LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 14 October Tweede Blad. Anno 1924. u BINNENLAND. FEUILLETON. De Kluizenaar van Far- End. No. 19815 i pensioen weduwen en weezen van Kamerleden. Aan de aemori© van toelichting, tot het hft de Kamer ingediende wetsontwerp tot Stvoering van art. 90, laatste lid, der Grondwet, is bet volgende ontleend: Artikel 90, laatste lid, der Grondwet luidt: Aan weduwen en weezen van Kamer leden of gewezen Kamerleden wordt pen sioen verleend, volgens regels, door de wet te stellen." Omtrent den omvang van de werking van de regeling bevat art. XII der additio- neele 'oepalingen een voorschrift. Het on derhavige ontwerp van wet strekt, aan deze artikelen uitvoering te geven. De voorgestelde regeling wijkt op ver schillende punten af van die, welke voor de ambtenaren geldt. Het pensioen volgens dit ontwerp houdt verband met het pensioen, dat het overleden Kamerlid zou hebben genoten, indien hij niet gestorven, maar als Kamerlid afgetreden was. Het pensioens bedrag is dus grootei naarmate de echt genoot langer Kamerlid is geweest, en varieert, wat het weduwenpensioen betreft, van f75—f1500. De op grond van deze wet te verleeneo pensioenen zullen evenals de eigen pensi oenen der Kamerleden ten laste van den Staat worden gebracht. Van fondsvorming Is dus afgezien. Evenmin is aansluiting ge- sooht brj het in art. 1 der Pensioenwet 1922 bedoelde pensioenfonds. Schter ligt het in de bedoeling, de uit deze wet voortvloeiende uitgaven tot een afzondeitqk, daarvoor op hoofdstuk II der Staatsbegrooting uit te trekken begrootingspost te bestrijden en de ontvangen bijdragen onder de middelen tot dekking van de staatsuitgaven afzonder lek te verantwoorden. Gepensionneertle Kamerleden beta'en geen premie. Voorzieningen tegen besmettelijke ziekten. Blijkens de memorie van antwoord op het voorloopig verslag nopens het ontwerp voor zieningen legen besmettelijke ziekten wenscht de Regeering geen woord te verspil len aan het wijlen van hel voorstel om te gemoet te komen aan gewetensbezwaren te gen vaccinatie aan een zwichten van den voorzitter van den Ministerraad voor dit drij ven. Die opmerking was te minder op haar plaats, waar toch de voorzitter van den Mi nisterraad ook bij andere materie van wet geving er naar gestreeld heeft, gewetensbe zwaren zoo ver mogelijk te ontzien. Dat de vaccinatie in beginsel ongeoorloofd zou zijn, kan de Regeering niet toegevendit gevoelen wordt ook door de overgroole meer derheid van hel Nederlandsche volk, waar onder groole groepen, die de Heilige Schrift als hoogste gezag erkennen, niet gedeeld. Zij, die in ernst vrijstelling van verplicht schoolbezoek bepleitten ten behoeve van kin deren. wier ouders er bezwaar tegen hebben, Idat zij voortdurend in nauwe aanraking ko men met niet-ingeënten, maken zich in meer dan é6n opzicht aan overdrijving schuldig De vaccinalie-toestand van ons volk is zóó, dat ieder dagelijks in aanraking komt mei personen, die niet-immuum zijn tegen de pokken. Overweging van de tegen het voorslei in gebrachte bezwaren en van de gemaakte op merkingen heeft de Regeering geleid lot een zoodanige wijziging, dat de plicht tot re-vac- cinalie vastgesteld is voor zooveel betreft onderwijzers als onderwijzeressen, alsmede leerlingen boven 11 jaar De burgemeester zal, volgens een andere |t wijziging, een onderzoek kunnen instellen I naar de waarheid der onderteekende verkla- ring, dal men gewetensbezwaar