De Kluizenaar van FarEnd. No. 19838 LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 10 November Tweede Blad. Anno 1924 BINNENLAND. FEUILLETON. De regeering en de Ro. Ba. Ver. lii eene Nota naar aanleiding van het ver slag nopens de Staatsbegrooting voor 1925 zegt de Minister van Financiën, dat hij tob zijn leedwezen niet aan het verzoek der Commissie van rapporteurs kan voldoen om nadere bijzonderheden te verstrekken no pens de wijze, waarop de Nederlandsche Bank de Rotterdamsclie Bankverceniging in hare liquiditeit heeft gesteund. Evenmin zou de Directie van de Neder landsche Bank in staat zijn thans reeds haar standpunt te bepalen omtrent hetgeen zij in de toekomst zou doen, indien de toestand zou intreden, dat de Regeering, tegen elke verwachting in, de medewerking der Sta- ten-Generaal zou moeten vragen tot het ver- leonen cener garantie en deze die medewer king niet zou wenschen te verleenen. Bovendien zijn bij het een zoowel als bij het ander vragen van bankbeleid en bank geheim, waaromtrent geen mede deel ingen finnen worden gedaan. De begrooting van Onderwijs. Bij het afdeelingsonderzoek in de Tweede Kamer van de begrooting van onderwijs, kunsten en wetenschappen waren verschei dene leden van oordeel, dat het bijzonder onderwijs daarbij niet datgene heeft verwor ven, waarop het volgens het grondwettelijk voorschrift en de beginselen, ten grondslag liggende aan de onderwijs-pacificatie, aan spraak mocht maken. Daartegenover verklaarden verscheidene andere leden, dat de voorstanders van het openbaar onderwijs te klagen hebben over tie wijze, waarop aan de pacificatie uitvoe ring is gegeven. "Door de voorstanders van het openbaar onderwijs is tot do pacificatie slechts medegewerkt in de verwachting, dat het peil van het onderwijs zou stijgen. Dit zou geschieden eenerzijds door vermindering van het aantal leerlingen per klasse en ver lenging van den leerplicht, anderzijds door betere opleiding cn betere salarieering van het onderwijzend personeel. Op al deze vier punten is óf de toegezegde verbetering uit gebleven óf zelfs achteruitgang ingetreden. Tegenover de meening, dat de minister ten aanzien van het lager onderwijs de fi nancieele gelijkstelling niet scherp genoeg doorvoerde, gaven verschillende andere le den uiting aan hun gevoelen, dat het noodig is te komen tot een geheel andere uit werking der financiecle gelijkstelling, dau in de Lager-onderwijswet 1920 is vervat. De plannen tot wijziging van de salari eering der onderwijzers werden door ver scheidene leden nie'; gunstig ontvangen. Sommige leden keurden af dat de regee ring zich steeds meer waagt op het terrein van het toekennen van loon naar behoefte en de praestatie over het hoofd ziet. Sommige leden zouden een regeling wen- Schcn, waarbij ook de ouders der leerlingen wat zeggenschap zouden krijgen over de be noeming van het onderwijzend personeel, evenals dit v»i bijzondere onderwijs het geval i?» De vlie 1'-Lt N.ïndië. De heer Van der Hoop seinde Zaterdag 12.10 n.m. uit Bender Abbas aan liet Haag- sche Anela-kantoor: Wij zijn hier met mooi weder aangeko men en kregen goede hulp van den Engel- schen Consul, die ons groote gastvrijheid bewees. Bemanning, machine en motor zi]n in de beste conditie. Wij vervolgen Zon dagoriifend onzen tocht* naar Chabar. Spoorwegpersoneel. De dij cclie der Nederlandsche Spoorwe gen deelt per dienstorder over de met de hoofdbesturen der erkende vakvereenigingen voor het personeel gehouden bespreking aangaande den personeclraad het volgende mede, naar de ,,N. R. Ct." meldt: ,,Nu twee organisaties aan de door haar ingedien de ontwerpen, betreffende de regeling van het overleg tusschen personeel cn ons, blij ven vasthouden cn tot de instelling van een personeclraad niet wenschen medo te wer ken, kunnen wij althans zoolang het met tie vereenigingen acingegane accoord nog loopt de totstandkoming van zulk een in slituut niet bevorderen, on moot deze zaak dus blijven liggen". I1 J. HJ - -JT- - --- door MARGARET PEbLER. Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT. 76) Geen meiiscii is geheel engel of geheel duivel. Stel eens, dat Garth werkelijk schul dig was aan lafhartigheid; dat hij zijn eene oogciiblik van zwakheid had gehad? Het kon haar niet meer schelen! Ilij behoorde '•aar toe, in zijn zwakheid evengoed als in zijn kracht. Zij wist, dat mannen in Frank rijk meen waren gekrompen van angst bij het dreunen van het geschut en dat diezelf den onzelfzuchtig zich hadden opgeofferd, °pdat anderen zouden leven. ..Je geloof moet groot genoeg zijn om de bergen uil den weg le ruimen of er over •heen le kiimmen", had Patrick geschreven. En Sara verborg het gelaat in do handen en dankte God. dat nu eindelijk haar geloof tfroot genoeg was en dat de liefde ,,de t-enige volkomen goede en volmaakte gift" bog haar deel zou zijn. wanneer zij maar over d-1 bergen wilde klimmen. HOOFDSTUK XXXIV. i,Garth Trent, Lafaard". De woonden staarden haar in groote. witte 'oo.VGc-Iters aan. Iëmaud had ze met kalk op de guoote dubbele deuren, die do wereld uncnslolen buiten Far End, gesmeerd, ./-ara bleef onbeweeglijk naar die letters aiVjb en een vlammende toorn laaide in Uit de R.-K. Staatspartij. Het bestuur van deai Algemeenen Bond van R. K. Rijkskieskringorganisaties in Ne derland heeft, aldus een communiqué in de katholieke bladen, Vrijdagavond vergaderd ter bespreking van de houding, aan te nemen ten aanzien van de oprichting van het Verbond St Michaël. Allereerst werd besproken de houding van prof. Veraart in deze actie. Het bestuur achtte het eenstemmig on juist, dat prof. Veraart zijnde zelf lid van het bondsbestuur de plannen, die hij ten aanzien van de St. Miahaël-organisatie had, niet van te voren in dat bestuur tot een punt van bespreking en overleg heeft ge maakt. Daarna kwam de actie van St. Michaël in behandeling. liet bondsbestuur was van mecning, dat de onderhavige zaak in hel stadium v111 overleg behoort te worden teruggebracht. Dit overleg zal met St. Michaël worden ge zocht op den grondslag, dat de actie, han gende dit .overleg, niet zal worden voort gezet. Moclit dit overleg onverhoopt tot geen de finitief resultaat leiden, dan, besloot het bondsbestuur ,zal de zaak ter beslissing aan de bondsvergadering worden voorgelegd. Het dagelijksch bestuur heeft zich inmid dels schriftelijk Lot St. Michaël gericht met de vraag, of St. Michaël op den grondslag bovenomschreven tot overleg bereid is. Het Oenlrum heeft een onderhoud gehad met prof. Veraart, die in deze vergadering van hot bondsbestuur is tegenwoordig ge weest. Hij zeide, dal z. i. het hoofdbestuur van St. Michaël, dat niets te verbergen heeft en zijn actie openlijk voert, tot het ge- wenschte overleg gaarne bereid zal zijn. Af-, gewacht moet worden, of het hoofdbestuur van St. Michaël bereid is lot stopzetting van zijn actie. Prof. Veraart gaf als zijn persoon lijke meening te kennen, dat, indien dit overleg met bekwamen 9poed wordt ge vraagd. het H. B. van St. Michaël tegen een tijdelijke stopzetting van de actie geen bezwaren zal hebben. De hinderwet. Het Koninklijk Nederlandsch Landbouw- Comité heeft aan de Tweede Kamer e9n adres gezondem in verband met het wets ontwerp tot wijziging eoi aanvulling der Hinderwet, dat beoogt deze meer dienstbaar te maken aan de bestrijd ng van waterveront reiniging door tal van industrieel© onder nemingen. Het betwijfelt n.l. of door de verontreiniging van de openbare wateren in sommige doelen van ons land de be langen der volksgezondheid in hst gedrang komen. Er is in ons land geen gebied, waar het openbare water zoo verontreiü'gd is als in de Groninger Voenkobniin, met de vele aardappelmeel- en stroocartonfa- brieken en de Staatscommissie voor de reiniging- van afvalwater