De Kluizenaar van FarEnd.
No. 19838
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 10 November
Tweede Blad. Anno 1924
BINNENLAND.
FEUILLETON.
De regeering en de Ro. Ba. Ver.
lii eene Nota naar aanleiding van het ver
slag nopens de Staatsbegrooting voor 1925
zegt de Minister van Financiën, dat hij tob
zijn leedwezen niet aan het verzoek der
Commissie van rapporteurs kan voldoen om
nadere bijzonderheden te verstrekken no
pens de wijze, waarop de Nederlandsche
Bank de Rotterdamsclie Bankverceniging in
hare liquiditeit heeft gesteund.
Evenmin zou de Directie van de Neder
landsche Bank in staat zijn thans reeds haar
standpunt te bepalen omtrent hetgeen zij
in de toekomst zou doen, indien de toestand
zou intreden, dat de Regeering, tegen elke
verwachting in, de medewerking der Sta-
ten-Generaal zou moeten vragen tot het ver-
leonen cener garantie en deze die medewer
king niet zou wenschen te verleenen.
Bovendien zijn bij het een zoowel als bij
het ander vragen van bankbeleid en bank
geheim, waaromtrent geen mede deel ingen
finnen worden gedaan.
De begrooting van Onderwijs.
Bij het afdeelingsonderzoek in de Tweede
Kamer van de begrooting van onderwijs,
kunsten en wetenschappen waren verschei
dene leden van oordeel, dat het bijzonder
onderwijs daarbij niet datgene heeft verwor
ven, waarop het volgens het grondwettelijk
voorschrift en de beginselen, ten grondslag
liggende aan de onderwijs-pacificatie, aan
spraak mocht maken.
Daartegenover verklaarden verscheidene
andere leden, dat de voorstanders van het
openbaar onderwijs te klagen hebben over
tie wijze, waarop aan de pacificatie uitvoe
ring is gegeven. "Door de voorstanders van
het openbaar onderwijs is tot do pacificatie
slechts medegewerkt in de verwachting, dat
het peil van het onderwijs zou stijgen. Dit
zou geschieden eenerzijds door vermindering
van het aantal leerlingen per klasse en ver
lenging van den leerplicht, anderzijds door
betere opleiding cn betere salarieering van
het onderwijzend personeel. Op al deze vier
punten is óf de toegezegde verbetering uit
gebleven óf zelfs achteruitgang ingetreden.
Tegenover de meening, dat de minister
ten aanzien van het lager onderwijs de fi
nancieele gelijkstelling niet scherp genoeg
doorvoerde, gaven verschillende andere le
den uiting aan hun gevoelen, dat het noodig
is te komen tot een geheel andere uit
werking der financiecle gelijkstelling, dau
in de Lager-onderwijswet 1920 is vervat.
De plannen tot wijziging van de salari
eering der onderwijzers werden door ver
scheidene leden nie'; gunstig ontvangen.
Sommige leden keurden af dat de regee
ring zich steeds meer waagt op het terrein
van het toekennen van loon naar behoefte
en de praestatie over het hoofd ziet.
Sommige leden zouden een regeling wen-
Schcn, waarbij ook de ouders der leerlingen
wat zeggenschap zouden krijgen over de be
noeming van het onderwijzend personeel,
evenals dit v»i bijzondere onderwijs het
geval i?»
De vlie 1'-Lt N.ïndië.
De heer Van der Hoop seinde Zaterdag
12.10 n.m. uit Bender Abbas aan liet Haag-
sche Anela-kantoor:
Wij zijn hier met mooi weder aangeko
men en kregen goede hulp van den Engel-
schen Consul, die ons groote gastvrijheid
bewees. Bemanning, machine en motor zi]n
in de beste conditie. Wij vervolgen Zon
dagoriifend onzen tocht* naar Chabar.
Spoorwegpersoneel.
