i BRIEVEN OU BERLIJN. hAGHEN. MODE], UIT ONZE STAATSMACHINE. Er zijn in de cellen nog menschen, wien men het medelijden kan weigeren ook zon der faiueeer te zijn, deze hier, in de ruime «aal ,zijn voor negen tienden zieken, zwak ken, abnorrnalen en zedelijk geïntoxiqueer- denkleptomanen, aan cocaïne-verslaaf den, vrouwen die zich geprostitueerd hcl>- ben zonder dat zij een kaart hadden yan de Prefect uur, negentig procent is thuis te brengen onder een van deze drie catego rieën. En onderling besmetten zij met haar speciale afwijking elkander. Doch het walgelijkst van al, in deze tra- gische omgeving, is het bedrijf der advocA- ten. Jonge meestertjes in de rechten, die nog altijd moeizaam aan hun eerste dozijn strafzaakjes bezig zijn, en oude pleitbezor gers, die wegens gebrek aan hersens of aan ernst niet hebben kunnen slagen in bet le ven, zij grazen eiken ochtend deze lugube re kelder» af, op zoek naar een in-het-nauw- gedreven stumper, die vol illusie zijn lot in hun handen zal leggen, na een behoor lijk voorschot op het honorarium te heb ben verstrekt of een borg te bebben aange wezen. De naam is bekend van een Parijsch ad- .aai, die in het groot dit terrein in ex ploitatie genomen heeft en het systematisch afduint met behulp van vier of vijf „secre tarissen" en een degelijk fooien stelsel voor 'de cipiers en bewakers. Schijnbaar achte loos, in een bui van vertrouwelijkheid eD geveinsd medelijden, woidt door den bewa ker de naam in het gesprek geworpen. ,,Ol als jo hèm krijgen kon als verdediger: Dio is de beste van de heele balie!"En ziet, toevallig passeert daar juist een van de secretarissen van den grootqn man, een jonge, elegante verschijning. En de gevan gene smeekt hem, zijn zaak wel te willen behandelen. In een donkeren hoek, fluisterend, begint 'dan de pijnlijke marchandage. Cijfers en nog eens cijfers worden gemompeld, be- discuteerd, opgeteld. Een royaal honora rium wordt toegezegd wat zegt iemand die aan 't verdrinken is al niet aan een «troohalm toe: een (linke waarborgsom of zekcrheidsstelling wordt gegeven. En de beroemde meester neemt de zaak in han den... zóó goed, dat uw onschuld wel heel erg in 't oog moet springen, wilt ge niet veroordeeld worden. Want de beroemde meester is oud, en had trouwens ook reed? in voordeeliger jaren het buskruit geens zins uitgevonden. Zijn paars-roode neus wijst op een overdreven liefde voor een goed glas wijn, bij gebrek aan liefde voor de arme beklaagden, die hun laatste centen hebben bijeengeschraapt en vaak zich 'n schuld hebben bestoken, en wier zaakjes hij afdoet „cn gros". Do rechters minach ten dezen vampier. Alleen de bewakers houden hem te-vriend, om dc „commissie". Dit alles ging mij door de gedachten bij ons bezoek aan de Conciergerie. Is het won der, dat ik mij droef te-moedc voelde droef ternoede en als bevuild toen ik weer buiten, aan dé "Scirie stond... waar het vroolijke leven repte, en dc stompe torens van Notre-Dame de-Paris op wezen ten hemel! LEO PAUST. yr- Dc overwinning van het versland SLangzaam zich openbarende, eco nomische gevolgen. Genees kundige hongerslatisliek. De xwart-wit-roode tegenstanders van de republiek. Berlijn, begin September. Algemeen herademde men toen op den jniddag van den 30stcn Augustus het be richt van dc aanneming yan de Daweswet- ten door den Rijksdag door de Berhjnsehe sfFalcn liep. De extra-bladen, die het zwart op wit verkondigden, .werden den verkoo- pers letterlijk uit de handen gerukt. Van de binnenstad uit, waar het leit natuurlijk het eerst bekend werd en waar het van mond tot mond ging, werd het naar de buiten wijken ,naar de voorslede», getelefoneerd. Aan de geweldige spanning, die op dc ge- heele stad gedrukt had, kwam een einde. Men kan niet zeggen, dat er zich een blijde ol een zegevierende stemming baan brak. Daartoe welen we te goed, welke enorme lasten het