De Kluizenaar van Far-End,
No. 19781
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 3 September
Tweede Blad. Anno 8924.
Gemeenteraad van Leider^
FEUILLETON.
(Vervolg van gisteren.)
So. Benoeming van vier leden van de
Commissie voor de Stedelijke Fabrieken van
Qas en Eiectriciteit, {aftredend: de H.H.
f, Eikerbout, Mr. D. A. van Eek, B. J.
Huurman en H. WSpendei).
VacatuTe-Elkerboul Herkozen de heer El-
kerbout met 23 stemmen tegen 1 op den
heer Zuidema 1 op den heer Van der Wall,
1 blanco, 2 van onwaarde.
Vacature Van Eek. Herkozen de heer van
Eek met 23 9lemmen tegen 1 op den heer
Heemskerk en 5 blanco.
Vacature-Huurman. Herkozen de heer
Huurman met 18 stemmen tegen 7 op den
heer vail Rosmalen en 4 blanco.
Vaeature-Spendel. Herkozen de heer Spen-
del met 18 stemmen tegen 7 op den heer
Van Rosmalen, 1 op den heer Oostdam en
3 blanco.
9o. Benoeming van een lid van de Com
missie van Beheer over de gestichten
„Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest",
faftredend: de Heer A. J. Oectdam). (239)
De heer v. ECK vraagt waarom hier niet
alle leden ieder jaar aftreden maar slechts
pen.
De VOORZITTER: Volgens de verorde
ning, die Ged. Staten goedkeurde, moet
het zoo.
Bezwaren ziet hij er overigens niet in,
gelet op de verkiezingen enz. Bij de Licht
fabrieken wilden Ged Staten anders.
De heer v. ECK- verschil in de commis
sies is er toch feitelijk niet.
De VOORZITTER ziet dat eigenlijk ook
niet, maar 't is nu eenmaal zoo.
Vacature Oostdam: Herkozen de heer
Oostdam met 18 stemmen legen 2 op den
beer v. Stralen, 1 op den heer v. Hamel,
1 op den heer Wilmer, 1 op den heer Heems
kerk, 1 op mevr. v. Itallie en 4 blanco.
lOo. Benoeming van twee leden van de
Commissie van Beheer over het Grondbe
drijf, (aftredend: de H.II. J. Splinter Gzn. en
!A. J. Oostdam).
Vacature Splinter. Herbenoemd wordt de
Keer Splinter met 18 stemmen legen 6 op
den heer v. d. Heuvel; 2 blanco en 1 van
onwaarde.
Vacature Oostdam. Herkozen de heer
Oostdam met 15 stemmen tegen 6 op den
!heer v. d. Heuvel en 5 blanco.
llo. Benoeming van vier leden van de
Commissie voor den Geneeskundigen
Dienst en den Keuringsdienst van Waren,
(aftredend: de H.H. B. J. Huurman, Th. B.
J. Wilmer, T. Groeneveld en Mevr. H. Die
trichde Rooy).
Vaoature Huurman. Herkozen de heer
Huurman met 19 stemmen, tegen 1 op den
boer v. Rosmalen en 4 blanco.
Vacature Wilmer. Herkozen de heer Wil
mer met 19 stemmen legen 1 op den heer
y. Rosmalen en 3 blanco.
Vacature Groeneveld. Herkozen de heer
Oroeneveld met 21 stemmen tegen 2 blanco.
Vacature Dietrichde Rooy. Herkozen
mevr. Dietrich—de Rooy met 20 stemmen
tegen 1 op den lieer v. Rosmalen en 2
blanco.
12o. Benoeming van drie leden van de
.Commissie van onderzoek der bezwaar
schriften tegen aanslagen in het Vergun
ningsrecht en uit dezen van den Vooraitter,
(aftredend: de H.H. Th. B. J. Wilmer, Dr. B.
D. Eerdmans en E. J. Coster).
Vacature Wilmer. Herkozen die heer Wil
mer met 18 stemmen tegen 1 op den heer
Zuidema, 1 op mevr. v. Itallie en 2 blanco.
