LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 14 October
Tweede Blad. Anno 1924.
u BINNENLAND.
FEUILLETON.
De Kluizenaar van Far- End.
No. 19815
i
pensioen weduwen en weezen van
Kamerleden.
Aan de aemori© van toelichting, tot het
hft de Kamer ingediende wetsontwerp tot
Stvoering van art. 90, laatste lid, der
Grondwet, is bet volgende ontleend:
Artikel 90, laatste lid, der Grondwet
luidt: Aan weduwen en weezen van Kamer
leden of gewezen Kamerleden wordt pen
sioen verleend, volgens regels, door de
wet te stellen."
Omtrent den omvang van de werking
van de regeling bevat art. XII der additio-
neele 'oepalingen een voorschrift. Het on
derhavige ontwerp van wet strekt, aan deze
artikelen uitvoering te geven.
De voorgestelde regeling wijkt op ver
schillende punten af van die, welke voor
de ambtenaren geldt. Het pensioen volgens
dit ontwerp houdt verband met het pensioen,
dat het overleden Kamerlid zou hebben
genoten, indien hij niet gestorven, maar
als Kamerlid afgetreden was. Het pensioens
bedrag is dus grootei naarmate de echt
genoot langer Kamerlid is geweest, en
varieert, wat het weduwenpensioen betreft,
van f75—f1500.
De op grond van deze wet te verleeneo
pensioenen zullen evenals de eigen pensi
oenen der Kamerleden ten laste van den
Staat worden gebracht. Van fondsvorming
Is dus afgezien. Evenmin is aansluiting ge-
sooht brj het in art. 1 der Pensioenwet 1922
bedoelde pensioenfonds. Schter ligt het in
de bedoeling, de uit deze wet voortvloeiende
uitgaven tot een afzondeitqk, daarvoor op
hoofdstuk II der Staatsbegrooting uit te
trekken begrootingspost te bestrijden en
de ontvangen bijdragen onder de middelen
tot dekking van de staatsuitgaven afzonder
lek te verantwoorden.
Gepensionneertle Kamerleden beta'en geen
premie.
Voorzieningen tegen besmettelijke ziekten.
Blijkens de memorie van antwoord op het
voorloopig verslag nopens het ontwerp voor
zieningen legen besmettelijke ziekten
wenscht de Regeering geen woord te verspil
len aan het wijlen van hel voorstel om te
gemoet te komen aan gewetensbezwaren te
gen vaccinatie aan een zwichten van den
voorzitter van den Ministerraad voor dit drij
ven. Die opmerking was te minder op haar
plaats, waar toch de voorzitter van den Mi
nisterraad ook bij andere materie van wet
geving er naar gestreeld heeft, gewetensbe
zwaren zoo ver mogelijk te ontzien.
Dat de vaccinatie in beginsel ongeoorloofd
zou zijn, kan de Regeering niet toegevendit
gevoelen wordt ook door de overgroole meer
derheid van hel Nederlandsche volk, waar
onder groole groepen, die de Heilige Schrift
als hoogste gezag erkennen, niet gedeeld.
Zij, die in ernst vrijstelling van verplicht
schoolbezoek bepleitten ten behoeve van kin
deren. wier ouders er bezwaar tegen hebben,
Idat zij voortdurend in nauwe aanraking ko
men met niet-ingeënten, maken zich in meer
dan é6n opzicht aan overdrijving schuldig
De vaccinalie-toestand van ons volk is zóó,
dat ieder dagelijks in aanraking komt mei
personen, die niet-immuum zijn tegen de
pokken.
Overweging van de tegen het voorslei in
gebrachte bezwaren en van de gemaakte op
merkingen heeft de Regeering geleid lot een
zoodanige wijziging, dat de plicht tot re-vac-
cinalie vastgesteld is voor zooveel betreft
onderwijzers als onderwijzeressen, alsmede
leerlingen boven 11 jaar
De burgemeester zal, volgens een andere
|t wijziging, een onderzoek kunnen instellen
I naar de waarheid der onderteekende verkla-
ring, dal men gewetensbezwaar heeft. Is de
verklaring in strijd met de waarheid, dan
L zal hij die haar deed, strafbaar zijn inge-
I volge liet tweede lid van art. 38.