De dij cclie der Nederlandsche Spoorwe
gen deelt per dienstorder over de met de
hoofdbesturen der erkende vakvereenigingen
voor het personeel gehouden bespreking
aangaande den personeclraad het volgende
mede, naar de ,,N. R. Ct." meldt: ,,Nu
twee organisaties aan de door haar ingedien
de ontwerpen, betreffende de regeling van
het overleg tusschen personeel cn ons, blij
ven vasthouden cn tot de instelling van een
personeclraad niet wenschen medo te wer
ken, kunnen wij althans zoolang het met
tie vereenigingen acingegane accoord nog
loopt de totstandkoming van zulk een in
slituut niet bevorderen, on moot deze zaak
dus blijven liggen".
I1 J. HJ - -JT- - ---
door MARGARET PEbLER.
Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT.
76)
Geen meiiscii is geheel engel of geheel
duivel. Stel eens, dat Garth werkelijk schul
dig was aan lafhartigheid; dat hij zijn eene
oogciiblik van zwakheid had gehad? Het
kon haar niet meer schelen! Ilij behoorde
'•aar toe, in zijn zwakheid evengoed als in
zijn kracht. Zij wist, dat mannen in Frank
rijk meen waren gekrompen van angst bij
het dreunen van het geschut en dat diezelf
den onzelfzuchtig zich hadden opgeofferd,
°pdat anderen zouden leven.
..Je geloof moet groot genoeg zijn om de
bergen uil den weg le ruimen of er over
•heen le kiimmen", had Patrick geschreven.
En Sara verborg het gelaat in do handen
en dankte God. dat nu eindelijk haar geloof
tfroot genoeg was en dat de liefde ,,de
t-enige volkomen goede en volmaakte gift"
bog haar deel zou zijn. wanneer zij maar
over d-1 bergen wilde klimmen.
HOOFDSTUK XXXIV.
i,Garth Trent, Lafaard".
De woonden staarden haar in groote. witte
'oo.VGc-Iters aan. Iëmaud had ze met kalk
op de guoote dubbele deuren, die do wereld
uncnslolen buiten Far End, gesmeerd,
./-ara bleef onbeweeglijk naar die letters
aiVjb en een vlammende toorn laaide in
Uit de R.-K. Staatspartij.
Het bestuur van deai Algemeenen Bond
van R. K. Rijkskieskringorganisaties in Ne
derland heeft, aldus een communiqué in de
katholieke bladen, Vrijdagavond vergaderd
ter bespreking van de houding, aan te
nemen ten aanzien van de oprichting van
het Verbond St Michaël.
Allereerst werd besproken de houding van
prof. Veraart in deze actie.
Het bestuur achtte het eenstemmig on
juist, dat prof. Veraart zijnde zelf lid van
het bondsbestuur de plannen, die hij ten
aanzien van de St. Miahaël-organisatie had,
niet van te voren in dat bestuur tot een
punt van bespreking en overleg heeft ge
maakt.
Daarna kwam de actie van St. Michaël in
behandeling.
liet bondsbestuur was van mecning, dat
de onderhavige zaak in hel stadium v111
overleg behoort te worden teruggebracht.
Dit overleg zal met St. Michaël worden ge
zocht op den grondslag, dat de actie, han
gende dit .overleg, niet zal worden voort
gezet.
Moclit dit overleg onverhoopt tot geen de
finitief resultaat leiden, dan, besloot het
bondsbestuur ,zal de zaak ter beslissing aan
de bondsvergadering worden voorgelegd.
Het dagelijksch bestuur heeft zich inmid
dels schriftelijk Lot St. Michaël gericht met
de vraag, of St. Michaël op den grondslag
bovenomschreven tot overleg bereid is.
Het Oenlrum heeft een onderhoud gehad
met prof. Veraart, die in deze vergadering
van hot bondsbestuur is tegenwoordig ge
weest. Hij zeide, dal z. i. het hoofdbestuur
van St. Michaël, dat niets te verbergen heeft
en zijn actie openlijk voert, tot het ge-
wenschte overleg gaarne bereid zal zijn. Af-,
gewacht moet worden, of het hoofdbestuur
van St. Michaël bereid is lot stopzetting van
zijn actie. Prof. Veraart gaf als zijn persoon
lijke meening te kennen, dat, indien dit
overleg met bekwamen 9poed wordt ge
vraagd. het H. B. van St. Michaël tegen
een tijdelijke stopzetting van de actie geen
bezwaren zal hebben.