heeft. Is de verklaring in strijd met de waarheid, dan L zal hij die haar deed, strafbaar zijn inge- I volge liet tweede lid van art. 38. De Regeering betreurt het, dat hel wels- I ontwerp vrij algemeen ongunstig werd ont ij vangen. Ziet zij goed, dan werkten hiertoe Iwee oorzaken samen: lo. het sterk ambtc- lijk karakter, dat men in de voorgestelde re- BL geling zag; 2o. de hoogere kosten, die men H er van verwacht. i Wat het ambtelijk karakter aangaat, wordt H opgemerkt, dat de memorie van toelichting den indruk heeft gewekt, alsof alle medici en burgemeesters voor de uitvoering van de door MARGARET PEDLER. Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT. 53) „Ik wou, dal je niet ging," sprak zij onte vreden. „Ik had jou en Elisabeth zoo graag willen laten kennismaken. Moet jo werke lijk gaan?" „Ik vrees van wel. En hel is beter, dal ik ga ook Ik zou maar rond razen ais oen los- l' gebroken duivel, omdat mevrouw Durward zooveel van je lijd in beslag nam. Laai zij-je nil maar een paar dagen voor zich hebben aan heb ik je wanneer ik terug kom, weer heelemaal voor mij." HOOFDSTUK XXIV. Blauwe vlekjes. Elisabeth fronste even de wenkbrauwen, teen zij den brief doorlas, dien zij dien mid- dag van Sara had ontvangen. Sara schreef I baar, dat er kamers voor haar waren be- 8Prcken in het Cliff-hotel en verder, dat zij teer teleurgesteld was, dat Elisabeth heiaas jfor-lb Trent niet zou ontmoeten, want dat hij den Woensdag vóór haar komst uit de stad moest. vertrek was hei laatste, dat Biisa- I aÜ? w,eu8cbte. Boven alles verlangde zij den man te onlinoeten, dien zij beschouwde vs het struikelblok op het pad van haar wajL* a*s mogelijk was nog iels te F: doen om Tims hartewensch te verkrijgen, *on dat alleen gebeuren, wanneer Elisabeth wet van 1872 worden gedisqualificeerd Die memorie geeft onomwonden een uiteenzet ting van den beslaanden toestand; maar zij behelst allerminst een algemeene disqualifi- catie. De Regeering betuigt haar waardee ring voor de medici en de burgemeesters, die met kennis van zaken en doortastendheid bij de bestrijding van besmettelijke ziekten te werk gingen; maar daarnaast blijft het feit bestaan, dat in menig geval de inspectie zeer snel ter plaatse moet komen, zal het nood zakelijke, niet meer en niet minder, gedaan worden. De inspectie heeft ten deze goed werk geleverd en verdient beter dan de wei nig sympathieke woorden, die in het voor loopig verslag aan haar worden gewijd. Zooals in de memorie van toelichting werd getracht den bestaanden toestand te schet sen, is het wetsontwerp een weerspiegeling van dienzelfden toestand. Gevoel van eigen voortreffelijkheid van den dienst der volks gezondheid heeft daarbij evenmin voorgeze ten als de in het voorloopig verslag veronder stelde poging, langs den weg van dit ont werp te dwingen lot aanvaarding van de plannen tot invoering van gezondheidsdien sten. Een dergelijke poging zou even onge past als gebrekkig zijn en de bewindsman, die zich er voor liet gebruiken, moge al een betuiging van goede trouw in ontvangst kun nen nemon, in doorzicht zou hij in bedenke lijke mate te kort zijn gescholen. Het be vreemdt de Regeering, dat een vermoeden als dit, zonder een zweem van bewijs, in het voorloopig verslag tot uiting kon komen. Zoowel de Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid, als de ambtenaren, die hem ter zake van dit wetsontwerp adviseerden, aan vaarden zonder reserve de