Duilsche volk nu op zijn schouders genomen heeft, en hoe pijnlijk de beslissing, dat het Ruhrgcbied nu nog een heel jaar bezet blijven zal of tenminste be zet blijven kan, alle Duitscbers aandoet. Ook diegenen, die met alle kracht voor het aannemen van de wetten gewerkt hebben, voelen geen onvermengde vreugde. Daar van kan geen sprake zijn. Wc zullen iede- ren dag blijven voelen, dal wij Duitscbers de overwonnenen zijn cn dat wij de gevol gen van de verschrikkelijke nederlaag, die nu reeds zes jaren achter ons ligt. to dragen hebben. En toch voelen we ons verlicht. Want hoe duister dc toekomst van ons groote cn geliefde vaderland ook moge zijn we zien na dc Londensche conferentie toch weer een lichtpunt. Er is geen twijfel mogelijk: de democratische ommekeer in Engeland en Frankrijk heeft het begin van een nieuw tijdperk ingeluid. Eindelijk wordt er door onze vroegere vijanden een toon aangeslagen, waarin ook Duilschland kan meepraten, zonder voortdurend hel gevoel fc hebben onwaardig behandeld te worden. Eindelijk heelt men opgehouden van ons te spreken, als waren we melaatschcn en mis dadigers. Dat is nog niet veel, maar het is in ieder geval iels en na de jarenlange be schimpingen, na den hoon en dc zweepslag gen doet het ons mishandelde volk toch pret tig aan. Voor de eerste maal wordt de deur geopend naar een toekomst, waarin de vol keren misschien meer als broeders tot el kaar spreken. Wij Duitscbers zouden een onvergeeflijke lout begaan hebben, als wij deze deur weer toegeslagen hadden. We zijn zoo zwak en machteloos, dat wij daarmee ons zelf en de belangen van de volkerengemeenschap zwaar letsel hadden toegebracht. Om deze reden zijn allen, die ]n Duitschland een klaren cn nuchteren blik behouden hebben, voor het aannemen van de Londtow.be overeenkomst opgekomen. We willen Ico nen, dat wc niet in den weg zullen staan, als de wereld zich werkelijk van dc hysterie van den oorlog bevrijden wil. liet verstand heelt gezegevierd. Met zulk een kracht, dat daaronder de politiek yan de fantasten en ijdelc praters ineengestort is als een vervallen gebouw. Het was erbar melijk om te zien hoe bij de beslissende stemming dc Duilsch-nalionale partij in den Rijksdag uiteen viel. indien ze zich hadden laten leiden door overwegingen van par tij- polilieken aard, Jan zouden de aanhangers van de Duilsche regeering wellicht liever gezien hebben, dat de Duilsch-nalionalen bij hun „Neen" waren gebleven, waarmee ze te voren zulk een agitalic in hel land verwekt hadden. Dan zou hel tot ontbinding Yan den Rijksdag gekomen zijn, en het lijdt geen twijtcl, ol de nieuwe verkiezingen zou den de tegenstanders van de regeering een vernietigende nederlaag hebben toegebracht Maar we voelen: voor een indruk in de we reld, voor een spoedige verbetering van de omstandigheden i9 hol toch beter geweest, dal de Dawes-wetten onmiddellijk in wer king zijn getreden. Wat we in Duilschland het meest noodig hebben, is rust en de gelegenheid om te ar beiden aan den organischcn cn constanten wederopbouw. In Berlijn hebben in.de we ken Yan spanning voor de Rijksdagbeslis- smg de zaken bijna geheel stilgelegen. In handelskringen verklaarde men, dat alles op de udspraak van het parlement wachtte en dat men met besluiten kon groote con tracten al te sluiten, totdat de beslissing was gevallen. Een kunsthandelaar vertelde mij, dat een bekende verzamelaar aanzien lijke inkoopen bij hem gedaan had maar onder voorwaarden, dat de koop eerst als gesloten moest beschouwd worden als het pact van Londen door den Rijksdag goed gekeurd was! Dit voorbeeld werpt een hel der en doordringend licht op den cconomi- schen toestand. Reeds in het begin van de eerste week na het beslissende Rijksdag uur begonnen zich de gevolgen voor het zakenleven te openbaren. Dc zaken lagen verlaten. Ieder wachtte, door een onbestemd gevoel gedreven. Het