Hj0. 19858. WOENSDAG 3 DECEMBER Anno 1924 LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTTEN: 30 Cts. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs. Kleine Advertenüën, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en Zaterdags 60 Cts., bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cis. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175 en 1835 Redactie 1507. Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANTt Voor Leiden per 8 maanden f 2.35, per week Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week Franco per post 2 35 portokosten. Z 0.18. „0.18. Ut nummer bestaat uit DRIE Bladen EERSTE BLAD. Officie Kennisnevinnen. gemeentelijke vischverkoop. Aan den gemeentelijken vischwinkel, Vischmarkt 18, tel. 12-25, is DONDERDAG verkrijgbaar: SCHELVISCH k f 0.13-- -ƒ 0.28—f 0.35, SCHOL 4 0.19—f 0.32— I 0.40, KABELJAUW 4 f 0.40—f 0.45 (geh. iabelj. 4 f 0.35) TARBOT 4 f 0.60 per pond en HARING 4 f 0.05 per stuk. N. C. DE GIJSELAAR, Burgem. Leiden, 3 December 1924. De Burgemeester en Wethouders van Leiden doen te weten, dat door den raad dier gemeente, in zijne vergadering van den len December 1924, is vastgesteld de vol gende verordening: VERC-- tot wijziging van de verordening van 19 Juni 1919 (Gem. Blad I".. .9), repelende de men, waarop het Bureau van den Burger lijken stand te Leiden voor het publiek is geopend. Eenig Arükel. Artikel 1, sub c en d van bovengenoemde .verordening wordt gelezen: c op den Zondag, den Nieuwjaarsdag, den Christelijken twéeden Paaschdag, den Hemelvaartsdag, den Christelijken tweeden Pinksterdag, de beide Kerstdagen en den verjaardag des Konings, op verzoei: van een belanghebbende, mits deze tijdig aantoont, dat met de te verrichten werkzaamheid ter beoordeeling van den amblei." .1 den Burgerlijken Stand niet lot den volgenden dag kan worden gewacl IT L Bureau wordt onmiddellijk, -nadat die werkzaamheid ver richt is, weder gesloten]" d. op den dag, waarop Leiden-:1 ontzet "wordt gevierd, van des voormiddags negen uur tot des voormiddags tien uur. Vastgesteld door den Gemeenteraad van Leiden, in zijne openbare vergadering van den len December 1924. De burgemeester, N. G. DE GIJSELAAR, De Secretaris, VAN STRIJEN En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 3en December 1924. N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. STADSNIEUWS. j Electrische en andere stro omen. Hedennamiddag hield prof. dr. W. J. do Haas, ails opvolger van prof. <ir. H. K&mer- lingjh Onnes, zijn inaugurale rede als hoog leeraar in de natuurkunde aan de Leddsche Universiteit over: .Electrische en andere 6lroomen". Spr. gang na hoe in den loop der tijden de electriciieiIsl'eer zich ontwikkeld heeft. Men kan eigenlijk van een ontwikkeling niet spreiken sedert het jaar 1600. Gilbert een Engelsch medicus, bootst de proeven .met barnsteen der ouden na en breide ze uit, jnct behulp van een toestelletje door hem genoemd „versorium". Na Gilbert construeert Oüo van Guericke een electrische machine, waarmee hij meer of minder belangrijke electrische verschijn selen weet te demonstreeren. Grary classi ficeert in 1729 de lichamen in geleiders en niet-geleiders volgens hun electrische eigen schappen. Het is ondoenlijk alle onderzoekingen uit de 17de en 18d'e eeuw te vermelden. In „Young's lectures in natural philosophy" vindit men een zestigtal verhandelingen en U0 memoires, alleen over electrische ver schijnselen geciteerd. Spr. vermeldt de twee ledigheid in de opvatting der electrische verschijnselen en hoe men zich de electrici- teit, uit een of twee vloeistoffen bestaande, dacht. In dit verband vermeldt hij wat Sym- toer onderzocht heeft over de electroslati- Bche verschijnselen. Hoe men evenwel ook 'de elecfcricitedt beschouwde, een beslissing {usscben een, en twee vloeistof theorie was in den ouden tijd niet mogelijk. De moderne Meetronen theorie