ANEKDOTES.
CORRESPONDENTIE.
woord. Zrj dacht namelgfc in haar dikken,
ronden kop:
1 „De verstandigste geeft toe."
Tegen den avond kwamen in het Oosten
donkere wolken opzetten, die bij het naderen
van den nacht het geheele uitspansel be
dekten. Daarop begon het te regenen, met
dikke, zware druppels en bijna tegelijkertijd
begon het hevig te stormen. De storm groei
de tot een orkaan en deze steunde en
huilde, aisoi duizenden luchtgeesten hun
leed miiaen klagen. De regen kletterde
als hagel op de daken, straten, boomen en
velden. Bladeren, takken en dakpannen dwar
relden door de lucht als stukjes papier of
bloesems; schoorsteenen werden afgerukt,
zoodat zj] krakend en ratelend neervielen.
•Het was vTeeselijk weer en epn storm, zooals
er in geen tientallen jaren om 't oude kerkje,
de torenspits en den weerhaan rondgespookt
nad.
Eindelijk, tegen middernacht, kwamen da
elementen tot Dedaren. Uit de vaneen ge
scheurde wolkenmassa's trad voor enkele
oogenblikken de heldere maan te voorschijn.
En wat zag het maantje toen?
Een gebogen weerhaan, die door den
orkaan bijna van zijn hooge standplaats
geslingerd was de trotscho vogel, die
altijd zoo fier rechtop in het rond gekeken
nad, hield hg den kop gebogen, alsof hij
teen armzalig kruimeltóe van den aardbodem
wilde oppikken. En de windvaan op zijn
rug stond in plaats van loodrecht nu hori
zontaal.
„Wat men al niet ziet en beleeft, wanneer
men zoo oud wordt als ik!" zei de maan
en bij trok weer het zwarte wolkengordijn
voor zjjn breed gezicht
Toen de torenspits, die niet de geringste
sohade geleden had, den volgenden morgen
zag, wat er gebeurd was, dacht zjj:
„De trotschen zullen vernederd worden."
Zij zei échter geen woord, want dat vond
zij niet aardig tegenover den weerhaan, met
wien zij in haar hart toch diep medelijden
had.
De Kleine Breister.
Met haar voetjes op een bankje
En baar poesje op haar schoot,
Kijkt Marieke-blij de straat in,
Ja, ze vindt'zich zelf heel groot.
Weet je, onze kleine Mieke
Breit voor Broer van echte wol
Een -paar mooie, witte kousjes;
't Is wel moeilijk, maar toch dol.
Broer had altijd bloote voetjes,
Want hij is nog vrees'lijk klein,
Wat zal hij met Mieke's kousjes
Toch een knappe kerel zijn
Draadje omslaan, nog twee steekjes,
Weer een toertje is gereed.
Mieke, als je zoo blijft breien.
Zijn ze af, vóór je het weet
TBUUS SALOMONS.
Van alles wat.
Het Jachtspel.
Voor dit spel wordt in het bosch een ter
rein van twee tot vier honderd schreden lang
%n even breed afgebaand en de grenzen er
van bepaald; in het midden daarvan wordt
een „vrij plaats" afgepaald. Nu wordt door
het lot een jager aangewezen. Deze kiest
één tot drie honden. Honden en jager bin
den een doek om den arm of steken een
tak aan hun hoofddeksel, zoodat zij dade
lijk herkenbaar zijn. De overige spelers zijn
het wild, dat op de vrijplaats bijeenkomt.
Nu roept de jager driemaal: Vrije af
tocht!"
Oogenblikkelijk verstrooit het wild zich in
het woud. Jager en honden trachten nu het
wild buiten de vrijplaats te vangen. Gesla
'gen mag daarbij door de honden niet worden
Vangen de laatsten een stuk wild, dan hou
den ze het vast, totdat de jager komt, die
het drie tikken op den schouder geeft. Het
jgevangen wild voegt zich nu bij de honden
,en bevestigd het kenteeken aan arm of
hoofddeksel. Het wild tracht zooveel moge
hjk naar de vrijplaats te vluchten w*or de
Je begint met Mi esje en haar lievelingen
ik tel er vijf samen uit te knippen en
op een stuk heel dun karton te plakken.
