SIC TRANSIT GLORIA. LONDENSCHE BRIEVEN. voordat het te laat is!! vastgelegd: een beroep op bet kiezersvolk Maar jawel, nu aarzelt men weer die con clusie te aanvaarden, want de rechter-par- kijen vreezen voor zoo'n treden voot de kie ners. Mogelijk is straks allo drukte voor niets geweest en blijft alles bij het oude. En kan straks de zaak van voren af aan be ginnen. Leve de par tij-politiek Regeeringscrises zijn er voorts nog in Zwe- 'den en Zuid-Slavië. In 't eerstgenoemae land schijnt de oplossing nabij door een te rugkeer van het socialistische ministerie Branting, in het koninkrijk der Serven, Kroaten en SI oven en kan de crisis tot olb>"- lei incidenten voeren, waarvan de gevolgen nog niet tc overzien zijn voor den ganschen Balkan. In Spanje gaat het met het directorium al meer bergafwaarts. Het lijkt on6 toe, dat het zelf gaarne terug zou willen, zoo het den terugweg maar zag En wanneecr we ten slotte nog wijzen op de presidents campagne in Amerika, den strijd in China en elders, dan meenen we voldoende te hebben aangetoond, hoe i»— menteel allerwege inwendig wordt gestre den op eenigerlci manier. (Van onzen Parijschon Correspondent). (Nadruk verboden). Parijs, 13 October. Een aanzienlijke vreemdeling was afge stapt in een van de allerduurste hotels van Parijs, in de rue Rivoli, in gezelschap van lijn secretaris, een Portugees. De bezoeker was een Spanjaard en had zich onder den naam en den titel: Comle de Madrid inge schreven in hot bolel-regislcr. Hij maakte enorme verteringen zoowel in als buiten het hotel, en nog niet lang was hij hier of hij had den weg naar Monlmartre gevonden. Weldra was de graaf een van de meest ge ziene personen in de dansgelegenheden lus- schen de Chaussee d' An tin en den boulevard de Clichy. Daar waar „le lout Paris" ver schijnt: op de generale repetilies in de ge subsidieerde schouwburgen, op de dancing teas en in de mondaine restaurants van het Bois, kon men geregeld den jongen graaf zien. Een eigenaardig avontuur zou oen einde maken aan dit leventje-van-vroolijken- Frans. De jeugdige edelman maakte het ook weieens wat te bont, en na een zooveelste flesch champagne te hebben geledigd ver loor hij zijn onberispelijke houding, sloeg een taaltje uit dat men niet van een aristo craat zou verwachten en loonde een smaak, welke al heelenal in strijd was met zijn af komst en mot zijn bestemming. Zoo gaf hij Lijv. als zijn liefste wensch te kennen om in Parijs oen „boite de nuit" op te richten. Doch men nam die uitlatingen niet au Senieux, schreef ze toe aan de opwinding en de enerveerende omgeving. Op zekeren avond, een week ongeveer ge beden, verliet de graaf zijn hotel op weg naar dat centrum van donkerst Parijs, waar hij sinds eenigen tijd een ziekelijk, ontaard genoegen schepte in het ondernemen van nachtelijke verkenningstochten. Onverge- zeld slenterde hij in de rue des Francs- Burgeois, en maakte daar kennis met een keurig gekleed heerschap, dat blijkbaar met hetzelfde doel als hij naar deze wijk geko men was. Al spoedig bleek echter dat zijn nieuwe kennis heel wat beter op de hoogte was dan hij met de topografische en histo rische eigenaardigheden der buurt. De heeren gingen samen op stap. De vreemde ling toonde den Spaanschen edelman de place des Vosges, deed interessante verha len over den kardinaal De Richelieu, gaf jtllerlei geschiedkundige herinneringen en anecdotes. Tot dusver was alles goed ge gaan en de graaf amuseerde zich kostelijk met de verhalen van zijn gids. Toen stelde deze hem voor, om oen „historisch huis" te gaan bezichtigen in de rue des Tournel les, een huis, waar volgens hem Hendrik IV