publiek dacht: „We zullen eerst eens zien, hoe de zaken loopen" Nu begint men weer te koopen. Zonder dat de enkeling zich het verband steeds bewust wordt, verbreidt zich de overtuiging; het wordt nu beter, we zullen ons, al is het dan ook binnen enge grenzen, langzamer hand vrijer kunnen bewegen. En o wonder, ook de geldkoers begint te stijgen. Het beste .bewijs, dat de hoogc luchtdruk wat minder wordt. De toestand gedurende de laatste maand was ook bijna onverdragelijk. Nooit sinds den oorlog is het economische cn sociale leven zoo ziek geweest als dezen zomer. Het buitenland vormt zich dikwijls een valsche voorstelling van onzen toestand. Men ziet in de groote stad de verkwisting en dc luxe van enkelen die enkelen onder millioe? non, die zich steeds geldmiddelen welen te verschaffen en men trekt daaruit ver keerde consequenties voor het gcheele volk. Hoe onjuist een dergelijke generalisatie ja, werd onlangs bewezen. De „Bérfiner Arztë- Korrespondeiiz" n.l. publiceert een schrij ven, dat het Pruisische Statistische Landes- amt aan het bestuur van de Arzte-Kammer voor de provincie Brandenburg gericht heelt en dat ontstellende dingen openbaart. „In den loop van de laatste maanden", heet het, „is het aantal gevallen toegenomen, waarin, in het bijzonder bij oudere personen, op dc uitgereikte doodaclen als doodsoorzaak „uitputting, verval van krachten, uittering, zwakte,, enz." aangegeven werd. Er is grond aan te neme», dat tenminste een deel van deze gevallen op direct verhongeren uit ge brek aan voedsel, als het gevolg van den cconomischen nood, berusten. Er is vastge steld, dat gevallen van hongerdood uit con sideratie door de artsen met de familieleden van de daaraan gestorvenen als „dood door uitputting enz." op de doodaclen werden ingevuld. Nauwkeuriger navorsehingen brachten dan de werkelijke doodsoorzaak., n.l. den hongerdood, aan het licht." Aldus luidt de onverbiddelijke statistiek Ze bewijst nogmaals, dat wj Duitscher» geen anderen plicht hebben dan ieder mid. (hl, dat zich voordoet, aan te grijpen om door het herstel van de normale verhoudin gen den econoniischen toestand langzaam te verbeteren. Een reden te meer om de aanneming van het Londensche accoord met ingenomenheid te begroeten. Maar er blijft nog een zeer moeilijke taak over, n.l. deze: de verstokte tegenstanders van verstandige politiek duidelijk te maken, dat er geeD andere weg voor Duitschland open blijft. Vergeefs vraagt men zich af: Hoe stellen deze aanhangers van rechts ra dicale grondbeginselen deze vijanden van dc jonge republiek, zich de toekomst van Duitschland voor? Zij moeten toch inzie», zou men denken, dat een herstel van de toestanden van vóór den oorlog, n.l. ook ccn herstel van de monarchie, enn honderd re denen nog langen tijd onmogelijk zal blij ken. Zij moeten toch begrijpen, dat thans een verandering van den republikeinschen staatsvorm den blocdigsten burgeroorlog en het verval van de eenheid van het Tijk beteekenen zou, die wij als het cenige goede uit de ruïne gered hebben. Zij moeten toch voelen, dat wij er op aangewezen zijn met de overwinnaars kalm te onderhandelen. Hun vaderlandsliefde, die ongetwijfeld aan wezig is, moest hun toch zeggen, dat men in zulke tijden eigen wenschen ter rijde moet stellen en dat de versterking van het staatsgezag, zooale dat zich uit historische gebeurtenissen, die haar gelijke niet heb ben, ontwikkeld heeft, plicht van i'oderen patriot is. Maar daarvan zijn ze nog v*r veiwijdcTd. Onafgebroken riekten deze krin gen hun aanvallen op de mannen, dib de rijkszaken leiden en nu juist tijdens de Lon densche conferentie aan ieder, die zien wil, bewezen bebben, dat zij daarbij resultaten bereiken. Natuurlijk komen zij slechts lang zaam vooruit. Maar een ander tempo js voor ons nu eenmaal onmogelijk. Toen het Duitsche volk 2icb zelf een nieu we grondwet gaf