De Kluizenaar van Far-End.
No. 19784
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 6 September
Derde Blad.
Anno 1924*
Canadeesche Brieven.
HAAGSCHE BRIEVENT
FEUILLETON.
BUITENL. WEEKOVERZICHT.
Het accoord van Londen ge-
teekend de Volkenbonds-
vergadering onrnst over
Marokko in Europa's Oosten
De Duilsche Rijksdag heeft gedaan als wij
voorzagen. De helft der Duilsch-nafionalen
hebben voor de spoorwegwet gestemd, die
daardoor de vereischte 2/3 meerderheid ver
wierf. Waarmee de Dawes-rapporten ook
door Duitschland waren aangenomen En
heden voor een week heeft zonder ceremo
nieel de onderteekening plaats gehad van
het accoord van Londen.
Een zucht van verlichting is door dit feit
ongetwijfeld opgegaan in Europa. Daadwer
kelijk kan nü immers worden aangevangen
met het genezingswerk der vele, geslagen
wonden, waaruit Europa's liarlebloed dreig
de weg te slroomen. Inderdaad is daarmee
dan ook reeds een aanvang gemaakt en ge
lukkig, zonder rekening te houden met een
mislukken der leening ad 800 millioen, waar
van feitelijk alles verder afhangt. Men mag
daardoor aannemen, dat die leening er wel
zal komen, ook al zijn er in Engeland or
ganen, de „Daily Mail" natuurlijk vooraa.i,
die Engeland niet willen doen deelnemen
aan het op de been brengen van den „han-
delsconcurrenl".
Naar buiten heeft Duitschland dooT het
genomen besluit zich vermoedelijk rust ver
worven. Ten minste, wanneer het zelf de
ru9t niet noodeloos verstoort door thans op
nieuw de schuldkwestie op te rakelen, iets,
waarvoor de tijd nog nic' is gekomen, naar
liet ons wil voorkomen. Daarvoor mankeert
nog te veel de objectiviteit. Maar inwendig
schijnt Duitschland een soort crisis lege-
moet te gaan. De Duit9ch-nalionalen hebben
als loon Voor hun steun blijkbaar bedongen
en toegezegd gekregen voor zoover daarvan
sprake kon zijn, dat hun deel zou wordfn
gegeven aan de regeering De Duilsche
Volkspartij koml daar openlijk voor uil en
het rechter deel van het centrum steunt dit
streven. Edoch links in het centrum en
de democraten willen er niet van weten en
onmogelijk is het daarom niet, dat de
Duitsch-nationaien zich hun „koopsom" zien
ontgaan, 't Zou voor Duitschland een zegen
zijn, want hun komst aan het bewind zou
weinig minder beleckcncn, dan een volledig
terugkeeren van wantrouwen en tegenwer
king, die pas plaats hebben gemaakt voor
een begin van belere verstandhouding. In
wendig zat Duitschland ongetwijfeld nog
een warmen strijd hebben te strijden over
deze kwestie, waarhij ons verrassingen niet
geheel uitgesloten lijken.
Wanneer die verrassing eens Rijksdag
ontbinding mocht zijn 1 't Zou wellicht de
groote uitkomst zijn. Maar om zoover te
komen De socialisten voeren er momen
teel een campagne voor, doch ben treft hel
verwijt van het najagen van parlij-voordeel
in dezen, zoodal we aan deze campagne
geen al te groote waarde durven toekennen.
Soms komt uit le choc des opinions wel
tens wal goeds le voorschijn.
Itopen w.e daarop oök ten aanzien van de
te Geneve aangevangen vijfde bijeenkomst
van den Volkenbond, die door de aanwezig
heid van Mc. Donald en Herriot bijzondere
luisler wordt bijgezet. Hel is geen kleinig
heid, waarom liet daar in hoofdzaak gaat:
waarborgen van den vrede en veiligheid,
waaromtrent beide genoemde premiers, op
tredende voor een partij van volgelingen
uil Europa's natiénrij den loon aangeven,
Mc. Donald heeft zijn ideeën ree-ds in een
rede belichaamd en daarvan heeft uren
kennis kunnen nemen, Herriot moet dit nog
doen. (Vermoedelijk heden onder buitenland
te vinden). Toch ltan reeds met vrij groole
zekerheid hol verschil worden aangegeven.