De Regeering betreurt het, dat hel wels-
I ontwerp vrij algemeen ongunstig werd ont
ij vangen. Ziet zij goed, dan werkten hiertoe
Iwee oorzaken samen: lo. het sterk ambtc-
lijk karakter, dat men in de voorgestelde re-
BL geling zag; 2o. de hoogere kosten, die men
H er van verwacht.
i Wat het ambtelijk karakter aangaat, wordt
H opgemerkt, dat de memorie van toelichting
den indruk heeft gewekt, alsof alle medici
en burgemeesters voor de uitvoering van de
door MARGARET PEDLER.
Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT.
53)
„Ik wou, dal je niet ging," sprak zij onte
vreden. „Ik had jou en Elisabeth zoo graag
willen laten kennismaken. Moet jo werke
lijk gaan?"
„Ik vrees van wel. En hel is beter, dal ik
ga ook Ik zou maar rond razen ais oen los-
l' gebroken duivel, omdat mevrouw Durward
zooveel van je lijd in beslag nam. Laai zij-je
nil maar een paar dagen voor zich hebben
aan heb ik je wanneer ik terug kom, weer
heelemaal voor mij."
HOOFDSTUK XXIV.
Blauwe vlekjes.
Elisabeth fronste even de wenkbrauwen,
teen zij den brief doorlas, dien zij dien mid-
dag van Sara had ontvangen. Sara schreef
I baar, dat er kamers voor haar waren be-
8Prcken in het Cliff-hotel en verder, dat zij
teer teleurgesteld was, dat Elisabeth heiaas
jfor-lb Trent niet zou ontmoeten, want dat
hij den Woensdag vóór haar komst uit de
stad moest.
vertrek was hei laatste, dat Biisa-
I aÜ? w,eu8cbte. Boven alles verlangde zij
den man te onlinoeten, dien zij beschouwde
vs het struikelblok op het pad van haar
wajL* a*s mogelijk was nog iels te
F: doen om Tims hartewensch te verkrijgen,
*on dat alleen gebeuren, wanneer Elisabeth
wet van 1872 worden gedisqualificeerd Die
memorie geeft onomwonden een uiteenzet
ting van den beslaanden toestand; maar zij
behelst allerminst een algemeene disqualifi-
catie. De Regeering betuigt haar waardee
ring voor de medici en de burgemeesters, die
met kennis van zaken en doortastendheid bij
de bestrijding van besmettelijke ziekten te
werk gingen; maar daarnaast blijft het feit
bestaan, dat in menig geval de inspectie zeer
snel ter plaatse moet komen, zal het nood
zakelijke, niet meer en niet minder, gedaan
worden. De inspectie heeft ten deze goed
werk geleverd en verdient beter dan de wei
nig sympathieke woorden, die in het voor
loopig verslag aan haar worden gewijd.
Zooals in de memorie van toelichting werd
getracht den bestaanden toestand te schet
sen, is het wetsontwerp een weerspiegeling
van dienzelfden toestand. Gevoel van eigen
voortreffelijkheid van den dienst der volks
gezondheid heeft daarbij evenmin voorgeze
ten als de in het voorloopig verslag veronder
stelde poging, langs den weg van dit ont
werp te dwingen lot aanvaarding van de
plannen tot invoering van gezondheidsdien
sten. Een dergelijke poging zou even onge
past als gebrekkig zijn en de bewindsman,
die zich er voor liet gebruiken, moge al een
betuiging van goede trouw in ontvangst kun
nen nemon, in doorzicht zou hij in bedenke
lijke mate te kort zijn gescholen. Het be
vreemdt de Regeering, dat een vermoeden
als dit, zonder een zweem van bewijs, in het
voorloopig verslag tot uiting kon komen.
Zoowel de Minister van Arbeid, Handel en
Nijverheid, als de ambtenaren, die hem ter
zake van dit wetsontwerp adviseerden, aan
vaarden zonder reserve de noodzakelijkheid,
onder de tegenwoordige financieele omstan
digheden het plan tot invoering van gezond
heidsdiensten op tc geven.