geeft een scherper formu lering der verschijnselen cn als secundair beeld, zoo men wil, kunnen alle verschijn selen volkomen duidelijk beschreven wor den. De eleclronentheorie heeft zich ook van het wezen van den elecbrischen stroom een beeld gevormd. De electrische stroom zelf iWerd in 1799 ontdekt door Volta. Deze ont dekking bracht destijds de wetenschappe lijke wereld in opschudding. i Terwijl men ten tijde van Volta bij een ^ectrischen stroom aan een fijn fluïdum dacht, dat zich onder invloed van de elec- Jrisahe kracht in beweging zet, denkt men Zich nu hel fluïdum te bestaan uit electro - f1.011» de kleine electrische elementaire deel. "les. Deze elecüronen diffundeeren als het ware met een voorkeursrichting tusschen de Jnetalen door onder invloed van electrische jachten. Deze z.g. vrije eleotronen zijn af- jjLütig uit oen of ander atoomveiband, en "K releveert hoe sterk de electrische krach ten in den bouw der materie op den voor grond komen. IJet ziet "er naar uit of alle krachten, die we waarnemen, van eleclri- schen oorsprong zijn, uitgezonderd de krach ten, die electron en proton samenhouden. Gaat men bijv. na hoe groot de gravilalie- kracht tusschen twee eleclronen is len op zichte van de afstootende electrische kracht, dan blijkt in ronde getallen 10 lot de macht 42 maal zoo groot te zijn. Om het getal tot de macht 42 eenigszins sprekende te maken, stelle men aldus spr. zich een bol wa ter voor met een straal, die een kleine hon derdmaal zoo groot is als de straal van de zon. De zon heeft eeai volume van 1.3 mil- Lioen maal het volume der aarde. Denkt men zich in de eene schaal van een reus achtige weegschaal een bol van de genoem de afmeting en in de andere schaal een druppel - water van één m.M3. dan heeft men ten ruwste de verhouding, 10 lot de macht 42. En zoo is hef dan ook begrijpe lijk, dat het denkbeeld der gravilaliekracht als een kleine oversohotkracht van de elec trische krachten meermalen naar voren ge komen is. De attractiekrachton van Van der \J/aals tusschen de moleculen in gasloestand zijn als electrische krachten op te vatten even zoo de afstootende krachten, die als bot singskrachten beikend zijn. Spr. citeert in dit verband Keesom en Debije. Wat nu het beeld van den electrischen stroom betreft, dit is het nauwkeurigst bestudeerd door Riecke, Drude en vooral door Lorentz. Lo- reaitz is in slaat verschillende verschijnse len thoretisch te berekenen. Dit neemt niet weg, dat er verschijnselen bekend waren, die moeilijk in de theorie der z.g. vrije elec- tronen van metalen pasten. Zoo bijv. het Hall-effect. Hieronder verslaat men een eigenaardig effect, door een magneetveld teweeggebracht op den shroom en een stroomdoorloopen geleider. Staan die magnetische krachtlijnen lood recht op de stroomlijnen van een electri schen stroom, dan blijkt een potentiaal ver schil op te treden in de richting, die zoo wel loodrecht op de stroomrichting als op de magnetische krachtlijnen staat. Maar, en nu komt het vreemde, zegt spr. het blijkt, dat het potentiaal verschil bij het eene metaal een ander teeken kan. bezitten dan bij het andere. Dit verschil in teeken is zeer moeilijk in overeenstemming te bren gen met een theorie van vrije electron en. Er zijn nog andere invloeden bekend met het Hall-effect samenhangend, van een magneetveld op den stroom in een stroom doorloopen geleider. De electrische weer stand van metalen blijkt in oen magneet veld grooter te worden. Sommige stoffen zooalsbismuth, antimoon, telleerium, en grafiet verloonen dit verschijnsel bijzonder sterkte. Er blijkt een verband te bestaan tusschen de groole der weerstandsverande ring, de grootte der diamagnetische suscep tibiliteit aan den eenen kant en den aard van het net, waarin de atomen in een kristal gerangsohikt zijn., aan den anderen kant. Bestudeert mien de verschijnselen van de weerstandsverandering in een