Vacature Eerdmans. Herkozen de heer
Eerdmans met 17 stemmen tegen 2 op den
beer Witmans, 1 op mevr. v. Itallie, 1 op
den heer Kooistra, 1 op den heer Zuidema
£n 3 blanco.
Vacature Coster. Herkozen de heer Cos-
ter met 17 stemmen tegen 1 op den heer
Zuidema, 1 op den heer v. Rosmalen, 1 op
mievr. v. Itallie en 4 blanco.
Tot voorzitter wordt gekozen de heer Wil
mer met 10 stemmen tegen 3 op den heer
Coster, 1 op den heer Eerdmans, 3 blanco
jan 1 van onwaarde.
13o. Benoeming van drie leden van de
Commissie voor het Stedelijk Museum „de
Lakenhal", (aftredend: de H.H. Dr. P. J.
Blok, B. J. Huurman en F. H. Verster). (238)
Vaoature-Blok: Herkozen de heer Blok
met 23 stemmen, tegen 1 op mevr. v. Ital
lie en 1 blanco.
Vacature-Huurman: Herkozen de heer
Huurman met 19 stemmen tegen 1 op mevr.
v. Itallie, l op prof. Knappert, 2 blanco en
1 van onwaarde.
Vacature-Verster: Herkozen de heer Ver-
ster met algemeene stemmen.
14o. Benoeming van een lid van het Be
stuur der Stedelijke Werkinrichting, buiten
de leden van den Raad, (aftredend: de
heer A. Bisschop). (237)
Vacature-BisschopHerkozen de heer
Bissohop met 22 stemmen, tegen 1 op den
heer Weyl en 2 blanco.
15o. Benoeming van een lid en van een
plaatsvervangend lid van de Commissie van
onderzoek, bedoeld in art. 22 van het Regle
ment voor de werklieden in dienst van de
gemeente Leiden, (aftredend: de H.H. P.
Heemskerk en F. Eikerbout)
Vacature-Heemskerk: Herkozen de heer
Heemskerk met 19 stemmen, tegen 3 op den
heer v. Stralen en 1 blanco.
Vacaturc-ElkerboutHerkozen de heer
Eikerbout met 17 stemmen tegen 5 op den
heer v. Stralen, 1 op den heer v. Rosmalen.
16o. Benoeming van een Voorzitter en
van eeo plaatsvervangend Voorzitter der
Commissie van advies, bedoeld in art. 35
van de verordening, regelende den rechts
toestand van de ambtenaren der gemeente
Leiden, (aftredend: de II.H. A. J. Oostdam
en K. Sijtsma).
Vacature-Oostdam: Herkozen de heer
Oostdam met 16 stemmen, tegen 1 op den
heer Zuidema, 3 op den heer Kooistra, 2
op den heer v. Stralen en 2 blanco.
Vacature-Sijtsma: Herkozen de heer
Sijt-sma met 18 stemmen, tegen 1 op den
heer v. Stralen, 1 op mevr. v. Itallie, 4 op
don heer Kooistra, en l op den heer Oost
dam.
17o. Benoeming van een lid der Commis
sie van Toezicht op het Middelbaar On
derwijs. (236)
Herbenoemd de heer A. L. Reimeringer
met 19 stemmen, tegen l op den heer Oort-
dam, 2 op den heer Touw, 1 op den heer
Mingelen en 2 blanco.
18o. Benoeming van een leeraar in ge
schiedenis en aardrijkskunde aan de Kweek
school voor onderwijzers en onderwijzeres
sen. )24Ö)
Benoemd wordt de heer A. Wisse met 24
stemmen, tegen l blanco en 1 van on
waarde.
19o. Benoeming van een leeraar in zang
en spraakvorming aan de Kweekschool voor
onderwijzers eh onderwijzeressen. (240)
Op verzoek van den heer Spendel gaat
de raad in geheime zitting.
Na h'èropening wordt overgegaan tot de
benoeming,.