De hinderwet.
Het Koninklijk Nederlandsch Landbouw-
Comité heeft aan de Tweede Kamer e9n
adres gezondem in verband met het wets
ontwerp tot wijziging eoi aanvulling der
Hinderwet, dat beoogt deze meer dienstbaar
te maken aan de bestrijd ng van waterveront
reiniging door tal van industrieel© onder
nemingen. Het betwijfelt n.l. of door de
verontreiniging van de openbare wateren
in sommige doelen van ons land de be
langen der volksgezondheid in hst gedrang
komen. Er is in ons land geen gebied,
waar het openbare water zoo verontreiü'gd
is als in de Groninger Voenkobniin, met
de vele aardappelmeel- en stroocartonfa-
brieken en de Staatscommissie voor de
reiniging- van afvalwater van stroocart>n-
aardappelmeelfabrieken wijst er in haar
rapport op, dat nx>it is geconstateerd, dat
do verontreiniging van het openbare water
door bedoelde fabrieken schadelijk is voor
do gezondheid van hen, die aan dit water
wonen of het bevaren.
Dat in streken met niet-verontreinigJ wa
ter in de kanalen dit water g:regeld ge
bruikt wordt voor menagewat :r en soms
voor drinkwater, doet mier schade aan de
volksgezondheid, dan dit water zou doen
als het verontreinigd en dus voor genoemde
doeleinden niet geschikt was.
Dat de waterverontreniging seinde brengt
aan de zoetwatervisscherij, zaoals da Mi
nister en in het bijzonder da lieer Lovink
betoogt, geeft het Gom té toe, doch indien
men zoover zou willen gaan, als de heer
Lovink, „dat het einddoal meat b'.ijv.n al
het zoete water van on3 lani aan da vls-
scherij terug ta geven", zouden daarmede,
zoo het op dit oogenblik tachnisch uit
voerbaar ware, zulke groote jaarlijksciie
kosten gemoeid zijn, dat deze de opbrengst
dier visscherij verre zouden overtreffen.
Dat de Minister en de heer Lovink ook
de landbouw tegen de industrie in bescher
ming hebben gjnomen, bevreeral adr. De
tijd is niet meer, dat er een scherpa af-
scbeideng bestond tusschen landbouw en
industrie.
Afgezien misschien van enkele g vullen,
waar wel een andere voorziening zal kun
nen worden getroffen, steit de landbouw
juist geen prijs op bijzondere brscherming
haar op. Wie had deze beleodigin^ den man,
dien zij liefhad, durven aandoon?
„Lafaard!" Zij had nooal gehoord, dat
iemand werkelijk dat woord tegen Garth ge
bruikt had. Zij haddien altijd vermeden liet
te noemen of hadden er in zachtere be
woordingen omheen gepraat en al had zij
z:-]f m haar bitterheid bet woord wel uitge
sproken, nu een onvriendelijke hand hot
daar a.ls een openbare scliand-o had neerge
schreven, ontstak zij in een hevige woede
en verontwaardiging, die er niiets van wil
den weten. Het wekte in haar den onmid-
dellijken drang hem le verdedigen, haar
zelf onmiskenbaar aan Garths zijdie te stel
len tegenover een heele wereld van las
teraars.
Mei een flauwen glimlach van zelf
bespotting bedacht zij, dat, wanneer deze
groote beleeediging hem in het begin was
aangedaan, wanneer het eerste besef van de
zwarte schaduw, die over hem zweefde, zoo
als nu rechtstreek^ op haar af was gekomen
in plaats van half-aarzelend, half-wantrou
wend door middel van Elisabeth, dan zou
zij met het insLinclmalig partijkiezen van
oen vrouw voor haar man, niet le bewegen
zijn geweest liet te gclooven, legen alle
redeneeren en Legen alle bewijzen in.