o. a. veel over de vloer was gekomen. In de rue des Tournelles, op het aange wezen nummer, is een klein, vies kroegje. J3e bezoekers traden cr binnen; veel bij zonders was er niet Le zien. Maar de boven vertrekken meende de nieuwe kennis, wa ren heel merkwaardig. Samen stommelden de beide heeren een smal houten trapje op, dat naar de „koningskamer" heette te voe ren. De Spanjaard ging voorop, en nauwe lijks was hij hel vertrekje in kwestie bin nengetreden of de deur sloeg achter hen dicht en twee kerels, zeelui, richtten een revolver op hem en rieden hem op weinig vriendelijken toon aan om al het geld en de sieraden, welke hij bij zich droeg, aan hen al te geven. Een gewoon geval van afper sing en berooving. Doch het ging niet zoo vlot als de boeven godacht hadden. Met een sprong was de graaf bij het raam, rukte het open en begon in de nachtelijke straat om hulp te schreeu wen. Het toeval wilde echter, dat juist twee politie-agenten langs kwamen, die het ge roep hoorden. Zij stormden het trapje op, en overmeesterden de schurken, die met een stevig armbandje om de polsen werden weg gebracht naar „monecrlje". De graaf van Madrid kwam met den schrik vrij. Of neennu begon eindelijk eerst het avontuur voor hem. Want al was het dan ook tegen wil en dank, hij kwam nu in aanraking mot de politie. En een courant, hot groote Parijsche dagblad „qui voit lout, qui sait tout et qui dit tout" gelijk het zelf van zichzelf te getuigen pleegt had de lucht van het gebeurde gekregen en bracht den volgenden morgen het heele ver haar ervan in kleunen en geuren, het alleen nog wat mooier en pikanter makend, door er bij te fantajseeren, dat.het de Spaan- sche kroonprins was, wien de onaangename geschiedenis was overkomen. Natuurlijk volgde er denzelfden avond nog een com muniqué van de Spaansche ambassade, waarin absoluut ontkend werd, dat de troon opvolger hier het slachtoffer zou geweest zijn van een ziekelijken lust in nachtelijke avonturen in de crapuleuse wijken van Pa rijs. De prins van Aöturiö, zoo werd er aan toegevoegd, heeft de laatste weken Madrid fcelfs geen oogenblik verlalon. Eategorischer kon het al niet. Het gevolg was, dat heel Parijs geïntri geerd was door de vraag wie zich dan wel in werkelijkheid achter het incognito „Graaf van Madrid" verborg. Het hotel, dat tot nu toe het volste vertrouwen had gehad in zijn defligen gast, liet het gepeperde reke ningetje naar de kamers brengen, doch dit kwam onbetaald terug. Had men dan met een oplichter te doen? liet geval werd steeds geheimzinniger. Tenslotte ging zelfs dc mi nister van Binnenlandsche Zaken zich er mee bemoeien, en het resultaat van het offi cieel onderzoek was, dat de autoriteiten aanleiding vonden om dezen onnutten vreemdeling, die aansloot gaf met zijn nach telijke boemel-partijen, een briefje thuis te sturen, waarin hem bevolen werd om binnen de 24 uur het land te verlaten. Hel land uitgezet! Het meest vernederen de wat iemand wel kan overkomen. Want dezen maatregel neemt men alleen tegen lieden, die Frankrijk in gevaar brengen of wel zoozeer zich misdragen, dat men hun gedwongen aftocht noodzakelijk acht. Nu zouden we misschien nooit van het geval gehoord hebben, en nimmer de echten naam van den graaf hebben vernomen, in dien deze laalsle, in misplaatslen overmoed, niet had bekend gemaakt wie hij was. De boemelende jonkman, wiens hoogste aspira ties waren om een nacht-gelegenheid in Monlmartre op le richten, was.... prins Louis Ferdinand van Orleans Bourbon, in fant van Spanje, kleinzoon van koning Louis-Philippe van Frankrijk. Hij is een zoon van prins Antoine, infant van Spanje, hertog