Benoemd wordt de heer J. Oostveen, te
Amsterdam, met 27 stemmen tegen 1 op
don heer E. K. jf, van dér Wat, te Groniii-t
gen en 4 blanco.
20. Voorstel om de Commissie van Be
heer over de gestichten „Endegeest", „Voor
geest" en „Rhijngeest" te machtigen om
over te gaan tot den bouw van 4 verple
gerswoningen op het terrein dier gestich
ten (241)
Conform besloten. j
21o. Verordening voor de Kweekschool
voor onderwijzers en onderwijzeressen te
Leaden en voor de aan die Kweekschool ver
bonden cursussen. (242)
By art. 13 heeft de heer ZUIDEMA be
zwaar tegen de vacantieregeling, 8 weken
groote vacantie, 3 dagen herftvacantie. Hfl
zag liever 6 weken en 1 week.
Wethouder MEIJNEN zegt, dat hier fei
telijk weinig veranderd is, alles blyft in
aansluiting by de rijksregeling en inciden
teel veranderen ltfkt hem nu niet goed.
De heer KNUTTEL is tegen het vieren
van nationalistische feestdagen en daarom
stelt hy voor 3 Oct als vrye dag te
schrappen.
Dit voorstel wordt verworpen met 29—
3 stemmen.
Voor de heeren Knuttel, v. Eok en Ver-
wej).
Overigens wordt de verordening z. h. s.
goedgekeurd.
22o. Verordening, lot heffing van school
geld aan de Kweekschool voor onderwijzers
en onderwijzeressen te Leiden. (242)
Bij art. 4 zou mevv v. ITALLIE ten
aanzien van het schotgeld voor het in
functie zijnd personeel de reductie willen
behouden.
De VOORZITTER: Hadt 'u dan een voor
stel gedaan op tijd.
Mevr. v. ITALLIE zal dan nu een voor
stel indienen, wanneer dit moet.
De VOORZITTER schorst de zitting voor
5 minuten.
Na heropening is het voorstel gereed,
maar over den inhoud daarvan een voorstel
van de meest intellectueele fractie, zorgt de
heer Wilbrink ontspint zich ten aanzien
van de duidelykheidskwestie een verward
debat.
De VOORZITTER zegt niet te weten wat
te doen met dit voorstel.
Haar gedachte verdedigend, trekt mevr.
v. ITALLIE tenslotte haar amendement in.
De verordening wordt z. h. st. goed
gekeurd.
23o. Verordening, op de invordering van
schoolgeld voor de Kweekschool voor onder
wijzers en onderwijzeressen te Leiden. (242)
Goedgekeurd.
24o. Voorstel in zake de salariëenng van
het leerarenpersoneel aan de Kweekschool
voor onderwijzers en onderwijzeressen te
Leiden. (242)
Conform besloten.
25o. Verordening, houdende wijziging van
de verordening van 17 December 1914
(Gem.blad No. 36), betreffende de levering
van gas door de Stedelijke Fabrieken van
Gas en Eiectriciteit te Leiden. (Gasverorde
ning). (243)
Goedgekeurd.
26o. Verordening, houdende wijziging van
de verordening van 17 December 1914
(Gem.blad No. 37), betreffende de levering
van Eiectriciteit door de Stedelijke Fabrie
ken van Gas en Eiectriciteit, (Electricileits-
verordening). (243)
Bij art. IV zijn de amendementen Van
Eek, door ons vermeld.
In behandeling komt eerst het voorstel
sub a.
De heer v. ECK zegt te behooren bij de
meerderheid der commissie die meent, dat
de financieele toestand der fabriek een
grootere verlaging wettigt, dan B. en W. en
de meerderheid der commissie voorstellen.
Daarbij heeft de meerderheid zich niet op
zijn persoonlijk standpunt gesteld dat de
.lichtfabrieken geen winst mogen maken;
daarop zal hij bij de begrooting verder in
gaan. De minderheid acht vërdere verlaging
gewettigd, dan blijft er nog voldoende winst.