Zij vroeg zich af, wie dit gedaan kon
hebben, wie deze beleeddging op Garths
eigen deur had geschreven. De onbeholpen
lettors stempelden het lot het werk van een
onontwikkeld man uit het lagere volk en
Sara schreef het en. zeer terecht met
oen gevoel van wrevel toe aan Zwarten
Brady.
,.lk vergeel nooit terug le betalen," had
hij haar eens gezegd, in strijdlustige stem
ming. Waarschijnlijk was dit zijn manier
van afrekenen met den man, die hem ver
tegen de verontreiniging van het openbare
water en meent, a#at daardoor veel grootrr©
belangen worden geschaad dan gediend.
De kostenberekening van den Minister
voor de reiniging van afvalwater van car-
toniabrieken, heeft niet de minste waarde
meer, terwijl ook de optimistische mec-ning
over de mogelijkheid van reiniging van dit
afvalwater in de praktijk onjuist is g.bleken.
De bewering, dat de belanghebbende ïe-
brikanten volmaakt in gebreke zgn geble
ven mede te werken tot oplossing van
dit vraagstuk, is in strijd met de Litem
Dat de resultaten van dit bijzonder moei
lijke vraagstuk tot dusverre nog niet bij
zonder bevredigend zijn, is meer te wijten
aan moeilijkheden, dan aan gebrek aan
medewerking van de belanghebbenden.
Verder grijpende maatregelen zip dan
ook overbodig.
Al moge het juist zijn, dat du rechts
positie niet wezenlijk door het ontwerp
gewijzigd wordt, dan is toch nipt tu ont
kennen, dat het ontwerp voor de gevailen
van waterverontreiniging een ander gezag
aanwijst, n.l. Gedep. Staten inplaats van
het gemeentebestuur. Aangezien het vraag
stuk van de reiniging van industrieel af
valwater ook bij de tegenweerd gu regeling
voldoende tot zijn recht kan komm, verzoekt
het Kon. Noderl. Landbouw-Com té de Ka
mer het wetsontwerp te verwerp n.
Onderofficieren-actie.
Zaterdag is in den Dierentuin le Den Haag
een groote bijeenkomst gehouden van de on-
derofficiercnverccniging „Ons Belang" ter
bespreking van de salarisaclie. Uit alle dee-
len van het land was grootb belangstelling.
Onder de aanwezigen waren o.m. de plaatse
lijke commandant overste D. Poslma, en de
commandant der militaire politie in Den Haag
majoor Van Dam.
Te klokslag halfvicr opende de voorzitter
van „Ons Belang", de heer W. Wijk, de ver
gadering. Hij werd" bij het betreden van het
spreekgestoelte met een ovatie begroet. Spr.
ving aan met herinneren aan de uitkom
sten der inlerpcllaties-Gcrhard.
Geroep: Schande!
De heer Wijk: lk verzoek u dergelijke uit
drukkingen voor u le houden!
Een stem: Geen schande dan! (Gelach).
De heer Wijk verklaarde le hebben ge
hoopt, dat deze vergadering er een zou zijn
geworden van hulde aan de regeering. (Ge
fluit). Spr. verzocht den aanwezigen zich
van leekenen van goed- of afkeuring le ont
houden. Het bestuur wcnscht een ordelijke
vergadering (Levendige instemming). Deze
dag zal nu moeten worden: de eerste dag
van een nieuwe actie (Daverend applaus).
Als eerste spreker trad op de heer A. Noor
dewier, uit Amersfoort. Deze gaf een over
zicht van het' beloop cn den ontwikkelings
gang der onderofficierssalarissen.
Spr. spoorde de vergadering aan tot krach
tige actie, zoodat in 1925 de democratische
gedachte zal zegevieren, ook met de hulp der
onderofficieren. De motie-Gerhard had de in
stemming van het geheele rijkspersoneel, on
verschillig van welk geloof of van welke or
ganisatie. Met de voorstelling, dal minister
Colijn een monster zou zijn, die met duivel-
sche vreugde het lot der ambtenaren gade
slaat, gaat spr. niet accoord. Maar de eerlijke
overtuiging van dezen bewindsman moet
sluiten op krachtig verzet van hen, die er
jnder le lijden hebben. Na een aansporing
tot krachtige actie en lot machtsvorming, ein
digde spr. zijn rede.