cn met enorme moeite rijn zaken regelde omdat het oude regime door het overmachtige noodlot neergewor pen was ontstond een nieuw symbool. Want zwart-rood-goud is immers de banier van het vroegere Duitsche rijk geweest cn het Icekcn van de idealisten, die in de 19de eeuw, toen Duitschland nog slechts een ge- ographisch begrip was, voor de grondves tiging van ccn onverdeelden staat streden. De Eransche revolutie in het einde van de .189 eeuw, die de lelie-banier van de Boür. bons door de driekleur verving, gaf, in over eenstemming met haar geheelc karakter, een veel radicaler voorbeeld. Hier, bij bet zwart-rood goud, was alleen sprake van ;n teruggrijpen naar een halfvergeten overle vering Men zou denken, ieder, die zijn va derland liefheeft, heeft den plicht, nu ook deze vlag, dit tceken van dc geredde rijks. eenhcid, te eeren cn hoog te houden. Maar in de plaats daarvan zien we, zooals on langs weer te Berfijn, toen men met goed recht de tienjarige herdenking vrin den slag bij Taimenberg vierde, die in den oorlog de bevrijding van Oost-Pruisen van de Rus sen beteckende, bij talrijke buizen niet zwart-rood-gouden, maar zwart wit-roode vlaggen uit de ramen en van de balkons wapperenMen kon als het vare van de straten, van de gevels der huizen aflezen, hoeveel personen, juist uit de beschaafd* kringen, juist in de betere stadswijken, de gelegenheid niet voorbij wilden laten gaan om tegen den stoat in zijn huidige gedaanie tegen dc republiek, te demonstrecren. Wat willen deze menschen daarmee zeg gen'? Willen ze er den nadruk op leggen, dat ze treuren om bet gelukkige Duitsch land van vóór den oorlog? Nu, dat doet ieder, dat doen wij allen. Bedoelen ze, dat ze den staatsvorm van den tijd vóór 1914 terugeischen Dat ia een onmogelijkheid. Het verleden blijft verleden. In den vorm, waarin het eens was, is het niet weer terug te brengen. Voor ons Duitscbers geldt de leuze: niet op het vérleden storen, maar, staande in het heden, den blik kalm, ern stig en plichtgetrouw op de nieuwe toe komst te richten. Het is treurig, dat zoo vele ongetwijfeld krachtige elementen uit het volk in hun smart om het ongeluk van het land dit nog steeds niet willen inzien. Maar diegenen, die aan de nieuwe toekomst van Duitschland gclooven, zullen niet op houden, met inspanning van alle krachten daarvoor te zorgen, dat het verstandige in zicht, dat nu in den Rijksdag gezegevierd heeft, ook dieper in dc natie doordringt. Eer moeilijk stuk arbeid. Toch moet het met moed aangepakt worden. Slechts als het nieuwe Duitschland met de uitwendige vijanden ook rijn inwendige tegenstanders zal verzoenen, ban het waarachtig bloeien. Dr. MAX OS BORN. RECLAME. De sirijd van C. A. tegen de dnnrte. Hot is van algemeerre bekendheid, dat de bui ten gewoon lage prijzen bij C. A. voor moderne solide confeetie alleen verkregen worden door het zeer bijzondere C. A - systeeï», waarvan het doel is overal cn altijd de duurte te bestrijden en de prijzen van goede moderne confectie onder ieders be reik te brengen. De firma gaat rusteloos voort haar groote organisatie steeds meer en meer te verbeteren om daardoor tot steeds lagere prijzen te geraken, Ook thans is zij er wederom in geslaagd een zeer be langrijke prijsverlaging tot stand te brengen. Het steeds groeiend succes bewijst hoezeer het publiek het streven der lirma weet te waardeeren en er zijn voordeel mede weet te doen. Wie zou hier ook niet mede sym- pathiseeren? Het loont dubbel cn dwars de moeite eens een kijkje te gaan nemen. Door AMY VORSTMAN—TEN HAVE, Mi, hi, hi, hi I Hè, hi, hè, hè I Ma, ha, ha, ha! Ho, ho, ho, ho, ho! Neon, lezerl Dit is geen puzzle, het is evenmin een gedicht, Doch ccn speltetjel Het is.weet u wat het is? Het js dc phoncüscbe lacht Lacht u hi ot lacht u hè ol lacht u ho ol schatert u ha? Wat zegt u? Schatert u nooit? Lacht u misschien ook