noodzakelijkheid, onder de tegenwoordige financieele omstan digheden het plan tot invoering van gezond heidsdiensten op tc geven. Zoekende naar gemeen overleg heeft de Regeering, wat de bemoeiingen van de in spectie betreft, het ontwerp aan een herzie ning onderworpen. Daarbij moest voorop staan, dat, wanneer werkelijk gevaar dreigt, de mogelijkheid van ingrijpen door het Rijks gezag moet blijven bestaan, omdat zeer spoe dig algemeene handels- en verkeersbelangen in het spel komen en hel Rijk door een inter nationale sanitaire conventie gehouden is tol verantwoordelijkheid. Zoowel ten aanzien van de exotische als van de epidemische ziekten is de niet-ambte- lijke geneeskundige ingeschakeld. Blijkt, dat de noodige maatregelen niet worden geno men, dan kan de inspecteur advies geven, dat dan een dwingend karakter heeft, be houdens het beroep van den burgemeester op den hoofdinspecteur. Minder nog dan bij het oorspronkelijk ont werp behoeft thans vrees te bestaan, dat uit breiding van de inspectie noodig zal zijn. Ten aanzien van de kosten meent de Re geering, dat dit wetsontwerp geen verande ring brengt in de regeling, die geldt krach lens de bestaande voorschriften. Alleen waar sprake is van maatregelen tegen hen, die door het bedrijf, dal zij uitoefenen, gevaar lijk voor de samenlevipg blijken te zijn, kan van hoogere kosten gesproken worden, doch de nadruk wordt er op gelegd, dat de burge meester niet verplicht is, aan het advies van den inspecteur gevolg te geven; de inspec teur heeft beroep op den Minister, die ter stond do financieele gevolgen zal overwegen. Toepassing van dezen maatregel zal tot de zeldzaamheden behooren, weshalve geen kostenberekening te dezen aanzien moge lijk is. De Regeering zou gaarne in het voorloopig verslag een vermelding van feiten hebben gezien, welke de vrees wettigden voor uit breiding van hel Staatstoezicht op de volks gezondheid. De schier dagelijksche ervaring van de Regeering is, dat het Staatstoezicht streeft naar inkrimping van uitgaven. De indeeling van de besmettelijke ziekten in twee groepen is van belang voor de maat regelen, die kunnen worden toegepast. Eenige begrenzing daarvan in de wet is zeer ge- wenscty, opdat wettelijk vasCsta, hoever in gegrepen kan worden. Ook na overweging van hetgeen in het voorloopig verslag wordt aangewend vóór opneming van tuberculose en geslachtsziek ten in dit ontwerp .meent de Regeering. dat het niet goed zou zijn, indien daartoe werd overgegaan. De maatregelen, die het ont werp kent, zijn voor die beide ziekten niet geschikt, hetzij omdat zij in de volksopvat tingen geen steun zouden vinden, hetzij om als de Déus ex m&china bekend was met alle stukken van hel spel. Zij moest weten welk soort van man het was, die Sara's hart had kunnen winnen, oer kon zij zijn invloed niet bestrijden, en wanneer er sprake was van oen afgod mei leemen voeten dan moest ze die eerst zelf zien, eer zij Sara's door liefde verblinde oogen er voor kon openen. Zoolang zij Trent nog niet kende, vocht zij slechts in het duister. Elisabeth overwoog de zaak een poos. Ten slotte verzond zij ©en telegram met betaald antwoord aan den eigenaar van het Cliff- hotel en oen paar uur later kondigde zij haar echtgenoot aan, dat zi> voorstelde haar bezoek aan Monkshaven drie dagen te ver vroegen. „Ik dacht overmorgen te gaan, Maandag," zei ze. „Dan moest ik eigenlijk even oen telegram zenden aan Sara," stelde Geoffrey voor. „Neen, doe dal