De tweede spreker, dc heer F. Braswijk,
uit Zeist, constateerde dat de vergadering
zeer welgeslaagd is, dank zij de mil. autori
teiten. Door hun verbod is meer gerucht ge
maakt dan anders ooit het geval had kunnen
zijn. En daarom was het ons toch maar le
dc.cn. (Applaus). Spr. behandelde vervolgens
de verslechteringen op liet gebied der pen
sioenregeling, daarbij enkele gunstige mede-
deelingen dienaangaande van minister Colijn
crïliseerende. Cijfers, als door den heer Co
lijn genoemd, komen even zeldzaam voor als
dat een luitenant van de infanterie directeur
der Pelroleum-Mij. wordt. Met die cijfers
werd de hetze legen de pensioenrgeling inge
zet. Het doel was daardoor bereikt. En het
doel heiligt immers de middelen. (Uitbarstin
gen van verontwaardiging). Na in groote lij
nen te hebben geschetst hoe het nu met de
pensioenpositie der onderofficieren staat,
wees spr. Inzonderheid op de ongunstige po
sitie der wachtgelders.
volgd 1 had voori. jzijn slroopen. Maar als
Brady had kunnen denken, dat hij, door
zich te wreken op Trent, zijn dierbare Sara
verdriet aandeed, die hij mot een nederige
onderworpenheid vereerde, bijna op die ma
nier van een hond tegenover zijn baas, dan
zou hij zeker (leze uiting van zijn wraak
zucht niet op GarUhs deur Itebben gesmeerd.
In de ve ronde ra telling, dat Garbh de belee-
digeiwle woorden niet kon hebben gezien,
want men zou liet daar tooh niet hebben
laten staan, zoadat elke voorbijganger het
moest lezen haalde Sara haar zakdoek
voor den dag en begon het er af le wrijven.
Hij zou het niet zien, wanneer zij het ver-
liinderen kon,
Maar Zwarte Brady had zijn werk heol
grondig gedaan en zij was nog heftig aan
het "wrijven met den zakdoek, diie yoor zulk
werk natuurlijk niet bestand was, toen zij
voetstappen achter zich hoorde en, zich om
draaiend, Garth zelf voor zich zag staan.
Zrjn oogen rustien onverschillig en zonder
verbazing op de., kalklellers en keken toen
vragend naar Sara's gel aal.
„Waarom doe je dat?" vroeg hij. „Is deu
ren schoonwrijven de nieuwste vorm van
oorlogswerk?"
Sara antwoordde met tegenzin. iTaar ge
zicht was vuurood.
„Ik wilde liever niet, dat je dit zag."
Een vreemde uitdrukking kwam in zijn
oogen.
„Ik zag hel, twee uur geleden."
„En je liet het staan?" vroeg zij ver
baasd.
„Waarom niet?" zei hij grimmig. „Het is
toch waar?"
Op dat oogenbLik was dc lange strijd in
Sara's hart. ten einde en haar antwoord
kwam uit de volheid van haar gefloof:
Bij acclamatie werd een resolutie aange
nomen, waarvan hier de hoofdzaak volgt:
De onderofficieren van de Nederlandsche
landmacht, enz.,
overwegende o.m. dat de salarissen van
alle onderofficieren reeds werden verlaagd
met resp. 5 pCt., 8Vs pCt., cn 10 pCt., totaal
23'/5 pCt., terwijl daarnaast de inkomsten
cn uitzicht op inkomsten van vrijwel alle
onderofficieren bovendien nog verminderden
door: a. verlaging van de salarissen der
jonge onderofficieren; b. stopzetting van de
opleidingen en daardoor derving van^de ver
hooging van f 200 voor geschiktheid voor
hoogeren rang; c. vertraging van de bevor
dering; d. vermindering van verschillende
toelagen, tegemoetkomingen en vergoedin -
gen, en e. verhooging van de huren der Rijks-
en door het Rijk gehuurde woningen, enz.
