W\
CHIEF WHIP
Winierpantoffels 11.69
ONTVOERD.
No. 19867
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 13 December
Derde Blad.
De feest
sigaret
Krabbels uit Zwitserland.
FEUILLETON.
Anno 1924.
g BUITENL. WEEKOVERZICHT.
Dnitschland in een crisis
ontruiming van bezet gebied
de schaldenkwestie.
Londen heeft eens weer enkele dagen ge
ducht in de mist gezeten, maar dit schijnt
nog niets bij de politieke mist, waarin
Duitschland na de jongste Rijksdagverkie-
angen te land is gekomen. Gezien hoe
zwaar daar zoo'n politieken- strijd wordt
uitgevochten, lijkt het niet erg brutaal om
te voorspellen, dat Duitschland blij mag
zijn, wanneer het voor de jaar-wisseling
goed en wel weer in het bezit van een re
geering is.
Toch behoefde dit geenszins het geval te
zijn, want al is helaas geen direct aange
wezen meerderheid voor eenige combinatie
uit de bus gekomen, niettemin lieeft de
verkiezing voldoende duidelijk gesproken.
Vooral wat de buitenlandsehe politiek be
treft. Men mag gerust constaleeren, dat bet
kiezerscorps zich en masse beeft uitgespro
ken voor een onveranderde voortzetting der
huidige politiek van voorzichtigheid en ver
zoening. En wat de binnenlandsche politiek
betreft, de rcpublikeinsche idee heeft aan
macht gewonnen, zoodat één grootc lijn al
thans ook daar is te trekken. Doch de poli
tiek zou geen politiek meer zijn, d. w. z
partij-politiek, als zoo eenvoudig do kwestie*
was opgelost.
De eenvoudige en aangewezen oplossing
zou zijn: aanblijven van het kabinet Mar.r,
hoogstens uitgebreid lot de z.g. groote coa
litie van Strcsemann tot Scheidemann. Dan
waren beide hoofdlijnen volkomen safe.
Maar jawel dan rekent men buiten de machts
zin van rechts. Daar wordt krachtig ge
propageerd de idee van een burgerlijk blok,
desnoods zelfs zonder de democraten, van
wie aangenomen kan worden, dat zij in
geen geval zullen meedoen, 't Zou wel in
overeenstemming zijn met den stembusuit-
«lagl Weg de zekerheid van voortzetting
der buitenl. politiek en weg de versterking
van den republikeinschen staatsvorm, 't Zou
dus precies zijn tegen het votum der kiezers
in, afgezien van de argwaan en achter
docht, die zoo'n regeeringscoalilic bij de ge
allieerden noodwendig zou wekke Wat ech
ter niet wegneemt, dat het nog zoo gehe.rl
zeker niet is, dat het niet daartoe zal komen,
't Hangt alleen af van de houding van het
Centrum. Bezwijkt dit voor den aandrang,
dan is hel burgerlijk blok er, want Stres-s
mann, de leider der Duilschc Volkspartij,
die tijdens de verkiezingscampagne de
Duitsch-nationalen den rug toedraaide, heeft
zich nu weer omgewend, gelijk voor ck
Rijksdagonlbinding. die hij toch feitelijk op
zijn geweten heeft. Zooals de wind waait,
zoo waait mijn rokje, mag in polilicis zeker
gelden voor Slresemann. Definitief valt ce
houding van het Centrum niet te voorspel
len, al lijkt het. dat dc rechische vleugel
een harden dobber zal hebben. Marr zou
dan in ieder .geval van bel tooneel ver
dwijnen
Een betrouwbare regiering zou anders
voor Duitschland juist op dit moment zeer
gewonscht zijn, want belangrijke beslissin
gen zijn weldra door de geallieerden te
nemen. Wc denken daarbij in de eerste
plaats aan de ontruiming der Keulsclie zone,
volgens het Versailles-vredesverdrag op 19
Jan. 1925 bepaald, zoo Duitschland aan zijn
•verplichtingen zou hebben voldaan. Deze
laatste voorwaarde is een kapstok, waaraan
als het ware alles is op te hangen, dal mag
i' men in Duitschland wel bedenken en een
komst der Duitsch-nationalen in de regee
ring zou wel eens aanleiding kunnen zijn,
dat het met die ontruiming nog minder
goed verliep, dan nu reeds het geval is.