niet ïk wil haar juist ver rassen." Elisabeth glimlachte en met de kuiltjes in haar wangen zag zij er uit als een kind, dat een geheim weel. „Ik zal er legen dinertijd zijn en den zelfden avond aan Sara schrijven." Majoor Durward lachte; hij had er- ple zier in „Wat ©en dwaze baby ben je toch nog, BelsI" riep hij uit, terwijl zijn openhartige gezicht stra^-ld^ van vereering. „Niemand zou denken dat je moeder bent van een vol wassen zoont" „Zouden ze niet?" Een oogenblik rustte Elisabeths blik gesluierd, raadselachtig als altijd op Tims gestalte, zooals hij daar stond op een afstand, in gesprek verdiept mot den tuinbaas. Toen dwaalden haar oogen weer terug naar het gelaat van haar dat die ziekten gansch andere middelen van bestrijding vorderen. Het komt niet noodig voor, ten aanzien van andwre ziekten de mogelijkheid van dwang lo» het ondergaan van kunstbewer kingen op te nemen. De stand van geen en kele dier ziekten is zóó, dat dwang met een beroep daarop te rechtvaardigen zou zijn. En ook zij, die per slot legen dwang geen be zwaar hebben, zullen daartoe toch alleen dan willen overgaan, wanneer de omstan digheden die onvermijdelijk maken. De verplichting van het hoofd van een ge zin, aangifte te doen, is naar de meening van de Regeering niet wel te handhaven. Of een geval van een besmettelijke ziekte voorkomt, kan alleen de medicus vaststellen, en voor dezen geldt de plicht van aangifte. Hoewel de critiek, die op de aan de in spectie toegedachte rol wordt geoefend, niet in alle opzichten juist kan worden geacht, heeft de Regeering toch een dusdanige wijzi ging aangebracht, dat een door den burge meester onder goedkeuring van den inspec teur aangewezen geneeskundige beslist over den duur der afzondering. Het zou onrechtvaardig zijn iemand, die gewetensbezwaar tegen de vaccinatie heeft, uit te sluiten van het geven van onderwijs. Ongevaccineerden in tijden van epidemie een zichtbaar teeken te doen dragen zou een ongemeen stuitende maatregel zijn, die het kenmerk van inconsequentie wel zeer sterk zou vertoonen. Immers, het nalalen van de vaccinatie kan alleen als motief voor der gelijk signaleeren gelden, indien het een ern stig feit is, en dat kan het alleen geacht wor den, als aan de vaccinatie groote kracht van beschutting wordt toegekend. Welke reden kan er dan nog zijn, verdere beveiliging te zoeken en dan nog in een maatregel van zoo stuitenden aard? Wijziging Pensioenwet 1922. Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi ging van "de Pensioenwet 1932. Aan de me morie van toelichting is het volgende ont leend: In de nota betreffende den toestand van 's lands financien ten geleide van de Staats begrooting voor 1924 vestigde de Regeering er de aandacht op, dat in de financieel© consequenties van de nieuwe Pensioenwet- bezwaarlijk kan worden berust. Reeds thans kan worden vastgesteld, dat de jaar- lijksche bijdragon, die in he4. Pensioenfonds worden gestort, niet berekend zijn voor de risico's, zooals die door de nieuwe Pensioen wet zijn bepaald, zoodat hand haring van den tegenwoordigen toestand op groote te korten van het fonds moet uitloopen. Voor .het Rijk komt daarbij, dat het stelsel is aanvaard om voor de op l Juli 1932 in dienst zijnde ambtenaren het Rijk van bij dragen vrij te stellen, doch daartegenover tot uitkeering aan het fonds van de pensioe nen te verplichten, zoodat dc werking van de nieuwe wet zich aan het Rijk recht streeks in een stijgenden