enz. enz.,
zoodat de inkomsten met gemiddeld meer
dan 30 pCt. zijn gedaald;
dat door al deze verminderingen reeds een
noodtoestand in vele gezinnen is ontstaan;
dat de Regeering voornemens is de sala
rissen ingaande 1 Januari 1925 nogmaals be
langrijk te verlagen;
dat mede ingrijpende verslechteringen in
de pensioenwetten, eveneens ingaande op 1
Jan. 1925, zullen worden voorgesteld;
verder overwegende:
dat iniussclien de toestand van 'sRijks
financiën, volgens verklaring van de Regee
ring zelf, aanmerkelijk verbeterd is en ver
moedelijk gestadig verbetert, terwijl daarte
genover de prijzen der levensbehoeften reeds
geruimen tijd stijgende zijn en nog stijgen;
dringen er bij de Regeering met den
meesten ernst op aan:
le. de per 1 October 1921 genomen maat
regel tot verlaging van de salarissen der ge
huwden en kostwinners ongedaan le maken
en de ongehuwden in gelijke mate tegemoet
te komen, alsmede om van verdere salaris
verlagingen af le zien;
2e. de door de Commissie voor Georgani
seerd Overleg voorgestelde salarisnormen als
grondslag le nemen voor de vaststelling van
voorloopig geldende salarisschalen.
Ten slotte werd een beroep gedaan op het
Nederlandsche volk en er bij de leden der
Staten-Generaal met kracht op aangedron
gen al hun invloed aan te wenden opdat ver
betering kome in het ondragelijk geworden
lot der onderofficieren.
Een lid van de Indische Onderofficicrs-
verceniging Ons Aller Belang bracht dc groe
ten cn gevoelens van sympathie uit Indiü
over. (Applaus).
De vergadering ging daarna uiteen.
De „Tel." meldt, dat de Minister van Ma
rine den commandant der marine te Den
Helder had aangeschreven dat het marine
personeel beneden den rang van officier ver
boden werd zich ter gelegenheid van het
demonstratief congres der onderofficieren
van de landmacht in den Haag le bevinden.
Ook aan de mililaiern beneden den rang
van officier was het verboden zich gisteren
in Den Haag of omliggende plaatsen le be
vinden, tenzij wegens familie-sterfgeval of
andere dringende redenen. Den hoofdcom -
rnissaris was last gegeven, iederen militair,
die zich in Den Haag bevond, en daar niet
in garnizoen lag, le doen arrestecren, onver
schillig of deze in burgerkleeding was of in
uniform.
Nat. Chr. Officieren-Vereeniging.
De Nat. Ohr. Officieren Vereeniging heeft
onder leiding vain den gep. kolonel L. F.
Duymaer van Twist, lid der Tweede Kamer
haar 2Te algomeene vergadering in het ge
bouw voor K. en W. te Utrecht gehouden.
De voorzitter sprak na gebed en lezing
van oen gedeelte d<*r H. S. een Lort wel
komstwoord en deelde mede dat hel H. B.
gemeend heeft aan deze vergadering een
bijzonder karakter le moeten geven door in
den namiddag liet onderwerp, dat in dezen
lijd den volksgeest bezig houdt, het vraag
stuk van ontwapening en weerloosheid, van
Christelijk standpunt te lalcn belichten. Dit
is nocdig, omdat van dit vraagstuk thans
een politieke leuze wordt gemaakt, die ech
ter een gewichtigen, geestelijken achter
grond heeft.
De jaarverslagen werden goedgekeurd.
Aan dat van den secretaris, lc luit. Th.
Ziedses des PI an les- van Den Haag, ontlee-
nen we, dal het ledental van 120 op 110
„Neon 1 Hel is niet waar! Ik ben waan
zinnig geweest, dat ik hel oen oogenblik ge
loofd heb. Maar dat ben ik nu niet meer.