dank zij de vermaledijde Roerbezetting, die
blijkbaar ten eeuwigen dage dc atmosfeer
wil bederven. Een ontruiming der Kculsche
zone door de Engelsclien, die in strijd met
de vermoedens dan elders zouden worden
gedirigeerd in bezet gebied, zou immers de
Franschen, die nog aan de Roer zijn, leclijk
in de knel brengen, ze, militaroment gespro
ken, weinig minder dan van hun bash af
snijden. Hoe dat te ondervangen, want, voor
een directe ontruiming van het Roergebied
deinst ITerriot, die van rechts en links danig
in het vaarwater wordt gezeten, nog terug?
Het laat zich aanzien, clat aangegrepen zal
worden een oud beproefd middeluitstel van
bet rapport der commissie van onderzoek
naar Duitschland's ontwapening. En klaar is
Kees. Dat uitstel geeft respijt voldoende om
de ontruiming eerst wat op te schorten, b.v.
tot Mei, een datum, die Herriot blijkbaar
ook wel aandurft ten aanzien van het ver
laten van de Roer.
Engeland schijnt het in groote trekken al
met Frankrijk eens. Het bezoek van Cham
berlain aan Parijs, hoe kort ook, heeft in
dit opzicht vrucht gedragen en ook te Rome
schijnt Chamberlain succes te hebben ge
had. De Noord-Afrikaansche kuststrook heet
daar vrijwel verdeeld te zijn onder dezo
drie, met Spanje in Marokko voor zoover de
Spaansche rnacht daar tenminste nog in
tact is.
In ander opzicht heeft Engeland Frank
rijk overigens geducht bij 't warasje, nl. ten
aanzien van de schuldvorderingen. Chur
chill heeft een pracht van een diplomatieke
zet gedaan, waardoor het zoowel Frankrijk
als Amerika onmogelijk wordt gemaakt
John Buil builen de deur te zetten, gelijk
het plan. scheen. Uit eigen belang was Frank
rijk toch van plan met Amerika een rege
ling te treffen voor de Fransche schiïlden
aan Uncle Sam, waarbij evenwel geen woord
gekikt werd over de schulden aan Engeland,
die, gelijk beleend, reeds druk doende is
rente en aflossing aan Amerika te betalen.
Aan kwijtschelden der schulden denkt
Amerika toch niet, al wil het wèl geduld
hebben met zijn schuldenaren.
Engeland trachtte gehoord te worden Lij
die duiten-regeling lusschen Amerika en
Frankrijk, doch van weerszijden gaf men
niet thuis. Daarop kwam ChuFchill's fijne
zet en de deur is geopend.
Misschien zelfs wel voor een algeheele
bespreking der inter-geallieerde schulden-
kwestie, waarvoor Amerika tot dusver geen
o oren hadt
De weg erheen is een beetje moeilijk. Je
komt er langs een heel steile, slecht gepla
veide straatweg, vol hobbelige keien, maar
waar gelukkig een trapje langs loopt, an
ders kwam je er niet tegen op dan met be
hulp van een bergstok, of op handen en
voeten voortkruipend zulke wegen be
slaan er in Parijs, midden in Farijs.
Meer en minder onaanzienlijke buizen
liggen er aan die straat. En eindelijk, als je
bijna heelemaal boven bent. zie je aan je
linkerhand een huisje,.dat je aandacht trekt
door het dorpschc aan zijn aanzien. Midden
in Parijs I Een soort tuintje is er voor. erg
verwaar'oosd, waar één boom in staat, en
enkele struiken; en dan loopen er een paar
kippen rond, en een tamme kraai. En na
tuurlijk ook een konijntje vanwege den
naam!