mag neetveld aan groole metaalkr is tallendan wordt men geleid tot de opvatting, dal de electrische weerstand der metalen gecon centreerd zit bij de veibindingspunlen der atomen in het kris lain et. De geleidbaarheid der metalen, die een zoo groote rol speelt in de electrotechniek, is min of meer een toe- valseffect te noemen, een klein overschot. Het is, volgens spr., van groote waarde de geleidbaarheid der metalen ook bij lage tem peraturen te onderzoeken. Bij de zeer lage temperaturen, die het cryogene laborato rium ons verschaffen kan, neemt de electri sche weerstand af bij 0 gr. C. Een buiten gewoon merkwaardig verschijnsel werd door Kamerlingh Onnes ontdekt bij kwikzil ver, gedompeld in een bad van vloeibaar helium. Bij 4.2 gr. absolute temperatuur bleek de weerstand plotseling tot onmeet baar klein af te nemen. Hetzelfde werd door hem bij ietwat ver schillende temperaturen gevonden voor tin, lood, thallium, indium en radium. Een verdere merkwaardigheid is, dat beneden de kritieke temperatuur de sprongtempera- tuur, hel Halleffect verdwijnt; evenzoo de weerstands verandering in het magneetveld. Doch, indien men het magnetisch veld ster ker en sterker maakt, zullen, bij een be paald veld, het drempelveld, plotseling de weerstand en de magnetische effecten voor den dag komen. Kamerlingh Onnes heeft gezooht naar een verband tusschen de ge leidbaarheid in heit atoommodel van- Bohr. In de allereerste plaats'blijkt, wanneer men de sapra-geleidbaarheid als functie van het atoomgewicht voorstelt, een hoog atoomgewicht bevorderlijk te zijn voor die eigenschap. Bij de lage atoomgewichten spitst de overgeleidende eigenschap zich toe in de buurt van hel gallium met atoom nummer 31. Evenzeer ziet men, wanneer maar op schemaitische wijze het atoom volume uitzet legen het a loom nummer, hoe twee groepen van supra-geleiders op over eenkomstige plaatsen van de bekende pïek- vormige kromme van Lot har Meyer optre den. Wat nu meer in het bijzonder nog het model van Bohr betreft, het blijkt voor den overgeleidenden toestand een voorwaarde te zijn, dat wij te doen hebben met elementen, waarvan op één na de buitenste schil een 18-schil is, terwijl de buitenste sohil, d. i. die der vale® li-elec tronen niet 'te weinig en niet te sterk bezet moet zijn. Een elec tron schijnt te weinig, vijf eleotronen schij nen te veel te zijn. Bovendien komt voor den dag, dat, wanneer men zich de atomen in hun kristalnet indenkt, bij de supra- conductorcn de afstand der atomen groot is, en in dit opzicht is merkwaardig de ver rassende uitkomst dat electrische uilrek king van een draad voor de overgeleiders, de drempelwaarde der temperatuur ver hoogt. Spr. waarschuwt er evenwel voor te veel te hechten aan hei model van Bohr van het atoom in vrijen toestand. Spr. be handelt in dit verband het koolstroom atoom. Vervolgens gaat spr. over lot een heel an der soort stroomen dan de electrische en wel tot de één demensie-gasstroomem. Pompt men een buis zeer luchtledig, dan krijgen de nog overblijvende moleculen 1 vrije weglengten. die decimeters lang zijn. Plaatst men midden in een dergelijke buis een scherm met een opening, dan zullen door deze opening gasstralen vallen. Maakt men gebruik, in plaats van een gewoon per manent gas, van een zeer ijlen metaal - damp, bijv. van natrium, die men in de eene helft van de buis ontwikkelt, dan zullen natrium da mpstralen door de opening vallen en op den tegenoverliggende® want door de condensatie van hét natrium een geome trisch beeld van doze opening in vast na trium maken. Met behulp van zilverdamp- stralen is het Stern gelukt voor het eerst moluculaire snelheden op directe wjjze te meten. De zilverdampstraal, door de opening val lend wordt voor dit doel gecondenseerd 'op een, in het vacuum draaiende, schijf. Er ontstaat oen soort aberatae-verschijnsel: der zit verat omen van het apparaat en de