pensioenlast doet gevoelen. Een cn ander moet, vooral onder de tegenwoordige omstaoctijybeden, tot her nieuwde overweging van cle wet nopen. Ter voldoening aan het aangekondigde voorne men inzake een herziening, zoowel van de burgerlijke als van de militaire pensioen wetten, strekt, voor zooveel de burgerlijke pensioenwet betreft, de indiening van ne vensgaand ontwerp van wet. In de toelichting tot de artikelen wordt o.m. gezegd, dat art. 3 der Pensioenwet vasten en tijdelijkon dienst op één lijn stelt. Dit systeem voldoet niet. Het verdient, naar het der Regeering voorkomt, aanbevo ling, te dezen opzichte het stelsel der Pen sioenwet te verlaten. De onderscheiding tusschen tijdelijkeu en lossen dienst schijnt, na de tijdelijken buiten de wet worden gebracht, haar bctee- kenis te hebbon verloren. Vandaar dat oo losse dienst niet meer opzettelijk wordt genoemd en dus onder den tijdelijken dienst begrepen moet worden geacht. Voorts acht de Regeering het wensohelijk, personen, die een wedde of gezamenlijk bedrag aan wed den van f409 of minder genieten, uit te sluiten van uitzicht op pensioen. De Regeering stelt voor het z.-gn. wacht geld vervangend pensioen tc doen vervallen. Aan hen, die wegens opheffing van hun betrekking worden ontslagen, is een be roep op de Kroon gegeven, indien te hun man en zij lachte luchtigjes. „Niet iedereen bekijkt rtiij door een rosen bril, zooals jij, lieveling." „Er is geen sprake van een „rose bril", protesteerde Geoffrey met alle geweld. „Geen sterveling ter wereld zou je ©en dag meer geven dan dertig jaar, wanbeer iiij niet zoo'n boom van een kerel als Tim had ge zien als bewijs voor de onhoudbaarheid van zijn veronderstelling. Elisabeth sprong overeind en gaf, als bij plotselinge ingeving, haar man een zoen. „Geoffrey, je bent een schat," zei ze warm. „Maar nu moet ik gauw Fanchetle gaan zeggen, dat zij mijn koffer pakt." Zoo gebeurde het dus, dat Sara den vol genden Dinsdag tol haar verbazing en ver rukking ©en brief kreeg van Elisabeth, die haar vertelde van haar aankomst in het Cliff-hotel. „Gunst, Elisabeth is al hier!" riep zij uit tegen de heele familie van Sunnyside tege lijk. „Zij is gisteravond al gekomen." Selwyn keek op van zijn brieven met oen vriendelijken glimlach. „Dat is goed. Dan kun je ten slotte toch de ontmoeting tot stand brengen tusschen mevrouw Durward en jouw kluizenaar, die, tusschen twee haakjes, tegenwoordig toch wel aardig uit zijn schulp is gekropen," voegde hij er ondeugend bij. En Sara, nog volkomen onbewust, dat Elisabeth op dat oogenblik de rechten van het lot voor zich had opg«ëischt, antwoord de glimlachend: „Ja. De.Voorzienigheid heeft ditmaal alles eens goed geregeld." Een halfuur later liet zij zich aandienen in CMiff-Hotel en werd zij naar mevrouw Durwards zitkamer op de eerste verdieping geleid. nen aanzien geen of, naar hun oordeel, geen voldoende maatregelen zijn getroffen. Den in het 5de lid van art. 48 genoemden wachtgeld van 7 jaron acht de Regeering van to korten duur. Daarom wordt voorge steld, tot den toestand, welke voorheen gold, terug te keeren en de pensioengerech tigdheid in verschillende gevallen afhanke lijk to maken van oen diensttijd van tien jaar. Mede wordt voorgesteld, instede van drie jaar, vijf jaar werkelijken dienst te eischen. Voorgesteld wordt, het pensioen voor elk jaar in aanmerking komenden dienst 1.75 pCt. te doen bedragen, zoodat, gelijk voor heen, hei maximum-percentage