i BRIEVEN OU BERLIJN.
hAGHEN.
MODE],
UIT ONZE STAATSMACHINE.
Er zijn in de cellen nog menschen, wien
men het medelijden kan weigeren ook zon
der faiueeer te zijn, deze hier, in de ruime
«aal ,zijn voor negen tienden zieken, zwak
ken, abnorrnalen en zedelijk geïntoxiqueer-
denkleptomanen, aan cocaïne-verslaaf
den, vrouwen die zich geprostitueerd hcl>-
ben zonder dat zij een kaart hadden yan
de Prefect uur, negentig procent is thuis
te brengen onder een van deze drie catego
rieën. En onderling besmetten zij met haar
speciale afwijking elkander.
Doch het walgelijkst van al, in deze tra-
gische omgeving, is het bedrijf der advocA-
ten. Jonge meestertjes in de rechten, die
nog altijd moeizaam aan hun eerste dozijn
strafzaakjes bezig zijn, en oude pleitbezor
gers, die wegens gebrek aan hersens of aan
ernst niet hebben kunnen slagen in bet le
ven, zij grazen eiken ochtend deze lugube
re kelder» af, op zoek naar een in-het-nauw-
gedreven stumper, die vol illusie zijn lot
in hun handen zal leggen, na een behoor
lijk voorschot op het honorarium te heb
ben verstrekt of een borg te bebben aange
wezen.
De naam is bekend van een Parijsch ad-
.aai, die in het groot dit terrein in ex
ploitatie genomen heeft en het systematisch
afduint met behulp van vier of vijf „secre
tarissen" en een degelijk fooien stelsel voor
'de cipiers en bewakers. Schijnbaar achte
loos, in een bui van vertrouwelijkheid eD
geveinsd medelijden, woidt door den bewa
ker de naam in het gesprek geworpen. ,,Ol
als jo hèm krijgen kon als verdediger: Dio
is de beste van de heele balie!"En
ziet, toevallig passeert daar juist een van
de secretarissen van den grootqn man, een
jonge, elegante verschijning. En de gevan
gene smeekt hem, zijn zaak wel te willen
behandelen.
In een donkeren hoek, fluisterend, begint
'dan de pijnlijke marchandage. Cijfers
en nog eens cijfers worden gemompeld, be-
discuteerd, opgeteld. Een royaal honora
rium wordt toegezegd wat zegt iemand
die aan 't verdrinken is al niet aan een
«troohalm toe: een (linke waarborgsom
of zekcrheidsstelling wordt gegeven. En de
beroemde meester neemt de zaak in han
den... zóó goed, dat uw onschuld wel heel
erg in 't oog moet springen, wilt ge niet
veroordeeld worden. Want de beroemde
meester is oud, en had trouwens ook reed?
in voordeeliger jaren het buskruit geens
zins uitgevonden. Zijn paars-roode neus wijst
op een overdreven liefde voor een goed
glas wijn, bij gebrek aan liefde voor de
arme beklaagden, die hun laatste centen
hebben bijeengeschraapt en vaak zich 'n
schuld hebben bestoken, en wier zaakjes
hij afdoet „cn gros". Do rechters minach
ten dezen vampier. Alleen de bewakers
houden hem te-vriend, om dc „commissie".
Dit alles ging mij door de gedachten bij
ons bezoek aan de Conciergerie. Is het won
der, dat ik mij droef te-moedc voelde
droef ternoede en als bevuild toen ik
weer buiten, aan dé "Scirie stond... waar het
vroolijke leven repte, en dc stompe torens
van Notre-Dame de-Paris op wezen ten
hemel!
LEO PAUST.
yr-
Dc overwinning van het versland
SLangzaam zich openbarende, eco
nomische gevolgen. Genees
kundige hongerslatisliek. De
xwart-wit-roode tegenstanders van
de republiek.
Berlijn, begin September.