Mc. Dona'ld, die alle ci-devant neutralen
achter zich lievft. wil elk geschil doen op
lossen door arbitrage, verplichte arbitrage,
weigert le treden in aparte onderling geslo
ten waarborg-verdragen, die ons en dit
is zeer juist gezien zouden terugvoeren
tot toestanden, waaruit als van zelf de oor
log vain 1911- als noodwendigheid is gebo
ren. Herriot, die de kleine entente achter
zioh ziet. wil juist die aparte waarborg-
verdragen bevorderen. Als van-zelf-spre-
kend is aan ieders standpunt verbonden:
meer en mindere geneigdheid voor ontwa
pening.
Als onbewust en toch ook weer welbe
wust wordt iedere meening gestaafd door
hel eigen-belang van Engeland en Frankrijk
En als in dezen het Engelsche standpunt
sympathieker is, dan komt dat slechts door
het boevat dat het EngeJsche standpunt meer
in overeenstemming lijkt met het algemeene
belang van Europa,
Wil er iets bereikt worden, dan zal een
brug geslagen moeten worden over de kloof,
die deze beide gezichtpunten scheidt. Wan
neer deze bijeenkomst slechts den onder
bouw voor zoo'n brug zou opleveren, kun
nen we tevreden zijn
Jammer, dat de Engelsch-Fransche ver
houding onwillekeurig juist ietwat vertroe
beld wordt door de critieke situatie, waarin
de Spanjaarden zich in Marokko bevinden.
De opstandige Riffbewoners blijken tegen
standers te zijn. die niet zijn te onderschat
ten en feitelijk heeft het gezag der Span
jaarden aan de overzij van de straat van
Gibraltar weinig meer le beleekenen. Op
zich zelf bergt dit voor Frankrijk een groot
gevaar in zich en het zou te begrijpen zijn,
wanneer Marianne geneigd was den Span
jaarden een handje ie helpen. Wanneer
zoo'n hulp onbaatzuchtig bleef, la bonne
heure, maar wanneer nevenbedoelingen
daarbij aan liet daglicht zouden (reden,
zou Marianne John Ruil tegenover zich vin
den, die de Franschen liefst niet als over
buren heeft op de vestingrols van Gibraltar.
Zoo'n geval is helaas bij uilslek er op be
rekend, om ongemerkt verkoeling le doen
in treden en voedsel te geven aan arg
waan etc.
Argwaan heerscht ook nog altijd in
Europa's vuurhaard, den Balkan, en in. 't
Ooslen. Allerlei verontrustende berichten
over mobilisatie in Rusland doen de ronde,
weliswaar tegengesproken, maar toch te
vaak herhaald, om er heelemaal geen aan
dacht aan te schenken. Roemenië en Polen
beginnen zich weinig op hun gemak te ge
voelen.
Op den Balkan wordt Bulgarijje nog weinig
vertrouwd door zijn buren, die telkens
symptomen mcenen waar te nemen, waaruit
agressieve plannen zouden zrjn te distillee-
ren, speciaal ten aanzien van een herwinnen
van het door Bulgarije verloren Macedonië.
Eigenaardig is zeker, dat Russische ben
den de Poolsche grenzen overschrijden, dat
in Macedonië Bulgaarsche comitadzjes zich
roeren, zoo dikwgls de voorbaden geweest
inderdaad van groote operaties!
Met recht- mag men echter hoopen, dat
hel ijdele schimmen zijn, die aan den hori
zon opduiken, want het is maar al te be
kend. hoe het in brand geraken daar ge
regeld drcigl over te slaan.
Een oorlogsvlam in Oosl-Europa, wie durft
de gevolgen voorspellen? Zonder nu nog di
rect voor West-Europa le vreezen.
Inleiding.