van Galliera, en van prinses Eulalie de Bourbon, infante van Spanje en hertogin van Galliera, zuster van koning Alfonso XII. Hij is een kleinzoon ook van den her- log van Monlpensier, van koningin Isabella II, etc., etc. Het land uitgezet wegens onzedelijken levenswandel en wangedragEn tegelij kertijd kon men in de Spaansche staatscou rant lezen, dat de koning den infant al zijn rechten en titels heeft ontnomen, aangezien hij zich deze onwaardig heeft getoond Gold het oen anderen buitenlandschen prins, dan zou de geschiedenis nog minder pijnlijk zijn. Vooral in Parijs zwerven zoo veel telgen rond van vorstenhuizen, die in deze woelige tijden aan lager wal geraakt zijn en degenereeren. Doch dit is meer dan oen bladzij chrcnique scandaleuse uit de Gotha. Het is, weer ©ens, een treffend staaltje van wat er over is gebleven van de Bourbons en de Orleans, door alle eeuwen wollige koningen van Frankrijk. Een van de laatste stamhouders van 't geslacht: de hertog van Montpensier, broeder van den koning, is enkele maanden geleden overle den: mijnheer wascommis-voyageur voor een automobiel-fabrikant. Thans is Louis Ferdinand, als een „ong-ewenschte gast", die aanstoot gaf aan de openbare eer baarheid, het land zijn land uitgezet onder escorte van twee gendarmes. Zijn hotel-rekening heeft hij niet oens kunnen betalen, want do maande!ijksche toelage van 40,000 frs., welke hij genoot, had mon seigneur opgemaakt met zijn talrijke vrien den en vriendinnen van Monlmartre, waar hij zich „thuis" voelde, klandizie, zoekend voor zijn nieuwe onderneming: „Au Roi- Riant". Ziedaar liet laatste hoofdstuk van het zoo schoon begonnen geschiedenisboek „Le Livre d'Or des Rois de France" .Sic transit gloria LEO FAUST. (Van onzen Londenschen Correspondent.) De vronw in h6t bedrijfsleven. Londen, 14 October 1924. Is er wel een 9lad in de wereld, waar vrouwen zoo ruim deelnemen aan het be drijfsleven als in Londen? Die vraag stelt men zich vaak wanneer men 's morgens in bus, tram of ondergrondse hen trein op weg is naar het werkcentrum van de stad. De bus, de tram, het treinrijtuig bevat meer vrouwen dan mannen. Een groot deel van de VTouwen verlaat het voertuig aan een station van het „West End", waar zij als verkoopsters werken in de winkels. Maar- een niet gering deel blijft zitten tot de „City", waar de kantoren zijn van handels huizen, bankiers, scheepvaart- en verzeke ringsondernemingen. Zij vertegenwoordigen te zamen een nieuw type vrouw, dat zich vooral gedurende en na den oorlog heeft ontwikkeld. Velen zijn jong, anderen vaa önschatbaren leeftijd. Meestal zijn zij met zorg gekleed; het is le zien aan de uiter sten; haar schoeisel is de uitkomst van practischen zin en elegantie. En dat meng- sel van utiliteit en sierlijkheid vindt men in het gansche beeld van „the business girl" terug. Zij draagt kleine, geestig gevormde hoeden op een „bobbed of shingled" hoofd. Sommigen hebben een kleine „city-bag" bij zich, welke zij, zoodra zij op haar gemak zitten, met keurig gehandschoende handen openen om er brieven of couranten uit tc halen Zij hebben zich een pose aangewend van onverschilligheid en zakelijkheid, de zelfde, die in de mannelijke Engelschen zoo sterk opvalt. De lijn van den mond is vaak energiek en vastbesloten, hetgeen trouwens een kenmerk is van vele Engelsche vrou wen, Ilaar intree in het domein van den man heeft haar ook iets mannelijks gegeven in haar houding, kleeding en manieren. Wanneer men in het bedrijfsleven zelf met deze vrouwen in aanraking komt, dan ondervindt men, dat zij zeer zelfbewust zijn maar ook wat de Engelschen noemen „selfconcious", d.w.z. dat