na 40 jarisen dienst kan worden bereikt. Voort» is het minimum-pensioen van 30 pCt. tot het invaliditeit»- en verhoogd inva liditeitspensioen boperkt. Een nieuw voorgesteld artikel betreft de cumulatie van pensioenen met inkomsten uit na het ontslag ter hand genomen ar beid. Met betrekking tot deze cumulatie be vat de wet voor het tegenwoordige slechts een bepaling voor wat betreft het wacht- geldvervangend pensioen, zoomede het pen •ioen voor den weder als Minister optre denden oud-Ministor. Een verdere beper king schijnt geboden. Blijkt de onderstelling te falen, dat de betrokkene niet in staat is de inkomsten, die hij tot. dusver uit zijn ambt genoot, door voortgezette werkzaamheid te verwerven, dan is er alle aanleiding van het pensioen dienovereenkomstig te herzien De Regee ring heeft gemeend het. ouderdomspensioen ter zijde te moeten laten, omdat dit pen sioen voor het bewustzijn als te' seer hot karakter draagt eenor verzekering van cel vast bedrag. Intussohen ontkomt men er dan bezwaarlijk aan, ook voor de overige pensioenen de cumulatiobeperking te doen eindigen, zoodra dc betrokkene den 65-ja- rigen leeftijd heeft bereikt. Van korting kan eerst 6prake zijn, indien pensioen en nieuwe inkomsten gezamenlijk de laatstelijk genoten wedde overschrijden. Op het be drag dier oversohrijding wordt echter niet een volledige inhouding voorgesteld, doch deze tot bo pCt. beperkt. Er doen zich vele govallen voor, waarin een ambtenaar bij een geneeskundig onder zoek ongesohilct is verklaard voor het verder waarnemen van zijn betrekking, doch de Pensioenraad de verklaring niet voldoende gestaafd aoht. Bovendien gebeurt het niet zelden, dat de onderzocht? naar Het oor deel der medioi door een lichte genees- of heelkundige behandeling weer voor zijn ar beid volkomen geschikt ka*i worden. Het gemis van voorgestelde aan den Pensioen raad te geven bevoegdheden heeft sicb reeds crnsti,g doen gevoelen. Voorgesteld wordt de pensioenen, gelijk voorheen, driemaandelijks te voldoen. Bet nieuwe ontwerp-BezoldiginpsbealniL Men schrijft ons uit ambtenaarskringen: Voor velen is dit nieuwe ontwerp erg onduidelijk. Verschillende functies worden daarin niet genoemd, wat aanleiding is, dat het nog is een zoeken cn vragen. Ons antwoord aan velo vragers is, dat dit Be zoldigingsbesluit een geheel ander karakter draagt dan hot bestaande. Het tegenwoordige bevat alle functie». vHet nieuwe bevat slechts dc normen en zoo genaamde kernsalarisaen. Deze worden thans, nu het overleg met de organisaties in de Centrale Commissie van Overleg is verbroken, door de Regeering vastgesteld. Is dat gebeurd, dan worden aan elk De partement afzonderlijk de andere functies tusschen dezo kcrnsalarissen ingeschoven, Elk Departement behoeft voor zijn rege ling eohter de goedkeuring van den Minis ter van Financiën. Zoo zijn bijv. door de kernsalarissen van den kommies Iste klasse (f 1500—f 2300) en den adj.