Zoekende naar gemeen overleg heeft de
Regeering, wat de bemoeiingen van de in
spectie betreft, het ontwerp aan een herzie
ning onderworpen. Daarbij moest voorop
staan, dat, wanneer werkelijk gevaar dreigt,
de mogelijkheid van ingrijpen door het Rijks
gezag moet blijven bestaan, omdat zeer spoe
dig algemeene handels- en verkeersbelangen
in het spel komen en hel Rijk door een inter
nationale sanitaire conventie gehouden is tol
verantwoordelijkheid.
Zoowel ten aanzien van de exotische als
van de epidemische ziekten is de niet-ambte-
lijke geneeskundige ingeschakeld. Blijkt, dat
de noodige maatregelen niet worden geno
men, dan kan de inspecteur advies geven,
dat dan een dwingend karakter heeft, be
houdens het beroep van den burgemeester
op den hoofdinspecteur.
Minder nog dan bij het oorspronkelijk ont
werp behoeft thans vrees te bestaan, dat uit
breiding van de inspectie noodig zal zijn.
Ten aanzien van de kosten meent de Re
geering, dat dit wetsontwerp geen verande
ring brengt in de regeling, die geldt krach
lens de bestaande voorschriften. Alleen waar
sprake is van maatregelen tegen hen, die
door het bedrijf, dal zij uitoefenen, gevaar
lijk voor de samenlevipg blijken te zijn, kan
van hoogere kosten gesproken worden, doch
de nadruk wordt er op gelegd, dat de burge
meester niet verplicht is, aan het advies van
den inspecteur gevolg te geven; de inspec
teur heeft beroep op den Minister, die ter
stond do financieele gevolgen zal overwegen.
Toepassing van dezen maatregel zal tot de
zeldzaamheden behooren, weshalve geen
kostenberekening te dezen aanzien moge
lijk is.
De Regeering zou gaarne in het voorloopig
verslag een vermelding van feiten hebben
gezien, welke de vrees wettigden voor uit
breiding van hel Staatstoezicht op de volks
gezondheid. De schier dagelijksche ervaring
van de Regeering is, dat het Staatstoezicht
streeft naar inkrimping van uitgaven.
De indeeling van de besmettelijke ziekten
in twee groepen is van belang voor de maat
regelen, die kunnen worden toegepast. Eenige
begrenzing daarvan in de wet is zeer ge-
wenscty, opdat wettelijk vasCsta, hoever in
gegrepen kan worden.
Ook na overweging van hetgeen in het
voorloopig verslag wordt aangewend vóór
opneming van tuberculose en geslachtsziek
ten in dit ontwerp .meent de Regeering. dat
het niet goed zou zijn, indien daartoe werd
overgegaan. De maatregelen, die het ont
werp kent, zijn voor die beide ziekten niet
geschikt, hetzij omdat zij in de volksopvat
tingen geen steun zouden vinden, hetzij om
als de Déus ex m&china bekend was met
alle stukken van hel spel.
Zij moest weten welk soort van man het
was, die Sara's hart had kunnen winnen,
oer kon zij zijn invloed niet bestrijden, en
wanneer er sprake was van oen afgod mei
leemen voeten dan moest ze die eerst zelf
zien, eer zij Sara's door liefde verblinde
oogen er voor kon openen. Zoolang zij Trent
nog niet kende, vocht zij slechts in het
duister.
Elisabeth overwoog de zaak een poos. Ten
slotte verzond zij ©en telegram met betaald
antwoord aan den eigenaar van het Cliff-
hotel en oen paar uur later kondigde zij
haar echtgenoot aan, dat zi> voorstelde haar
bezoek aan Monkshaven drie dagen te ver
vroegen.
„Ik dacht overmorgen te gaan, Maandag,"
zei ze.
„Dan moest ik eigenlijk even oen telegram
zenden aan Sara," stelde Geoffrey voor.
„Neen, doe dal niet ïk wil haar juist ver
rassen." Elisabeth glimlachte en met de
kuiltjes in haar wangen zag zij er uit als
een kind, dat een geheim weel. „Ik zal er
legen dinertijd zijn en den zelfden avond aan
Sara schrijven."