Je gaal het hekje binnen en komt dan
voor een vervallen houten deur tc slaan,
waarvan je de klink wilt oplichten om naar
binnen le gaan; maar dat mislukt do
deur is op slot, en je moet eerst kloppen, als
je naar binnen wilt.
Je klopt dus. De deur wordt opengedaan
en je staat in een heel klein, onaanzienlijk
kroegje, waar maar juist plaats is voor de
toonbauk met zijn flesschen en gLazen en
een schenkster daarachter. Op zij slaan een
paar stoelen.
En bij die stoelen slaat een oude. een
heel oude man met een witten haard, net
een Sinterklaas; dat is papa Frédé in zijn
zwarlfiuwoelen pakje. Ilij komt je tegemoet
RECLAME
VIRGINIA
ATdath ToK'CM Co.. LM.. Londro
976
j Een ouderwetsch Montmartre-kroegje
en Aristide Bruant in „l'Empire".
Tusschen al liet moderne, op vreemde
lingen ingerichte Montmartre-gedoe, de
nachtcafó's. de Russischo cabarets, de „dan
cings", enz. enz., is er toch nog één ouder
wetsch artisten-kroegje te vinden, dat niet
mee wil doen aan moderniseering, dat zelfs
geen electriscli licht nog er op nahoudt,
maar dat het cr juist op toelegt om te blij
ven zooals het was, al lang, al jaren, jaren
lang, zooals "het was in den goeden ouden
lijd, toen er nog meer van dergelijke gezel
lige, eenvoudige arlisten-kroegjes waren, in
den tijd toen Aristide Bruant zijn hoogtij
vierde Aristide Bruant is nu een oud man.
van vijf en zeventig jaar, die óók al heeft
moeten buigen voor de eischen van den
modernen tijd, en deze maand optreedt als
succes-nummer in de zéér mondaine music-
hall „l'Empire". Aristide Bruant is 'maar
een schaduw meer van wat hij vroeger was,
een soort geestverschijning van lang lang
geleden kracht en schoonheid. En die schit
terende music-hall omgeving maakt zijn
weer-optreden nog meer onwaarschijnlijk.
En daarom, vanzelf, als reactie tegen deze
valsche omgeving rond den populaircn
vólks-zanger, gaat men zoeken naar een
„omgeving van toen", een oud, ouder
wetsch Montmartre-kroegje met ouderwet-
sche Monlmarlre-arÜsten.
En waür vindt men dat zoo niet bij le
père Frédé, in „Le Lapin Agile".
j en schudt je de band.
Even wachten nog, zegt hij, ze zijn
nel aan het zingen.
En ja. vanachter een gordijn, op zij van
den toonbank klinkt een vrouwenstem, die
een liedje zingt.
Als het lied uit is. klinkt cr achter liet
gordijn luid handgeklap en bravo-geroep,
cnhondengeblaf!
Dan schuift papa Frédé het gordijn naast
den toonbank op zij cn noodigt met een
vriendelijk gebaar: gaal binnen I gaal
binnen!.
Op den drcinpbl blijf je even verbaasd
staan: een halfdonker zaaltje met houten
banken, houten tafets, houten krukjes. Aan
den zolder een paar pelroleum-lnmpen,
waar bij wijze van kap een paar lappen
rond hangen. Een scheur hier en daar in
die lappen laat wat liqht door. Langzamer
hand wen je wel aan dat halfdonker en ga
je de omgeving een beetje beter zien.
Alle banken cn krukjes zijn al bezet,
't Is propvol in het zaaltje. Hoe komen wij
daar nog bij? vraag je je af.