snel heid van de schijf de atomaire snelheid be rekenen. Spr. vermeldt hoe Born een der gelijke methode heeft aangegeven ter bepa ling der gemiddelde vrije wegl engte in zeer ijle gassen. Van veel meer gewicht echter dan de on derzoekingen van Stern en Born zijn de onderzoekingen van Gerlach en Stern over de z.g. quantiseering van de insleiriokling van het atoom in een magneetveld. Volgens de klassieke eleotro-magnetische theorie moet»bij een atoommagneet de hoek, die het magnetisch moment maakt, met die mag netische veldnchtmg niet veranderen bij magnetiseering. Het atoom zal alleen een gelijkmatige praecessiebeweging om de rich ting der magnetische veldsterkte uitvoeren. Geheel anders ziet het beeld der magnetisa tie er uit in de theorie deT quanta. Slechte bepaalde standen van het magnetisch mo ment van het atoom ten opzichte van het magnetisch krachtveld zijn mogelijk. Het aantal standen hangt af van het geheel© magnetische moment van het atoom. Proe ven, waarbij een fijne atoom-zilversbraai ge voerd werd langs de vorst van magneet- paal in een inhomogee® veld, hebben d© theorie der quanta in het gelijk gesteld. Spr. vermeldt ten slotte nog onderzoekingen van Gerlach en den Afrikaander Gilliers, om daarna te i'endigen met de gebruikelijke toe spraken aan curatoren, ree tor-magnificus, hoogleeraren en studenten. Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland te Leiden. Omtrent ae huishoudelijke vergaderiug dezer Kamer, gistermiddag gehouden, kun nen wfl het volgende mededeelen. Geïnstalleerd werd de heer I. M. Leman, die gekozen was in de vacature-Dekker. De voorzitter deelde mede, dat de denk beelden omtrent de mogelijkheid om den export te bevorderen, meer en meer vasten vorm beginnen aan te nemen. Met verschillende consuls en andere Ne- derlandsche vertegenwoordigers is men in contact getreden, terwijl er eveneens reeds enkele besprekingen zyn gevoerd, i Al zijn er slechts nog maar hier en daar eenige positieve resultaten behaald, dit mag geen reden zrjn om niet door te zetten en de pogingen der individueel© personen om hun export te vergrooten, zooveel mog dijk te bevorderen. liet hoofdpunt dozer vergadering was de behandeling van het concept-adres aan den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid omtrent de Ziekte- en Ongevallenwet 1925. De voorzitter achtte de groote beteekenis van dit adres daarin gelegen, dat er op aange drongen wordt de ziekteverzekering; te doen aansluiten by wat in de practyk zijn bruik baarheid heeft bewezen en niet te laten uitvoeren door overheidsorganen/ zooals de Raden van Arbeid, noch door geheel nieuw te stichten onderlinge verzekeringsmaat schappijen, waar alle werkgevers lid van moeten zijn, en welke veel rompslomp zullen geven. De maatschappij heeft zich thans zoover ontwikkeld, dat ziekteverzekering door plaat selijke ziekenkassen, fabrieksziekenkassen en collectieve arbeidkontracten mogelijk ia. In plaats van al dit particulier initiatieif te vernietigen, moet men dit een Hinken ruggesteun geven, opdat op deze wyze een afdoende en weinig drukkende ziektever zekering zal komen. Een regeling op deze wjjze is by patroons en arbeiders populair en practisoh uitvoerbaar. Met dr. Posthuma is omtrent deze aan gelegenheid een conferentie gehouden op het Bureau der Kamer van Koophandel. Deze heeft het Bureau er echter in het geheel niet van kunnen overtuigen, dat de voorgestelde oplossing niet de goede zou zjjn. De secretaris vestigde er de aandacht op. dat het nog zeer de vraag aal zijn, of by de regeling der ziekte- en ongevallenwet 1925 meer arbeiders uitkeering zullen ont vangen dan krachtens de regeling door de Kamer van Koophandel voorgesteld. Er is bijv. in dit verband reeds gespro ken over losse arbeiders, waarvan „som migen" uitkeering zullen ontvangen. Bo vendien wordt in het voor-ontwerp in het algemeen de eisch gesteld, dat men