van stroocart>n- aardappelmeelfabrieken wijst er in haar rapport op, dat nx>it is geconstateerd, dat do verontreiniging van het openbare water door bedoelde fabrieken schadelijk is voor do gezondheid van hen, die aan dit water wonen of het bevaren. Dat in streken met niet-verontreinigJ wa ter in de kanalen dit water g:regeld ge bruikt wordt voor menagewat :r en soms voor drinkwater, doet mier schade aan de volksgezondheid, dan dit water zou doen als het verontreinigd en dus voor genoemde doeleinden niet geschikt was. Dat de waterverontreniging seinde brengt aan de zoetwatervisscherij, zaoals da Mi nister en in het bijzonder da lieer Lovink betoogt, geeft het Gom té toe, doch indien men zoover zou willen gaan, als de heer Lovink, „dat het einddoal meat b'.ijv.n al het zoete water van on3 lani aan da vls- scherij terug ta geven", zouden daarmede, zoo het op dit oogenblik tachnisch uit voerbaar ware, zulke groote jaarlijksciie kosten gemoeid zijn, dat deze de opbrengst dier visscherij verre zouden overtreffen. Dat de Minister en de heer Lovink ook de landbouw tegen de industrie in bescher ming hebben gjnomen, bevreeral adr. De tijd is niet meer, dat er een scherpa af- scbeideng bestond tusschen landbouw en industrie. Afgezien misschien van enkele g vullen, waar wel een andere voorziening zal kun nen worden getroffen, steit de landbouw juist geen prijs op bijzondere brscherming haar op. Wie had deze beleodigin^ den man, dien zij liefhad, durven aandoon? „Lafaard!" Zij had nooal gehoord, dat iemand werkelijk dat woord tegen Garth ge bruikt had. Zij haddien altijd vermeden liet te noemen of hadden er in zachtere be woordingen omheen gepraat en al had zij z:-]f m haar bitterheid bet woord wel uitge sproken, nu een onvriendelijke hand hot daar a.ls een openbare scliand-o had neerge schreven, ontstak zij in een hevige woede en verontwaardiging, die er niiets van wil den weten. Het wekte in haar den onmid- dellijken drang hem le verdedigen, haar zelf onmiskenbaar aan Garths zijdie te stel len tegenover een heele wereld van las teraars. Mei een flauwen glimlach van zelf bespotting bedacht zij, dat, wanneer deze groote beleeediging hem in het begin was aangedaan, wanneer het eerste besef van de zwarte schaduw, die over hem zweefde, zoo als nu rechtstreek^ op haar af was gekomen in plaats van half-aarzelend, half-wantrou wend door middel van Elisabeth, dan zou zij met het insLinclmalig partijkiezen van oen vrouw voor haar man, niet le bewegen zijn geweest liet te gclooven, legen alle redeneeren en Legen alle bewijzen in. Zij vroeg zich af, wie dit gedaan kon hebben, wie deze beleeddging op Garths eigen deur had geschreven. De onbeholpen lettors stempelden het lot het werk van een onontwikkeld man uit het lagere volk en Sara schreef het en. zeer terecht met oen gevoel van wrevel toe aan Zwarten Brady. ,.lk vergeel nooit terug le betalen," had hij haar eens gezegd, in strijdlustige stem ming. Waarschijnlijk was dit zijn manier van afrekenen met den man, die hem ver tegen de verontreiniging van het openbare water en meent, a#at daardoor veel grootrr© belangen worden geschaad dan gediend. De kostenberekening van den Minister voor de reiniging van afvalwater van car- toniabrieken, heeft niet de minste waarde meer, terwijl ook de optimistische mec-ning over de mogelijkheid van reiniging van dit afvalwater in de praktijk onjuist is g.bleken. De bewering, dat de belanghebbende ïe- brikanten volmaakt in gebreke zgn geble ven mede te werken tot oplossing van dit vraagstuk, is in strijd met de Litem Dat de resultaten van dit bijzonder moei lijke vraagstuk tot dusverre nog niet bij zonder bevredigend zijn, is meer te wijten aan moeilijkheden, dan aan gebrek aan medewerking van de belanghebbenden. Verder grijpende maatregelen zip dan ook overbodig. Al moge het juist zijn, dat du rechts positie niet wezenlijk