De Kluizenaar van Far-End. No. 19784 LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 6 September Derde Blad. Anno 1924* Canadeesche Brieven. HAAGSCHE BRIEVENT FEUILLETON. BUITENL. WEEKOVERZICHT. Het accoord van Londen ge- teekend de Volkenbonds- vergadering onrnst over Marokko in Europa's Oosten De Duilsche Rijksdag heeft gedaan als wij voorzagen. De helft der Duilsch-nafionalen hebben voor de spoorwegwet gestemd, die daardoor de vereischte 2/3 meerderheid ver wierf. Waarmee de Dawes-rapporten ook door Duitschland waren aangenomen En heden voor een week heeft zonder ceremo nieel de onderteekening plaats gehad van het accoord van Londen. Een zucht van verlichting is door dit feit ongetwijfeld opgegaan in Europa. Daadwer kelijk kan nü immers worden aangevangen met het genezingswerk der vele, geslagen wonden, waaruit Europa's liarlebloed dreig de weg te slroomen. Inderdaad is daarmee dan ook reeds een aanvang gemaakt en ge lukkig, zonder rekening te houden met een mislukken der leening ad 800 millioen, waar van feitelijk alles verder afhangt. Men mag daardoor aannemen, dat die leening er wel zal komen, ook al zijn er in Engeland or ganen, de „Daily Mail" natuurlijk vooraa.i, die Engeland niet willen doen deelnemen aan het op de been brengen van den „han- delsconcurrenl". Naar buiten heeft Duitschland dooT het genomen besluit zich vermoedelijk rust ver worven. Ten minste, wanneer het zelf de ru9t niet noodeloos verstoort door thans op nieuw de schuldkwestie op te rakelen, iets, waarvoor de tijd nog nic' is gekomen, naar liet ons wil voorkomen. Daarvoor mankeert nog te veel de objectiviteit. Maar inwendig schijnt Duitschland een soort crisis lege- moet te gaan. De Duit9ch-nalionalen hebben als loon Voor hun steun blijkbaar bedongen en toegezegd gekregen voor zoover daarvan sprake kon zijn, dat hun deel zou wordfn gegeven aan de regeering De Duilsche Volkspartij koml daar openlijk voor uil en het rechter deel van het centrum steunt dit streven. Edoch links in het centrum en de democraten willen er niet van weten en onmogelijk is het daarom niet, dat de Duitsch-nationaien zich hun „koopsom" zien ontgaan, 't Zou voor Duitschland een zegen zijn, want hun komst aan het bewind zou weinig minder beleckcncn, dan een volledig terugkeeren van wantrouwen en tegenwer king, die pas plaats hebben gemaakt voor een begin van belere verstandhouding. In wendig zat Duitschland ongetwijfeld nog een warmen strijd hebben te strijden over deze kwestie, waarhij ons verrassingen niet geheel uitgesloten lijken. Wanneer die verrassing eens Rijksdag ontbinding mocht zijn 1 't Zou wellicht de groote uitkomst zijn. Maar om zoover te komen De socialisten voeren er momen teel een campagne voor, doch ben treft hel verwijt van het najagen van parlij-voordeel in dezen, zoodal we aan deze campagne geen al te groote waarde durven toekennen. Soms komt uit le choc des opinions wel tens wal goeds le voorschijn. Itopen w.e daarop oök ten aanzien van de te Geneve aangevangen vijfde bijeenkomst van den Volkenbond, die door de aanwezig heid van Mc. Donald en Herriot bijzondere luisler wordt bijgezet. Hel is geen kleinig heid, waarom liet daar in hoofdzaak gaat: waarborgen van den vrede en veiligheid, waaromtrent beide genoemde premiers, op tredende voor een partij van volgelingen uil Europa's natiénrij den loon aangeven, Mc. Donald heeft zijn ideeën ree-ds in een rede belichaamd en daarvan heeft uren kennis kunnen nemen, Herriot moet dit nog doen. (Vermoedelijk heden onder buitenland te vinden). Toch ltan reeds met vrij groole zekerheid hol verschil worden aangegeven. Mc. Dona'ld, die alle ci-devant neutralen achter zich lievft. wil elk geschil doen op lossen door arbitrage, verplichte arbitrage, weigert le treden in aparte onderling geslo ten waarborg-verdragen, die