Algemeen herademde men toen op den
jniddag van den 30stcn Augustus het be
richt van dc aanneming yan de Daweswet-
ten door den Rijksdag door de Berhjnsehe
sfFalcn liep. De extra-bladen, die het zwart
op wit verkondigden, .werden den verkoo-
pers letterlijk uit de handen gerukt. Van de
binnenstad uit, waar het leit natuurlijk het
eerst bekend werd en waar het van mond
tot mond ging, werd het naar de buiten
wijken ,naar de voorslede», getelefoneerd.
Aan de geweldige spanning, die op dc ge-
heele stad gedrukt had, kwam een einde.
Men kan niet zeggen, dat er zich een
blijde ol een zegevierende stemming baan
brak. Daartoe welen we te goed, welke
enorme lasten het Duilsche volk nu op zijn
schouders genomen heeft, en hoe pijnlijk de
beslissing, dat het Ruhrgcbied nu nog een
heel jaar bezet blijven zal of tenminste be
zet blijven kan, alle Duitscbers aandoet.
Ook diegenen, die met alle kracht voor het
aannemen van de wetten gewerkt hebben,
voelen geen onvermengde vreugde. Daar
van kan geen sprake zijn. Wc zullen iede-
ren dag blijven voelen, dal wij Duitscbers
de overwonnenen zijn cn dat wij de gevol
gen van de verschrikkelijke nederlaag, die
nu reeds zes jaren achter ons ligt. to dragen
hebben. En toch voelen we ons verlicht.
Want hoe duister dc toekomst van ons
groote cn geliefde vaderland ook moge zijn
we zien na dc Londensche conferentie
toch weer een lichtpunt. Er is geen twijfel
mogelijk: de democratische ommekeer in
Engeland en Frankrijk heeft het begin van
een nieuw tijdperk ingeluid. Eindelijk wordt
er door onze vroegere vijanden een toon
aangeslagen, waarin ook Duilschland kan
meepraten, zonder voortdurend hel gevoel
fc hebben onwaardig behandeld te worden.
Eindelijk heelt men opgehouden van ons te
spreken, als waren we melaatschcn en mis
dadigers. Dat is nog niet veel, maar het is
in ieder geval iels en na de jarenlange be
schimpingen, na den hoon en dc zweepslag
gen doet het ons mishandelde volk toch pret
tig aan. Voor de eerste maal wordt de deur
geopend naar een toekomst, waarin de vol
keren misschien meer als broeders tot el
kaar spreken.
Wij Duitscbers zouden een onvergeeflijke
lout begaan hebben, als wij deze deur weer
toegeslagen hadden. We zijn zoo zwak en
machteloos, dat wij daarmee ons zelf en de
belangen van de volkerengemeenschap
zwaar letsel hadden toegebracht. Om deze
reden zijn allen, die ]n Duitschland een
klaren cn nuchteren blik behouden hebben,
voor het aannemen van de Londtow.be
overeenkomst opgekomen. We willen Ico
nen, dat wc niet in den weg zullen staan,
als de wereld zich werkelijk van dc hysterie
van den oorlog bevrijden wil.
liet verstand heelt gezegevierd. Met zulk
een kracht, dat daaronder de politiek yan de
fantasten en ijdelc praters ineengestort is
als een vervallen gebouw. Het was erbar
melijk om te zien hoe bij de beslissende
stemming dc Duilsch-nalionale partij in den
Rijksdag uiteen viel. indien ze zich hadden
laten leiden door overwegingen van par tij-
polilieken aard, Jan zouden de aanhangers
van de Duilsche regeering wellicht liever
gezien hebben, dat de Duilsch-nalionalen
bij hun „Neen" waren gebleven, waarmee
ze te voren zulk een agitalic in hel land
verwekt hadden. Dan zou hel tot ontbinding
Yan den Rijksdag gekomen zijn, en het lijdt
geen twijtcl, ol de nieuwe verkiezingen zou
den de tegenstanders van de regeering een
vernietigende nederlaag hebben toegebracht
Maar we voelen: voor een indruk in de we
reld, voor een spoedige verbetering van de
omstandigheden i9 hol toch beter geweest,
dal de Dawes-wetten onmiddellijk in wer
king zijn getreden.