Door het Bemiddelingsbureau voor Trans
atlantische Emigratie, Laan van N. O. In-
dié 198, 's-Gravenhage, zijn in den loop van
dit jaar een aantal jonge mannen en ge
zinnen in Canada geplaatst.
Gedeeltelijk met het doel om te zien, hoe
het met deze gegaan is, anderdeels om na
te gaan wat de vooruitzichten voor het vol
gend jaar zijn, heeft het Bureau dezen vo
mer een uitgebreide iospeetie-reis laten
ondernemen. Ten einde inzonderheid te
zien, hoe het gezinsleven daarginds is, is
deze reis ditmaal ondernomen door een
vrouw. Mevrouw D. VeenstraHeidstra, oe
echtgenoote van den directeur, den heer
S. L Veenstra, is sinds half Juli in Cana
da. Ze reisde met een groep emigranten
mede. Er werden, en worden nog steeds,
van haar brieven ontvangen over haar we
dervaren, die hierbij woordelijk worden
weergegeven. Slechts daar, waar medeelin-
gen van strikt persoonlijken aard voorkwa
men, was het noodig hier en daar iets te
laten wegvallen.
Bovendien zijn om begrijpelijke redenen,
alle namen zoowel van plaatsen als van
personen, gewijzigd. De later tc noemen
plaatsen zijn steeds meest gefingeerd, maar
bcteokenen werkelijk bezochte anders
geheete plaatsen. De personen zijn ook
in deze afdrukken met andere namen ge
noemd.
Overigens zijn de brieven geheel onver
anderd gelaten.
Niet alles heeft op de emigratie betrek
king, maar het meeste van zelf wel.
Lieve Allen,
Vanmorgen half negen uit Ealing vertrok
ken, eerst naar Victoria-station, mijn twee
tasschen bij de andere gebracht, toen naar
een paar kantoren in de Oity, waar ik nog
te maken had, en daarna terug naar Victo
ria.
Do Batavier-trein ,was al binnen en Je
menschen door den agent van de Canadan
Pacific afgehaald. Ik heb toen mijn bagage
gehaald en per underground naar Easton-
station. Aan 't station zag ik de C. P. R.-
man met onze menschen en liet ze maar
begaan. Alles gaat uitstekend, ik zal er
nooit weer ongerust over zijn. C. P. R,
zorgt er goed voor.
Aangekomen Liverpool kwam C. P. R.
porter (kruier) op mij af en daarna twee
heeren, een was de man van hun kantoor
hier, en de ander van het hotel. De eerste
bracht mij naar dit hotel, de tweede nam
de emigranten mee. Hier wat gewasschen
cn toen naar emigranten-hotel. Ze waren
juist klaar met eten en allen blij mij te
zien. Ik heb alles gezien 't is wat „En-
gelsch" 2 bedden op elkaar en blauwe
spreien. Alle linnen absoluut schoon. Goen
vodden van kussens en als ze niet reeds
hier voor mij plaats hadden gemaakt, had
ik er best willen slapen. Ook het huis voor
de Russen en Polen gezien, ook goede
bedden, maar rommelig (zooals de Belgi
sche vluchtelingen). Ook het zaaltje gezien,
waar de dokter ze keurt. Goed je weet
wel S, Leger des Heilsachtig. Daarna nog
een huis gezien, waar óók emigranten on
dergebracht werden, óók goed. Engelse-hen
zijn geen Hollanders en de zindelijkheid bij
ons is grooter, maar het gaat best. Heb den
dokter van de „Mont-royal" gesproken,
aardige oude heer Blijf nu vanavond heel
rustig hier. Morgenochtend 10 uur aan
boord. Daar begin ik weer een langen brief
aan jullie allen,
Heel veel liefs voor allen
van moeder.
Vrijdagavond balfnegen.
S S. ,,Mont-royal".
