinneren." Koningin Victoria van Engeland had jaar lijks haar Kerstboom, die door den prins gemaal van Saksen-Coburg-Gotha in 1840 was ingevoerd. De kostbaarste was de eer ste, in 1840, welke behangen, was met ge schenken, ter waarde van f 120.000. Een Engelsche dame, gouvernante van den kleinen Prins van Napels den Ita- liaanschen kroonprins bracht den licht jesboom naar Rome over. Tot groote vreugde van haar koninklijken leerling zorgde zij voor een Kerstboom. Volgens anderen bracht koningin Margarelha, die van moe derszijde van Duitsche afkomst was, den Kerstboom naar Italië. Zonder twijfel hebben ook wij den Kerst boom aan onze Oostelijke buren te danken. Tegen belastingontduiking. Er is in de laatste dogen heel wat aan dacht geschonken aan de statuten van eea onlangs opgeriohte Naamlooze Vennoot schap met een kapitaal van f 250.000, waar van de heer H. Colijn, Minister van Fi nanciën, 348 aandeelen van f 1000 bezit, en twee andere heeren, waarvan één direc teur der Vennootschap zou worden, elk één aandeel voor hun rekening hebben. Het geval zou niet zooveel van zich heb ben doen spreken, wanneer niet bij de Tweede Kamer op 28 Juli 1924 een wets ontwerp ware ingediend op aanstichting van den heer Colijn, waarvan de bedoeling is bevordering van de richtige heffing der directe belastingen en in welks memorie van Toelichting niet onduidelijk wordt ge doeld op een wijze van ontduiking der in komstenbelasting, die daarin bestaat, dat men een familiebezit omzet in een N. V waarvan alleen de familieleden lid ol deel genoot zijn, maar waarvoor een bepaald öxploitaticdoel wordt aangegeven. Dit is- nu cenigszins het geval, althans naar den schijn, met do bovenbedoelde Vennootschap, over welker statuten-goed keuring zoo schertsend of spottend wordt gesproken, 't Is de exploitatie van een landgoed. Wij zullen de omschrijving van dat doel hier niet inlasschen; wellicht heeft het reeds veler aandacht getrokken, omdat daar iets gedaan wordt, waartegen het boven aangeduide wetsontwerp in het al gemeen opkomt, maar in een vorm, waarop dat wetsontwerp, ware het wet geworden, toch geen vat zou hebben. Wij zullen ons echter niet verder met die statuten bezighouden, noch met dc parti culiere zaken van den heer H. Colijn, die toevallig Minister van Financiën en bevor deraar van het wetsontwerp is, maar liever over het wetsontwerp zelf iets zeggen, wat wij tot nog toe verzuimden en dat nu toch 'wel wenschclijk blijkt. Het wetsontwerp heeft maar drie arti kelen en daarvan zijn rle beide eerste dc hoofdzaak. Art. 1 zegt: Voor de heffing van de personecle be lasting, de Rijks, en Plaatselijke Inkom stenbelasting, de vermogensbelasting en de verdedigingsbclastingen wordt geen rekening gehouden rrtrt rechtshandelin gen, die, al dan niet in verband met andere rechtshandelingen, kennelijk zijn verricht om de heffing van een dier be kistingen overeenkomstig haar doel, ge heel of ten deele onmogelijk te maken. Zulk een Vennootschap dus, als zij van verdacht'gehalte is, wordt als niet-bestaan- de beschouwd; maar daaruit zou volgen, dat de personen, die bij haar in dienst zijn, dus ook geen inkomstenbelasting zouden behoeven te betalen van het tractement, dat zij van de Vennootschap genieten; im mers als de Vennootschap niet bestaat, kan zij geen 'dienaren hebben en dus ook geen tractementen uitbetalen. Art. 2 bepaalt daarom, dat die tracte- menten en belooningen even belastbaar blijven. De Minister had haast met de zaak, want, hoewel het wetsontwerp op 28 Juli was ingediend, bepaalt art. 3, dat de wet wet geacht wordt op 1 Mei in werking te zijn getreden; dus terugwerkende kracht met belastbaarverklaring van zaken, die zelfs vóór 1 Mei zijn geschied. Tot zoover het wetsontwerp. Wij stippen nu een en ander aan uit de Memorie van Toelichting. De Mjnieter herinnert er aan, dat hij reeds bij de behandeling der Staatsbe- grooting voor 1924 gesproken heeft over het toenemende euvel, om ondernemingen met een klein aantal deelgenooten onder den vorm eener N. V. voort te zetten met de bedoeling van do heffing der inkomsten belasting over de behaalde winst te ont komen. Dit euvel zou worden bestreden door een wijziging van de wet op de inkomstenbe lasting en