De Kluizenaar van Far-End, No. 19781 LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 3 September Tweede Blad. Anno 8924. Gemeenteraad van Leider^ FEUILLETON. (Vervolg van gisteren.) So. Benoeming van vier leden van de Commissie voor de Stedelijke Fabrieken van Qas en Eiectriciteit, {aftredend: de H.H. f, Eikerbout, Mr. D. A. van Eek, B. J. Huurman en H. WSpendei). VacatuTe-Elkerboul Herkozen de heer El- kerbout met 23 stemmen tegen 1 op den heer Zuidema 1 op den heer Van der Wall, 1 blanco, 2 van onwaarde. Vacature Van Eek. Herkozen de heer van Eek met 23 9lemmen tegen 1 op den heer Heemskerk en 5 blanco. Vacature-Huurman. Herkozen de heer Huurman met 18 stemmen tegen 7 op den heer vail Rosmalen en 4 blanco. Vaeature-Spendel. Herkozen de heer Spen- del met 18 stemmen tegen 7 op den heer Van Rosmalen, 1 op den heer Oostdam en 3 blanco. 9o. Benoeming van een lid van de Com missie van Beheer over de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest", faftredend: de Heer A. J. Oectdam). (239) De heer v. ECK vraagt waarom hier niet alle leden ieder jaar aftreden maar slechts pen. De VOORZITTER: Volgens de verorde ning, die Ged. Staten goedkeurde, moet het zoo. Bezwaren ziet hij er overigens niet in, gelet op de verkiezingen enz. Bij de Licht fabrieken wilden Ged Staten anders. De heer v. ECK- verschil in de commis sies is er toch feitelijk niet. De VOORZITTER ziet dat eigenlijk ook niet, maar 't is nu eenmaal zoo. Vacature Oostdam: Herkozen de heer Oostdam met 18 stemmen legen 2 op den beer v. Stralen, 1 op den heer v. Hamel, 1 op den heer Wilmer, 1 op den heer Heems kerk, 1 op mevr. v. Itallie en 4 blanco. lOo. Benoeming van twee leden van de Commissie van Beheer over het Grondbe drijf, (aftredend: de H.II. J. Splinter Gzn. en !A. J. Oostdam). Vacature Splinter. Herbenoemd wordt de Keer Splinter met 18 stemmen legen 6 op den heer v. d. Heuvel; 2 blanco en 1 van onwaarde. Vacature Oostdam. Herkozen de heer Oostdam met 15 stemmen tegen 6 op den !heer v. d. Heuvel en 5 blanco. llo. Benoeming van vier leden van de Commissie voor den Geneeskundigen Dienst en den Keuringsdienst van Waren, (aftredend: de H.H. B. J. Huurman, Th. B. J. Wilmer, T. Groeneveld en Mevr. H. Die trichde Rooy). Vaoature Huurman. Herkozen de heer Huurman met 19 stemmen, tegen 1 op den boer v. Rosmalen en 4 blanco. Vacature Wilmer. Herkozen de heer Wil mer met 19 stemmen legen 1 op den heer y. Rosmalen en 3 blanco. Vacature Groeneveld. Herkozen de heer Oroeneveld met 21 stemmen tegen 2 blanco. Vacature Dietrichde Rooy. Herkozen mevr. Dietrich—de Rooy met 20 stemmen tegen 1 op den lieer v. Rosmalen en 2 blanco. 12o. Benoeming van drie leden van de .Commissie van onderzoek der bezwaar schriften tegen aanslagen in het Vergun ningsrecht en uit dezen van den Vooraitter, (aftredend: de H.H. Th. B. J. Wilmer, Dr. B. D. Eerdmans en E. J. Coster). Vacature Wilmer. Herkozen die heer Wil mer met 18 stemmen tegen 1 op den heer Zuidema, 1 op mevr. v. Itallie en 2 blanco. Vacature Eerdmans. Herkozen de heer Eerdmans met 17 stemmen tegen 2 op den beer Witmans, 1 op mevr. v. Itallie, 1 op den heer Kooistra, 1 op den heer Zuidema £n 3 blanco. Vacature Coster. Herkozen de heer Cos- ter met 17 stemmen tegen 1 op den heer Zuidema, 1 op den heer v. Rosmalen, 1 op mievr. v. Itallie en 4 blanco. Tot voorzitter wordt gekozen de heer Wil mer met 10 stemmen tegen 3 op den heer Coster, 1 op den heer Eerdmans, 3 blanco jan 1 van onwaarde. 