Maar een langharige blonde jongen in
een rood jasje cn grijzen broek, en die een
guitaar in zijn armen draagt, heeft al ge
roepen: „Twee loge-plaatsen asjeblieft!" en
een andere jongeman in blauwen hoeren-
kiel, die een blad met glaasjes in zijn han-
j den draagt en dus zekér de keil nor daar is,
heeft al gewenkt: „Kofril u maar hierheenl
twee prachtige logeplaatsen nog!" „Een
beetje plaats maken nog, mcnschen!" zegt
hij tegen de rij op dé achterste bank. Die
'l schuiven dan nog wat dichter aaneen, dan
ze al zalen, en nemen de jassen en hoeden
weg, die ze naast zich opgestapeld hadden,
cn dc twee loge-plaatsen zijn openl
Wat zult u gebruiken? vraagt dan de
kcllner in blauwen kiel. Kersen?
Je kijkt eens rond en ziet dat dc mééste
menschen een klein glaasje met een paar
kersen er in voor zich hebben 9taan, dal
zal dus wel de gewone drank hier zijn. En
we bestellen: „Ja, goed. twee kersen!"
Als liet weer rustig L?, stelt de jongen in
hel roodc jasje zich voor het gordijn met
zijn guitaar. En begint een liedje te zingen,
een van de bekende liedjes van Aristide
Bruant! 't Is een heel eenvoudig, simpel
wijsje; 't gaat over de jeugd en liet op
groeien van een Parijschen volksjongen, die
langzamerhand door de omstandigheden er
toe komt apache te worden, cn de ge
vangenis indraait. Woorden cn melodie
beide héél eenvoudig, maar ontroerend
van werkelijk leven. En de jongen draagt
het goed voor, simpel zooals liet hoort, zon
der eenige mooidoenerij.
Als bet liedje uit is, blijft het nog een
oogenblik stil in het kleine zaaltje- dc mcn
schen zijn onder den indruk. Maar dan
komt het applaus! handgeklap, bravo-ge-
roep, en hondengeblaf! want er is een
hond in de zaal, de hond van père Frédé,
en die applaudisscerd mee op zijn manier!
Nu een volksliedjel vraagt iemand uit
het publiek. „Auprès de ma blonde" bij
voorbeeld I
Goed! zegt de jongeman. En hij stelt
zich weer in postuur voor liet gordijn, en
zingt een oud bekend Fransch volksliedje,
dal weldra door de heele zaal meegeneuiied
wordt, en het refrein, dat zingen zc alle
maal mee uit volle borst.
Daarna kondigt de jongeman in het roode
jasje een dichter aan, die iets uit zijn eigen
werk zal voordragen. En het zijn tamriiik
goede verzen, die we le hooren krijgen. En,
practisch man als die dichter tegelijkertijd
is. laat hij moteen den jongen man in het
roode jasje aan het publiek vragen of er
misschien menschen zijn. die zijn boek mei
verzen willen koopen, 5 francs gewoon, 10
francs met zijn handteckening er in, en 15
1 francs met een heele „opdracht" er in ge
schreven. Maar het lukt niet brg, geen koop
lustig publiek vanavond. Yerkoopen lukt be
ter, wanneer er vreemdelingen in de zaal
zijn, Amerikanen en Engelsclien, die gek
zijn op „souvernirs", en zoo'n boek als her
innering meenemen willen. Maar vanavond
zijn er bijna enkel Franschen, jongelui zoo
van tusscben de 18 en de 30. die hier met
een vriend of met hun meisje wat komen
luisteren, verliefde paartjes, die van half
donker houden De ernstiger voordrach
ten worden steeds afgewisseld met volks
liedjes. waarbij steeds de jongen in het roode
jasje voorgaat cn de guitaar-begeleiding
geeft.
Eindelijk daar komt papa Frédé het
zaaltje binnen, en blijft bij den ingang, bij
hel gordijn staan. Er gaat een gejuich op,
want papa Frédé zal nu zelf wat gaan
zingen.
Maar eerst houdt hij een klein toespraakje
tol het publiek; met zijn zachte, maar lang
zamerhand lol meer kracht zwellende stem
spreekt hij over bloemen, en kunst, en liefde,
en hij eindigt natuurlijk met een aardig
complimentje aan de dames, want papa
Frédé is een rasechte Eranschman!