Wat we in Duilschland het meest noodig
hebben, is rust en de gelegenheid om te ar
beiden aan den organischcn cn constanten
wederopbouw. In Berlijn hebben in.de we
ken Yan spanning voor de Rijksdagbeslis-
smg de zaken bijna geheel stilgelegen. In
handelskringen verklaarde men, dat alles
op de udspraak van het parlement wachtte
en dat men met besluiten kon groote con
tracten al te sluiten, totdat de beslissing
was gevallen. Een kunsthandelaar vertelde
mij, dat een bekende verzamelaar aanzien
lijke inkoopen bij hem gedaan had maar
onder voorwaarden, dat de koop eerst als
gesloten moest beschouwd worden als het
pact van Londen door den Rijksdag goed
gekeurd was! Dit voorbeeld werpt een hel
der en doordringend licht op den cconomi-
schen toestand. Reeds in het begin van de
eerste week na het beslissende Rijksdag
uur begonnen zich de gevolgen voor het
zakenleven te openbaren. Dc zaken lagen
verlaten. Ieder wachtte, door een onbestemd
gevoel gedreven. Het publiek dacht: „We
zullen eerst eens zien, hoe de zaken loopen"
Nu begint men weer te koopen. Zonder dat
de enkeling zich het verband steeds bewust
wordt, verbreidt zich de overtuiging; het
wordt nu beter, we zullen ons, al is het
dan ook binnen enge grenzen, langzamer
hand vrijer kunnen bewegen. En o wonder,
ook de geldkoers begint te stijgen. Het beste
.bewijs, dat de hoogc luchtdruk wat minder
wordt.
De toestand gedurende de laatste maand
was ook bijna onverdragelijk. Nooit sinds
den oorlog is het economische cn sociale
leven zoo ziek geweest als dezen zomer. Het
buitenland vormt zich dikwijls een valsche
voorstelling van onzen toestand. Men ziet
in de groote stad de verkwisting en dc luxe
van enkelen die enkelen onder millioe?
non, die zich steeds geldmiddelen welen te
verschaffen en men trekt daaruit ver
keerde consequenties voor het gcheele volk.
Hoe onjuist een dergelijke generalisatie ja,
werd onlangs bewezen. De „Bérfiner Arztë-
Korrespondeiiz" n.l. publiceert een schrij
ven, dat het Pruisische Statistische Landes-
amt aan het bestuur van de Arzte-Kammer
voor de provincie Brandenburg gericht heelt
en dat ontstellende dingen openbaart. „In
den loop van de laatste maanden", heet het,
„is het aantal gevallen toegenomen, waarin,
in het bijzonder bij oudere personen, op dc
uitgereikte doodaclen als doodsoorzaak
„uitputting, verval van krachten, uittering,
zwakte,, enz." aangegeven werd. Er is grond
aan te neme», dat tenminste een deel van
deze gevallen op direct verhongeren uit ge
brek aan voedsel, als het gevolg van den
cconomischen nood, berusten. Er is vastge
steld, dat gevallen van hongerdood uit con
sideratie door de artsen met de familieleden
van de daaraan gestorvenen als „dood door
uitputting enz." op de doodaclen werden
ingevuld. Nauwkeuriger navorsehingen
brachten dan de werkelijke doodsoorzaak.,
n.l. den hongerdood, aan het licht."
Aldus luidt de onverbiddelijke statistiek
Ze bewijst nogmaals, dat wj Duitscher»
geen anderen plicht hebben dan ieder mid.
(hl, dat zich voordoet, aan te grijpen om
door het herstel van de normale verhoudin
gen den econoniischen toestand langzaam
te verbeteren. Een reden te meer om de
aanneming van het Londensche accoord met
ingenomenheid te begroeten.