Majoor Durward lachte; hij had er- ple
zier in
„Wat ©en dwaze baby ben je toch nog,
BelsI" riep hij uit, terwijl zijn openhartige
gezicht stra^-ld^ van vereering. „Niemand
zou denken dat je moeder bent van een vol
wassen zoont"
„Zouden ze niet?" Een oogenblik rustte
Elisabeths blik gesluierd, raadselachtig
als altijd op Tims gestalte, zooals hij daar
stond op een afstand, in gesprek verdiept
mot den tuinbaas. Toen dwaalden haar
oogen weer terug naar het gelaat van haar
dat die ziekten gansch andere middelen van
bestrijding vorderen.
Het komt niet noodig voor, ten aanzien
van andwre ziekten de mogelijkheid van
dwang lo» het ondergaan van kunstbewer
kingen op te nemen. De stand van geen en
kele dier ziekten is zóó, dat dwang met een
beroep daarop te rechtvaardigen zou zijn. En
ook zij, die per slot legen dwang geen be
zwaar hebben, zullen daartoe toch alleen
dan willen overgaan, wanneer de omstan
digheden die onvermijdelijk maken.
De verplichting van het hoofd van een ge
zin, aangifte te doen, is naar de meening van
de Regeering niet wel te handhaven. Of een
geval van een besmettelijke ziekte voorkomt,
kan alleen de medicus vaststellen, en voor
dezen geldt de plicht van aangifte.
Hoewel de critiek, die op de aan de in
spectie toegedachte rol wordt geoefend, niet
in alle opzichten juist kan worden geacht,
heeft de Regeering toch een dusdanige wijzi
ging aangebracht, dat een door den burge
meester onder goedkeuring van den inspec
teur aangewezen geneeskundige beslist over
den duur der afzondering.
Het zou onrechtvaardig zijn iemand, die
gewetensbezwaar tegen de vaccinatie heeft,
uit te sluiten van het geven van onderwijs.
Ongevaccineerden in tijden van epidemie
een zichtbaar teeken te doen dragen zou een
ongemeen stuitende maatregel zijn, die het
kenmerk van inconsequentie wel zeer sterk
zou vertoonen. Immers, het nalalen van de
vaccinatie kan alleen als motief voor der
gelijk signaleeren gelden, indien het een ern
stig feit is, en dat kan het alleen geacht wor
den, als aan de vaccinatie groote kracht van
beschutting wordt toegekend. Welke reden
kan er dan nog zijn, verdere beveiliging te
zoeken en dan nog in een maatregel van zoo
stuitenden aard?
Wijziging Pensioenwet 1922.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi
ging van "de Pensioenwet 1932. Aan de me
morie van toelichting is het volgende ont
leend:
In de nota betreffende den toestand van
's lands financien ten geleide van de Staats
begrooting voor 1924 vestigde de Regeering
er de aandacht op, dat in de financieel©
consequenties van de nieuwe Pensioenwet-
bezwaarlijk kan worden berust. Reeds
thans kan worden vastgesteld, dat de jaar-
lijksche bijdragon, die in he4. Pensioenfonds
worden gestort, niet berekend zijn voor de
risico's, zooals die door de nieuwe Pensioen
wet zijn bepaald, zoodat hand haring van
den tegenwoordigen toestand op groote te
korten van het fonds moet uitloopen. Voor
.het Rijk komt daarbij, dat het stelsel is
aanvaard om voor de op l Juli 1932 in
dienst zijnde ambtenaren het Rijk van bij
dragen vrij te stellen, doch daartegenover
tot uitkeering aan het fonds van de pensioe
nen te verplichten, zoodat dc werking van
de nieuwe wet zich aan het Rijk recht
streeks in een stijgenden pensioenlast doet
gevoelen. Een cn ander moet, vooral onder
de tegenwoordige omstaoctijybeden, tot her
nieuwde overweging van cle wet nopen. Ter
voldoening aan het aangekondigde voorne
men inzake een herziening, zoowel van de
burgerlijke als van de militaire pensioen
wetten, strekt, voor zooveel de burgerlijke
pensioenwet betreft, de indiening van ne
vensgaand ontwerp van wet.