Ik geloof het niet." Zij hiekl even op en
vroeg toen op slelligen, vastberaden loon:
„Garth, zeg mij, heb je je ooit schuldig
gemaakt aan lafhartigheid?"
„De krijgsraad heeft beslist van wel."
Sara stampte ongeduldig op den grond.
„Antwoord op mijn vraag alsjeblieft," zei
ze snel.
Maar hij bleef onbewogen.
Elisabeth Durwa-rd heeft je alle inlichtin
gen gegeven, die je op dat punt kumt ver
langen," zei hij met toonloozc slem, en
Sara kreeg weer dat gevoel van machteloos
heid, dat een botsing van haar wil met dien
van Garbh haar altijd gal.
„Garth," haar stem had een smee
kenden klank, maar was toch stellig en
vastberaden „ik wi'l weten, wat jij er van
zegt. Wat Elisabeth of wie anders ook
zegt, komt er niets meer op aan."
Iels in de diepe emotie van haar rustige
stem bracht een verandering in zijn hou
ding. Hij deed een onwillekeurige beweging
naar haar toe, maar bedwong zich en nam,
met groohf zelfbeheersching. zijn onver
schillige houding weer aan.
„Belangrijker dan alles wat ik, of wat
Elisabeth kan zeggen, is liet vonnis van
den krijgsraad." antwoordde hij.
De ijzige kilte van zijn slem deed haar
het laatste beetje kalmte verliezen.
„Het vonnis van den krijgsraad I" barstte
zij uit. „Vervloekt zij het vonnis van den
krijgsraad l"
„Dat heb ik ook dikwijls gezegd!" op bit
teren loon.
„Garth," zij deed een slap naar hem toe
en haar sombere oogen gloeiden hem legen.
daalde, terwijl het aantal buitengewone
leden daaJde op 17.
Het jaarverslag van den penningmeester,
le luit. B. Geleynse, van Achterveld
(Utrecht), wijst in ontvangsten en uilgaven
een totaal bedrag aan van f 1505.28. In kas
is een batig saldo van f 872.74.
De aftredende hoofdbestuursleden, de
heeron dr. J. Severijn. Ned Herv. predikant
te Dordrecht, en oud-res. kap. der infante
rie, en le luit. B. Geleynse, werden herko
zen.
Besloten wordt aan de volgende* alge-
meene vergadering in verband met liet 25-
jarig bestaan der vereeniging een bijzonder
karakterMe geven; een commissie zal oen
plan ontwerpen. Zoo mogelijk zal de verga
dering op den oprichtingsdatum, 6 Decem
ber, worden gehouden. Tot uitbreiding en
verheffing van het orgaan zullen pogingen
worden aangewend.
Aan H. M. de Koningin wordt het vol
gende telegram verzonden: ..De Nat. Ohr.
Off, Ver. in algemeene vergadering bijeen,
betuigt Uwe Majesteit haar gevoelens van
aanhankelijkheid en trouw."
In de morgenvergadeTing werden nog
enkele vertrouwelijke besprekingen ge
voerd.
In de middagvergadering hield prof. dr.
J. R. Slolcmaker de Bruine van Utrecht een
referaat over ontwapening en weerloosheid,
waarop eenige discussie volgde.
De vergadering, welke word bijgewoond
door den Minister van Oorlog J. C. van
Dijk, eere-voorzitter der vereeniging, werd
op de gebruikelijke wijze gesloten.
Handels- en Kantoorbedienden.
Zaterdagmiddag heeft de Federatie van
Handels- en Kantoorbedienden-vereenigin-
gen in Nederland te Amsterdam vergaderd.
De voorzitter, de heer G. Smits, deelde
in den aanvang van de vergadering mede#
dat de federatie de organisatie van het on
derwijs van winkelpersoneel onder de oogen
heeft gezien en besloten heeft tot instelling
van een commissie, die overwegen zal of
een doeltreffende organisatie van handels
onderwijs voor dit personeel mogelijk is.
Een voorstel van het bestuur om aan deze
commissie een blanco-crediet le verleenen
Ier bestrijding van de kosben van een bui-
tenlandsche studiereis, met name naar
Duitschland, werd goedgekeurd.