door opneming van een bepaling die op deze wijze van belastingontduiking gemunt zou zijn. Maar daartegen zijn twee bezwaren; ten eerste, dat de praktijk de gestrengheid der wet grooter maakt; ten tweede, dat de belastingschuldigen, met of zonder hulp van anderen, al spoedig een vorm vinden, waarop de wet niet toepas selijk is. Om aan deze bezwaren te ontkomen, geeft de Minister de vooykeur aan een al- gemeene formule, zooals die in het boven aangehaalde artikel 1 van de nu ingediende wctsvoordracht is neergelegd. Voorziening tegen de kwade praktijken is niet alleen noodig, omdat het kwaad moot worden tegengegaan, maar ook, omdat wat deze ontduikers te weinig betalen, door de eer lijke belastingschuldigen moet worden bij betaald. De Minister geeft eenige voorbeelden van de( ontduiking, die hij wil tegengaan en die van zóó verschillenden aard zijn, dat zij moelijk in één formule zijn samen te vatten. Een sprekend voorbeeld, dat het naast staat, aan een, onderneming bo venbedoeld, waarin de heer Colijn zelf voor 09/100 deelgenoot is, is dit: dat de eigenaar van een buitenplaats de exploi tatie omzet in een N. V. Dan wordt ten eerste de N. V. lager aangeslagen in de personeele belasting en ten tweede zijn de dienstboden en het verdere personeel on belastbaar. 'De overige voorbeelden laten wij voor het oogenblik rusten. Er zijn gevallen, dat er op de mazen van wet wordt gespeculeerd zonder dat men mag spreken van ontdui king. De formule van art. 1, zooals wij dat aan. haalden, ia ruim genoeg, misschien te ruim. Do Minister zegt zelf al, dat hij zich niet vleit een oplossing voor te stellen, die zon der bedenking is. Nu, het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer toont, dat er van de zijde van dat lichaam heel veel bedenking was. Zoo terloopa werd er in de afdeelingen op gewezen, dat menig bureau van 9, d vies in belastingzaken er werk van maakt om den weg tot belasting ontduiking aan te wijzen" en dat daarom al voorziening noodig is. Maar de leden, die geneigd schenen den Minister te steunen, merkten toch al dadelijk' op, dat in art. 1 aan de belastingambtenaren een onbeperk te volmacht wordt gegeven ©n dat vervol ging dus alleen afhankelijk is van het per soonlijk inzicht van den ambtenaar. Daar om wenachten zij in elk geval, dat de vraag of ©en of ander© rechtshandeling in strijd sou zijn met deze wet, niet in hoogste in stantie zou worden voorgelegd aan' de Ra den van Beroep, maar aan de rechterlijke macht. Maar de meeste leden hadden tegen de wetavoordracht overwegend bezwaar, piet RECLAME. 149? alleen om de groote macht, die aan de be lastingambtenaren wordt gegeven, maar ook, omdat handelingen, die volgens de wet geoorloofd zijn, als misdrijf worden ge brandmerkt, zoodra dc belastingheffing in het gedrang komt. Zij erkenden den strijd tusschen do ambtenaren, die alle mazen wil len dichten, en de burgers en hun voorlich ters, die de mazen wilden verruimen; maar een blanco machtiging voor de ambtonaren vonden zij toch wel wat kras. Maar wordt geen blanco-machtiging ge geven, dan komt men tot een reeks bijzon dere gevallen en dat is ook gevaarlijk. Daarom gaven sommige led'en in overweging om het wetsontwerp maar in te trekken en dan telkens, wanneer de behoefte blijkt, een kleine wijziging der belastingwetten voor te stellen. Door bepalingen omtrent winstverdeeling van N.V. onder de aandeel houders kan ook veel kwaad worden voor komen. De nieuwe Duitsche Rijksdag. (Van onzen Bsrlr-nschen correspondent). Berlgn, 9 December, De verkiezingsstrijd, die tot kort voor den dag der beslissing zoo onschuldig, rus tig en bijna gemoedelijk verloopen was, nam plotseling, vlak voor den dag der stemming, een verrassende wending. Eens klaps ontwaakten de hartstochten. De ge lijkmoedigheid, die Berlin tot nu toe ge kenmerkt had, was als het ware weg geblazen. Hoe dat mogelijk is, .is moeilyk te verklaren. Misschien was het de uit werking van de berichten uit de andere deelen van het rijk, waar de kiescampagne van het begin af aan met veel grooter kracht gevoerd werd, waar het voortdurend tot handtastelijkheden, tot ruwe uitingen der partijwoede, ja zelfs tot aanslagen gekomeD was. Misschien drong eerst te elfder ure de