Zijn voorstel beteekent, dat de fabriek dit
jaar f 50.000 winst derft. Op de begrooting
is f 125.000 winst uitgetrokken. In het le
halfjaar is al f 144.000 winst gemaakt,
f 31.000'winst i3 dus maar' in het 2e half
jaar noódig om dit cijfer' te halen en dat
zal z.i. gemakkelijk gehaald kunnen worden
Natuurlijk geldt de prijs' ook yoor ϣ|25 en.
verder. Volgens de berekening is de winst
dan f288.000, volgens zijn cijfers f 138.000
k. i. nog groot genoeg.
Gezien de duurte van vple levensmidde
len, acht hij het nemen van een hoogeren
prijs dan hij voorstelt ook ongemotiveerd.
De heer OQ§TDAM kan zich zelfs niet
vereenigen met het voorstel van B. en W.
Z. i. i9 de winst der fabrieken niet zoo groot
percenlagegewijs gesproken, n.l. 7 procent
van het kapitaal. Is dat voor zoo'n fabriek
met zoo'n risico te veel? Hij meent van
niet. Waarom dit percentage dan te ver
lagen? Bij vestiging hier vraagt men niet
naar de hoogte van gas- en electriciteits-
prijzen, wel naar de hoogte der belastingen.
Daarom zal hij ook legen het voorstel van
B en W. stemmen.
De heer HEEMSKERK: Sla liever opl
Wethouder SANDERS sluit zich aan bij
den heer Oostdam. De berekening van den
heer v. Eek is onjuist. Men kan de zaken
van drieërlei standpunt uit bekijken, n.l.
uitgaande van de winst over 1923, van de
winst over 1924 en van de begrooting voor
1925. Hoe hij het echter ook neemt, het
vooretel v. Eek is z.i. altijd verkeerd. In
1923 is een winst van f 206.000 gemaakt.
Onlangs is besloten de retributie van het
gas te verlagen, die van de eiectriciteit te
verhoogen. Dit verschil is f 60.000. Blijft
dus over f 146.000. Het voorstel-v. Eek kost
f 60.000, blijft over f 86 000.
De heer v. Eek heeft daarnevens geen re
kening gehouden met de verder van zelf uit
zijn verlaging voortvloeiende verlaging op
de andere tarieven. Niels waarborgt, dat de
winst van f 288.000 wordt gehaald, maar
vooreerst f 60.000 gaat er af voor retributie,
dan f 60.000 van 't voorstel v. Eek en dan
de overige verlagingen. Zoo komt men ver
onder de begrooling.
Voor 1925 is een winst geraamd van
f 126.000. Hoe kan daarvan dan f 60.000
van het voorstel v. Eek af in verband met
de andere verlagingen? De winst wordt dan
zoo klein, dat het gevaar te groot wordt.
De verlaging acht spr. bovendien van
weinig beteekenis voor de categorie, die de
heer v. Eek speciaal voorstaat, f 1.50 per
jaar. Voor zoo'n luttel bedrag daar kan men
de grootere gebruikers toch ook niet onma
tig bevoordeelen benevens de buitenge
meenten. Daarom ontraadt hij het voorstel-
v. Eek ten sterkste.
De heer v. EOK erkent, dat zijn cijfers
over 1924 iets te mooi zijn, daar hij geen
rekening hield met de laatste regeling,
maar overigens voor 1923 handhaaft hij vol
ledig zijn cijfers, deze nog eens nader verde
digend
Z.i. is dit tegenover den heer Oostdam
het hoofddoel van gemeentelijke fabrieken
dat zij zoo goedkoop mogelijk leveren. Ma
tige winst, gezien de financieele toestand,
begrijpt hij nog, maar de heer Oostdam ww
slechts winst om de belastingen.
Wat de belasting betreft, daar geldt pro.
gressie, hier niet en wanneer de menschen
alleen naar de belasting leeren zien, dan
w dat een soort bedrog.