13o. Benoeming van drie leden van de Commissie voor het Stedelijk Museum „de Lakenhal", (aftredend: de H.H. Dr. P. J. Blok, B. J. Huurman en F. H. Verster). (238) Vaoature-Blok: Herkozen de heer Blok met 23 stemmen, tegen 1 op mevr. v. Ital lie en 1 blanco. Vacature-Huurman: Herkozen de heer Huurman met 19 stemmen tegen 1 op mevr. v. Itallie, l op prof. Knappert, 2 blanco en 1 van onwaarde. Vacature-Verster: Herkozen de heer Ver- ster met algemeene stemmen. 14o. Benoeming van een lid van het Be stuur der Stedelijke Werkinrichting, buiten de leden van den Raad, (aftredend: de heer A. Bisschop). (237) Vacature-BisschopHerkozen de heer Bissohop met 22 stemmen, tegen 1 op den heer Weyl en 2 blanco. 15o. Benoeming van een lid en van een plaatsvervangend lid van de Commissie van onderzoek, bedoeld in art. 22 van het Regle ment voor de werklieden in dienst van de gemeente Leiden, (aftredend: de H.H. P. Heemskerk en F. Eikerbout) Vacature-Heemskerk: Herkozen de heer Heemskerk met 19 stemmen, tegen 3 op den heer v. Stralen en 1 blanco. Vacaturc-ElkerboutHerkozen de heer Eikerbout met 17 stemmen tegen 5 op den heer v. Stralen, 1 op den heer v. Rosmalen. 16o. Benoeming van een Voorzitter en van eeo plaatsvervangend Voorzitter der Commissie van advies, bedoeld in art. 35 van de verordening, regelende den rechts toestand van de ambtenaren der gemeente Leiden, (aftredend: de II.H. A. J. Oostdam en K. Sijtsma). Vacature-Oostdam: Herkozen de heer Oostdam met 16 stemmen, tegen 1 op den heer Zuidema, 3 op den heer Kooistra, 2 op den heer v. Stralen en 2 blanco. Vacature-Sijtsma: Herkozen de heer Sijt-sma met 18 stemmen, tegen 1 op den heer v. Stralen, 1 op mevr. v. Itallie, 4 op don heer Kooistra, en l op den heer Oost dam. 17o. Benoeming van een lid der Commis sie van Toezicht op het Middelbaar On derwijs. (236) Herbenoemd de heer A. L. Reimeringer met 19 stemmen, tegen l op den heer Oort- dam, 2 op den heer Touw, 1 op den heer Mingelen en 2 blanco. 18o. Benoeming van een leeraar in ge schiedenis en aardrijkskunde aan de Kweek school voor onderwijzers en onderwijzeres sen. )24Ö) Benoemd wordt de heer A. Wisse met 24 stemmen, tegen l blanco en 1 van on waarde. 19o. Benoeming van een leeraar in zang en spraakvorming aan de Kweekschool voor onderwijzers eh onderwijzeressen. (240) Op verzoek van den heer Spendel gaat de raad in geheime zitting. Na h'èropening wordt overgegaan tot de benoeming,. Benoemd wordt de heer J. Oostveen, te Amsterdam, met 27 stemmen tegen 1 op don heer E. K. jf, van dér Wat, te Groniii-t gen en 4 blanco. 20. Voorstel om de Commissie van Be heer over de gestichten „Endegeest", „Voor geest" en „Rhijngeest" te machtigen om over te gaan tot den bouw van 4 verple gerswoningen op het terrein dier gestich ten (241) Conform besloten. j 21o. Verordening voor de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen te Leaden en voor de aan die Kweekschool ver bonden cursussen. (242) By art. 13 heeft de heer ZUIDEMA be zwaar tegen de vacantieregeling, 8 weken groote vacantie, 3 dagen herftvacantie. Hfl zag liever 6 weken en 1 week. Wethouder MEIJNEN zegt, dat hier fei telijk weinig veranderd is, alles blyft in aansluiting by de rijksregeling en inciden teel veranderen ltfkt hem nu niet goed. De heer KNUTTEL is tegen het vieren van nationalistische feestdagen en daarom stelt hy voor 3 Oct als vrye dag te schrappen. Dit voorstel wordt verworpen met 29— 3 stemmen. Voor de heeren Knuttel, v. Eok en Ver- wej). Overigens wordt de verordening z. h. s. goedgekeurd. 