nooit? Maar dan moet er iets niet in orde zijn met ul Ja juist! Met ul Niet met uw gezondheid ol met uw om standigheden.die gij steeds gereed hebt liggen om als verontschuldiging te dienen voor wat gijte kort schiet. Ja, het staat er heuschvoor wal gij te kort schiet. Misschien wilt gij uw gebrek aan vroo- lijkhcid met als een tekortkoming beschou wen en toch is dit een van de meest voor komende menschelijke gebreken. Een mensch zonder lach is een wande lende tekortkoming. Zeg niet: in mijn omstandigheden veeleer je het lachen well Dit is een dooddoener, die in negen van de tien gevallen geen opgeld doet. immers, wanneer er een verhuiswagen vlak voor uw raam slaat, zult gij de groene boomen en de blauwe lucht niet kunnen zien. Evenmin zult gij, wanneer gij u blind staart op al betgeen er voor onaangenaams in uw leven is, in staat zijn bet goede te zien, dat er ongetwijfeld eveneens is. Maar lusschen bet goede waardeeren en lachen, zie, daar ligt voor mcDigeen nog een groote afstand lusschen. LacheDhartelijk, gul, spontaan la chenvelen hebben het verleerd ol ze hebben het nooit gekund. Velen gaan door hot leven alsof ze een ieder zouden willen toesnauwen: „Lach niet) Ongeluk! 'I Is een drama!" Er zijn dikke boeken geschreven over ge- moedsuilingen, over leed en verdriet maar wie schrijft er nu eens een ode aan den lach?! Een lach kan bitterder zijn dan een traan;' een lach kan meer zellbeheersching kosten dan hel zwaarste offermaar een har telijke lach kan ook een pijnlijke situatie redden of een gelukkige oplossing zijn bij een gespannen toestand. Een menscb, dio niet lacht, Is gelijk een zontooze dagl Moedersl Laat w kinderen lachen. Laat ze tranen lachen om de grootste llauwi- teilen. Verbiedt ze toch niet, omdat ze te uitbundig zijn, omdat ze (c vect leven ma ken. Lachen is gezond, lachen is een wel daad voor uw omgeving en: jong gewend is oud gedaan. Vele moeders vinden, en vaak met reden dat hun kinderen hinderlijk lachen en daarom verbieden ze hel meteen maar eens cn voor altijd: njet 200'n lawaai als- jcblieftl We loeren dansen, we loeren vieemde talen spreken, we leeren liclsen, zwemmen voetballen cn honderd andere dingen. Waarom zouden we dan ook niet leeren lachen? llcl is heusch zoo gek niet: iemand met een goede, maar ongeschoolde stem leert toch ook zingen, waarom zou dan iemand met een uitbundige, vroolijke natuur niet welluidend kunnen leeren lachen? Er zijn evenveel soorten van lachen als er stemmingen in het mcnschelijk gemoed zijn. Men kan hartelijk lachen, vroolijk, spontaan, gul, uitbundig, bitter, hoonend, hatelijk, smalend, stil vergenoegd, geluid loos, droevig, treurig en onmerkbaar. Ja heuschl Dal laatste kan ook Heelt u nooit iemand onmerkbaar zien lachen? Heelt 11 neuit iemand ontmoet zoo zonnig, zoo blij zoo stralend, dat z'n heele wezen een geslolden lach leek? Ik weel, dal het kan, want ik ken zoo iemand. Over het al gemeen wordt or veel te weinig gclachenj er wordt weinig gelachen, omdat er weinig oprechtheid is: men doet zich stijver en «lolliger voor dan men is ol wel men is be vreesd voor minder welgemanierd en def tig aangezien te worden dan men zich voelt. Een vroolijke, gulle lach werkt aanstekelijk. Wij gevoelen iets van innerlijke vroolijk- hcid van den lacher in ons overvloeien eu dal is de weldaad van den lach. Wij geven er ons geen rekenschap van, wij pluizen dak niet zoo uit, wij bemerken het misschien ternauwernood op, maar wij worden ver kwikt en gelaafd door den gullen lach als een dorslende door een dronk frisch waler. Wij vergelen even onze eigen belangrijk heid. onze werkelijke of gemeende zorgen en in dat oogenblik van ontspanning ligt de bekoring. De weldaad van den lach Lezer, lacht gij in i, in 6, in i, ol in A? Lacht ge in i, dan zijt ge onbeduidend aanstellerig ol gierig, in dan hebt ge een onbetrouwbaar zelfzuchtig karakter, in 