In de toelichting tot de artikelen wordt
o.m. gezegd, dat art. 3 der Pensioenwet
vasten en tijdelijkon dienst op één lijn stelt.
Dit systeem voldoet niet. Het verdient,
naar het der Regeering voorkomt, aanbevo
ling, te dezen opzichte het stelsel der Pen
sioenwet te verlaten.
De onderscheiding tusschen tijdelijkeu
en lossen dienst schijnt, na de tijdelijken
buiten de wet worden gebracht, haar bctee-
kenis te hebbon verloren. Vandaar dat oo
losse dienst niet meer opzettelijk wordt
genoemd en dus onder den tijdelijken dienst
begrepen moet worden geacht. Voorts acht
de Regeering het wensohelijk, personen, die
een wedde of gezamenlijk bedrag aan wed
den van f409 of minder genieten, uit te
sluiten van uitzicht op pensioen.
De Regeering stelt voor het z.-gn. wacht
geld vervangend pensioen tc doen vervallen.
Aan hen, die wegens opheffing van hun
betrekking worden ontslagen, is een be
roep op de Kroon gegeven, indien te hun
man en zij lachte luchtigjes. „Niet iedereen
bekijkt rtiij door een rosen bril, zooals jij,
lieveling."
„Er is geen sprake van een „rose bril",
protesteerde Geoffrey met alle geweld.
„Geen sterveling ter wereld zou je ©en dag
meer geven dan dertig jaar, wanbeer iiij niet
zoo'n boom van een kerel als Tim had ge
zien als bewijs voor de onhoudbaarheid van
zijn veronderstelling.
Elisabeth sprong overeind en gaf, als bij
plotselinge ingeving, haar man een zoen.
„Geoffrey, je bent een schat," zei ze
warm. „Maar nu moet ik gauw Fanchetle
gaan zeggen, dat zij mijn koffer pakt."
Zoo gebeurde het dus, dat Sara den vol
genden Dinsdag tol haar verbazing en ver
rukking ©en brief kreeg van Elisabeth, die
haar vertelde van haar aankomst in het
Cliff-hotel.
„Gunst, Elisabeth is al hier!" riep zij uit
tegen de heele familie van Sunnyside tege
lijk. „Zij is gisteravond al gekomen."
Selwyn keek op van zijn brieven met oen
vriendelijken glimlach.
„Dat is goed. Dan kun je ten slotte toch
de ontmoeting tot stand brengen tusschen
mevrouw Durward en jouw kluizenaar, die,
tusschen twee haakjes, tegenwoordig toch
wel aardig uit zijn schulp is gekropen,"
voegde hij er ondeugend bij.
En Sara, nog volkomen onbewust, dat
Elisabeth op dat oogenblik de rechten van
het lot voor zich had opg«ëischt, antwoord
de glimlachend:
„Ja. De.Voorzienigheid heeft ditmaal alles
eens goed geregeld."
Een halfuur later liet zij zich aandienen
in CMiff-Hotel en werd zij naar mevrouw
Durwards zitkamer op de eerste verdieping
geleid.
nen aanzien geen of, naar hun oordeel,
geen voldoende maatregelen zijn getroffen.
Den in het 5de lid van art. 48 genoemden
wachtgeld van 7 jaron acht de Regeering
van to korten duur. Daarom wordt voorge
steld, tot den toestand, welke voorheen
gold, terug te keeren en de pensioengerech
tigdheid in verschillende gevallen afhanke
lijk to maken van oen diensttijd van tien
jaar. Mede wordt voorgesteld, instede van
drie jaar, vijf jaar werkelijken dienst te
eischen.
Voorgesteld wordt, het pensioen voor elk
jaar in aanmerking komenden dienst 1.75
pCt. te doen bedragen, zoodat, gelijk voor
heen, hei maximum-percentage na 40 jarisen
dienst kan worden bereikt.
Voort» is het minimum-pensioen van 30
pCt. tot het invaliditeit»- en verhoogd inva
liditeitspensioen boperkt.