Maar er blijft nog een zeer moeilijke taak
over, n.l. deze: de verstokte tegenstanders
van verstandige politiek duidelijk te maken,
dat er geeD andere weg voor Duitschland
open blijft. Vergeefs vraagt men zich af:
Hoe stellen deze aanhangers van rechts ra
dicale grondbeginselen deze vijanden van
dc jonge republiek, zich de toekomst van
Duitschland voor? Zij moeten toch inzie»,
zou men denken, dat een herstel van de
toestanden van vóór den oorlog, n.l. ook ccn
herstel van de monarchie, enn honderd re
denen nog langen tijd onmogelijk zal blij
ken. Zij moeten toch begrijpen, dat thans
een verandering van den republikeinschen
staatsvorm den blocdigsten burgeroorlog
en het verval van de eenheid van het Tijk
beteekenen zou, die wij als het cenige goede
uit de ruïne gered hebben. Zij moeten toch
voelen, dat wij er op aangewezen zijn met
de overwinnaars kalm te onderhandelen.
Hun vaderlandsliefde, die ongetwijfeld aan
wezig is, moest hun toch zeggen, dat men
in zulke tijden eigen wenschen ter rijde
moet stellen en dat de versterking van het
staatsgezag, zooale dat zich uit historische
gebeurtenissen, die haar gelijke niet heb
ben, ontwikkeld heeft, plicht van i'oderen
patriot is. Maar daarvan zijn ze nog v*r
veiwijdcTd. Onafgebroken riekten deze krin
gen hun aanvallen op de mannen, dib de
rijkszaken leiden en nu juist tijdens de Lon
densche conferentie aan ieder, die zien wil,
bewezen bebben, dat zij daarbij resultaten
bereiken. Natuurlijk komen zij slechts lang
zaam vooruit. Maar een ander tempo js
voor ons nu eenmaal onmogelijk.
Toen het Duitsche volk 2icb zelf een nieu
we grondwet gaf cn met enorme moeite rijn
zaken regelde omdat het oude regime
door het overmachtige noodlot neergewor
pen was ontstond een nieuw symbool.
Want zwart-rood-goud is immers de banier
van het vroegere Duitsche rijk geweest cn
het Icekcn van de idealisten, die in de 19de
eeuw, toen Duitschland nog slechts een ge-
ographisch begrip was, voor de grondves
tiging van ccn onverdeelden staat streden.
De Eransche revolutie in het einde van de
.189 eeuw, die de lelie-banier van de Boür.
bons door de driekleur verving, gaf, in over
eenstemming met haar geheelc karakter, een
veel radicaler voorbeeld. Hier, bij bet
zwart-rood goud, was alleen sprake van ;n
teruggrijpen naar een halfvergeten overle
vering Men zou denken, ieder, die zijn va
derland liefheeft, heeft den plicht, nu ook
deze vlag, dit tceken van dc geredde rijks.
eenhcid, te eeren cn hoog te houden. Maar
in de plaats daarvan zien we, zooals on
langs weer te Berfijn, toen men met goed
recht de tienjarige herdenking vrin den slag
bij Taimenberg vierde, die in den oorlog
de bevrijding van Oost-Pruisen van de Rus
sen beteckende, bij talrijke buizen niet
zwart-rood-gouden, maar zwart wit-roode
vlaggen uit de ramen en van de balkons
wapperenMen kon als het vare van de
straten, van de gevels der huizen aflezen,
hoeveel personen, juist uit de beschaafd*
kringen, juist in de betere stadswijken, de
gelegenheid niet voorbij wilden laten gaan
om tegen den stoat in zijn huidige gedaanie
tegen dc republiek, te demonstrecren.
Wat willen deze menschen daarmee zeg
gen'? Willen ze er den nadruk op leggen,
dat ze treuren om bet gelukkige Duitsch
land van vóór den oorlog? Nu, dat doet
ieder, dat doen wij allen. Bedoelen ze, dat
ze den staatsvorm van den tijd vóór 1914
terugeischen Dat ia een onmogelijkheid.
Het verleden blijft verleden. In den vorm,
waarin het eens was, is het niet weer terug
te brengen. Voor ons Duitscbers geldt de
leuze: niet op het vérleden storen, maar,
staande in het heden, den blik kalm, ern
stig en plichtgetrouw op de nieuwe toe
komst te richten. Het is treurig, dat zoo
vele ongetwijfeld krachtige elementen uit
het volk in hun smart om het ongeluk van
het land dit nog steeds niet willen inzien.