0, dan zijt ge verlegen van aard, lankmoedig cn joviaal en lacht ge in a, dan zijl ge gul en gastvrij met een gezonden zin voor humor. Dit is een oud recepl, dat dikwijls bewe zen heelt van beproelde samenstelling te zijn. Wilt ge dus in den vervolge uwe vrienden op de proef stellen: maakt ze aan hel lachen en trekt Uwe conelusiesl Ha, hal De regen heelt dezen zomer heel wat op zijn geweten gehad: bedorven uitgangen, weggegooid reisgeld, humèurtjes, lastige kinderen en een massa mislukte plannen. Jammer! Het is wel ongelooflijk hard, als je veertien dagen of drie weken op één jaar vrij bent om naar buiten lo gaan cn je hebt er dan niet één met zont Maar toch ook hiervan kan je veel mat ken, als jc een beetje verstand hebt, om den huik naar den wind te draaien, fk ken menschen, die steen en been klagen als hun een rogenbuitje overvalt, en anderen, die welgemoed door blijven wandelen en alleen even zeggen: ,,'t Wordt immers toch ééns weer droog I" Ik geloot, dat deze verschillende wijzen, om de hemeltronen te beschouwen in nauw verband met de mode slaan. Ja, natuurlijk hangt hel óék samen met het karakter en temperament van de menschen zeiven, maar daarnaast is het zuiver een toilet- kwestie. Als jc door giclregens van het soort, waar de Augustus-dcpressies ons steeds mee ver rasten, moet kjopen niet lage suède-schoen- tjes en zijden kousen, met een keurig ge plooid mantelpakje van tccre, besmettelijke kleur, en een hoed met bloemen ol linten, die niet tegen water kunnen, ja, natuurlijk, dén klaag je steen en beent Nu heb ik nog overdreven, maar gebeurt het niet vaak, zelfs nog in dezen lijd van praclische regenjassen ,dal menschen met een druipende parapluie scheef boven hun hoofd wandelen, waardoor zij half nat wor den, wat haast nog erger is dan beelemaal? Vroegei liep iedereen zoo. Heeren en kin deren droegen wel eens een ruime regenjas of een cape, maar do dames vonden die hobbezaJtdingen zéé afgrijselijk, dat zij nog maar liever bun kleuren bedierven en klets nat werden, dan dat zij 1 r „niet leuk." uit zagen I Vraag mijn niei hoe zij er wél uitza gen. Zij droegen voor regen hun oudste kleuren: uitgezakte, versoholen dingen, die er niet meer op aan kwamen. Hall afge dankte hoedjes, slordige schuiten van schoenen en dan het eenige, wat goed in orde was: een geweldige parapluie. Het was een allerongezelligsl gezicht. Want oud goed, dat nat weidt, is daardoor natuurlijk nég loelijker. De onUcrutóe veertjes op de drie jaar oude hoeden, dc sluke haren om het gezicht, het maakte allee bij elkaar, dat een dame, die er geen rijtuig op na hield, met regen, eenvoudig niet uit kon voor visi tes of zoo iels, want zij was binnen de vijf minuten ontoonbaar. Ik weet nog precies hoe wij eens een vriendin van mijn moeder op bezoek kregen op een vreesehjk natten dag en boe zij direct het wonder vertelde: „lk ben komen loopen en tècii kurkdroogI zéé leuk: ik draag bui ten over mijn tailleur een wijde jas, die geen regen doorlaat. Die bracht ik uit het bui tenland meel" Het was een curiosumI Thans zijn wij zco ver, dat iedcTen man, vrouw of kind jarenlang door den regen kan wandelen en toch droog blijven als men er maar op is aangekleed. En het aardigste is nog, dat die dracht ook flatteert en niet, zooals de ellendige rotondes van omstreeks 1890 van een vrouw ccn soort gecapiton neerde sluimerrol maaktI Kijk er dit plaatje maar eens op aan. Ziet het meiske er niet uit om te stelen?. De regenjas en het regenhoedje behooren tegenwoordig tot de noodigste onderdeelen van onze garderobe. Je hebt er veel wil van', doordat je er zeil warm en droog in blijft en je je kleeren spaart; en hel ie bovendien geen groote uitgave meer. O, in de Engelsche magazijnen kan je. natuurlijk ook nog dure soorten vinden, van die onverslijlbare dingen met keurigs kleermakerscoupe; jassen, die ruim zitteB en