Hartelijk dank voor je briefje. Ik zit
hier beat aan boord cn heb een mooie hut
voor twee, voor mij alleen. Van avond gaat
cr nog een post van boord en ik haast me,
jullie nog wat van me te laten hooren. Ik
was vanmiddag een uurtje op de 3e klasse;
allen waren goed tevreden, ook over het
hotel in Liverpool.-Ik heb ze gezegd, dat
ze maar eens bij twee tegelijk bij mij moes
ten komen in dc hut. Ik zal ze wel halen,
anders komen ze niet. Wees maar niet be
zorgd, dat ik niet rusten zalik doe dat
wel, maar ik ga een paar maal per dag
naar mijn jongens. 25e zijn zoo lief voor me,
en zoo blij als ik kom. Ze hebben het héél
aardig daar.
Ik ben wei te moede en ga vol ver
trouwen. Ik geloof, dat het goed is, dat
ik ga.
Zondagmorgen 10 uur.
Lieve allemaal,
Goeden nacht gehad. Uitstekend bed en
weinig lawaai. Acht uur op, negen uur ont
bijt. Hot raadsel van de verlegenheid van
mijn buurman is opgelost. Het is een Fin
en kent geen Engelsch. Ik merkte dit van
morgen en vroeg hem zijn nationaliteit on
of hij Duitsch sprak. Je hadt zijn gezicht
moeten zien, toen ik hem in 't Duitse*,
aansprak, 't Is een echt aardige jongen, en
de anderen aan tafel zijn allen blij voor
hem, dat ik naast hem zit en hij nu ten
minste met iemand spreken kan.
Het gezelschap aan boord is zéér ge
mengd. Velen hadden m.i. beter 3e klasse
kunnen gaan, en men moet medelijden met
die menschen hebben, die als een kat in
een vreemd pakhuis rondloopen en niet we
ten wat behoort cn wat niet
Verder zijn er leuke Canadcezen, vrien
delijk, opgewekt en eenvoudig. Van mor
gen sprak ik een Canadeesche dame, die
jarenlang in de zending, in „Bopal" is ge
weest. Vlotte vrouw. Zoover «vas ik Zater
dagochtend gekomen, toen ik zeeziek werd.
Ik was Zatcrdag-oohtend nog even op de
3o klas geweest, allen goed tevreden en
blij dat ik kwam.
't Is nu Woensdagochtend 12 uur. Ik ben
gistermiddag voor 't eerst weer opgestaan
en vanmorgen na 't ontbijt direct naar onze
luidjes in de 3e kl. Allen zeer tevreden, en
ze hebben veel meer pret dan wij hier in
de lste. Heb K. en S. meegenomen naar
mijn hut en hen de le kl. laten zien. Ze
vonden zelf ook, dat het in de 3e kl. veel
gezelliger is. Ik ben weer met hen terugge
gaan en heb een poosje met juffr. W. zit
ten praten, en met de steward afgespro
ken mijn lunch vandaag met hen.
Nu Canadeesch geld genomen bij den
purser, en zit nu in mijn hut te schrijven.
Ga aanstonds naar 3e kl. te schrijven.
Vrouw W. is een aardige, frissche, knap
pe vrouw; kinderen zeer gehoorzaam. Van
middag neem ik haar even mee.
's Middags half drie. Heb in de 3e
kl. gegeten. Ze vonden 't zóó leuk, dat ik
bij hen kwam, dat ik moet om zes uur nog
eenmaal wéér gaan.
Donderdagmiddag 2 uur.
We zijn sinds gistermorgen op de St.-
Lawrence, waar je eerst land ziet, en dan
een heele tijd weer niet. Gisteren ijsber
gen gezien reuzegevaarten. Nu zijn we
in 't wijde gedeelte van den golf van St.-
Lawrence, cn krijgen st-raks land aan beide
zijden. V. was gisteren ziek. Ik hoop zeer,
dat hij vandaag beter is, anders moet hij
in Quebec in 't hospitaal achter blijven,
waar echter zeer goed voor hem gezorgd
wordt en vanwaar hij na herstel verder kaa
gnan. Gelukkig, dat hij Engelsch kent. Hij
moet nu in ieder geval apart don dokter
passeeren.