En dan neemt hij de guilaar over van
den jongeman cn zingt een liedje. In Brc-
tonsch dialect. Van een visschersmeisje en
een aardigen visschcr. Eigenlijk is dat liedje
wel oen ldcin beetje ondeugend, maar
omda' liet die goede oude Sinterklaas-papa
is, die het zingt, vindt niemand dal zoo erg
integendeel, dc heele zaal heeft schik in
het guitige oude gezicht van papa I'rédé, en
hij wordt beloond met een luidruchtig bravo-
en bis-geroep, en handgeklap cn voetgetrap
en natuurlijk blaft de hond weer mee!
Na papa Frédé komen er nog weer ei n
paar andere arlislen. En dat gaat zoo den
heclon vond door. Ik ben er eens geblcve-n
tot halféén 's nachts; toen moest ik weg
om rnijn laatste omnibus niet te missen. En
om halféén was het er toen nog net zoo vol
al? toen ik er kwam.
En telkens ga ik er weer eens een avond
Icrug. Yooral als ik bezoek uit Holland over
heb, want al mijn HollaDdsche kennissen,
die moeten kennis maken met dat alleraar
digste kleine ouderwetsche kroegje op Monl-
martre en met dien gézeliigen ouden Sln-
tcrklfias-papa Fïédé.
Maar deze maand neem ik ze éér3i een
avond mee naar het schitterende mondaine
„Empire1', om dén bijna wèreld-berocmden
Monlmarlrc-zanger Aristide Bruant te hou-
ren, en daarna gaan we samen bij le père
Fréde betreuren, dat Arislide Bruant niet
meer optreedt in zijn eigen ouderwetsche
omgeving, in net zoo'n eenvoudig kroegje
met eenvoudige menschen als publiek
de omgeving .waaruit hij voortkwam, waar-
uil hij zijn liedjes putte, waarin hïj beroemd
werd.
Arislide Bruant in een omgeving als het
In-oegje van père Frédé het zou een
ideaal zijn!
M. DE ROVANNO.
Parijs, l December 192-1.
RECLAME.
Ij, VAiV ESCH Vin, Donkerstecg
826
Herfst.
(Nadruk verboden).
Aan de andere zgde van de arens hebben
zo de klok weer een uur achteruitgezet
- .iicure occidentale".
De hotels heel hoven z(jn gesloten. Ook
de kaashutten, enphemistisch aangeduid a'i
chalet3-Testnurant, worden verlaten, 't Dak
wordt nog esns goed geïnspecteerd, op^
nieuw bezwaard met flinke keien; nuirvn,
vensters, deuren worden nagekrkm. hier
cn daar bijgelapt, de houlvoorraad aan
gevuld, dan gaat 't bergaf. Voorop de
geiten, dan do koeien, daarachter de frui-
tiers, de herders, de faasmaaksters met
een enkel paard en muildieren. Ten slot'.f
de schapen. De toeristen zijn reeds eerder
verdwenen in lagere regionen.
Beneden, daar waar do uitloopers van
't gebergte zich spiegelen in 't meer,
heerscht nieuwe bedrijvigheid, een kort-
elondige opflikkering van de zomerdrukte.
,.La vendange," de wijnoogst. Alles wat
handen aan 't lijf heeft, is dan in de weer.
Plukken, zoo snel mogelijk, profiteeren varf
j 't mooie weer, oer de ragen storend in-
grijp*
Ken onafgebroken stroom van werkers,
j oud cn jong, mannen, vrouwen, kinderen
golft heen eu weer van den wijnberg naar
de schuren, van de schuren naar den
wijnberg Do zwaar gevulde hotte, de
leenen draagkorf, onophoudelijk gele gd in'
do wijnpers. Rusteloos, vanaf 't ochtend»
krieken toe tot dat de laatste glimp van
't daglicht is verdwenen, tot de laatste
druif is geplukt, gaat 't door.