ons en dit is zeer juist gezien zouden terugvoeren tot toestanden, waaruit als van zelf de oor log vain 1911- als noodwendigheid is gebo ren. Herriot, die de kleine entente achter zioh ziet. wil juist die aparte waarborg- verdragen bevorderen. Als van-zelf-spre- kend is aan ieders standpunt verbonden: meer en mindere geneigdheid voor ontwa pening. Als onbewust en toch ook weer welbe wust wordt iedere meening gestaafd door hel eigen-belang van Engeland en Frankrijk En als in dezen het Engelsche standpunt sympathieker is, dan komt dat slechts door het boevat dat het EngeJsche standpunt meer in overeenstemming lijkt met het algemeene belang van Europa, Wil er iets bereikt worden, dan zal een brug geslagen moeten worden over de kloof, die deze beide gezichtpunten scheidt. Wan neer deze bijeenkomst slechts den onder bouw voor zoo'n brug zou opleveren, kun nen we tevreden zijn Jammer, dat de Engelsch-Fransche ver houding onwillekeurig juist ietwat vertroe beld wordt door de critieke situatie, waarin de Spanjaarden zich in Marokko bevinden. De opstandige Riffbewoners blijken tegen standers te zijn. die niet zijn te onderschat ten en feitelijk heeft het gezag der Span jaarden aan de overzij van de straat van Gibraltar weinig meer le beleekenen. Op zich zelf bergt dit voor Frankrijk een groot gevaar in zich en het zou te begrijpen zijn, wanneer Marianne geneigd was den Span jaarden een handje ie helpen. Wanneer zoo'n hulp onbaatzuchtig bleef, la bonne heure, maar wanneer nevenbedoelingen daarbij aan liet daglicht zouden (reden, zou Marianne John Ruil tegenover zich vin den, die de Franschen liefst niet als over buren heeft op de vestingrols van Gibraltar. Zoo'n geval is helaas bij uilslek er op be rekend, om ongemerkt verkoeling le doen in treden en voedsel te geven aan arg waan etc. Argwaan heerscht ook nog altijd in Europa's vuurhaard, den Balkan, en in. 't Ooslen. Allerlei verontrustende berichten over mobilisatie in Rusland doen de ronde, weliswaar tegengesproken, maar toch te vaak herhaald, om er heelemaal geen aan dacht aan te schenken. Roemenië en Polen beginnen zich weinig op hun gemak te ge voelen. Op den Balkan wordt Bulgarijje nog weinig vertrouwd door zijn buren, die telkens symptomen mcenen waar te nemen, waaruit agressieve plannen zouden zrjn te distillee- ren, speciaal ten aanzien van een herwinnen van het door Bulgarije verloren Macedonië. Eigenaardig is zeker, dat Russische ben den de Poolsche grenzen overschrijden, dat in Macedonië Bulgaarsche comitadzjes zich roeren, zoo dikwgls de voorbaden geweest inderdaad van groote operaties! Met recht- mag men echter hoopen, dat hel ijdele schimmen zijn, die aan den hori zon opduiken, want het is maar al te be kend. hoe het in brand geraken daar ge regeld drcigl over te slaan. Een oorlogsvlam in Oosl-Europa, wie durft de gevolgen voorspellen? Zonder nu nog di rect voor West-Europa le vreezen. Inleiding. Door het Bemiddelingsbureau voor Trans atlantische Emigratie, Laan van N. O. In- dié 198, 's-Gravenhage, zijn in den loop van dit jaar een aantal jonge mannen en ge zinnen in Canada geplaatst. Gedeeltelijk met het doel om te zien, hoe het met deze gegaan is, anderdeels om na te gaan wat de vooruitzichten voor het vol gend jaar zijn, heeft het Bureau dezen vo mer een uitgebreide iospeetie-reis laten ondernemen. Ten einde inzonderheid te zien, hoe het gezinsleven daarginds is, is deze reis ditmaal ondernomen door een vrouw. Mevrouw D. VeenstraHeidstra, oe echtgenoote van den directeur, den heer S. L Veenstra, is sinds half Juli in Cana da. Ze reisde met een groep emigranten mede. Er werden, en worden nog steeds, van haar brieven ontvangen over haar we dervaren, die hierbij woordelijk worden weergegeven. Slechts daar, waar medeelin- gen van strikt persoonlijken aard voorkwa men, was