-inspecteur f 2400—f 5000) de sa larissen bogrensd van de tusschenliggcnde rangen assistent-hoofdkommies, koni mies-verificateur en verificateur en die vin de functies beneden den rang van kommies lste klasse (kommies 2de klasse, kommiezen to water, hulpkommiezen op jaarloon). De vraag dus, of de in het ontwerp niet genoemde functies zullen yallon onder de Elisabeth yerwolkomde haar met haar ge wone hartelijkheid en zachbheid. Er was oen schaduw van ernst op haar gelaat, toen zij sprak over Sara's verloving; maar geen schijn van ergernis Zij legde alleen den na druk op de teleurstelling van Tim en haar zelf, maar loonde daarbij geen bitterheid, alteen een droevige spijt, dal oen ander ge slaagd was, waar Tim had gefaald. „En nu.' zei ze, Sara meetrekkend op liet balkon, „vertel me nu eens wat van dien gelukkigen man." Sara vond het wel wai moeilijk een be schrijving geven van den man, dien zij liefhad, aan de mooder van den man, dien zij niet liefhad, maar ten slotte slaagde Eli sabeth door handig vragen er toch in achter alles te komen, wat wij weten wilde. „Drie en veertig!" riep zij uit, toen Sara zijn leeftijd noemde. „Maar dat is veel te oud voor jou, beste kind!" Sara schudde het hoofd. „Heelemaal niet," zei ze glimlachend. „Ik vind van wel," hield Elisabeth vol, haar met critischen blik bekijkend. „Jij maakt zoo'n jeugdigen indruk. Je dool mij altijd aan lente denken Je bent zoo slank en recht en levenskrachtig als een jonge boom Maar misschien hoeft mijnheer Trent ook dat jeugdige. Jeugd is ten slotte geen kwestie van jaren," voegde zij cr peinzend bij; en vervolgde na een poos: „Kom, ga nu nog eens verder; vertel me oens, hoe bij er uit ziet." Sara lachte en begon een beschrijving van Garths uiterlijk te geven. „En hij hoeft eigenaardige oogen, bruin als die van een hond," vertelde ze, „met een grappig blauw vlekje bij elke pupil." Elisabeth boog zich voorover en haar loonregeling ran de Rijküwerküeden, lig* dus in het bovenstaande opgealoten. Welke functies echter onder art. 3-1 tul len va!Ion, is momenteel nog niet bekend. Niemand is dus nog in staat om te reggen] welke groepen van ambtenaron als werk lieden-ambtenaren zullen worden beschouwd Omtrent de vraag of dit ontwerp als vast staand moet worden beschouwd, sija wij ran meening, dat door den invloed der perso- ncelorganisaties en door die van vorschil- lende vooraanstaande Kamerleden, de mo gelijkheid niet onwaarschijnlijk ia dat do Regeering zal overgaan tot het aanbrengen van enkele wijagmgen, Het spreekt vanzelf dat bij dc behandeling in de Tweede Ka- mor hierover een hartig woordje tal wor den gesproken. Toch wil hefc ons voorkomen, dat in groote trekken dit ontwerp als vaststaand kan worden beschouwd. De malversaties bij den Rijksgebonwendienst Naar De Tol." verneemt, heeft de Staat der Nederlanden ook een civiele actie togen a ^^aagden in zake de malversaties bg den Rijksgebouwendienst ingesteld De Staat heeft in verband daarmede conservatoir be slag doen leggen op de goederen en het vermogen der beklaagden, blijkbaar met de bedoeling verhaal te krijgen op de valsche declaraties, als onverschuldigd betaald, en andere verduisteringen, te rijnen nadeéle gepleegd. Met verdere actie zal de Staat waarschijnlijk afwachten het resulteat der strafzaken tegen de verschillende beklaagden. Zooals uit de behandeling dor strafzaken te gebleken, zijn verschillende beklaagden in enkele jaren zeer vermogend geworden. De vliegtocht Nederland—Indië. De tweede brief, dion het Persbureau Aneta van het Comité Vliegtocht Neder land Indië ter publicatie kreeg, luidt als volgt Aan boord van het vliegtuig H-Naoo. Na den start uit Belgrado, 3 Oct. Gisteren werd het te laat om avonds nog eon verslagje te schrijven ovor onzen tw code a vliegdag, zoodat ik het nu van uit de lucht zal doen. Wij vertrokken uit Praag Donderdagmor gen om 7 uur 50 Greenwich Main Time, dat is 8 uur 50 plaatselijke tijd. ik had vroeger willen gaan, doch