lid moei zijn van een ziekenfonds. Dit verschilt niet zoo heel veel van den eisch om lid te worden van een ziekenkas, terwjji by de regeling door de Kamer van Koophandel voorgesteld ook nog op andere wijze ver zekering mogelijk is, en tal van in het voor-ontwerp bestaande belemmeringen weg zullen vallen. Verschillende leden voerden omtrent dit adres het woord en het Bureau werd dank gebracht voor do wijze, waarop dit voor alle werkgevers zoo uiterst belangrijk on derwerp aan de orde gesteld is. Met al- geineene stemmen werd tot verzen ling van het adres besloten. Voorts werd nog de Commissie voor de Handelsbeurs gemachtigd de Beurs te ver plaatsen naar een andere localiteit. Alleen üe zuivelbeurs zal daarbij gehanuhjafd blij ven en zal zoo mogelijk overgedaan worden aan een zelfstandige vereeniging, welke het beheer der zuivelbeurs over zal nemen. Het Bureau der Kamer was van meeuing, dat nu gebleken was, dat de andere afdalin gen geen voldoende levenskracht bezaten, het beter was deze afdeelingen op te heffen. De zuivelbeurs raag echter geslaagd heeten. Aan de Muziekschool der Leidsclie Maatschappij voor Toonkunst ia door den heer O. van der Keur Jr., alhier, met gun stig gevolg afgelegd het examen tot het ge ven van theoretisch zangonderwijs. Voor het examen als apothekersassis tent waren gisteren alhier opgeroepen vijf candidirten. Geslaagd zijn de dames C den Duik, geb. te Katwijk; W. J. Koek, geb. to Botterdam; M. A. Diebon, geb. to Leiden en H H. J. Nevens, geb. te Rotterdam. Dinsdag 16 December a.a. herdenkt ac Leer J. W. Otten, hoofdconducteur bij de NederLandBche Spoorwegen alhier, den dag, dat hij vóór 25 jaar in dienst trad als con- di.cteur. Bij Kon besluit is benoemd in de com missie van advies, bedoeld bij de artt. 50d, 50e en 50f der Auteurswet 1912, de heer A. W. Frentzen, alhier. Het bestuur van de Vereeniging ,,Fe- lua" heeft de geheele collectie urnen en bei tels, welke op de bovenhal van het station Het Loo was tentoongesteld, afgestaan aan hot Museum alhier. De verschillende voor werpen waren in den loop der jaren in de omgeving van Apeldoorn en in andere ge deelten van de Veluwe opgegraven. Gisteren viel een tweejarig meisje van do familie Van der P. in do Koningstraat, alhier, tijdens een onbewaakt oogonblik in een kuip met heet water, waardoor het ern stige brandwonden bekwam. De Eerste Hulpdienst verieende voorloopige hulp, waarna de huisdokter de verdere zorg op rich nam. De toestand van het meisje is niet zonder gevaar. Twee wielrijders de 16-jarige loop knecht H. P. van T. en P. G. E kwamen gisteren op den hoek Burgsteeg en Boter markt met elkaar in botsing. Ze kwamen te vallen waardoor de loopknecht van T. door een ruit viel. Persoonlijk kreeg geen van bei den letsel. De kosten van de gebroken ruit zullen ze gezamenlijk dragen. Van T zal de ruit koo- pen en E, za- deze er in zetten. Bij de Gemeentelijke Arbeidsbeurs waren d.d. gisteren als werkloos ingeschre ven in totaal 831 personen. Het nieuws van horion, BTNNFMT.AND. De Leidsche Gemeenteraad zet de behan deling van de begrooting voor 1925 voort. Ambtsaanvaarding van dr. W. J. de Haas als hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit al hier. De Kamer van Koophandel en Fabrieken vocï Rijnland te Leiden behandelde in huis- bondelyke vergadering het adres inzake de Ziekte- en Ongevallenwet 1925 en verplaat sing en inkrimping der Handelsbeurs. Om zich nader te beraden wat hem te doen staat in verband met de stemming- over een amendement inzake subsidieering der Vroedvrouwenkweekschool te Heerlen, heeft minister Aalberse gisteren opschorting van de behandeling zijner begrooting gevraagd. In parlementaire kringen neemt men aan, dat minister Aalberse niet zal aftreden. BUITENLAND. Het Engelsch-Duitsche handelsverdrag is geteekend. De opening van het Engelsche Lagerhuis. Het kabinet in Letland is afgetreden. KUNST