het noodig hier en daar iets te laten wegvallen. Bovendien zijn om begrijpelijke redenen, alle namen zoowel van plaatsen als van personen, gewijzigd. De later tc noemen plaatsen zijn steeds meest gefingeerd, maar bcteokenen werkelijk bezochte anders geheete plaatsen. De personen zijn ook in deze afdrukken met andere namen ge noemd. Overigens zijn de brieven geheel onver anderd gelaten. Niet alles heeft op de emigratie betrek king, maar het meeste van zelf wel. Lieve Allen, Vanmorgen half negen uit Ealing vertrok ken, eerst naar Victoria-station, mijn twee tasschen bij de andere gebracht, toen naar een paar kantoren in de Oity, waar ik nog te maken had, en daarna terug naar Victo ria. Do Batavier-trein ,was al binnen en Je menschen door den agent van de Canadan Pacific afgehaald. Ik heb toen mijn bagage gehaald en per underground naar Easton- station. Aan 't station zag ik de C. P. R.- man met onze menschen en liet ze maar begaan. Alles gaat uitstekend, ik zal er nooit weer ongerust over zijn. C. P. R, zorgt er goed voor. Aangekomen Liverpool kwam C. P. R. porter (kruier) op mij af en daarna twee heeren, een was de man van hun kantoor hier, en de ander van het hotel. De eerste bracht mij naar dit hotel, de tweede nam de emigranten mee. Hier wat gewasschen cn toen naar emigranten-hotel. Ze waren juist klaar met eten en allen blij mij te zien. Ik heb alles gezien 't is wat „En- gelsch" 2 bedden op elkaar en blauwe spreien. Alle linnen absoluut schoon. Goen vodden van kussens en als ze niet reeds hier voor mij plaats hadden gemaakt, had ik er best willen slapen. Ook het huis voor de Russen en Polen gezien, ook goede bedden, maar rommelig (zooals de Belgi sche vluchtelingen). Ook het zaaltje gezien, waar de dokter ze keurt. Goed je weet wel S, Leger des Heilsachtig. Daarna nog een huis gezien, waar óók emigranten on dergebracht werden, óók goed. Engelse-hen zijn geen Hollanders en de zindelijkheid bij ons is grooter, maar het gaat best. Heb den dokter van de „Mont-royal" gesproken, aardige oude heer Blijf nu vanavond heel rustig hier. Morgenochtend 10 uur aan boord. Daar begin ik weer een langen brief aan jullie allen, Heel veel liefs voor allen van moeder. Vrijdagavond balfnegen. S S. ,,Mont-royal". Hartelijk dank voor je briefje. Ik zit hier beat aan boord cn heb een mooie hut voor twee, voor mij alleen. Van avond gaat cr nog een post van boord en ik haast me, jullie nog wat van me te laten hooren. Ik was vanmiddag een uurtje op de 3e klasse; allen waren goed tevreden, ook over het hotel in Liverpool.-Ik heb ze gezegd, dat ze maar eens bij twee tegelijk bij mij moes ten komen in dc hut. Ik zal ze wel halen, anders komen ze niet. Wees maar niet be zorgd, dat ik niet rusten zalik doe dat wel, maar ik ga een paar maal per dag naar mijn jongens. 25e zijn zoo lief voor me, en zoo blij als ik kom. Ze hebben het héél aardig daar. Ik ben wei te moede en ga vol ver trouwen. Ik geloof, dat het goed is, dat ik ga. Zondagmorgen 10 uur. Lieve allemaal, Goeden nacht gehad. Uitstekend bed en weinig lawaai. Acht uur op, negen uur ont bijt. Hot raadsel van de verlegenheid van mijn buurman is opgelost. Het is een Fin en kent geen Engelsch. Ik merkte dit van morgen en vroeg hem zijn nationaliteit on of hij Duitsch sprak. Je hadt zijn gezicht moeten zien, toen ik hem in 't Duitse*, aansprak, 't Is een echt aardige jongen, en de anderen aan tafel zijn allen blij voor hem, dat ik naast hem zit en hij nu ten minste met iemand spreken kan. Het gezelschap aan boord is zéér ge mengd. Velen hadden m.i. beter 3e klasse kunnen gaan, en men moet medelijden met die menschen hebben, die als een kat in een vreemd pakhuis rondloopen en niet we ten wat behoort cn wat niet Verder zijn er leuke Canadcezen, vrien delijk, opgewekt en eenvoudig. Van mor gen sprak ik een Canadeesche dame, die jarenlang in de zending, in „Bopal" is ge weest. Vlotte vrouw. Zoover «vas ik Zater dagochtend gekomen, toen ik zeeziek werd. Ik was Zatcrdag-oohtend nog even op de 3o klas geweest, allen goed tevreden en blij dat ik kwam. 