22o. Verordening, lot heffing van school geld aan de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen te Leiden. (242) Bij art. 4 zou mevv v. ITALLIE ten aanzien van het schotgeld voor het in functie zijnd personeel de reductie willen behouden. De VOORZITTER: Hadt 'u dan een voor stel gedaan op tijd. Mevr. v. ITALLIE zal dan nu een voor stel indienen, wanneer dit moet. De VOORZITTER schorst de zitting voor 5 minuten. Na heropening is het voorstel gereed, maar over den inhoud daarvan een voorstel van de meest intellectueele fractie, zorgt de heer Wilbrink ontspint zich ten aanzien van de duidelykheidskwestie een verward debat. De VOORZITTER zegt niet te weten wat te doen met dit voorstel. Haar gedachte verdedigend, trekt mevr. v. ITALLIE tenslotte haar amendement in. De verordening wordt z. h. st. goed gekeurd. 23o. Verordening, op de invordering van schoolgeld voor de Kweekschool voor onder wijzers en onderwijzeressen te Leiden. (242) Goedgekeurd. 24o. Voorstel in zake de salariëenng van het leerarenpersoneel aan de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen te Leiden. (242) Conform besloten. 25o. Verordening, houdende wijziging van de verordening van 17 December 1914 (Gem.blad No. 36), betreffende de levering van gas door de Stedelijke Fabrieken van Gas en Eiectriciteit te Leiden. (Gasverorde ning). (243) Goedgekeurd. 26o. Verordening, houdende wijziging van de verordening van 17 December 1914 (Gem.blad No. 37), betreffende de levering van Eiectriciteit door de Stedelijke Fabrie ken van Gas en Eiectriciteit, (Electricileits- verordening). (243) Bij art. IV zijn de amendementen Van Eek, door ons vermeld. In behandeling komt eerst het voorstel sub a. De heer v. ECK zegt te behooren bij de meerderheid der commissie die meent, dat de financieele toestand der fabriek een grootere verlaging wettigt, dan B. en W. en de meerderheid der commissie voorstellen. Daarbij heeft de meerderheid zich niet op zijn persoonlijk standpunt gesteld dat de .lichtfabrieken geen winst mogen maken; daarop zal hij bij de begrooting verder in gaan. De minderheid acht vërdere verlaging gewettigd, dan blijft er nog voldoende winst. Zijn voorstel beteekent, dat de fabriek dit jaar f 50.000 winst derft. Op de begrooting is f 125.000 winst uitgetrokken. In het le halfjaar is al f 144.000 winst gemaakt, f 31.000'winst i3 dus maar' in het 2e half jaar noódig om dit cijfer' te halen en dat zal z.i. gemakkelijk gehaald kunnen worden Natuurlijk geldt de prijs' ook yoor Ï£|25 en. verder. Volgens de berekening is de winst dan f288.000, volgens zijn cijfers f 138.000 k. i. nog groot genoeg. Gezien de duurte van vple levensmidde len, acht hij het nemen van een hoogeren prijs dan hij voorstelt ook ongemotiveerd. De heer OQ§TDAM kan zich zelfs niet vereenigen met het voorstel van B. en W. Z. i. i9 de winst der fabrieken niet zoo groot percenlagegewijs gesproken, n.l. 7 procent van het kapitaal. Is dat voor zoo'n fabriek met zoo'n risico te veel? Hij meent van niet. Waarom dit percentage dan te ver lagen? Bij vestiging hier vraagt men niet naar de hoogte van gas- en electriciteits- prijzen, wel naar de hoogte der belastingen. Daarom zal hij ook legen het voorstel van B en W. stemmen. De heer HEEMSKERK: Sla liever opl Wethouder SANDERS sluit zich aan bij den heer Oostdam. De berekening van den heer v. Eek is onjuist. Men kan de zaken van drieërlei standpunt uit bekijken, n.l. uitgaande van de winst over 1923, van de winst over 1924 en van de begrooting voor 1925. Hoe hij het echter ook neemt, het vooretel v. Eek is z.i. altijd verkeerd. In 1923 is een winst van f 206.000 gemaakt. Onlangs is besloten de retributie van het gas te verlagen, die van de eiectriciteit te verhoogen. Dit verschil is f 60.000. Blijft dus over f 146.000. Het voorstel-v. Eek kost f 60.000, blijft over f 86 000. De heer v. Eek heeft daarnevens geen re kening gehouden met de verder van zelf uit zijn verlaging voortvloeiende verlaging op