Pruimenfeest. Als de Oogst binnen is. Ëen Goudmaker gefopt. CORRESPONDENTIE. ik een leventje heb als een prins, ja, zelfs sis een „sultan". Hoe ik de menscben vind, die naar mij tomen kgken? Ja, nn ben ik er aan gewoon, maar in t cegin kon ik slecht aan hnn {vaatjes gewennen. 1 Weet je waarom? Ze schelden zoo vreeselijk. j<0, wat een leeljkerd is dat!" „Kijk wat 6011 ro°d gedierte!" „Wat kjjkt hij valsch!" „Wat is hö lui!" „Kijk toch die onmogelijk lange armen eenP' „De sukkel heeft totaal geea staart I"" Op zulke uitdrukkingen word ik maar dagelijks getracteerd en in 't begin vond ik dat onuitstaanbaar. Tegenwoordig let ik er byna niet meer op en ik deuk: ,,'t Is van 't schelden niet gekomen, dat den boer zjjn kippen stierven", en ik doe net, alsof is niets hoor. Toch zien de menscben mij graag, vooral wanneer ik een beetje gymnastiek doe. Daarvoor ben ik wel in de gelegenheid, want ik heb in mijn kamer een klimstok, een touwladder, een dik en een dun klim- tonw en dan rondom mij heen de ijzeren tralies ook nog. Al word ik dan ook met mjjn lange, roode haren niet mooi gevonden ik hoop, dat ik een baard krijg zoolang als die 7an mijn oom „Sultan" Alle Qrang-oetans von den hem een prachtkerel. Dat zal nog wel eenige jaren duren, want wij groeien heel langzaam; toch heb ik een kansje. Nu ben ik de grootste Orang-oetan uit 'Artis. Misschien word ik later, evenals mijn joud-oom was, de grootste Orang-oetan van [Europa. Als 't korenveld is leeggemaaid, d'oogst in de schuur geborgen, dan gaat bet vroolijk elfenvolk, eens voor een pretje zorgen Zij hebben heel den zomer door gewerkt, gezwoegd met ijver en enkel in den nacht gerust, in *t boechje bij den vijver. Onzichtbaar voor de boeren steeds, maar toch hun beste krachten, 200 mag him, nu het najaar is, wel wat ontspanning wachten. Een danspartij bij maneschijn, dat zal het glanspunt geven 't veldmuis-orkest zorgt voor muziek het is hun lust en leven. In lucht' ge kleedjes, vlug en vrij, springt, huppelt 't elfenvolkje, beschenen door het licht der maan fer is geen enkel wolkje. Het feest gaat veel te gauw voorhij, voor hen, niet voor de muizen. die worden moe en zien daardoor soms mollen aan voor kruizen. De. dageraad brengt 't tot een eind de maan zegt „tot genoegen ,.ik ben heel blij, dat jullie mij ,,op je partijtje vroegen." De muizen trekken slaap'rig af de elfjes zijn nog monter, en maken in hun feestkleedij de bloemenwei nog bonter. Ze drinken dauw uit kelkjes fijn en nippen van den honing, totdat ten laatste klinkt 't appèl van d'oudefi elfenkoning. Gehoorzaam vliegen allen heen, onzichtbaar als te voren, en ook hun zangerig gesnap is nergens meer te hooren. Maar weet je, wat hen nog verraadt? ga mee naar 't veld sst zoetjes dan wijs ik jullie daar heel stil, de sporen van hun voetjes. HERMANNA Ken je wel het oude versje van dien boom zoo rijk bela£n met een overvloed van pruimen, waar klein Jantje bij ging staaa? Pruimen, o, zoo groot ais ei'ren waren het, en Janneman dae er heel met aan mocht komen, snoepte stilletjes er van. Nu, hier op het plaatje zie je ook zoo'n vollen pruimenboom en een aardig troepje kinders op visite bij hun oom. -*• In vroeg eren tijd waren er menschen, dse beproefden goud te maken en zij, die voor gaven, dóe kunst te verstaan, zeiden „den steen der wijzen" gevonden te hebben. Eens kwam zulk een goudmaker bij Paus Innooen-tius X, die niet rijk was, en vertelde hij dezen, dat hij den steen der wijzen gevonden had. De Paus liet hem als belooning een groo- ten, ledigen zak geven en toen de goud maker dien van alle kanten bekeken had. zei hij: „Er is niets in, Heilige Vaderl" De Paus lachte en zeide: „Daar gij de kunst verstaat goud te maken, hebt ge immers niets anders noodig dan een