Vanmorgen 8 uur kwamen K. en v. A.
met Amerikaansch Hollander in de salon,
waar ik toen zat. Deze mijnheer reisde
1ste kl., had hen hooren spreken cn kwam
toen op hen af. Hij was 30 jaar geleden
uitin Friesland naar Amerika gegaan
cn had nu een bezoek aan Holland, en ook
aan zijn geboortedorp gebracht, 't Was
hem zeer tegengevallenhij kende er nie
mand meer, en de graven van zijn ouders
waren niet meer te vinden. En alles was
zoo klein, zei hij. Zoo gaat hel ons allen
als wc terugkomen in de plaatsen, waar
we als kinderen waren. Hij was 't met mc
eens, dat dit komt, doordat het in onze
verbeelding alles veel grooter was. Zoo ziet
men toch, dat alle dingen eigenlijk mooi
zijn, zoo groot of zoo nietig als men ze wil
zien of kan raden.
Ik was vanmorgen ook een uurtje in 't
kantoor van de conductress (geleidster van
alleen reizende vrouwen en meisjes), cn
vernam van haar allerlei dingen over vrou
wen-emigratie. Wie niet verkeerd w i 1,
kan als alleen reizend meisje niet ver
keerd gaan. Zij worden geheel begeleid, tot
in West-Canada,
We zijn in Riraouski, de douane komt
juist aan -boord.
VII.
De kleinigheden hebben, ondanks haar
kwalitatief geringe waarde, een groole be-
teekenis in ons leven. Maar ze zijn dan ook
zoo talrijk 1 Haar overweldigende menigvul
digheid is oorzaak, dal wij veel lijd en aan
dacht eraan moeten besteden.
Ontvoerd le worden met een automobiel,
die in de Yeenestraat oogenschijnlijk rustig
slaat te wachten op een winkelende dame,
maar inderdaad bestemd is om plotseling
met ons weg te suizenwaaruit dus, zoo
dra wij langszij gekomen zijn, drie mannen
springen, die ons weerloos in een deken
rollen, om vervolgens onmiddellijk met ons
voort te razen en, ais de bereden poli lie
onder inspecteur Snethlage de schakers te
dicht op de wielen zit, fluks de louwladder I
te beklimmen, die boven het Huygensplein I
een ijlings toegesneld vliegtuig nog juist 1
tijdig uitwerpt; waarna wij een jaar lang I
in een ondergrondsch paleis tusschen „Oud- I
Wassenaar" en „De Kievit" worden gevan
gen gehouden, omdat een daar wonende
'geheimzinnige, even sclioone als wreede Zij
na wederzijdsehe kennismaking en niette
genstaande wij getrouwd zijn, een huwelijk
met ons wenschl aan te gaan dit allee
overkomt ons (tenzij wij hel moedwillig
voor de bioscoop spelen) uiterst zelden. Ge
regeerd en geringeloord worden wij echter
van den morgen lot den avond door den
veter, die breekl, hel water, dat niet koken
wil; de lekkende vulpen; den stroomloozen
tramwagen; de onverstaanbare telefoon; het
stofje in ons oog; den onbegrijpelijk lang
uitblijvenden jongen met het antwoord op
onze boodschap; het roosterende brood, dat
verbrandt; het motgaatje in onzen smoking
kraag, de regenbui juist als wij tennissen
gaan; dien ellendigcn muur, waarin geen
duim of spijker houden wil; dat belache
lijke puisje op onzen neus, nu wij eindelijk
vanavond kennis maken zullen met de al
lerbekoorlijkste juffrouw Dinges
Met Den Haag gaat bet ons al niet an
ders. Een allerbekoorlijkste stad, waarop wij
ons alleen nu en dan kwaad maken, omdat
wij zouden willen, dal zij ons in kleinig
heden even weinig teleurstelde, als zij dat
in haar groote lijnen en algemeen aspect
doel.