Maar diegenen, die aan de nieuwe toekomst
van Duitschland gclooven, zullen niet op
houden, met inspanning van alle krachten
daarvoor te zorgen, dat het verstandige in
zicht, dat nu in den Rijksdag gezegevierd
heeft, ook dieper in dc natie doordringt.
Eer moeilijk stuk arbeid. Toch moet het
met moed aangepakt worden. Slechts als
het nieuwe Duitschland met de uitwendige
vijanden ook rijn inwendige tegenstanders
zal verzoenen, ban het waarachtig bloeien.
Dr. MAX OS BORN.
RECLAME.
De sirijd van C. A. tegen de dnnrte.
Hot is van algemeerre bekendheid, dat de
bui ten gewoon lage prijzen bij C. A. voor
moderne solide confeetie alleen verkregen
worden door het zeer bijzondere C. A -
systeeï», waarvan het doel is overal cn altijd
de duurte te bestrijden en de prijzen van
goede moderne confectie onder ieders be
reik te brengen. De firma gaat rusteloos
voort haar groote organisatie steeds meer
en meer te verbeteren om daardoor tot
steeds lagere prijzen te geraken, Ook thans
is zij er wederom in geslaagd een zeer be
langrijke prijsverlaging tot stand te brengen.
Het steeds groeiend succes bewijst hoezeer
het publiek het streven der lirma weet te
waardeeren en er zijn voordeel mede weet
te doen. Wie zou hier ook niet mede sym-
pathiseeren? Het loont dubbel cn dwars de
moeite eens een kijkje te gaan nemen.
Door AMY VORSTMAN—TEN HAVE,
Mi, hi, hi, hi I
Hè, hi, hè, hè I
Ma, ha, ha, ha!
Ho, ho, ho, ho, ho!
Neon, lezerl Dit is geen puzzle, het is
evenmin een gedicht, Doch ccn speltetjel
Het is.weet u wat het is? Het js dc
phoncüscbe lacht Lacht u hi ot lacht u hè
ol lacht u ho ol schatert u ha? Wat zegt u?
Schatert u nooit?
Lacht u misschien ook nooit?
Maar dan moet er iets niet in orde zijn
met ul Ja juist! Met ul
Niet met uw gezondheid ol met uw om
standigheden.die gij steeds gereed hebt
liggen om als verontschuldiging te dienen
voor wat gijte kort schiet. Ja, het staat
er heuschvoor wal gij te kort schiet.
Misschien wilt gij uw gebrek aan vroo-
lijkhcid met als een tekortkoming beschou
wen en toch is dit een van de meest voor
komende menschelijke gebreken.
Een mensch zonder lach is een wande
lende tekortkoming.
Zeg niet: in mijn omstandigheden veeleer
je het lachen well
Dit is een dooddoener, die in negen van
de tien gevallen geen opgeld doet.
immers, wanneer er een verhuiswagen
vlak voor uw raam slaat, zult gij de groene
boomen en de blauwe lucht niet kunnen
zien. Evenmin zult gij, wanneer gij u blind
staart op al betgeen er voor onaangenaams
in uw leven is, in staat zijn bet goede te
zien, dat er ongetwijfeld eveneens is. Maar
lusschen bet goede waardeeren en lachen,
zie, daar ligt voor mcDigeen nog een groote
afstand lusschen.
LacheDhartelijk, gul, spontaan la
chenvelen hebben het verleerd ol ze
hebben het nooit gekund. Velen gaan door
hot leven alsof ze een ieder zouden willen
toesnauwen: „Lach niet) Ongeluk! 'I Is een
drama!"
Er zijn dikke boeken geschreven over ge-
moedsuilingen, over leed en verdriet
maar wie schrijft er nu eens een ode aan
den lach?!