't Is nu Woensdagochtend 12 uur. Ik ben gistermiddag voor 't eerst weer opgestaan en vanmorgen na 't ontbijt direct naar onze luidjes in de 3e kl. Allen zeer tevreden, en ze hebben veel meer pret dan wij hier in de lste. Heb K. en S. meegenomen naar mijn hut en hen de le kl. laten zien. Ze vonden zelf ook, dat het in de 3e kl. veel gezelliger is. Ik ben weer met hen terugge gaan en heb een poosje met juffr. W. zit ten praten, en met de steward afgespro ken mijn lunch vandaag met hen. Nu Canadeesch geld genomen bij den purser, en zit nu in mijn hut te schrijven. Ga aanstonds naar 3e kl. te schrijven. Vrouw W. is een aardige, frissche, knap pe vrouw; kinderen zeer gehoorzaam. Van middag neem ik haar even mee. 's Middags half drie. Heb in de 3e kl. gegeten. Ze vonden 't zóó leuk, dat ik bij hen kwam, dat ik moet om zes uur nog eenmaal wéér gaan. Donderdagmiddag 2 uur. We zijn sinds gistermorgen op de St.- Lawrence, waar je eerst land ziet, en dan een heele tijd weer niet. Gisteren ijsber gen gezien reuzegevaarten. Nu zijn we in 't wijde gedeelte van den golf van St.- Lawrence, cn krijgen st-raks land aan beide zijden. V. was gisteren ziek. Ik hoop zeer, dat hij vandaag beter is, anders moet hij in Quebec in 't hospitaal achter blijven, waar echter zeer goed voor hem gezorgd wordt en vanwaar hij na herstel verder kaa gnan. Gelukkig, dat hij Engelsch kent. Hij moet nu in ieder geval apart don dokter passeeren. Vanmorgen 8 uur kwamen K. en v. A. met Amerikaansch Hollander in de salon, waar ik toen zat. Deze mijnheer reisde 1ste kl., had hen hooren spreken cn kwam toen op hen af. Hij was 30 jaar geleden uitin Friesland naar Amerika gegaan cn had nu een bezoek aan Holland, en ook aan zijn geboortedorp gebracht, 't Was hem zeer tegengevallenhij kende er nie mand meer, en de graven van zijn ouders waren niet meer te vinden. En alles was zoo klein, zei hij. Zoo gaat hel ons allen als wc terugkomen in de plaatsen, waar we als kinderen waren. Hij was 't met mc eens, dat dit komt, doordat het in onze verbeelding alles veel grooter was. Zoo ziet men toch, dat alle dingen eigenlijk mooi zijn, zoo groot of zoo nietig als men ze wil zien of kan raden. Ik was vanmorgen ook een uurtje in 't kantoor van de conductress (geleidster van alleen reizende vrouwen en meisjes), cn vernam van haar allerlei dingen over vrou wen-emigratie. Wie niet verkeerd w i 1, kan als alleen reizend meisje niet ver keerd gaan. Zij worden geheel begeleid, tot in West-Canada, We zijn in Riraouski, de douane komt juist aan -boord. VII. De kleinigheden hebben, ondanks haar kwalitatief geringe waarde, een groole be- teekenis in ons leven. Maar ze zijn dan ook zoo talrijk 1 Haar overweldigende menigvul digheid is oorzaak, dal wij veel lijd en aan dacht eraan moeten besteden. Ontvoerd le worden met een automobiel, die in de Yeenestraat oogenschijnlijk rustig slaat te wachten op een winkelende dame, maar inderdaad bestemd is om plotseling met ons weg te suizenwaaruit dus, zoo dra wij langszij gekomen zijn, drie mannen springen, die ons weerloos in een deken rollen, om vervolgens onmiddellijk met ons voort te razen en, ais de bereden poli lie onder inspecteur Snethlage de schakers te dicht op de wielen zit, fluks de louwladder I te beklimmen, die boven het Huygensplein I een ijlings toegesneld vliegtuig nog juist 1 tijdig uitwerpt; waarna wij een jaar lang I in een ondergrondsch paleis tusschen „Oud- I Wassenaar" en „De Kievit" worden gevan gen gehouden, omdat een daar wonende 'geheimzinnige, even sclioone als wreede Zij na