buitengewone belangrijkheid van dit ernstige, politieke spel tot de reuzenstad Berlijn, welker zenuwen steeds door on telbare prikkels gespannen zijn, door. De dag van de Taaiste voorbereiding op 6 December en de volgende kiesdag zelf tooverden tenminste tooneelen uit den grond, die den aanblik van Berlijn afsoluut wij zigden. Nooit, ook niet in den opgewonden tijd na de revolutie, brak de agitatie zich met een dergelijke kracht baan. Plotseling waren de hoofdstraten en de voornaams co pleinen met vlugschriften, oproepingen aan de kiezers, propagandablaadjes overstroomd. Nu had ook de straatreiniging geen rust meer. Men vroeg zioh af: waar halen de partijen het geld vandaan om deze geweldige massa's drukwerk te laten maken en ver spreiden? Hoe komen ze aan de middelen om allo reclamemiten en muren met deze reasachtige aanplakbiljetten en deze prik kelende, bonte platen te bedekken? Wie be taalt deze polonne's sandwich-mannen, die van 's morgens tot 's avonds de stad door trekken om van rechte en links, voor de kleuren der republiek, zwart,rood,goad, ol voor de door ae nationalisten aangenomen kleuren van bet oude iqjk, zwart.wit-rood, voor de republikeinen of voor de mo narchisten stemmen te werven? Uit welke kassen komen de sommen om deze optochtsn op touw te zetten? Voornamelijk de re actionaire partjjen spanden zich geweldig in. De groot-industrie, de adel, de in den „Landbund" yereenigde riddergoed-bezitters, moeten diep in den zak getast hebben, zoo diep, dat de democratische fracties, die op de volksmassa's steunen, nauwelijks daartegen op konden. Reeds in den vroegen morgen van den verkiezingsdag snorden groote vrachtauto's door de stad, geladen met jongelui ih feld- grau, die met zwart-wit-roode vlaggen zwaai den en liederen zongen, dikwnls door vol ledige orkesten begeleid. De kleinere ailto's met de zwart-rood-gouden banieren warö« beslist in de minderheid. De leden van de rechts-radicale vereenigingen hadden zich 's nachts het genoegen verschaft, waar het maar mogeljjk was de republikeinsche aan plakbiljetten af te scheuren. Toen dat jn de morgenuren bekend werd, hadden er op stra..t heftige tooneelen plaats. Vooral in de hoofdstraten van het Westen, in de Taoenzienstrasse en op de Kurfüxstendamm, kwam het voortdurend tot dreigende bot singen. Aan bedde zijden toom en verbittering, stormachtige protesten en oorlogsstemming. Toen eindelijk laat op den middag de ver kiezing geëindigd was en in de bureaux het 8temmentelien begon, toen de koorts achtige spanning steeg, bereikte de onrust haar hoogtepunt Millioenen schenen op de been te zijn. Ditmaal was het niet als andere keeren, wanneer slechts het grootste deel van de kiesgerechtigden gestemd hadden. Ditmaal scheen werkelijk iedereen naar de stembus opgedaan te zijn. Ook kringen, die zich anders met metapolitiek bezig houden, ook de klassen der mtellectueelen, kunste naars, schrijvers, geleerden in Berlijn leggen deze bevolkingsklassen gewicht in de schaal waren uit haar onverschillig heid opgeschrikt. Ieder voelde: ditmaal gaat het om de levensbelangen van het volk en het land. Deze, alle vroegere voorbeelden op dit gebied in de schaduw stellende belangstel ling, had een hoogst merkwaardig gevolg: n.L dat er in de eerste plaats verschillende groote partijen, met uitzondering van de radicale vleugels,, een aanzienlijke aanwas van stemmen en ih overeenkomst daarmee ook van mandaten verkregen hebben. Dat wordt practisch op die wijze uitgedrukt, dat de toekomstige Rijksdag meer leden zal tellen dan de vorige. Want volgens de Duitsche kieswet wordt voor iedere 60.000 stemmen, die een partij in het land op zich vereemgt, een algevaardigde als gekozen verklaard. Als dus de nieuwe Rijksdag 25 27 meer aigevaardigden telt dan zijn voor gangers, dan volgt daaruit, dat meer dan anaerhalf millioen stemmen meer zijn uit gebracht dan bij de Rijksdag-verkiezingen in Mei Daarbij komen nog de stemmen, dift op het groote aantal kleine partijen en politieke groepen vièlen, welke eigen lijkten indien, den. zonder dat ze echter een mandaal bemachtigen konden. Daar afle invloedrijke partijen een winsl te boeken hebben, is het natuurlijk, dal allen op het oogenbliek roepen: Wij zijn