Een lach kan bitterder zijn dan een traan;'
een lach kan meer zellbeheersching kosten
dan hel zwaarste offermaar een har
telijke lach kan ook een pijnlijke situatie
redden of een gelukkige oplossing zijn bij
een gespannen toestand. Een menscb, dio
niet lacht, Is gelijk een zontooze dagl
Moedersl Laat w kinderen lachen. Laat
ze tranen lachen om de grootste llauwi-
teilen. Verbiedt ze toch niet, omdat ze te
uitbundig zijn, omdat ze (c vect leven ma
ken. Lachen is gezond, lachen is een wel
daad voor uw omgeving en: jong gewend
is oud gedaan.
Vele moeders vinden, en vaak met
reden dat hun kinderen hinderlijk lachen
en daarom verbieden ze hel meteen maar
eens cn voor altijd: njet 200'n lawaai als-
jcblieftl
We loeren dansen, we loeren vieemde
talen spreken, we leeren liclsen, zwemmen
voetballen cn honderd andere dingen.
Waarom zouden we dan ook niet leeren
lachen?
llcl is heusch zoo gek niet: iemand met
een goede, maar ongeschoolde stem leert
toch ook zingen, waarom zou dan iemand
met een uitbundige, vroolijke natuur niet
welluidend kunnen leeren lachen?
Er zijn evenveel soorten van lachen als
er stemmingen in het mcnschelijk gemoed
zijn. Men kan hartelijk lachen, vroolijk,
spontaan, gul, uitbundig, bitter, hoonend,
hatelijk, smalend, stil vergenoegd, geluid
loos, droevig, treurig en onmerkbaar.
Ja heuschl Dal laatste kan ook Heelt u
nooit iemand onmerkbaar zien lachen?
Heelt 11 neuit iemand ontmoet zoo zonnig,
zoo blij zoo stralend, dat z'n heele wezen
een geslolden lach leek? Ik weel, dal het
kan, want ik ken zoo iemand. Over het al
gemeen wordt or veel te weinig gclachenj
er wordt weinig gelachen, omdat er weinig
oprechtheid is: men doet zich stijver en
«lolliger voor dan men is ol wel men is be
vreesd voor minder welgemanierd en def
tig aangezien te worden dan men zich voelt.
Een vroolijke, gulle lach werkt aanstekelijk.
Wij gevoelen iets van innerlijke vroolijk-
hcid van den lacher in ons overvloeien eu
dal is de weldaad van den lach. Wij geven
er ons geen rekenschap van, wij pluizen dak
niet zoo uit, wij bemerken het misschien
ternauwernood op, maar wij worden ver
kwikt en gelaafd door den gullen lach als
een dorslende door een dronk frisch waler.
Wij vergelen even onze eigen belangrijk
heid. onze werkelijke of gemeende zorgen
en in dat oogenblik van ontspanning ligt
de bekoring. De weldaad van den lach
Lezer, lacht gij in i, in 6, in i, ol in A?
Lacht ge in i, dan zijt ge onbeduidend
aanstellerig ol gierig, in dan hebt ge een
onbetrouwbaar zelfzuchtig karakter, in 0,
dan zijt ge verlegen van aard, lankmoedig
cn joviaal en lacht ge in a, dan zijl ge gul
en gastvrij met een gezonden zin voor
humor.
Dit is een oud recepl, dat dikwijls bewe
zen heelt van beproelde samenstelling te
zijn. Wilt ge dus in den vervolge uwe
vrienden op de proef stellen: maakt ze aan
hel lachen en trekt Uwe conelusiesl
Ha, hal
De regen heelt dezen zomer heel wat op
zijn geweten gehad: bedorven uitgangen,
weggegooid reisgeld, humèurtjes, lastige
kinderen en een massa mislukte plannen.
Jammer! Het is wel ongelooflijk hard, als je
veertien dagen of drie weken op één jaar
vrij bent om naar buiten lo gaan cn je hebt
er dan niet één met zont
Maar toch ook hiervan kan je veel mat
ken, als jc een beetje verstand hebt, om den
huik naar den wind te draaien, fk ken
menschen, die steen en been klagen als hun
een rogenbuitje overvalt, en anderen, die
welgemoed door blijven wandelen en alleen
even zeggen: ,,'t Wordt immers toch ééns
weer droog I"
Ik geloot, dat deze verschillende wijzen,
om de hemeltronen te beschouwen in nauw
verband met de mode slaan. Ja, natuurlijk
hangt hel óék samen met het karakter en
temperament van de menschen zeiven,
maar daarnaast is het zuiver een toilet-
kwestie.