wederzijdsehe kennismaking en niette genstaande wij getrouwd zijn, een huwelijk met ons wenschl aan te gaan dit allee overkomt ons (tenzij wij hel moedwillig voor de bioscoop spelen) uiterst zelden. Ge regeerd en geringeloord worden wij echter van den morgen lot den avond door den veter, die breekl, hel water, dat niet koken wil; de lekkende vulpen; den stroomloozen tramwagen; de onverstaanbare telefoon; het stofje in ons oog; den onbegrijpelijk lang uitblijvenden jongen met het antwoord op onze boodschap; het roosterende brood, dat verbrandt; het motgaatje in onzen smoking kraag, de regenbui juist als wij tennissen gaan; dien ellendigcn muur, waarin geen duim of spijker houden wil; dat belache lijke puisje op onzen neus, nu wij eindelijk vanavond kennis maken zullen met de al lerbekoorlijkste juffrouw Dinges Met Den Haag gaat bet ons al niet an ders. Een allerbekoorlijkste stad, waarop wij ons alleen nu en dan kwaad maken, omdat wij zouden willen, dal zij ons in kleinig heden even weinig teleurstelde, als zij dat in haar groote lijnen en algemeen aspect doel. Een inzender in „Het Vaderland" heeft zich geërgerd aan liet plotseling opduiken van onleesbare straatnamen-bordjes, zóó donkerblauw overschilderd, dal dc iets min der donkerblauwe letters bijna niet te ont-< cijferen zijn. Wal bleek? Zij zijn in een overgangstoestand, de namen zullen wel dra met een witten kwast schitterend uit den blauwen chaos herwekt worden. Maar welk een omslachtige, oudcrwetsche me thode is hier aan het woord! Heeft de ge meentelijke bordjes-bezorger nog nooit be merkt, dat men cldens, in Londen bijvoor beeld, een voorraad losse letters bezit, waar uit men eiken gewenschten straatnaam bin nen enkele seconden kan samenstellen, door ze eenvoudig in de vereischte volgorde tus schen twee evenwijdige horizontale groeven te schuiven? In Den Haag is dc autoriteil nog zoo ver niet. En wat de leesbaarheid betreft, in een groot deel van Duinoord heeft men lantarens geplaatst, die 's avonds zelfs het schitterendst wit onzichtbaar maken; het licht is daar met ccn ijzeren helm zooda nig afgedekt, dat alleen een cirkel met een straal van één meter beschenen wordt. Al de rest ligt in ondoorgrondelijk duister; de Slatenlaan, de Van-Boctzelacr-, Stadhou ders-, Zwijger- en andere lanen baden zich met heel haar wijdsche boulevard-allure in het lugubersle achlerbuurt-donker. De daags zoo vurig roode brievenbussen zijn na zons ondergang spoorloos in het zwarte Niet ver dreven; de straatnamen liggen ver boven den spaarzamen lichtkring; de huisnum mers hebben hun beleekenis verloren; tever geefs zoekt de vreomdeling zich in deze buitenste duisternis le oriënleeren. Kleinigheden? Goed. Maar hoe gemakke lijk moeten ze dan le beleren zijnl Wat is er legen om die malle poldeksels van de lantarens af te nemen, opdat de Duinoord- lanen bet Haagsclie waai-, zand- en sluif- kwartier bij avond niet langer een nauwc- welijks opgegraven doodenstad doen lijken; Wat is er tegen, om de straatnamen voor taan niet langer aan de huizen, maar aan goed verlichte, sierlijke palen le bevesti gen, die hun plaats op de trottoir-hoeken kunnen vinden? Ziehier, behalve sleur, eigenwijsheid, ge makzucht, gemis aan algemeene kennis en aan bereisdheid van de betrokken ambte naren, de oorzaak: de decentralisatie juist op het punt van kleinigheden. Wal kostte het een polilie-president in het oude Ber lijn weinig moeite, om kleine, dwaze mi,j-. standen weg le ncmenl Hij deed zijn vlie-. genden auto-rit door de slad, en den vol genden morgen waren door een macht spreuk van den vorigen namiddag, de on-t gerechtigheden verdwenen, die zijn sj>eu- rend adelaarsoog geërgerd hadden. Maar hier? Iedereen doktert mee en niemand geeft den doorslag. Wee don burgemeester, die, van zijn dagelijkscho inspectie-tocr huisgekomen, aan den directeur van Ge-i meentewerken letefoneercn zou: dat ellen-, dige, domme, hinderlijke en belachelijke ge- stuif van duinzand door den volmaakt on- noodigen koker, die Boisolstraat heel, naar door MARGARET PEDLER. Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT. 22) Sara sprong nu bijna op; toen, gesteund door de verontwaardigde herinnering aan de onhebbelijkheid van dezen man bij die vroegere gelegenheid, boog zij zwijgend. Hij bleef haar mot die eigenaardig spot tende uitdrukking aanzien, en zij was boos op zichzelf, toen zij zich voelde blozen hij dien onderzoekenden blik. Eindelijk sprak hij weer. „U schijnt een neiging le hebben om op verboden terrein binnen te dringen," merkte hij droogjes op Sara's oogen scheten vonken. „En u een neiging om de eenzaamheid le zoeken," gaf zij terug. „Juist." Hij boog ironisch. „Misschien wilt u wel zoo vriendelijk zijn daarmee rekening le houden?" En hij ging beleefd op zij, als öin haar te laten passeeren. Sara keek weinig vergenoegd naar den regen, die nog steeds in slroomen neerviel. Toen wendde zij zich verontwaardigd tot hem. „U wilt toch niet beweren, dat u er op staait mij in dezen storm le laten vertrek ken?" vroeg zij. „Weet u niet, dat u heelemaal geen recht om hier te zijn; dat u de bepalingen overtreedt?" weerde hij koel af. .,Natuurlijk weet ik dati Maat ik kon niet denken, dat iemand in de gegeven omstan digheden bezwaar kon maken, dat ik tegen die bepalingen in handelde." „U moet mij niet beoordeelen naar andere menschen," antwoordde hij kalm. „Ik ben niet zooals zij." „Neen, dat bent u zeker niet," stemde Sara dadelijk toe. „En uw toon zegt er bij: goddank." vulde hij aan met een Hauwen glimlach. „Nu, goed dan," ging hij op norschen toon voort, „blijf als u will, als u ten minste maar niet van mij verwacht, dat ik u gezelschap houd." Sara haastte zich te antwoorden, dat zij dat absoluut niet verlangde, en hij nam zijn pot af en wandelde weg in den regen. Een tien minuten gingen voorbij en nog steeds viel de regen even hevig neer; er scheen geen eind aan te komen. Sara liép ongeduldig heen en weer, en ging aan de open zijde van het huisje kijken of de zware wolken niet zouden breken. Er scheen geen kans op en zij was juist van plan maar weer te gaan zitten op de bank binnen in het huisje, toen vlugge stap pen links van haar weerklonken en Garth Trent weer verscheen met een paraplu en een heerenoverjas over zijn arm. „Het zal nog wel een goede twee uur blij ven regenen," zei hij korlaf. „U deedt beter in huis te komen." Sara'itaarde hem aan in stille verbazing; de uitnoodiging was zóó totaal onverwacht, dat zij een oogenblik geen antwoord kon vinden. „Tenzij u," voegde hij er bij op snijden den toon, haar stilzwijgen verkeerd opvat tend, „tenzij u bang is de regels van wel voeglijkheid te overtreden?" „Ik ben hcehvat meer bang om kou te vatten," antwoordde zij dadelijk en maakte zich gereed hel huisje te verlaten. „Hier, doe dit aan," zei hij barsch, terwijl hij de jas ophield, die hij had meegebracht. „IJ behoeft niet natter le worden dan noo dig is." Mij hielp haar in de jas en knoopte die met zorg onder haar kin vast. Zijn handige bewegingen en rustige bezorgdheid vormden een eigenaardige tegenstelling met de on verschillige houding, waarmee hij haar dezen kleinen dienst bewees, llij deed alles zóó zakelijk en onverschillig, dat Sara zich voelde als een kind, dat aangekleed wordt door een precieze, maar niets voor haar voelende kinderjuffrouw. Toen hij den laat- sten knoop van de lange jas had vastge maakt, die haar tot de hielen reikte, zette hij de paraplu op en hield deze boven haar. „Blijf dicht naast mij," zei hij'kortaf, en verder maakte hij geen enkele opmerking, totdat zij bet huis hadden bereikt en samen in den ouderwelschen hall stonden, die