Een inzender in „Het Vaderland" heeft
zich geërgerd aan liet plotseling opduiken
van onleesbare straatnamen-bordjes, zóó
donkerblauw overschilderd, dal dc iets min
der donkerblauwe letters bijna niet te ont-<
cijferen zijn. Wal bleek? Zij zijn in een
overgangstoestand, de namen zullen wel
dra met een witten kwast schitterend uit
den blauwen chaos herwekt worden. Maar
welk een omslachtige, oudcrwetsche me
thode is hier aan het woord! Heeft de ge
meentelijke bordjes-bezorger nog nooit be
merkt, dat men cldens, in Londen bijvoor
beeld, een voorraad losse letters bezit, waar
uit men eiken gewenschten straatnaam bin
nen enkele seconden kan samenstellen, door
ze eenvoudig in de vereischte volgorde tus
schen twee evenwijdige horizontale groeven
te schuiven? In Den Haag is dc autoriteil
nog zoo ver niet. En wat de leesbaarheid
betreft, in een groot deel van Duinoord heeft
men lantarens geplaatst, die 's avonds zelfs
het schitterendst wit onzichtbaar maken; het
licht is daar met ccn ijzeren helm zooda
nig afgedekt, dat alleen een cirkel met een
straal van één meter beschenen wordt. Al
de rest ligt in ondoorgrondelijk duister; de
Slatenlaan, de Van-Boctzelacr-, Stadhou
ders-, Zwijger- en andere lanen baden zich
met heel haar wijdsche boulevard-allure in
het lugubersle achlerbuurt-donker. De daags
zoo vurig roode brievenbussen zijn na zons
ondergang spoorloos in het zwarte Niet ver
dreven; de straatnamen liggen ver boven
den spaarzamen lichtkring; de huisnum
mers hebben hun beleekenis verloren; tever
geefs zoekt de vreomdeling zich in deze
buitenste duisternis le oriënleeren.
Kleinigheden? Goed. Maar hoe gemakke
lijk moeten ze dan le beleren zijnl Wat
is er legen om die malle poldeksels van de
lantarens af te nemen, opdat de Duinoord-
lanen bet Haagsclie waai-, zand- en sluif-
kwartier bij avond niet langer een nauwc-
welijks opgegraven doodenstad doen lijken;
Wat is er tegen, om de straatnamen voor
taan niet langer aan de huizen, maar aan
goed verlichte, sierlijke palen le bevesti
gen, die hun plaats op de trottoir-hoeken
kunnen vinden?
Ziehier, behalve sleur, eigenwijsheid, ge
makzucht, gemis aan algemeene kennis en
aan bereisdheid van de betrokken ambte
naren, de oorzaak: de decentralisatie juist
op het punt van kleinigheden. Wal kostte
het een polilie-president in het oude Ber
lijn weinig moeite, om kleine, dwaze mi,j-.
standen weg le ncmenl Hij deed zijn vlie-.
genden auto-rit door de slad, en den vol
genden morgen waren door een macht
spreuk van den vorigen namiddag, de on-t
gerechtigheden verdwenen, die zijn sj>eu-
rend adelaarsoog geërgerd hadden. Maar
hier? Iedereen doktert mee en niemand
geeft den doorslag. Wee don burgemeester,
die, van zijn dagelijkscho inspectie-tocr
huisgekomen, aan den directeur van Ge-i
meentewerken letefoneercn zou: dat ellen-,
dige, domme, hinderlijke en belachelijke ge-
stuif van duinzand door den volmaakt on-
noodigen koker, die Boisolstraat heel, naar
door MARGARET PEDLER.
Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT.
22)
Sara sprong nu bijna op; toen, gesteund
door de verontwaardigde herinnering aan
de onhebbelijkheid van dezen man bij die
vroegere gelegenheid, boog zij zwijgend.
Hij bleef haar mot die eigenaardig spot
tende uitdrukking aanzien, en zij was boos
op zichzelf, toen zij zich voelde blozen hij
dien onderzoekenden blik. Eindelijk sprak
hij weer.
„U schijnt een neiging le hebben om op
verboden terrein binnen te dringen," merkte
hij droogjes op
Sara's oogen scheten vonken.
„En u een neiging om de eenzaamheid le
zoeken," gaf zij terug.