De rekeningen houden bijna geen ver
band meer met de begrooting. Altijd heeft
men bezwaren tegen zijn cijfers, de rekenin
gen toonden altijd het tegenovergestelde,
gelijk hij aangeeft met voorbeelden. De be-
grootingen zijn altijd pessimistisch.
Yoor 192-4 behoeven we niet meer bang
te zijn, voor 1925 acht hij een winst van
f 138.000 ruim voldoende.
De heer HUURMAN stelt nu voor schor
sing tot '8 avonds.
Aldus besloten.
Avondzitting.
De heer HUURMAN acht het eigenaar
dig, dat wanneer de commissie niets doet,
de heer v. Eek ook niets doet, maar hij
probeert altijd hooger te mikken wanneer
er iets gebeurt. De begrooting moet voor
dit onderdeel der gemcentebcgrooting mee
vallen, want bij tegenvallen is er een hiaat
in de gansche bcgrooting. Voorziohtigheid
i« geboden. Beter is driemaal te verlagen
dan eenmaal te verhoogen.
Winst is volgens den heer v. Eek bijna
misdadig.
De heer KNUTTEL: Daarin zou hij het
dan wel eens niet ver mis kunnen hebben.
De heer HUURMAN staat op ander
standpunt. Hij wijst ook op de cijfers van
den wethouder betreffende de bate voor
de kleinste gebruikers bij verdere verla
ging. Voorts acht hij de rekeningen der
lichtfabrieken niet zuiver. Hoeveel kosten
zijn er niet, die niet op rekening der fa
brieken komen, maar op do algemeene re
kening. Daarmee moet ook gerekend wor
den, meent hij.
Wel heel licht liep de heer v. Eek heen
over zijn vergissing in de cijfers over 19241
Do heer WILBRINK kan met den heor
v. Eek niet meegaan, omdat men dan het
volgend jaar niet veilig zal gaan. En boven
dien, men moet rekening houden met de
omstandigheden van het moeilijk vallen
van het opbrengen dor belasting. Deze paar
centen per maand valt fcmg zoo zwaar niet
en daarom acht hij eon matige winst uitste
kend. En van overmatige winst is z.i. geen
sprake. Bovendien, het kan toch ook wel
eens tegenvallen een jaar.
De heer KNUTTEL wil wel toegeven,
dat deze kwestie door het groote aantal
grootgebruikers meer principieel dan praö-
tisoh is. Maar hij wijst er toch op, dat deze
debatten altijd hetzelfde karakter dragen.
Steeds waarsohuwen B. en W. en steeds is
do winst veel grooter gebleken. Dat durft
hij ook nu wel als zeken aannemen. Moge
de heer v. Eek zioh al eenigezins vergissen,
ziju cijfers zullen straks weer niet te opti
mistisch blijken.
Wat de 7 pOt. van den heer Oostdam be»
treft, hij vergeet, dat het een obligatiele
ning geldt, waarover al rente betaald
wordt.
De VOORZITTER zegt, dat in een soo.*
dem maatschappij do redevoeringen van
de heeren v. Eok en Knuttel juist zouden
zijn, maar in do huidige maatsohappij it
het anders, waar men volgens billijkheid ett
met rekening houden met diverse factoren
t© werk moet gaan. Voor de categorie der
arbeidersklasse geldt het hier niet, die ge
bruikt het niet. Maar de winst komt ook
hen ten goede, doordat zij in de gemeen
tekas komt I
Zeker, om de belastingen te drukken,
mogen wij deze prijzen niet hoog houden,
't Gaat niet om een matige winst, maar
om een matige prijs. Hoe hooger winst
zoo'n matige prijs geeft, des te beter, voor
al voor de arbeiders, gelijk reeds aange
geven. En Leiden behoort tot de laagste
plaatsen wat de prijzen betreft.
Door verdere verlaging geven wij den
buitengemeenten en groot-gebruikers een
voudig cadeaus.
Inzake de indirecte kosten had de hot
Huurman groot gelijk.
Wat wmstmeevallen betreft, men moet
niet vergeten, dat daartegenover soms te
genvallers op andere posten staan en 'ti
komt allemaal toch op één bcgrooting.