Als jc door giclregens van het soort, waar
de Augustus-dcpressies ons steeds mee ver
rasten, moet kjopen niet lage suède-schoen-
tjes en zijden kousen, met een keurig ge
plooid mantelpakje van tccre, besmettelijke
kleur, en een hoed met bloemen ol linten,
die niet tegen water kunnen, ja, natuurlijk,
dén klaag je steen en beent
Nu heb ik nog overdreven, maar gebeurt
het niet vaak, zelfs nog in dezen lijd van
praclische regenjassen ,dal menschen met
een druipende parapluie scheef boven hun
hoofd wandelen, waardoor zij half nat wor
den, wat haast nog erger is dan beelemaal?
Vroegei liep iedereen zoo. Heeren en kin
deren droegen wel eens een ruime regenjas
of een cape, maar do dames vonden die
hobbezaJtdingen zéé afgrijselijk, dat zij nog
maar liever bun kleuren bedierven en klets
nat werden, dan dat zij 1 r „niet leuk." uit
zagen I
Vraag mijn niei hoe zij er wél uitza
gen. Zij droegen voor regen hun oudste
kleuren: uitgezakte, versoholen dingen, die
er niet meer op aan kwamen. Hall afge
dankte hoedjes, slordige schuiten van
schoenen en dan het eenige, wat goed in
orde was: een geweldige parapluie. Het was
een allerongezelligsl gezicht. Want oud
goed, dat nat weidt, is daardoor natuurlijk
nég loelijker. De onUcrutóe veertjes op de
drie jaar oude hoeden, dc sluke haren om
het gezicht, het maakte allee bij elkaar, dat
een dame, die er geen rijtuig op na hield,
met regen, eenvoudig niet uit kon voor visi
tes of zoo iels, want zij was binnen de vijf
minuten ontoonbaar.
Ik weet nog precies hoe wij eens een
vriendin van mijn moeder op bezoek kregen
op een vreesehjk natten dag en boe zij direct
het wonder vertelde: „lk ben komen loopen
en tècii kurkdroogI zéé leuk: ik draag bui
ten over mijn tailleur een wijde jas, die geen
regen doorlaat. Die bracht ik uit het bui
tenland meel" Het was een curiosumI
Thans zijn wij zco ver, dat iedcTen man,
vrouw of kind jarenlang door den regen kan
wandelen en toch droog blijven als men er
maar op is aangekleed. En het aardigste is
nog, dat die dracht ook flatteert en niet,
zooals de ellendige rotondes van omstreeks
1890 van een vrouw ccn soort gecapiton
neerde sluimerrol maaktI
Kijk er dit plaatje maar eens op aan. Ziet
het meiske er niet uit om te stelen?.
De regenjas en het regenhoedje behooren
tegenwoordig tot de noodigste onderdeelen
van onze garderobe. Je hebt er veel wil van',
doordat je er zeil warm en droog in blijft
en je je kleeren spaart; en hel ie bovendien
geen groote uitgave meer.
O, in de Engelsche magazijnen kan je.
natuurlijk ook nog dure soorten vinden,
van die onverslijlbare dingen met keurigs
kleermakerscoupe; jassen, die ruim zitteB
en absoluut ondoordringbaar zijn; „maar
wie geen dikke beurs beeft en géén zin haar
halve kleedgeld aan een regenjas te spen-i
deeren, kan in de nu zoo populaire goi-d-
koopere zaken ook uitstekend terecht.