door het ontwerp gewijzigd wordt, dan is toch nipt tu ont kennen, dat het ontwerp voor de gevailen van waterverontreiniging een ander gezag aanwijst, n.l. Gedep. Staten inplaats van het gemeentebestuur. Aangezien het vraag stuk van de reiniging van industrieel af valwater ook bij de tegenweerd gu regeling voldoende tot zijn recht kan komm, verzoekt het Kon. Noderl. Landbouw-Com té de Ka mer het wetsontwerp te verwerp n. Onderofficieren-actie. Zaterdag is in den Dierentuin le Den Haag een groote bijeenkomst gehouden van de on- derofficiercnverccniging „Ons Belang" ter bespreking van de salarisaclie. Uit alle dee- len van het land was grootb belangstelling. Onder de aanwezigen waren o.m. de plaatse lijke commandant overste D. Poslma, en de commandant der militaire politie in Den Haag majoor Van Dam. Te klokslag halfvicr opende de voorzitter van „Ons Belang", de heer W. Wijk, de ver gadering. Hij werd" bij het betreden van het spreekgestoelte met een ovatie begroet. Spr. ving aan met herinneren aan de uitkom sten der inlerpcllaties-Gcrhard. Geroep: Schande! De heer Wijk: lk verzoek u dergelijke uit drukkingen voor u le houden! Een stem: Geen schande dan! (Gelach). De heer Wijk verklaarde le hebben ge hoopt, dat deze vergadering er een zou zijn geworden van hulde aan de regeering. (Ge fluit). Spr. verzocht den aanwezigen zich van leekenen van goed- of afkeuring le ont houden. Het bestuur wcnscht een ordelijke vergadering (Levendige instemming). Deze dag zal nu moeten worden: de eerste dag van een nieuwe actie (Daverend applaus). Als eerste spreker trad op de heer A. Noor dewier, uit Amersfoort. Deze gaf een over zicht van het' beloop cn den ontwikkelings gang der onderofficierssalarissen. Spr. spoorde de vergadering aan tot krach tige actie, zoodat in 1925 de democratische gedachte zal zegevieren, ook met de hulp der onderofficieren. De motie-Gerhard had de in stemming van het geheele rijkspersoneel, on verschillig van welk geloof of van welke or ganisatie. Met de voorstelling, dal minister Colijn een monster zou zijn, die met duivel- sche vreugde het lot der ambtenaren gade slaat, gaat spr. niet accoord. Maar de eerlijke overtuiging van dezen bewindsman moet sluiten op krachtig verzet van hen, die er jnder le lijden hebben. Na een aansporing tot krachtige actie en lot machtsvorming, ein digde spr. zijn rede. De tweede spreker, dc heer F. Braswijk, uit Zeist, constateerde dat de vergadering zeer welgeslaagd is, dank zij de mil. autori teiten. Door hun verbod is meer gerucht ge maakt dan anders ooit het geval had kunnen zijn. En daarom was het ons toch maar le dc.cn. (Applaus). Spr. behandelde vervolgens de verslechteringen op liet gebied der pen sioenregeling, daarbij enkele gunstige mede- deelingen dienaangaande van minister Colijn crïliseerende. Cijfers, als door den heer Co lijn genoemd, komen even zeldzaam voor als dat een luitenant van de infanterie directeur der Pelroleum-Mij. wordt. Met die cijfers werd de hetze legen de pensioenrgeling inge zet. Het doel was daardoor bereikt. En het doel heiligt immers de middelen. (Uitbarstin gen van verontwaardiging). Na in groote lij nen te hebben geschetst hoe het nu met de pensioenpositie der onderofficieren staat, wees spr. Inzonderheid op de ongunstige po sitie der wachtgelders. volgd 1 had voori. jzijn slroopen. Maar als Brady had kunnen denken, dat hij, door zich te wreken op Trent, zijn dierbare Sara verdriet aandeed, die hij mot een nederige onderworpenheid vereerde, bijna op die ma nier van een hond tegenover zijn baas, dan zou hij zeker (leze uiting van zijn wraak zucht niet op GarUhs deur Itebben gesmeerd. In de ve ronde ra telling, dat Garbh de belee- digeiwle woorden niet kon hebben gezien, want men zou liet daar tooh niet hebben laten staan, zoadat elke voorbijganger het moest lezen haalde Sara haar zakdoek voor den dag en begon