zij haar eigen persoon geen oogenblik kunnen ve_- geten. Het laatste maakt verlegen en om die verlegenheid te verbergen overdrijven zij haar zelfbewustheid, zoodat zij hooghartig schijnen. De wijze, waarop een verkoopster in de voornaamste afdeelingen van groote warenhuizen een klant behandelt, zou noch een patroon noch het publiek in Holland kunnen bekoren. Er is een zekere mate van onverschilligheid en afwezigheid in haar houding, welke weinig bevorderlijk zijn voor den omzet Maar dat optreden van de ver koopster behoort min of meer bij de manie- f ren van het land en het heeft als zoodanig de sanctie van het gebruikelijke. In de „City" is de positie anders. De meeste vrouwen, die wij in den trein heb ben gezien, werken in de City-kantoren als machineschrijfslers en (of) stenografen. Of zij hebben ander emplooi, dat nauwgezet heid of machinale reactie eischl; twee din gen, waarvoor de vrouwelijke geest, naar de ervaring heeft geleerd, zich somtijds goed leent. Er zijn uiteraard ook vrouwen ge noeg in de kantoren van de „City", die zich een verantwoordelijke, organisatorische of administratieve positie hebben kunnen ver overen. Aan deze kan men merken, dat de emancipatie der vrouwen nog jong is. Haar houding verraadt het. En al is dit verschijn sel zeker niet tot Engeland beperkt, het is er, vanwege het groote aantal vrouwe»!, dat mannen in goede betrekkingen heeft vervangen, het meest opvallend. Indien- ge u uw kleinheid niet bewust zijt, dan zal de officieele vrouw w een postkantoor of de verantwoordelijke vrouw op een handels kantoor ze u leeren. De attentie, welke zij u geeft, is sober, haar woorden zijn wei nig cn bondig. Het is duidelijk, dat haar houding een gevolg is van overdreven eigen waarde en van de vrees, dat ge haar als vrouw niet op haar waarde in haar positie zoudt kunnen schallen. Indien de emanci patie der vrouw een eeuw oud was, dan zouden haar bondigheid en haar pijnlijke zelfbewustheid afwezig zijn. Maar nu moeten wij ons afvragen of de emancipatie wel ooit haar-eeuwfeest zal vieren. Niemand minder dan miss Bondfield, een onder-minister in het huidige Britsche kabinet, heeft haar sterke stem gevoegd bij het koor ,dat zingt om terugkeer van de vrouw naar den huiselijken aard, de keu ken en de wasch. Van den dag af waarop een meisje voor het eerst op een schrijfmachine leerde tik ken en dat was lang nadat Betje Wolf en Aagje Deken haar romans in brieven schreven en lang nadat Rosa Bonheur haar wilde veulens en paarden schilderde heelt men bij herhaling hooren twisten over de vraag of de vrouw tevreden moet zijn met de huishouding of dat zij de wereld in moet gaan om „carrière te maken". Het is een onderwerp dat ruim gelegenheid geeft voor discussie. Aan beide zijden zijn vele en goede argumenten aan te voeren. Maar het is meer dan twijfelachtig of het geschil punt ooit zal worden opgelost De minst ver starden onder ons zullen graag willen toe geven, dat een vrouw, even goed als een man, het volste recht heeft de bijzondere talenten, welke zij bezit, voor haar ambi ties of haar glorie uit te buiten. In de laat ste jaren is dit trouwens in ruime mate ge schied; en hier evenals in andere lan den vindt men tegenwoordig vrouwen in posities, welke een vroegere generatie zich niet zou hebben gedroomd. Maar afgeschei den van deze bijzondere gevallen, zijn er ook onder de vrouwen niet veel, die heil zien in een vrouwelijke emancipatie, die in haar consequenties tenslotte het huishouden bijna zou uitschakelen. In dit land zijn er symptomen genoeg aan le wijzen voor een ontwikkeling in die richting. In het Noor den van deze