dfj, overwinnaars! Intusschen zal geen onbe vangen toeschouwer er aan twijfelen, dal het zwaartepunt van deze verkiezingen valt in de enorme aanwas van stemmen, die zich voor een rustige en vredige ontwikke ling van den nn eenmaal bestaanden staat, dus voor de democratische republiek, voor de voortzetting van de verstandige en ver zoenende buitenlandsehe politiek, voor so ciale hervormingen in het binnenland op werpen die zich tegen nieuwe ophitsing en aankweeking van de revanchegedachte, tegen do sabotage van de Dawes-wetten,- tegen de wederinstelling van den ouden klassenstaat, togen de onzinnigheid van monarchistische Putschpogingen uitgespro ken hebben. Reusachtig is de groei der so ciaal-democratische partij, die net alleen door den geweldigen achteruitgang van de communisten te verklaren is. Op de soc.- dem. moeten vele duizenden gestemd heb ben, die zich vroeger, in Mei zelfs nogf, door do mooie woorden van de Deutsch- Volkisohen lieten inpalmen. Want deze partij van rechtsche revolutionairen, van bombastische dwepers en op een dwaal spoor gebrachte ilealisten, die het liefst' onder aanvoering van den vroegeren gene raai Ludendovff met machinegeweren en revolvers Duitschland ondersteboven, zenden willen gooien, is geheel ineenge stort. De gezonde volkszin heeft zich vaö do klinkende phrasen, waarmee ze door een" terugkeer" naar liet oude systeem van het' zwetsende militarisme Duitschland een nieüwen tijd van glans en heerlijkheid tege moet voeren" wilden, afgewend. Zoo ver nietigend is het resutlaat van de verkie zingen niet eens voor de coramuinsten. Vat men alles te zamen, dan blijkt, dat het Duitsche volk voor alles de #revolutiCV nairen van rechts en links van zich afge schud heeft, dat het vooi* de methode vaït een rustige organische, onder gestadigen' arbeid voortschrijdende ontwikkeling vat? de omstandigheden zijn woord in do weeg schaal werpt. En ten tweede dat het in zijn overweldigende meerderheid den staat, diö uit den chaos van 1918 gered is, in deze gestalte behouden wil, dat het geen lust heeft in monarchistische experimenten, die de afschaffing van de republiek ten doel hebben. Aan dit feit, dat als een rots vast staat, kan ook do omstandigheid niets ver anderen, dat de Duitsch-Nationale partij, waarin zich all© vertegenwoordigers van de in het Keizerrijk heerschende kasten ©n alle ontevredenen van het oogenblik verzamelen, haar vroeger zetelaantal heeft- weten te handhaven, en zelfs met eenige; mandaten heeft weten te vermeerderen, die verkregen zijn als gevolg van de nederlaag der Duitsch-Völkisohen. Zeker, deze lOè Duitsóh-Natioonale afgevaardigden sprekenT een duidelijke taal en toonen, dat de ver eerders van de in puin gevallen ouden staaf en degenen, die van een verandering een' verbetering in den toestand verwachten^ nog steeds machtig zijn. Maar deze macht? is niet te vergelijken met de macht van hen^- die op de basis van de gegeven feiten voort, bouwen willen en verlangen naar de tot- - standkoming van een vredelievend, arbeid* zaam, democratisch, met zijn buren in goedtf verhouding levend Duitschland. Hoe de resultaten van de verkiezingen! in de constellatie van de toekomstige re geering zullen worden uitgedrukt, is niet met zekerheid te zeggen. Thans begin» het spel der partijleiders achter de coulitf* sen en er behoort g^en profétische begaafcD heid toe om te voorspellen, dat het eenigo weken duren en rijk aan afwisseling zal zijn. Maar dit staat nu reeds vast, dat on mogelijk een. regeering optreden kan, dte een nieuwe tweespalt onder het volk eiï nieuwe oneenigheden met de onderteeke naars van het verdrag van Versailles eu het verdrag van Londen in het leven zou roepen. Wat er ook komen mag, er zal eert politiek gevolgd worden, die de beproefde,- gezonde, door de geheele wereld erkende beginselen van het huidige kabinet-Mar* volgen ztl. Duitechland heeft gesproken. En zijn woord klinkt zoo, dat Europa en de geheele wereld het nieuwe vertrouwen ver« sterken kan, dat zo in het nu ten einde' neigende jaar in het uit haar ziktetosstanu weer tot de gezondheid ontwakende vol® gesteld hebben. DR. MAX OSBORN.- RECLAME yerdrijtt de pijn s 1481

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 10