Als practicus ontraadt hij het voorstel-
Van Eek.
De heer OOSTDAM wil de kwalificatie
van bedrog van den heer v. Eek niet over
nemen, al is het z. i. demagogie om een
paar dubbeltjes voor-deel hier de belasting
druk te vergeten.
Dc 7 pet. handhaaft hij. want de rente
der obligaties is voor anderen de 7 pet.
pas voor ons
Wethouder SiLNDERS meent, dat de heer
v. Eek in tweede instantie toch de kwestie
of winst geoorloofd is, of niet heeft aange
voerd. Aan de hand van oenige cijfers ver
dedigt hij dan ook nogmaals het recht van
winst. De vergelijking mei elders kunnen
wij toch hier best doorstaan, wij behooren
tot de laagste prijsberokenaars.
De heer v. ECK zegt, dat per slot van re
kening altijd het debat neerkomt op het
zelfde: het verschil in standpunt tusschen
hem en de andere leden der commissie. Nu
er gelegenheid tot verlagen is, wil hij zoo
ver mogelijk gaan, om deze verlaging van
Oenige beteekenis le doen zijn voor de
massa.
De heer HUURMAN: voor oen klein deel.
De heer v. ECK: ook vele arbeiders ge
bruiken eiectriciteit I
Op zijn manier wordt de massa ©enigs
zins beschermd logon uitbuiting der kapita
listen. Neemt ,mpn zijn voorstel aan, dan
derft men een winst van f 15Q.000. Die wil
de overheid niet missen, omdat deze ander*
moet komen uit de belastingen, d. w. z. vol
gens een systeem van progressie.
Maar deze raad wil blijkbaar het kapi
talisme handhaven, zich niet plaatsend'op
het standpunt: wat houdt iemand over na
aftrek der belasting, daarop komt het aan.
Hier zijn de prijzen niot hoog, dat erkcn(
hij, maar de prijzen mogen niet hooger zijn
dan noodig is, anders heeft de massa nioU
aan de fabrieken.
Zeker, op een briefje kan hij niet geven,
dat al zijn cijfers juist zijn, maar de be*
grootingen zijn voorzichtig, dat is goed,
maar zeer rekbaar in de berekening door af
schrijving etc.
Paste men hier liet Haagsche systeem
nog toe van een storten der winst in een
reserve-potje, dat was nog iets. 1/3 komt ten
bate der buitengemeenten, dat vertroebelt
de zaak. Door de buitengemeenten wordt
ons debiet toch echter vergroot.
De heer HUURMAN onlkent nogmaals,
dat hier sprake is van de gnoote massa, het
woord, dat den heer v. Eek in den mond be
storven ligt.
De heer DUBBELDEMAN vraagt of B. en
W. ook kunnen geven dc winstcijfers, ge
maakt over het geld der lichtfabrieken voor
en na de afschrijvingen.
De VOORZITTER meent, dat dit niet tec
zake dienende is.
Nogmaals zet hij zijn standpunt Uiteeil,
dit volledig handhavende.
door MARGARET PEDLER.
.Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT.
Jfi)
Voor haar geestesoog aag zij de gevoelige
toannehanden slank en verweerd, met de
Wèlverzorgde nagels zoo moest een violist
die wel hebben de handen, die in zoo
groote tegenstelling waren met haar eige
naar en die haar belangstelling hadden
Baande gemaakt op de reis naar Monks-
naven.
„Ik hoor niemand sjoelen," antwoordde de
plan bokkig.
Zij was overtuigd, dat hij toog; maar hij
gaf haar geen gelegenheid tot verdere vra
gen, want hij ging op ruwen toon voort:
„Vooruit nou alsjeblieft, juffrouw; gaat u
Pou weg. Indringers worden hier niet ge
duld."
Sara zei met kalme waardigheid:
„Zeker zal ik gaan. Het spijt mij, maar ik
nad geen flauw vermoeden, dat ik op verbo
den terrein was."