stad. in de omgeving van St. John's Wood, werden eenige jaren geleden enorme blokken „flats" opgericht voor al leen-wonende, werkende vrouwen. De term „alleen-wonende vrouw" alleen verdort de ziel. De blokken waren terstond boordevol. En ze slaan cr nu als monumenten van de moderne emancipatie, zonder luister en zonder hoop. Toch; wanneer ge die; koele hallen betreedt, zult ge leeren, dat de wer kelijkheid heler is dan de schijn, althans hier. Want in de lange donkere gangen, waaraan, de zeshonderd „flats" liggen, staan soms kinderwagens.en bijwijlen hoort ge door de steënen wanden heen het gekraai of geschreeuw van een kindje, dat als mu ziek in uw ooren klinkt De kinderen in de „flats" zijn het symptoom der reactie. Wij hebben in deze kwestie telkens actie en reactie gehad. Reeds vóór den oorlog baanden vrouwen, niet te- vree met haar successen in de wereld der wetenschap, zich een weg naar de „City"- kanloren. De komst van „the business girl" bereidde de komst voor van de „vrijgezelle". Maar zoodra haar eisch voor politieke ge lijkheid was ingewilligd, begon de reactie zich te doen gelden. De lof van het vrouw- i zijn en van het huiselijk leven werd gezon gen. En nu heeft miss Margaret Bondfield zelve, de eerste vrouwelijke minister, hel i oude geschil doen herleven door te verkla ren, dat de vrouw, die de functies van haar sexe vervult en haar leven wijdt aan het opvoeden van het gezin en het maken van flinke karakters, het schoonste werk van de wereld doet. Zij vreest helaas dat velen van haar geslacht voor het werk niet meer ge schikt zijn. Het merkwaardige is, dat de uitlating van de vrouwelijke minister, welke reeds dateert van eenigen tijd terug, niet zooals men zou hebben verwacht het strijdpunt weer in al zijn felheid doen ontbranden. Eenige vrouwen, die trots-zijn op haar emancipatie, hebben weliswaar een protest doen hooren, maar van een eenigszins georganiseerd ver weer in het kamp* der moderne vrouwen is geen sprake geweest. Moet deze lakschheid uitgelegd worden.als een teeken, dat men in het hart miss Bondfield gelijk gaat geven? De huisvrouw zelve heeft het natuurlijk te druk om zich in het dispuut te mengen. Het is niet mijn bedoeling geweest het geschil in Nederland, en vooral niet onder mijn lezeressen, wakker te maken. Ik mag cr geen oordeel over uitspreken; de zaak is veel te omvattend en gewichtig. Misschien is tusschen de regels door te lezen, dat ik geneigd ben aan den kant van miss Bond field te gaan staan. Ik ben een man en de aard verloochent zich niet. Maar het was slechts mijn bedoeling de kwestie van de vrouw in het bedrijfsleven weer te geven, zooals ze zich hier in Engeland doet gelden, waar ze met de gebruikelijke openhartig heid, welke haar het best dient, wordt be sproken. RECLAME. Hoesten is een verschijnsel van den strijd, dien het lichaam voert tegen alles wat de ademhaling belemmert. Zuiver Uw luchtwegen en kom de natuur te hulp met de slijm- oplossende en ontsteking genezende D« groote fiocoDB lijn voordctHgeji 8275 SCHEEPSTIJDINGEN. ROTTERDAMSCHB LLOYD. TABANAN, thuisr., pass. 16-10 Tcrim. SAMARINDA, thuisr., pass. 16-10 Perim. INSULINDE, thuisr.. 17-10 v. Singapore. DJEMBER, thu'sr., 17-10 te Marseilla. TJER1MAI, uitr., 17-10 y. Colombo. PATRIA, 18-10 y. Rott. tl Batavia. HOLLANDAMERIKA LIJN. LEERDAM, Roti d. New Orleans, 16-10 v. Vigo. DINTBLDIJK, 15-10 v. Roti te Seattle. IJSSELDIJK, 16-10 y. New Orleans- n. Rott HOLLAND—BRITSCH-INDIE LIJN. SOMMELSDIJK, thuisr., i7-10 te Pondi- cherry. t STOOMVAART-MIJ. „NEDERLAND". SEMBILAN, 16-10 y. Amsi n. Hamburg. KONINGIN DER NEDERL, thuisr., 16.10 y. Colombo. JOHAN DE WITT, Ihu'sr., 18-10 te Genua verwacht. j KON. WEST-IND. MAILDIENST VAN RENSSELAER, 15-10 v. Barbados a Amsterdam. STOOMVAART-MAATSCHAPPIJ „OCEAAN" MELAMFUS, Java a Amsi, pass. 17-10 Gibraltar. AUTOLYCUS, Japan a Rott.i 16-10 te Penang. PALAMED, Java n. Aunt., pass. 17-1Q Gi- KON. HOLL. LLOYD. ORANIA, thuisr., 17-10 v. Leixoes. MAASLAND, uitr., 16-10 te Pernambuco. FLANDRIA, uitr., 17-10 y. 