de andere tarieven. Niels waarborgt, dat de winst van f 288.000 wordt gehaald, maar vooreerst f 60.000 gaat er af voor retributie, dan f 60.000 van 't voorstel v. Eek en dan de overige verlagingen. Zoo komt men ver onder de begrooling. Voor 1925 is een winst geraamd van f 126.000. Hoe kan daarvan dan f 60.000 van het voorstel v. Eek af in verband met de andere verlagingen? De winst wordt dan zoo klein, dat het gevaar te groot wordt. De verlaging acht spr. bovendien van weinig beteekenis voor de categorie, die de heer v. Eek speciaal voorstaat, f 1.50 per jaar. Voor zoo'n luttel bedrag daar kan men de grootere gebruikers toch ook niet onma tig bevoordeelen benevens de buitenge meenten. Daarom ontraadt hij het voorstel- v. Eek ten sterkste. De heer v. EOK erkent, dat zijn cijfers over 1924 iets te mooi zijn, daar hij geen rekening hield met de laatste regeling, maar overigens voor 1923 handhaaft hij vol ledig zijn cijfers, deze nog eens nader verde digend Z.i. is dit tegenover den heer Oostdam het hoofddoel van gemeentelijke fabrieken dat zij zoo goedkoop mogelijk leveren. Ma tige winst, gezien de financieele toestand, begrijpt hij nog, maar de heer Oostdam ww slechts winst om de belastingen. Wat de belasting betreft, daar geldt pro. gressie, hier niet en wanneer de menschen alleen naar de belasting leeren zien, dan w dat een soort bedrog. De rekeningen houden bijna geen ver band meer met de begrooting. Altijd heeft men bezwaren tegen zijn cijfers, de rekenin gen toonden altijd het tegenovergestelde, gelijk hij aangeeft met voorbeelden. De be- grootingen zijn altijd pessimistisch. Yoor 192-4 behoeven we niet meer bang te zijn, voor 1925 acht hij een winst van f 138.000 ruim voldoende. De heer HUURMAN stelt nu voor schor sing tot '8 avonds. Aldus besloten. Avondzitting. De heer HUURMAN acht het eigenaar dig, dat wanneer de commissie niets doet, de heer v. Eek ook niets doet, maar hij probeert altijd hooger te mikken wanneer er iets gebeurt. De begrooting moet voor dit onderdeel der gemcentebcgrooting mee vallen, want bij tegenvallen is er een hiaat in de gansche bcgrooting. Voorziohtigheid i« geboden. Beter is driemaal te verlagen dan eenmaal te verhoogen. Winst is volgens den heer v. Eek bijna misdadig. De heer KNUTTEL: Daarin zou hij het dan wel eens niet ver mis kunnen hebben. De heer HUURMAN staat op ander standpunt. Hij wijst ook op de cijfers van den wethouder betreffende de bate voor de kleinste gebruikers bij verdere verla ging. Voorts acht hij de rekeningen der lichtfabrieken niet zuiver. Hoeveel kosten zijn er niet, die niet op rekening der fa brieken komen, maar op do algemeene re kening. Daarmee moet ook gerekend wor den, meent hij. Wel heel licht liep de heer v. Eek heen over zijn vergissing in de cijfers over 19241 Do heer WILBRINK kan met den heor v. Eek niet meegaan, omdat men dan het volgend jaar niet veilig zal gaan. En boven dien, men moet rekening houden met de omstandigheden van het moeilijk vallen van het opbrengen dor belasting. Deze paar centen per maand valt fcmg zoo zwaar niet en daarom acht hij eon matige winst uitste kend. En van overmatige winst is z.i. geen sprake. Bovendien, het kan toch ook wel eens tegenvallen een jaar. De heer KNUTTEL wil wel toegeven, dat deze kwestie door het groote aantal grootgebruikers meer principieel dan praö- tisoh is. Maar hij wijst er toch op, dat deze debatten altijd hetzelfde karakter dragen. Steeds waarsohuwen B. en W. en steeds is do winst veel grooter gebleken. Dat durft hij ook nu wel als zeken aannemen. Moge de heer v. Eek zioh al eenigezins vergissen, ziju cijfers zullen straks weer niet te opti mistisch blijken. Wat de 7 pOt. van den heer Oostdam be» treft, hij vergeet, dat het een obligatiele ning geldt, waarover al rente betaald wordt. De VOORZITTER zegt, dat in een soo.