„Juist." Hij boog ironisch. „Misschien wilt
u wel zoo vriendelijk zijn daarmee rekening
le houden?" En hij ging beleefd op zij, als
öin haar te laten passeeren.
Sara keek weinig vergenoegd naar den
regen, die nog steeds in slroomen neerviel.
Toen wendde zij zich verontwaardigd tot
hem.
„U wilt toch niet beweren, dat u er op
staait mij in dezen storm le laten vertrek
ken?" vroeg zij.
„Weet u niet, dat u heelemaal geen recht
om hier te zijn; dat u de bepalingen
overtreedt?" weerde hij koel af.
.,Natuurlijk weet ik dati Maat ik kon niet
denken, dat iemand in de gegeven omstan
digheden bezwaar kon maken, dat ik tegen
die bepalingen in handelde."
„U moet mij niet beoordeelen naar andere
menschen," antwoordde hij kalm. „Ik ben
niet zooals zij."
„Neen, dat bent u zeker niet," stemde
Sara dadelijk toe.
„En uw toon zegt er bij: goddank." vulde
hij aan met een Hauwen glimlach. „Nu,
goed dan," ging hij op norschen toon voort,
„blijf als u will, als u ten minste maar niet
van mij verwacht, dat ik u gezelschap
houd."
Sara haastte zich te antwoorden, dat zij
dat absoluut niet verlangde, en hij nam zijn
pot af en wandelde weg in den regen.
Een tien minuten gingen voorbij en nog
steeds viel de regen even hevig neer; er
scheen geen eind aan te komen. Sara liép
ongeduldig heen en weer, en ging aan de
open zijde van het huisje kijken of de zware
wolken niet zouden breken.
Er scheen geen kans op en zij was juist
van plan maar weer te gaan zitten op de
bank binnen in het huisje, toen vlugge stap
pen links van haar weerklonken en Garth
Trent weer verscheen met een paraplu en
een heerenoverjas over zijn arm.
„Het zal nog wel een goede twee uur blij
ven regenen," zei hij korlaf. „U deedt beter
in huis te komen."
Sara'itaarde hem aan in stille verbazing;
de uitnoodiging was zóó totaal onverwacht,
dat zij een oogenblik geen antwoord kon
vinden.
„Tenzij u," voegde hij er bij op snijden
den toon, haar stilzwijgen verkeerd opvat
tend, „tenzij u bang is de regels van wel
voeglijkheid te overtreden?"
„Ik ben hcehvat meer bang om kou te
vatten," antwoordde zij dadelijk en maakte
zich gereed hel huisje te verlaten.
„Hier, doe dit aan," zei hij barsch, terwijl
hij de jas ophield, die hij had meegebracht.
„IJ behoeft niet natter le worden dan noo
dig is."
Mij hielp haar in de jas en knoopte die
met zorg onder haar kin vast. Zijn handige
bewegingen en rustige bezorgdheid vormden
een eigenaardige tegenstelling met de on
verschillige houding, waarmee hij haar
dezen kleinen dienst bewees, llij deed alles
zóó zakelijk en onverschillig, dat Sara zich
voelde als een kind, dat aangekleed wordt
door een precieze, maar niets voor haar
voelende kinderjuffrouw. Toen hij den laat-
sten knoop van de lange jas had vastge
maakt, die haar tot de hielen reikte, zette
hij de paraplu op en hield deze boven haar.
„Blijf dicht naast mij," zei hij'kortaf, en
verder maakte hij geen enkele opmerking,
totdat zij bet huis hadden bereikt en samen
in den ouderwelschen hall stonden, die
blijkbaar zijn woonkamer was.
Hier deed Trent haar de.jas uit en terwijl
zij haar veeten stond te warmen bij het
groote vuur, dat in den haard brandde,
schelde hij zijn bediende en gaf order thee
te brengen, zoo kalm alsof vrouwelijke be
zoeksters een dagelijksche gebeurtenis voor
hem waren.