De voorzitter heeft meegedeeld, dat de in
dit najaar te houden vakexamens zullen
worden afgenomen in de daarachter ge
noemde plaatsen:
Boekhouden: Amsterdam, 's-Gravenhage,
Rotterdam, Utrecht, Roosendaal, 's-Hertogen-
bosch, Maastricht, Arnhem en Groningen,
Engelseh en Duitsch: Amsterdam, 's-Gra
venhage, Rotterdam, Arnhem, Groningen en
's-IIerlogcnbosch.
Nederlandsch en Fransch: Amsterdam,
Rotterdam, Arnhem en Groningen.
Spaansch: Amsterdam en Rotterdam.
Zwcedsch: Arnhem.
De vergadering besprak hierna het voor
stel van de regeering tot wijziging van de
Ifooger-onderwijswel, er toe strekkende, dat
aan doctoren en doctorandi in de handels
wetenschappen, afkomstig van de Amsler-
damsche Handelsfaculteit en van de Rot-
terdamsche Handclshoogeschool het „jus do-
cendi" voor boekhouden en staathuishoud
kunde wordt toegekend. De voorzitter be^
loogde, dat het niet wenschclijk is, de op
leiding voor praclijkexamens toe le vertrou
wen aan personen, die een fraaien titel be
zitten, doch niet ter zake kundig zijn. Een
hoogleeraar aan een van de genoemde on
derwijsinstellingen heeft spr. bevestigd, dat
deze doctoren en doctorandi een zeer ele
mentaire en fragmentarische opleiding in
boekhouden hebben genoten; het examen in
boekhouden, dat zij hebben afgelegd, heeft
slechts twee maanden studie verei9cht. Het
bestuur is derhalve van meening, dat het
jus docendi aan deze docenten wel kan wor
den gegeven voor staathuishoudkunde, doch
r.iel voor boekhouden. Het bestuur stelde
in dezen geest een motie voor, die na ccnige
gedachten wisseling met algemeene stemmen
werd aangenomen.
Tenslotte zijn de in verschillende krij
gen gerezen bezwaren besproken tegen het
zilling hebben van examenopleiders in van
staatswege ingestelde examencommissies,
meer bepaaldelijk in die van boekhouden
„Ik wil een antwoord hebben! Houd mij
niet langer in onzekerheid!.... Er zijn al
misverstanden genoeg geweest, er is al ge
noeg terughouding geweest tusschen ons.
J.aten we dézen eenen keor ten minste eer
lijk cn open wezen tegenover elkaar. Ik
beweerde wel, dat ik je niet meer liefhad.
Ik dacht, dat ik mijn leven kon leven met
de weienschap, dat jij was wat ze jc ge
noemd hebben. Maar ik kan het niet!....
Ik kan niet verder gaanIk kan hel niot
langer dragen Je moet mij antwoordenl
Was je schuldig?"
Hij was wit lol aan dc lippen, loon zij
had uitgesproken, en in zijn oogen lag een
uitdrukking van rnartoling. Tweemaal pro
beerde hij te antwoorden, maar hij gaf geen
geluid.
Eindelijk wendde hij zich af, alsof do
harlstochlelijke vraag op haar gelaat, het
smachtende, hongerende verlangen om haar
geloof bevestigd lc hooren, meer was dan hij
verdragen kon.
„Ik kan het niet weerleggen." Ilecseh,
bijna fluisterend klonk zijn slem.
Haar oogen waren niet van zijn ge
zicht af.
„Ik vroeg je niet hel te weerleggen," hield
zij koppig vol. Ik vroeg je was je schul-
dig?"
Weer die zware stilte. Toen sprak hij,
met tegenzin, alsof de woorden Rem afge
perst werden:
„Ik vrees, dal ik je geen ander antwoord
op die vraag kan geven."
Een lichte glans, als het tcere, lieflijke
doorbreken van den dageraad, kwam op
Sara's gelaat.
(Wordt vervolgd).