absoluut ondoordringbaar zijn; „maar wie geen dikke beurs beeft en géén zin haar halve kleedgeld aan een regenjas te spen-i deeren, kan in de nu zoo populaire goi-d- koopere zaken ook uitstekend terecht. Daar zijn jassen in zeildoek, teer, caout, chouc, gabardine, geprepareerde zij; er is keuze te over. Ik vind de gabardine jassen' altijd het allerbest Die kleeden slank af, zitten warm. slaan netjes en ruiken niet als je ze een poosje hebt gedragen, wat met gummi cn zeildoek mantels dikwijls wel het geval is. Sommige gabardine-jassen laten op den duur door en het i i waar, dat zij in on» kikvorsclienland legen heilige ovèrslroo- mingen uit den hemel bestand moeten we zen. De groote confectiezaken kunnen voor een paar gulden dergelijke mantels weer opnieuw ondoordringbaar maken. Dan hou den ze het voorloopig wel uil. fk raad u echter af om zelf een derge lijke behandeling loe le passen. Daj wordt lapwerk, als jo geen vakvrouw bent en ten slótte moet de zaak dan tóch helpen. Wanneer u icen regenjas koopt, moet U op sommige dingen goed-tellen: lo dat hij wijd genoeg om de houjwaj valt en niet slobbert om de schouders; 2o. dal de boord ol kraag een goede snit heeft en royaal over elkander kan sluiten; 3o. dat er fatsoenlijke, goede knoopen op zitten;; (o, dal er onder dc knoopen nog een paar knip- knoopjes volgen, anders waait hij open als u loopt of fietst; 5o. dal hij, net als een soldatenjas, naar twee kanten gesloten kan worden; doch dit is geen noodzakslijkheid, alleen een besparing van de jas zelf. Een regenmantel die afzakt van do: schouders of om de heupen spanf, staat goedkoop en leelijk. Hoe royaler hij om uw Ijguur pasl, des le beter het is. Wanneer hij fe nauw is, gaat hij bij dc knoopen trekken;: die vliegen er dan af of de galen scheuren uit en daardoor wordt de gansche jas be dorven. De opstaande kraag of de sluitende boord geven het „oog" "aan den regenman- lel. Een uitzakkend, fout geknipt boordje valt het allereerste op. Ook bederft zoo iets de lijn van den rug; dus het is wél zaak hier goede aandacht aan te besleden. Ook moet u opletten, dat u den mantel niet te lang neemt. Sommige dames zeg gen: mijn rok is lang, du3 moet de jas nog een hand langer zijn. Doch dan slaat deze om, krijgt valsche plooien, modder- spelton, een vieze rand...., en dat zijn óék al détails, die de jas in haar geheel on toonbaar kunnen maiken. Kleed u als het meiske op dit plaatje; dat is het allerbesll Over de hoedjes afzonderlijk behoef ik het niet le hebben. Die liggen bij massa's! overal le koop: de glimmende en de doffe, die van lak en die van vilt.het kan alles tegen regen; kies een kleur, die u flat- leert, en zet er geen andere garneering op, dan een lint of een piek of een stuk fluweel1, Neem voor den regen kaplia-ntlscl 10enen', die sluiten over uw mantelmouw; draag wollen kousen, en overschoenen en ik ver zeker 11, dat u op dio manier alle weer en wind kunt trofseèren; hel wandelen in een gictbui zal zoo een pretje voor u zijn I Rijkspioelstation voor Fluimvesteelt. H (Nadruk verboden). Alweer de Commissie voor de Stoatsuitr> gavenHet loopt wel wat druk maar nu er zoo vaak en zoo terecht geklaagd wordt ever de wijze, waarop Rijksgeld wordt ge bruikt, en nu er dagelijks, al sedert langen tijd, geroepen wordt om bezuiniging en om toezicht op de uitgaven, me-enen wij, dati het ieders plicht is ook te wijzen op het geen er in die richting wordt gedaan, aJ zijn die daden soms heel eigenaardig. Er is te Beekbergen een Rijksproefsta* tion voor Pluimveeteelt. Over de admini stratie en de exploitatie daarvan was de Algemecne Rekenkamer (in het vervolg R.) niet tevreden en zij zond afschrift van haar correspondentie daarover met de Re^> geeving aan de Tweede Kamer, die deze in handen stelde van de Commissie voor de Staatsuitgaven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 10