liet mij door den comman dant. bepraten om te wachten op het weer bericht, hetgeen achteraf jammer was. Al dadelijk na den start bemerkten wij, dat de sterke Zuid-Oostenwind onze snolheid erg vermindert. Wij vldgen over hot mooio heu velland van Bohemen, langs de rivier de 6a- zawa, een zijtak van de Moldawa. Het weer wa3 niet zoo mooi als op' ons eorato traject; bedekte lucht met een plafond op ongeveer 800 k 1000 M, Het landschap was nogal be langrijk; heuvels van een 6 k 700 M. hoogte. Toen wij de Sazawa verlieten, moesten wij over een tamelijk hoogen en dichtbeboschten heuvelrug, waar de wolken op een 50 M. boven hingen, en kwamen zoo in het stroom gebied van den Donau. Ook hier oon mooi landschap; een groot aantal riviertjes loo- pen door onze streek waaiervormig samen en vereenigen zich tot de Maroh, die bij Fressburg, Oost van Weonen langs de klei ne Karpathon in don Donau vlooit. Ik be- on mij zoo langzamerhand ongerust te ma- en over den sterken tegenwind, die steeds aanhield. Het traject Praag-Prcssburg had ons 3V6 uur gekost en de afstand was sleohts 320 K.M. Als het zoo door ging was het de vraag, of onze benzinevoorraad voldoende zou zijn om Belgrado te halen, cn bovendien of wij daar nog vóór het donker zouden aan komen. Gelukkig was het traject Amstor- dam-Praag ons benzineverbruik slechts 93 k 94 liter per uur gebleken, hetgeen buiten gewoon laag is. Na veel gereken besloot ik dan ook het te wagen en door te vliegen naar Belgrado. Langs de schone blauc Donau*' hadden wij een prachtige vlucht. De breedo rivier kronkelt zich door een mooie vlakte en ver takt zich telkens., zoodat dikwijls twe>e of meer armen evenwijdig loopen en verderop weer samenvloeien. De eilanden, die zoo gevormd worden, zijn meestal dichtbebosoht Tusschen haakjes: het tikken in een vlieg tuig valt niet meealles wiebelt, en ik kan het belletje niet hooren, als ik aan het eind van een regel ben. borat ging sneller op en neer onder de zachie kant van haar japon „Blauwe vlekjes?" herhaalde zij. „Ja, het klinkt alsof de kleuren doorge- loopen zijn, niet?" vervolgde Sara, lachend. „Maar hel maakt werkelijk een eigenaardig effect." „En je zei, dat rijn naam Trent is, Garth Trent?" vroeg Elisabeth. De kteur om hav mond was grauwachtig en zij maakte met de long haar lippen nat vóór zij begon te spreken. Haar stem had een ongeloovigen klank. „Ja. Hel is geen mooie naam, vindt je wel?" glimlachte Sara. „Het is oen eigenaardige naam," zei Eli sabeth, zich herstellend. „Ik ben werkelijk heel benieuwd dien vreemd-en man met die bruin-blauwe oogen en dien grappig-en naam te zien." „Je zult hem vandaag wel zien," beloofde Sara. „Andrey Maynard geeft ©en picnic in liet Havenbosch, en daar komt Garlh ook. Je gaat toch met ons mee, nietwaar?" „Ik denk, dat het wel zal moeten," ant woordde Elisabeth. „Hoewel picnics niet zoo buitengewoon in mijn smaak vallen," voeg de zij cr achteloos bij. „O, de picnics van Andrey zijn niet zoo als die van anderen," zei Sara op gerust stellenden loon. „Zij zet die in elkaar, zoo als zij alles in elkaar zet, in de puntjes en tegelijk niete stijft De lunch zal hei werk zijn van oen Franschen kok en het gezel schap zal bestaan uit enkele, zorgvuldig» bijoengekozen intieme vrienden." „Best, ik zal komen, wanneer je er zeker van bent, dat mevrouw Maynard er geen bezwaar tegen hooft, dat een volkome® vreemde neerkomt." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5