Een nieuw voorgesteld artikel betreft de
cumulatie van pensioenen met inkomsten
uit na het ontslag ter hand genomen ar
beid. Met betrekking tot deze cumulatie be
vat de wet voor het tegenwoordige slechts
een bepaling voor wat betreft het wacht-
geldvervangend pensioen, zoomede het pen
•ioen voor den weder als Minister optre
denden oud-Ministor. Een verdere beper
king schijnt geboden.
Blijkt de onderstelling te falen, dat de
betrokkene niet in staat is de inkomsten,
die hij tot. dusver uit zijn ambt genoot, door
voortgezette werkzaamheid te verwerven,
dan is er alle aanleiding van het pensioen
dienovereenkomstig te herzien De Regee
ring heeft gemeend het. ouderdomspensioen
ter zijde te moeten laten, omdat dit pen
sioen voor het bewustzijn als te' seer hot
karakter draagt eenor verzekering van cel
vast bedrag. Intussohen ontkomt men er
dan bezwaarlijk aan, ook voor de overige
pensioenen de cumulatiobeperking te doen
eindigen, zoodra dc betrokkene den 65-ja-
rigen leeftijd heeft bereikt. Van korting
kan eerst 6prake zijn, indien pensioen en
nieuwe inkomsten gezamenlijk de laatstelijk
genoten wedde overschrijden. Op het be
drag dier oversohrijding wordt echter niet
een volledige inhouding voorgesteld, doch
deze tot bo pCt. beperkt.
Er doen zich vele govallen voor, waarin
een ambtenaar bij een geneeskundig onder
zoek ongesohilct is verklaard voor het verder
waarnemen van zijn betrekking, doch de
Pensioenraad de verklaring niet voldoende
gestaafd aoht. Bovendien gebeurt het niet
zelden, dat de onderzocht? naar Het oor
deel der medioi door een lichte genees- of
heelkundige behandeling weer voor zijn ar
beid volkomen geschikt ka*i worden. Het
gemis van voorgestelde aan den Pensioen
raad te geven bevoegdheden heeft sicb
reeds crnsti,g doen gevoelen.
Voorgesteld wordt de pensioenen, gelijk
voorheen, driemaandelijks te voldoen.
Bet nieuwe ontwerp-BezoldiginpsbealniL
Men schrijft ons uit ambtenaarskringen:
Voor velen is dit nieuwe ontwerp erg
onduidelijk. Verschillende functies worden
daarin niet genoemd, wat aanleiding is,
dat het nog is een zoeken cn vragen. Ons
antwoord aan velo vragers is, dat dit Be
zoldigingsbesluit een geheel ander karakter
draagt dan hot bestaande.
Het tegenwoordige bevat alle functie».
vHet nieuwe bevat slechts dc normen en zoo
genaamde kernsalarisaen. Deze worden
thans, nu het overleg met de organisaties
in de Centrale Commissie van Overleg is
verbroken, door de Regeering vastgesteld.
Is dat gebeurd, dan worden aan elk De
partement afzonderlijk de andere functies
tusschen dezo kcrnsalarissen ingeschoven,
Elk Departement behoeft voor zijn rege
ling eohter de goedkeuring van den Minis
ter van Financiën.
Zoo zijn bijv. door de kernsalarissen van
den kommies Iste klasse (f 1500—f 2300) en
den adj.-inspecteur f 2400—f 5000) de sa
larissen bogrensd van de tusschenliggcnde
rangen assistent-hoofdkommies, koni
mies-verificateur en verificateur en die vin
de functies beneden den rang van kommies
lste klasse (kommies 2de klasse, kommiezen
to water, hulpkommiezen op jaarloon).
De vraag dus, of de in het ontwerp niet
genoemde functies zullen yallon onder de
Elisabeth yerwolkomde haar met haar ge
wone hartelijkheid en zachbheid. Er was oen
schaduw van ernst op haar gelaat, toen zij
sprak over Sara's verloving; maar geen
schijn van ergernis Zij legde alleen den na
druk op de teleurstelling van Tim en haar
zelf, maar loonde daarbij geen bitterheid,
alteen een droevige spijt, dal oen ander ge
slaagd was, waar Tim had gefaald.