* dem maatschappij do redevoeringen van de heeren v. Eok en Knuttel juist zouden zijn, maar in do huidige maatsohappij it het anders, waar men volgens billijkheid ett met rekening houden met diverse factoren t© werk moet gaan. Voor de categorie der arbeidersklasse geldt het hier niet, die ge bruikt het niet. Maar de winst komt ook hen ten goede, doordat zij in de gemeen tekas komt I Zeker, om de belastingen te drukken, mogen wij deze prijzen niet hoog houden, 't Gaat niet om een matige winst, maar om een matige prijs. Hoe hooger winst zoo'n matige prijs geeft, des te beter, voor al voor de arbeiders, gelijk reeds aange geven. En Leiden behoort tot de laagste plaatsen wat de prijzen betreft. Door verdere verlaging geven wij den buitengemeenten en groot-gebruikers een voudig cadeaus. Inzake de indirecte kosten had de hot Huurman groot gelijk. Wat wmstmeevallen betreft, men moet niet vergeten, dat daartegenover soms te genvallers op andere posten staan en 'ti komt allemaal toch op één bcgrooting. Als practicus ontraadt hij het voorstel- Van Eek. De heer OOSTDAM wil de kwalificatie van bedrog van den heer v. Eek niet over nemen, al is het z. i. demagogie om een paar dubbeltjes voor-deel hier de belasting druk te vergeten. Dc 7 pet. handhaaft hij. want de rente der obligaties is voor anderen de 7 pet. pas voor ons Wethouder SiLNDERS meent, dat de heer v. Eek in tweede instantie toch de kwestie of winst geoorloofd is, of niet heeft aange voerd. Aan de hand van oenige cijfers ver dedigt hij dan ook nogmaals het recht van winst. De vergelijking mei elders kunnen wij toch hier best doorstaan, wij behooren tot de laagste prijsberokenaars. De heer v. ECK zegt, dat per slot van re kening altijd het debat neerkomt op het zelfde: het verschil in standpunt tusschen hem en de andere leden der commissie. Nu er gelegenheid tot verlagen is, wil hij zoo ver mogelijk gaan, om deze verlaging van Oenige beteekenis le doen zijn voor de massa. De heer HUURMAN: voor oen klein deel. De heer v. ECK: ook vele arbeiders ge bruiken eiectriciteit I Op zijn manier wordt de massa ©enigs zins beschermd logon uitbuiting der kapita listen. Neemt ,mpn zijn voorstel aan, dan derft men een winst van f 15Q.000. Die wil de overheid niet missen, omdat deze ander* moet komen uit de belastingen, d. w. z. vol gens een systeem van progressie. Maar deze raad wil blijkbaar het kapi talisme handhaven, zich niet plaatsend'op het standpunt: wat houdt iemand over na aftrek der belasting, daarop komt het aan. Hier zijn de prijzen niot hoog, dat erkcn( hij, maar de prijzen mogen niet hooger zijn dan noodig is, anders heeft de massa nioU aan de fabrieken. Zeker, op een briefje kan hij niet geven, dat al zijn cijfers juist zijn, maar de be* grootingen zijn voorzichtig, dat is goed, maar zeer rekbaar in de berekening door af schrijving etc. Paste men hier liet Haagsche systeem nog toe van een storten der winst in een reserve-potje, dat was nog iets. 1/3 komt ten bate der buitengemeenten, dat vertroebelt de zaak. Door de buitengemeenten wordt ons debiet toch echter vergroot. De heer HUURMAN onlkent nogmaals, dat hier sprake is van de gnoote massa, het woord, dat den heer v. Eek in den mond be storven ligt. De heer DUBBELDEMAN vraagt of B. en W. ook kunnen geven dc winstcijfers, ge maakt over het geld der lichtfabrieken voor en na de afschrijvingen. De VOORZITTER meent, dat dit niet tec zake dienende is. Nogmaals zet hij zijn standpunt Uiteeil, dit volledig handhavende. door MARGARET PEDLER. .Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT. Jfi) Voor haar geestesoog aag zij de gevoelige toannehanden slank en verweerd, met de Wèlverzorgde nagels zoo moest een violist die wel hebben de handen, die in zoo groote tegenstelling waren met haar eige naar en die haar belangstelling hadden Baande gemaakt op de reis naar Monks- naven. „Ik hoor niemand sjoelen," antwoordde de plan bokkig. Zij was overtuigd, dat hij toog; maar hij gaf haar geen gelegenheid tot verdere vra gen, want hij ging op ruwen toon voort: „Vooruit nou alsjeblieft, juffrouw; gaat u Pou weg. Indringers worden hier niet ge duld." Sara zei met kalme waardigheid: „Zeker zal ik gaan. Het spijt mij, maar ik nad geen flauw vermoeden, dat ik op verbo den terrein was." De r.orsohe houding van den man ver zachtte zioh eenigszins, toen hij, met het $nelle begrip van zijn stand, in de bedaar de, korte verontschuldiging de uiting van een zijner „meerderen" herkende: „Ik vraag u wel excuus, juffrouw," zei hij, op aanmerkelijk meer beleefden loon. „maar het kost me mijn betrekking, als ik Vreemden op Far-End toelaat." Sara knikte. „Je het gelijk j» orders te gehoorzamen," zei ze en, haar schreden richtend naar den openbaren weg, van waar zij was afge dwaald, om naar den onzichtbaren viool speler te luisteren, wandelde zij naar huis. „Uw geheimzinnige „kluizenaar" doet allies grondig," vertelde zij aan dokter Dick en Molly bij haar terugkomst. „Ik verdwaal de vandaag op verboden terrein op Far- End en werd smadelijk weggecommandeerd door een tamelijk strijdlustig manspersoon, ik veronderstel den knecht van mr. Trent." „Dat zou dan Judison zijn," stemde Sel- wyn toe. „Ik heb eens of tweemaal als dok ter met hem te maken gehad. De man is niet kwaad; maar ik geloof, dat hij gewel dig strenge orders heeft om geen vreemden op het terrein toe le laiten." „Dat schijnt zoo,' 'antwoordde Sara „Dat is waar ook," op nieuwsgierigen toon „wie is die violist op Far-End? Is dat de „kluizenaar zelf?" „Er wordt verteld, dat hij speelt," zei Molly; „maar niemand heeft ooit het voor recht gehad hem te mogen hooren." „Dat is dan jammer," zei Sara kort. „Ik zou zeggen, dat hij een uitstekend spe ler is." Motly knikte met een uitdrukking van ondeugende pret im de oogen. „Bij de eenige gelegenheid, dat ik hem ontmoolrte, vroeg ik hem, waarom niemand hem ooit mocht hooren viool-spelen," zei ze grinnikend. „Ik stelde zelfs voor, of hij niet een solo wilde spelen op het weldadig- heidsconoert, dat wij toen organiseerdenI" „En wat zei hij?" vroeg Sara glim lachend. „Hij vertelde mij, dat het niet noodig was, dat een man zijn ziel voor het publiek ten toonstelde II vroeg hem wat hij bedoelde, «n hij zei, dat als ik iets van muziek be greep, ik dat weten zou, en wanneer ik het niet wist, was hel lijd verknoeien om het mij uit te leggen. Begrijpt u, wat hij be doelde?" „Ja," zei Sara langzaam. „Ik geloof van wel," En zij dacht aan dien hartstochte lijken drang en droefheid in de muziek, die zij dien middag had gehoord, en zij kreeg plotseling een gevoel van medelijden met den eenzamen kluizenaar van Far-End. Hij was bang, bang voor iemand be spelen, om dat zijn spel aam degene, die luisterde, de bitterheid van zijn ziel kon openbarenI Den volgenden dag nam Motly Sara mee naar „Rozenhof," om kennis te maken met de „Lavendel-tante" en haar neef. Juffrouw Herriok of juffrouw Lavimia, zooals zij altijd werd genoemd, zag er uit alsof zij zoo juist uit een plaatje uit het be gin van de vorige eeuw was gestapt. Zij droeg een japom van zaohte, zijdeachtige stof met kieine takjes heliotroopom haar hals een fichu vam ragfijne