De r.orsohe houding van den man ver
zachtte zioh eenigszins, toen hij, met het
$nelle begrip van zijn stand, in de bedaar
de, korte verontschuldiging de uiting van
een zijner „meerderen" herkende:
„Ik vraag u wel excuus, juffrouw," zei
hij, op aanmerkelijk meer beleefden loon.
„maar het kost me mijn betrekking, als ik
Vreemden op Far-End toelaat."
Sara knikte.
„Je het gelijk j» orders te gehoorzamen,"
zei ze en, haar schreden richtend naar den
openbaren weg, van waar zij was afge
dwaald, om naar den onzichtbaren viool
speler te luisteren, wandelde zij naar huis.
„Uw geheimzinnige „kluizenaar" doet
allies grondig," vertelde zij aan dokter Dick
en Molly bij haar terugkomst. „Ik verdwaal
de vandaag op verboden terrein op Far-
End en werd smadelijk weggecommandeerd
door een tamelijk strijdlustig manspersoon,
ik veronderstel den knecht van mr. Trent."
„Dat zou dan Judison zijn," stemde Sel-
wyn toe. „Ik heb eens of tweemaal als dok
ter met hem te maken gehad. De man is
niet kwaad; maar ik geloof, dat hij gewel
dig strenge orders heeft om geen vreemden
op het terrein toe le laiten."
„Dat schijnt zoo,' 'antwoordde Sara „Dat
is waar ook," op nieuwsgierigen toon
„wie is die violist op Far-End? Is dat de
„kluizenaar zelf?"
„Er wordt verteld, dat hij speelt," zei
Molly; „maar niemand heeft ooit het voor
recht gehad hem te mogen hooren."
„Dat is dan jammer," zei Sara kort. „Ik
zou zeggen, dat hij een uitstekend spe
ler is."
Motly knikte met een uitdrukking van
ondeugende pret im de oogen.
„Bij de eenige gelegenheid, dat ik hem
ontmoolrte, vroeg ik hem, waarom niemand
hem ooit mocht hooren viool-spelen," zei
ze grinnikend. „Ik stelde zelfs voor, of hij
niet een solo wilde spelen op het weldadig-
heidsconoert, dat wij toen organiseerdenI"
„En wat zei hij?" vroeg Sara glim
lachend.
„Hij vertelde mij, dat het niet noodig was,
dat een man zijn ziel voor het publiek ten
toonstelde II vroeg hem wat hij bedoelde,
«n hij zei, dat als ik iets van muziek be
greep, ik dat weten zou, en wanneer ik het
niet wist, was hel lijd verknoeien om het
mij uit te leggen. Begrijpt u, wat hij be
doelde?"
„Ja," zei Sara langzaam. „Ik geloof van
wel," En zij dacht aan dien hartstochte
lijken drang en droefheid in de muziek, die
zij dien middag had gehoord, en zij kreeg
plotseling een gevoel van medelijden met
den eenzamen kluizenaar van Far-End. Hij
was bang, bang voor iemand be spelen, om
dat zijn spel aam degene, die luisterde, de
bitterheid van zijn ziel kon openbarenI
Den volgenden dag nam Motly Sara mee
naar „Rozenhof," om kennis te maken met
de „Lavendel-tante" en haar neef.
Juffrouw Herriok of juffrouw Lavimia,
zooals zij altijd werd genoemd, zag er uit
alsof zij zoo juist uit een plaatje uit het be
gin van de vorige eeuw was gestapt. Zij
droeg een japom van zaohte, zijdeachtige
stof met kieine takjes heliotroopom haar
hals een fichu vam ragfijne kant, die op de
borst met een oud-Italiaamsche camée was
vastgehecht. Een coquet klein kanten muisje
versierde het zilvergrijze haar en het ge
zicht onder het mutsje was juist wat men
zou verwaoht hebben, zacht en heel vrien
detijk; het rose en blank iets flets, en de
lieve, oude oogen hadden de wazige tint van
lavendelblauw.