Daarna ga je hen kleuren. Dit wordt het
mooist-, als je niet over de zwarte lijnen
heen kleurt, 't Is een echt 6ecuur werkje,
net iets voor een regendag.
Als je met kleuren klaar bent, knip je
-Miesje met haar pop en de dieren, elk af
zonderlijk, uit. Maar zorg er vooral voor,
dat je stukjes wit, die er aan vast zitten,
niet afknipt.
Als je nu de vijf plaatjes uitgeknipt hebt,
vouw je de stippellijntjes heel voorzichtig
om en blijft Miesje met haar pop stevig
hen vervolgende honden. Is er geen wild
meer in het bosch, dan begeeft de jager
zich weer naar de vrijplaats en roept: Vrije
aftochtWie in de vrijplaats blijft, is ge-
gevangen en wordt bond. Wie ten slotte
driemaal de vrijplaats veilig heeft weten te
bereiken, is vrij. Het spel wordt zoolang
voortgezet, totdat allen gevangen zijn.
Ingezonden door Klazina Pajlevliet
Heer: „Zeg een vrouwtje, zijn die tongen
wel echt versch?"
Vischvrouw: „Maar lieve mensch, maar
zie je dan niet, dat de vischjes der eigen nog
bewegen? Is dat niet genoeg? of wou je
soms hebben, dat ze ook nog tegen je zeggen:
„dag mijnheer!"
Ingezonden door Betsy Lambrechts.
Een knaap zal voor zijne moeder de melk
kan even uit de keuken halen. De kan glijdt
hem uit de handen en breekt precies in tien
I stukken.
De moeder komt aanloopen en roept: „wat
is dat nu?"
I „Precies een tiendeelige breuk, Moe," ant-
J woordt de guit.
staan, terwijl haar vier andere lieweÜDgen
heel op hun gemak zitten.
Zet je Miesje nu in het midden en de die
ren er omheen, precies zooals ze in onze
kindercourant stonden, dan is het net, alsof
ze allen luisteren naar hetgeen Miesje hun
vertelt.
Ook kun je hen in de poppenkamer zetten
en ale je misschien een heel poppenhuis met
veel ramen hebt, vinden zij het wel leuk,
eens uit te kijken. Zet ze dus allemaal maar
voor de ramen, 't Konijntje alleen schijnt
liever met zijn rug naar het raam te zitten,
'k Zou hem zijn gang maar laten gaan.
O.H.
Er waren zeker velen aan het feestvieren
voor Koningins verjaardag, want ik miste
velen, ook verscheidene kinderen die net
geschreven hadden: als de vacantia om is'
en we zijn weer gewoon thuis en naar.
school gaande, dan kunnen we weer gere
geld meedoen.
Even een vraag in het algemeen. Een
familie, die mij goed kent, wil graag alle
kindercouranten bewaren en laat ze ieder
jaar bij elkaar inbinden, dus vindt ze het
jammer als er een nummer ontbreekt. En
nu missen zè 2 nummers, namelijk de kin
dercourant van 3 Mei en die van 9 Augus
tus. Is er iemand onder jullie die de 2 ge
noemde nummers nog heeft en wel kan mis-
sen? Toe schrijf het mij dan even, stuur
het nog niet, want ik zou het jammer vin
den als ik er meerdere krijg; dan schrijf
ik de volgende week wel van wie ik het
graag wil hebben, want het moet natuurlijk
van iemand zijn, die de kindercouranten
niet allen zelf in zijn geheel wil bewaren.
Ik zal mijn best doen om de volgende
week weer voor prijsraadsels te zorgen, li
ben nu pas thuis gekomen, en ik heb er
dus nog geen tijd voor gehad om wat te
zoeken. Ik zal zorgen Jat het iets is, waar-
Ban ik weet dat alle kinderen 200 graag aan