kant, die op de borst met een oud-Italiaamsche camée was vastgehecht. Een coquet klein kanten muisje versierde het zilvergrijze haar en het ge zicht onder het mutsje was juist wat men zou verwaoht hebben, zacht en heel vrien detijk; het rose en blank iets flets, en de lieve, oude oogen hadden de wazige tint van lavendelblauw. Zij was alleen, toen de beidie meisjes kwa men, en begroette Sara met een vroolijk glimlachje. „Hoe vriendelijk van u le komen, juffrouw Tennantl Wij waren zoo verlangend u te ontmoeten, Miles en ik. In een klein plaatsje als Monkshaven weten alle menschen alles van elkaar af en zoodoende hebben wij na tuurlijk voortdurend over u hooren spre ken." „Dan hadt u maar eens naar „Sunnyside" moeten komen, om persoonlijk onderzoek naar mij te dioen," antwoordde Sara glim lachend Het gezicht van juffrouw Lavinia betrok plotseling, en een schaduw viel over haar vriendelijke, oude oogen „Miles is nogal moeilijk op het punt van Visites," zei ze aarzelend. „U zuli dat wel begrijpen, zijn mankheid maakt, dat hij wat eenzelvig is tegenover vreemden," legde zij uit. Sara keek beteuterd. „Oohl Misschien was het beter geweest, wanneer ik niet gekomen was?" veronder stelde zij haastig. „Zal ik weggaan en Molly hier laten?" Een rose kleurtje steeg naar de wangen van juffrouw Lavinia. „Lieve juffrouw Tennant ,ik hoop, dat Miles weet, hoe een gast in zijn huis te ver welkomen zooals een Herrick past," zei ze met een aardig airtje van ouderwetsche waardigheid. „Het is juist uitstekend voor hem, dat hij eens uit zijn schulp moet krui pen. Alleen één ding, wilt u er aan denken hem precies le behandelen alsof hij niet mank was? Probeer nooit hem op de een of andere manier te helpen. Het hindert hem zoo vreeselijk, wanneer de menschen hem aan zijn gebrekighcid herinneren. U moet er niets van laten bemerken." Sara knikte. Zij kon begrijpen, dat de rots van een man er leigen op kwam, dat men medelijdend zijn physieke zwakheid er kende. „Werd zijn kreupelheid veroorzaakt door een ongeluk?" vroeg zij. „Neen, het kwam door een prachtige daad." De oogen van de kleine Lavinia gloeiden, terwijl zij sprak. „Hij heeft de paarden van een rijtuig, die op hol waren, tot staan gebraoht. Zij waren verschrikt door een motor en toen zij steigerden, werd de koolsier van den bok geworpen, zoodat het scheen alsol niets de menschen in het rijtuig meer zou kunnen redden. Miles gooide zich voor de paarden en hoewel hij ze natuurlijk niet in bedwang kon houden, hield hij ze toch in zooverre tegen, dat een tweede man, die toeschoot om té helpen, hen tot staan kon brengen. „Hoe kranig van homl" riep Sara met warme bewondering in haar slem. „En u zult wel trotsch zijn op uw neef, juffrouw Lavinia!" „Dat is zij ook," kwam Molly vriendelijk tusschenbeidc. „Is het niet, lieve Lavendel- tante?" Juffrouw Lavinia glimlachte weemoedig. „Ach, lieveling," zei ze treurig, „dappere daden kosten dikwijls zooveel en wanneer ze gedaan zijn, dan zijn wij meestal geneigd den roem te vergeten en ons alleen te her inneren, hoe duur die gekocht is. Mijn arme Miles was vreeselijk verminkt; hij was meiers ver meegesleept aan de teugels van de paarden, en wekenlang vreesdon wij zelts voor zijn leven. Hij is blijven leven, maar hij zal tot hot eind loe mank blijven." De stilte, die onwillekeurig op deze woor den volgde, werd verbroken door het getuit van slemrnen in den hall en even later kwam Males zelf de kamer binnen, in gezet- sohap van een zeer elegant gekierde, bui tengewoon aantrekkelijke vrouw, die Sar# dadelijk veronderstelde te zijn Andrey, Maynard. (Wordt vervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5