EN LETTEREN. „DE RIETVINK", WASSENAAR. Tentoonstelling van werken door Jan Bogaerts. In de uitstekend© expositiezaal hdngt het weric van Bogaerts in een omgeving, pas send bij de sfeer van intimiteit, die dezen arbeid kenmerkt. Bogaerte is een bedachtzame, door de realiteit been dit behoedt hem voor zwij melende weekheid tot een romantische verbeelding komende kunstenaar, die in zijn stillevens soms een mijmerende rust als iets essentieels doet opleven. Zijn portretten missen nog vastheid; er is daarin een invloed van Van Welie te be smeuren. De landschappen zijn zeer melodieus. Een grootere concentratie, een dieper in dringer in het wezen der dingen zal aan zijn werk een hog grootere zeggingskracht ver- leenen. Begrijpelijk, dat iemand van zoo'n ge steldheid geneigd is, het van het jagende leven afgeikerde te zoeiken. Bogaerte vond dit in de Vogezen, vertelt daarvan in het schilderij met de oude huisjes te midden van het geboomte in avondschemering. Het heeft iete sprookjes achtigs. Een zweem van droefgeestigheid ligt in zijn landschap uit den Taunus; zoo zag hij ook Maastricht. Voorop een stukje walkant met een paar figuurtjes; aan d© overzijde van het water de begroeide oever met daarachter hooger gelegen een deel van de stad. Even breekt licht door de nevelige atmosfeer; gedempt spiegelt het in het water. Onder de teekeningen trof ons die van een Kloostertuin, vol stemming. Dit brok natuur leeft zijn eigen eenzelvig leven te midden van het geheel. Bogaerts is het, als hooide hij daarin oude verhalen, fluiste ringen. Zijn visie wordt wel eens beïnvloed door iets literairs. Het aandeel van het onder werp schaadt dan aan de zuiverheid van de aandoening. Bij den „Oude Burcht", waar boven zich' de sterrenhemel spant, voelt men wel, dat het rosse schijnsel vaD het licht boven in de poort, stoort. Het roept associaties wak ker, waardoor de beschouwer het schilderij oen werking toeschrijft, die hot niet bezit. Vergelijken wij hiermee no. 36, den toc- gangsbrug tot d© poort van een kasteel, dan is daar in de ingehouden kleuren ails van een gobelin, een emotie, die zonder meer spreekt. Ongerept vindt zij hetgeen hij meedeelon wal, in zijn stillevens. Daar is Bogaerts op zijn best, al verdienen ook zijn landschap pen ruime belangstelling. Men zal den afstand moeten erkennen tusschen wat men in het algemeen in zoo'n schotel met aardbeien (no. 38) ziel, tot dat, wat Bogaerts daarin beleeft. Op een bruin glimmend blad legen witte evenloonige muur, staat de warmkleurige witte schotel, gevuld met de volle sappige vruchten. Om het diepste rood van de juist in het midden wf de schaduw liggende aardbei zijn de overige gegroepeerd met in lijn en kleur een verband, dat de compositie door de prachtige overwogenheid van groote voor naamheid doet zijn. De ranken zijn geschikt zóó, dat zij fijne accenten in het totaal wor den. Fijnzinnig is hij ook in de stillevens no. 8 en 9. Het eene is een tinnen beker met een toef veelkleurige bloemen, slaande op een bijbel met grijsbruinen omslag, de fond is het kale doek; het andere een bos herfstbloemen in warm grijze pul gezet op een mahoniehou ten kastje, de achtergrond is hier een be hang mei geelgrijze en groene banen. Zijn gevoel voor maat beüioedl hem voor verstandelijke, dorhe'd brengende, overwe gingen, en het poëtische wordt daardoor niet iol. Het besprokene is oen greep uil hel vele, dat hier is. Voor Leidenaars zal een bezoek aan de vlak bij de tramhalte van „De Kievit" gele gen kunstzaal uit hoofde van den afstand geen bezwaar zijn. m A K. P; C. de Bazel. Op het graf van architect K. P. C. de Bazel op Westerveld is een eenvoudig ge- denkteeken van Beiersch graniet geplaatst, naar een ontwerp van den architect Jan de Meyier. Aan het hoofdeinde staat K. P. C. de Bazel. Bouwmeester. 14 Febr. 1369. ft Nov. 1923.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 1