'Bahia. ZAANLAND, thuisr., 20-10 bij Las Palmas verwacht. i BOE ROE, thuisr., 15-10 v. Penang. STOOMVAART-MAATSCHAPPIJ „OCEAAN" CITY OF PEKING, Japan n. Rett, 15-10 y. Colombo. NEDERL. EN VREEMDE SCHEPEN. SLIEDREQHT, New-Orleans a Vigo, was 16-10 340 mijlen v. Bermuda. PROOYON, 16-10 y. Rott. te Montevideo. Wm VAN DRIEL Sr., 16-10 v. Tunis a Rott IJSELDIJK, 16-10 v. New-Orleans a Rott. MERAK, 16-10 v. Sydney C. B. n. Montreal. CLIFFWOOD, 16-10 v. New-Orleans n. Rott ALDEBARAN, 16-10 v. Montreal n. Antw. KARL HANS, 14-10 v. Norfolk a Rott MAASBRUG, 15-10 v. Quebec a Rott IJSELHAVEN, 15-10 y. Quebec n. Bremen. WINTERSWIJK, Rott a Montreal, pass. 16-10 Belle Isle. TRECARRELL, Port Plrie n. Rott., 14-10 y. Port Said. SANTA THERESA, 13-10 v. Santos a Rott BLAIRGOWRIE, 15-10 v. Rott. te Quebec. GRENA, 16-10 v. Rott. te Quebec. ALF, 15-10 v. Rott te Quebec. GRELHEAD, 16-10 v. Baltimore n. Rott BALUCHISTAN, 16-10 v. Rott te Quebec. KATE, 16-10 v. Sydney C.B. n. Rott HELENE, 15-10 v. Braila te Hamburg. Verwachte Nederlandsche passagiers- en postschepen, met den datum van ver moedelijke aankomst. Van Oost-Indië. JOHAN DE WITT, 25-10 te Amsterdam. TABANAN, 25-10 te Marseille; 1-11 te Rott. KONINGIN DER NEDERL., 31-10 te Genua; 8-11 te Amst. INSULINDE, 8-11 te Marseille; 15-11 te Rott Van West"Indië. VAN RENSSELAER, 31-10 te Amsterdam. Van Zuid-Amerika. ORANIA, 20-10 te Amsterdam. GELRIA, 9-11 te Amsterdam. VOLENDAM, 11-11 te Rotterdam. Van Noord-Amerika. ROTTERDAM, 3-11 te Rotterdam. RECLAME. MIJNHARDT's - Zenuw-Tabletten 75 Laxeer-Tabletten. .60" Hoofdpijn-Tabletten co* BU Apotli-en Drogisten. 8281 Over Liefde en nog een paar andere dingen. door AMY VORSTMAN—TEN HAVE. Liefde1 Wat een afgezaagd onder werp Is er ooit over eenig ander ding meer geschreven mefc minder kennis van zaken 1 Liefde is gemeen goed...», 1 De benaming is versleten op de lippen van de heele menschheid...... Dichters raken er over in vervoering Het onbenulligste broodschrijvertje ge bruikt de Liefde (mefc een groote L) als voedingsbodem voor de baccillen van z'n kwijnende fantasie. Liefde is een etiket, dat in de meeste gevallen verkeerd opgeplakt wordt. Het is een schuilnaam voor hartstocht, voor flirt, voor eigenbelang en nog een heeleboel meer Dat is liefde met een verkeerd fabrieks merk De kwaliteit deugt niet en het stempel evenmin. Het is de vrees voor onszclven en de lafheid,, die op den bodem van onze ziel ligt en die on3 doet krimpen voor Let oordeel van onze medemenschen, die ons liefde laat huichelen, waar niets meer dan dan sleur cn gewoonte zijn overge bleven van een gevoel, dat ook in den eersten aanleg met liefde niets uitstaande had. Liefde kan niet in een adem genoemd worden met vriendschap, adoratie, kame raadschap, verliefdheid of welke andere menschelijke aandoeningen ge maar beden ken wilt. Liefde is een ding apart. Hot staat alleen en er is niets, dat het even- aardt...... Er zijn weinig andere dingen, die den invloed van de liefde op het mensche- lïjk leven nabij komen Waarom is er dan eigenlijk zoo weinig liefdeen zooveel van al het andere f Zou het waar zijn, dat het tegenwoordig geslacht niet meer in staat is, om behoor lijk lief te hebben, zóó als eenige beroemd