het er af le wrijven. Hij zou het niet zien, wanneer zij het ver- liinderen kon, Maar Zwarte Brady had zijn werk heol grondig gedaan en zij was nog heftig aan het "wrijven met den zakdoek, diie yoor zulk werk natuurlijk niet bestand was, toen zij voetstappen achter zich hoorde en, zich om draaiend, Garth zelf voor zich zag staan. Zrjn oogen rustien onverschillig en zonder verbazing op de., kalklellers en keken toen vragend naar Sara's gel aal. „Waarom doe je dat?" vroeg hij. „Is deu ren schoonwrijven de nieuwste vorm van oorlogswerk?" Sara antwoordde met tegenzin. iTaar ge zicht was vuurood. „Ik wilde liever niet, dat je dit zag." Een vreemde uitdrukking kwam in zijn oogen. „Ik zag hel, twee uur geleden." „En je liet het staan?" vroeg zij ver baasd. „Waarom niet?" zei hij grimmig. „Het is toch waar?" Op dat oogenbLik was dc lange strijd in Sara's hart. ten einde en haar antwoord kwam uit de volheid van haar gefloof: Bij acclamatie werd een resolutie aange nomen, waarvan hier de hoofdzaak volgt: De onderofficieren van de Nederlandsche landmacht, enz., overwegende o.m. dat de salarissen van alle onderofficieren reeds werden verlaagd met resp. 5 pCt., 8Vs pCt., cn 10 pCt., totaal 23'/5 pCt., terwijl daarnaast de inkomsten cn uitzicht op inkomsten van vrijwel alle onderofficieren bovendien nog verminderden door: a. verlaging van de salarissen der jonge onderofficieren; b. stopzetting van de opleidingen en daardoor derving van^de ver hooging van f 200 voor geschiktheid voor hoogeren rang; c. vertraging van de bevor dering; d. vermindering van verschillende toelagen, tegemoetkomingen en vergoedin - gen, en e. verhooging van de huren der Rijks- en door het Rijk gehuurde woningen, enz. enz. enz., zoodat de inkomsten met gemiddeld meer dan 30 pCt. zijn gedaald; dat door al deze verminderingen reeds een noodtoestand in vele gezinnen is ontstaan; dat de Regeering voornemens is de sala rissen ingaande 1 Januari 1925 nogmaals be langrijk te verlagen; dat mede ingrijpende verslechteringen in de pensioenwetten, eveneens ingaande op 1 Jan. 1925, zullen worden voorgesteld; verder overwegende: dat iniussclien de toestand van 'sRijks financiën, volgens verklaring van de Regee ring zelf, aanmerkelijk verbeterd is en ver moedelijk gestadig verbetert, terwijl daarte genover de prijzen der levensbehoeften reeds geruimen tijd stijgende zijn en nog stijgen; dringen er bij de Regeering met den meesten ernst op aan: le. de per 1 October 1921 genomen maat regel tot verlaging van de salarissen der ge huwden en kostwinners ongedaan le maken en de ongehuwden in gelijke mate tegemoet te komen, alsmede om van verdere salaris verlagingen af le zien; 2e. de door de Commissie voor Georgani seerd Overleg voorgestelde salarisnormen als grondslag le nemen voor de vaststelling van voorloopig geldende salarisschalen. Ten slotte werd een beroep gedaan op het Nederlandsche volk en er bij de leden der Staten-Generaal met kracht op aangedron gen al hun invloed aan te wenden opdat ver betering kome in het ondragelijk geworden lot der onderofficieren. Een lid van de Indische Onderofficicrs- verceniging Ons Aller Belang bracht dc groe ten cn gevoelens van sympathie uit Indiü over. (Applaus). De vergadering ging daarna uiteen. De „Tel." meldt, dat de Minister van Ma rine den commandant der marine te Den Helder had aangeschreven dat het marine personeel beneden den rang van officier ver boden werd zich ter gelegenheid van het demonstratief congres der onderofficieren van de landmacht in den Haag le bevinden. Ook aan de mililaiern beneden den rang van officier was het verboden zich gisteren in Den Haag of omliggende plaatsen le be vinden, tenzij wegens familie-sterfgeval of andere dringende redenen. Den hoofdcom - rnissaris was last gegeven, iederen militair, die zich in Den Haag bevond, en daar niet in garnizoen lag, le doen