blijkbaar zijn woonkamer was. Hier deed Trent haar de.jas uit en terwijl zij haar veeten stond te warmen bij het groote vuur, dat in den haard brandde, schelde hij zijn bediende en gaf order thee te brengen, zoo kalm alsof vrouwelijke be zoeksters een dagelijksche gebeurtenis voor hem waren. Sara zag even het gezicht van Judson, die bijna versteende van verbazing, toen hij wegging, om de bevelen van zijn meester uit te voeren, en, denkend aan haar laatste ontmoeting met hem, lachte zij bijna hardop. „Gaat u zitten alsjeblieft," zei Trent. „En" met een blik op haar voeten „u deedt beter die; natte schoenen uit te trek ken," Er was iels in zijn korte manier van be velen, alsof hij een sergeant was, die re- cruten moest drillen, dacht Sara dat haar tot verzet prikkelde. Zij strekte haar voeten uil legen den gloed van het vuur." „Neen, dank ui' antwoordde zij luchtig. „Zij zullen zoo wel drogen." Terwijl zij sprak, keek zij op en ontmoette een blik va.n zijn oogen, die haar scheen als de flikkering van een zwaard. Zonder haar een anlwoord te verwaardigen, knielde hij naast haar neer en begon haar schoenen los te rijgen, trok ze eindelijk uit cn legde ze, met de zoten naar boven, voor liet vuur om te drogen. Toen streek hij even met de hand over haar kous. „Drijfnat," merkte hij kortaf op. „Die zij den dwaasheden moeten ook uit." Sara 9prong op. „Neen!" zei zij vastbesloten. „Dat zal hiel gebeurenI" Hij keek haar weer aan met dien spot- tonden blik, waarmee hij het eerst haar tegenwoordigheid in het zomerhuisje had .be groet. „Wilde u liever kou-vatten?" vroeg hij. „Ja, dal nog liever I" antwoordde Sara koppig. Hij lachte kort, alsof hij er nu geen raad «eer op wist, en met een schouderophalen draaide hij zich om en ging de kamer uit Toen zij alleen was, keek Sara met eenige verbazing om zidh heen. Alles in het ver trek leverde het bewijs van beschaafden smaak en gevoel voor schoonheid. Dit was niet het soort verblijf, dat zij zich had ge dacht bij den grinïmigen menschen hater, die haar gastheer, volgens haar oordeel, moest zijn Het ouderwetsche karakter, dat de groote eiken balkon, die het plafond steunden, en de groote schouw aan het ver trek gaven, was in ieder detail volgehou den; het blauwe Chineesehe porselein op het oude eiken buffet, de matte tinnen kan op den schoorsteenmantel, de zilveren kan delabers met de gebogen, glinsterende ar men aan de paneclen van den wand, het was alles verrukkelijk mooi. Het herinnerde haar aan den ouden hall op Barrow, waar zij en Patrick op winteravonden gewoonlijk zalen te pralen. Alles zag er goed onderhouden uit en Sara, die dagelijks strijd voerde tegen do onordelijkhcid en de slordigheid, die op Sun- synide heerschten, besefte plotseling hoe sterk zij de ruslige, uilslekendc bediening van Barrow Court had gemis! Met verlan gen naar haar oude tehuis, het onuilhlusch- bare, heimweeachtige verlangen naar de plek, waar men gelukkig is geweest, kwam met groole hevigheid over haar. Zij wenschle, dal zij nooit in dit huis was gekomen, dat zóó de oude herinneringen had wakker gemaakt, en onrustig stond zij jap, gedreven door een plotselinge neiging om weg te vluchten, toen juist de deur open ging en Garth Trent weer binnenkwam. Een snelle, zpekende blik Irof haar. „Gaal u weer zitten," beval hij „Hier." En ernslig legde hij een handoek cn een paar wollen manssokken naast haar op den grond. „Droog nu uw voeten en doe deze sokken aan." Hij verdween vlug in de richting van het raam en bleef daar slaan met zijn rug naar haar toegekeerd, terwijl zij zijn bevelen ge hoorzaamde. Toen zij haar beide natte zij den kousen te drogen had gehangen, wierp zij een eenigszins geïrrileerd'n blik over haar schouder naar do figuur bij hot raam, (Wordt vervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 9