En eveneens in sneller tempo nog worffl
gezwoegd in de schuur, waar de pare
knarst, plet, vermorzelt do blauwe, do witte
trossen. Snel, voordat bederf de druiveD
uantast. In een wee-zoete atraosph.er, oen
lucht van alcohol, staaa de mannen, half
naakt. Geen tjjd tot slapen, nauw tot eten,
haastig zich verkwikkend met een teug
mofit, 't troebele ongagi to druivensap. Half
bedwelmd, dronken door 't sap, door do
alcoholische dampen, door vermoeidheid,
werken ze door, tot ze er bijna bij neer-
vallen, afgelost moeten worden.
Zoo gaat 't oen paar dagen, tot alles
verwerkt is, do inhoud der kuipen over-
gestort in groote vaten, waar do kleine
gistcel 't troebele vocht zal omtooveren
in edelen wijn.
Leven en bedrijvigheid ia de h.e'e streek,
Luidruchtig vertier op 't erf der wijn-
boeren, waar gespierdo armen de vaten
sjouwen op camions en wagens, waar elk
voorbijganger genood wotdt tot une guute
do vin. Vertier, drukte in alle kroegen
van stad en land, waar alLrwego groote
plakkaten je aangrijnzen met de aankondi
ging van ,,vin nouveau". Feest, danspar
tner. nog eenige dagen, tot 't zuur verdi nde
ge.a voor oen goed deel is omgezet in
„vin nouveau". En voor de nadorst nog een
paar weken la piquette, 't vocht, verkregen
door de uitgeperste druiven, waaraan toe-
getergd is suiker en water, een relatief
onschadelijke drank, uitsluitend door de
wijnboeren tehuis geconsumeerd. October,
wijnmaand in den volksmond. En terecht,
waar alles hier (km staat in 't teeken van de
druif, waar Bacchus hoogtij viert
Do schoolkinderen, genietend van de
herlstvacantie, moet je hij de vendange
zoeken. De naaister, de werkvrouw, do
worchvrouw, die je te vergeefs wacht
liij de vendange. De brieven, de courant;
die een beetje later dan gewoonlijk bezorgd
worden, 't brood, 't vleesch, dat er langer
over doet dan anders, alles vendange o|
vin nouveau.
Une goutte de vin, quoi? En in de stad
een tentoonstelling, waar Bacchus evensong
den eerezetel inneemt
L'Kxposition des Produits Valaisans, in
hoofdzaak een wgntentoonstelling. Vooff
vreemdelingen, onbekend met 't ZwitserscK
ceremonieel, is deepening van zulk soort
vermakelijkheden, als meu dit woord go-
bruiken mag, op zich aell reeds de moeite
waard.
De morgen, dat de tentoonstelling go»
opend werd, was op 't perron van 't station
prosent, al wat Genève bezit aan Hoog.
mogendheden, HoogEdelAchtbaren, Iloog-
en WelEdelGestrengen, etc., Conseil d'Etat,
doputé's, vertegenwoordigers van stad ea
Van ROBERT LOUIS STEVENSON.
Geautoriseerde vertaling van J C L. B. PeL
CNadruk verboden.
19)
Hij zri dit, alsof hij Karei do Groote was
en legioenen commandeerde, en inderdaad,
ofschoon ik zijn moed b:wonderde, liep ik
.altijd gevaar, te lachen om zijn ij dolheid
gevaar, zeg ik, want als ik mij niet goed had
gehouden, zou cr oen vrecselijke twist zijn
gevolgd.
Toon wij ons maal op hadden, doorzocht
hij de lade van den kapitein, tot hij een
kleorsciiuier vond, trok toen zijn jas uit, in
specteerde zijn klecren en begon de vlek
ken uil te borstelen, met zooveel zorg en
vlijt, als ik aileon van vrouwen had ver
ondersteld. Het is waar, hij had geen andere
en bovendien behoorden zij naar hij zei,
aan een koning en betaamde het hem dus
er koninklijk voor te zorgen. Maar toen ik
zag, met welk een zorg hij dc draadjes uit
trok, waar de knoop was afgesneden, stelde
ik zijn gift op hoogcren prijs.