geworden liefdes uit de geschiedenis ons dat in herinnering brengen Een krantenartikelen dan nog wel over liefde Fi done! Over liefde spreekt men niet. En waarom niet, als ik u verzoeken mag Zijn wij dan werkelijk zóó diep gezonken, dat liefde voor ons synoniem is met „iets, waarover men niet spreekt" Niet omdat er iets „bij" is. Spreken twee menschen, die waarachtig liefhebben, niet over het machtige gevoel, dat hen beweegt, maar omdat waarachtige liefdo niet go- sproken, maar geleefd wordt. Waarachtige liefde kleurt ons denken efi doen en in staat is ons in-wezenlijk zoo danig te veranderen, dat wij als herboreiï door het leven gaan. Liefhebben is een ambt. i Waarom leeren wij dansen..-., en lezen en schrijvenen vreemde talen spre kenwaarom leeren wij een handwerk^ om in ons levensonderhoud te voorziener en waarom leeren wij niet liefhebben, omi de nóoden van onze ziel te bevredigen? Zonder voorbereiding geen resultaat Dit geldt voor het leven en ook voor dei liefde. De man of de vrouw, tot wie ouvoorbe- reid de liefde komt, zal na den eersten roes niet in staat blijken de liefde to onderhouden. De liefde is tweeledig: hjj, die slechts neemt zonder te geven, put zijn reserves uit. Het is een algemeen verbreid dwaalbegrip^- dat een wederzijds geuite liefde een toe stand van voldane energie-loosheid geschat pen heeft: het is precies andersom. De momenteele bevrediging van een be antwoorde genegenheid brengt de onmiddel lijke zorg voor de instandhouding dier ge negenheid met zich medo. Ons opvoedings-systeem omvat een enorme verscheidenheid, doch het onderwijs in de liefde heeft hier geen plaats kunnen vinden;,- In het voorjaar houden wij groote schooft- maak: we poetsen en boenen en stoffen We vernieuwen hier en daar en houden overal een geduchte opruiming. Na die vaak onpleizierige operatie ziet ons huis er weer keurig uit. „Ten minste tóónbaar", zegt de overdre ven nette huisvrouw, wie het nooit schoon genoeg naar den zin is. Waarom houden we niet eenmaal per jaar zoo'n groote schoonmaak in ons hart? Waarom ons hart niet eens duchtig ge keerd, gestoft en opgepoetst? Zoodat alle verkeerde dingen er vanzelf uitvallen, de verborgenste hoekjes eens aan het dag licht van ons spiedend oog komen en op?r dat de goede wil en al die beste bedoelingen,- die onderin liggen en die zoowaar heelemaal onder het stof van onverschilligheid en beslommering geraakt zjjn, eens fonkel nieuw en glimmend ons tot sieraad strekken?. Een frissche wind van eerlijk zelfonder zoek vaagt alle spinraggen en muizenissen weg en vernieuwd, verjongd en opge knapt staan wij weer daar! Ten minste tóónbaar4 Is ons hart wel altijd toonbaar? Zijn al onze fraaie en blinkende gevoe lens van liefde niet heel dikwijls mislei dingen, die berusten op zelfbedrog? De liefde gelooft alles, hoopt alles en verdraagt alles. I Dat hebben we wel eens meer gehoord. Maarde liefde vraagt tevens den geheelen mensch (en dat staat er niet bjj Niemand zal verwachteD, dat zqn kan toorwerk zichzelf klaar stoomt, wanneer hij er niet meer aan doet, dan er levendig be lang in stellen Evenmin zal de huisvrouw met een be langstellende blik zonder meer haar eten gekookt en haar kamer gestoft krijgen... Er is meer toe noodig: Wij moeten ar- beidea Met de liefde is het precies eender: een lofzang, rijkelijk overgoten met tranen van aandoening zonder meer zal geen enke»e liefde in stand houden: wij moeten arbeidea Wij moeten even goed arbeiden aan onze hef de als aan ons levenswerk. De liefde is een ambt en een beurs, die onder den invloed der tijden niet meer

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 10