arrestecren, onver schillig of deze in burgerkleeding was of in uniform. Nat. Chr. Officieren-Vereeniging. De Nat. Ohr. Officieren Vereeniging heeft onder leiding vain den gep. kolonel L. F. Duymaer van Twist, lid der Tweede Kamer haar 2Te algomeene vergadering in het ge bouw voor K. en W. te Utrecht gehouden. De voorzitter sprak na gebed en lezing van oen gedeelte d<*r H. S. een Lort wel komstwoord en deelde mede dat hel H. B. gemeend heeft aan deze vergadering een bijzonder karakter le moeten geven door in den namiddag liet onderwerp, dat in dezen lijd den volksgeest bezig houdt, het vraag stuk van ontwapening en weerloosheid, van Christelijk standpunt te lalcn belichten. Dit is nocdig, omdat van dit vraagstuk thans een politieke leuze wordt gemaakt, die ech ter een gewichtigen, geestelijken achter grond heeft. De jaarverslagen werden goedgekeurd. Aan dat van den secretaris, lc luit. Th. Ziedses des PI an les- van Den Haag, ontlee- nen we, dal het ledental van 120 op 110 „Neon 1 Hel is niet waar! Ik ben waan zinnig geweest, dat ik hel oen oogenblik ge loofd heb. Maar dat ben ik nu niet meer. Ik geloof het niet." Zij hiekl even op en vroeg toen op slelligen, vastberaden loon: „Garth, zeg mij, heb je je ooit schuldig gemaakt aan lafhartigheid?" „De krijgsraad heeft beslist van wel." Sara stampte ongeduldig op den grond. „Antwoord op mijn vraag alsjeblieft," zei ze snel. Maar hij bleef onbewogen. Elisabeth Durwa-rd heeft je alle inlichtin gen gegeven, die je op dat punt kumt ver langen," zei hij met toonloozc slem, en Sara kreeg weer dat gevoel van machteloos heid, dat een botsing van haar wil met dien van Garbh haar altijd gal. „Garth," haar stem had een smee kenden klank, maar was toch stellig en vastberaden „ik wi'l weten, wat jij er van zegt. Wat Elisabeth of wie anders ook zegt, komt er niets meer op aan." Iels in de diepe emotie van haar rustige stem bracht een verandering in zijn hou ding. Hij deed een onwillekeurige beweging naar haar toe, maar bedwong zich en nam, met groohf zelfbeheersching. zijn onver schillige houding weer aan. „Belangrijker dan alles wat ik, of wat Elisabeth kan zeggen, is liet vonnis van den krijgsraad." antwoordde hij. De ijzige kilte van zijn slem deed haar het laatste beetje kalmte verliezen. „Het vonnis van den krijgsraad I" barstte zij uit. „Vervloekt zij het vonnis van den krijgsraad l" „Dat heb ik ook dikwijls gezegd!" op bit teren loon. „Garth," zij deed een slap naar hem toe en haar sombere oogen gloeiden hem legen. daalde, terwijl het aantal buitengewone leden daaJde op 17. Het jaarverslag van den penningmeester, le luit. B. Geleynse, van Achterveld (Utrecht), wijst in ontvangsten en uilgaven een totaal bedrag aan van f 1505.28. In kas is een batig saldo van f 872.74. De aftredende hoofdbestuursleden, de heeron dr. J. Severijn. Ned Herv. predikant te Dordrecht, en oud-res. kap. der infante rie, en le luit. B. Geleynse, werden herko zen. Besloten wordt aan de volgende* alge- meene vergadering in verband met liet 25- jarig bestaan der vereeniging een bijzonder karakterMe geven; een commissie zal oen plan ontwerpen. Zoo mogelijk zal de verga dering op den oprichtingsdatum, 6 Decem ber, worden gehouden. Tot uitbreiding en verheffing van het orgaan zullen pogingen worden aangewend. Aan H. M. de Koningin wordt het vol gende telegram verzonden: ..De Nat. Ohr. Off, Ver. in algemeene vergadering bijeen, betuigt Uwe Majesteit haar gevoelens van aanhankelijkheid en trouw." In de morgenvergadeTing werden nog enkele vertrouwelijke besprekingen ge voerd. In de middagvergadering hield prof. dr. J. R. Slolcmaker de Bruine van Utrecht een referaat over ontwapening en weerloosheid, waarop eenige discussie volgde. De vergadering, welke word bijgewoond door den Minister van Oorlog J. C. van Dijk, eere-voorzitter der vereeniging, werd op de gebruikelijke wijze