Hij was nog druk bezig, toen wij werden
aangeroepen van het dek door rar. Riach.
die een onderhoud vroeg, waarop ik met
öc-n pistool in de hand door. de lantaarn
naar bover. klom en inet een stoutmoedig
g'zicht, ondanks mijn angst voor de glas
scherven, terug riep en vroeg wat hij
vremschle.
Hij kwam tol den rand van de kajuit en
ging staan op ccn rol touw, zoodat zijn kin
op één hoogte was met het dek, en wij ke
ken elkaar een poos in stilte aan. Ik geloof
niet, dal mr. Riach erg vooraan was ge
weest in het gevedü, zoodat liij er met een
slag op zijn wang was afgekomen, maar
liij zag er ontmoedigd cn doodclijk ver
moeid uil, daar hij den ganschen nacht op
dc been was geweest, of op wacht, zorgend
voor de gewonden.
„Het is een misse boel", zei hij ten laat
ste, zijn hoofd schuddend.
„.Het was niet onze schuld", antwoordde ik.
„De kapitein zou graag met je vriend
spreken," zei hij. „Ze zouden door het ven
ster kunnen praten."
„En hoe weten wij. welke streken hij in
den zin heeft?" riep ik.
„Hij heeft geen streken* meer, David,"
antwoordde mr. Riach, „cn als hij zo had,
ik vertel je dc waarheid, zou lnj de mannen
niet meekrijgen".
„19 dal zoo?" zei ik.
„Ik zal je meer vertellen," antwoordde
hij; „niet alleen de mannen, maar mij ook
niet. Ik ben bang, David." En hij glimlachte
tegen mij. „Neen", vervolgde hij, „wat we
willen, is lot een accoord met hem komen."
Toen overlegde ik met Alan, het onder
houd werd toegestaan en van beide zijden
werd parool gegeven, maar daarmee was
mr. Riach' niet tevreden en hij smeekte me
om een borrel, met zoo'n aandrang, en zoo'n
beroep op zijn vroegere vriendelijkheid, dat
ik hem ten slotte een pannetje overhan
digde met ongeveer een kwart-pint brande
wijn. Hij dronk er een deel van en nam toen
de rest mee naar liet dek, ik vermoed om
bet met zijn sunerieur te dcelen. Even later
kwam de kapitein volgens afspraak voor
een van dc vensters en stond daar in den
regen met zijn arm in een doek; bij zag er
ernstig en bleek uit en zóó oud, dat het mij
pijn deed, op hem te hebben gevuurd.
Plotseling hield Alan een pistool voor zijn
gezicht.
„Berg dat ding weg," zei de kapitein.
„Heb ik mijn woord niet gegeven, c*l zoek
je mij tc belecdigen?"
„Gisteravond pingelde en zeurde je als
een appelwijf en gaf je mij je woord, en je
hand om het te bezegelen cn je weet heel
goed. wat er op volgde. Wees vervloekt met
je woord."
„Kom, mijnheer," zei de kapitein, „we
zullen met vloeken niet opschieten". Het
was waar, dat dit een gebrek was, waaraan
hij zich nooit schuldig maakte. „Maar we
hebben andere dingen te bespreken," ver
volgde hij bitter. „U hebt een mooie poes
pas van mijn brik gemaakt, ik heb geen
handen genoeg om haar te besturen en mijn
eerste officier, dien ik niet kon missen,
heeft uw zwaard door zijn ribben gekregen
en stierf zonder een woord te zeggen. Er
schiet niets anders voor me over dan terug
le gaan naar de haven van Glasgow en
daar zult u, met uw verlof, menschen vin
den. die beter met u kunnen praten."
„Zoo", zei Alan, „waarachtig, dan zal
ik maar met mijzelf praten. Tenzij er nie
mand in die stad is. die Engelsch spreekt,
heb ik een mooi vérhaaltje voor hen. Vijf
tien pikbroeken aan don eenen kant en een
man en een half volwassen jongen aan den
anderen O man. het is om modelijden mee
te hebben."