ledigen zak om uw schatten in te doen." De goudmaker droop af en de zak bleef ledig. Daar verscheidene kinderen hetzelfde vragen of zeggen over raadsel 5, dat is gor gelen en orgel, antwoord ik even dat al staat erneem mij den kop en de staart af, daarom kan toch de kop wel 1 letter en de staat 2 letters beteekenen, dus dat is geen fout en het ia gorgelen met een n als eindletter. De 2 onbekende brieven der vorige week weet ik dusdeze week gelukkig geen brie ven zonder naam, wel enkele met alleen de naam op het couvert en niet op den brief, ik heb het liever op den brief zelf, op alle bei is natuurlijk uitstekend, dan is het ze ker duidelijk. Marius en Grietje Segaar dank voor de 2 mooie ansichten, die jullie voor mij naai Den Haag hebt gestuurd, maar die mij ge lukkig naar Kloosterzande werden opgezon denzoodat ik er nu voor kan bedanken. Waren-jullie ook uit logeeren of maar een prettig dagje uit geweest? Jo en Annie van Leeuwen, aardig dat jullie mij een groetje hebt gezonden van uit Hazerswoude. Ik hoor later zeker wel van Annie of jullie veel genoegen hebt gehad Gerrie Slootweg als met September alle Maar zij mogen wel vrij plukken» dat is 't mooiste, vindt je niet? allen hebben schik, maar. Bietje had toch eventjes verdriet. W-eet je, Bietje schrikte vreeseiijk van een wesp; gelukkig maar, dat die op de pruimen af kwam en 't niet had gemunt op haar! - - Kcbus gaat klem Rietje troosten, noemt het wespje naar en stoot, maar, vindt je het ie verwonderen, dat 'taès Rie van pruimen houdt? HEB MANNA. vaoanties voorbij zijn en iedereen weer ge woon aan het wérk, dan komen er van self weer velen te voorschijn, die ak mz in de zomervacanïae mós. Ik wenach je veel ple zier in Haarlem en mooi weer, zoodat je nog veel kunt fiefeen en wandelen. Jannie en Marietje Gordijn, dat begrijp ik best dat jullie eenige weken hebt over geslagen, toen je uit was. Wat zijn joöic op vele verschillende plaateen geweest e» wat hebben jullie een boel moois geüeu. De meeste plaatsen waar je over schreed ken ik wel, in verscheidene er van logeer de ik wel, maar Nijmegen en Berg en Dad ken ik niet, in Nijmegen was ik maar eetm even en in Beng en Dal nog nooit. Nellie Miens vriendelijk dank voor den mooien bladwijzer, dien je voor mij werkte, je hebt het heel netjes gedaan en ik vind de kleuren ook bijzonder moed bij elkaar pas send. En wat heeft Cor mij een langen brief geschreven om mij allerlei te verteöen over haar logeeren in Alkmaar. Ais kind van elf jaar logeerde ik eens in Alkmaar en ben toen ook wel in Heilo geweest, maar na dien tijd nooit meer, totdat ik nu in Juni van uit Haarlem met de auto naar Alkmaar en Bergen ben geweest. Ali van der Weyden, heb je een pretti ge n autotocht gemaakt. Utrecht ken ik na tuurlijk goed, en in Bussum en Hilversum ben ik ook wel geweest. Henriêtte "Verboog zeker mag je voortaan meedoen. Ben je soms een zusje van Jean- nette Verboog die lang heeft meegedaan, die woonde ook in de Heerensteeg? Betsy de Graaf de brief zonder naam in het blauwe couvert was dus van jou. Zal je er dus voortaan aan denken om den brief te onderteekenen? Veel plezier in Rotterdam de laatste week van je vacantie. Voor jou hoop ik ook dat het dan mooi weer ml zijn, want och met regen zijn de straten in Botterdam zóó vuil. Mie Ivo Hamming een nieuwelinge die hoop ik ecu c- rde bekende voor mij zal worden Too- 1 astra, je houdt veel van wande len, merk ik wel en geniet dan onderwc? van mooie natuur en aardige plekjes over al Maak je ook wel eens fietstochtjes? Rika Bliek gezellig om zoo'n langen briet van je te krijgen, want ik hoorde in weken niet van je, ook niet van dat drietal zus jes dat in je buurt woont, maar ik begrijp

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 17