„En nu.' zei ze, Sara meetrekkend op liet
balkon, „vertel me nu eens wat van dien
gelukkigen man."
Sara vond het wel wai moeilijk een be
schrijving geven van den man, dien zij
liefhad, aan de mooder van den man, dien
zij niet liefhad, maar ten slotte slaagde Eli
sabeth door handig vragen er toch in achter
alles te komen, wat wij weten wilde.
„Drie en veertig!" riep zij uit, toen Sara
zijn leeftijd noemde. „Maar dat is veel te
oud voor jou, beste kind!"
Sara schudde het hoofd.
„Heelemaal niet," zei ze glimlachend.
„Ik vind van wel," hield Elisabeth vol,
haar met critischen blik bekijkend. „Jij
maakt zoo'n jeugdigen indruk. Je dool mij
altijd aan lente denken Je bent zoo slank
en recht en levenskrachtig als een jonge
boom Maar misschien hoeft mijnheer Trent
ook dat jeugdige. Jeugd is ten slotte geen
kwestie van jaren," voegde zij cr peinzend
bij; en vervolgde na een poos:
„Kom, ga nu nog eens verder; vertel me
oens, hoe bij er uit ziet."
Sara lachte en begon een beschrijving van
Garths uiterlijk te geven.
„En hij hoeft eigenaardige oogen, bruin
als die van een hond," vertelde ze, „met een
grappig blauw vlekje bij elke pupil."
Elisabeth boog zich voorover en haar
loonregeling ran de Rijküwerküeden, lig*
dus in het bovenstaande opgealoten.
Welke functies echter onder art. 3-1 tul
len va!Ion, is momenteel nog niet bekend.
Niemand is dus nog in staat om te reggen]
welke groepen van ambtenaron als werk
lieden-ambtenaren zullen worden beschouwd
Omtrent de vraag of dit ontwerp als vast
staand moet worden beschouwd, sija wij ran
meening, dat door den invloed der perso-
ncelorganisaties en door die van vorschil-
lende vooraanstaande Kamerleden, de mo
gelijkheid niet onwaarschijnlijk ia dat do
Regeering zal overgaan tot het aanbrengen
van enkele wijagmgen, Het spreekt vanzelf
dat bij dc behandeling in de Tweede Ka-
mor hierover een hartig woordje tal wor
den gesproken.
Toch wil hefc ons voorkomen, dat in
groote trekken dit ontwerp als vaststaand
kan worden beschouwd.
De malversaties bij den Rijksgebonwendienst
Naar De Tol." verneemt, heeft de Staat
der Nederlanden ook een civiele actie togen
a ^^aagden in zake de malversaties bg
den Rijksgebouwendienst ingesteld De Staat
heeft in verband daarmede conservatoir be
slag doen leggen op de goederen en het
vermogen der beklaagden, blijkbaar met de
bedoeling verhaal te krijgen op de valsche
declaraties, als onverschuldigd betaald, en
andere verduisteringen, te rijnen nadeéle
gepleegd. Met verdere actie zal de Staat
waarschijnlijk afwachten het resulteat der
strafzaken tegen de verschillende beklaagden.
Zooals uit de behandeling dor strafzaken
te gebleken, zijn verschillende beklaagden
in enkele jaren zeer vermogend geworden.
De vliegtocht Nederland—Indië.
De tweede brief, dion het Persbureau
Aneta van het Comité Vliegtocht Neder
land Indië ter publicatie kreeg, luidt als
volgt
Aan boord van het vliegtuig H-Naoo.
Na den start uit Belgrado, 3 Oct.
Gisteren werd het te laat om avonds
nog eon verslagje te schrijven ovor onzen
tw code a vliegdag, zoodat ik het nu van uit
de lucht zal doen.