Daar zijn jassen in zeildoek, teer, caout,
chouc, gabardine, geprepareerde zij; er is
keuze te over. Ik vind de gabardine jassen'
altijd het allerbest
Die kleeden slank af, zitten warm. slaan
netjes en ruiken niet als je ze een
poosje hebt gedragen, wat met gummi cn
zeildoek mantels dikwijls wel het geval
is. Sommige gabardine-jassen laten op den
duur door en het i i waar, dat zij in on»
kikvorsclienland legen heilige ovèrslroo-
mingen uit den hemel bestand moeten we
zen. De groote confectiezaken kunnen voor
een paar gulden dergelijke mantels weer
opnieuw ondoordringbaar maken. Dan hou
den ze het voorloopig wel uil.
fk raad u echter af om zelf een derge
lijke behandeling loe le passen. Daj wordt
lapwerk, als jo geen vakvrouw bent en ten
slótte moet de zaak dan tóch helpen.
Wanneer u icen regenjas koopt, moet U
op sommige dingen goed-tellen:
lo dat hij wijd genoeg om de houjwaj
valt en niet slobbert om de schouders; 2o.
dal de boord ol kraag een goede snit heeft en
royaal over elkander kan sluiten; 3o. dat
er fatsoenlijke, goede knoopen op zitten;; (o,
dal er onder dc knoopen nog een paar knip-
knoopjes volgen, anders waait hij open als
u loopt of fietst; 5o. dal hij, net als een
soldatenjas, naar twee kanten gesloten kan
worden; doch dit is geen noodzakslijkheid,
alleen een besparing van de jas zelf.
Een regenmantel die afzakt van do:
schouders of om de heupen spanf, staat
goedkoop en leelijk. Hoe royaler hij om uw
Ijguur pasl, des le beter het is. Wanneer hij
fe nauw is, gaat hij bij dc knoopen trekken;:
die vliegen er dan af of de galen scheuren
uit en daardoor wordt de gansche jas be
dorven. De opstaande kraag of de sluitende
boord geven het „oog" "aan den regenman-
lel. Een uitzakkend, fout geknipt boordje
valt het allereerste op. Ook bederft zoo iets
de lijn van den rug; dus het is wél zaak
hier goede aandacht aan te besleden.
Ook moet u opletten, dat u den mantel
niet te lang neemt. Sommige dames zeg
gen: mijn rok is lang, du3 moet de jas
nog een hand langer zijn. Doch dan slaat
deze om, krijgt valsche plooien, modder-
spelton, een vieze rand...., en dat zijn
óék al détails, die de jas in haar geheel on
toonbaar kunnen maiken. Kleed u als het
meiske op dit plaatje; dat is het allerbesll
Over de hoedjes afzonderlijk behoef ik
het niet le hebben. Die liggen bij massa's!
overal le koop: de glimmende en de doffe,
die van lak en die van vilt.het kan
alles tegen regen; kies een kleur, die u flat-
leert, en zet er geen andere garneering op,
dan een lint of een piek of een stuk fluweel1,
Neem voor den regen kaplia-ntlscl 10enen',
die sluiten over uw mantelmouw; draag
wollen kousen, en overschoenen en ik ver
zeker 11, dat u op dio manier alle weer en
wind kunt trofseèren; hel wandelen in een
gictbui zal zoo een pretje voor u zijn I
Rijkspioelstation voor Fluimvesteelt. H
(Nadruk verboden).
Alweer de Commissie voor de Stoatsuitr>
gavenHet loopt wel wat druk maar nu
er zoo vaak en zoo terecht geklaagd wordt
ever de wijze, waarop Rijksgeld wordt ge
bruikt, en nu er dagelijks, al sedert langen
tijd, geroepen wordt om bezuiniging en om
toezicht op de uitgaven, me-enen wij, dati
het ieders plicht is ook te wijzen op het
geen er in die richting wordt gedaan, aJ
zijn die daden soms heel eigenaardig.
Er is te Beekbergen een Rijksproefsta*
tion voor Pluimveeteelt. Over de admini
stratie en de exploitatie daarvan was de
Algemecne Rekenkamer (in het vervolg
R.) niet tevreden en zij zond afschrift van
haar correspondentie daarover met de Re^>
geeving aan de Tweede Kamer, die deze in
handen stelde van de Commissie voor de
Staatsuitgaven.