gesloten. Handels- en Kantoorbedienden. Zaterdagmiddag heeft de Federatie van Handels- en Kantoorbedienden-vereenigin- gen in Nederland te Amsterdam vergaderd. De voorzitter, de heer G. Smits, deelde in den aanvang van de vergadering mede# dat de federatie de organisatie van het on derwijs van winkelpersoneel onder de oogen heeft gezien en besloten heeft tot instelling van een commissie, die overwegen zal of een doeltreffende organisatie van handels onderwijs voor dit personeel mogelijk is. Een voorstel van het bestuur om aan deze commissie een blanco-crediet le verleenen Ier bestrijding van de kosben van een bui- tenlandsche studiereis, met name naar Duitschland, werd goedgekeurd. De voorzitter heeft meegedeeld, dat de in dit najaar te houden vakexamens zullen worden afgenomen in de daarachter ge noemde plaatsen: Boekhouden: Amsterdam, 's-Gravenhage, Rotterdam, Utrecht, Roosendaal, 's-Hertogen- bosch, Maastricht, Arnhem en Groningen, Engelseh en Duitsch: Amsterdam, 's-Gra venhage, Rotterdam, Arnhem, Groningen en 's-IIerlogcnbosch. Nederlandsch en Fransch: Amsterdam, Rotterdam, Arnhem en Groningen. Spaansch: Amsterdam en Rotterdam. Zwcedsch: Arnhem. De vergadering besprak hierna het voor stel van de regeering tot wijziging van de Ifooger-onderwijswel, er toe strekkende, dat aan doctoren en doctorandi in de handels wetenschappen, afkomstig van de Amsler- damsche Handelsfaculteit en van de Rot- terdamsche Handclshoogeschool het „jus do- cendi" voor boekhouden en staathuishoud kunde wordt toegekend. De voorzitter be^ loogde, dat het niet wenschclijk is, de op leiding voor praclijkexamens toe le vertrou wen aan personen, die een fraaien titel be zitten, doch niet ter zake kundig zijn. Een hoogleeraar aan een van de genoemde on derwijsinstellingen heeft spr. bevestigd, dat deze doctoren en doctorandi een zeer ele mentaire en fragmentarische opleiding in boekhouden hebben genoten; het examen in boekhouden, dat zij hebben afgelegd, heeft slechts twee maanden studie verei9cht. Het bestuur is derhalve van meening, dat het jus docendi aan deze docenten wel kan wor den gegeven voor staathuishoudkunde, doch r.iel voor boekhouden. Het bestuur stelde in dezen geest een motie voor, die na ccnige gedachten wisseling met algemeene stemmen werd aangenomen. Tenslotte zijn de in verschillende krij gen gerezen bezwaren besproken tegen het zilling hebben van examenopleiders in van staatswege ingestelde examencommissies, meer bepaaldelijk in die van boekhouden „Ik wil een antwoord hebben! Houd mij niet langer in onzekerheid!.... Er zijn al misverstanden genoeg geweest, er is al ge noeg terughouding geweest tusschen ons. J.aten we dézen eenen keor ten minste eer lijk cn open wezen tegenover elkaar. Ik beweerde wel, dat ik je niet meer liefhad. Ik dacht, dat ik mijn leven kon leven met de weienschap, dat jij was wat ze jc ge noemd hebben. Maar ik kan het niet!.... Ik kan niet verder gaanIk kan hel niot langer dragen Je moet mij antwoordenl Was je schuldig?" Hij was wit lol aan dc lippen, loon zij had uitgesproken, en in zijn oogen lag een uitdrukking van rnartoling. Tweemaal pro beerde hij te antwoorden, maar hij gaf geen geluid. Eindelijk wendde hij zich af, alsof do harlstochlelijke vraag op haar gelaat, het smachtende, hongerende verlangen om haar geloof bevestigd lc hooren, meer was dan hij verdragen kon. „Ik kan het niet weerleggen." Ilecseh, bijna fluisterend klonk zijn slem. Haar oogen waren niet van zijn ge zicht af. „Ik vroeg je niet hel te weerleggen," hield zij koppig vol. Ik vroeg je was je schul- dig?" Weer die zware stilte. Toen sprak hij, met tegenzin, alsof de woorden Rem afge perst werden: „Ik vrees, dal ik je geen ander antwoord op die vraag kan geven." Een lichte glans, als het tcere, lieflijke doorbreken van den dageraad, kwam op Sara's gelaat. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5