Zij was alleen, toen de beidie meisjes kwa
men, en begroette Sara met een vroolijk
glimlachje.
„Hoe vriendelijk van u le komen, juffrouw
Tennantl Wij waren zoo verlangend u te
ontmoeten, Miles en ik. In een klein plaatsje
als Monkshaven weten alle menschen alles
van elkaar af en zoodoende hebben wij na
tuurlijk voortdurend over u hooren spre
ken."
„Dan hadt u maar eens naar „Sunnyside"
moeten komen, om persoonlijk onderzoek
naar mij te dioen," antwoordde Sara glim
lachend
Het gezicht van juffrouw Lavinia betrok
plotseling, en een schaduw viel over haar
vriendelijke, oude oogen
„Miles is nogal moeilijk op het punt van
Visites," zei ze aarzelend. „U zuli dat wel
begrijpen, zijn mankheid maakt, dat hij wat
eenzelvig is tegenover vreemden," legde
zij uit.
Sara keek beteuterd.
„Oohl Misschien was het beter geweest,
wanneer ik niet gekomen was?" veronder
stelde zij haastig. „Zal ik weggaan en Molly
hier laten?"
Een rose kleurtje steeg naar de wangen
van juffrouw Lavinia.
„Lieve juffrouw Tennant ,ik hoop, dat
Miles weet, hoe een gast in zijn huis te ver
welkomen zooals een Herrick past," zei ze
met een aardig airtje van ouderwetsche
waardigheid. „Het is juist uitstekend voor
hem, dat hij eens uit zijn schulp moet krui
pen. Alleen één ding, wilt u er aan denken
hem precies le behandelen alsof hij niet
mank was? Probeer nooit hem op de een of
andere manier te helpen. Het hindert hem
zoo vreeselijk, wanneer de menschen hem
aan zijn gebrekighcid herinneren. U moet
er niets van laten bemerken."
Sara knikte. Zij kon begrijpen, dat de rots
van een man er leigen op kwam, dat men
medelijdend zijn physieke zwakheid er
kende.
„Werd zijn kreupelheid veroorzaakt door
een ongeluk?" vroeg zij.
„Neen, het kwam door een prachtige
daad." De oogen van de kleine Lavinia
gloeiden, terwijl zij sprak. „Hij heeft de
paarden van een rijtuig, die op hol waren,
tot staan gebraoht. Zij waren verschrikt
door een motor en toen zij steigerden, werd
de koolsier van den bok geworpen, zoodat
het scheen alsol niets de menschen in het
rijtuig meer zou kunnen redden. Miles
gooide zich voor de paarden en hoewel hij
ze natuurlijk niet in bedwang kon houden,
hield hij ze toch in zooverre tegen, dat een
tweede man, die toeschoot om té helpen,
hen tot staan kon brengen.
„Hoe kranig van homl" riep Sara met
warme bewondering in haar slem. „En u
zult wel trotsch zijn op uw neef, juffrouw
Lavinia!"
„Dat is zij ook," kwam Molly vriendelijk
tusschenbeidc. „Is het niet, lieve Lavendel-
tante?"
Juffrouw Lavinia glimlachte weemoedig.
„Ach, lieveling," zei ze treurig, „dappere
daden kosten dikwijls zooveel en wanneer
ze gedaan zijn, dan zijn wij meestal geneigd
den roem te vergeten en ons alleen te her
inneren, hoe duur die gekocht is. Mijn
arme Miles was vreeselijk verminkt; hij
was meiers ver meegesleept aan de teugels
van de paarden, en wekenlang vreesdon wij
zelts voor zijn leven. Hij is blijven leven,
maar hij zal tot hot eind loe mank blijven."
De stilte, die onwillekeurig op deze woor
den volgde, werd verbroken door het getuit
van slemrnen in den hall en even later
kwam Males zelf de kamer binnen, in gezet-
sohap van een zeer elegant gekierde, bui
tengewoon aantrekkelijke vrouw, die Sar#
dadelijk veronderstelde te zijn Andrey,
Maynard.
(Wordt vervolgd),