Sara zag even het gezicht van Judson,
die bijna versteende van verbazing, toen hij
wegging, om de bevelen van zijn meester
uit te voeren, en, denkend aan haar laatste
ontmoeting met hem, lachte zij bijna
hardop.
„Gaat u zitten alsjeblieft," zei Trent.
„En" met een blik op haar voeten „u
deedt beter die; natte schoenen uit te trek
ken,"
Er was iels in zijn korte manier van be
velen, alsof hij een sergeant was, die re-
cruten moest drillen, dacht Sara dat haar
tot verzet prikkelde. Zij strekte haar voeten
uil legen den gloed van het vuur."
„Neen, dank ui' antwoordde zij luchtig.
„Zij zullen zoo wel drogen."
Terwijl zij sprak, keek zij op en ontmoette
een blik va.n zijn oogen, die haar scheen als
de flikkering van een zwaard. Zonder haar
een anlwoord te verwaardigen, knielde hij
naast haar neer en begon haar schoenen los
te rijgen, trok ze eindelijk uit cn legde ze,
met de zoten naar boven, voor liet vuur om
te drogen. Toen streek hij even met de hand
over haar kous.
„Drijfnat," merkte hij kortaf op. „Die zij
den dwaasheden moeten ook uit."
Sara 9prong op.
„Neen!" zei zij vastbesloten. „Dat zal
hiel gebeurenI"
Hij keek haar weer aan met dien spot-
tonden blik, waarmee hij het eerst haar
tegenwoordigheid in het zomerhuisje had .be
groet.
„Wilde u liever kou-vatten?" vroeg hij.
„Ja, dal nog liever I" antwoordde Sara
koppig.
Hij lachte kort, alsof hij er nu geen raad
«eer op wist, en met een schouderophalen
draaide hij zich om en ging de kamer uit
Toen zij alleen was, keek Sara met eenige
verbazing om zidh heen. Alles in het ver
trek leverde het bewijs van beschaafden
smaak en gevoel voor schoonheid. Dit was
niet het soort verblijf, dat zij zich had ge
dacht bij den grinïmigen menschen hater,
die haar gastheer, volgens haar oordeel,
moest zijn Het ouderwetsche karakter, dat
de groote eiken balkon, die het plafond
steunden, en de groote schouw aan het ver
trek gaven, was in ieder detail volgehou
den; het blauwe Chineesehe porselein op het
oude eiken buffet, de matte tinnen kan op
den schoorsteenmantel, de zilveren kan
delabers met de gebogen, glinsterende ar
men aan de paneclen van den wand, het
was alles verrukkelijk mooi. Het herinnerde
haar aan den ouden hall op Barrow, waar
zij en Patrick op winteravonden gewoonlijk
zalen te pralen.
Alles zag er goed onderhouden uit en
Sara, die dagelijks strijd voerde tegen do
onordelijkhcid en de slordigheid, die op Sun-
synide heerschten, besefte plotseling hoe
sterk zij de ruslige, uilslekendc bediening
van Barrow Court had gemis! Met verlan
gen naar haar oude tehuis, het onuilhlusch-
bare, heimweeachtige verlangen naar de
plek, waar men gelukkig is geweest, kwam
met groole hevigheid over haar.
Zij wenschle, dal zij nooit in dit huis was
gekomen, dat zóó de oude herinneringen
had wakker gemaakt, en onrustig stond zij
jap, gedreven door een plotselinge neiging
om weg te vluchten, toen juist de deur open
ging en Garth Trent weer binnenkwam.
Een snelle, zpekende blik Irof haar.
„Gaal u weer zitten," beval hij „Hier."
En ernslig legde hij een handoek cn een
paar wollen manssokken naast haar op den
grond. „Droog nu uw voeten en doe deze
sokken aan."
Hij verdween vlug in de richting van het
raam en bleef daar slaan met zijn rug naar
haar toegekeerd, terwijl zij zijn bevelen ge
hoorzaamde. Toen zij haar beide natte zij
den kousen te drogen had gehangen, wierp
zij een eenigszins geïrrileerd'n blik over
haar schouder naar do figuur bij hot raam,
(Wordt vervolgd),