Wij vertrokken uit Praag Donderdagmor
gen om 7 uur 50 Greenwich Main Time, dat
is 8 uur 50 plaatselijke tijd. ik had vroeger
willen gaan, doch liet mij door den comman
dant. bepraten om te wachten op het weer
bericht, hetgeen achteraf jammer was. Al
dadelijk na den start bemerkten wij, dat de
sterke Zuid-Oostenwind onze snolheid erg
vermindert. Wij vldgen over hot mooio heu
velland van Bohemen, langs de rivier de 6a-
zawa, een zijtak van de Moldawa. Het weer
wa3 niet zoo mooi als op' ons eorato traject;
bedekte lucht met een plafond op ongeveer
800 k 1000 M, Het landschap was nogal be
langrijk; heuvels van een 6 k 700 M. hoogte.
Toen wij de Sazawa verlieten, moesten wij
over een tamelijk hoogen en dichtbeboschten
heuvelrug, waar de wolken op een 50 M.
boven hingen, en kwamen zoo in het stroom
gebied van den Donau. Ook hier oon mooi
landschap; een groot aantal riviertjes loo-
pen door onze streek waaiervormig samen
en vereenigen zich tot de Maroh, die bij
Fressburg, Oost van Weonen langs de klei
ne Karpathon in don Donau vlooit. Ik be-
on mij zoo langzamerhand ongerust te ma-
en over den sterken tegenwind, die steeds
aanhield. Het traject Praag-Prcssburg had
ons 3V6 uur gekost en de afstand was sleohts
320 K.M. Als het zoo door ging was het de
vraag, of onze benzinevoorraad voldoende
zou zijn om Belgrado te halen, cn bovendien
of wij daar nog vóór het donker zouden aan
komen. Gelukkig was het traject Amstor-
dam-Praag ons benzineverbruik slechts 93
k 94 liter per uur gebleken, hetgeen buiten
gewoon laag is. Na veel gereken besloot ik
dan ook het te wagen en door te vliegen
naar Belgrado.
Langs de schone blauc Donau*' hadden
wij een prachtige vlucht. De breedo rivier
kronkelt zich door een mooie vlakte en ver
takt zich telkens., zoodat dikwijls twe>e of
meer armen evenwijdig loopen en verderop
weer samenvloeien. De eilanden, die zoo
gevormd worden, zijn meestal dichtbebosoht
Tusschen haakjes: het tikken in een vlieg
tuig valt niet meealles wiebelt, en ik kan
het belletje niet hooren, als ik aan het eind
van een regel ben.
borat ging sneller op en neer onder de zachie
kant van haar japon
„Blauwe vlekjes?" herhaalde zij.
„Ja, het klinkt alsof de kleuren doorge-
loopen zijn, niet?" vervolgde Sara, lachend.
„Maar hel maakt werkelijk een eigenaardig
effect."
„En je zei, dat rijn naam Trent is, Garth
Trent?" vroeg Elisabeth. De kteur om hav
mond was grauwachtig en zij maakte met
de long haar lippen nat vóór zij begon te
spreken. Haar stem had een ongeloovigen
klank.
„Ja. Hel is geen mooie naam, vindt je
wel?" glimlachte Sara.
„Het is oen eigenaardige naam," zei Eli
sabeth, zich herstellend. „Ik ben werkelijk
heel benieuwd dien vreemd-en man met die
bruin-blauwe oogen en dien grappig-en naam
te zien."
„Je zult hem vandaag wel zien," beloofde
Sara. „Andrey Maynard geeft ©en picnic in
liet Havenbosch, en daar komt Garlh ook.
Je gaat toch met ons mee, nietwaar?"
„Ik denk, dat het wel zal moeten," ant
woordde Elisabeth. „Hoewel picnics niet zoo
buitengewoon in mijn smaak vallen," voeg
de zij cr achteloos bij.
„O, de picnics van Andrey zijn niet zoo
als die van anderen," zei Sara op gerust
stellenden loon. „Zij zet die in elkaar, zoo
als zij alles in elkaar zet, in de puntjes en
tegelijk niete stijft De lunch zal hei werk
zijn van oen Franschen kok en het gezel
schap zal bestaan uit enkele, zorgvuldig»
bijoengekozen intieme vrienden."
„Best, ik zal komen, wanneer je er zeker
van bent, dat mevrouw Maynard er geen
bezwaar tegen hooft, dat een volkome®
vreemde neerkomt."
(Wordt vervolgd).