Iioseason kreeg een kleur.
„Neen," vervolgde .Alan, „dat ral niet
gaan. Je zult me aan land zetten, zooals
we hebben jtfgesproken.M_
„Zoo, zei Iioseason, „maar mijn eerste
officier is dood, u weet zelf het best hoe.
Niemand van ons is verder bekend mei
deze kunst, mijnheer, en het is hier ge
vaarlijk voor schepen."
„Ik geef je keus," zei Alan, „zet me aan
land in Appin, of Ardgour, of in Morven,
of Arisaig, ol Morai. in 't kort waar je -wili,
binnen dertig mijlen van mijn eigen land,
behalve in een land van Campbells. Dat is
een groote schijf; als je die mist, moet jc
even waardeloos zijn voor het varen als ik
je voor het vechten heb gevonden. Wel,
mijn arme landslui gaan in hun visschers-
schuitjes van het eene eiland naar het an
dere, in alle weer, zelfs bij nacht."
„Een visschersschuit is geen brik, mijn
heer," antwoordde de kapitein; zij heeft
geen diepgang".
„Wel, dan naar Glasgow, als je lust
hebt", zei Alan; „dan zullen we do lachers
op onze hand hebben."
„Ik ben niet in een stemming om te la
chen," zei de kapitein, „maar dat zal geld
kosten, mijnheer."
„Wel/' antwoordde Alan, „ik ben geen
weerhaan. Dertig guineas, als je me aan
land zet. aan de kust, en zestig, als je me
naar de Linnhé-kreek brengt."
„Maar kijk eens, mijnheer, waar we nu
liggen, zijn we maar een paar uur varens
van Ardmurchan", zei Hoseason; „geef me
zestig, en ik zal je daar aan land zetten."
„Moet ik mijn schoenen verslijten en ge
vaar loopen van de rood jakken, om jou ple
zier te doen?" riep Alan. „Neen, manheer,
als je zestig guineas noodig hebt, verdien
ze dan en breng me naar mijn eigen land."
„Het is de brik wagen," zei de kapitein,
„en uw eigen leven er bij".
„Ja of neen," zei Alan.
„Kunt u ons er door loodsen?" vroeg de
kapitein, de wenkbrauwen fronsend.
„Dat betwijfel ik," antwoordde Alan,
„vechten is meer mijn lijn dan varen, zoo
als je zelf hebt kunnen zien. Maar ik ben
zoo vaak op deze kust opgepikt en "afgezet,
dat ik dc ligging e^van een beetje moet
kennen".
De kapitein schudde zijn hoofd, nog altijd
fronsend.
„Als ik minder geld had verloren op
dezen ongelukkigen tocht," zei hij, „zou ik
u eer laten hangen, dan mijn brik le wageu.
Maar laat het zijn, zooals u wilt. Zoo gauw
ik een gunstigen wind krijg, en als ik
me niet vergis, zal dat niet lang meer duren
zullen we gaan. Maar er is nog iels. Wij
kunnen een oorlogsschip ontmoeten cn dat
kan ons tegen mijn wil aan boord komen;
de kruisers liggen 'dicht gezaaid op deze
kust. Wanneer dat gebeurde, zoudt u u.v
geld wel eens kwijt kunnen zijn."
„Kapitein, antwoordde Alan, „als je eer
winpel ziet, moet je er vandoor gaan. En,
daar ik heb gehoord, dat je brandewijn (6
kort komt, bied ik je een ruil aan: een
flesch brandewijn tegen twee emmers wa*t
ter."
Dat was de laatste clausule van hel ver
drag, en zij werd naar den eisch uitgevoerd
door beide partijen, zoodat Alan en ik ten
laatste de kajuit konden schoonmaken cn
bevrijd konden raken van de herinnneriiig
aan de dooden, en de kapitein en mr. Riacb
weer gelukkig konden zijn op hun eigen
wijze, die den naam droeg: drank.
i 1-*■«-«
1 - r {Wordt vervolgd).